binnenland. He* verdwenen meisje BUITENLAND. mmmihmsm hieuwSl INDISCHE KRONIEK. DE CONFERENTIE TE WASHINGTON. GEM, SUITENL. BERICHTEN, DONDERDAG 29 DECEMBER FEUILLETON Spoedig glinsterden eenige messen iii de handen der woeste ge zellen en Datura zag hoe een dezer het zijne in den schouder haars vaders boorde. Een straal bloed spoot in de lioogte. Het meisje gaf een gil en sloot voor een seconde de oogen. Toen zij zc weder opende, lag Tom Jankins op den grond. Eenige politieagenten ston den om hem heen de overige matro zen waren gevloden. Bij dit gezicht kon Datura zich niet langer bedwingen Met vliegende haast snelde zij uit de kamer, de trap af en het logement uit naar den gekwetste. Zij boog zich over hem heen. Hij sloeg de oogen op en staarde haar ontsteld aan. Maar hij had niet veel tijd noodig om haar goed te herkennen. Met groote krachtsin spanning vroeg hij haar hoe zij daar kwam. In korte woorden deelde zij hem mede, dat een goedhartige, rijke heer haar aangenomen had en voor haar zorgen wilde. „Maar thans ga je weer met mij mee," zeide hij, zich oprichtende. Door deze beweging drong een nieuwe bloedstroom uit de wonde en bewusteloos zonk hij weder neder. Er verschenen intusschen eenige dragers met een baar zij legden er'hem op en Sroegen hem naar het naburige zieken- fluis. Datura wilde hem daarheen ver- 'ezellen. maar men wees haar terug. De tegenstrijdigste gevoelens be stormden haar. Van den eenen kant meende zij aan het verlangen haars vaders gevolg te moeten geven dat hij haar eens verstooten, ja, zijn vader- recht op haar verloochend en daardoor daarvan afstand gedaan had, hield zij voor onbeduidend. Van den anderen kant woog hare dankbaarheid jegens de familie Meerveldt en Bellecour zeer zwaarden laatsten inzonderheid had zij niet al de innigheid van haar kin derlijk hart lief. Het oneindige onder scheid in haar levenswijze, naar gelang zij aan de zijde des vaders of des groot vaders bleef, werd door haar niet over wogen. Haar inwendige tweestrijd draaide slechts om de vraag Jegens wien heb ik de grootste verplichting Zoo vond haar de terugkeerende grootvader, wien zij onbewimpeld den tweestrijd haars harten mededeelde. Vol bewondering over zoo veel on baatzuchtigheid, sloot de geroerde grijsaard het lieve meisje in zijne ar men en zeide„Stel u gerust, mijn kind 1 Ik zal met uw vader spreken. Ik zal al het mogelijke doen, om hem over te halen u bij mij te laten. Geen eisch, dien hij daaromtrent aan mij stelt zal mij te hoog zijn," „Maar...." „Wat maar Denkt gij, dat hij geen eisch zal willen doen „Kan en mag een vader zijn kind verkoopen „Al bestraffen ook de staatswetten zulk een handel niet, zoo verbiedt hem dit Gods gebod. Maar...." „Mijn kinderlijke plicht roept mij aan ziine ziide „Hij heeft u daarvan ontslagen door u te verstooten." „Als hij daardoor misdaan heeft mag ik hem deze fout niet toerekenen Ik 'zou dan dubbel misdoen." Bellecour verkeerde in de grootste verlegenheid hij wist geen tegenwer pingen meer te maken. Het was aan geen twijfel onderhevig, dat Datura slechts zeer weinig genegenheid voor haar vader koesterde, alleen het plicht besef was haar richtsnoer. In ieder geval bracht zij een offer, dat hare krachten verre 'te boven moest gaan, en haar met geweld terughouden zou haar nameloos ongelukkig maken. Terwijl Bellecour nog met Datura overlegde, werd er een politieagent bij hem aangemeld en de planter deed hem terstond binnentreden. De man bracht het verzoek van den gekwetste aan diens dochter over, hem in het ziekenhuis te komen bezoeken. Op de vraag naar Toms toestand antwoordde de bode, dat de wonde volstrekt niet levensgevaarlijk was, doch hem wel eenige weken in het hospitaal kon terughouden. Haastig maakte het meisje zich gereed om uit te gaan en volgde, door Bellecour vergezeld, den bode. Weldra stonden beiden voor het leger van den gewonden matroos. Welgevallig glimlachende beschouw de