Het verdwenen meisje l Kiiidersuppietieiooo |j DAMIAATJES jt Uit den Omtrek DINSDAG 13 DECEMBER 1921 44ste JAARGANG No. 14013 PER KWARTAAL 3.25 PER WEEKf 0-25 FRANCO PER POST PER KWART. BIJ VOORUITBETALING f 3.571/, NASSAULAAN 49, HAARLEM. TELEFOON 1426, 2741 EN 1748. POSTREKENING No. 6970. ADVERTENTIËN 35 CENTS PER REGEL. BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING. Dit nummer bestaat uit 2 b!atfee. F E U I L L E T O N. PARLEMEMTJIiRE KRONIEK. De Grenswijziging. HAARLEM. Een proces van de Gemeente. J. J. WEBER ZOON. Opticiens Fabrikanten. Koningstraat 10 Haarlem. „Wanneer Hendrik M.eerveldt mij niet bevalt, word ik nooit of nimmer zijne vrouw," betuigde zij op scherpen toon. Op de plaats speelden eenige ne gerkinderen. Toen zij Melanie ge waar werden, stoven zij uit elkander gelijk een schaar verschrikte musschen „Junoriep Melanie een zwart tienjarig meisje toe. Het kind keek vluchtig om, zonder haar loop te vertragen. „Juno, hier riep zij weder. Maar op hetzelfde oogenbiik verdween het kind in een slavenhut, waarvan een aantal de ruime plaats omzoomden. De vertoornde meesteres schreed op de hut toe. „Waar is Juno vroeg zij streng aan de haar in de deur te gemoet ko mende slavin. Het was Juno s moeder. „Weet niet, missis!" antwoordde deze verschrikt. „Hoe, ge weet het niet? Zoo even is zij hier binnengegaan. Ze moet langs je heen gekomen zijn." „Heb Juno niet gezien, missis. Wil echter zoeken en brengen slecht kind." Zoo sprekende ging de slavin haas tig in de hut en keerde na ettelijke seconden met het sidderende kind terug. Waarom gehoorzaamde je niet, toén ik je riep 7" snauwde Melanie de kleine Juno toe. „Was bang voor missis, stotterde deze in haar angst. „Bang, Waarom?" ..Het kind talmde met het antwoord. „Spoedig I Geef antwoord 1" „Missiskeekzoo boos.... naar Juno," bracht het kind zacht en aarzelend uit „Kleine zwarte slang, ik zal je ge hoorzaamheid leeren," knarste Mela nie. En zich tot de moeder wendende, ging zij voort„Ook jou zal ik lee ren, hoe men de kinderen tot gehoor zaamheid opleidt. Roep Pompejus." „Genade, missis, genade jam merde de arme vrouw. Zij had zich voor de meesteres nedergeworpen en wilde smeekend hare knieën omvat ten. Een trap slingerde de slavin ter zijde. Een sterke, krachtige neger trad uit een andere hut. Melanie zag hem naderen. „Hier, Pompejus, straf deze bei den af." Grijnzend ijlde de neger in zijn hüt en haalde de gevreesde zweep. Krachtige slagen vielen op de naak te ruggen van moeder en dochter, die zich op den grond kromden en wentelden. De meesteres keek zonder mede lijden toe. Eindelijk beval zij: „Ge noeg Pompejus Ga heen De vrouw echter voegde zij toe i „Onthoud de manier, hoe men gehoorzaamheid leert." Daarmede keerde zij in het huis terug. DE ftÖÖNNEMËHTSrBïjS DEBRAAOÏ VOOS HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN; BUREAUX: 1 - Wanneer wij in 't kamp onzer t?»en- ..butlers den strijd ten behoeve der groote gezinnen begluren, dan komen wij zoo langzamerhand lot de overtui ging, dat de liulp, welke zij die ge zinnen willen bieden, hoogst eigen aardig mag genoemd worden. Theo retisch is men in de vijandelijke linie het er over eens, dat de groote ge zinnen geholpen moeten worden; prac- tisch worden cr echter hulpmiddelen naar voren geschoven, welke kant noch wal raken en waarvan zeer be twijfeld mag worden oi' ze werkelijk steun beleekenen voor hen, die den strijd des levens niet alleen te strijden hebben voor zicli zelve, maar die levens het levensonderhoud moeien verschaffen aan een groot gezin. liet Kind rsuppielieloon door onze Christelijke mannen met warmte ver ledigt], wil men niet aanvaarden eu tracht men steeds door oppervlakkig waarschijnende motieven te verdoe zelen. Toevalliger wijze kregen wij van deze onze mecning wederom be vestiging, bij hel lezen van een ar tikel over Duurzaamheid van ioon- regriingeu", hetwelk verscheen in de e.r.ts aflevering van het periodiek „Gemeentebestuur Dij aandachtige doorlezing van dit artikel blijkt ons, dat hier iemand de pen voert, die op 't gebied van loon- reg.