indrukken van den dag
Stadsnieuws
"44ste JAARGANG No. 14024
DINSDAG 27 DECEMBER 192£
fg m 1HWM a k n
DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN
PER KWARTAAL 3.25
PER WEEKf 0.25
FRANCO PER POST PER KWART. BIJ VOORUITBETALING f 3.577,
BUREAUX*
NASSAULAAN 49, HAARLEM. TELEFOON 1426, 2741 EN 1748.
POSTREKENING No. 5970.
ADVERTENTIËN 35 CENTS PER REGEL.
DIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
251.
MR. TROELSTRA'S
KERSTWENSCH.
De S.D.A P. heeft Ier viering van
het Kerstfeest weer eens een congres
gehouden. Het gaat er in znlke heilige
dagen ouder de roode broeders en
zusiers altijd heel stichtelijk toe, ge-
tugie bijv. een uiting als deze. van den
,'oorziLer. den lieer Vliegen: „Vrede
op aarde is nu al eeuwen en eeuwen
lang een praatje geweest; de arbei
dersbeweging moet zorgen, dat die
woorden nu ook eens vleesch wor-
len
Merkwaardig, dat menschen met
zulk oen mentaliteit, moderne heide
nen. die voortdurend blijk geven van
het wezen van het christendom niel3
te begrijpen, nog altijd voortgaan de
nog christelijk voelende massa tot zich
te trekken! Verleden week wezen wij
op <ie politieke rede van rar. Troelstra
iu de Tweede Kamer, waarmede hij
de Katholieken trachtte te lokken tot
samenwerking voor een nieuwe re
geering in 11122 en op het afwijzend
antwoord van mgr. Nolens. De roode
leider laat echter niet las: op het
Kerstcongres heeft hij een belangrijk
deel van zijn rede aan een eventueel
samengaan van socialisten en katho
lieken tot de vorming van een nieu
we regeering gewijd.
Mr. Troelstra heeft zich daarbij
weer den fantast en politieken weer
haan als van ouds geloond, Zijn laat
ste lioop op den ministersteek is ge
vestigd op den uitslag der aanstaande
verkiezingen. Dat is duidelijk merk
baar aan de manier, waarop de lei
der der Nederlandsche sociaal-demo
cratie zich aan strooliatmea vasft-
klampt. Hij stelde het voor, alsof van
„Katholiek-democratische" zijde in uit
zicht was gesteld, dat samenwerking
niet onmogelijk was. Wanneer hij ech-
ter aiwi zijn. auditorium liadl niecge-
deeld, dat het katholieke Kamerlid,,
de heer Ivuijpcr, niets anders dan dit
had gezegd: Samengaan van katho
lieken en sociaal-democraten is niet
altijd en onder alle omstandigheden
uitgesloten (daarbij reageerend op een
uitlating %-an een ander lid over de
samenstelling van de Duitsche Rijks-
regeermg); dat mgr. Nolens nog eens
uitdrukkelijk had verklaard: wij "ken
nen geen arbeiders-, "boeren- of mid-
deustandslafgevaardigden: wij kennen
maar ééne Katholieke partij; wanneer
de heer .Troelstra verder ter sprake
had gebracht wat door de voorzit
ters der chri stelij k-h ie torische-, anti-
revoTutiormaire- en katholieke Kamer
fracties en in zeer krasse termen door
den Roomschen Minister-president
over de hechtheid der christelijke co
alitie en de mogelijkheid van haar
in standhouding is gezegddan
zou zijn gehoor over de verwach
tingen van zijn leider wel anders ge
dacht hebben.
De heer Troelstra, die de hoop
blijkbaar maar niet kan laten varen
om vóór zijn dood nog den titel van
Excellentie te ontvangen, moet het
Ministerschap toch wel bijzonder aan
lokkelijk vinden. Hoe is het anders
mogelijk, dat hij in het openbaar zoo
duidelijk uitdrukking kan geven aan
zijn vurig verlangen, als hij zelf de
wachtende teleurstelling niet kan ver
zwijgen. „Samenwerking lusschen
Jtoomschen en rooden aldus zag
"ij ziel) verplicht te verklaren mag
politiek onderonsje worden, maar
'noet steunen op het werkelijke le
ven. 2ij zou moeten zijn samenwer-
l:'n8 tusSchen de Katholieke en de
socialistische arbeidersbeweging".
