Tweede Blad.
He* verdwenen meisje
BUITENLAND.
~xïv.
MAANDAG 2 JANUARI 1922
DE CONFERENTIE TE
WASHINGTON.
Het economisch herstel.
GEÜ, SUITENL. BERICHTEN.
GE1EMGÖ NIEUWS.
Huizen.
De storm aan 't werk.
FEUILLETON
De weinige dagen van twee weken
vlogen in een ommezien voorbij. Ro
bert betreurde dit zeer, want hij had
wel altijd hier willen blijven. Maar hij
kende de strenge ordelievendheid zijns
vaders; deze lfad aan zijn afwezigheid
uit liet vaderlijke huis een uitersten
termijn gesteld en dezen durfde de
steeds gehoorzame zoon niet over
schrijden. Hoe aangenaam zijn langer
verblijf op Bellecourhouse den ouden
grootvader ook geweest ware, gaf hij
tien jonkman geiijk dat hij stipt het
vaderlijk bevel wilde nakomen. „Ge
hoorzaamheid is de heilige plicht van
het kind," sprak hij ernstig. „Wee het
kind, dat hierin te kort schiethet
stort zich zelvcn in het verderf en be
rcidt zijnen ouders eindeloos verdriet
Vertrek dus en verzoek voor een an-
1 eren keer aan uw vader een langcrcn
termijn tot een bezoek bij ons."
jio0 sprekende drukte hij den ionk-
y l°t afscheid de hand.
,,°°r.c'e eerste maal was Datura met
j.w'jzc haars grootvaders on-
tevre en. Het ware haar veel welge
val. tger ?cvveest als hij zich met haar
vereenigd had 0ni cen |an_
ger verblijf te overreden. Maar zij
tvaagde het niet meer daarvan te spre
ken zij vergenoegde er zich mede den
scheidende de hand te reiken en te
xeasen: „Kom maar spoedig terug."
Robert vertrok. Evenals vroeger
zijn vader bereed hij ook'n Amerikaan-
sche draver, dien de heer Bellecour
hem ten geschenke gegeven had. Toen
hij de plantage zoo ver achter zich had,
dat hij er niets meer van ontwaarde.
Het hij den teugel van het paard les
op diens hals hangen. Het dier begon
te Stappen, en als het sappige en sma
kelijke kruiden langs den weg aantrof,
boog het den kop omlaag en weidde
welbehaaglijk. Ruiter en paard sche
nen elkander vergeten te hebben.
Plotseling werd Robert uit zijn mij
mering opgewekt. Een vriendelijke
stem liet zich aan zijne zijde hooren
„Ei, SchönhofTref ik hier j e aan
De aangesprokene keerde zich om
en keek in het bloeiende gelaat van
William Gastfield, een studiemakker
uit Sint-Louis.
Hij was de zoon van een in Talahas-
see woonachtigen Engelschen koop
man.
„Wat brengt >ou hier In onze koort
sige moerasstreken."
..Een vacantiereis!" antwoordde Ro
bert en deelde zijn vriend met korte
woorden den weg mede, dien hij van St.
Louis uit genomen had. Slechts even
noemde hij daarbij Bellecourhouse,
maar dit was genoeg om den anderen
in vuur te ontsteken.
„Ben >e op Bellecourhouse geweest?
riep hij. „Oiou geluksvogel. Ben dus
wel met den ouden Franschman nader
bekend Genoot den aanblik dei-
kostbare parel van Florida."
„Het is zooals ie zegtantwoord
de Robert. „Bij mijn vecrtiendaagsch
verblijf op Bellecourhouse had ik het
geluk met die edele ntenschen gezellig
te verkeeren."
„Welk een benijdenswaardig geluk!"
zeide de andere. „Maar ik hoop het
oook deelachtig te worden. Binnen
kort willen wij in de stad een buitenge
woon feest organiseeren,daartoe noodig
gen wij alle Bellecour. Deze stelt er een
genoegen in zijne schoone kleindoch
ter in alle betere kringen in te voeren.
Om nu mijn doel te bereiken, breng
ik de uitnoodiging persoonlijk naar de
plantage en bied te gelijk een be-
scheidcnc woning tot intrek voor den
dag van het feest aan."
,,Zeer slim bedachtMaar met den
enkelen aanblik van de bekoorlijke
missis zal 'e niet tevreden zijn."
William glimlachte.