Jankins een wijl het meisje. Daarop sprak hij :„Dus ben je liet toch inder daad Het was me als een droom, dat ik je bij de herberg voor mij gezien had. Maar ik hield je voor een geest verschijning, gekomen om mij het groote onrecht voor ooeen te houden, DE BETREKKINGEN VAN ENGELAND MET RUSLAND. waaraan ik mij tegenover jou had schuldig gemaakt." „Dit onrecht strekt tot mijn geluk," antwoordde Datura. „Door u verstoo ten, werd ik door de edelste en beste familie van Ncw-IJork als kind aan genomen en opgevoed." „Hoe kom je dan in New-Orleans „Met mijn lieven grootvader hier, die mij mede naar Florida neemt." „Je wil dus niet meer naar mij terug- keeren „Datura gaat met mij mede," sprak Bellecour, zich in het gesprek mengen de. „Voor jou zou zij voorloopig toch een last zijn." „Wie is die heer vroeg Jankins. „De heer Bellecour, die mij verlof gaf item grootvader te noemen." „Hij heeft je dus opgenomen, toen je van mij weggeloopen waart zeide Jankins wrevelig, terwijl hij op de laatste woorden bijzonder drukte. Ontsteld keek het meisje hem aan. Daarop antwoordde zij ernstig ^Va der, wat zegt gij daar?.... Wanneer zou ik van u weggeloopen zijn? Gij hebt mij na moeders dood hulpe loos achtergelatenGij zeidet Tranen verstikten hare stem. „Ha, ha, ha iachte de ruwe ma troos. „Zij heeft niet gelogen, ten minste op haar sterfbed niet. Ik heb het ook vroeger ai gedacht, dat je niet van mijn stam bcnt.Daarvoor was je steeds te voornaam. Daarom weg met je. Je zou het me toch nooit naai den zin'kunnen maken." Zoo sprekende legde hij ziclt in het bed om en draaide beiden den rug toe. Bellccour nam het meisje bij de LLOYD GEORGE EN HET, KERST FEEST. GEVAARLIJKE VOORLICHTING hand en voerde haar naar buiten. Willoos volgde zij hem. Zij had thans zelve ingezien, dat het haar onmogelijk was aan de zijde haars vaders te blijven. Twee uren later verlieten Bellecour en Datura de stad. Een stoomboot nam hen op en bracht hen naar Pen- sarola, vanwaar zij het overige gedeelte der reis te paard wilden afleggen. XII. v Reeds bij zijn vertrek uit New-Oork had Bellecour een vertrouwden be diende naar Florida gezonden. Deze bracht den huismeester een menigte bevelen, die op de noodzakelijke schik kingen voor dc inwoning van Datura betrekking hadden. Voor haar moeiten de vertrekken, die Melanic vroeger bewoond had, nieuw ingericht worden. Verder werd den huismeester bevolen uit de jonge slavinnen eenigen te kiezen voor den bijzonderen dienst van de jonge meesteres en ze onder het toezicht van Juni te stellen. Deze, thans een jonge vrouw van vier en twintig jaren, verheugde zich in het bijzondere vertrouwen van baar mees ter, omdat zij zich van alle overige slavinnen door haar zachtaardig ka rakter en haar beproefde trouw onder- scheidde. „God èrbarme zich onzer J" zucht te zij bij deze tijding. „Missis Mei zeer hard 'was. Alle negers gceselen liet. Juno nog litteekens daarvan heeft. Nieuwe missis niet beter zijn zal.Arm Juno weer gegeeseld wordt." Ook Cesar, wien het bestuur over DE SCHADELOOSSTELLING. de huisslaven opgedragen was, gal zijne bezorgdheid over de intrede van een nieuwe jonge meesteres te kennen, „Mooie dingen, datbromde hu bij zich zeiven. „Cesar weer loopen moet lecrcn, trap op, trap af, hupeldi- dup! Nieuw missis nog jong is. Cesai ai oud. Cesar al stijve beenen heeft kan niet meer. Arme Cesar nog ten laatste zweepslagen krijgt." Op dergelijke wijze drukten da meeste slaven hun schrik uit voor df; intrede eener nieuwe missis. Alleen Pmpejus zweeg. Met boosaardige blijd schap verwachtte hij zijn vroeger ambt van beul weder te zullen kunnettj uitiefenen. Sinds Melanie's verschrikkr: lijk uiteinde had hij niets meer te doen gehad. Daardoor was het aanzien, waarin hij vroeger gestaan had, sterk gedaald en deden alle slaven het hem voelen hoezeer zij hem haatten. Toen echter van Pensarola het laat ste bericht op Bellecourhouse dei' ophanden komst