Reactionair drijven.
HET GEHEIM VAN COZY
DELL.
Voor Eer en Deugd.
Stadsnieuws.
DAMIAATJES
MAANDAG 14 NOVEMBER 1921'
44ste JAARGANG No. 13989
DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN:
PER KWARTAAL T 3.25
PER WEEK fO 25
FRANCO PER POST PER KWART. Bil VOORUITBETALING f 3.57'/,
BUREAUX:
NASSAULAAN 49, HAARLEM. TELEFOON 1426, 2741 EN 1748.
POSTREKENING» No. 5970.
ADVERTENT1ËN 35 CENTS PER REGEL.
BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
AGENDA 15 NOVEMBER
Ontploffing.
Gemeenteraad.
Provinciale Kieskring „Velsen."
TOONEEL
De promotie bij de politie.
J. J. WEBER ZOON,
Opticiens Fabrikanten.
Koningstraat 10 Haarlem.
Telegrafisch Weerbericht
F EUILLETON
v
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Eerste Blad.
De Haarlcmsche Diocesane Bond van
vereenig in gen „Voor Eer en Deugd" zal
Woensdag a.s. zijn eerste algemeene ver
gadering houden in het St. Bavogebouw,
Smeilestraat 23, te Haarlem.
Alle afdeelingen over hel gansche bis
dom verspreid, zullen dan niet slechts af
gevaardigden zenden, maar zeer vele leden
van „Voor Eer en Deugd" en lal van be
langstellenden uit alle rangen en standen
zullen, naar wij hopen, deze eerste algemee
ne vergadering bezoeken, want het gaat er
om om in diepe geloofsovertuiging zich te
versterken in de katholieke zedelijkheids
beginselen, om in Rooinsche eensgezind
heid in het openbaar getuigenis af te leg
gen van den emstigen wil om rein en
kuisch door het leven te gaan en den vij
and, de zedeloosheid met man en macht te
bestrijden.
Want wij willen een krachtig, goed ge
organiseerd leger vormen, dat defensief en
offensief moet optreden.
Wij willen door bovennatuurlijke en na
tuurlijke middelen de reinheid van zeden
beschermen tegen de geweldige 'aanvallen
van alle kanten voortdurend daarop ge
richt.
Wij willen een dam opwerpen tegen den
wassenden vloed van zedeloosheid, welke
de gansche maatschappij tracht t over-
rtroomen.
Wij willen den' satan (le\- onreinheid met
al zijn aanhang op de vlucht slaan, zijn
legers achtervolgen, ja. zoo mogelijk ver
nietigen.
Noodzakelijk is de vereeniging „Voor
Eer en Deugd", omdat zoowel in het par
ticuliere als in het openbare leven de ge
varen zoo talrijk en zoo groot zijn, dat
ieder zeer dikwijls dén steun noodig heel't
ran anderen. Hier geldt zeker wel het
woord der H. Schriftuur in iret Boek Ec-
rJesiastes IV 12: „Overweldigt iemand
oenen, die alleen is, de twee weerstaan
hem", dal wil zeggen: hoe talrijker de een
drachtige vereeniging is, des te grooter
tracht ontplooid wordt.
Ziet de gevaren en hoe brutaal zij op
treden, de individueele zoowel als de open
bare gevaren: de flirterij, de vroegtijdige
•erkeering, slechte danspartijen, weelde-
uclit, slechte winkel-etalages, onzedige
mode. prentbriefkaarten, aanplakbiljetten,
tooneel- en bioscoopvoorstellingen, pers en
lectuur, zoogenaamde kunstproducten,
volksvermaken, onzedelijke taal op fabrie
ken, werkplaatsen, bij den arbeid in de
tuinen, strand schandalen enz.