„Je denkt wèl," ging Robert vor-
schèn voort, „eerst een toovercirkel
om de gevierde schoone getrokken, die
alle mededingers - op een afstand
houdt, dan alle zeilen bijgezet om in
de haven van het bezit te sturen."
„Geraden lachte William luide.
„Waarom zou ik niet op hetzelfde doel
toesturen, dat honderd anderen trach
ten te bereiken
Robert ontstelde. Bijkans speet
het hem, Bellecourhouse zoo snel ver
laten te hebben. Ofschoon hij niet aan
Datura's genegenheid voor'hem twijfel
de, was zij toch nog te jong, dan dat
niet eenige twijfel aan hare standvastig
hcid kon opkomen. Onder het groot
getal vereerders kon er licht eengevon-
den worden, die een bijzonderen indruk
op haar maakte en hiermede zijn voor
deel doende den verren vriend in den
achtergrond van het geheugen drong.
Dat alles kort overleggend stond Ro
berts besluit spoedig vast. Hij wilde
zich onverwijld naar huis spoeden, zijn
ouders om de toestemming verzoeken
Datura's hand te vragen cn dan
naar Bellecourhouse terugkecrcn. Hij
twijfelde niet in het minste aan de in
williging zijner ouders en meende
even groote hoop te mogen voeden, dat
de grootvader zijn geluk niet in denweg
zou treden. Toen derhalve William
hem uitnoodigde eenige dagen in het
huis zijner ouders door te brengen,
wees hij dit beslist van de hand, maar
beloofde het ontworpen feest in Tala-
hassee bij te wonen, als hem tijdig een
uitnoodiging gezonden werd.
„Verlaat ie daarop zeide William
terwijl hij hem tot afscheid de hand
schudde. „Zoodra de dag daarvan
bepaald is, zal ik >e er kennis van ge
ven."
Robert vervolgde zijn weg in de kort
ste richting. Hiérbij bewees een klein
compas en een goede kaart der Ver-
eenigde Staten, die hij altijd in een
tascii bij zich droeg, voortreffelijkcn
dienst.
Zoo kwam hij dan ook spoedig bij
de zijnen aan. Evenals altijd werd hij
met 'blijdschap door allen ontvangen
daarna moest hij aan het vertellen. Dit
maal kon hij toch geheel buitengewo
ne avonturen verhalen, die hij beleefd
had. Het uitvoerigste was hij in de
mededeeling van zijn verblijf te New-
ljork en in Florida.
Nadat Robert de nieuwsgierigheid
van zijn moeder en de overige huisgc-
nooten eenigszins bevredigd'had, nam
de vader hem mede naar zijn privaat
kantoor. Nauwelijks hier binnengetre
den, nam hij zijn zoon scherp in het
gehoor.
„Je ben dus op Bellecourhouse
geweest?" dus begon hij.
„Ik kon het verlangen niet weer
staan den beminnelijken ouden heer
en zijn lieve kleindochter weder te
zien. Te gelijk vervulde ik ook een
door de buitengewone omstandighe
den onzer eerste kennismaking uitge
lokte belofte, hem zeer spoedig cen
bezoek te komen brengen."
„Hoelang ben ie daar geweest?"
„Omstreeks veertien dagen."
„Hoe werd 'e ontvangen?"
„Vol vaderlijke hartelijkheid, zoo
dat ik mij zonder de minste aanmati
ging van den naam „grootvader"
tegenover den ouden heer bedienen
durfde."
„En noemde hij 'e ook kleinzoon
„Dat niet. Wel echter noemde hij mij
op mijn bijzonder verlangen meesten
tijds Robert of Mr. Robert."
„Vroeg hij niet naar «e familie, dat
wil zeggen naar >e ouders, >e broeders
en zusters."
„Als er bij toeval van u gesproken
werd, noemde hijmet achting uw naam.
Ja, eenige malen drukte hij den wensch
uit u ailen persoonlijk te leeren ken
nen."
„En wat antwoordde 'ij
„Ik achtte mij verplicht hem tot een
bezoek aan u uit te noodigen."
„Aha riep plotseling de vader uit
en verzonk in gepeinzen.
Deze waren blijkbaar niet van
vroolijken aard, want er druppelden
eenigc tranen uit zijne cogen. Robert
bemerkte ze echter niet, want ook hij
was in gedachten verzonken.