van den ouden heer en de nieuw misis aankwam, beijver den zich allen om beiden een hartelijk» ontvangst te bereiden. Tijdens den laatsten rit, dien Belle' cour met zijn kleindochter aflegde, herhaalde hij, steeds aan hare zijde rijdende, alle vroegere onderrichtingen omtrent hare levenswijze op Bellecour house. Inzonderheid poogde hij haai het hemelsbreed onderscheid tusschen heer en slaaf begrijpelijk te maken (Wordt vervolgd.) Tweede Blad. „Zdcl, verkondig u eene groots vreugde." Wederom, op het eind van dit donkere Jaar, werd ze ons gebracht: de blijde boodschap van den Kerstnacht, hoe Gods Zoon nederdaalde op aarde om voor. de mensohen den Hemel bereikbaar te ma ken. En dien nacht was het geen nacht. Want over het gehcele land waren de kerken als lichtende bakens, waaruit het blijde feestlicht door de kleurrijke ramen zijne glanzen rond-omme zond, beierden de klokken hun roepstem over de hui zen van stad en dorp, en gingen over de wegen en door de straten de mannen, vrouwen en kinderen met vluggen stap. allen dezelfde richting, nu. Zoo was het Kerstfeest feest, in vele westelijke lauden. En uit het Westen zijn er gegaan, hon derden, duizenden, over de gehcele we reld. En waar zij zich vestigden, daar werd de boodschap des engels herhaald, en werden de mensehen geroepen te ko men tot het Kindje, liggende in eene kribbe, en straalle in den nacht het vreugdcHcht. Doch de wijdheid van de wereld is ont zaggelijk, en veelal was het als een een zame flikkering in de duistere verte en de verre duisterheid. En zelfs in dien nacht lagen onder de flonkering der sterren aan bet uitspansel en te midden van de fosforesceerende •glanzing van de golvende zee, die tanden er als zwarte vlekken op Gods aarde. De vorige week heeft onze Volksverte genwoordiging in de Tweede Kamer zich bezig gehouden inel de Indische begroo- tting. De bladen zijn een-gestemd geweest m het oonstateeren van het feit, dal de Ka- roier in vacantie-stemming was. Eu in het na een zeer vermoeiende zittingspe riode zeer verklaarbare verlangen om „huis loc" te gaan, is ze na eenige alge meene beschouwingen, met een sneltrein vaart door de vier ontwerpen van wet. de twaalftallen afdeelingen en de hon derdtallen onderaf deelingen van deze be grooting heen gesneld Toch mag Indic niet ontevreden zijn. In afwijking van de gewoonte der vo rige jaren om de Indische begrooting in een paar allerlaatste avondvergaderingen »f te raffelen, werden er nu ettelijke tniddagziRingen aan gewijd, en terwijl het vorige jaar nog de goedkeuring ten- ijjevolge van de meer dan slechte op komst der leden zonder hoofdelijke stemming werd verleend, is ditmaal over sommige posten en enkele amendementen evenals over de 1 wetsontwerpen, behoor lijk gestemd. De voorstanders van bezuiniging a üutrance hebben ook hier nog enkele po gingen gedaan, 0.111. om de inkomens der Indische ambtenaren te beknibbelen door indiening van een amendement, waarvan de strekking was de dmirtebijslagen op de ambtenaren-traktementen aanzienlijk te verminderen, Nadat bet Katholieke Ka merlid van Rijckcvorsel en de Minister van Koloniën zich krachtig te weer had den gesteld tegen dit ruwe ingrijpen in een 'lijd, dat van een verlaging van het le venspeil in Indië haast nog geen sprake is, werd het amendement door den lieer Dresselhuijs ten slotte teruggenomen. Wat een geluk was. W ant met de amb- letiarenvoorzicning zou de Indische Re geering dan totaal in hel moeras zijn ge raakt. Er beslaat een soort zuinigheid', waar mede de wijsheid wel eens wondt bedro- gen- Het komt wel eens voor ik wil dat onmiddellijk toegeven dat zuinigheid en wijsheid broederlijk samen op den loop zijn. De volgende, bijna ongeloof el ijke ge schiedenis neem ik uil „de Mataram over. Zooals bekend mag verondersteld, moet door diensttakken als bijv. gevangeniswe zen, steeds vroegtijdig worden opgegeven wat benoodigd zal zijr. voor hel volgende jaar. Dit