Het verdwenen meisje
l
Kiiidersuppietieiooo
|j DAMIAATJES jt
Uit den Omtrek
DINSDAG 13 DECEMBER 1921
44ste JAARGANG No. 14013
PER KWARTAAL 3.25
PER WEEKf 0-25
FRANCO PER POST PER KWART. BIJ VOORUITBETALING f 3.571/,
NASSAULAAN 49, HAARLEM. TELEFOON 1426, 2741 EN 1748.
POSTREKENING No. 6970.
ADVERTENTIËN 35 CENTS PER REGEL.
BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING.
Dit nummer bestaat uit 2 b!atfee.
F E U I L L E T O N.
PARLEMEMTJIiRE KRONIEK.
De Grenswijziging.
HAARLEM.
Een proces van de Gemeente.
J. J. WEBER ZOON.
Opticiens Fabrikanten.
Koningstraat 10 Haarlem.
„Wanneer Hendrik M.eerveldt mij
niet bevalt, word ik nooit of nimmer
zijne vrouw," betuigde zij op scherpen
toon.
Op de plaats speelden eenige ne
gerkinderen. Toen zij Melanie ge
waar werden, stoven zij uit elkander
gelijk een schaar verschrikte musschen
„Junoriep Melanie een zwart
tienjarig meisje toe.
Het kind keek vluchtig om, zonder
haar loop te vertragen.
„Juno, hier riep zij weder. Maar
op hetzelfde oogenbiik verdween het
kind in een slavenhut, waarvan een
aantal de ruime plaats omzoomden.
De vertoornde meesteres schreed
op de hut toe.
„Waar is Juno vroeg zij streng
aan de haar in de deur te gemoet ko
mende slavin. Het was Juno s moeder.
„Weet niet, missis!" antwoordde
deze verschrikt.
„Hoe, ge weet het niet? Zoo even
is zij hier binnengegaan. Ze moet langs
je heen gekomen zijn."
„Heb Juno niet gezien, missis. Wil
echter zoeken en brengen slecht kind."
Zoo sprekende ging de slavin haas
tig in de hut en keerde na ettelijke
seconden met het sidderende kind
terug.
Waarom gehoorzaamde je niet,
toén ik je riep 7" snauwde Melanie
de kleine Juno toe.
„Was bang voor missis, stotterde
deze in haar angst.
„Bang, Waarom?"
..Het kind talmde met het antwoord.
„Spoedig I Geef antwoord 1"
„Missiskeekzoo boos....
naar Juno," bracht het kind zacht
en aarzelend uit
„Kleine zwarte slang, ik zal je ge
hoorzaamheid leeren," knarste Mela
nie. En zich tot de moeder wendende,
ging zij voort„Ook jou zal ik lee
ren, hoe men de kinderen tot gehoor
zaamheid opleidt. Roep Pompejus."
„Genade, missis, genade jam
merde de arme vrouw. Zij had zich
voor de meesteres nedergeworpen en
wilde smeekend hare knieën omvat
ten.
Een trap slingerde de slavin ter
zijde.
Een sterke, krachtige neger trad
uit een andere hut. Melanie zag hem
naderen.
„Hier, Pompejus, straf deze bei
den af."
Grijnzend ijlde de neger in zijn
hüt en haalde de gevreesde zweep.
Krachtige slagen vielen op de naak
te ruggen van moeder en dochter,
die zich op den grond kromden en
wentelden.
De meesteres keek zonder mede
lijden toe. Eindelijk beval zij: „Ge
noeg Pompejus Ga heen De vrouw
echter voegde zij toe i „Onthoud de
manier, hoe men gehoorzaamheid
leert."
Daarmede keerde zij in het huis
terug.
