indrukken van den dag Stadsnieuws "44ste JAARGANG No. 14024 DINSDAG 27 DECEMBER 192£ fg m 1HWM a k n DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN PER KWARTAAL 3.25 PER WEEKf 0.25 FRANCO PER POST PER KWART. BIJ VOORUITBETALING f 3.577, BUREAUX* NASSAULAAN 49, HAARLEM. TELEFOON 1426, 2741 EN 1748. POSTREKENING No. 5970. ADVERTENTIËN 35 CENTS PER REGEL. DIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. 251. MR. TROELSTRA'S KERSTWENSCH. De S.D.A P. heeft Ier viering van het Kerstfeest weer eens een congres gehouden. Het gaat er in znlke heilige dagen ouder de roode broeders en zusiers altijd heel stichtelijk toe, ge- tugie bijv. een uiting als deze. van den ,'oorziLer. den lieer Vliegen: „Vrede op aarde is nu al eeuwen en eeuwen lang een praatje geweest; de arbei dersbeweging moet zorgen, dat die woorden nu ook eens vleesch wor- len Merkwaardig, dat menschen met zulk oen mentaliteit, moderne heide nen. die voortdurend blijk geven van het wezen van het christendom niel3 te begrijpen, nog altijd voortgaan de nog christelijk voelende massa tot zich te trekken! Verleden week wezen wij op <ie politieke rede van rar. Troelstra iu de Tweede Kamer, waarmede hij de Katholieken trachtte te lokken tot samenwerking voor een nieuwe re geering in 11122 en op het afwijzend antwoord van mgr. Nolens. De roode leider laat echter niet las: op het Kerstcongres heeft hij een belangrijk deel van zijn rede aan een eventueel samengaan van socialisten en katho lieken tot de vorming van een nieu we regeering gewijd. Mr. Troelstra heeft zich daarbij weer den fantast en politieken weer haan als van ouds geloond, Zijn laat ste lioop op den ministersteek is ge vestigd op den uitslag der aanstaande verkiezingen. Dat is duidelijk merk baar aan de manier, waarop de lei der der Nederlandsche sociaal-demo cratie zich aan strooliatmea vasft- klampt. Hij stelde het voor, alsof van „Katholiek-democratische" zijde in uit zicht was gesteld, dat samenwerking niet onmogelijk was. Wanneer hij ech- ter aiwi zijn. auditorium liadl niecge- deeld, dat het katholieke Kamerlid,, de heer Ivuijpcr, niets anders dan dit had gezegd: Samengaan van katho lieken en sociaal-democraten is niet altijd en onder alle omstandigheden uitgesloten (daarbij reageerend op een uitlating %-an een ander lid over de samenstelling van de Duitsche Rijks- regeermg); dat mgr. Nolens nog eens uitdrukkelijk had verklaard: wij "ken nen geen arbeiders-, "boeren- of mid- deustandslafgevaardigden: wij kennen maar ééne Katholieke partij; wanneer de heer .Troelstra verder ter sprake had gebracht wat door de voorzit ters der chri stelij k-h ie torische-, anti- revoTutiormaire- en katholieke Kamer fracties en in zeer krasse termen door den Roomschen Minister-president over de hechtheid der christelijke co alitie en de mogelijkheid van haar in standhouding is gezegddan zou zijn gehoor over de verwach tingen van zijn leider wel anders ge dacht hebben. De heer Troelstra, die de hoop blijkbaar maar niet kan laten varen om vóór zijn dood nog den titel van Excellentie te ontvangen, moet het Ministerschap toch wel bijzonder aan lokkelijk vinden. Hoe is het anders mogelijk, dat hij in het openbaar zoo duidelijk uitdrukking kan geven aan zijn vurig verlangen, als hij zelf de wachtende teleurstelling niet kan ver zwijgen. „Samenwerking lusschen Jtoomschen en rooden aldus zag "ij ziel) verplicht te verklaren mag politiek onderonsje worden, maar 'noet steunen op het werkelijke le ven. 2ij zou moeten zijn samenwer- l:'n8 tusSchen de Katholieke en de socialistische arbeidersbeweging". Welnu, alleen hierom reeds is mr. i roots tra's opzet tot mislukking ge doemd. Ons land is gelukkig nog zoo gezond, dat er zich geen regeering behoeft te vestigen, bestaande uit de meer gematigde arbeidersverlegen- woordigers om als stootblok te staan brssehen de woelzieke