m
BUITENLAND.
f 1«
r
mil
ELCK WAT WILS.
DINSDAG 15 NOVEMBER 1921
BRIEVEN UIT BELGIë.
PARLEMENTAIRE KRONIEK.
DE CONFERENTIE TE
WASHINGTON.
Onmogelijk!
é1*
yv-1
VEREFFEND.
Op een keer, na tafel, stond de Groot-
Hertog Fr.-Frans Van Mecklenburg-
Schwerin (overleden in 1873) voor een
hotel in de badplaats Dobberan en
keek naar de kluchtige grappen van
een marionettentheater.
Niet ver van den Hertog stond een
troep studenten, waaronder een, die
door gestalte en kleederdracht bizon
der in 't oog viel.
Hij was opvallend klein, en de na
tuur had hem daarbij met het stief
moederlijke geschenk van een grooten
bult bedeeld. Heteeen echter den klei
nen man geheel potsierlijk deed schij
nen, was zijne kleeding. Hij droeg een
kalfslederen pantalon, en hooge kap
laarzen bungelden langs zijn dunne
beenen een saamgesnoerd buis om
sloot zijn lichaam en een rood studen
tenmutsje balanceerde op het hoofd.
De Groot-Hertog monsterde den
kleinen student van top tot teen en
zeide 'achend tot zijn kamerheer
„Een duivelsch kereltje daar!"
Op hetzelfde oogenblik trad eerbie
dig een oud wijf met een bord in de
hand op hem toe met de woorden
„Koninklijke Hoogheid, mag ik u om
een gift verzo ken."
De Vorst nog bezig met het beschou
wen van den kleinen muzenzoon, ant
woordde lachend„De kleine leder
broek daar zal voor mij betalen."
De vrouw zette een ongeloovig ge
zicht. De Hertog evenwel, dit opmer
kende zeide, „Ga er maar naar toe,
da m nnetje betaalt."
De vrouw ging verlegen naar den
gebochelden student, hield hem het
bord voor en zeideZ. Koninklijke
Hoogheid zeide mij, zoo even, dat gij
voor hem zoudt betalen."
„Met genoegenriep de muzen
zoon. „Hier hebt gij een schelling van
den Groot-Hertog van Mecklenburg
en hier is een daalder van een Rostoc-
ker student."
„Een geestig kereltjelachte de
Hertog. „Dien moet ik nader leeren
kennen. Roep den kleine eens hier
bij mij" gelastte hij zijn kamerheer.
Na eenige oogenblikken stond onze
student voor den Vorst.
„Uwe Koninklijke Hoogheid heeft
mij laten roepen
j,Ge bevalt me, ge hebt u goed uit
de affaire gered, heel, heel lief waar
achtig Hedenavond komt ge met uwe
makkers bij mij aan tafel, gij kunt u
een genoeglijken avond verschaffen.',
„Heel gaarne, Koninklijke Hoog
heid, ik ben nooit zoo blijde geweest'
als op dit oogenblik waarop ik het ge
luk heb met mijn Vorst te spreken."
Des avonds zat het lustige studenten-
volkje in het hotel aan tafel. Alle bad
gasten zagen lachend op den kleine
neer, en fluisterden elkander toe
„Dat is die kleine grappe.nmaker, die
•rich -middag zoo goed heeft
weten te redden. Stil, hij heeft ruzie
met den kellner."
Laatstgenoemde had zooeven een
aantal flesschen champagne gebracht,
die door den kleinen student besteld
waren.
„Nu, waarop wacht ge?" vroeg hij
den kellner.
„Op betaling," antwoordde deze
„Wilt ge zoo goed zijn
„Op betaling lachtte de student.
„Dan wend u tot den „Groot-Hertog
hedenmiddag betaalde ik voor hem,
hedenavond is het niet meer dan bil
lijk, dat hij voor mij betaalt."
De Groot-Hertog betaalde dan ook
lachend het nog al hooge gelag.
VOORKEUR.
Genoeg!
v 5
(Van onzen correspondent).
FLAUWE COMEDIE. NAAR DE
VERKIEZINGEN.
Brussel, 11 Nov.
In Ren laai sten zin van onzen vorigen
Grief zeiden wij, dat de benoeming van Mr.
■Dr. F. van Cauwelaert, den leider der
Vlaamsche Beweging, lot Burgemeester van
Antwerpen, zijn weerslag zou hebben in 't
geóeele land.