-lingen voor deskundig kan wor den aangemerkt. Zijne ideeën zijn nieuw en friscli en worden nog boven don in aanlókkelijken vorm voorge zet. De oplossing welke ons aan de hand wordt gedaan, om de steeds dob berende loonregelingen der gemeente werklieden (ambtenaren) meer stabi liteit en duurzaamheid bij le bren gen, bekoort meer dan gewoon. On- bcr.uig overleg tusschea de ouder- heid.no gemeenten, bijgestaan rioor de hoofdbesturen der organisaties, lijkt een niet le versmaden middel, om tot een resultaat te geraken, floe men cr ook over moge denken, het wil ons voorkomen, dat hier een weg wordt aangegeven, om uit den chaolischen toestand van liet oogenbiik te komen. In ieder geval zouden de gemeenten naar onze overtuiging zich wel de moeite kunnen getroosten deze ma terie ernstig te overwegen. Volgens ons inzicht bestaan er geen bezwaren om aansluiting le zoeken hij de groote lij:.en in genoemde beschouwing neer-' gelegd. Wanneer wij echter de daar naar voren gebrachte stellingen meer bij zonder gaan bezien, dan blijken er redenen te bestaan, om de voorzich tigheid niet uit het oog te verliezen, liet zal de aandacht trekken, dal van ecu kindertoeslag in het daar uitge werkte stelsel geen sprake is. Het heet, dat dc massa der werklieden daar tegen groot bezwaar heeft, de om- stnmigiheden, welke huwelijk en kin dertal bepalen, achten zij te zeer lig- <icn buiten de bcmoe'ingsmacht der overheid. Naar welke zijde hier de weerhaan wijst, voelen we. Wij mee- nen echter ten sterkste te moeken Door verstandig ttcieid verwierf zich deze in korten tijd een aanzienlijk ver mogen. In plaats van het te verspil len, gelijk dit door zoovele anderen geschiedt, belegde hij het grootste eeüeeUe daarvan in landerijen. Zoo l;ocht hij van lieverlede verscheidene Vierkante mijlen van don besten grond aan, cn begon liet plantersleven. H kocht zwarte slaven, om zijn nieuwe plantages aan te leggen. Daar hij de slaven steeds goed behandelde, werk ten zij trouw voor hem. Weldra le verden zijn plantages hem de rijkste opbrengst. In zijn rustelooze bedrij vigheid echter had de goede man ver zuimd zich een eigen huishouden te vestigen. Toen hij derhalve hoogbe jaard stierf, werd de eenige afstam meling van zijn in Frankrijk levenden broeder, Robert Beliecour, den tegenwoordige bezitter, zijn erf genaam. Nauwelijks twintig jaar oud, viel hem deze erfenis toe. Terstond brak hij op om ze te aanvaarden, liet schip, dat hem naar Amerika 'acht, leerde hij een jongen Duit- neneyt00Pman> Paul Meerveldt, ken- ijji-p meer kundigheden dan gelde in de nieuwe l to?fKrufst' hoopte ,deZC vnnntit i, Wcreld beter en spoediger vooruit te 2ullen komen daij in jjet opkomen tegen de uitdrukking: „de massa der werklieden". Men schijnt maar steeds te willen vergeten, dat er in ons dierbaar Nederlandje zoo ongeveer twee honderd twintig dui zend R. K. en Christelijk georgani seerde werklieden zijn, die voor de massa maar een schijntje onder doen en in eensgezindheid deze verre over treffen. Ook deze werklieden hebben wenschen. Tiet zou onjuist zijn te beweren. Sat enkel en alleen van kindertoeslag voor de groote gezinnen heil te ver wachten is Wij zouden, er zelfs niet tegen op zien een ander stelsel te aanvaarden, mits het beter of min stens even goed is als het huidige en onze godsdienstige overtuiging