Welnu, alleen hierom reeds is mr.
i roots tra's opzet tot mislukking ge
doemd. Ons land is gelukkig nog zoo
gezond, dat er zich geen regeering
behoeft te vestigen, bestaande uit
de meer gematigde arbeidersverlegen-
woordigers om als stootblok te staan
brssehen de woelzieke uitersten van
buks ear echts, die het beiden, op
de omverwerping van den bestaanden
staatsvorm zouden hebben gemunt.
Bij zulk een toestand kan inder
daad de nood wetten breken.
Maar in zulk een situatie verkeert
Nederland Goddank nog niet. En daar
om zij voor ons de leus: streven naar
Öen nieuwe, christelijke regeering,
waarbij het Katholieke volk als één
geheel ten strijde optrekt tegen so
cialisme en liberalisme. Dat de minis-
tersjas van mr. Troelslra dan nog lan
ger aan den kapstok moet blijven han
gen, kan pus koud laten!
Plechtige uitvaart en Begrafenis
van den HoogEerw. heer H. F. J.
Rikraenspoel.
Wel zelden zag Haarlem een begra
fenis onder zoo machtige en indruk
wekkende belangstelling als die van
haar tweeden plebaan der nieuwe ka
thedraal „Sint Bavo" den Hoogeerw.
heer H. T. J. Rikmenspoel
Katholiek 'Haarlem heeft zijn ple
baan geëerd met al de volheid van de
plechtige en ontroerende liturgie die
onze Roomsche Kerk te ontplooin
weet bij de uitvaart van een harer
kinderen En het hoogste kerkelijk
gezag zelf in dit diocees,"onze beminde
Bisschop, kwam 'net H. Misoffer voor
de zielerust van den overledene op
dragen, met statig pontificaal cere
monieel. Een ontplooiing van kerke-
üjken luister, waarbij wereldsche
pracht niet halen kan, een luister,
die afstraalt op de hoogheid van het
priesterambt niet alleen, maar op de
deugden van onzen betreurden ple
baan tevens.
En daarbij kwamen ook de wereld
lijke autoriteiten de plechtigheid nog
verhoogen door hun tegenwoordig
heid, een hulde, waarvoor wij allen
dankbaar zijn.
Hoe treffend komt ook hier weer
naar voren dat God de nederigen weet
te verheffen, want weinigen hadden
grooter afkeer van eerbetoon, zijn
persoon betuigd, dan wijlen Plebaan
Rikmenspoel. Hein is nu bij 't, scheiden
van de wereld vorstelijke eer bewezen
door onzen Doorluchtigen Haarlem-
schen Kerkvorst
De overbrenging
naar de kathedraal.
Op eersten Kerstdag 1921 hoe
herinneren zich de parochianen van
Sint Bavo nog de hartelijke feestvreug
de, waarvan de plebaan hen in andere
jaren in de Kerstmis wist deelgenoot
te maken is de plebaan voor 't
laatst in zijn kathedraal gekomen
ditmaal ter "uitvaart
Als wilde de natuur mede treuren
over het onverwachte verscheiden,
hing er een grijs-grauwe lucht, waar
uit "reeds van den vroegen morgen
een viezige motregen neersijpelde.
Geen enkel zonnestraaltje verbrak de
donkere wolkenmassa's, welke steeds
dikker werden, totdat om ongeveer
twee uur de regen in hevige plasregens
overging. Het "uur waarop de overle
den Plebaan naar zijn kerk zou wor
den overgebracht, naderde....
