Reactionair drijven. HET GEHEIM VAN COZY DELL. Voor Eer en Deugd. Stadsnieuws. DAMIAATJES MAANDAG 14 NOVEMBER 1921' 44ste JAARGANG No. 13989 DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN: PER KWARTAAL T 3.25 PER WEEK fO 25 FRANCO PER POST PER KWART. Bil VOORUITBETALING f 3.57'/, BUREAUX: NASSAULAAN 49, HAARLEM. TELEFOON 1426, 2741 EN 1748. POSTREKENING» No. 5970. ADVERTENT1ËN 35 CENTS PER REGEL. BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. AGENDA 15 NOVEMBER Ontploffing. Gemeenteraad. Provinciale Kieskring „Velsen." TOONEEL De promotie bij de politie. J. J. WEBER ZOON, Opticiens Fabrikanten. Koningstraat 10 Haarlem. Telegrafisch Weerbericht F EUILLETON v NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Eerste Blad. De Haarlcmsche Diocesane Bond van vereenig in gen „Voor Eer en Deugd" zal Woensdag a.s. zijn eerste algemeene ver gadering houden in het St. Bavogebouw, Smeilestraat 23, te Haarlem. Alle afdeelingen over hel gansche bis dom verspreid, zullen dan niet slechts af gevaardigden zenden, maar zeer vele leden van „Voor Eer en Deugd" en lal van be langstellenden uit alle rangen en standen zullen, naar wij hopen, deze eerste algemee ne vergadering bezoeken, want het gaat er om om in diepe geloofsovertuiging zich te versterken in de katholieke zedelijkheids beginselen, om in Rooinsche eensgezind heid in het openbaar getuigenis af te leg gen van den emstigen wil om rein en kuisch door het leven te gaan en den vij and, de zedeloosheid met man en macht te bestrijden. Want wij willen een krachtig, goed ge organiseerd leger vormen, dat defensief en offensief moet optreden. Wij willen door bovennatuurlijke en na tuurlijke middelen de reinheid van zeden beschermen tegen de geweldige 'aanvallen van alle kanten voortdurend daarop ge richt. Wij willen een dam opwerpen tegen den wassenden vloed van zedeloosheid, welke de gansche maatschappij tracht t over- rtroomen. Wij willen den' satan (le\- onreinheid met al zijn aanhang op de vlucht slaan, zijn legers achtervolgen, ja. zoo mogelijk ver nietigen. Noodzakelijk is de vereeniging „Voor Eer en Deugd", omdat zoowel in het par ticuliere als in het openbare leven de ge varen zoo talrijk en zoo groot zijn, dat ieder zeer dikwijls dén steun noodig heel't ran anderen. Hier geldt zeker wel het woord der H. Schriftuur in iret Boek Ec- rJesiastes IV 12: „Overweldigt iemand oenen, die alleen is, de twee weerstaan hem", dal wil zeggen: hoe talrijker de een drachtige vereeniging is, des te grooter tracht ontplooid wordt. Ziet de gevaren en hoe brutaal zij op treden, de individueele zoowel als de open bare gevaren: de flirterij, de vroegtijdige •erkeering, slechte danspartijen, weelde- uclit, slechte winkel-etalages, onzedige mode. prentbriefkaarten, aanplakbiljetten, tooneel- en bioscoopvoorstellingen, pers en lectuur, zoogenaamde kunstproducten, volksvermaken, onzedelijke taal op fabrie ken, werkplaatsen, bij den arbeid in de tuinen, strand schandalen enz. Moeten niet krachtiger de bovennatuur lijke mid-delen, welke de H. Kerk aan de hand doet, gebruikt worden, opdat de voor- achtigheid meer betraoht wordt en ieders vil meer gestaald worde door Hem zeiven, die de Minnaar is der zuiverheid; moet riet vuriger de voorspraak van de vlekkc- '•ooze Moedermaagd worden ingeroepen'? Wordt het niet hoog tijd, dat ook in Haarlems Bisdom een veel grooter leger van Roomsohe mannen en vrouwen ge vormd worde, dat zich meer Ie weer stelt tegen den openlijk aanvallenden vijand. Dat leger grooter, krachtiger maken, het de wapenen in de hand te geven, dat groo te leger