Die zin moet nog maar amper op de zet
machine gestaan hebben, of hij werd reeds
'bewaarheid.
De 'benoeming van F. van Cauwelaert
werd onmiddellijk door de liberale minis
ters 'beantwoord met ontslag.
Onmiddellijk is juist het woord niet,
want de hooge heeren hadden tusschen de
lienoeming en het ontslag den tijd genomen
om een der flauwste comedies te spelen,
die men zich uitdenken kan.
Trouwens de vorige kabinetscrisis, van
cenige weken geleden, was een niet minder
groolc comedie dan de laatste.
Men zal zich herinneren, dat toen de
•1 socialistische ministers de beenen namen.
Minister Anseele had namelijk te La Lou-
vière in de plooien van een vlag, waarop
een soldaat stond afgebeeld, die zijn ge
weer brak op de knie, een ant i-mi li tairisti-
scl'.e rede gehouden. De heer Devèze, mi
nister van oorlog en politiek pierewaaier
eerste klas, behoorende tot de categorie
menschen wier heele verdienste beslaat in
hel opzetten van ronkende frazes over pa-
■triolisme en vaderlandsliefde, kon daar niet
tegen en zei: „Anseeie, een van ons beiden
moet eruit, gij of ik!" De fameuze Devèze
wilde tegen de aanstaande verkiezingen nog
een „coup de théatre" doen, om toch dui
delijk tc toonen, dat bij een hyper-patriot
was en dal na de verkiezingen de porte
feuille van oorlog in niemands handen vei
liger zon zijn dan in de zijne.
Anseele antwoordde: „Goed, man, uw
comedie zet ik u met gelijke munt betaald.
Blijf rustig op uw zetel, ik poets de plaat!"
Dcvéze had zijn zin en Anseele was niet
minder tevreden.
Voor de liberalen was hel een gelegen
heid om zich tegen de verkiezingen nog
eens echt-vaderlandsch te toonen, voor de
socialisten om een flinke propaganda op
touw te zetten voor hun anti-mililairismc
en hun 6 maandschen diensttijd.
Nu kwam de Antwerpsche burgemees
tersbenoeming de comedie der liberalen in
de war schoppen.
In den ministerraad, die na het aftreden
der socialistische minislers enkel nog uit
katholieke en liberale ministers bestond,
werd een flinke meerderheid verkregen om
Van Cauwelaert te benoemen. Niemand
was zoodanig tegen die benoeming gekant,
dat hij zijn ontslag als minister zou ge
ven. wanneer die benoeming plaats had.
Doch men had zonder de Antwerpschc li
beralen gerekend, die sinds maanden een
orkaan van modder en drek boven het
hoofd van Van Cauwelaert doen loeien.
De liberale minister Franck, van Ant
werpen, werd voor de vierschaar gedaagd
eri kreeg order zijn ministerschap neer te
leggen, op gevaar af zijn naam van den kop
van de verkiezingslijst voor de a.s. verkie
zingen te zien verdwijnen.
Franck gehoorzaamde en de andere li
berale ministers, waaronder Devèze, volg
den. Met dien verstande dat de heeren de
ministerieele zaken nog zouden blijven
waarnemen tot de a.s. verkiezingen. Den
20slen van deze maand was het toch ver
kiezing en of ze nu een paar dagen vroe
ger of later aftraden bleef toch eender.
Een ministerzetel is voor die heeren nu
eenmaal niet veel meer dan een zetel aan
ilc leestafel van een of ander café. Ten
minste wanneer ze hun ambt ten einde zien
loopen en nattigheid voelen dat ze niet veel
■kans meer hebben om opnieuw tot minis
ter benoemd tc worden.
't Was voor de liberalen nogmaals een
VERMIJDING VAN ONGELUKKEN DOOR
ELECTR1CITEIT.
Aan een artikel in het „PolyL Weekbl."
over het ontstaan ch vermijden van elec-
trische ongevallen van prof. dr. Stef. Jclli-
jH-k, ontleenen wij het volgende:
Bij het overheerschende gedeelte dier
ongevallen zal een nauwgezet onderzoek
vermijdbare oorzaken kunnen aanloonen,
slechts zelden zijn eigenaardige toevallig
heden in het spel.
Twee categorieën van ongevallen moeten
worden onderscheiden; namelijk beroeps
ongevalten en teekenongevailen. Wel zijn
de clinische gevolgen dezelfde, doch beide
categorieën cischen verschillende maatre
gelen.
