m BUITENLAND. f 1« r mil ELCK WAT WILS. DINSDAG 15 NOVEMBER 1921 BRIEVEN UIT BELGIë. PARLEMENTAIRE KRONIEK. DE CONFERENTIE TE WASHINGTON. Onmogelijk! é1* yv-1 VEREFFEND. Op een keer, na tafel, stond de Groot- Hertog Fr.-Frans Van Mecklenburg- Schwerin (overleden in 1873) voor een hotel in de badplaats Dobberan en keek naar de kluchtige grappen van een marionettentheater. Niet ver van den Hertog stond een troep studenten, waaronder een, die door gestalte en kleederdracht bizon der in 't oog viel. Hij was opvallend klein, en de na tuur had hem daarbij met het stief moederlijke geschenk van een grooten bult bedeeld. Heteeen echter den klei nen man geheel potsierlijk deed schij nen, was zijne kleeding. Hij droeg een kalfslederen pantalon, en hooge kap laarzen bungelden langs zijn dunne beenen een saamgesnoerd buis om sloot zijn lichaam en een rood studen tenmutsje balanceerde op het hoofd. De Groot-Hertog monsterde den kleinen student van top tot teen en zeide 'achend tot zijn kamerheer „Een duivelsch kereltje daar!" Op hetzelfde oogenblik trad eerbie dig een oud wijf met een bord in de hand op hem toe met de woorden „Koninklijke Hoogheid, mag ik u om een gift verzo ken." De Vorst nog bezig met het beschou wen van den kleinen muzenzoon, ant woordde lachend„De kleine leder broek daar zal voor mij betalen." De vrouw zette een ongeloovig ge zicht. De Hertog evenwel, dit opmer kende zeide, „Ga er maar naar toe, da m nnetje betaalt." De vrouw ging verlegen naar den gebochelden student, hield hem het bord voor en zeideZ. Koninklijke Hoogheid zeide mij, zoo even, dat gij voor hem zoudt betalen." „Met genoegenriep de muzen zoon. „Hier hebt gij een schelling van den Groot-Hertog van Mecklenburg en hier is een daalder van een Rostoc- ker student." „Een geestig kereltjelachte de Hertog. „Dien moet ik nader leeren kennen. Roep den kleine eens hier bij mij" gelastte hij zijn kamerheer. Na eenige oogenblikken stond onze student voor den Vorst. „Uwe Koninklijke Hoogheid heeft mij laten roepen j,Ge bevalt me, ge hebt u goed uit de affaire gered, heel, heel lief waar achtig Hedenavond komt ge met uwe makkers bij mij aan tafel, gij kunt u een genoeglijken avond verschaffen.', „Heel gaarne, Koninklijke Hoog heid, ik ben nooit zoo blijde geweest' als op dit oogenblik waarop ik het ge luk heb met mijn Vorst te spreken." Des avonds zat het lustige studenten- volkje in het hotel aan tafel. Alle bad gasten zagen lachend op den kleine neer, en fluisterden elkander toe „Dat is die kleine grappe.nmaker, die •rich -middag zoo goed heeft weten te redden. Stil, hij heeft ruzie met den kellner." Laatstgenoemde had zooeven een aantal flesschen champagne gebracht, die door den kleinen student besteld waren. „Nu, waarop wacht ge?" vroeg hij den kellner. „Op betaling," antwoordde deze „Wilt ge zoo goed zijn „Op betaling lachtte de student. „Dan wend u tot den „Groot-Hertog hedenmiddag betaalde ik voor hem, hedenavond is het niet meer dan bil lijk, dat hij voor mij betaalt." De Groot-Hertog betaalde dan ook lachend het nog al hooge gelag. VOORKEUR. Genoeg! v 5 (Van onzen correspondent). FLAUWE COMEDIE. NAAR DE VERKIEZINGEN. Brussel, 11 Nov. In Ren laai sten zin van onzen vorigen Grief zeiden wij, dat de benoeming van Mr. ■Dr. F. van Cauwelaert, den leider der Vlaamsche Beweging, lot Burgemeester van Antwerpen, zijn weerslag zou hebben in 't geóeele land. Die zin moet nog maar amper op de zet machine gestaan hebben, of hij werd reeds 'bewaarheid. De 'benoeming van F. van Cauwelaert werd onmiddellijk door de liberale minis ters 'beantwoord met ontslag. Onmiddellijk is juist het woord niet, want de hooge heeren hadden tusschen de lienoeming