in slagorde scharen om dien ge- meenschappelijken vijand te verslaan: dat wil de Diocesane Bond van „Voor Eer en Deugd." Roomschc mannen en vrouwen, wilt een gcLed storten tot de Onbevlekte Moeder maagd, opdat door Hare Machtige voor spraak het welslagen van dien dag verze kerd zij, bezoekt de vergaderingen van Woensdag, woont het plechtig Lof met predicatie over: „Oen strijd tegen de onzedelijke taal" bij, sluit u aan bij de gelederen onder de banier der „On bevlekte Ontvangene" en werkt ijverig me de aan het Gode welgevallig werk: de ze delijke verheffing van ons volkl Schoten, A. VAN LEIPSIG, kapelaan. Secretaris van den Dioces. Bond. Hel kan niet worden ontkend, dat in ons voorgaand artikel weinig woorden aan ons onderwerp zelf zijn gewijd. Daarvoor vragen wij verschooning. Wij moesten en doen het nu bij deze een inleiding bij ons eigenlijk artikel over liet bovenstaand onderwerp schrijven. Die inleiding is eu was beslist noodig. Bij de reactie, die thans het hoofd op steekt, dient men de schijn van het wezen goed te onderscheiden. Want voor ons staat vast, en zij, die goed luisteren zullen het beamen, dat men ook in Nederland openlijk en bedekt bezig is de economische moeilijkheden te exploiteeren tot politiek gewin. Wij protesteeren daartegen uit al onze Kracht,- omdat die exploitatie walgelijk is om aan te zien eenerzijds en verder, omdat er toch eens een eind aan moet komen om het politieke steekspel te spelen op de rug gen der arbeiders. Vast staat, dat de meesten, die bezwaren hebben tegen de arbeidswet, het vooralsnog bij onbewezen beschuldigingen en niet op feiten steunende opmerkingen hebben gela ten. Vast staat getuige de strijd in de Me taalindustrie dat men er nog steeds niet toe is gekomen lut ifieuocue van „de partij ter andere" aan te tooncn, dat een stuk van diens boterham moet worden gemist. Dat ware toch het minste, wat van de •hecren kon worden gevorderd. Niemand zal toch willen gelooven, dat de duizenden, werkzaam hij een middelma tig betalende nijverheid, zich zonder vol doende moliveering iels 'laten afnemen, wat nota l>ene voor die werkers een teruggave van het noodige is. Maar men holt thans maar raak, en on der aanvoering van de oude liberale in- dustrieele magnaten, gesteund door een op permachtige liberale pers en een heirlc- ger van slippen-dragers, wil men terug naar oen afgesloten tijdperk, waarin van boven af werd gedicteerd, wat niet en wat wel zal zijn. Daar zijn waartoe dient het de feiten te ontkennen Kath. werkgevers en kapi talisten, die in hunne kortzichtigheid met Wij achten het goed en nuttig hen vooral de oude kliek mede heulen en mede-hopen, fc waarschuwen voor hunne gevaarlijke taktick. De liberale opvattingen over de waardig heid van den mensch, dus ook van den ar beider, moeten lijnrecht staan tegenover onze opvattingen, hetzij de belijder patroon of werkman is. Natuurlijk hebben ook wij rekening te houden met de praktijk, waarin wij nu een maal leven en het ware onverstandig om tegen noodzakelijkheden op te roeien. Hierin vooral ligt een harde en zware les voor Katholieken, werkgevers als werkne mers. Wij hebben ons herhaaldelijk de vraag gesteld, of een eminent Regeerder, als loch zeker onze minister van Arbeid mag wor den genoemd, op den gewenschlen steun voldoende rekenen kon. Wij zijn niet altijd tot de overtuiging ge komen, dat die steun con amore werd ge geven. Niet zelden ontdekten wij heimelijk en openlijk verzet tegen zijn beste bedoelingen en maatregelen. Maar wat nu ten opzichte van de arbeids wet in de kringen van de werkgevers ook en zeer