In het lijkenhuisje van de Maria-
stichting, thans door het aanbrengen
van zwarte draperieën tot rouwkamer
ingericht, stond de nog geopende lijk
kist. Onveranderd, met een kalmen,
vredigen trek op het gelaat lag de
overledene, de handen gevouwen om
een wassen kelk, als te wachten op
zijn overbrenging.
Ruim half drie kwam de lijkkoets
aan, waarna het deksel op de kist
werd geschroefd, deze in den lijkwagen
werd geplaatst en de overleden Ple
baan naar zijne geliefde kathedraal
werd overgebracht.
Bij het afhalen van het lijk was
tegenwoordig de rector H. C. J.
Sondaal.
Ondanks het slechte weer, waren
zeer velen naar de kathedraal geko
men, om de aankomst van het stoffe
lijk overschot van den beminden
herder af te wachten. De aanwezigen
stonden zelfs tot in de zijbeuken. Even
voor drieën hield de lijkwagen voor
den hoofdingang der kathedraal stil,
waarna de kist op een baar, geplaatst
werd en vervolgens, voorafgegaan door
de kapelaans der parochie, de Wel-
eerw. Heeren J. Th. Jacobs, H. van
Beek en G. Keizer, naar het geheel in
rouw zijnde priesterkoor gedragen.
Hierna werd de kist geopend, waarna
kapelaan Jacobs den preekstoel be
klom en met de geloovigen te zamen
het rozenhoedje, de litanie van de
Allerheiligste Maagd en eenige gebe
den voor de zielerust van den overle
dene voorbad.
Daarna was er gelegenheid, een laat-
sten blik te werpen op het stoffelijk
overschot van den dierbaren doode.
Ontelbaar velen maakten hiervan ge
bruik en tot aan het aanvangsuur
der Metten stroomde een groote me
nigte de kathedraal binnen, om een
laatste afscheid te nemen van den over
ledene en een gebed voor diens ziele
rust te storten.
Tot 7 uur, het uur waarop de Metten
aanvingen, defileerde het publiek in
onafgebroken rijen langs de baar.
We mogen het aantal gerust op eeni
ge duizenden schatten.
Om 7 uur vingen de Metten aan
en ook hierbij was de belangstelling
zeer groot. De Zeereerw. heer pastoor
heer Th. F. Ebbinkhuijzen, regent
H. A. V. IJzennans van de pa
rochie Berkenrode (Heemstede)
fungeerde als agens, geassisteerd door
de Zeereerw. heeren pastoor H' J. J.
Wentzel van Schoten en pastoor
J. P. Reijnenberg, pastoor der St.-
Antoniuskerk. Cantores waren de
Zeereerw. heer H. van Beek, pastoor
riebaan H. F. J. Rikmenspoel.
van Bentveld, en de Weleerw. heer
kapelaan A. J. Boks.
De Uitvaart.
Om half tien Maandagmorgen vin
gen de Lauden aan, waarbij Z. D. H.
Mgr. A. J. Callier als agens fungeer
de. Presbyter-assistens was de Hoog
eerw. heer Mgr. M. P. J. Möllmann,
vicaris-generaal van het Bisdom Haar
lem diaken een neef van den over-,
ledene, de Zeereerw. Heer J. H.
Scholte Reijmer, secretaris van
Z. D. H. den Bisschop van Utrecht
subdiaken de Zeereerw. heer pastoor
F. J. Wassen, van Bennebroek. Als
troondiaken fungeerdenMgr. H. J. M.
Taskin, president van het groot se
minarie Warmond en de hoogeerw.
In het priesterkoor had de gansche
hooge geestelijkheid van het Diocees
plaats genomen. Wij noemen de Hoog
eerw. Kanunniken Mgr. Th. J. A.
Bosman, deken van Amsterdamj
Mgr. P. A. F. Thier, deken en pastoor
te Rotterdam H. J. Zondag, deken en
pastoor te Vogelenzang, benevens l
eere-kanunnik P. L. Dessens, deken
en pastoor te Leiden, voorts zoo goed j
als de geheele geestelijkheid van Haar-
lem en omstreken. Mgr. G. H. F.