er niet bij in '1 gedrang komt. Ons vooropgezet doel is, die gezin nen, welke een zwaren levensstrijd te doorworstelen hebben, de behulpzame hand te bicden. Ook bij de hier bespro ken loonregelingen wordt naar voren gebracht, dat men de groote gezin nen wil helpen en het middel ons aan de hand gedaan is uiterst een voudig. Of liet doeltreffend zal zijn meenen wij te mogen betwijfelen. Men heeft, simple comme bonjour, liet kindertoeslagstelsel te vervangen door periodieke verhoogingen. Wie zal daar nu nog tegen zijn? Gelet op liet doel, dienen de perio dieke verhoogingen niet gering te zijn, noch in kwaliteit noch in kwantiteit integendeel men moet op het grond toon heel wat scheppen laden. Onge twijfeld bereikt men hierdoor dat ge durende de periode van toename der gezinszorgen, het inkomen zal stij gen en als men nu den moed en de duiten heeft om het minimumloon en het maximumloon maar hoog genoeg te bepalen, dan zullen de gezinnen daarvan wel profiteered Toch komt men er naar onze beschei den meening op rloze wijze niet en wel omdat de ongehuwden en de kleine ge zinnen deze periodieke verhoogingen evengoed krijgen. Daar juist zit hem de kneop waar schijnlijk wel. Bij aanvaarding van dit stelsel zullen de ongehuwden en de kleine gezinnen ztóh vermoedelijk zeer ruim kunnen bewegen. Wij misgunnen bun diit in geeme dceie, maar het gevolg hiervan zal zijn, dat de groote gezinnen in hunne omgeving den levensstandaard aanmerkelijk zien opvoe ren en weer de dupe worden. Wie dit bezwaar denkbeeldig aolit, leze hetgeen de schrijver in den aanvang zij nor uiteenzetting uit de pen laat vloeien: ..Opvoering der loonen tot een peil z.g. vok'ofeiide voor een gezin met eenige kin deren, biedt geenerlei uitkomst; op dat poil gaat immers ook direct de ongehuw de leven en dan kan de gehuwde zich niet langer op gelijken voet als hij bewe gen." Wat is dal anders, dian de erken ning onzer argumentatie? Tegen het steeds wegredeneeren van hel kindersupplelieloon gaan i,n hoofd zaak onze bezwaren. Wij R. K. hebben in deze een taak te vervullen. Laten wij blij ven ijveren voor dit stelsel, waardoor de groote gezinnen tegemoet worde gekomen. Critiek hebben we al veel gehoord, maar iets beters er voor in de plaats werd ons nog niet geboden. Strijdende voor bet toeslagstelsel, rust op ons de plicht zorg te dragen, dat de grondloonen op behoorlijk peil staan Eerst het gelijk loon voor gelijken arbeid vastgesteld krachtens het beginsel van rechtvaardigheid. Daarna kunnen wij ver der opbouwen. LOMMEN. Castricum, December 1921. Leekenrechtspraak. Prin- cipieele dienstweigeraars. Het Dienstplichtontwerp. Socialisatie- en medezeygen- schap-amendementen. Minister Ruys had een nieuw artikel in zake de rechtspraak voorgesteld, omdat er bezwaren waren gerezen, om de Raden van Beroep, welke beiast zijn met de be slissing van geschillen die uit de sociale wetgeving voortvloeien, ook te belasten met de geschillen die uit de vrijwillige ver zekering voortkomen. Deze geschillen zou den bij den burgertijken rechter thuis be- hooren. Het nieuwe artikel opende dan Ook slechts de deur om den gewonen wetgever te laten bepalen of leeken aan de rechtspraak zuilen deelnemen. De 'heeren Sasse van IJsselt, Beumer, van Rappard en Visser van IJzendoorn vreesden echter van de nieuwe redactie nieuwe geschillen. Opnieuw verscheen nu Mgr. Nolens ten tooneele en ofsohoon niet van heeler harte, stemde de Minister er in toe, dat deze tweede kwestie tot de vol gende week werd aangehouden. Met deze toestemming was de leeken rechtspraak voorloopig opgeschort. Bij het hoofdstuk Defensie, staken de anti-militairistische neigingen den kop op. Een amendement der S. D. A. P., om