jammerlijk van Katholieke werkgevers naar voren kwam is naar onze meening ook weieens voorgevallen in oen anderen vorm en bij andere zaken in de kringen der arbeiders. Die beiderlei tegenwerking moet zijn Excellentie hebben gehinderd, al kon hij er feitelijk het bewijs uit distilleeren, dat hij het gulden midden hield en dus was op den goeden weg. Er is reactie in verschillenden vorm. Want de werkgevers, die zonder overtuigende be wijzen fulmineeren tegen de arbeidswet of volhouden dat loonsverlaging noodzakelijk en onontkoombaar is, en elk overleg, het welk leiden kan tot een redelijke basis weigeren, doen even onverstandig als de arbeiders, welke zweren, dat er bij en van hetgeen door hen mooi en goed wordt geacht, geen streep af^mag worden geno men. Wij gunnen nog steeds eiken mensch, en niet het minst den arbeiders, onzen stand genoten, alles wat goed en wenschelijk is. Maar indien het betere op dit oogenblik niet is te bereiken of te behouden, dan is het minder goede voor ons, gedwongen door noodzakelijkheden, ook nog goed. Wij houden het er stellig voor, indien de sociale zaken met wat breedcren blik wer den bezien, en niet elke groep krampachtig" •hield aan haar opperste eischen, terwijl niemand iets wil geven en allen willen ne men, dat de moeilijkheden minder groot zonnen zijn, een vergelijk gemakkelijker zou zijn te bereiken. In een volgend artikel hopen wij onze bedoeling met enkele voorbeelden te ver duidelijken. 's-Bosch. M. K. Sociëteit „St. Bavo". Rechtskundig Bureau van half 9 tot half io Red dingsbrigade. 8 uur BoEenveiling, io mar Ledenvergadering Transport, 8 uur Kiesv .'senjging en Vrouwenbond, 8 uur. R.K. Arbeidsbeurs voor mannen. Ged. Oude Gracht 39. Alle werkda gen voorm. van 912 uur, nam. van 2 S uur; Zaterdags alleen van 912 uur. R.K. Arbeidsbeurs voor vrouwen. Kleine Houtweg 13. Alle werkdagen voorm. van IO12 uur, nam. van 24 en van 89 uur. Familie-bioscoop. Kleine Houtweg 12. Voorstelling. Oud-Holland. Verwulit Strijk orkest. Bisschoppelijk Museum, Jansetraat. Geopend eiken werkdag, uitgezon derd, Zaterdag. Zon- en feestdagen» Zondagmorgen ongeveer kwart over 10 heeft er ten huize van den heer De T„ Brouwerskade 13, een ontploffing plaats gehadDe vrouw des huizes had in de voorkamer de kachel aangemaakt en was juist in de achterkamer gegaan, toen zij een hevigen knal hoorde. Zich omkeeren- de, zag zij dat het deksel der kachel door de kamer geslingerd werd, echter zonder iels te beschadigen. Door de (hevige ex plosie werd echter hel bovenste gdeelte van den schoorsteen van het dak geslin gerd en kwam op straat terecht, geluk kig zonder eenige ongelukken te veroor zaken. Men vermoedt dat zich in den schoor steen gassen verzameld hadden, welke na hel aanmalken van de kachel onvlamd zijn. Vergadering van den Raad der ge meente Haarlem op Woensdag 16 Nov. 1921, des namiddags ten 1.30 ure, zoo nood'ig voort te zetten des avonds ten 8 ure, in de Statenzaal (Prinsenhof). Aan de orde zal worden gesteld: 1. Mededeclingen en ingekomen stuk ken. Verzoekschift W. Jansen, eervol ont slag als Hoofd van school no. 17. Verzoekschrift W. Jnsen, eervol ont slag aLs leeraar aan de Avondschool voor handelsonderwijs. Verzoekschrift mei. E. E. Groustra, eervol ontslag als onderwijzeres aan school 12. 2. Voorstel B. en W. lot goedkeu rig balans, winst- en vrliesrekening, dienst 1920, der Goöp. Woningveree nigiiig voor gem. personeel. 3. Voorstel B. en W. lot goedkeuring begrooting, dienst 1021, der Coöp. Wo- ningvereeniging voor gcm. personeel. 4. Voorstel B: en W. tot goedkeuring ie suppl. 