uitersten van buks ear echts, die het beiden, op de omverwerping van den bestaanden staatsvorm zouden hebben gemunt. Bij zulk een toestand kan inder daad de nood wetten breken. Maar in zulk een situatie verkeert Nederland Goddank nog niet. En daar om zij voor ons de leus: streven naar Öen nieuwe, christelijke regeering, waarbij het Katholieke volk als één geheel ten strijde optrekt tegen so cialisme en liberalisme. Dat de minis- tersjas van mr. Troelslra dan nog lan ger aan den kapstok moet blijven han gen, kan pus koud laten! Plechtige uitvaart en Begrafenis van den HoogEerw. heer H. F. J. Rikraenspoel. Wel zelden zag Haarlem een begra fenis onder zoo machtige en indruk wekkende belangstelling als die van haar tweeden plebaan der nieuwe ka thedraal „Sint Bavo" den Hoogeerw. heer H. T. J. Rikmenspoel Katholiek 'Haarlem heeft zijn ple baan geëerd met al de volheid van de plechtige en ontroerende liturgie die onze Roomsche Kerk te ontplooin weet bij de uitvaart van een harer kinderen En het hoogste kerkelijk gezag zelf in dit diocees,"onze beminde Bisschop, kwam 'net H. Misoffer voor de zielerust van den overledene op dragen, met statig pontificaal cere monieel. Een ontplooiing van kerke- üjken luister, waarbij wereldsche pracht niet halen kan, een luister, die afstraalt op de hoogheid van het priesterambt niet alleen, maar op de deugden van onzen betreurden ple baan tevens. En daarbij kwamen ook de wereld lijke autoriteiten de plechtigheid nog verhoogen door hun tegenwoordig heid, een hulde, waarvoor wij allen dankbaar zijn. Hoe treffend komt ook hier weer naar voren dat God de nederigen weet te verheffen, want weinigen hadden grooter afkeer van eerbetoon, zijn persoon betuigd, dan wijlen Plebaan Rikmenspoel. Hein is nu bij 't, scheiden van de wereld vorstelijke eer bewezen door onzen Doorluchtigen Haarlem- schen Kerkvorst De overbrenging naar de kathedraal. Op eersten Kerstdag 1921 hoe herinneren zich de parochianen van Sint Bavo nog de hartelijke feestvreug de, waarvan de plebaan hen in andere jaren in de Kerstmis wist deelgenoot te maken is de plebaan voor 't laatst in zijn kathedraal gekomen ditmaal ter "uitvaart Als wilde de natuur mede treuren over het onverwachte verscheiden, hing er een grijs-grauwe lucht, waar uit "reeds van den vroegen morgen een viezige motregen neersijpelde. Geen enkel zonnestraaltje verbrak de donkere wolkenmassa's, welke steeds dikker werden, totdat om ongeveer twee uur de regen in hevige plasregens overging. Het "uur waarop de overle den Plebaan naar zijn kerk zou wor den overgebracht, naderde.... In het lijkenhuisje van de Maria- stichting, thans door het aanbrengen van zwarte draperieën tot rouwkamer ingericht, stond de nog geopende lijk kist. Onveranderd, met een kalmen, vredigen trek op het gelaat lag de overledene, de handen gevouwen om een wassen kelk, als te wachten op zijn overbrenging. Ruim half drie kwam de lijkkoets aan, waarna het deksel op de kist werd geschroefd, deze in den lijkwagen werd geplaatst en de overleden Ple baan naar zijne geliefde kathedraal werd overgebracht. Bij het afhalen van het lijk was tegenwoordig de rector H. C. J. Sondaal. Ondanks het slechte weer, waren zeer velen naar de kathedraal geko men, om de aankomst van het stoffe lijk overschot van den beminden herder af te wachten. De aanwezigen stonden zelfs tot in de zijbeuken. Even voor drieën hield de lijkwagen voor den hoofdingang der kathedraal stil, waarna de kist op een baar, geplaatst werd en vervolgens, voorafgegaan door de kapelaans der parochie, de Wel- eerw. Heeren J. Th. Jacobs, H. van Beek en G. Keizer, naar het geheel in rouw zijnde priesterkoor gedragen. Hierna werd de kist geopend, waarna kapelaan Jacobs den preekstoel be klom en met de geloovigen te zamen het rozenhoedje, de litanie van de Allerheiligste Maagd en eenige gebe den