De beroepsongevallen trachtte men tot
dusverre te bestrijden door onderricht der
clectro-teohnische werklieden en in dat
vak werkzame personen. Een nieuwe
zekerheid-scoëfficient kan nu worden inge
schakeld door het beroepspersonecl aan
een geneeskundig beroepsonderzoek te on
derwerpen. Onderzoekt men namelijk de
door den stroom gedooden, dan blijkt, dat
de meerderheid oen bijzondere liohamelijke
gesteldheid had.
Voor de tweede categorie ongevallen is
voorlichting der bevolking door voordrach
ten, lichtbeelden, enz. van groot nut. Bij
zondere waarde hecht schrijver aan metho
disch onderricht van jeugdige personen in
de prachtische resultaten der electro-
Jiygiëne.
Een van de voornaamste oorzaken van
vele ongevallen is de al te zeer verbreide
dwaling, dat lage spanning, b.v. 80 tot 100
,Volt ongevaarlijk is. Toch is die spanning
voor velen onder bepaalde omstandigheden
uiterst gevaarlijk, terwijl ontelbare mil-
Jioenen menschen dagelijks met laagspan-
ming te maken hebben.
Prof. Jellinek bespreekt verder den in
vloed van de stroomspanning en vervolgens
de beteekenis van de individueele omstan
digheden en hij komt tot de belangwekken
de conclusie, dat de dood door electriciteu
in da meeste gevallen een schijndood is.
De voor het leven gewichtige functies
rworden tot stilstand gebracht, maar deze
stilstand is veelal te overwinnen.
Daarmede wordt echter tevens het fun
dament van de opwekking der levens
geesten en der hnlpverlcening vastgelegd,
(waaraan thans nog zeer veel ontbreekt.
gélegenneia om op de groote vaderland-
'selie trom Ie slaan.
F. van Cauwelaert is een landverrader en
uit protest legen de benoeming van zoo'n
verrader geven ze hun onislag, maar blij-
,ven desniettemin op hun post.
Zij vooral zijn de mannen van de orde
en de vaderlandsliefde.
Weliswaar dwongen zij minister Franck
op te slaan tegen hel koninklijk besluit,
"•aarbij Van Cauwelaert lot burgemeester
van Antwerpen werd benoemd, maar dal
belet niet da! zij de partij der orde en der
vaderlandsliefde blijven. Zij alleen zijn te
vertrouwen. De socialisten sturen aan op
revolutie en de katholieke Vlamingen op
scheiding. De eenige partij, die de belan
gen van het iand op afdoende wijze ver
dedigt, is de liberale partij.
Men ziiet wat voor 'n rommelzootje het
bier legen de verkiezingen van Zondag 20
dezer weer wordt. En hoe verward tevens
de toestand is.
Behalve in Ant weipen en Brussel, waar
de katholieke conservatieven zich hebben
losgescheurd van de katholieke democra
ten, die de standsorganisafie tot grondslag
hebben, komen de katholieken over 't al
gemeen vrij eensgezind op.
Het hevigst is natuurlijk de verkiezing-
strijd te Antwerpen. De katholieke demo
craten voeren daar hun verkiezingscam
pagne jammer genoeg veel geweldiger
tegen de conservatieve scheumakcrs dan
tegen de conservatieve scheurmakers dan
de socialisten en Kberaten nu maar niet
met het been van de twee vechtenden gaan
loopen is bet nog zoo erg niet. Daar be
staat trouwens ook niet veel gevaar voor.
Begrijpelijkerwijs stelt men zich nu
reeds de vraag welk soort ministerie wij
hier na de kiezing weer zullen krijgen.
Het is zoo goed als zeker, dat geen van
de drie groepen, katholieken, socialisten en
liberalen, een meerderheid krijgt. De ver
houding zal ongeveer dezelfde blijven als
thans.
Sommigen voorspellen nu een ministerie
van socialisten en katholiek Vlaamsche
democraten in denzeifden geest als het
tegenwoordig wethouderscollege te Ant
werpen. Doch dit is niet waarschijnlijk,
aangezien de Waalsche socialisten veel te
sterk tegen de Vlamingen zijn gekant.
Ben ministerie van katholieken en
liberalen zal evenmin mogelijk zijn, aan
gezien de katholieke democraten daarvan
niets willen weten.
Er zal dan niets overblijven dan terug
te komen lol een drieledig ministerie, de
zoogenaamde „Union sacrée".