Moeten niet krachtiger de bovennatuur
lijke mid-delen, welke de H. Kerk aan de
hand doet, gebruikt worden, opdat de voor-
achtigheid meer betraoht wordt en ieders
vil meer gestaald worde door Hem zeiven,
die de Minnaar is der zuiverheid; moet
riet vuriger de voorspraak van de vlekkc-
'•ooze Moedermaagd worden ingeroepen'?
Wordt het niet hoog tijd, dat ook in
Haarlems Bisdom een veel grooter leger
van Roomsohe mannen en vrouwen ge
vormd worde, dat zich meer Ie weer stelt
tegen den openlijk aanvallenden vijand.
Dat leger grooter, krachtiger maken, het
de wapenen in de hand te geven, dat groo
te leger in slagorde scharen om dien ge-
meenschappelijken vijand te verslaan: dat
wil de Diocesane Bond van „Voor Eer en
Deugd."
Roomschc mannen en vrouwen, wilt een
gcLed storten tot de Onbevlekte Moeder
maagd, opdat door Hare Machtige voor
spraak het welslagen van dien dag verze
kerd zij, bezoekt de vergaderingen van
Woensdag, woont het plechtig Lof met
predicatie over: „Oen strijd tegen
de onzedelijke taal" bij, sluit u aan
bij de gelederen onder de banier der „On
bevlekte Ontvangene" en werkt ijverig me
de aan het Gode welgevallig werk: de ze
delijke verheffing van ons volkl
Schoten,
A. VAN LEIPSIG, kapelaan.
Secretaris van den Dioces. Bond.
Hel kan niet worden ontkend, dat in
ons voorgaand artikel weinig woorden aan
ons onderwerp zelf zijn gewijd.
Daarvoor vragen wij verschooning. Wij
moesten en doen het nu bij deze
een inleiding bij ons eigenlijk artikel over
liet bovenstaand onderwerp schrijven.
Die inleiding is eu was beslist noodig.
Bij de reactie, die thans het hoofd op
steekt, dient men de schijn van het wezen
goed te onderscheiden. Want voor ons
staat vast, en zij, die goed luisteren zullen
het beamen, dat men ook in Nederland
openlijk en bedekt bezig is de economische
moeilijkheden te exploiteeren tot politiek
gewin.
Wij protesteeren daartegen uit al onze
Kracht,- omdat die exploitatie walgelijk is
om aan te zien eenerzijds en verder, omdat
er toch eens een eind aan moet komen om
het politieke steekspel te spelen op de rug
gen der arbeiders.
Vast staat, dat de meesten, die bezwaren
hebben tegen de arbeidswet, het vooralsnog
bij onbewezen beschuldigingen en niet op
feiten steunende opmerkingen hebben gela
ten.
Vast staat getuige de strijd in de Me
taalindustrie dat men er nog steeds niet
toe is gekomen lut ifieuocue van „de partij
ter andere" aan te tooncn, dat een stuk van
diens boterham moet worden gemist.
Dat ware toch het minste, wat van de
•hecren kon worden gevorderd.
Niemand zal toch willen gelooven, dat
de duizenden, werkzaam hij een middelma
tig betalende nijverheid, zich zonder vol
doende moliveering iels 'laten afnemen, wat
nota l>ene voor die werkers een teruggave
van het noodige is.
Maar men holt thans maar raak, en on
der aanvoering van de oude liberale in-
dustrieele magnaten, gesteund door een op
permachtige liberale pers en een heirlc-
ger van slippen-dragers, wil men terug naar
oen afgesloten tijdperk, waarin van boven
af werd gedicteerd, wat niet en wat wel
zal zijn.
Daar zijn waartoe dient het de feiten
te ontkennen Kath. werkgevers en kapi
talisten, die in hunne kortzichtigheid met
Wij achten het goed en nuttig hen vooral
de oude kliek mede heulen en mede-hopen,
fc waarschuwen voor hunne gevaarlijke
taktick.
De liberale opvattingen over de waardig
heid van den mensch, dus ook van den ar
beider, moeten lijnrecht staan tegenover
onze opvattingen, hetzij de belijder patroon
of werkman is.