DE ftÖÖNNEMËHTSrBïjS DEBRAAOÏ VOOS HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN;
BUREAUX:
1 -
Wanneer wij in 't kamp onzer t?»en-
..butlers den strijd ten behoeve der
groote gezinnen begluren, dan komen
wij zoo langzamerhand lot de overtui
ging, dat de liulp, welke zij die ge
zinnen willen bieden, hoogst eigen
aardig mag genoemd worden. Theo
retisch is men in de vijandelijke linie
het er over eens, dat de groote ge
zinnen geholpen moeten worden; prac-
tisch worden cr echter hulpmiddelen
naar voren geschoven, welke kant
noch wal raken en waarvan zeer be
twijfeld mag worden oi' ze werkelijk
steun beleekenen voor hen, die den
strijd des levens niet alleen te strijden
hebben voor zicli zelve, maar die
levens het levensonderhoud moeien
verschaffen aan een groot gezin.
liet Kind rsuppielieloon door onze
Christelijke mannen met warmte ver
ledigt], wil men niet aanvaarden eu
tracht men steeds door oppervlakkig
waarschijnende motieven te verdoe
zelen.
Toevalliger wijze kregen wij van
deze onze mecning wederom be
vestiging, bij hel lezen van een ar
tikel over Duurzaamheid van ioon-
regriingeu", hetwelk verscheen in de
e.r.ts aflevering van het periodiek
„Gemeentebestuur
Dij aandachtige doorlezing van dit
artikel blijkt ons, dat hier iemand de
pen voert, die op 't gebied van loon-
reg.-lingen voor deskundig kan wor
den aangemerkt. Zijne ideeën zijn
nieuw en friscli en worden nog boven
don in aanlókkelijken vorm voorge
zet. De oplossing welke ons aan de
hand wordt gedaan, om de steeds dob
berende loonregelingen der gemeente
werklieden (ambtenaren) meer stabi
liteit en duurzaamheid bij le bren
gen, bekoort meer dan gewoon. On-
bcr.uig overleg tusschea de ouder-
heid.no gemeenten, bijgestaan rioor
de hoofdbesturen der organisaties, lijkt
een niet le versmaden middel, om
tot een resultaat te geraken, floe men
cr ook over moge denken, het wil ons
voorkomen, dat hier een weg wordt
aangegeven, om uit den chaolischen
toestand van liet oogenbiik te komen.
In ieder geval zouden de gemeenten
naar onze overtuiging zich wel de
moeite kunnen getroosten deze ma
terie ernstig te overwegen. Volgens
ons inzicht bestaan er geen bezwaren
om aansluiting le zoeken hij de groote
lij:.en in genoemde beschouwing neer-'
gelegd.
Wanneer wij echter de daar naar
voren gebrachte stellingen meer bij
zonder gaan bezien, dan blijken er
redenen te bestaan, om de voorzich
tigheid niet uit het oog te verliezen,
liet zal de aandacht trekken, dal van
ecu kindertoeslag in het daar uitge
werkte stelsel geen sprake is. Het heet,
dat dc massa der werklieden daar
tegen groot bezwaar heeft, de om-
stnmigiheden, welke huwelijk en kin
dertal bepalen, achten zij te zeer lig-
<icn buiten de bcmoe'ingsmacht der
overheid. Naar welke zijde hier de
weerhaan wijst, voelen we. Wij mee-
nen echter ten sterkste te moeken
Door verstandig ttcieid verwierf zich
deze in korten tijd een aanzienlijk ver
mogen. In plaats van het te verspil
len, gelijk dit door zoovele anderen
geschiedt, belegde hij het grootste
eeüeeUe daarvan in landerijen. Zoo
l;ocht hij van lieverlede verscheidene
Vierkante mijlen van don besten grond
aan, cn begon liet plantersleven. H
kocht zwarte slaven, om zijn nieuwe
plantages aan te leggen. Daar hij de
slaven steeds goed behandelde, werk
ten zij trouw voor hem. Weldra le
verden zijn plantages hem de rijkste
opbrengst. In zijn rustelooze bedrij
vigheid echter had de goede man ver
zuimd zich een eigen huishouden te
vestigen. Toen hij derhalve hoogbe
jaard stierf, werd de eenige afstam
meling van zijn in Frankrijk levenden
broeder, Robert Beliecour, den
tegenwoordige bezitter, zijn erf
genaam. Nauwelijks twintig jaar oud,
viel hem deze erfenis toe. Terstond
brak hij op om ze te aanvaarden,
liet schip, dat hem naar Amerika
'acht, leerde hij een jongen Duit-
neneyt00Pman> Paul Meerveldt, ken-
ijji-p meer kundigheden dan gelde
in de nieuwe l to?fKrufst' hoopte ,deZC
vnnntit i, Wcreld beter en spoediger
vooruit te 2ullen komen daij in jjet
opkomen tegen de uitdrukking: „de
massa der werklieden". Men schijnt
maar steeds te willen vergeten, dat
er in ons dierbaar Nederlandje zoo
ongeveer twee honderd twintig dui
zend R. K. en Christelijk georgani
seerde werklieden zijn, die voor de
massa maar een schijntje onder doen
en in eensgezindheid deze verre over
treffen. Ook deze werklieden hebben
wenschen.