Ben dergelijke regeering, waarin dan
de drie partijen aan elkander toegevingen
doen om het land democratisch te regec-
ren is het waarschijnlijkst. Hoewel het niet
gemakkelijk zal zijn een soortgelijk minis
terie, dat thans in stukken gevallen is,
ierug aaneen te lijmen.
We zullen afwachten, de verkiezingen
kunnen misschien nog verrassingen bren
gen.
Het inkomen der Kroon. Het recht
van oorlogsverklaring
De Minister van Binnenlaüdsche Za
ken heeft in zijn redevoeringen wel ge
lukkiger momenten gehad, dan Donder
dag j.l„ toon hij zijn verklaring aflegde
over het inkomen der Kroon. De be
doeling was, zoo legde de heer Buys uit,
dat het als lixum vastge tolde bedrag van
12 ton door de Kroon als een maximum
wordt beschouwd. De Koningin zal van
de verhooging van het inkomen der
Kroon (met i 600.000) slechts bededen
wat noodig is voor representatieve uit
gaven het overige wordt niet getou
cheerd of gerestitueerd. En de Regee-
ring heeft dit medegedeeld, wijl zij niet
wenschte, dat de Kamer haar later zou
verwijten dit voornemen der Kroon niet
te hebben geweten.
Van deze verklaring maakten de „de-
mocraton" van links handig gebruik om
I en wapen te smeden tegen hot ve-r-
hoogings-voorstel en al de fracties van
Rechts achtten het gewenscht mèt den zich tegen 't voorstel de onvermijdelijke
Vrijheidsbond de verklar ng af te leg
gen, dat haar voorste' uien geheel los
zou zijn van de teel' titing der Regee
ring.
1 oeistra én Van .westeyn traden
in scherpe bewoordingen op tegen het
verhoogingsvoorstel, zooals mon van deze
menschen kon verwachten; de heer Mar-
chant deed het op de hem onaangoname
manier; hij noemde bovendien de ver
klaring inconstituoneel en dieinde een
motie van afkeuring in, naar aanleiding
van het door den Minister meegedeelde.
Deze vond, dat de Kamer het juist
op prijs moest stellen dat hij de inten
ties van H. M., die hem ter oore wa
ren gekomen, zoo openlijk meedeelde,
opdat zij er met h aar oordeel over zijn
voorstel rekening mee zou kunnen hou
den.
De motie van afkeuring des heeren
Marchant, ging echter de meerderheid
der heeren veel te ver.
Nadat de heer Rink namens den Vrij
heidsbond uitdrukkelijk verklaard had,
dat hij de houding van den minister „niet
gelukkig" achtte, doch daarin geen aan
leiding vond, om een dergelijke motie te
steunen en uit het stilzwijgen der ge-
heelo rechterzijde het vermoeden mocht
worden geput, dat ook zij er zoo over
dacht, werd do motie met 62 tegen 28
stemmen, die der vrijzinnig-democraten,
sociaal-democraten en communisten voor
verworpen.
Bij de beraadslagingen over het voor
stel zelf, was het voornaamste punt van
discussie het bedrag, hetwelk de Kroon
jaarlijks uit de opbrengst van het kroon
domein pleegt te ontvangen, eigenlijk
g-ezegd, niet dat bedrag zelf, doch de
onbekendheid met dit bedrag, waarvan de
Regeering in haar Mem. v. Antw. posi
tief geweigerd had, den sluier der ge
heimzinnigheid weg te nemen. De hee
ren Troelstra, Marchant, Van Ravesteyn
en Kolthek, dus vogels van diverse poli
tieke pluimage, meenden allen, dat de
■Kamer niet alleen recht heeft, om dit
bedrag te kennen, omdat het kroondomein
staatseigendom is, doch ook de kennis
daarvan voor haar onmisbaar was, om
het inkomen van de Kroon, dat naast
de opbrengst uit het kroondomein, uit
de staatskas beschikbaar wordt gesteld,
op goede gronden te kunnen bepalen.