art. 180 te schrappen de verplichting voor alle ederlanders, daartoe in staat, om mede te werken tot handhaving der onafhankelijkheid van het Rijk en tot ver dediging van zijn grondgebied bracht het tot 17 uitsluitend roode stemmen. De Regeering nam een amendement der S. D. A. P. over, dat, gewiizigd, als volgt luidt: Bij de wet worden de voorwaarden genoemd, waarop wegens ernstige gewe tensbezwaren vrijstelling van den krijgs dienst wordt verleend. Hiermee is dus in de Grondwet neergelegd de overtuiging, dat aan principieele dienstweigeraars geen militaire dienst mag worden opgelegd. Het ligt, naar minister Ruvs mededeelde, niet in de bedoeling der Regeering de op dezen grond vrijgestelden voor hospitaal- werk enz. te gebruiken, wel zullen zit buiten het leger in bet belang van het land werkzaam gesteld worden. De heer Koithek, hiermee nog niet vol daan. wilde in art. 180 alleen de ver plichting om het land te verdedigen op lengen aan de Nederlanders, die daartoe ..lichamelijk en volgens hun geestelijke ge- Kindheid in staat" zijn. Deze begripsom schrijving was le ruim -en heeft hei slechts tot 14 stemmen gebracht. Rij do verdere behandeling van het nieuwe Dienstplichten' wern ver1-'aarte (T heer De Muralt, namens den Vrijhe'ds- Vmd, dat zijn fractie het ontwerp, zoo nis het daar lag, niet kon aanvaarden. Aan het slot zijner rede vroeg spr.. of dc minister bereid is, het contingent, (in het ontwerp 19.500 man) tot 17.600 man to verlagen en dit ontwerp geheel los te maken van do eigenlijke organi satieplannen. Zoo ja, dan zonden do Vrijhoidsbondms zich met htet voo* tel kunnen verren'g n. Zoo niet, dan roud n te Vrijheid-bonders niet verier aan fto discussies deelnemen, daar zo dan dit ontwerp zouden beschouwen als het re- siritaa' van een afspraak tusschen den minister en de rechterzijde. Tot het con tingent van 17,600 man kwam spr. loei" het contingent in de wo-'-Ool'jn C21 '09 man) te nemen, mot inachtneming van de omstandigheid, dat de diensttijd in deze wet elf jaar en in het ontwerp vijftien jaar bedraagt. Uit de rede van den hoer K. ter Daan, als woordvoerder der nocia i toa valt aan te stippen, dat hij uit de ter griff'0 gedeponeerde geheime mededeeling om trent de totaalkn tea van Let org ini ati - plan, dez; omhul ing deed, dat het eind- 1 cijfer 106 millioen gulden bedraagt. In een motie vroeg deze afgevaardigde den Minister een nauwkeurige berekening van de totale kosten, zoowol die voor ééns als voor de jaariijksche uitgaven aan de Kamer te overleggen; voorts een nood wetje voor de lichting 1922 in te die nen en ten slotte in afwachting van de vervulling van beide wenschen de discus sie over dit ontwerp te sohorsen. Aan het einde der discussies over artikel 27 komt deze motie in stemming. Woordvoerder der Katholieke fractie was bij die gelegenheid, de heer Deckers. Hij bracht den Minister hulde voor zijn voorstel. Van vermindering van be wapening kon z.i. geen sprake zijn. Spr. beriep z.ch hierbij o.a. op de Belgische daden. De Volkenbond heeft niet tot gedeeltelijke ontwapening gel;id; van de internationale arbeidersbeweging ver wachtte hij al evenmin bijzonder veel. Zijn betoog was, dat Nederland een be hoorlijke weermacht moet behouden en aan zijn ideaal voldeed het voorstel van den Minister in voldoende mate. Natuurlijk i? de eer Decker? ook zeer voor ontwapening en hij wilde n'els liever dan dat, maar het kan zóó ver nog niet gaan en daarom was het voorstel van den minister, dat het karakter droeg van een compromis, bijzonder goed en onder de huidige politieke verhoudingen het beste wat te bereiken viel. Ook do heeren Van de Laar en Kolt— hek wierpen nog een duit in 't zakje; beiden waren natuurlijk