Natuurlijk hebben ook wij rekening te
houden met de praktijk, waarin wij nu een
maal leven en het ware onverstandig om
tegen noodzakelijkheden op te roeien.
Hierin vooral ligt een harde en zware les
voor Katholieken, werkgevers als werkne
mers.
Wij hebben ons herhaaldelijk de vraag
gesteld, of een eminent Regeerder, als loch
zeker onze minister van Arbeid mag wor
den genoemd, op den gewenschlen steun
voldoende rekenen kon.
Wij zijn niet altijd tot de overtuiging ge
komen, dat die steun con amore werd ge
geven.
Niet zelden ontdekten wij heimelijk en
openlijk verzet tegen zijn beste bedoelingen
en maatregelen.
Maar wat nu ten opzichte van de arbeids
wet in de kringen van de werkgevers
ook en zeer jammerlijk van Katholieke
werkgevers naar voren kwam is naar
onze meening ook weieens voorgevallen in
oen anderen vorm en bij andere zaken in
de kringen der arbeiders.
Die beiderlei tegenwerking moet zijn
Excellentie hebben gehinderd, al kon hij
er feitelijk het bewijs uit distilleeren, dat hij
het gulden midden hield en dus was op den
goeden weg.
Er is reactie in verschillenden vorm. Want
de werkgevers, die zonder overtuigende be
wijzen fulmineeren tegen de arbeidswet of
volhouden dat loonsverlaging noodzakelijk
en onontkoombaar is, en elk overleg, het
welk leiden kan tot een redelijke basis
weigeren, doen even onverstandig als de
arbeiders, welke zweren, dat er bij en van
hetgeen door hen mooi en goed wordt
geacht, geen streep af^mag worden geno
men.
Wij gunnen nog steeds eiken mensch, en
niet het minst den arbeiders, onzen stand
genoten, alles wat goed en wenschelijk is.
Maar indien het betere op dit oogenblik
niet is te bereiken of te behouden, dan is
het minder goede voor ons, gedwongen
door noodzakelijkheden, ook nog goed.
Wij houden het er stellig voor, indien de
sociale zaken met wat breedcren blik wer
den bezien, en niet elke groep krampachtig"
•hield aan haar opperste eischen, terwijl
niemand iets wil geven en allen willen ne
men, dat de moeilijkheden minder groot
zonnen zijn, een vergelijk gemakkelijker
zou zijn te bereiken.
In een volgend artikel hopen wij onze
bedoeling met enkele voorbeelden te ver
duidelijken.
's-Bosch. M. K.
Sociëteit „St. Bavo". Rechtskundig
Bureau van half 9 tot half io Red
dingsbrigade. 8 uur BoEenveiling, io
mar Ledenvergadering Transport, 8
uur Kiesv .'senjging en Vrouwenbond,
8 uur.
R.K. Arbeidsbeurs voor mannen.
Ged. Oude Gracht 39. Alle werkda
gen voorm. van 912 uur, nam. van 2
S uur; Zaterdags alleen van 912 uur.
R.K. Arbeidsbeurs voor vrouwen.
Kleine Houtweg 13. Alle werkdagen
voorm. van IO12 uur, nam. van 24
en van 89 uur.
Familie-bioscoop. Kleine Houtweg
12. Voorstelling.
Oud-Holland. Verwulit Strijk
orkest.
Bisschoppelijk Museum, Jansetraat.
Geopend eiken werkdag, uitgezon
derd, Zaterdag. Zon- en feestdagen»
Zondagmorgen ongeveer kwart over 10
heeft er ten huize van den heer De T„
Brouwerskade 13, een ontploffing plaats
gehadDe vrouw des huizes had in de
voorkamer de kachel aangemaakt en was
juist in de achterkamer gegaan, toen zij
een hevigen knal hoorde. Zich omkeeren-
de, zag zij dat het deksel der kachel door
de kamer geslingerd werd, echter zonder
iels te beschadigen. Door de (hevige ex
plosie werd echter hel bovenste gdeelte
van den schoorsteen van het dak geslin
gerd en kwam op straat terecht, geluk
kig zonder eenige ongelukken te veroor
zaken.