Nadat de Minister zijn aanvankelijk in
genomen standpunt in zoover had ver
laten, dat hij zich tot het verstrekken
van de gevraagde inlichtingen bereid had
verklaard, indien de Kamer zich met
den wensch der gmoemdo afgevaardigden
vereenigde, wezen de stemmingen voor
de ingediende dnsbetref fende motie uit,
dat de Kamer deze gegevens niet noo
dig oordeelde. Een motie-Troelstra, al
leen do kennisneming van de opbrengst
van het kroondomein „noodzakelijkoor-
deelende, en een motie-Kolthek, deze
noodzakelijkheid e veneen3 uitsprekend,
doch, consequent, daaraan den wensch
toevoegend, dat de beraadslagingen over
het artikel geschorst zouden worden, tot
dat de inlichtingen verstrekt zijn, kond"®
heide slechts de stemmen van de sociaal
democraten, de vrijzinnig-democraten en
de communisten op zich veroenigen. De
behandeling van een motic-Marchant ten
slotte, waarin de Regeering wordt ukge
nood igd, jaarlijks oen verslag van deze
opbrengst aan de Staten-Generaal voor
*3 leggen, zal eerst later aan de orde
worden gesteld.
Nadat het amendement-Van Ravesteyn
geen opbrengst uit het kroondomein en
vaststeUing van het inkomen der Kroon
bij de wet, in dezelfde stemmenverhou
ding als de bovengenoemde moties ver
worpen was, werd het regeeringsirtikel
met 59 tegen 31 stemmen aangenomen.
Behalve de saciaal-democra'en, v ijzimiig-
democraten en communisten verklaard
heer \<an de Daar en de V rij held sbonder
Bijleveld. Laatstgenoemde had bij den
aanvang der vergadering verklaard, dat
hij, ofschoon een „warm vereerder van
Siet huis van Oranje," in den zorgwek-
kenden toestand van 's land's financiën
een klemmend motief zag, om zijn stem
aan dit voorstel te onthouden.
Het artikel 58 der tegenwoordige
Grondwet luidt: „De Koning verklaart
oorlog. Hij geeft daarvan onmiddellijk
kennis aan de beide Kamers der Staten-
Generaal, met bijvoeging van zoodanige
mededeelingen, als Hij met het belang
van den Staat bestaan baai- acht."
Overeenkomstig het voorstel der staats
commissie, wenscht de Regeering dit ar
tikel thans als voldt te wijzigen: „De
Koning verklaart geen oorlog dan na
voorafgaande toestemming van de Staten-
Generaal."
Er waren 3 amendementen voorgeleid
De communisten wenschten te bepalen
dat de Koning geen oorlog verklaart,
dan na voorafgaande volksstemming. Dat
•was weer zoo'n dwaas voorstel van een
man als Dr. Van Ravesteyn, die hier
alles op de Russische sovjet-leest wil ge
schoeid zien. Een volksstemming gaan
houden op het oogenblik dat gevaar voor
oorlog dreigt!
Stel je voor!
Mr. Marchant e.s. wilden lezen: „De
Koning gelast geenerlei militaire maat
regelen, tegen een vreemde Mogendheid
gericht, dan na voorafgaande toestem
ming van de Staten-Generaal. Hij doet
jaarlijks aan de Staten-Generaal ver
slag omtrent de betrekkingen van het
Koninkrijk tot don Volkenbond."
De heer Schaper wilde het volgende:
„De Koning tracht geschillen met
vreemde mogendheden op te lossen door
rechtspraak of andere vreedzame geschil
Jen. Hij verklaart geen oorlog, dan na
voorafgaande toestemming van de Staten-
Generaal."
Tegenover dit laatste amendement nam
Minister Buys een niet-onwelwillende
houding aan. Vandaag, Dinsdag, zal er
over gestemd worden.
Nog iets over de openings
zitting.
Hughes heeft bij de ontvouwing van zijn
voorstellen tot beperking van bewapening
ter zee, nog gezegd: Volgens die voorstel
len zullen de Ver. Staten, Engeland en Ja
pan onmiddellijk 66 groote oorlogsschepen,
gereed of in aanbouw, schrappen met een
gezamenlijken inhoud van 1.878.043 ton.
De drie vloten zullen dan binnen drie
maanden na onderteekening van de voor
gestelde overeenkomst wat de groote een
heden betreft, de volgende tonnemaat heb
ben: Ver. Staten 500.650, Engeland 604.450
en Japan 299.700.
De rede van Minister van Karnebeek.