geschiedt natuurlijk getrouw. Door de leiding van de Djocjasche gevan genis werden in Holland op „Eisch 1915" verschillende machines en materialen aan gevraagd. Welke natuurlijk niet kwamen, want het was oorlogstijd. Op eisoh 1916 delolfde aanvraag, welke ook niet uitgevoerd' kon worden. L'histoire se répète, Daar nooit iets uit kwam, werd steeds maar door aange vraagd tot en met eisch 1920. Totdat nu in hel begin November is aangekomen al het gevraagde van alle eischen. De inkoop-commissie in Holland, ver moedelijk van het Koloniaal Etablisse ment te Amsterdam, vindt het natuurlijk niet noodig na te rekenen of dat wel klopt, op zes eischen dezelfde aanvragen, en vraagt niet aan Indië: Kijk eens, jelui hebt natuurlijk in den oorlogstijd liniks en rechts gekocht wat je noodig had, in hoe verre zijn jelui thans voorzien, wat lieb je nog noodig? Dat was logisch geweest en daarom gebeurt het niet. Na deze laatste biltere opmerking zegt het blad natuurlijk, dat het noodig is, dat de autoriteiten aan dit geval van geldver spilling hun aandacht geven. Ik apprecieer de bedoeling van „de Ma taram", en daarom heb ik fhier het ver haal overgenomen. Zal het helpen? Ook dit jaar is bij de behandeling van do Indische begroeting gesproken over de noodzakelijkheid van wijziging van artikel 123 van het Reglement op het beleid der Regeering in Ned.-Indië. Nu het zich laat aanzien, dat dit ar tikel ook onderwerp van beschouwing zal wezen, wanneer de wijziging van het Katholieke Staatsprogram voor de ver kiezingen van 1922 wordt aangevat, en de Roomsche kiezers er hun oordeel over zullen uitspreken, meen ik goed te doen, het bestaande artikel, oens door het Kamerlid Bogaardt het muilhand- artikel genoemd hier in zijn geheel af te drukken. Het luidt als volgt: De Christen-leeraars, priesters en zen delingen moeten voorzien zijn van eene door of namens do Gouverneur-Generaal te verleenen bijzondere toelating, om hun dienstwerk in eenig bepaald gedeelte van Nederlandsch-Indië te mogen verrichten. Wanneer die toelating schadelijk wordt bevonden, of do voorwaarden daarvan niet worden nageleefd, kan zij door den Gou verneur-Generaal worden ingetrokken. Toezeggingen tot wijziging van dit arti kel, dat aldus van af 1855 bestaat, zijn •reeds meermalen gedaan. Doch tot heden is het sledhts bij toezeggingen gebleven; en de beer Van Vu uren heeft gelijk, dat hij hardnekkig elk jaar vraagt, hoe het met de desbetreffende plannen der Indische Regeering staat. Niettegenstaande dat de antirevolutionnair Dr. Soheirrer hem op sympathieke wijze bijviel, kreeg hij ook ditmaal niet meer los, dan eene vage be lofte. De Minister hoopte spoedig een wetsontwerp te kunnen indienen. De christenleeraars, priesters en zende lingen blijven dus voorloopdg in het bij zonder, en in tegenstelling met alle andere burgers, de menschen, die ide Regeering om onrust te voorkomen, zooals bet heet in een of ander gebied bij voorbaat uitsluiten kan van de ontwikkelingsarbeid ten bate van de dmtamlsche bevolking. Hoe lang nog zal het donker blijven in de zonnelanden van Indië? S. Het didkbootenvraagsluk. Het denkbeeld om het gehcele duik- bootenvraagstuk over te laten aan een of andere 'toekomstige wereldconferentie met het oog op de moeilijkheden, die zich thans voordoen, trad gisteren in dc con ferentie meer op den voorgrond. Naar buiten blijven de gedelegeerden hun ge wone diplomatieke optimistische houding te dezer zake, gelijk in alle andere vraag stukken, aannemen, doch in besloten kring heeft meer dan cén hunner toege geven, dat de houding van de Fransohen en Japanners ten aanzien van de duikboo ten een regeling thans onmogelijk maakt. President Harding zon vcorslanïw zijn van het denkbeeld om later een nieuwe conferentie te bonden over bet duikboo- lenvraagsluk, in bet bijzonder omdat dit goed zou uitkomen met zijn plannen tot bet bouden van een reeks bijeenkomsten •ter bespreking van