'begrooting, dienst 1921, Armen raad. 5. Voorstel B. en W. tot aanvaarding legaat 6. Voorstei B. en W. tot vaststelling van den staat van te vellen hoornen. 7. Voorstel B. en W. toekenning subs, aan de St Jozefsgezellenvereeniging, dienst 1921. 8. Voorstel Comm. bedoeld ki artikel 166 der Gemeentewet, tot wijziging der A.P.V. (verkeersregeling). 9. Schrijven van B. en W. inzake ver zoek Vereen. „Onderling Belang" om wij ziging der „Broodiverordening". 10. Voorstel B. en W. aanvraag ver hooging voorschot voor gronden nabij de Zomervaart 11. Voorstel B. en \V. verhuur van grond aan het Donkere Spaanne. 12. Voorstel B. en W. benaming open bars: wezen ten noorden van de Klever laan. 13. Voorstel B. en W. tot aankoop gronden nabij het Oost-Indisch Vaartje. 14. Voorstel B. en W. tot beschikbaar stelling van geiden voor aankoop van watermeters. 15. Voorstel B. en W. tot goedkeuring begrooting, dienst 1922, van den keurings dienst van waren en tot beschikbaars tel ling van glden tot uitbreiding van den inventaris. iC). Prac-advies van B. en Winzake uitbreiding bemoeiingen van den School artsen-dienst. 17. Benoeming adjunct-directeur van den ikcuiriiTtf^dienst van wanen. 18. Benoeming tijdelijk leeraar H.B.S. met 3-j. c. enz. 19. Benoeming onderwijzend personeel aan den Vervolgcursus no. 4. De Provinciale Kieskring Velsen ver gaderde Zaterdagmiddag in „St. Bavo," onder presidCiutn van den heer Bisschop te Beverwijk. Ingekomen waren eenige moties, betreffende he' vereeniglbaar zijn van he,t Kamerlidmaatschap met het bur gemeesterschap of wethouderschap eener groole gemeente. Na ecnige disaussie werd verworpen een motie van Haarlemmermeer III, waarin werd uitgesproken dat personen tot lid der Tweede Kamer gekozen bij aanneming bethooren te bedanken voor nevenbetrekkingen, die den geheelen per soon eischen; anders rullen zij niet door de kiezers gestemd worden. Aangenomen werd' een motie van Uit hoorn II, (een motie Aalsmeer beoogde hetzelfde) die het lidmaatschap der Twee de Kamer niet vereeniigfoaar acht met dat van wethouder of burgemeester eener groote gemeente (hoven de 50.000 inwo ners) en den wensdh uitspreekt dat het bestuur van den Rijkskieskring hiermede rekening houdt bij de samenstelling van zijn advies. De voorzitter zette uiteen waarom de tweede motie beter was dan de eerste. De eerste eiscihte bedanken zonder meer; de tweede liet ruim te rekening te houden met omsta 11 digiheden. In 'liet geval van den Kieskring Velsen is het beter, aldus de toelichting van het bestuur, dat zich •overigens wel mei de motie kon vereeni- geu, dat de heer Mr. J, B. Bomans niet genoodzaakt zou worden als wethouder van Haarlem te bedanken, met het oog pp de R. K. partij. Vanuit de vergade ring werd legen deze toelichting op de •motie niet geopponeerd. (Het advies aan den Rijkskieskróng be treffende de Tweede Kamerverkiezing luidt als volgt: 1. Mr. J. B. Bomans; 2. Mr. Paul Reymer; 3. A. J. Loerakker te Scholen; 4. P. He'tlker; 5. C. Jansen. Een motie van de afdeeling Bovenkerk waarin de wensdhelijkheid werd1 ui'ge sproken dat de vergoeding voor de Ka merleden niet worde verhoogd, werd' in getrokken. Na de rondvraag, die huishoudelijke aangelegenheden betrof, had de sluiting plaats. Caesars Vrouw. Het Hol'staditoonee! bericht ons, dat a.s. Vrijdag in den Stadsschouwburg een opvoe ring zal worden gegeven van „Caesar's Vrouw". In oen recensie over de eerste opvoering te 's-Gravenhage, schreef „de Maasbode:" Op Caesar's vrouw mocht geen schijn of schaduw van smet rusten. Zoo moet ook Violet, de jonge vrouw van den Engelsclien gezant te