voor de zielerust van den overle dene voorbad. Daarna was er gelegenheid, een laat- sten blik te werpen op het stoffelijk overschot van den dierbaren doode. Ontelbaar velen maakten hiervan ge bruik en tot aan het aanvangsuur der Metten stroomde een groote me nigte de kathedraal binnen, om een laatste afscheid te nemen van den over ledene en een gebed voor diens ziele rust te storten. Tot 7 uur, het uur waarop de Metten aanvingen, defileerde het publiek in onafgebroken rijen langs de baar. We mogen het aantal gerust op eeni ge duizenden schatten. Om 7 uur vingen de Metten aan en ook hierbij was de belangstelling zeer groot. De Zeereerw. heer pastoor heer Th. F. Ebbinkhuijzen, regent H. A. V. IJzennans van de pa rochie Berkenrode (Heemstede) fungeerde als agens, geassisteerd door de Zeereerw. heeren pastoor H' J. J. Wentzel van Schoten en pastoor J. P. Reijnenberg, pastoor der St.- Antoniuskerk. Cantores waren de Zeereerw. heer H. van Beek, pastoor riebaan H. F. J. Rikmenspoel. van Bentveld, en de Weleerw. heer kapelaan A. J. Boks. De Uitvaart. Om half tien Maandagmorgen vin gen de Lauden aan, waarbij Z. D. H. Mgr. A. J. Callier als agens fungeer de. Presbyter-assistens was de Hoog eerw. heer Mgr. M. P. J. Möllmann, vicaris-generaal van het Bisdom Haar lem diaken een neef van den over-, ledene, de Zeereerw. Heer J. H. Scholte Reijmer, secretaris van Z. D. H. den Bisschop van Utrecht subdiaken de Zeereerw. heer pastoor F. J. Wassen, van Bennebroek. Als troondiaken fungeerdenMgr. H. J. M. Taskin, president van het groot se minarie Warmond en de hoogeerw. In het priesterkoor had de gansche hooge geestelijkheid van het Diocees plaats genomen. Wij noemen de Hoog eerw. Kanunniken Mgr. Th. J. A. Bosman, deken van Amsterdamj Mgr. P. A. F. Thier, deken en pastoor te Rotterdam H. J. Zondag, deken en pastoor te Vogelenzang, benevens l eere-kanunnik P. L. Dessens, deken en pastoor te Leiden, voorts zoo goed j als de geheele geestelijkheid van Haar- lem en omstreken. Mgr. G. H. F. Stoffels, deken van Haarlem, was door ziekte verhinderd aanwezig te zijn. Ook de recto- van het St.- Aloysiusgesticlit te Amsterdam, G. de Wolf, was aanwezig en de Zeereerw. Heer rector M. A. Thompson, oud-! hoofdredacteur van „De Maasbode." j In het priesterkoor hadden nog plaats genomen de weled. gestr. heer, Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijseen, waarn. burgemeester van Haarlem, Mr. Th. Wesstra, secretaris der ge meente Haarlem, de weled. gestr. heeren Mr. J. B. Bornans, Mr. A. Bruck, wethouders van Haarlem en en de edelachtbare heer M. L. A. Klein, lid van den gemeenteraad. De burge meester van Haarlem, de edelacht bare heer C. Maarschalk, had bericht gezonden van verhindering wegens uitstedigheid. Nog merkten wij op de leden van het Kerkbestuur, de voorzitters van het parochiaal arm- bestuur, van St.-Vincentius van het college der Kerkcollectanten, van de armèncoüectanten, het hoofd der St.- Bavo-schooldr. v. Schuijlenburch1 en familieleden van den ovreledene. De geheele, geweldige ruimte der Kathedraal was gevuld met belang- stellenden. Niet alleen was er geen zitplaats meer te bemachtigen, maar j in dichte rijen drong men op tot dichtj bij het altaar om, zoo mogelijk, niets van de plechtigheid te missen. De leden van Eerbied in Go Huis wisten op voortreffelijke wijze de orde te handhaven. Deze bleef dan ook i voorbeeldig den gehcelen dienst door. i Tijdens den dienst werden bid- prentjes ter herinnering aan den doode rondgedeeld. En onder indrukwekkende stilte ging de H. Dienst verder. Na de Lau- j den, de plechtige Pontificale H. Mis van Requiem, opgedragen door Mgr., aangrijpend van liturgische pracht en verheven beteekenis. Zacht ruisch- ten de Gregoriaansche zangen over de hoofden der duizenden, afgewis seld zoo nu en dan door het zanggebed van onzen grijzen bisschop, geest