de internationale vraagstukken. Tot nog toe waren de be sprekingen hierover geheel van niet-for- meelen aard, doch men verwacht dat zij in de naaste toekomst vasteren vorm zul len aannemen. Hierin ziet men echter te vens een nieuw bewijs van de onmacht der tegenwoordige conferentie om tot overeenstemming te geraken. Sedert het vertrek van Briand 11a zijn hartstochtelijk pleidooi ten behoeve van Frankrijk, bleef de indruk bestaan dat het vraagstuk der bewapening te land niet weer op de bestaande conferentie aan de orde zou komen. Deze indruk wordt be vestigd door het bericht, die zoowel de Ilaliaansche militaire staf als dc Britsohe op liet punt staan, te vertrekken. In Brit- sohe kringen heeft men altijd gemeend, dat het vraagstuk der bewapeningen te land voor Europa beter kon worden be sproken in een conferentie in Europa dan in de Vereenigde Stalen, waar ten slotte dc belangstelling in een dergelijk vraag stuk slechts van indlrecten aard is. In de Zaterdagmorgen gehouden zitting van de Marine-commissie heeft Sarraut namens Frankrijk tegenover Engeland be toogd dat er niets was, waaruit bleek, dat andere landen zich zouden neerleggen bü een eventueel besluit van deze conferen tie tot afschaffing, of beperking, van de duik booten. „Wat zat er gebeuren," zoo vroeg hij. „indien die andere landen voortgaan met het bouwen van duikbooten, betzij voor eigen gebruik, hetzij voor een ander? De landen die ik op het oog heb, zijn hier niet vertegenwoordigd; derhalve behou den zij hun vrijheid van handelen en hun duikbooten vloten. Welken weg wilt gij in slaan om hen ertoe te bewegen uw voor beeld te volgen? Ge kunt bier niet be paalde verplichtingen ten aanzien van de duikbooten op u nemen uit naam van landen, die niet aan de conferentie deel nemen. Ge kunt ze noch overreden, noch dwingen, zoodat, bij het ontbreken van waarbogen, wij, naar ik vrees, geen be sluit kunnen nemen. Wij zijn tot overeen stemming gekomen wat aangaat de be perking van maritieme bewapeningen voor den aanval, dooli het vraagstuk van de verdedigingsmiddelen moet worden overgelaten aan de belanghebbende mo gendheden." Sarraut zeide ten slotte, dat hij lvest begreep, dat een algemeene conferentie zou worden voorgesteld, waar alle lan den, die belang hebben bij het duikboo- tenvraagstuk, zouden zijn vertegenwoor digd, en verklaarde verder, dat in een zoodanige conferentie de regelen zouden kunnen worden vastgesteld voor een hu maner gebruik van de duikbooten en het vraagstuk van het behoud of afschaffing van duikbooten aon de orde kon worden gesteld. Balfour, die het betoog beantwoordde. verklaarde, na te hebben uiteengezet, dat de duikboot niet een verdedigings-, doch een aanvalswapen was, bet volgende; „Wij kunnen verklaarde hij -geen wetten maken voor de wereld en wij kunnen de wereld niet dwingen, zich te onderwerpen aan onze meening. Doch in dien een conferentie van het gezag als •deze inderdaad eenstemmig op algemeene moreele gronden een verklaring uitgaf, zeggende, dat naar hare meening duik booten geen oorlogswapens waren, over een te brengen met de beschaving, zou dit dan niet het begin zijn van haar ein de! ijke afschaffing? Ik meen dat, zoo het voor deze conferentie mogelijk ware, om in gepaste taal uiting te geven aan deze meening, dit liet begin zou zijn van een groote en zegenrijke hervorming.' Balfour dienidie daarop de fomnoele uit spraak in van de Beitsdhc delegatie, waarin wordt verklaard, dat „het gebruik van duikbooten, schoon van eenige waarde voor de verdedig:ngsdoeleindenonvermij delijk lot daden leidt, diie niet zijn overeen te brengen met de oorlogswelten en de voorschriften der humaniteit" en uitdruk king wordt gegeven aan den wenseh dat „alle landen gemeenschappelijk zullen op treden om het handhaven, den bouw en het gebruik van duikbooten 1c verbieden." 