Cairo, ongerept door het leven gaan. Faalt zij, dan is dit niet alleen een val in haar persoonlijk leven, dooh dan wordt ook al het groote werk, door haar echtgenoot ondernomen, vernie tigd. Het belang van het land edsclit van haar een moed en een zelfontzegging, die haar tevens moeten voeren tot de hooge toppen des levens. Sober en nobel spel. Uit de groote crisis van hun leven komen deze drie menschen, Arthur Little en Viole.t, en Ronald Parrv, die Violet liefheeft, versterkt en veredeld. Om de -hoogheid der gevoeJens en denkbeel den kunnen wij voor volwassenen dit stuk aanbevelen. Het stuk wordt gedragen door de ver tolking van Violet door Marie Holtrop. Zij is een der weinige jongere actrices in ons land, die een eigen sfeer om zich heen weten te schep|>en. 'Die sfeer is charme, maar niet charme alleen, want zij weet sterk den indruk te geven van iets on gerepts; iels, dat ai bet lagere verdrijven moet. RK' Vciksbond. De WelEerw. lieer kapelaan Liihn zal op Woensdag 30 ï^ivember voor de leoen van den R. K Volksbond een lezing houden over Lourdes. Fietsendiefstallen. Wederom zijn twee heerenfictsen ontvreemd. De zwijntjesjagers schijnen weer in volle actie te zijn. Men late zijn rijwiel vooral niet onbeheerd staan. Aanrijding. Zondagmorgen om streeks 10 uur heeft cr op den hoek Groote Houtstraat—Raamvest een aan rijding plaajs gehad tusschen een tram wagen der N.Z.H.T.M. en een vracht auto, wélke laatste van de Raamvest kwam. De bestuurders hoorden elkan ders signalen niet, terwijl de auto niet direct kon sloppen, daar zij wegens de gradheid der straat nog even door gleed. De tram weid niet, de auto slechts licht aan den buffer bescha digd. e o 4 Een aantal ons toegezonden onvriendelijke briefjes en verschillende nijdige ingezonden stukken bewijzen, dat onder ons Room- sclie volk in Haarlem groote ontstemming is gewekt door de jongste promoties in on» Haarlcmsche Politickorps. Hoofdzakelijk gaat het om het feit, dat nu wederom geen R.-K. hoofdinspecteut van politie is benoemd. We zuLlen al deze klachten, waarvan enkele zeer hatelijk gesteld zijn, niet plaat sen, doch resumecren dat ze alle groote ontstemming uiten over de benoemingen. Bijna alle spreken van een passeeren der katholieken, en veie zijn vergezeld van ad viezen, die. werden ze uitgevoerd, zeer ze ker aan het prestige van onze autoriteiten groote afbreuk zouden doen, maar ook den goeden naam, dien wij, als Katholieken, hebben op te honden, geen eer zouden aan doen. Laten wij dit opmerken, tegenover alle geuite klachten; van een passeeren van eenig sollicitant is geen sprake geweest en de burgemeester, die de benoemingen en promoties bij de politie te bewerkstelligen heeft, kan zeer zeker ons is dit na on derzoek gebleken de gedane benoemin gen verdedigen. Maar dit willen we wel als onze meening neerschrijven en daarmede tevens enkele vragen beantwoorden, die ons gedaan wer den: de ernstige wil om den katholieken ter wille te zijn, heeft niet voorgezeten en een mooie gelegenheid om den katholie ken ter wille te zijn. is verzuimd. Dat is de fout, die bij deze benoeming is gemaakt, een fout, waarvan wij ons kun nen voorstel ten "dat zij onzen burgemeester kwalijk genomen zal worden. Zonder aan de waardeering voor de be noemden iets te k-ort te doen, durven wij beweren, dat, bij ernstig willen, een can- (lidaal zou kunnen gevonden zijn, die mirb stens even verdienstelijk als de nu benoem den, tevens een bijzonder groote voldoening zou geweest zijn voor het derde deel dei Haarlcmsche bevolking. Het spijt ons dat dit niet gebeurd is. Ook voor het