en hart opvoerend naar het eeuwige, waartoe de plechtigheid zooveel aan leiding gaf. Het H. Misoffer was ten einde. Pastoor Willenborg, oud-kapelaan van den overledene, een der meest bevoegden om over den overledene te spreken, besteeg den kansel en allen drongen naar voren, om den kdnsd Z. zeide ongeveer het volgende De Lijkrede. Beati qui non viderunt et crediderunt. Joes XX 29. Monseigneur, De dood van den Hoogwaardigen Plebaan heeft uwe Doorl. Hoog waardigheid het hoogwaardige kapittel de talrijke schare pries ters uit het Bisdom, het katholiek Haarlem en in 't bijzonder de pa rochie van Sint Bavo heden bijeen geroepen rondom de lijkbaar van dezen beminden en goeden Herder. Wanneer sterven in onderwer ping aan Gods H. Wil of zooals de Plebaan tijdens zijn ziekte teekens ons in zijn eigen welsprekendheid getuigde in patientiad poeniten- tiam in geduld tot boete de laatste en ook de grootste daad van een christen is dan ondergaan wij allen in dit heilig en verheven uur zijner uitvaart den machtigen in vloed van deze grootste daad, van zijn heerlijken dood. Zooals in zijn leven zoo ook in zijn dood is hij de groote man, die aller aandacht tot zich getrokken en zoovele harten gewonnen heeft. Maar neen, indien ik heden naar het hart van den Plebaan spreken moet, mag de lijkrede geen lofrede zijn, maar een woord van dankbare gedachtenis en hartelijke opwekking worden. Wie toch was er meer af- keerig van hulde aan zijn persoon gebracht, dan deze apostelziel, die huiverde voor elke waardigheid hem op de schouders gelegd en bijna walgde van een feestviering om zijn persoon. De geest van den Apostel Paulus op den Zondag vóór Zijn dood ons voor gehouden leefde in hemmen be- schouwe ons als dienaren van Christus en uitdeelers van Gods Geheimen. Zoo zagen wij onzen Plebaan er daarom den eerste en meest bedrijvige bij alle kerkelijke feesten en plechtigheden, de eerste op alle dagen des jaars 's morgens vroeg in de Kathedraal, altijd altijd en onmiddellijk en met drift van ijver werkzaam en waakzaam bij de uitdeeiing van Gods Geheimenissen in biechtstoel en bijde communiebank. Welnu van de uitdeelers wordt gevorderd dat ieder trouw gevonden worde. Dierbare parochianen van Sint Bavo Gij zijt de getuigen hoe trouw en ver trouwelijk deze Herder u geweid heeft eiken Zondag in de H. Mi's van negen uur en den eersten Zondag van de maand in de Hoogmis wanneer hij u voedde met het Woord Gods bij de onderrichtingen met zijne eigen aardige, eenvoudige, hartelijke en soms speelsche welsprekendheid, bij de predikaties met een geestdrift en opgetogenheid van ziel, met breedheid van geluid en gebaar, die zoo geweldig somtijds het bewustzijn en den wil openbaarde men beschouwe mij als dienaar van Christus. Want voor Chris tus vervul ik mijne zending alsof God door mij vermaant. Van de uitdeelers wordt gevorderd dat ieder trouw bevonden worde, trouw tot in den dood. Het is immers diezelfde trouw, die hem nog bij mijn laatste bezoek deed zuchten, terwijl hij niet dacht aan den dood, maar aan zijn terugkeer m de kathedraal, deze Kerstdagen niet meer te kunnen biechthooren, de Nachtmis niet te kunnen doen, met Oude en Nieuwe jaar niet meer te kunnen toespreken. O ja, daaraan was hij gehecht met den trouw van een goeoen Herder. En toch bij dat alles kon hij met den groo- ten Apostel Paulus getuigen. „Ik voor mij echter hecht er niet veel waarde aan (liet is of wij den Plebaan hooren spreken met zijn groot geluid of zien optreden met zijn som tijds onstuimig gebaar) ik voor mij hecht er niet veei waarde aan, dat ik door u of door een menschelijk gerecht geoordeeld word. Ja, ik oordeel mij zelf niet eens want al ben ik mij zelven niets bewust, toch ben ik daarom nog niet gerechtvaardigd die mij echter oordeelt is de Heer, wilt daarom niet oordeeien vóór den tijd, totdat de Heer komt, die ook hetgeen