Behalve Brian-d heeft men ook de hoof
den der andere delegaties nog genoopt tc
spreken. Sommigen hadden daar blijkbaar
al op gerekend: want zij hadden een rede
op papier klaar! Niet zoo de Nederlandsche
afgevaardigde, jhr. Van Karnebeek, die in
het Engelscli een toespraak hield, waarvan
de tekst, volgens den correspondent der
„N. R. Crt" als volgt luidt:
Mag ik op mijn beurt de gelegenheid ge
bruiken om de regeering der Ver. Staten
namens Nederland's regeering, waarvan ik
lid ben, te danken dat de uitnoodiging tot
deelneming aan de beraadslaging over het
zoogenaamde Zuidzee-vraagstuk tot ons is
uitgebreid? Nederland stelt deze eer op
prijs en begrijpt de beperking welke de
uitnoodiging bevat. Nederland is geen mi
litaire factor meer in de wereldpolitiek en
maakt ook geen aansprauk daarop, of-
sohoon de zinspreuk op het wapen van het
Oranjehuis „Je Mniniiendrai" ook het Ne
derlandsch koloniaal rijk insluit Neder
land's politiek is ten gunste van vrede en
internationale samenwerking en zij zal alles
steunen wat in deze richting mogelijk is.
Laat mjj u meedcelen, dal het hart van
Nederland's volk van hoop en vertrouwen
klopt als het denkt aan de poging, die hier
gedaan wordt Wat het Zuidzce-vraagsluk
betreft, Nederland bezit daar meer dan
drie ecuwen territoriale rechten over een
uitgestrekt gebied en is verantwoordelijk
voor de welvaart eener bevolking van over
de vijftig miilioen, genoeg dus om de diep
te der belangstelling te kenschetsen, waar
mede wij de beraadslaging dezer conferen
tie volgen. Als onze oude koloniale erva
ring dienstig kan zijn voor bet doel de
zer conferentie, zijn wij gaarne bereid die
beschikbaar te stellen. Ik hoop dat de
conferentie de wereld tot zegen zal strek
ken. Laat mij verzekeren dat Amerika's ini
tiatief is gegaan tot het hart van Neder
land's volk.
De conferentiezaal.
De Wa.shingtonsche correspondent van
de „Daily Telegraph" geeft een beschrijving
van de conferentietafel cn de groepeering
der gedelegeerden. De tafel is 108 voet lang
en gedekt met groen baai. Hughes, de pre
sident der conferentie, zit in het midden.
Onmiddellijk aan de rechterzijde der Amc-
rikaansche ^gedelegeerden zitten die van
Groot-Brittannië en de Dominions, aan
de rechterzijde der Britten de Franschen.
Onmiddellijk aan de linkerzijde der Ame
rikanen zitten de Italianen, en aan de lin
kerzijde der Italianen de Japanners. Hier
mede zijn hel Zuidelijk en Noordelijk ein
de der lafel bezet en wel door twee-en-
twintig gedelegeerden, van de vijf voor
naamste mogendheden.
Aan het open einde van een tafel, die
een U-vorm heeft, en aan kleinere tafels,
die verbinding hebben met het einde van
de groote lafel. zitten de gedelegeerden
van Nederland, België, Portugal en China
en in rijen stoelen gerangschikt rondom de
drie zijden van de tafel de technische ad
viseurs. De balcons in de zaal zijn gereser
veerd voor diplomaten, ambtenaren, leden
van den Senaat cn hel Representanten-
huis. Aan het noordelijk en zuidelijk eind
der zaal zitten de journalisten.
Japan geeft hoop.
Prins Tokoegawa heeft verklaard, dat
hij niet twijfelt aan het welslagen der con
ferentie. Indien ik al, voordat ik Japan
verliet, zoo verklaarde hij, eenige vrees
mocht hebben gekoesterd, dat zij zou mis
lukken, dan is sedert mijn aankomst in
Amerika deze vrees verdwenen. Admiraal
Kato verklaarde, dat Japan zieb verheug
de in het vooruitzicht van de verlichting,
die thans wordt geboden. Hij voegde hier
aan toe, dat nu aan beide zijden de vrees
is weggenomen, het niet kan uitblijven, of
er moet overeenstemming tot stand komen.
China en Japan.
Havas meldt, dat, ofschoon president
Harding voor de volstrekte politieke onaf
hankelijkheid en de territoriale integriteit
van China is, hij desniettemin van oordeel
is, dat het noodzakelijk is om binnen ze
kere goed-omschreven grenzen de aan
spraak van Japan op de bepaalde expan
sie buiten zijn eigen gebied te erkennen.
Het Engelsch-Japansche verdrag.