tegen de plan nen van minister Van Dijk. Bij de behandeling van het Regeerings- voorstel van Vrijdag j.l. om het moge lijk te maken, dat ook aan andoren dan 5n tie Grondwet genoemde organen veror denende bevoegdheid zal worden ver leend, betuigde de anti-rev. heer Smeenk jzijn geestdriftige instemming. I Het gaat in de richting der moderne ontwikkeling der bedrijfsorganisatie. Ook de heeren Kuiper en Marchant waren er mee ingenomen, de eerste omdat het ge legenheid schenkt tot krach'ig voortarbet- den aan de ontwikkeling der organisatie, de tweede omdat hij het in overeenstem- stning vond met de vrije ontwikkeling der 'maatschappij. Ook de heer Kolthek zou voorstemmen. Maar het amendement der S. D. A. P. inzake wettelijke regeling der socialisatie werd bestreden. De heer Marchant wilde de wetgeving niet laten dwingen in een richting, die nog moet groeien in de zich. vrij ontwikkelen de maatschappij. De heeren Smeenk en Kuiper vonden het wijzigingsvoorstel on tijdig. De Katholieke afgevaardigde ves tigde er de aandacht op, dat de socialisa- tie-kwestie onderzocht wordt dooi een Staatscommissie en dat het niet aangaat vooruit te loopen op de resultaten van een ernstig onderzoek inzake een aangelegen heid, waarover zooveel verschil van ge voelens bestaat. Wijnkoop ontdekte er tenminste geen verraad in en zou daar om maar voorstemmen.. Kolthek was er tegen, omdat hij voor de socialisatie al leen en uilsluitend heil verwacht van de zelfstandige machtsformalie der arbeiders. Rij de behandeling van het tweede amendement der S. D. A. P. bleek dat de Katholieke heer Kuyper daar tegen was. Dit amendement bedoelde medezeggen schap cier arbeiders i.n een bepaald bedrijf in het beheer zelf van dit bepaalde be drijf en dus niet naar het medezeggen schap, door den beer Kuiper voorgestaan, de medezeggenschap der organisaties ln het beheer van een geheelen bedrijfstak. De lieer Marchant kon met het amen dement vrede hebben. David Wijnkoop wilde er niets van we ten. Medezeggenschap? Geen kwestie van, de arbeiders moeten volgens dien heer, alles te zeggen hebben, Het socialisalie- amendement werd verworpen met 55 te- 0 ".iii"s 4 B. en W. van Haarlem stellen voor een raadscommissie ad hoe te benoe men om het ontwerp van wet tot wijziging der grenzen van Haarlem te onderzoeken. Die grenswijzigingsgeschiedenis is voor Haarlem van het grootste belang met niet genoeg voorzichtigheid kan die kwestie onder de oogen wor den gezien. Dat ook B. en W. van Haarlem door het voorstel deze com missie te benoemen toonen van dat gevoelen te zijn, valt niet te verwon deren. Maar ook is het een zeer moeilijke kwestie, waaraan vele, vele kanten zitten. Zooals wij het wetsontwerp, dat voor ons ligt, bezien, moeten wij tot de overtuiging komen, dat Haarlem goed zal doen deze voorstellen af te wij zen, omdat zij noch een Haarlemsch belang noch een algemeen belang zijn. En toch is het mogelijk dat, bij nadere bestudeering van alle voor- en na deden, ten slotte onze opinie zich wijzigt en annexatie werkelijk nood zakelijk en goed voor Haarlem zal blijken te zijn. Maar als wij de kwestie zoo stellen dat op het eerste gezicht de voorge stelde grenswijziging o. i. moet worden afgewezen, doch dat zij mogelijk ten slotte toch een Haarlemsch belang zou blijken te zijn, dan is daarmee tegelijk vastgelegd van hoeveel belang wij een goed onderzoek en een zuiver oordeel in de kwestie achten. Met alle waardeering nu voor de bevoegdheid van de te benoemen raadscommissie ad hoe, meenen wij dat dit eerste onderzoek niet uitslui tend aan raadsleden moet worden op gedragen, maar dat de commissie ook i moet bevatten leden uit de burgerij niet-raadsleden. Niet ten onrechte