in de duisternis verborgen is aan het licht brengen en de inzichten des harten openbaren zal. En dan zal aan ieder de verdiende lof geschonken worden door God." Hoe dikwijls toch konden wij, kapelaans, den Plebaan in de moei lijke tijden, die ook deze priester doorleefde, met diepe overtuiging hooren verzuchtenCor humanum profundissimum mysterium het men schelijk hart, is 'n allerdiepst geheim. In dit allerdiepst geheim ligt de ver klaring dat hij, die het hart op de tong had, die de ziel was in elk gezelschap, die in alle huisgezinnen der parochie kon binnenkomen en verwelkomd werd en gevierd werd ia op de han den gedragen werd als een huisgenoot en vader, toch zich gevoelen kon als een vreemdeling en bijwoner, als een, die niet gekend en erkend werd door de menschen. Maar, gelukkige doode, dierbare Ple baan, hoe troostvol moet U hebben toegeklonken het woord, op den dag van uw sterven, den feestdag van den H. Apostel Thomas, door de H. Kerk in de Epistelles gesproken Broeder, Gij zijt niet meer vreemdeling en bij wóner, maar gij zijt medeburger der Heiligen en huisgenoot Gods, opge bouwd op den grondslag der Aposte len en Profeten, terwijl Christus Jezus zelf de voornaamste hoeksteen is. Op Hem is het gebouw (de kerk) op getrokken en het rijst op tot een hei ligen tempel van den Heer, waarin ook gij wordt opgebouwd tot een woning Gods door den Heiligen Geest. O dierbare doode, hoe wenschen en hoe bidden wij U dit hemelsch geluk die Zaligheid ten volle toe en wij doen dit met zooveel vertrou wen om den gelukwensch uit den mond van den Goddelijken Meester, die op den dag van uw sterven, ook tot U geklonken heeftBeati, qui non viderunt et crediderunt. Zalig degenen die niet gezien en geloofd hebben. Wij allen toch kennen U als den man van het eenvoudig-kinderlijk-oprecht geloofvan het geloof, dat niet den steun van redeneering en allerhande bewijzen vroeg, maar dat uit God ge boren, uit en in het Goddelijk Woord Zijn voedsel vond. Van dat geloof, wat Sint Paulus noemde: Speranda- rum Substantia rerum, argumentum non apparentium den grond van de dingen die gehoopt worden, de vaste overtuiging van datgene wat niet ge zien wordt. Zalig degenen die niet gezien en geloofd hebben niet alleen in de eeuwigheid, ook in d.en tijd. Uw gelukkigste uren warenimmers die, waarin uw geloof in volle kracht zich uiten kon, en hoe straalde dan het geluk uwer ziel uit in dat blijmoedig Godsvertrouwen, dat zich nooit ver loochende, maar altijd groeide naar mate angstige zielen meer vertrouwe lijk hun'hart bij U kwamen uitstorten aan het ziekbed of in den biechtstoel of bij welke ontmoeting ooken geen enkele, neen geen een.Mie zijn hart bij U kwam uitklagen, bleef zonder troost, zonder opbeuring, zonder be moediging, ja, met een lach om den mond "én blijen scherts hebt U zooveel tranen gedroogd, zooveel zwakken gesterkt, zooveel moedeloozen ver kwikt, zooveel beproefden en wedu wen, en de arme, arme kinderen van den Heibloem vooral vol hoop en moed en levenslust van U laten heengaan. Beati, qui non viderunt, et credide runt Zalig degenen, die niet gezien en geloofd hebben. Wie der parochi anen herinnert zich niet met ont roering den dag der plechtige H. Com munie, waarop U al uw kinderen rondom U plaatste op het altaar en na de geloofsbelijdenis en vernieu wing van de doopbeloften in kortt vragen nog eens alles samenvatte Kinderen, verzaakt gij den duivel Wij verzaken, was het antwoord uit alle kindermonden. Verzaakt gij de werken van den duivel. Wij verzaken. Verzaakt gij de ijdelheden van den duivel V Wij verzaken. En nu kinderen een laatste en ge wichtige vraagKinderen, wilt gij liever sterven, dan God met een dood zonde beleedigen V „Wij willen liever sterven." Danlc u, kinderen Niet waar, parochianen, nog hooren wij den diepen hartelijken toon van dit „Dank u" kinderen, en wij zien