Tiet zou onjuist zijn te beweren.
Sat enkel en alleen van kindertoeslag
voor de groote gezinnen heil te ver
wachten is Wij zouden, er zelfs niet
tegen op zien een ander stelsel te
aanvaarden, mits het beter of min
stens even goed is als het huidige
en onze godsdienstige overtuiging er
niet bij in '1 gedrang komt.
Ons vooropgezet doel is, die gezin
nen, welke een zwaren levensstrijd te
doorworstelen hebben, de behulpzame
hand te bicden. Ook bij de hier bespro
ken loonregelingen wordt naar voren
gebracht, dat men de groote gezin
nen wil helpen en het middel ons
aan de hand gedaan is uiterst een
voudig. Of liet doeltreffend zal zijn
meenen wij te mogen betwijfelen.
Men heeft, simple comme bonjour,
liet kindertoeslagstelsel te vervangen
door periodieke verhoogingen. Wie zal
daar nu nog tegen zijn?
Gelet op liet doel, dienen de perio
dieke verhoogingen niet gering te zijn,
noch in kwaliteit noch in kwantiteit
integendeel men moet op het grond
toon heel wat scheppen laden. Onge
twijfeld bereikt men hierdoor dat ge
durende de periode van toename der
gezinszorgen, het inkomen zal stij
gen en als men nu den moed en de
duiten heeft om het minimumloon en
het maximumloon maar hoog genoeg
te bepalen, dan zullen de gezinnen
daarvan wel profiteered
Toch komt men er naar onze beschei
den meening op rloze wijze niet en wel
omdat de ongehuwden en de kleine ge
zinnen deze periodieke verhoogingen
evengoed krijgen.
Daar juist zit hem de kneop waar
schijnlijk wel.
Bij aanvaarding van dit stelsel zullen
de ongehuwden en de kleine gezinnen ztóh
vermoedelijk zeer ruim kunnen bewegen.
Wij misgunnen bun diit in geeme dceie,
maar het gevolg hiervan zal zijn, dat de
groote gezinnen in hunne omgeving den
levensstandaard aanmerkelijk zien opvoe
ren en weer de dupe worden.
Wie dit bezwaar denkbeeldig aolit, leze
hetgeen de schrijver in den aanvang zij
nor uiteenzetting uit de pen laat vloeien:
..Opvoering der loonen tot een peil z.g.
vok'ofeiide voor een gezin met eenige kin
deren, biedt geenerlei uitkomst; op dat
poil gaat immers ook direct de ongehuw
de leven en dan kan de gehuwde zich
niet langer op gelijken voet als hij bewe
gen." Wat is dal anders, dian de erken
ning onzer argumentatie?
Tegen het steeds wegredeneeren van
hel kindersupplelieloon gaan i,n hoofd
zaak onze bezwaren. Wij R. K. hebben in
deze een taak te vervullen. Laten wij blij
ven ijveren voor dit stelsel, waardoor de
groote gezinnen tegemoet worde gekomen.