Men vermoedt dat zich in den schoor
steen gassen verzameld hadden, welke na
hel aanmalken van de kachel onvlamd
zijn.
Vergadering van den Raad der ge
meente Haarlem op Woensdag 16 Nov.
1921, des namiddags ten 1.30 ure, zoo
nood'ig voort te zetten des avonds ten 8
ure, in de Statenzaal (Prinsenhof).
Aan de orde zal worden gesteld:
1. Mededeclingen en ingekomen stuk
ken.
Verzoekschift W. Jansen, eervol ont
slag als Hoofd van school no. 17.
Verzoekschrift W. Jnsen, eervol ont
slag aLs leeraar aan de Avondschool voor
handelsonderwijs.
Verzoekschrift mei. E. E. Groustra,
eervol ontslag als onderwijzeres aan
school 12.
2. Voorstel B. en W. lot goedkeu rig
balans, winst- en vrliesrekening, dienst
1920, der Goöp. Woningveree nigiiig voor
gem. personeel.
3. Voorstel B. en W. lot goedkeuring
begrooting, dienst 1021, der Coöp. Wo-
ningvereeniging voor gcm. personeel.
4. Voorstel B: en W. tot goedkeuring
ie suppl. 'begrooting, dienst 1921, Armen
raad.
5. Voorstel B. en W. tot aanvaarding
legaat
6. Voorstei B. en W. tot vaststelling
van den staat van te vellen hoornen.
7. Voorstel B. en W. toekenning subs,
aan de St Jozefsgezellenvereeniging, dienst
1921.
8. Voorstel Comm. bedoeld ki artikel
166 der Gemeentewet, tot wijziging der
A.P.V. (verkeersregeling).
9. Schrijven van B. en W. inzake ver
zoek Vereen. „Onderling Belang" om wij
ziging der „Broodiverordening".
10. Voorstel B. en W. aanvraag ver
hooging voorschot voor gronden nabij de
Zomervaart
11. Voorstel B. en \V. verhuur van
grond aan het Donkere Spaanne.
12. Voorstel B. en W. benaming open
bars: wezen ten noorden van de Klever
laan.
13. Voorstel B. en W. tot aankoop
gronden nabij het Oost-Indisch Vaartje.
14. Voorstel B. en W. tot beschikbaar
stelling van geiden voor aankoop van
watermeters.
15. Voorstel B. en W. tot goedkeuring
begrooting, dienst 1922, van den keurings
dienst van waren en tot beschikbaars tel
ling van glden tot uitbreiding van den
inventaris.
iC). Prac-advies van B. en Winzake
uitbreiding bemoeiingen van den School
artsen-dienst.
17. Benoeming adjunct-directeur van
den ikcuiriiTtf^dienst van wanen.
18. Benoeming tijdelijk leeraar H.B.S.
met 3-j. c. enz.
19. Benoeming onderwijzend personeel
aan den Vervolgcursus no. 4.
De Provinciale Kieskring Velsen ver
gaderde Zaterdagmiddag in „St. Bavo,"
onder presidCiutn van den heer Bisschop
te Beverwijk. Ingekomen waren eenige
moties, betreffende he' vereeniglbaar zijn
van he,t Kamerlidmaatschap met het bur
gemeesterschap of wethouderschap eener
groole gemeente.
Na ecnige disaussie werd verworpen
een motie van Haarlemmermeer III,
waarin werd uitgesproken dat personen
tot lid der Tweede Kamer gekozen bij
aanneming bethooren te bedanken voor
nevenbetrekkingen, die den geheelen per
soon eischen; anders rullen zij niet door
de kiezers gestemd worden.