vervolg zullen wij scherf blijven letten op dergelijke en andere be- i\o«nvingcii. Barometerstand: 766. Neiging: Stationair. Medegedeeld door het Kon. Ned. Meteorol. Instituut te De BUdt. Naar waarnemingen in den morgen van 14 November 1921. Hoogste barometerstand: 775.4 m. M. te Haparanda. Laagste 'barometerstand: 736.0 m. M. te Seydlsfjord. Verwachting vau den avond van 14 tot den avond van 15 November: meest matige wind uit zuidelijke richtingen; gedeeltelijk bewolkt, met aanvankelijk kan op eenigen neerslag; temperatuur om het vriespunt. „Wat brengt u op die gedachte," vroeg de secretaris verontrust. „Ik zag genoemden heer dien don keren corridor langs komen, die naar de bibliotheek voert en ik koe ter niet den minsten twijfel, dat hij den zieken slotheer bezocht heeft." „Onmogelijk niemand mag zon der uitdrukkelijk verlof van mevrouw Sliihvorlh in de nabijheid van den rieke komen 1" „Zeer juist laten wc nu echter aannemen, dat mevrouw Stillworth met de cavallier verhonden is, dan zal hij ook het noodige verlof be zitten." Blunt dacht een oogenblik na, dan cei hij overtuigd: „U hebt gelijk 1" Nu verhaalde hij van het zonder linge besluit van den huisarts, die zelfs licm, den vertrouwde van den sJolheer, uit de ziekenkamer verban nen had en een wacht voor de deur had opgesteld. Maas was vol verba zing. „Ik zie 't heel duidelijk," eindigde Blunt zijn mededeeling. „Mevrouw •'"üilworlh wil mij en allen, die haar hinderen, verre houden, om haar plan nen des te ongestoorder te kunnen voltooien. Openlijk streeft zij naar Edith.'s verloving met Mordaunt. Voor een week twijfelde ik daaraan niet in 't minst; maar haar houding jegens mij juist in de laatste dagen heeft me weer bijna aan 't dwalen gebracht. Nu spreekt echter alles voor uw opinie, Maas. Gij hebt u toch niet vergist in den persoon, dien ge ont moette." „Ik zag Mordaunt wel niet uit de bibliotheek komen, maar hij kwam over de gang, die daarheen Ieidt.Waar moet hij dan anders geweest zijn?" „Nergens, gewis, nergens an e s, beste vriend; wacht maar eens enkele minuten." Met deze woorden verliet hij zijn kamer. „Die Blunt is wérkelijk de merk waardigste vent, dien ik ooit ontmoet te," mompelde dokter Maas en liet zich peinzend op een stoel bij den haard neer. De secretaris was inmiddels zacht en voorzichtig aan de deur van het voorvertrek der oude bibliotheek ge komen. „Wie is daar," vroeg een angstige stem van binnen. „Ik ben 't, Fanny, de secretaris. Kom even naar buiten en luister eens." De jonge slavin kwam tastend na derbij, totdat zij Blunt's arm omvatte. „Wat moei ik, beste meneer," vroeg zij, nu minder beangstigd. Fanny ts zoo blij, dat er een menschelijk wezen komt, het is vrceselijk hier geheel alleen te zijn bij dien hefligen storm en de oude meester steunt en jammert daarbinnen zoo schrikkelijk." „Beantwoord mij waar en openhar tig wat ik vraag." „Dat wil ik; ja, Fatiuy zal 't doen. „Was mijnheer Mordaunt dezen' na middag bij den zieken heer op be zoek „Ja, mijnheer." „Hoeft mevrouw Stillworth toestem ming tot dit bezoek gegeven?" Er volgde geen antwoord. „Tracht niet me te bedriegen, Fan ny; mevrouw zal er geen woord van hooren." Eenige oogenblikken aarzelde de Mulattin nog. dan fluisterde zij; Dc jonge heer Mordaunt is gekomen en heeft Fanny geld laten zien en „Jij nam 't geld aan en liet hem bin nengaan. Hoe lang bleef hij toen nog bij den zieke?" „Vijftien of twintig minuten. Fanny kon niet anders 't zilver was zoo blank en schitterend en Fanny houdt van zilver en goud was het erg slecht van me, mijnheer?" Nog eer Blunt antwoordden kon