Critiek hebben we al veel gehoord, maar
iets beters er voor in de plaats werd ons
nog niet geboden.
Strijdende voor bet toeslagstelsel, rust
op ons de plicht zorg te dragen, dat de
grondloonen op behoorlijk peil staan
Eerst het gelijk loon voor gelijken arbeid
vastgesteld krachtens het beginsel van
rechtvaardigheid. Daarna kunnen wij ver
der opbouwen.
LOMMEN.
Castricum, December 1921.
Leekenrechtspraak. Prin-
cipieele dienstweigeraars.
Het Dienstplichtontwerp.
Socialisatie- en medezeygen-
schap-amendementen.
Minister Ruys had een nieuw artikel in
zake de rechtspraak voorgesteld, omdat er
bezwaren waren gerezen, om de Raden
van Beroep, welke beiast zijn met de be
slissing van geschillen die uit de sociale
wetgeving voortvloeien, ook te belasten
met de geschillen die uit de vrijwillige ver
zekering voortkomen. Deze geschillen zou
den bij den burgertijken rechter thuis be-
hooren. Het nieuwe artikel opende dan
Ook slechts de deur om den gewonen
wetgever te laten bepalen of leeken aan
de rechtspraak zuilen deelnemen.
De 'heeren Sasse van IJsselt, Beumer,
van Rappard en Visser van IJzendoorn
vreesden echter van de nieuwe redactie
nieuwe geschillen. Opnieuw verscheen nu
Mgr. Nolens ten tooneele en ofsohoon niet
van heeler harte, stemde de Minister er
in toe, dat deze tweede kwestie tot de vol
gende week werd aangehouden.
Met deze toestemming was de leeken
rechtspraak voorloopig opgeschort.
Bij het hoofdstuk Defensie, staken de
anti-militairistische neigingen den kop op.
Een amendement der S. D. A. P., om
art. 180 te schrappen de verplichting
voor alle ederlanders, daartoe in staat,
om mede te werken tot handhaving der
onafhankelijkheid van het Rijk en tot ver
dediging van zijn grondgebied bracht
het tot 17 uitsluitend roode stemmen.
De Regeering nam een amendement der
S. D. A. P. over, dat, gewiizigd, als volgt
luidt: Bij de wet worden de voorwaarden
genoemd, waarop wegens ernstige gewe
tensbezwaren vrijstelling van den krijgs
dienst wordt verleend. Hiermee is dus in
de Grondwet neergelegd de overtuiging,
dat aan principieele dienstweigeraars geen
militaire dienst mag worden opgelegd.
Het ligt, naar minister Ruvs mededeelde,
niet in de bedoeling der Regeering de op
dezen grond vrijgestelden voor hospitaal-
werk enz. te gebruiken, wel zullen zit
buiten het leger in bet belang van het
land werkzaam gesteld worden.
De heer Koithek, hiermee nog niet vol
daan. wilde in art. 180 alleen de ver
plichting om het land te verdedigen op
lengen aan de Nederlanders, die daartoe
..lichamelijk en volgens hun geestelijke ge-
Kindheid in staat" zijn. Deze begripsom
schrijving was le ruim -en heeft hei slechts
tot 14 stemmen gebracht.
Rij do verdere behandeling van het
nieuwe Dienstplichten' wern ver1-'aarte (T
heer De Muralt, namens den Vrijhe'ds-
Vmd, dat zijn fractie het ontwerp, zoo
nis het daar lag, niet kon aanvaarden.