1 Dc marineoonimissic der WaSlnnglon- sche Conferentie zou gisteren de bespre kingen over bet dui'k'bootenvraagstuik her vatten. Alle teekenen wijzen er volgens de dagbladcorrespondenten op, dat Frankrijk zijn bezwaren tegen de AimeTtkaanscbe voorstellen tot beperking van den duik boot bouw zal handhaven. Het viervoudig verdrag. Naar verluidt is bet niet onwaarschijn lijk dat de Japansche delegatie officieus aan Brittannië, Frankrijk en Amerika in overweging zal geven een geschreven overeenkomst te ontwerpen, behelzende •dat het viervoudig verdrag niet wordt gei nier preleerd in dien zin, da t het van toepassing wordt verklaard op Japan zelf. Sjidethara heeft een bezoek gebracht aan Hughes en het geloof wordt uitgesproken, dat hij de mogelijkheid heeft geopperd van het uitwisselen van nota's lot opheldering van de strekking van het verdrag. Tele grammen uit Tokio gedurende de laatste paar dagen wijzen er inderdaad op, dat de gehcele pers zich sterk verzet tegen de opneming van Japan zelf, waarbij zij uit gaat van de gedachte dat Japan een der gelijke opneming niet wensciht terwijl de landen der andere onderteekenaars van bet verdrag ervan uitgestoten zijn. DE CONFERENTIE TE CANNES. Naar Havas meldt, heeft Briand de re geeringen van Engeland, Italië, Amerika, Japan en België ui'tgenoodigd zich te doen vertegenwoordigen te Cannes op 6 Januari. Dc agenda bevat bespreking van de quaestic van het herstel en die van de bijcenroeping van een internationale con ferentie. Een draadloos bericht uit Londen meldt, dat de Amerikaansche ambassadeur te Londen den Oppersten Raa'd zal bijwonen om ais officieel persoon den gang van zaken voor zijn land te volgen. Voordat de conferentie bijeenkomt zullen de Fran- sche en Britschc premiers in hot bezit zijn van de rapporten der vooraanstaande Brit- sohe en Fransohe deskundigen, die te Pa rijs bijeenkomen. De Britsohe deskundigen zijn mannen, van wier diensten de regee ring reeds tijdens den oorlog gebruik heeft gemaakt bij de organisatie der ver schillende oorlogsinsteH ingen, o.w. de groote reeder lord Innerness en sir Ro bert Kindersley, de directeur van de Bank van Engeland. COMMISSIE VAN HERSTEL. De commissie van herstel heeft de maat regelen besproken, welke genomen moeten worden in verband met het feit, dat Duilschland opnieuw tekort schiet te zijn evrpiichle cokeszenldingen aan Frankrijk. Volgens Havas is een en ander niet bet gevolg van de ongunstige omstandigheden, maar van den tegenzin der Duitsohe in- dustrieeien om die cokes te zien dienen bij de ertsbewerkiog in Lotharingen. De „Times" zegt dal de bewijzen, dat de Bri'tsche regeering de betrekkingen met Rusland wenscht te heropenen, toenemen. De in Maart gesloten overeenkomst, welke voorziet in de hervatting van den lianidel tusschen Britannic en Rusland, heeft noch lot aanzienlijken handel noch tot het staken der anü-Brilsche propaganda door de rooden geleld. liet thans voorgestane voorstel is het oproepen van vertegen woordigers van Sovjet-Rusland en Duilsch land tot een Europeesohe conferentie ter bespreking van de financieele. en econo mische problemen. DE GRIEP TE BERLIJN. Het ongunstige weer heeft, zooals wij reeds mededeelden, een nieuwe griep-epi- deanie in geheel Duitschiand doen ont slaan. De berichten, die in de laatste dagen over bijzonder ernstige gevallen in alle dcelen van Duilschland binnen kwamen, hebben de vrees doen ontslaan, dat ook te Berlijn de epidemie buitengewoon ern stige vormen zou aannemen. Het vow.