Uit Washington wordt geseind, dat de
Amerikaansche delegatie ter conferentie
uit gezaghebbende Britschc bron heeft
vernomen, dat het Engelsch-Japansche ver
drag in zijn tegenwoordigen vorm, waar
tegen, zooals men weet, Amerika en de
Britsche Dominions bezwaar hebben, niet
zal worden hernieuwd, welke ook het re
sultaat der conferentie moge zijn.
De indruk van het Amerikaan-
sche voorstel in Engeland.
Alle Engelsche bladen ontvangen Hughes'
voorstellen sympathiek, uitgezonderd de
„Daily Herald", die zegt, dat het niet een
plan is tot ontwapening, maar handhaving
van de l>ewapening op een koopje.
De „Times" schrijft: Hughes' schema
oisoht als alle schema's voor groote poli
tiek, rijp beraad door de regeeringen, wier
veiligheid en belangen er het sterkst bij
zijn betrokken. Zij zullen met vreugde zeer
zware offers brengen. Het voorgestelde of
fer zal het einddoel duidelijk bevorderen.
De .Daily Express" beschrijft de voor
stellen Ms kloek en ontstekend en
dat, ofschoon de voorstelten vol gerarew
zijn, het nochtans een stoute politiek is;
de eenige, welke hot verder kan brengen'
dan vrome aspiraties.
De „Mormagpost" is eveneens van meet
ning dat de plannen een zorgvuldig onder*
zoek eisohen. Het blad had bet beter ge*
vonden, indien Amerika gewacht had lot*
dat algemcene overeen stemming was be*
reikt.
De „Daily -News" begroet het plan har*
lelijk en dringt er op aan, dat het pad, d&t
te Versailles is gemist, nu gevolgd zal war"
den.
Fransche meeningen.
De buitengewoon groote belangstelling»
die hier voor de conferentie te Washing
ton bestaat, vindt in hetgeen dnar dei»
eersten dag gebeur;! is, overvloedig voed
sel. seint de Parijsche correspondent van
het „HM." De concrete, scherp geformu
leerde voorstellen van Hughes, na de rede
van Harding, die méér aan een preek had
doen denken, wekken hier (in Parijs) ver
bazing. Men had veel meer algemeen ge
praat en gefilosofeer verwacht en is een
beetje ontsteld over deze ech-t-Amcrfkaao-
schc voortvarendheid.
In het algemeen heeft men hier nogal
verwachtingen van de Washingtonsdho
conferentie, die men beschouwt als een
serieuze poging om nieuwe conflicten te
voorkomen. De pers heeft de laatste dagen
hukte gebracht aan Harding voor dit iin-
tiatief en Hervé, hem bewierookende ais
vaardigen opvolger van Wilson, heeft het
betreurd dat Frankrijk niet ditzelfde
initiatief genomen had. Bovendien is de
positie van Frankrijk in dezen al bijzonder
aangenaam en gemakkelijk, nu de Fran
sche vloot immers niet voor vermindering
in aanmerking komt en van Amerikaan-
sohc zijde wordt erkend, dat de speciale
positie van Frankrijk in Europa het ten.
aanzien va-n ontwapening te land het recht
geeft op bevoorrechte behandeling. Men
rekende er daarom op, dat Briand, nu
Frankrijks eigen belangen er minder bij
betrokken waren, een belangrijke rol als
bemiddelaar zou kunnen spelen. Maar na
de rede van Hughes vraagt men zich hier
af hoe het verder verloop thans zal zijn
en of de dingen wel zullen gaan zooals
men verwacht had.
Waarover men het vooral niet eens is,
is de vraag, of de openhartigheid van
Hughes moet worden toegeschreven aan
den oprechten wensch om te komen tot
algomeene ontwapening, dan wel een han
ige manoeuvre is om in de eerste plaats
de Amerikaansche belangen te dienen. Van
verschillende kanten wordt beredeneerd,
dat die Amerikanen wel weten wat ze
doen en dat het voorstel van Hughes
vooral godaam wordt met bet oog op dc
binnenla-ndsche belangen. Het is bijzondei
glad, zoo oordeeten verschillende kranten.
Om Engeland lot aanneming te brengen,
krijgt het een lichte meerderheid in ton
nemaat, waarmee dan echter een ophef
fen van de Engelsch-Japansche alliantie
moet samengaan, z-oodat naar verhouding
de Amerikaansche zeemacht zeer vermeer
dert. Daaromtrent zou Engeland volgens
de verklaringen, afgelegd door Auckland
Geddes, trouwens reeds besloten zijn en
het zou bereid zijn te verklaren, dat het
Britsche belang zich verzet tegen eenige
wijziging in de bestaande souve-reinateits-
verhoudingen in de Stille Zuidzee met
name ten aamzieim van de PhiKppijnen.