Aan het slot zijner rede vroeg spr..
of dc minister bereid is, het contingent,
(in het ontwerp 19.500 man) tot 17.600
man to verlagen en dit ontwerp geheel
los te maken van do eigenlijke organi
satieplannen. Zoo ja, dan zonden do
Vrijhoidsbondms zich met htet voo* tel
kunnen verren'g n. Zoo niet, dan roud n
te Vrijheid-bonders niet verier aan fto
discussies deelnemen, daar zo dan dit
ontwerp zouden beschouwen als het re-
siritaa' van een afspraak tusschen den
minister en de rechterzijde. Tot het con
tingent van 17,600 man kwam spr. loei"
het contingent in de wo-'-Ool'jn C21 '09
man) te nemen, mot inachtneming van
de omstandigheid, dat de diensttijd in
deze wet elf jaar en in het ontwerp
vijftien jaar bedraagt.
Uit de rede van den hoer K. ter Daan,
als woordvoerder der nocia i toa valt aan
te stippen, dat hij uit de ter griff'0
gedeponeerde geheime mededeeling om
trent de totaalkn tea van Let org ini ati -
plan, dez; omhul ing deed, dat het eind-
1 cijfer 106 millioen gulden bedraagt. In
een motie vroeg deze afgevaardigde den
Minister een nauwkeurige berekening van
de totale kosten, zoowol die voor ééns
als voor de jaariijksche uitgaven aan de
Kamer te overleggen; voorts een nood
wetje voor de lichting 1922 in te die
nen en ten slotte in afwachting van de
vervulling van beide wenschen de discus
sie over dit ontwerp te sohorsen. Aan
het einde der discussies over artikel 27
komt deze motie in stemming.
Woordvoerder der Katholieke fractie
was bij die gelegenheid, de heer Deckers.
Hij bracht den Minister hulde voor
zijn voorstel. Van vermindering van be
wapening kon z.i. geen sprake zijn. Spr.
beriep z.ch hierbij o.a. op de Belgische
daden. De Volkenbond heeft niet tot
gedeeltelijke ontwapening gel;id; van de
internationale arbeidersbeweging ver
wachtte hij al evenmin bijzonder veel.
Zijn betoog was, dat Nederland een be
hoorlijke weermacht moet behouden en
aan zijn ideaal voldeed het voorstel van
den Minister in voldoende mate.
Natuurlijk i? de eer Decker? ook zeer
voor ontwapening en hij wilde n'els liever
dan dat, maar het kan zóó ver nog niet
gaan en daarom was het voorstel van
den minister, dat het karakter droeg
van een compromis, bijzonder goed en
onder de huidige politieke verhoudingen
het beste wat te bereiken viel.
Ook do heeren Van de Laar en Kolt—
hek wierpen nog een duit in 't zakje;
beiden waren natuurlijk tegen de plan
nen van minister Van Dijk.
Bij de behandeling van het Regeerings-
voorstel van Vrijdag j.l. om het moge
lijk te maken, dat ook aan andoren dan 5n
tie Grondwet genoemde organen veror
denende bevoegdheid zal worden ver
leend, betuigde de anti-rev. heer Smeenk
jzijn geestdriftige instemming.
I Het gaat in de richting der moderne
ontwikkeling der bedrijfsorganisatie. Ook
de heeren Kuiper en Marchant waren er
mee ingenomen, de eerste omdat het ge
legenheid schenkt tot krach'ig voortarbet-
den aan de ontwikkeling der organisatie,
de tweede omdat hij het in overeenstem-
stning vond met de vrije ontwikkeling der
'maatschappij. Ook de heer Kolthek zou
voorstemmen. Maar het amendement der
S. D. A. P. inzake wettelijke regeling der
socialisatie werd bestreden.
De heer Marchant wilde de wetgeving
niet laten dwingen in een richting, die nog
moet groeien in de zich. vrij ontwikkelen
de maatschappij. De heeren Smeenk en
Kuiper vonden het wijzigingsvoorstel on
tijdig. De Katholieke afgevaardigde ves
tigde er de aandacht op, dat de socialisa-
tie-kwestie onderzocht wordt dooi een
Staatscommissie en dat het niet aangaat
vooruit te loopen op de resultaten van een
ernstig onderzoek inzake een aangelegen
heid, waarover zooveel verschil van ge
voelens bestaat. Wijnkoop ontdekte er
tenminste geen verraad in en zou daar
om maar voorstemmen.. Kolthek was er
tegen, omdat hij voor de socialisatie al
leen en uilsluitend heil verwacht van de
zelfstandige machtsformalie der arbeiders.