Aangenomen werd' een motie van Uit
hoorn II, (een motie Aalsmeer beoogde
hetzelfde) die het lidmaatschap der Twee
de Kamer niet vereeniigfoaar acht met dat
van wethouder of burgemeester eener
groote gemeente (hoven de 50.000 inwo
ners) en den wensdh uitspreekt dat het
bestuur van den Rijkskieskring hiermede
rekening houdt bij de samenstelling van
zijn advies.
De voorzitter zette uiteen waarom de
tweede motie beter was dan de eerste. De
eerste eiscihte bedanken zonder meer; de
tweede liet ruim te rekening te houden
met omsta 11 digiheden. In 'liet geval van
den Kieskring Velsen is het beter, aldus
de toelichting van het bestuur, dat zich
•overigens wel mei de motie kon vereeni-
geu, dat de heer Mr. J, B. Bomans niet
genoodzaakt zou worden als wethouder
van Haarlem te bedanken, met het oog
pp de R. K. partij. Vanuit de vergade
ring werd legen deze toelichting op de
•motie niet geopponeerd.
(Het advies aan den Rijkskieskróng be
treffende de Tweede Kamerverkiezing
luidt als volgt: 1. Mr. J. B. Bomans; 2.
Mr. Paul Reymer; 3. A. J. Loerakker
te Scholen; 4. P. He'tlker; 5. C. Jansen.
Een motie van de afdeeling Bovenkerk
waarin de wensdhelijkheid werd1 ui'ge
sproken dat de vergoeding voor de Ka
merleden niet worde verhoogd, werd' in
getrokken.
Na de rondvraag, die huishoudelijke
aangelegenheden betrof, had de sluiting
plaats.
Caesars Vrouw.
Het Hol'staditoonee! bericht ons, dat a.s.
Vrijdag in den Stadsschouwburg een opvoe
ring zal worden gegeven van „Caesar's
Vrouw".
In oen recensie over de eerste opvoering
te 's-Gravenhage, schreef „de Maasbode:"
Op Caesar's vrouw mocht geen
schijn of schaduw van smet rusten. Zoo
moet ook Violet, de jonge vrouw van den
Engelsclien gezant te Cairo, ongerept door
het leven gaan. Faalt zij, dan is dit niet
alleen een val in haar persoonlijk leven,
dooh dan wordt ook al het groote werk,
door haar echtgenoot ondernomen, vernie
tigd. Het belang van het land edsclit van
haar een moed en een zelfontzegging, die
haar tevens moeten voeren tot de hooge
toppen des levens.
Sober en nobel spel. Uit de groote crisis
van hun leven komen deze drie menschen,
Arthur Little en Viole.t, en Ronald Parrv,
die Violet liefheeft, versterkt en veredeld.
Om de -hoogheid der gevoeJens en denkbeel
den kunnen wij voor volwassenen dit stuk
aanbevelen.
Het stuk wordt gedragen door de ver
tolking van Violet door Marie Holtrop.
Zij is een der weinige jongere actrices in
ons land, die een eigen sfeer om zich
heen weten te schep|>en. 'Die sfeer is
charme, maar niet charme alleen, want zij
weet sterk den indruk te geven van iets on
gerepts; iels, dat ai bet lagere verdrijven
moet.
RK' Vciksbond. De WelEerw.
lieer kapelaan Liihn zal op Woensdag
30 ï^ivember voor de leoen van den
R. K Volksbond een lezing houden
over Lourdes.
Fietsendiefstallen. Wederom zijn
twee heerenfictsen ontvreemd. De
zwijntjesjagers schijnen weer in volle
actie te zijn. Men late zijn rijwiel
vooral niet onbeheerd staan.