en het ontslag den tijd genomen om een der flauwste comedies te spelen, die men zich uitdenken kan. Trouwens de vorige kabinetscrisis, van cenige weken geleden, was een niet minder groolc comedie dan de laatste. Men zal zich herinneren, dat toen de •1 socialistische ministers de beenen namen. Minister Anseele had namelijk te La Lou- vière in de plooien van een vlag, waarop een soldaat stond afgebeeld, die zijn ge weer brak op de knie, een ant i-mi li tairisti- scl'.e rede gehouden. De heer Devèze, mi nister van oorlog en politiek pierewaaier eerste klas, behoorende tot de categorie menschen wier heele verdienste beslaat in hel opzetten van ronkende frazes over pa- ■triolisme en vaderlandsliefde, kon daar niet tegen en zei: „Anseeie, een van ons beiden moet eruit, gij of ik!" De fameuze Devèze wilde tegen de aanstaande verkiezingen nog een „coup de théatre" doen, om toch dui delijk tc toonen, dat bij een hyper-patriot was en dal na de verkiezingen de porte feuille van oorlog in niemands handen vei liger zon zijn dan in de zijne. Anseele antwoordde: „Goed, man, uw comedie zet ik u met gelijke munt betaald. Blijf rustig op uw zetel, ik poets de plaat!" Dcvéze had zijn zin en Anseele was niet minder tevreden. Voor de liberalen was hel een gelegen heid om zich tegen de verkiezingen nog eens echt-vaderlandsch te toonen, voor de socialisten om een flinke propaganda op touw te zetten voor hun anti-mililairismc en hun 6 maandschen diensttijd. Nu kwam de Antwerpsche burgemees tersbenoeming de comedie der liberalen in de war schoppen. In den ministerraad, die na het aftreden der socialistische minislers enkel nog uit katholieke en liberale ministers bestond, werd een flinke meerderheid verkregen om Van Cauwelaert te benoemen. Niemand was zoodanig tegen die benoeming gekant, dat hij zijn ontslag als minister zou ge ven. wanneer die benoeming plaats had. Doch men had zonder de Antwerpschc li beralen gerekend, die sinds maanden een orkaan van modder en drek boven het hoofd van Van Cauwelaert doen loeien. De liberale minister Franck, van Ant werpen, werd voor de vierschaar gedaagd eri kreeg order zijn ministerschap neer te leggen, op gevaar af zijn naam van den kop van de verkiezingslijst voor de a.s. verkie zingen te zien verdwijnen. Franck gehoorzaamde en de andere li berale ministers, waaronder Devèze, volg den. Met dien verstande dat de heeren de ministerieele zaken nog zouden blijven waarnemen tot de a.s. verkiezingen. Den 20slen van deze maand was het toch ver kiezing en of ze nu een paar dagen vroe ger of later aftraden bleef toch eender. Een ministerzetel is voor die heeren nu eenmaal niet veel meer dan een zetel aan ilc leestafel van een of ander café. Ten minste wanneer ze hun ambt ten einde zien loopen en nattigheid voelen dat ze niet veel ■kans meer hebben om opnieuw tot minis ter benoemd tc worden. 't Was voor de liberalen nogmaals een VERMIJDING VAN ONGELUKKEN DOOR ELECTR1CITEIT. Aan een artikel in het „PolyL Weekbl." over het ontstaan ch vermijden van elec- trische ongevallen van prof. dr. Stef. Jclli- jH-k, ontleenen wij het volgende: Bij het overheerschende gedeelte dier ongevallen zal een nauwgezet onderzoek vermijdbare oorzaken kunnen aanloonen, slechts zelden zijn eigenaardige toevallig heden in het spel. Twee categorieën van ongevallen moeten worden onderscheiden; namelijk beroeps ongevalten en teekenongevailen. Wel zijn de clinische gevolgen dezelfde, doch beide categorieën cischen verschillende maatre gelen. De beroepsongevallen trachtte men tot dusverre te bestrijden door onderricht der clectro-teohnische werklieden en in dat vak werkzame personen. Een nieuwe zekerheid-scoëfficient kan