Rij de behandeling van het tweede
amendement der S. D. A. P. bleek dat de
Katholieke heer Kuyper daar tegen was.
Dit amendement bedoelde medezeggen
schap cier arbeiders i.n een bepaald bedrijf
in het beheer zelf van dit bepaalde be
drijf en dus niet naar het medezeggen
schap, door den beer Kuiper voorgestaan,
de medezeggenschap der organisaties ln
het beheer van een geheelen bedrijfstak.
De lieer Marchant kon met het amen
dement vrede hebben.
David Wijnkoop wilde er niets van we
ten. Medezeggenschap? Geen kwestie van,
de arbeiders moeten volgens dien heer,
alles te zeggen hebben, Het socialisalie-
amendement werd verworpen met 55 te-
0 ".iii"s 4
B. en W. van Haarlem stellen voor
een raadscommissie ad hoe te benoe
men om het ontwerp van wet tot
wijziging der grenzen van Haarlem
te onderzoeken.
Die grenswijzigingsgeschiedenis is
voor Haarlem van het grootste belang
met niet genoeg voorzichtigheid
kan die kwestie onder de oogen wor
den gezien. Dat ook B. en W. van
Haarlem door het voorstel deze com
missie te benoemen toonen van dat
gevoelen te zijn, valt niet te verwon
deren.
Maar ook is het een zeer moeilijke
kwestie, waaraan vele, vele kanten
zitten.
Zooals wij het wetsontwerp, dat voor
ons ligt, bezien, moeten wij tot de
overtuiging komen, dat Haarlem goed
zal doen deze voorstellen af te wij
zen, omdat zij noch een Haarlemsch
belang noch een algemeen belang zijn.
En toch is het mogelijk dat, bij nadere
bestudeering van alle voor- en na
deden, ten slotte onze opinie zich
wijzigt en annexatie werkelijk nood
zakelijk en goed voor Haarlem zal
blijken te zijn.
Maar als wij de kwestie zoo stellen
dat op het eerste gezicht de voorge
stelde grenswijziging o. i. moet worden
afgewezen, doch dat zij mogelijk ten
slotte toch een Haarlemsch belang zou
blijken te zijn, dan is daarmee tegelijk
vastgelegd van hoeveel belang wij een
goed onderzoek en een zuiver oordeel
in de kwestie achten.
Met alle waardeering nu voor de
bevoegdheid van de te benoemen
raadscommissie ad hoe, meenen wij
dat dit eerste onderzoek niet uitslui
tend aan raadsleden moet worden op
gedragen, maar dat de commissie ook i
moet bevatten leden uit de burgerij
niet-raadsleden.
Niet ten onrechte heeft de wetgever
de grenswijziging van een gemeente
van zooveel belang geacht, dat hij
de beoordeeling daarvan niet uitslui
tend aan een gemeenteraad, maar ook
aan een commissie uit de burgerij wiil-
dfe zien toevertrouwd.
Wij hebben, er op tegen dat een
raadscommissie de door den Raad en
de commissie te nemen beslissing van
te voren kant en klaar maakt, omdat
in deze belangrijke aangelegenheid de
Raad piet uitsluitend de eenig be
voegde is. Nu is het mogelijk, dat later
een commissie uit <ie burgerij nog
eens hetzelfde werk gaat doeu wat
au de raadscommissie zal doen, n.l.
het bestudeerea van alle cijfers en
gegevens, om daaruit een ooi-deel op
te diepen. Maar tweemaal eenzelfde
onderzoek is monnikenwerk. Beter is
het dat de raadscommissie haar werk
niet aanvangt, alvorens de commissie
uit de burgerij is benoemd en zij zich
daaruit dan een aantal leden assumeert
die met haar de veelzijdige kwestie
beziet.