Terwij] dan ook sommige bladen het
oordeel nil spreken, dat de „bom", door
Hughes op de conferentielafel geworpen,
even onaangenaam en gevaarlijk is voor
Engeland als voor Japan, wordt deze stel
ling anderzijds met name door Perliuax
bestreden en beredeneerd, dat Japan er
feitelijk alleen het loodje bij legt en dat
integendeel het Engelsche belang zeer ge
diend wordt door do „vacanlie" van tien
jaar in nieuwbouw, terwij intusschen toch
de Engelsche supprematie ter zee vol
doende gehandhaafd blijft.
Wat Japan betreft, verwacht men, dat
bet ten slotte, zij het met eenige wijzi
gingen, liet voorstel wel zal aannemen, in
dien het daartegenover zekere voordeelen
Klant: Kijk eens, waarde heer, dezen
hoed heb ik hier pas gekocht cn nu is er
al een gat in den rand.
Winkelier: Dat kan onmogelijk aan de
kwaliteit liggen. Dat komt, omdat u bij
het afzetten er den nagel van uw duim
tegen aan houdt.
Klant: Pardon. Ik ben vroeger bankwer
ker geweest; maar dc Ongevallenwet laat
mij rentenieren, omdat ik mijn rechter
duim verloren heb. Kijk maar
Tableau.
Een reorganisatie van den electro-reddings-
ddenst is eerste vereischle.
Maar dit is niet het eenig noodige. Er
is een zeer groot complex van electro-
hygiënische opgaven, welke haar ontstaan
te danken hebben aan indirecte werking
der electriciteit.
Prof. Jellinek acht noodzakelijk dat dit
gansche complex van elcclro-hygiënschc
vraagstukken zoodra mogelijk in het open
baar besproken wordt op een internatio
nale bijeenkomst, opdat een electro-hygië-
nische conventie tot stand kome, waarvan
de bepalingen worden nagekomen.
Heer. Naar ik verneem zijn in dit
huis nog twee gemeubileerde kamers te
huur.
Dienstbode. Ja, maar die worden
slechts aan oen artist verhuurd.
Heer. Waarom niet aan anderen?
Dienstbode. Omdat men van een ar
tist geen last heeft; men behoeft den
irj/
B e nte ni e r (die om gezondheidsredenen
hout hakt): Zweet ik, oudiel
Een klein beetji
Dan houd ik opl
boei nooit op te ruimen of schoon to
maken.
DE HOOFDZAAK.
Zij. Wat staat je dat nieuwe pak
mooi, Alfred. Bij dit eastuum ontbreekt
nu niets anders dan
Hij. Nu?
Zij. Dan eene nieuwe japon voor mij.
OOK EEN MAATSTAF.
Oom. Wel, Eduard, bevalt deze gou
verneur je beter dan de vorige?
Eduard. Neen, hoor' Hij kan niet eens
sigaretten draaien.
EEN PLEIZIERIGE DOKTER.
Dokter R. komt een doodzieken pa
tiënt bezoekenonverschillig vraagt de
geneesheer:
Is u tevreden met uwe kamer?
Zeker! Zeer tevreden.
Hoeveel betaalt u?
Vijftienhonderd gulden.
Is de heer des huizes nog al han
delbaar?
Ik heb mij nooit over dc familip
to beklagen gehad.
En de eigenaar!
'n Zeer aardige vent. u
R-ooken de schoorstoenen i
Niet te erg.
Niettegenstaande zijne zwakte, richt de
zieke, die blijkbaar nog eenigo dagen
te leven heeft, met moeite zijn hoofd
op, en vraagt:
Maar dokter, waartoe dienen al dia
vragen
Dat zal ik u zeggen ik zoek
eene andere kamer voor de volgende
maand!
RAAK EN SCHERP.
T-oen de beroemde maar zeer vertegen
sterrenundige Schubert zich eens op een
Hofbal bevond en zich daar zeer links ge
droeg, zei iemand, die veel ridderorden
droeg: Hoe kan zulk een geleerd nun
zoo verlegen zijn!
Scherp antwoordde een ander:
Hij zal in de war zijn, denk ik, omdat
hü zooveel sterren op de verkeerde plauU
zi
N "N V V
U. hi tr.