Stoffels, deken van Haarlem, was
door ziekte verhinderd aanwezig te
zijn. Ook de recto- van het St.-
Aloysiusgesticlit te Amsterdam, G.
de Wolf, was aanwezig en de Zeereerw.
Heer rector M. A. Thompson, oud-!
hoofdredacteur van „De Maasbode." j
In het priesterkoor hadden nog
plaats genomen de weled. gestr. heer,
Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijseen,
waarn. burgemeester van Haarlem,
Mr. Th. Wesstra, secretaris der ge
meente Haarlem, de weled. gestr.
heeren Mr. J. B. Bornans, Mr. A.
Bruck, wethouders van Haarlem en
en de edelachtbare heer M. L. A. Klein,
lid van den gemeenteraad. De burge
meester van Haarlem, de edelacht
bare heer C. Maarschalk, had bericht
gezonden van verhindering wegens
uitstedigheid. Nog merkten wij op
de leden van het Kerkbestuur, de
voorzitters van het parochiaal arm-
bestuur, van St.-Vincentius van het
college der Kerkcollectanten, van de
armèncoüectanten, het hoofd der St.-
Bavo-schooldr. v. Schuijlenburch1
en familieleden van den ovreledene.
De geheele, geweldige ruimte der
Kathedraal was gevuld met belang-
stellenden. Niet alleen was er geen
zitplaats meer te bemachtigen, maar j
in dichte rijen drong men op tot dichtj
bij het altaar om, zoo mogelijk, niets
van de plechtigheid te missen.
De leden van Eerbied in Go Huis
wisten op voortreffelijke wijze de orde
te handhaven. Deze bleef dan ook i
voorbeeldig den gehcelen dienst door. i
Tijdens den dienst werden bid-
prentjes ter herinnering aan den doode
rondgedeeld.
En onder indrukwekkende stilte
ging de H. Dienst verder. Na de Lau- j
den, de plechtige Pontificale H. Mis
van Requiem, opgedragen door Mgr.,
aangrijpend van liturgische pracht
en verheven beteekenis. Zacht ruisch-
ten de Gregoriaansche zangen over
de hoofden der duizenden, afgewis
seld zoo nu en dan door het zanggebed
van onzen grijzen bisschop, geest
en hart opvoerend naar het eeuwige,
waartoe de plechtigheid zooveel aan
leiding gaf.
Het H. Misoffer was ten einde.
Pastoor Willenborg, oud-kapelaan
van den overledene, een der meest
bevoegden om over den overledene
te spreken, besteeg den kansel en
allen drongen naar voren, om den
kdnsd
Z. zeide ongeveer het volgende
De Lijkrede.
Beati qui non viderunt
et crediderunt.
Joes XX 29.
Monseigneur,
De dood van den Hoogwaardigen
Plebaan heeft uwe Doorl. Hoog
waardigheid het hoogwaardige
kapittel de talrijke schare pries
ters uit het Bisdom, het katholiek
Haarlem en in 't bijzonder de pa
rochie van Sint Bavo heden bijeen
geroepen rondom de lijkbaar van
dezen beminden en goeden Herder.
Wanneer sterven in onderwer
ping aan Gods H. Wil of zooals
de Plebaan tijdens zijn ziekte teekens
ons in zijn eigen welsprekendheid
getuigde in patientiad poeniten-
tiam in geduld tot boete de
laatste en ook de grootste daad van
een christen is dan ondergaan wij
allen in dit heilig en verheven uur
zijner uitvaart den machtigen in
vloed van deze grootste daad, van
zijn heerlijken dood. Zooals in zijn
leven zoo ook in zijn dood is hij de
groote man, die aller aandacht tot
zich getrokken en zoovele harten
gewonnen heeft.
Maar neen, indien ik heden naar
het hart van den Plebaan spreken
moet, mag de lijkrede geen lofrede
zijn, maar een woord van dankbare
gedachtenis en hartelijke opwekking
worden. Wie toch was er meer af-
keerig van hulde aan zijn persoon
gebracht, dan deze apostelziel, die
huiverde voor elke waardigheid hem
op de schouders gelegd en bijna walgde
van een feestviering om zijn persoon.