nu worden inge schakeld door het beroepspersonecl aan een geneeskundig beroepsonderzoek te on derwerpen. Onderzoekt men namelijk de door den stroom gedooden, dan blijkt, dat de meerderheid oen bijzondere liohamelijke gesteldheid had. Voor de tweede categorie ongevallen is voorlichting der bevolking door voordrach ten, lichtbeelden, enz. van groot nut. Bij zondere waarde hecht schrijver aan metho disch onderricht van jeugdige personen in de prachtische resultaten der electro- Jiygiëne. Een van de voornaamste oorzaken van vele ongevallen is de al te zeer verbreide dwaling, dat lage spanning, b.v. 80 tot 100 ,Volt ongevaarlijk is. Toch is die spanning voor velen onder bepaalde omstandigheden uiterst gevaarlijk, terwijl ontelbare mil- Jioenen menschen dagelijks met laagspan- ming te maken hebben. Prof. Jellinek bespreekt verder den in vloed van de stroomspanning en vervolgens de beteekenis van de individueele omstan digheden en hij komt tot de belangwekken de conclusie, dat de dood door electriciteu in da meeste gevallen een schijndood is. De voor het leven gewichtige functies rworden tot stilstand gebracht, maar deze stilstand is veelal te overwinnen. Daarmede wordt echter tevens het fun dament van de opwekking der levens geesten en der hnlpverlcening vastgelegd, (waaraan thans nog zeer veel ontbreekt. gélegenneia om op de groote vaderland- 'selie trom Ie slaan. F. van Cauwelaert is een landverrader en uit protest legen de benoeming van zoo'n verrader geven ze hun onislag, maar blij- ,ven desniettemin op hun post. Zij vooral zijn de mannen van de orde en de vaderlandsliefde. Weliswaar dwongen zij minister Franck op te slaan tegen hel koninklijk besluit, "•aarbij Van Cauwelaert lot burgemeester van Antwerpen werd benoemd, maar dal belet niet da! zij de partij der orde en der vaderlandsliefde blijven. Zij alleen zijn te vertrouwen. De socialisten sturen aan op revolutie en de katholieke Vlamingen op scheiding. De eenige partij, die de belan gen van het iand op afdoende wijze ver dedigt, is de liberale partij. Men ziiet wat voor 'n rommelzootje het bier legen de verkiezingen van Zondag 20 dezer weer wordt. En hoe verward tevens de toestand is. Behalve in Ant weipen en Brussel, waar de katholieke conservatieven zich hebben losgescheurd van de katholieke democra ten, die de standsorganisafie tot grondslag hebben, komen de katholieken over 't al gemeen vrij eensgezind op. Het hevigst is natuurlijk de verkiezing- strijd te Antwerpen. De katholieke demo craten voeren daar hun verkiezingscam pagne jammer genoeg veel geweldiger tegen de conservatieve scheumakcrs dan tegen de conservatieve scheurmakers dan de socialisten en Kberaten nu maar niet met het been van de twee vechtenden gaan loopen is bet nog zoo erg niet. Daar be staat trouwens ook niet veel gevaar voor. Begrijpelijkerwijs stelt men zich nu reeds de vraag welk soort ministerie wij hier na de kiezing weer zullen krijgen. Het is zoo goed als zeker, dat geen van de drie groepen, katholieken, socialisten en liberalen, een meerderheid krijgt. De ver houding zal ongeveer dezelfde blijven als thans. Sommigen voorspellen nu een ministerie van socialisten en katholiek Vlaamsche democraten in denzeifden geest als het tegenwoordig wethouderscollege te Ant werpen. Doch dit is niet waarschijnlijk, aangezien de Waalsche socialisten veel te sterk tegen de Vlamingen zijn gekant. Ben ministerie van katholieken en liberalen zal evenmin mogelijk zijn, aan gezien de katholieke democraten daarvan niets willen weten. Er zal dan niets overblijven dan terug te komen lol een drieledig ministerie, de zoogenaamde „Union sacrée". Ben dergelijke regeering, waarin dan de drie