heeft de wetgever de grenswijziging van een gemeente van zooveel belang geacht, dat hij de beoordeeling daarvan niet uitslui tend aan een gemeenteraad, maar ook aan een commissie uit de burgerij wiil- dfe zien toevertrouwd. Wij hebben, er op tegen dat een raadscommissie de door den Raad en de commissie te nemen beslissing van te voren kant en klaar maakt, omdat in deze belangrijke aangelegenheid de Raad piet uitsluitend de eenig be voegde is. Nu is het mogelijk, dat later een commissie uit <ie burgerij nog eens hetzelfde werk gaat doeu wat au de raadscommissie zal doen, n.l. het bestudeerea van alle cijfers en gegevens, om daaruit een ooi-deel op te diepen. Maar tweemaal eenzelfde onderzoek is monnikenwerk. Beter is het dat de raadscommissie haar werk niet aanvangt, alvorens de commissie uit de burgerij is benoemd en zij zich daaruit dan een aantal leden assumeert die met haar de veelzijdige kwestie beziet. Dat de commissie dan een groot aantal leden zal tellen is een voordeel, omdat, naar het ons voorkomt, het noodig zal zijn haar in subcommissies te splitsen, opdat elk der subcommis sies meer speciaal één zijde van hel vraagstuk onder de oogen kan zien. Daar is bijv. de vraag of Haarlem financieel niet in een nadeelige positie zal komen; de vraag of Haarlem be hoefte heeft aan een haven en zoo ja welke haven en waar die komen moet; de kwestie of Haarlem noodzakelijk uitgebreid moet worden ten behjeve van zijn industrie; de vraag of grens wijziging noodig is met het oog op de ontwikkeling van de geheele streek, en nog vele andere vragen, die wel iswaar alle tezamen in nauw vecbaad staan, maar waarvan een afzonderlijke grondige bestudeering toch zeer ge- wuisclit is. gen 13 stemmen, die der S. D. A. P. en van v. d. Laar, en het medezeggenschap- amendement met 57 tegen de 13 hiervoor genoemde stemmen. Uit eeno nota, door den Baad van beheer van hot Centraal Verrekenkan- toor voor brandstoffen (0. V. B.) tot de deelgerechtigdea in het restitutiefonds gericht, is gebleken dat de regeering zioh verzet tegen de uitkeering van een bedrag van rond f 3.300.000, Ter toelichting hiervan diene, dat aan vankelijk op de kolenprijzen een bepaald Jbedrag werd gelegd als crediet voor Duitschland, waarvoor door dat land aan de 0. V. B. schatkistbiljetten werden afgegeven. Bedoelde biljetten werden later door Duitschland weder ingelost. De ontvan gen bedragen werden in een restitutie fonds gestort om later aan de deelge- rechtigden in dat fonds de afnemers van de kolen te worden uitgekeerd. Tengevolge van de plotseling ingetreden prijsdaling werd op den nog aanwezi gen kolenvoorraad een aanzienlijk ver lies geleden. Het bedrag van f 3.300.600,dat thans niet zal worden uitbetaald, moet dienen tot gedeeltelijke dekking van dat verlies. Een comité tot behartiging van do belangen der deelgerochtigden in hot res titutiefonds van het O. V. B. is ge- Barometerstand 773. Achteruit, OPGAVE VAN: vormd om tegen het Oentraal Verre- kenkantoor voor brandstoffen eeno rechts vordering in te stellen teneinde betaling ook van genoemde f 3.300.000,te ver krijgen. Daar ook de gemeente Haarlem deel- gerechtigde in genoemd rcetitutiefonds is, doordat voor het gas-, electriciteits- en waterleidingbedrijf brandstoffen door tus8chenkomst van het 0. V. B. werden ontvangen, komt het ons gewenscht voor dat door genoemd Oomité ook namens de gemeente Haarlem kan worden op getreden. oude vaderland. Beide jongelieden sloten zich op de reis innig bij elkander aan. Reeds voor hun aankomst in Amerika hadden zij onder elkander uitgemaakt, dat Meerveldt zijn vriend naar Florida vergezellen en bij de aanvaarding van zijn erfenis ter zijde zou staan. Dat was Bellccour's