liet zich een smartelijk sleunen hooren, dat beiden verschrikt beluisterden. „Ik vrees, dat dit het antwoord op je vraag is, Fanny." zei Blunt. Het meisje greep sidderend Blunt's arm. „O mijnheer, ik wist niet, dat 't den ouden meester zoo'n pijn zou doem waarachtig, dat heb ik niet ge dacht sinds mijnheer Mordaunt weg is, heeft de meester al zeer dikwijls zoo gruwelijk gedaan; o mijnheer is dat mijn schuld? Heb ik hem zoo droef en verschrikt gemaakt?" „Heb geen zorg, je bent oprecht geweest, en.. Wederom datzelf de onlzeltende steunen, waarbij Blunt zeer duidelijk zijn naam hoorde noe men. Hij luisterde met gespannen aan dacht, maar was niet in staat ver der nog iets te onderscheiden. Hij keerde zich terzijde om heen te gaan. „O, de arme, zwarte Fanny niet alleen hier laten," smcekle 't arme meisje. „Bob komt eerst over een half uur hierheen." „Ik zal je zeggen wat je doen moet; zoek mevrouw Stillworth op en meld h^ai-, dat mijnheer zoo vrceselijk st^unl; de dokter moet bij hem ko men. Van mij en van ons onderhoud hier vertel je echter niets. Begrijp je 't goed?" De slavin snelde, zonder een woord te anlwoorden snelvoetig weg en Blunt keerde geruiscliloos in zijn kamer le nig. „Nu, wal hebt ge ontdekC' riep hein de kleine arts nieuwsgierig te gen. Frank Mordaunt is werkelijk bij den zieke geweest," antwoordde Blunt zeer ernstig. „Waarom?" „Dat moet eerst nog onderzocht worden. Kom, we gaan nu naar de partij." Bij het binnentreden van de salon bemerkten beiden, dat Edith aan de zijde van Frank Mordaunt op een sopha zat. Ieder spoor van tranen was uit haar oogen weggewist ht. maar overigens zag zij er toch zeer bleek en afgemat uit. Mordaunt had, toen de deur geopend werd, den secretaris met een vera'htelijkeu blik bejegend, maar aanstonds 't gesprek weer voortgezet. De conversatie bewoog, zich heden in het algemeen bij voorkeur om den verwachten jongen (lichter. Blunt trachtte zich zoo goed mogelijk in het gesprek te mengen. Na een poosje trad een bediende den salon binnen cn liep op Ida toe. Zij zat voor den open vleugel en liet phaar vingers over de toetsen glijden. Nadat de bediende haar enkele woor den had toegefluisterd, stand zij, zicht baar vcrbleekend. op en verwijder'e zich schielijk uit het gezelschap. Het lachen en schertsen verstomde nu en men fluisterde van een plotselinge ver ergering van den toestand van den zieken slotheer; want mevrouw Still worth had met den huisdokter reeds voor het binnenkomen van Blunt den salon verlaten. Ook Blunt spoedde zich nu naar de oude bibliotheek cn liep, om zoo te zeggen den huisarts in de armen. „Wat is er gebeurd, dokter?" „Een ernstige verslechleringgiet u zoolang bij den zieke, tot ik weer terugkom." Reeds in 't volgend oogenblik was Blunt de ziekenkamer binnengetreden en stond voordon lijder. Deze lag doods bleek en roerloos op zijn bed en slechts nu en dan liet zich een diep zuchten hooren. Aan het hoofdeinde zat mevrouw Stillworth en trachtte haren echtgenoot eenige verkwikking te schenken, terwijl zij het voorhoofd en de slapen met scherpriekende olie wiesch en zijn koude handen in do hare nam. „Ik vrees, dat hij er slechter aan toe is dan eerst," fluisterde zij, toen Blunt nader trad. Hij antwoordde niet cn scheen ge heel in den troosteloozen aanblik van den armen lijder verzonken, wiens jammertonen zich met het huilen van den storm vermengden. Bliksemstraal Op bliksemstraal volgde en daartus- schen door rolden doffe donderslagen, die zelfs het moedigste hart met ver borgen huivering vervulden. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 1