partijen aan elkander toegevingen doen om het land democratisch te regec- ren is het waarschijnlijkst. Hoewel het niet gemakkelijk zal zijn een soortgelijk minis terie, dat thans in stukken gevallen is, ierug aaneen te lijmen. We zullen afwachten, de verkiezingen kunnen misschien nog verrassingen bren gen. Het inkomen der Kroon. Het recht van oorlogsverklaring De Minister van Binnenlaüdsche Za ken heeft in zijn redevoeringen wel ge lukkiger momenten gehad, dan Donder dag j.l„ toon hij zijn verklaring aflegde over het inkomen der Kroon. De be doeling was, zoo legde de heer Buys uit, dat het als lixum vastge tolde bedrag van 12 ton door de Kroon als een maximum wordt beschouwd. De Koningin zal van de verhooging van het inkomen der Kroon (met i 600.000) slechts bededen wat noodig is voor representatieve uit gaven het overige wordt niet getou cheerd of gerestitueerd. En de Regee- ring heeft dit medegedeeld, wijl zij niet wenschte, dat de Kamer haar later zou verwijten dit voornemen der Kroon niet te hebben geweten. Van deze verklaring maakten de „de- mocraton" van links handig gebruik om I en wapen te smeden tegen hot ve-r- hoogings-voorstel en al de fracties van Rechts achtten het gewenscht mèt den zich tegen 't voorstel de onvermijdelijke Vrijheidsbond de verklar ng af te leg gen, dat haar voorste' uien geheel los zou zijn van de teel' titing der Regee ring. 1 oeistra én Van .westeyn traden in scherpe bewoordingen op tegen het verhoogingsvoorstel, zooals mon van deze menschen kon verwachten; de heer Mar- chant deed het op de hem onaangoname manier; hij noemde bovendien de ver klaring inconstituoneel en dieinde een motie van afkeuring in, naar aanleiding van het door den Minister meegedeelde. Deze vond, dat de Kamer het juist op prijs moest stellen dat hij de inten ties van H. M., die hem ter oore wa ren gekomen, zoo openlijk meedeelde, opdat zij er met h aar oordeel over zijn voorstel rekening mee zou kunnen hou den. De motie van afkeuring des heeren Marchant, ging echter de meerderheid der heeren veel te ver. Nadat de heer Rink namens den Vrij heidsbond uitdrukkelijk verklaard had, dat hij de houding van den minister „niet gelukkig" achtte, doch daarin geen aan leiding vond, om een dergelijke motie te steunen en uit het stilzwijgen der ge- heelo rechterzijde het vermoeden mocht worden geput, dat ook zij er zoo over dacht, werd do motie met 62 tegen 28 stemmen, die der vrijzinnig-democraten, sociaal-democraten en communisten voor verworpen. Bij de beraadslagingen over het voor stel zelf, was het voornaamste punt van discussie het bedrag, hetwelk de Kroon jaarlijks uit de opbrengst van het kroon domein pleegt te ontvangen, eigenlijk g-ezegd, niet dat bedrag zelf, doch de onbekendheid met dit bedrag, waarvan de Regeering in haar Mem. v. Antw. posi tief geweigerd had, den sluier der ge heimzinnigheid weg te nemen. De hee ren Troelstra, Marchant, Van Ravesteyn en Kolthek, dus vogels van diverse poli tieke pluimage, meenden allen, dat de ■Kamer niet alleen recht heeft, om dit bedrag te kennen, omdat het kroondomein staatseigendom is, doch ook de kennis daarvan voor haar onmisbaar was, om het inkomen van de Kroon, dat naast de opbrengst uit het kroondomein, uit de staatskas beschikbaar wordt gesteld, op goede gronden te kunnen bepalen. Nadat de Minister zijn aanvankelijk in genomen standpunt in zoover had ver laten, dat hij zich tot het verstrekken van de gevraagde inlichtingen bereid had verklaard, indien de Kamer zich met den wensch der gmoemdo afgevaardigden vereenigde, wezen de stemmingen voor de ingediende dnsbetref fende motie uit, dat de Kamer deze gegevens niet noo dig oordeelde. Een motie-Troelstra, al