Dat de commissie dan een groot
aantal leden zal tellen is een voordeel,
omdat, naar het ons voorkomt, het
noodig zal zijn haar in subcommissies
te splitsen, opdat elk der subcommis
sies meer speciaal één zijde van hel
vraagstuk onder de oogen kan zien.
Daar is bijv. de vraag of Haarlem
financieel niet in een nadeelige positie
zal komen; de vraag of Haarlem be
hoefte heeft aan een haven en zoo ja
welke haven en waar die komen moet;
de kwestie of Haarlem noodzakelijk
uitgebreid moet worden ten behjeve
van zijn industrie; de vraag of grens
wijziging noodig is met het oog op de
ontwikkeling van de geheele streek,
en nog vele andere vragen, die wel
iswaar alle tezamen in nauw vecbaad
staan, maar waarvan een afzonderlijke
grondige bestudeering toch zeer ge-
wuisclit is.
gen 13 stemmen, die der S. D. A. P. en
van v. d. Laar, en het medezeggenschap-
amendement met 57 tegen de 13 hiervoor
genoemde stemmen.
Uit eeno nota, door den Baad van
beheer van hot Centraal Verrekenkan-
toor voor brandstoffen (0. V. B.) tot
de deelgerechtigdea in het restitutiefonds
gericht, is gebleken dat de regeering
zioh verzet tegen de uitkeering van een
bedrag van rond f 3.300.000,
Ter toelichting hiervan diene, dat aan
vankelijk op de kolenprijzen een bepaald
Jbedrag werd gelegd als crediet voor
Duitschland, waarvoor door dat land aan
de 0. V. B. schatkistbiljetten werden
afgegeven.
Bedoelde biljetten werden later door
Duitschland weder ingelost. De ontvan
gen bedragen werden in een restitutie
fonds gestort om later aan de deelge-
rechtigden in dat fonds de afnemers
van de kolen te worden uitgekeerd.
Tengevolge van de plotseling ingetreden
prijsdaling werd op den nog aanwezi
gen kolenvoorraad een aanzienlijk ver
lies geleden.
Het bedrag van f 3.300.600,dat
thans niet zal worden uitbetaald, moet
dienen tot gedeeltelijke dekking van dat
verlies.
Een comité tot behartiging van do
belangen der deelgerochtigden in hot res
titutiefonds van het O. V. B. is ge-
Barometerstand 773. Achteruit,
OPGAVE VAN:
vormd om tegen het Oentraal Verre-
kenkantoor voor brandstoffen eeno rechts
vordering in te stellen teneinde betaling
ook van genoemde f 3.300.000,te ver
krijgen.
Daar ook de gemeente Haarlem deel-
gerechtigde in genoemd rcetitutiefonds is,
doordat voor het gas-, electriciteits- en
waterleidingbedrijf brandstoffen door
tus8chenkomst van het 0. V. B. werden
ontvangen, komt het ons gewenscht voor
dat door genoemd Oomité ook namens
de gemeente Haarlem kan worden op
getreden.
oude vaderland. Beide jongelieden
sloten zich op de reis innig bij elkander
aan. Reeds voor hun aankomst in
Amerika hadden zij onder elkander
uitgemaakt, dat Meerveldt zijn vriend
naar Florida vergezellen en bij de
aanvaarding van zijn erfenis ter zijde
zou staan. Dat was Bellccour's geluk.
Ondanks zijn bewezen erfreent wer
den hem allerlei moeilijkheden in den
veg gelegd. Hij werd zelfs als op-
'ichter en erfenisjager gevangen gezet
en was er na aan toe tusschen hemel
en aarde aan een strop zijn leven te
eindigen. Alleen aan het krachtdadig
optreden van zijn vriend dan.de hij
leven en vrijheid, zoowel als het
eindelijk rustige bezit van zijn ert-
decl. Dit was ten slotte nog aanmer
kelijk grooter dan hij verwacht had.