Aanrijding. Zondagmorgen om
streeks 10 uur heeft cr op den hoek
Groote Houtstraat—Raamvest een aan
rijding plaajs gehad tusschen een tram
wagen der N.Z.H.T.M. en een vracht
auto, wélke laatste van de Raamvest
kwam. De bestuurders hoorden elkan
ders signalen niet, terwijl de auto niet
direct kon sloppen, daar zij wegens
de gradheid der straat nog even door
gleed. De tram weid niet, de auto
slechts licht aan den buffer bescha
digd.
e
o
4
Een aantal ons toegezonden onvriendelijke
briefjes en verschillende nijdige ingezonden
stukken bewijzen, dat onder ons Room-
sclie volk in Haarlem groote ontstemming
is gewekt door de jongste promoties in on»
Haarlcmsche Politickorps.
Hoofdzakelijk gaat het om het feit, dat
nu wederom geen R.-K. hoofdinspecteut
van politie is benoemd.
We zuLlen al deze klachten, waarvan
enkele zeer hatelijk gesteld zijn, niet plaat
sen, doch resumecren dat ze alle groote
ontstemming uiten over de benoemingen.
Bijna alle spreken van een passeeren der
katholieken, en veie zijn vergezeld van ad
viezen, die. werden ze uitgevoerd, zeer ze
ker aan het prestige van onze autoriteiten
groote afbreuk zouden doen, maar ook den
goeden naam, dien wij, als Katholieken,
hebben op te honden, geen eer zouden aan
doen.
Laten wij dit opmerken, tegenover alle
geuite klachten; van een passeeren van
eenig sollicitant is geen sprake geweest en
de burgemeester, die de benoemingen en
promoties bij de politie te bewerkstelligen
heeft, kan zeer zeker ons is dit na on
derzoek gebleken de gedane benoemin
gen verdedigen.
Maar dit willen we wel als onze meening
neerschrijven en daarmede tevens enkele
vragen beantwoorden, die ons gedaan wer
den: de ernstige wil om den katholieken
ter wille te zijn, heeft niet voorgezeten en
een mooie gelegenheid om den katholie
ken ter wille te zijn. is verzuimd.
Dat is de fout, die bij deze benoeming
is gemaakt, een fout, waarvan wij ons kun
nen voorstel ten "dat zij onzen burgemeester
kwalijk genomen zal worden.
Zonder aan de waardeering voor de be
noemden iets te k-ort te doen, durven wij
beweren, dat, bij ernstig willen, een can-
(lidaal zou kunnen gevonden zijn, die mirb
stens even verdienstelijk als de nu benoem
den, tevens een bijzonder groote voldoening
zou geweest zijn voor het derde deel dei
Haarlcmsche bevolking.
Het spijt ons dat dit niet gebeurd is.
Ook voor het vervolg zullen wij scherf
blijven letten op dergelijke en andere be-
i\o«nvingcii.
Barometerstand: 766. Neiging: Stationair.
Medegedeeld door het Kon. Ned. Meteorol.
Instituut te De BUdt.
Naar waarnemingen in den morgen van
14 November 1921.
Hoogste barometerstand: 775.4 m. M. te
Haparanda.
Laagste 'barometerstand: 736.0 m. M. te
Seydlsfjord.
Verwachting vau den avond van 14 tot
den avond van 15 November: meest matige
wind uit zuidelijke richtingen; gedeeltelijk
bewolkt, met aanvankelijk kan op eenigen
neerslag; temperatuur om het vriespunt.
„Wat brengt u op die gedachte,"
vroeg de secretaris verontrust.
„Ik zag genoemden heer dien don
keren corridor langs komen, die naar
de bibliotheek voert en ik koe ter
niet den minsten twijfel, dat hij den
zieken slotheer bezocht heeft."
„Onmogelijk niemand mag zon
der uitdrukkelijk verlof van mevrouw
Sliihvorlh in de nabijheid van den
rieke komen 1"
„Zeer juist laten wc nu echter
aannemen, dat mevrouw Stillworth
met de cavallier verhonden is, dan
zal hij ook het noodige verlof be
zitten."