leen do kennisneming van de opbrengst van het kroondomein „noodzakelijkoor- deelende, en een motie-Kolthek, deze noodzakelijkheid e veneen3 uitsprekend, doch, consequent, daaraan den wensch toevoegend, dat de beraadslagingen over het artikel geschorst zouden worden, tot dat de inlichtingen verstrekt zijn, kond"® heide slechts de stemmen van de sociaal democraten, de vrijzinnig-democraten en de communisten op zich veroenigen. De behandeling van een motic-Marchant ten slotte, waarin de Regeering wordt ukge nood igd, jaarlijks oen verslag van deze opbrengst aan de Staten-Generaal voor *3 leggen, zal eerst later aan de orde worden gesteld. Nadat het amendement-Van Ravesteyn geen opbrengst uit het kroondomein en vaststeUing van het inkomen der Kroon bij de wet, in dezelfde stemmenverhou ding als de bovengenoemde moties ver worpen was, werd het regeeringsirtikel met 59 tegen 31 stemmen aangenomen. Behalve de saciaal-democra'en, v ijzimiig- democraten en communisten verklaard heer \<an de Daar en de V rij held sbonder Bijleveld. Laatstgenoemde had bij den aanvang der vergadering verklaard, dat hij, ofschoon een „warm vereerder van Siet huis van Oranje," in den zorgwek- kenden toestand van 's land's financiën een klemmend motief zag, om zijn stem aan dit voorstel te onthouden. Het artikel 58 der tegenwoordige Grondwet luidt: „De Koning verklaart oorlog. Hij geeft daarvan onmiddellijk kennis aan de beide Kamers der Staten- Generaal, met bijvoeging van zoodanige mededeelingen, als Hij met het belang van den Staat bestaan baai- acht." Overeenkomstig het voorstel der staats commissie, wenscht de Regeering dit ar tikel thans als voldt te wijzigen: „De Koning verklaart geen oorlog dan na voorafgaande toestemming van de Staten- Generaal." Er waren 3 amendementen voorgeleid De communisten wenschten te bepalen dat de Koning geen oorlog verklaart, dan na voorafgaande volksstemming. Dat •was weer zoo'n dwaas voorstel van een man als Dr. Van Ravesteyn, die hier alles op de Russische sovjet-leest wil ge schoeid zien. Een volksstemming gaan houden op het oogenblik dat gevaar voor oorlog dreigt! Stel je voor! Mr. Marchant e.s. wilden lezen: „De Koning gelast geenerlei militaire maat regelen, tegen een vreemde Mogendheid gericht, dan na voorafgaande toestem ming van de Staten-Generaal. Hij doet jaarlijks aan de Staten-Generaal ver slag omtrent de betrekkingen van het Koninkrijk tot don Volkenbond." De heer Schaper wilde het volgende: „De Koning tracht geschillen met vreemde mogendheden op te lossen door rechtspraak of andere vreedzame geschil Jen. Hij verklaart geen oorlog, dan na voorafgaande toestemming van de Staten- Generaal." Tegenover dit laatste amendement nam Minister Buys een niet-onwelwillende houding aan. Vandaag, Dinsdag, zal er over gestemd worden. Nog iets over de openings zitting. Hughes heeft bij de ontvouwing van zijn voorstellen tot beperking van bewapening ter zee, nog gezegd: Volgens die voorstel len zullen de Ver. Staten, Engeland en Ja pan onmiddellijk 66 groote oorlogsschepen, gereed of in aanbouw, schrappen met een gezamenlijken inhoud van 1.878.043 ton. De drie vloten zullen dan binnen drie maanden na onderteekening van de voor gestelde overeenkomst wat de groote een heden betreft, de volgende tonnemaat heb ben: Ver. Staten 500.650, Engeland 604.450 en Japan 299.700. De rede van Minister van Karnebeek. Behalve Brian-d heeft men ook de hoof den der andere delegaties nog genoopt tc spreken. Sommigen hadden daar blijkbaar al op gerekend: want zij hadden een rede op papier klaar! Niet zoo de Nederlandsche afgevaardigde, jhr. Van Karnebeek, die in het Engelscli een toespraak hield, waarvan de