Een geheel jaar bleven de vrienden
bijeen. Toen zij eindelijk scheidden
Meerveldt wilde zich in New-IJork
vestigen zwoeren zij elkander eeuwi
ge vriendschap. Te gelijk besloten zij,
deze vriendschap later door een hu
welijk tusschen hunne kinderen te
bezegelen. Maar ook dadelijk reeds
kon Bellecour zijn vriend ten deele
vergelden, wat deze voor hem gedaan
had. Als de rijkste planter van Flo
rida opende hij dezen een toereikend
crediet, om zijne handelszaken te kun
nen beginnen. Meerveldt maakte hier
van zoo lang gebruik, tot hij zijn eigen
crediet genoegzaam gevestigd en zich
door wijze spaarzaamheid een aanzien
lijk vermogen verworven had. Of
schoon hij zijn vriend sinds lang niet
meer noodig had, ja, door gelukkige
speculaties ziin fortuin veel grooter
geworden was dan dat van Bellecour,
bleef hun vriendschap toch ongekrenkt
Eindelijk was de tijd gekomen, dat
deze door een verbintenis hunner
kinderen zou bezegeld worden. Hen
drik Meerveldt bevond zich op reis
naar Bellecourhouse om de voor hem
bestemde bruid, Bellecour's eenige
dochter, te leeren kennen.
Melanie zat op een ottomane en
speelde met een kleinen groenen
papagaai, door hem plagend een klont
je suiker voor te houden en het terug
te trekken als hij er naar wilde grij
pen. Het spel echter spoedig moede,
slingerde zij den vogel weg, zoodat
hij met een angstkreet op zijn stok
vluchtte. Lachend keek zij den vogel
na. Zijn schrik scheen haar te ver
maken. Daarop leunde zij achterover,
zich met een bonten, kunstig uit pau
wenvederen vervaardigden waaier
verkoeling toewuivende.
Haar vader had juist zijn dagblad-
Iectuur geëindigd en trad op haar toe.
„Maar, mon^dier papa," vroeg hij
eensklaps, „wanneer zal Hendrik f
Meerveldt toch eindelijk hier komen
„Dat zal, naar zijn vader schrijft,
we'l in de naaste weken zijn."
„Hij schijnt weinig haast te hebben,
om' de voor hem bestemde bruid te
zien."
„Deze nochtans schijnt door haat
roote verlangen naar zijn aankomst
zeer ongeduldig te worden."
„Is dat zulk een wonder V Reeds
een jaar lang spreekt gij van den voor
mij bestemden bruidegom en weet
zoo veel te ziinen gunste ie vertel*
len dat ik wel naar hem verlangen
moet."
..Goed mijne lieve Oefen echter
wat geduld 1 Ook deze dagen gaan
voorbij."
Er ontstond een kleine pauze.
Plotseling riep zij„Als hij mij
evenwel niet bevalt, dan...."
>,Wat dan vorschte de vader
glimlachende.
.„Danwilikhem
niet," zeide zij gerekt, op elk woord
drukkende.
„Danwordt.... getoch..
zijne.... vrouw," antwoordde Bel
lecour op denzelfden toon. Daarbij
lachte hij schaterend.
Dit scheen het verwende dochter
tje erg te beleedigen. Vol ergernis
sprong zij op en ging vlak voor haar
vader staan.
„Nooit of nimmer word ik zijne
vrouw, als hij mij niet bevalt," riep
zij en stampte met den voet op het
mollige tapijt, dat den vloer bedekte.
„Ge moetantwoordde de vader
thans ernstig.
„Neen, neenLiever zoek ik dan
mijn armen broeder op en blijf bij
hem."
De vader verbleekte. Sprakeloos
staarde hij het eigenzinnige kind aan.
Melanie voelde den diepen indruk
dien hare woorden teweeggebracht
hadden. In plaats evenwel van zich
weder met haar vader te verzoenen,
ging zij hem voorbij naar het bin
nenplein.
(Wondt yiervoltfd).