- duren van het vochtige weer deed deze vrees nog toenemen. Toch schijnt er geen aanleiding te bestaan om te veronderstel len, dat de griep dit jaar bijzonder nood lottige vormen zou aannemen. Zooals het „Bert. Tagobl." uit een enquêle bij dc zie kenhuizen en daaraan verbonden doktoren kan afleiden, heeft de griep-epidemie lang niet zoo'n groeten omvang genomen als de voorgaande jaren het geval wias. De cijfers van opnemingen dn de ziekenhui zen zijn niet hooger dan verleden jaar. Ook dc vormen, die de epidemie in dit jaar aanneemt, zijn niet van bijzonder em- stigeu aard. Kerstavond heeft Lloyd George in Dowmingstreet een feest gegeven, met Kerstboom, voor de kinderen van dc amb tenaren van zijn staf. Hij was zelf aan wezig, en „scheen zoo blij als de kinderen zelf'. Een dikke cake van 60 pond was hem toegezonden door de Lloyd George Society te Seattle (Washington) met de beste wenschen. EEN JONG MEISJE VERMOORD. Irene May Wi'lkins, een jong meisje uit Streatham, had de vorige week in de „Morning Post" een advertentie geplaatst, waarin zij zich aanbood als huishoudster, liefst in een kostschool of dergelijke in stelling. Zij ontving den dag daarop een telegram uit Bournemouth om met den trein van 4.30 aldaar te komen, waar een auto haar opwachten zou. Onderteekend: Wood, Bcecfh House. Het meisje ging er heen, en werd den volgenden dag ver moord gevonden ergens op een verlaten terrein buiten de stad. Het op het tele gram opgegeven adres bleek niet te be staan. Deze „on-Engelsche" moord houdt de openbare meening in Engeland sterk be zig. De „Daily Mail" wijdt er een hoofd artikel aan, waarin hij wijst op het ge vaar, dat voor jonge meisjes aan het luk raak so'lliciteeren is verbonden. Tot dus ver is geen spoor van den moordenaar gevonden, al heeft de politie de merk waardige ontdekking godaan, dat drie on geveer gelijkluidende telegrammen naar drie verschillende meisjes zijn gezonden. Twee van haar zijn door louter toeval aan den dood ontsnapt; Irene Wilkins is het slachtoffer geworden. De beide andere telegrammen waren gericht aan een pleegzuster, die, daar geen nauwkeurig adres was opgegeven, niet naar Bournemouth ging; en aan het Ca- vendishbureau, een bureau voor werk verschaffing voor vrouwen, waarin even eens om een pleegzuster werd gevraagd. Een zuster begaf zich naar Boscombe (ditmaal was Boscombe als plaats van bestemming opgegeven), doch zij nam een verkeerden trein en reed Boscombe voor bij. Van Bournemouth uit begaf zij zich toen per taxi naar Boscombe, kon het adres niet vinden, en keerde den volgen den dag terug. Op het lijk van mej. Wi'lkins is vast gesteld, dat de moord niet met roofzuch tige bedoelingen is gepleegd. Hel weinige geld, dat zij bij zidh droeg en haar hor loge waren onaangeroerd. Drie mannen hadden liet plan be raamd de geldkast van een hotel aan de place Glichy, te Parijs, te stelen. Een nachtwaker, Zaragora, werd door een hunner op de hoogte van dc zaak gebracht en verzocht, in ruil van een geldsom, 's nachts de hoteldeur te openen. Zaragora vond het beter de politie te waarschuwen, die besloot dc dieven op heelcrdaad te be trappen. Gisterochtend, omstreeks zes uur, tra den dc drie mannen in het hotel. Plotse ling daagd'en van alle kanten politieagen ten op, die de dieven in een oogwenk om singelden en er in slaagden twee van hen in hechtenis te nemen. De derde kon ent- snappen, doch werd in den loop van den dag in den omtrek ontdekt en aangehou den. Uit het eerste onderzoek blijkt, dat deze belast was met het dooden van den nachtwaker. De d'rie dieven legden volledige beken tenissen af. Men vermoedt dat zij deel uitmaken van een sterke dievenbende en betrokken zijn in verschillende juweelen- diefstallen. Andere aanhoudingen word'en venvacht. Dc Ooslenrijksche rcgcering is voornemens, met 1 Februari, de tarieven der Oostenrijkschc staatsspoorwegen op nieuw met 300 procent te verhoogen. De gemeente Weenen zal den tramprijs lot 45 a 60 kronen verhoogen. Door de Unie voor vrouw en belangen werd, en hieruit blijkt weer hoe dc mo derne vrouwenbeweging do vrouw van streek kan brengen, een adres gericht tot den Minister van Onderwijs om Ie verkrij gen, dat er een nieuw vak op den rooster van H. B. S. en Gymnasium zou worden gebracht; ml xexuecle hygiëne, te onder wijzen door een medicus. Hierbij zou in- zondeiT.cid gelet moeten worden 04: de sexueric voorlichting. Op het uiterst gevaarlijke van dezq „Aufklarung" is reeds meer dan oens ge wezen, Men gaal daarbij uit van de vol komen onjuiste stelling, dat het weten ee* voldoende rem is tegen het kwaad. Do zonde is er niet. Alleen onwetendheid voert tot verkeerde dingen. Met genoegen lazene wij het krachtig protest, door Prof. Kohnistamm uitgespro ken tegen deze uiterst gevaarlijke leer, in een vergadering van de Ned. Vereen. lot bestrijding van geslachtsziekten. Prof. Kohnstamm merkte op, dat men weer terugkeert tot het reeds versleten! woord van Prof .Opzoomer: „bouwt scho len en de gevangenissen zullen leeg staan.'