tekst, volgens den correspondent der „N. R. Crt" als volgt luidt: Mag ik op mijn beurt de gelegenheid ge bruiken om de regeering der Ver. Staten namens Nederland's regeering, waarvan ik lid ben, te danken dat de uitnoodiging tot deelneming aan de beraadslaging over het zoogenaamde Zuidzee-vraagstuk tot ons is uitgebreid? Nederland stelt deze eer op prijs en begrijpt de beperking welke de uitnoodiging bevat. Nederland is geen mi litaire factor meer in de wereldpolitiek en maakt ook geen aansprauk daarop, of- sohoon de zinspreuk op het wapen van het Oranjehuis „Je Mniniiendrai" ook het Ne derlandsch koloniaal rijk insluit Neder land's politiek is ten gunste van vrede en internationale samenwerking en zij zal alles steunen wat in deze richting mogelijk is. Laat mjj u meedcelen, dal het hart van Nederland's volk van hoop en vertrouwen klopt als het denkt aan de poging, die hier gedaan wordt Wat het Zuidzce-vraagsluk betreft, Nederland bezit daar meer dan drie ecuwen territoriale rechten over een uitgestrekt gebied en is verantwoordelijk voor de welvaart eener bevolking van over de vijftig miilioen, genoeg dus om de diep te der belangstelling te kenschetsen, waar mede wij de beraadslaging dezer conferen tie volgen. Als onze oude koloniale erva ring dienstig kan zijn voor bet doel de zer conferentie, zijn wij gaarne bereid die beschikbaar te stellen. Ik hoop dat de conferentie de wereld tot zegen zal strek ken. Laat mij verzekeren dat Amerika's ini tiatief is gegaan tot het hart van Neder land's volk. De conferentiezaal. De Wa.shingtonsche correspondent van de „Daily Telegraph" geeft een beschrijving van de conferentietafel cn de groepeering der gedelegeerden. De tafel is 108 voet lang en gedekt met groen baai. Hughes, de pre sident der conferentie, zit in het midden. Onmiddellijk aan de rechterzijde der Amc- rikaansche ^gedelegeerden zitten die van Groot-Brittannië en de Dominions, aan de rechterzijde der Britten de Franschen. Onmiddellijk aan de linkerzijde der Ame rikanen zitten de Italianen, en aan de lin kerzijde der Italianen de Japanners. Hier mede zijn hel Zuidelijk en Noordelijk ein de der lafel bezet en wel door twee-en- twintig gedelegeerden, van de vijf voor naamste mogendheden. Aan het open einde van een tafel, die een U-vorm heeft, en aan kleinere tafels, die verbinding hebben met het einde van de groote lafel. zitten de gedelegeerden van Nederland, België, Portugal en China en in rijen stoelen gerangschikt rondom de drie zijden van de tafel de technische ad viseurs. De balcons in de zaal zijn gereser veerd voor diplomaten, ambtenaren, leden van den Senaat cn hel Representanten- huis. Aan het noordelijk en zuidelijk eind der zaal zitten de journalisten. Japan geeft hoop. Prins Tokoegawa heeft verklaard, dat hij niet twijfelt aan het welslagen der con ferentie. Indien ik al, voordat ik Japan verliet, zoo verklaarde hij, eenige vrees mocht hebben gekoesterd, dat zij zou mis lukken, dan is sedert mijn aankomst in Amerika deze vrees verdwenen. Admiraal Kato verklaarde, dat Japan zieb verheug de in het vooruitzicht van de verlichting, die thans wordt geboden. Hij voegde hier aan toe, dat nu aan beide zijden de vrees is weggenomen, het niet kan uitblijven, of er moet overeenstemming tot stand komen. China en Japan. Havas meldt, dat, ofschoon president Harding voor de volstrekte politieke onaf hankelijkheid en de territoriale integriteit van China is, hij desniettemin van oordeel is, dat het noodzakelijk is om binnen ze kere goed-omschreven grenzen de aan spraak van Japan op de bepaalde expan sie buiten zijn eigen gebied te erkennen. Het Engelsch-Japansche verdrag. Uit Washington wordt geseind, dat