De geest van den Apostel Paulus op
den Zondag vóór Zijn dood ons voor
gehouden leefde in hemmen be-
schouwe ons als dienaren van Christus
en uitdeelers van Gods Geheimen. Zoo
zagen wij onzen Plebaan er daarom
den eerste en meest bedrijvige bij alle
kerkelijke feesten en plechtigheden,
de eerste op alle dagen des jaars 's
morgens vroeg in de Kathedraal, altijd
altijd en onmiddellijk en met drift
van ijver werkzaam en waakzaam bij
de uitdeeiing van Gods Geheimenissen
in biechtstoel en bijde communiebank.
Welnu van de uitdeelers wordt
gevorderd dat ieder trouw gevonden
worde.
Dierbare parochianen van Sint Bavo
Gij zijt de getuigen hoe trouw en ver
trouwelijk deze Herder u geweid heeft
eiken Zondag in de H. Mi's van negen
uur en den eersten Zondag van de
maand in de Hoogmis wanneer hij
u voedde met het Woord Gods bij
de onderrichtingen met zijne eigen
aardige, eenvoudige, hartelijke en
soms speelsche welsprekendheid, bij
de predikaties met een geestdrift en
opgetogenheid van ziel, met breedheid
van geluid en gebaar, die zoo geweldig
somtijds het bewustzijn en den wil
openbaarde men beschouwe mij als
dienaar van Christus. Want voor Chris
tus vervul ik mijne zending alsof God
door mij vermaant.
Van de uitdeelers wordt gevorderd
dat ieder trouw bevonden worde,
trouw tot in den dood.
Het is immers diezelfde trouw, die
hem nog bij mijn laatste bezoek deed
zuchten, terwijl hij niet dacht aan
den dood, maar aan zijn terugkeer
m de kathedraal, deze Kerstdagen
niet meer te kunnen biechthooren, de
Nachtmis niet te kunnen doen, met
Oude en Nieuwe jaar niet meer te
kunnen toespreken.
O ja, daaraan was hij gehecht met
den trouw van een goeoen Herder. En
toch bij dat alles kon hij met den groo-
ten Apostel Paulus getuigen.
„Ik voor mij echter hecht er niet
veel waarde aan (liet is of wij den
Plebaan hooren spreken met zijn groot
geluid of zien optreden met zijn som
tijds onstuimig gebaar) ik voor mij
hecht er niet veei waarde aan, dat ik
door u of door een menschelijk gerecht
geoordeeld word. Ja, ik oordeel mij
zelf niet eens want al ben ik mij zelven
niets bewust, toch ben ik daarom nog
niet gerechtvaardigd die mij echter
oordeelt is de Heer, wilt daarom niet
oordeeien vóór den tijd, totdat de Heer
komt, die ook hetgeen in de duisternis
verborgen is aan het licht brengen en
de inzichten des harten openbaren
zal. En dan zal aan ieder de verdiende
lof geschonken worden door God."
Hoe dikwijls toch konden wij,
kapelaans, den Plebaan in de moei
lijke tijden, die ook deze priester
doorleefde, met diepe overtuiging
hooren verzuchtenCor humanum
profundissimum mysterium het men
schelijk hart, is 'n allerdiepst geheim.
In dit allerdiepst geheim ligt de ver
klaring dat hij, die het hart op de tong
had, die de ziel was in elk gezelschap,
die in alle huisgezinnen der parochie
kon binnenkomen en verwelkomd
werd en gevierd werd ia op de han
den gedragen werd als een huisgenoot
en vader, toch zich gevoelen kon
als een vreemdeling en bijwoner, als
een, die niet gekend en erkend werd
door de menschen.