geluk. Ondanks zijn bewezen erfreent wer den hem allerlei moeilijkheden in den veg gelegd. Hij werd zelfs als op- 'ichter en erfenisjager gevangen gezet en was er na aan toe tusschen hemel en aarde aan een strop zijn leven te eindigen. Alleen aan het krachtdadig optreden van zijn vriend dan.de hij leven en vrijheid, zoowel als het eindelijk rustige bezit van zijn ert- decl. Dit was ten slotte nog aanmer kelijk grooter dan hij verwacht had. Een geheel jaar bleven de vrienden bijeen. Toen zij eindelijk scheidden Meerveldt wilde zich in New-IJork vestigen zwoeren zij elkander eeuwi ge vriendschap. Te gelijk besloten zij, deze vriendschap later door een hu welijk tusschen hunne kinderen te bezegelen. Maar ook dadelijk reeds kon Bellecour zijn vriend ten deele vergelden, wat deze voor hem gedaan had. Als de rijkste planter van Flo rida opende hij dezen een toereikend crediet, om zijne handelszaken te kun nen beginnen. Meerveldt maakte hier van zoo lang gebruik, tot hij zijn eigen crediet genoegzaam gevestigd en zich door wijze spaarzaamheid een aanzien lijk vermogen verworven had. Of schoon hij zijn vriend sinds lang niet meer noodig had, ja, door gelukkige speculaties ziin fortuin veel grooter geworden was dan dat van Bellecour, bleef hun vriendschap toch ongekrenkt Eindelijk was de tijd gekomen, dat deze door een verbintenis hunner kinderen zou bezegeld worden. Hen drik Meerveldt bevond zich op reis naar Bellecourhouse om de voor hem bestemde bruid, Bellecour's eenige dochter, te leeren kennen. Melanie zat op een ottomane en speelde met een kleinen groenen papagaai, door hem plagend een klont je suiker voor te houden en het terug te trekken als hij er naar wilde grij pen. Het spel echter spoedig moede, slingerde zij den vogel weg, zoodat hij met een angstkreet op zijn stok vluchtte. Lachend keek zij den vogel na. Zijn schrik scheen haar te ver maken. Daarop leunde zij achterover, zich met een bonten, kunstig uit pau wenvederen vervaardigden waaier verkoeling toewuivende. Haar vader had juist zijn dagblad- Iectuur geëindigd en trad op haar toe. „Maar, mon^dier papa," vroeg hij eensklaps, „wanneer zal Hendrik f Meerveldt toch eindelijk hier komen „Dat zal, naar zijn vader schrijft, we'l in de naaste weken zijn." „Hij schijnt weinig haast te hebben, om' de voor hem bestemde bruid te zien." „Deze nochtans schijnt door haat roote verlangen naar zijn aankomst zeer ongeduldig te worden." „Is dat zulk een wonder V Reeds een jaar lang spreekt gij van den voor mij bestemden bruidegom en weet zoo veel te ziinen gunste ie vertel* len dat ik wel naar hem verlangen moet." ..Goed mijne lieve Oefen echter wat geduld 1 Ook deze dagen gaan voorbij." Er ontstond een kleine pauze. Plotseling riep zij„Als hij mij evenwel niet bevalt, dan...." >,Wat dan vorschte de vader glimlachende. .„Danwilikhem niet," zeide zij gerekt, op elk woord drukkende. „Danwordt.... getoch.. zijne.... vrouw," antwoordde Bel lecour op denzelfden toon. Daarbij lachte hij schaterend. Dit scheen het verwende dochter tje erg te beleedigen. Vol ergernis sprong zij op en ging vlak voor haar vader staan. „Nooit of nimmer word ik zijne vrouw, als hij mij niet bevalt," riep zij en stampte met den voet op het mollige tapijt, dat den vloer bedekte. „Ge moetantwoordde de vader thans ernstig. „Neen, neenLiever zoek ik dan mijn armen broeder op en blijf bij hem." De vader verbleekte. Sprakeloos staarde hij het eigenzinnige kind aan. Melanie voelde den diepen indruk dien hare woorden teweeggebracht hadden. In plaats evenwel van zich weder met haar vader te verzoenen, ging zij hem voorbij naar het bin nenplein. (Wondt yiervoltfd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 1