Blunt dacht een oogenblik na, dan
cei hij overtuigd: „U hebt gelijk 1"
Nu verhaalde hij van het zonder
linge besluit van den huisarts, die
zelfs licm, den vertrouwde van den
sJolheer, uit de ziekenkamer verban
nen had en een wacht voor de deur
had opgesteld. Maas was vol verba
zing.
„Ik zie 't heel duidelijk," eindigde
Blunt zijn mededeeling. „Mevrouw
•'"üilworlh wil mij en allen, die haar
hinderen, verre houden, om haar plan
nen des te ongestoorder te kunnen
voltooien. Openlijk streeft zij naar
Edith.'s verloving met Mordaunt. Voor
een week twijfelde ik daaraan niet
in 't minst; maar haar houding jegens
mij juist in de laatste dagen heeft me
weer bijna aan 't dwalen gebracht.
Nu spreekt echter alles voor uw
opinie, Maas. Gij hebt u toch niet
vergist in den persoon, dien ge ont
moette."
„Ik zag Mordaunt wel niet uit de
bibliotheek komen, maar hij kwam
over de gang, die daarheen Ieidt.Waar
moet hij dan anders geweest zijn?"
„Nergens, gewis, nergens an e s,
beste vriend; wacht maar eens enkele
minuten." Met deze woorden verliet
hij zijn kamer.
„Die Blunt is wérkelijk de merk
waardigste vent, dien ik ooit ontmoet
te," mompelde dokter Maas en liet
zich peinzend op een stoel bij den
haard neer.
De secretaris was inmiddels zacht
en voorzichtig aan de deur van het
voorvertrek der oude bibliotheek ge
komen.
„Wie is daar," vroeg een angstige
stem van binnen.
„Ik ben 't, Fanny, de secretaris.
Kom even naar buiten en luister eens."
De jonge slavin kwam tastend na
derbij, totdat zij Blunt's arm omvatte.
„Wat moei ik, beste meneer," vroeg
zij, nu minder beangstigd. Fanny ts
zoo blij, dat er een menschelijk wezen
komt, het is vrceselijk hier geheel
alleen te zijn bij dien hefligen storm
en de oude meester steunt en jammert
daarbinnen zoo schrikkelijk."
„Beantwoord mij waar en openhar
tig wat ik vraag."
„Dat wil ik; ja, Fatiuy zal 't doen.
„Was mijnheer Mordaunt dezen' na
middag bij den zieken heer op be
zoek
„Ja, mijnheer."
„Hoeft mevrouw Stillworth toestem
ming tot dit bezoek gegeven?"
Er volgde geen antwoord.
„Tracht niet me te bedriegen, Fan
ny; mevrouw zal er geen woord van
hooren."
Eenige oogenblikken aarzelde de
Mulattin nog. dan fluisterde zij; Dc
jonge heer Mordaunt is gekomen en
heeft Fanny geld laten zien en
„Jij nam 't geld aan en liet hem bin
nengaan. Hoe lang bleef hij toen nog
bij den zieke?"
„Vijftien of twintig minuten. Fanny
kon niet anders 't zilver was zoo
blank en schitterend en Fanny
houdt van zilver en goud was het
erg slecht van me, mijnheer?"
Nog eer Blunt antwoordden kon liet
zich een smartelijk sleunen hooren,
dat beiden verschrikt beluisterden.
„Ik vrees, dat dit het antwoord
op je vraag is, Fanny." zei Blunt.
Het meisje greep sidderend Blunt's
arm.
„O mijnheer, ik wist niet, dat 't
den ouden meester zoo'n pijn zou doem
waarachtig, dat heb ik niet ge
dacht sinds mijnheer Mordaunt weg
is, heeft de meester al zeer dikwijls
zoo gruwelijk gedaan; o mijnheer is
dat mijn schuld? Heb ik hem zoo
droef en verschrikt gemaakt?"