nog een traan van vreugde en innig geluk in zijn oogen. Beati qui non viderunt et credi derunt. Zalig degenen, die raet gezien en geloofd hebben. De waardigheid zijner houding en gebaren aan het Altaar, die hem zoo ter harte ging, dat hij de gewoonte had om in elke priester retraite de rubrieken der H. Mis te lezen en te overwegen, de ijver, die tot geestdrift kon geraken in zijn vele kerkelijk bedieningen, waaraan bij nooit één enkele verzuimde maar plicht getrouw verrichtte, liever een uur te vroeg, dan een minuut te iaat, de nauwkeu righeid en dit studium puichritudinis in de zakeiijk-finantieeie aangelegen heden van zijn beneer zijn eerbied voor het gezag, tii» huiveren kon en den grooten mam somtijds gaf de schuchtere bange te- derneid van het kind tenslotte u» vreeze voor den dood die hem in plotselinge gevailen zoozeer aangrij pen kon, die niet anders was dan ti« vreeze voor de majesteit van God, die hem bang kon maken om priestei te worden in de dagen voor zijn pries terwijding dit alles, en nog vee;, meer zijn de helle, felle straien van dat lichtend geloof, dat hein bezielde geheel zijn leven door dat hem stem pelde tot een man van geloof en blij moedig Godsvertrouwen en hem ten slotte als laatste woord eenige minuten vóór zijn dood deed spreken in vol bewustzijn „In te, Domine, speravi non con- fundar in aeternum." „Op U Heer heb ik gehoopt, ik zal niet wankeien in eeuwigheid." O benijdenswaardig, heerlijk ster- venJa zang degenen, die niel gezien en geloofd hebben. In dit zelfde groot geloof leven en sterven willen wij allen. En met 't oog op 't leven en sterver van onzen grooten beminden Plebaan valt het ons gemakkelijk en is het ons een aangename plicht van dank baarheid en liefde de vermaning van den grooten Apostel Paulus op te volgenGedenkt uwe oversten, die U het woord Gods verkondigd hebben, beschouwt het uiteinoe van hunnen wandel en volgt hun geiooi na." Neen, dierbare doode, vergeten kun nen wij U niet, vergeten willen wij U nietreken op ons memento. Wij zullen U gedenken bij het mis offer en in onze gebeden en tot ver meerdering uwer glorie, uw leven en sterven herdenken en navolgen in onwankelbaar geloof en blijmoedig Godsvertrouwen. Amen. De begrafenis, Nadat de plechtige absoute was gegeven, werd de Bisschop pontifica- liter naar de sacristie geleid. Dan werd de kist gesloten en door de dra gers door het middenpad tusschen dichte rijen geloovigen naar buiten gedragen. Door den "hoofdingang ver liet Plebaan Rikmenspoel zijn kalhe- draal, die hem zoo lief was tijdons liG leven, In de omgeving van de kathe draal was een groote menigte, die wachtte tot de stoet zich in beweging stelde. Om ongeveer 12 uur vetrok zij van de pastorie, gevolgd door een achttal volgrijtu.gen waarin de gees telijke en wereldlijke autoriteiten had den plaats genomen. De stoet ging langs Leidsche Vaart, Raamvest, Groote Houtstraat, Sme- destraat, Koningstraat en Kruisweg langs de woning van den vicaris-gene raal van het bisdom, waar de gordijnen ten teeken van rouw waren neergela ten en vervolgens naar de R. K. begraafplaats. Reeds lang vóór de stoet op het kerkhof kon zijn, bewoog zich een groote menigte menschen in de rich ting van het kerkhof „St.-Barbara." Langs den weg, welken de stoet volg de, stonden vele belangstellenden geschaard. Op het kerkhof zelf waren ontelbaar velen. Aan beide zijden van het inrijpad van het hek tot de kapel stonden de menschen in vier-, vijf rijen achter elkaar geschaard, ter wijl rondom het wachtende graf, naast de priestergraven achter de kapel gelegen, eveneens dichte rijen belangstellenden stonden. Onder de velen merkten wij nog op behalve de reeds genoemden, het raadslid den lieer W. J. B. van Liemt en notaris A. J. C. Daamen Tegen een uur kwam de stoet op de beeraafolaats aan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 1