de Amerikaansche delegatie ter conferentie uit gezaghebbende Britschc bron heeft vernomen, dat het Engelsch-Japansche ver drag in zijn tegenwoordigen vorm, waar tegen, zooals men weet, Amerika en de Britsche Dominions bezwaar hebben, niet zal worden hernieuwd, welke ook het re sultaat der conferentie moge zijn. De indruk van het Amerikaan- sche voorstel in Engeland. Alle Engelsche bladen ontvangen Hughes' voorstellen sympathiek, uitgezonderd de „Daily Herald", die zegt, dat het niet een plan is tot ontwapening, maar handhaving van de l>ewapening op een koopje. De „Times" schrijft: Hughes' schema oisoht als alle schema's voor groote poli tiek, rijp beraad door de regeeringen, wier veiligheid en belangen er het sterkst bij zijn betrokken. Zij zullen met vreugde zeer zware offers brengen. Het voorgestelde of fer zal het einddoel duidelijk bevorderen. De .Daily Express" beschrijft de voor stellen Ms kloek en ontstekend en dat, ofschoon de voorstelten vol gerarew zijn, het nochtans een stoute politiek is; de eenige, welke hot verder kan brengen' dan vrome aspiraties. De „Mormagpost" is eveneens van meet ning dat de plannen een zorgvuldig onder* zoek eisohen. Het blad had bet beter ge* vonden, indien Amerika gewacht had lot* dat algemcene overeen stemming was be* reikt. De „Daily -News" begroet het plan har* lelijk en dringt er op aan, dat het pad, d&t te Versailles is gemist, nu gevolgd zal war" den. Fransche meeningen. De buitengewoon groote belangstelling» die hier voor de conferentie te Washing ton bestaat, vindt in hetgeen dnar dei» eersten dag gebeur;! is, overvloedig voed sel. seint de Parijsche correspondent van het „HM." De concrete, scherp geformu leerde voorstellen van Hughes, na de rede van Harding, die méér aan een preek had doen denken, wekken hier (in Parijs) ver bazing. Men had veel meer algemeen ge praat en gefilosofeer verwacht en is een beetje ontsteld over deze ech-t-Amcrfkaao- schc voortvarendheid. In het algemeen heeft men hier nogal verwachtingen van de Washingtonsdho conferentie, die men beschouwt als een serieuze poging om nieuwe conflicten te voorkomen. De pers heeft de laatste dagen hukte gebracht aan Harding voor dit iin- tiatief en Hervé, hem bewierookende ais vaardigen opvolger van Wilson, heeft het betreurd dat Frankrijk niet ditzelfde initiatief genomen had. Bovendien is de positie van Frankrijk in dezen al bijzonder aangenaam en gemakkelijk, nu de Fran sche vloot immers niet voor vermindering in aanmerking komt en van Amerikaan- sohc zijde wordt erkend, dat de speciale positie van Frankrijk in Europa het ten. aanzien va-n ontwapening te land het recht geeft op bevoorrechte behandeling. Men rekende er daarom op, dat Briand, nu Frankrijks eigen belangen er minder bij betrokken waren, een belangrijke rol als bemiddelaar zou kunnen spelen. Maar na de rede van Hughes vraagt men zich hier af hoe het verder verloop thans zal zijn en of de dingen wel zullen gaan zooals men verwacht had. Waarover men het vooral niet eens is, is de vraag, of de openhartigheid van Hughes moet worden toegeschreven aan den oprechten wensch om te komen tot algomeene ontwapening, dan wel een han ige manoeuvre is om in de eerste plaats de Amerikaansche belangen te dienen. Van verschillende kanten wordt beredeneerd, dat die Amerikanen wel weten wat ze doen en dat het voorstel van Hughes vooral godaam wordt met bet oog op dc binnenla-ndsche belangen. Het is bijzondei glad, zoo oordeeten verschillende kranten. Om Engeland lot aanneming te brengen, krijgt het een lichte meerderheid in ton nemaat, waarmee dan echter een ophef fen van de Engelsch-Japansche alliantie moet samengaan, z-oodat naar verhouding de