„Heb geen zorg, je bent oprecht
geweest, en.. Wederom datzelf
de onlzeltende steunen, waarbij Blunt
zeer duidelijk zijn naam hoorde noe
men.
Hij luisterde met gespannen aan
dacht, maar was niet in staat ver
der nog iets te onderscheiden. Hij
keerde zich terzijde om heen te gaan.
„O, de arme, zwarte Fanny niet
alleen hier laten," smcekle 't arme
meisje. „Bob komt eerst over een half
uur hierheen."
„Ik zal je zeggen wat je doen moet;
zoek mevrouw Stillworth op en meld
h^ai-, dat mijnheer zoo vrceselijk
st^unl; de dokter moet bij hem ko
men. Van mij en van ons onderhoud
hier vertel je echter niets. Begrijp
je 't goed?"
De slavin snelde, zonder een woord
te anlwoorden snelvoetig weg en Blunt
keerde geruiscliloos in zijn kamer le
nig.
„Nu, wal hebt ge ontdekC' riep
hein de kleine arts nieuwsgierig te
gen.
Frank Mordaunt is werkelijk bij
den zieke geweest," antwoordde Blunt
zeer ernstig.
„Waarom?"
„Dat moet eerst nog onderzocht
worden. Kom, we gaan nu naar de
partij."
Bij het binnentreden van de salon
bemerkten beiden, dat Edith aan de
zijde van Frank Mordaunt op een
sopha zat. Ieder spoor van tranen
was uit haar oogen weggewist ht. maar
overigens zag zij er toch zeer bleek
en afgemat uit. Mordaunt had, toen de
deur geopend werd, den secretaris met
een vera'htelijkeu blik bejegend, maar
aanstonds 't gesprek weer voortgezet.
De conversatie bewoog, zich heden
in het algemeen bij voorkeur om den
verwachten jongen (lichter. Blunt
trachtte zich zoo goed mogelijk in
het gesprek te mengen.
Na een poosje trad een bediende
den salon binnen cn liep op Ida toe.
Zij zat voor den open vleugel en liet
phaar vingers over de toetsen glijden.
Nadat de bediende haar enkele woor
den had toegefluisterd, stand zij, zicht
baar vcrbleekend. op en verwijder'e
zich schielijk uit het gezelschap. Het
lachen en schertsen verstomde nu en
men fluisterde van een plotselinge ver
ergering van den toestand van den
zieken slotheer; want mevrouw Still
worth had met den huisdokter reeds
voor het binnenkomen van Blunt den
salon verlaten.
Ook Blunt spoedde zich nu naar
de oude bibliotheek cn liep, om zoo
te zeggen den huisarts in de armen.
„Wat is er gebeurd, dokter?"
„Een ernstige verslechleringgiet u
zoolang bij den zieke, tot ik weer
terugkom."
Reeds in 't volgend oogenblik was
Blunt de ziekenkamer binnengetreden
en stond voordon lijder. Deze lag doods
bleek en roerloos op zijn bed en
slechts nu en dan liet zich een diep
zuchten hooren. Aan het hoofdeinde
zat mevrouw Stillworth en trachtte
haren echtgenoot eenige verkwikking
te schenken, terwijl zij het voorhoofd
en de slapen met scherpriekende olie
wiesch en zijn koude handen in do
hare nam.
„Ik vrees, dat hij er slechter aan
toe is dan eerst," fluisterde zij, toen
Blunt nader trad.
Hij antwoordde niet cn scheen ge
heel in den troosteloozen aanblik van
den armen lijder verzonken, wiens
jammertonen zich met het huilen van
den storm vermengden. Bliksemstraal
Op bliksemstraal volgde en daartus-
schen door rolden doffe donderslagen,
die zelfs het moedigste hart met ver
borgen huivering vervulden.
(Wordt vervolgd.)