* Goede opvoeding kan en wil alleen be oogen wils- en karaktervorming. De jeugd moet worden opgewekt tot strijd tegen het kwaad. De spreker kende maar twee middelen tot sterking in den strijd' tegen deze zon de: de godsdienst en het heilig houden! van 'het huwelijk. Wie hiervan niet wil uitgaan in den strijd tegen het kwaad, zal niets bereiken. Het bedoelde onderwijs beeft een bee! verkeerde uitwerking. Vooral als het aan een medicus werd op gedragen. Alleen de ouders hebben hier een roe ping. En vóór alles geldt het voorbeeld van de ouders en van den leeraar. Gewaakt dient ook te worden tegen <J« z.g.n. kunst. Wij moeten den moed heb ben te breken met het va's-rbe beginsel: de kunst om de kunst, alsof dc kun.<4 zidh geen zedelijk ideaal had te stellen eis boven alle wet verheven zou zijn. Dat men, door zóó te sproken, bij d« vrijzinnige pers aan doovemanN oorer- kkrpt, is iets dat we al lang weten. Daarom is het verblijdend, dat oen man als Prof. Koihnstamin, eens aan de nood klok trekt. Voor onze jeugd en voor d«! toekomst van ons volk zou een groot ge vaar steken te dc verderfelijke z.g. „Auf klarung" op zedelijk gebied bij ons onder wijs. De oud-minister Mr. S. van Houten be gint een nieuwe reeks staatkundige brie. ven „ter bevordering van verkiezingen tep gunste van beperking van overheidsbo- moeiteg en bezuiniging."" Hij maakt o.a, 'bezwaar tegen het woord „sehadeloosslei- l'ing" aan Kamerleden, waar uit de der batten duidelijk is gebleken, dat hier ba» zoldiging bedoeld we-,-1 „Hot behoud van den naam van „scha deloosstelling kan ook van invloed zijn bij de heffing der inkomstenbelasting. Wordil bhaavs hier belasting geheven van hetgeen een Kamerlid van zijn 3000, na «Breit der voor ben aan de waarneming verbon den uitgaven, overhoudt? Of wordt dig som wegens haar wettelijke kwalificatie bij de bepaling van het inkomen geheel builen aanmerking gelaten? lm 't laatste geval hebben onze regenten, die toch stel lig bedoelen hun inkomen met 2000 en dat van bun President met f 7000 Ie ver» hoogen, door bet behoud van een on-juis- tien naam zich tevens vrijdom van inkomt s tenlbe I a s tin g vera eken I Hel schijnt den beer Van Houten ook wegens de hierbij betrokken beginsel- kwestie de moeite waard, dat omtrent dkl punt zekerheid worde verkregen. WERKLIEDENKAARTEN. Het R. IC. Vakbureau heeft zich tele grafisch gewend tot den Minister van. Waterstaat in zake afschaffing werklie-» denknar Pn. PROF. VALCKENIER KIPS. Blijkens mededeeling door pater Yrij- moed gedaan op het congres der R. 3C Handelsreizigers, heeft deze priester Za terdag j.l. hot voorrecht geliad te Delft katholiek te doopen professor Valckeniet: Kips en diens dochtertje. Professor Valckenier Kips is hoofdre dacteur geweest van het „ITfrechtscel; Dagblad." GEORGANISEERD OVERLEG. Naar do Rcs.bode meldt, hoeft hef hoofdbestuur van den Ned. R. K. Boni van overheidspersoneel St. Paulus, eez, onderhoud geliad met den minister vaii (Waterstaat, ten einde te verkrijgen, dal ook voor het rijkswaterstaatspcrsoneel een bijzondere commissie voor georganiseerd overleg zou worden ingesteld. De minis ter gaf als zijn meaning te kennen, da''i hij hiertoe niet k on overgaan, zoolang er van de andere organisaties, waarin het grootste gedeelte van het personeel is

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 5