Maar, gelukkige doode, dierbare Ple
baan, hoe troostvol moet U hebben
toegeklonken het woord, op den dag
van uw sterven, den feestdag van den
H. Apostel Thomas, door de H. Kerk
in de Epistelles gesproken Broeder,
Gij zijt niet meer vreemdeling en bij
wóner, maar gij zijt medeburger der
Heiligen en huisgenoot Gods, opge
bouwd op den grondslag der Aposte
len en Profeten, terwijl Christus Jezus
zelf de voornaamste hoeksteen is.
Op Hem is het gebouw (de kerk) op
getrokken en het rijst op tot een hei
ligen tempel van den Heer, waarin
ook gij wordt opgebouwd tot een
woning Gods door den Heiligen Geest.
O dierbare doode, hoe wenschen
en hoe bidden wij U dit hemelsch
geluk die Zaligheid ten volle toe
en wij doen dit met zooveel vertrou
wen om den gelukwensch uit den mond
van den Goddelijken Meester, die op
den dag van uw sterven, ook tot U
geklonken heeftBeati, qui non
viderunt et crediderunt. Zalig degenen
die niet gezien en geloofd hebben.
Wij allen toch kennen U als den man
van het eenvoudig-kinderlijk-oprecht
geloofvan het geloof, dat niet den
steun van redeneering en allerhande
bewijzen vroeg, maar dat uit God ge
boren, uit en in het Goddelijk Woord
Zijn voedsel vond. Van dat geloof,
wat Sint Paulus noemde: Speranda-
rum Substantia rerum, argumentum
non apparentium den grond van de
dingen die gehoopt worden, de vaste
overtuiging van datgene wat niet ge
zien wordt. Zalig degenen die niet
gezien en geloofd hebben niet alleen
in de eeuwigheid, ook in d.en tijd.
Uw gelukkigste uren warenimmers
die, waarin uw geloof in volle kracht
zich uiten kon, en hoe straalde dan het
geluk uwer ziel uit in dat blijmoedig
Godsvertrouwen, dat zich nooit ver
loochende, maar altijd groeide naar
mate angstige zielen meer vertrouwe
lijk hun'hart bij U kwamen uitstorten
aan het ziekbed of in den biechtstoel
of bij welke ontmoeting ooken geen
enkele, neen geen een.Mie zijn hart
bij U kwam uitklagen, bleef zonder
troost, zonder opbeuring, zonder be
moediging, ja, met een lach om den
mond "én blijen scherts hebt U zooveel
tranen gedroogd, zooveel zwakken
gesterkt, zooveel moedeloozen ver
kwikt, zooveel beproefden en wedu
wen, en de arme, arme kinderen van
den Heibloem vooral vol hoop en moed
en levenslust van U laten heengaan.
Beati, qui non viderunt, et credide
runt Zalig degenen, die niet gezien
en geloofd hebben. Wie der parochi
anen herinnert zich niet met ont
roering den dag der plechtige H. Com
munie, waarop U al uw kinderen
rondom U plaatste op het altaar en
na de geloofsbelijdenis en vernieu
wing van de doopbeloften in kortt
vragen nog eens alles samenvatte
Kinderen, verzaakt gij den duivel
Wij verzaken, was het antwoord
uit alle kindermonden.
Verzaakt gij de werken van den
duivel. Wij verzaken.
Verzaakt gij de ijdelheden van den
duivel V
Wij verzaken.
En nu kinderen een laatste en ge
wichtige vraagKinderen, wilt gij
liever sterven, dan God met een dood
zonde beleedigen V
„Wij willen liever sterven."
Danlc u, kinderen
Niet waar, parochianen, nog hooren
wij den diepen hartelijken toon van
dit „Dank u" kinderen, en wij zien
nog een traan van vreugde en innig
geluk in zijn oogen.
Beati qui non viderunt et credi
derunt. Zalig degenen, die raet gezien
en geloofd hebben.