Amerikaansche zeemacht zeer vermeer dert. Daaromtrent zou Engeland volgens de verklaringen, afgelegd door Auckland Geddes, trouwens reeds besloten zijn en het zou bereid zijn te verklaren, dat het Britsche belang zich verzet tegen eenige wijziging in de bestaande souve-reinateits- verhoudingen in de Stille Zuidzee met name ten aamzieim van de PhiKppijnen. Terwij] dan ook sommige bladen het oordeel nil spreken, dat de „bom", door Hughes op de conferentielafel geworpen, even onaangenaam en gevaarlijk is voor Engeland als voor Japan, wordt deze stel ling anderzijds met name door Perliuax bestreden en beredeneerd, dat Japan er feitelijk alleen het loodje bij legt en dat integendeel het Engelsche belang zeer ge diend wordt door do „vacanlie" van tien jaar in nieuwbouw, terwij intusschen toch de Engelsche supprematie ter zee vol doende gehandhaafd blijft. Wat Japan betreft, verwacht men, dat bet ten slotte, zij het met eenige wijzi gingen, liet voorstel wel zal aannemen, in dien het daartegenover zekere voordeelen Klant: Kijk eens, waarde heer, dezen hoed heb ik hier pas gekocht cn nu is er al een gat in den rand. Winkelier: Dat kan onmogelijk aan de kwaliteit liggen. Dat komt, omdat u bij het afzetten er den nagel van uw duim tegen aan houdt. Klant: Pardon. Ik ben vroeger bankwer ker geweest; maar dc Ongevallenwet laat mij rentenieren, omdat ik mijn rechter duim verloren heb. Kijk maar Tableau. Een reorganisatie van den electro-reddings- ddenst is eerste vereischle. Maar dit is niet het eenig noodige. Er is een zeer groot complex van electro- hygiënische opgaven, welke haar ontstaan te danken hebben aan indirecte werking der electriciteit. Prof. Jellinek acht noodzakelijk dat dit gansche complex van elcclro-hygiënschc vraagstukken zoodra mogelijk in het open baar besproken wordt op een internatio nale bijeenkomst, opdat een electro-hygië- nische conventie tot stand kome, waarvan de bepalingen worden nagekomen. Heer. Naar ik verneem zijn in dit huis nog twee gemeubileerde kamers te huur. Dienstbode. Ja, maar die worden slechts aan oen artist verhuurd. Heer. Waarom niet aan anderen? Dienstbode. Omdat men van een ar tist geen last heeft; men behoeft den irj/ B e nte ni e r (die om gezondheidsredenen hout hakt): Zweet ik, oudiel Een klein beetji Dan houd ik opl boei nooit op te ruimen of schoon to maken. DE HOOFDZAAK. Zij. Wat staat je dat nieuwe pak mooi, Alfred. Bij dit eastuum ontbreekt nu niets anders dan Hij. Nu? Zij. Dan eene nieuwe japon voor mij. OOK EEN MAATSTAF. Oom. Wel, Eduard, bevalt deze gou verneur je beter dan de vorige? Eduard. Neen, hoor' Hij kan niet eens sigaretten draaien. EEN PLEIZIERIGE DOKTER. Dokter R. komt een doodzieken pa tiënt bezoekenonverschillig vraagt de geneesheer: Is u tevreden met uwe kamer? Zeker! Zeer tevreden. Hoeveel betaalt u? Vijftienhonderd gulden. Is de heer des huizes nog al han delbaar? Ik heb mij nooit over dc familip to beklagen gehad. En de eigenaar! 'n Zeer aardige vent. u R-ooken de schoorstoenen i Niet te erg. Niettegenstaande zijne zwakte, richt de zieke, die blijkbaar nog eenigo dagen te leven heeft, met moeite zijn hoofd op, en vraagt: Maar dokter, waartoe dienen al dia vragen Dat zal ik u zeggen ik zoek eene andere kamer voor de volgende maand! RAAK EN SCHERP. T-oen de beroemde maar zeer vertegen sterrenundige Schubert zich eens op een Hofbal bevond en zich daar zeer links ge droeg, zei iemand, die veel ridderorden droeg: Hoe kan zulk een geleerd nun zoo verlegen zijn! Scherp antwoordde een ander: Hij zal in de war zijn, denk ik, omdat hü zooveel sterren op de verkeerde plauU zi N "N V V U. hi tr.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 5