De waardigheid zijner houding en
gebaren aan het Altaar, die hem zoo
ter harte ging, dat hij de gewoonte
had om in elke priester retraite de
rubrieken der H. Mis te lezen en te
overwegen, de ijver, die tot geestdrift
kon geraken in zijn vele kerkelijk
bedieningen, waaraan bij nooit één
enkele verzuimde maar plicht getrouw
verrichtte, liever een uur te vroeg,
dan een minuut te iaat, de nauwkeu
righeid en dit studium puichritudinis
in de zakeiijk-finantieeie aangelegen
heden van zijn beneer
zijn eerbied voor het gezag, tii»
huiveren kon en den grooten mam
somtijds gaf de schuchtere bange te-
derneid van het kind tenslotte u»
vreeze voor den dood die hem in
plotselinge gevailen zoozeer aangrij
pen kon, die niet anders was dan ti«
vreeze voor de majesteit van God,
die hem bang kon maken om priestei
te worden in de dagen voor zijn pries
terwijding dit alles, en nog vee;,
meer zijn de helle, felle straien van
dat lichtend geloof, dat hein bezielde
geheel zijn leven door dat hem stem
pelde tot een man van geloof en blij
moedig Godsvertrouwen en hem ten
slotte als laatste woord eenige minuten
vóór zijn dood deed spreken in vol
bewustzijn
„In te, Domine, speravi non con-
fundar in aeternum."
„Op U Heer heb ik gehoopt, ik zal
niet wankeien in eeuwigheid."
O benijdenswaardig, heerlijk ster-
venJa zang degenen, die niel
gezien en geloofd hebben. In dit zelfde
groot geloof leven en sterven willen
wij allen.
En met 't oog op 't leven en sterver
van onzen grooten beminden Plebaan
valt het ons gemakkelijk en is het
ons een aangename plicht van dank
baarheid en liefde de vermaning van
den grooten Apostel Paulus op te
volgenGedenkt uwe oversten, die
U het woord Gods verkondigd hebben,
beschouwt het uiteinoe van hunnen
wandel en volgt hun geiooi na."
Neen, dierbare doode, vergeten kun
nen wij U niet, vergeten willen wij U
nietreken op ons memento.
Wij zullen U gedenken bij het mis
offer en in onze gebeden en tot ver
meerdering uwer glorie, uw leven en
sterven herdenken en navolgen in
onwankelbaar geloof en blijmoedig
Godsvertrouwen. Amen.
De begrafenis,
Nadat de plechtige absoute was
gegeven, werd de Bisschop pontifica-
liter naar de sacristie geleid. Dan
werd de kist gesloten en door de dra
gers door het middenpad tusschen
dichte rijen geloovigen naar buiten
gedragen. Door den "hoofdingang ver
liet Plebaan Rikmenspoel zijn kalhe-
draal, die hem zoo lief was tijdons liG
leven, In de omgeving van de kathe
draal was een groote menigte, die
wachtte tot de stoet zich in beweging
stelde. Om ongeveer 12 uur vetrok
zij van de pastorie, gevolgd door een
achttal volgrijtu.gen waarin de gees
telijke en wereldlijke autoriteiten had
den plaats genomen.
De stoet ging langs Leidsche Vaart,
Raamvest, Groote Houtstraat, Sme-
destraat, Koningstraat en Kruisweg
langs de woning van den vicaris-gene
raal van het bisdom, waar de gordijnen
ten teeken van rouw waren neergela
ten en vervolgens naar de R. K.
begraafplaats.
Reeds lang vóór de stoet op het
kerkhof kon zijn, bewoog zich een
groote menigte menschen in de rich
ting van het kerkhof „St.-Barbara."
Langs den weg, welken de stoet volg
de, stonden vele belangstellenden
geschaard. Op het kerkhof zelf waren
ontelbaar velen. Aan beide zijden van
het inrijpad van het hek tot de kapel
stonden de menschen in vier-, vijf
rijen achter elkaar geschaard, ter
wijl rondom het wachtende graf,
naast de priestergraven achter de
kapel gelegen, eveneens dichte rijen
belangstellenden stonden. Onder de
velen merkten wij nog op behalve de
reeds genoemden, het raadslid den
lieer W. J. B. van Liemt en notaris
A. J. C. Daamen
Tegen een uur kwam de stoet op
de beeraafolaats aan