Eensklaps vroeg de vader„Welke
plannen voedt ge met betrekking op
op dc'kleindochter van den
ouden heer
Hoewel verrast door deze recht-
streeksche vraag, antwoordde Robert
toch dadelijk: „Het was mijn vast
voornemen u nog in deze stonde te
verzoeken mij verlof te willen geven,
otn Datura's hand bij den ouden heer
Bellecour aanzoek te doen."
„En als ik dit weiger
„Vaderriep Robert verbleckend
uit, „dat zult, dat kunt gij niet. Om
dat tc doen moest gij gewichtige rede
nen hebben
Deze echter ontbreken u. Gij wilt
mij dus op de proef stellen.
Ik wil u daarom onbewimpeld ant
woord geven. Wijst gij mijn verzoek af,
dan zal ik u gehoorzamen. Mijne ge
negenheid voor Datura is tc groot, dan
dat ik met uw vloek beladen voor haar
zou willen treden maar opofferen kan
ik haar niet. Ik zal veeleer alles aan
wenden om u te overtuigen, dat gij
tegen mijn geluk handelt. Is mij dit
niet mogelijk, dan zal ik mij onder het
harde lot buigen, dat gij mij oplegt."
Aangedaan omhelsde de vader zijn
zoon; vervolgens zeide hij: „lk heb
uw verzoek tot dusverre noch inge
willigd noch afgeslagen, ofschoon ik de
gegrondste redenen heb om het laatste
tc doen. Voor ik een besluit neem,
wil de ik zaak eerst nog rijper overwe
gen. Heb nog eenige dagen geduld
Robert beloofde zulks cn verliet het
kantoor.
(Wordt vervolgd.)
Het transport van vliegtuigen.
Se marine-commissie Is tot overeensiem-
„t.ing gekomen in rake beperking van trans
portschepen voor vliegtuigen. De overeen
komst kent aan Engeland en de Veree-
eigde Stalen elk 135000 ton toe, aan Japan
11.000 ton, aan Frankrijk en Italië elk
tö.000 ton. De maximum-tonnemaat van elk
icbip is op 27.000 ton gesteld.
Men zegt, dat in het rapport van de
fcchtvaartcommissie geadviseerd wordt,
lat er geen beperking zal zijn in de con-
jlructie van luchtvaartuigen voor handels
doeleinden, maar dat er strenge bepalingen
gemaakt zullen worden voor die, welke
{ebruikt zullen worden voor militaire of
marine-doe le inden.
Uit Washington wordt nog het volgende
jemeld:
Nu er overeenstemming is bereikt over de
grootte, die de schepen mogen hebben, wel
ke worden gebruikt als transportschepen
.oor vliegtuigen, heeft de maritieme com
missie weer de handen vrij en kan zij af
wachten, wat de antwoorden zullen zijn van
Frankrijk en Japan op de resolutie van Root,
welke resolutie eischt, dat de duikboot-oor
log lagen koopvaardijschepen volledig wor-
le in den ban gedaan.
Intusschen zal vandaag (Zaterdag) het
mb-comité zich bezig houden met de re
dactie van Root's voorstel, waarbij de be-
itaande regelen van den zeeoorlog worden
bevestigd. Tcrzelfdertijd zullen de marine-
joskundigen een schema uitwerken voor de
fervanging van kapitale schepen.
Uit het communiqué van Dinderdag blijkt,
lat, toen de vloot-commissie bijeenkwam,
Schanzer (Italië) verklaarde, dat het voor
stel van Root om de oorlogvoering met
duikboolen tegen koopvaardijschepen te
jerbieden, zooals het door Balfour was ge
amendeerd, naar Rome was geseind.
Sarraut deed voor Frankrijk een derge-
ajke mededeeling.
Hierop gaf Hughes toe, dat een discussie
hans slechts weinig waarde kon hebben,
schier noodigde hij diegenen onder de ge-
kiegeerden uit, die iets wenschten op te
merken, dit te doen.
Lord Lee (Engeland) zeidc toen, dat hij
{cvoelde, dat er bij de Fransche groep mis
verstanden bestonden nopens de Britsche
houding terzake van hel duikbootvraagstuk.
Wij gevoelen zoo vervolgde hij dat
wij hier een eenigc gelegenheid hebl>en
roor de Fransche delegatie en de Fransche
regeering om de Britsche marine en de
Britsche openbare mecning gerust te stellen
ïi verband met deze kwestie. Ik hoop, dat
cij van deze gelegenheid zullen gebruik ma
ken.
Het is ons niet duidelijk, wat de opvat
tingen zijn van den Franschen marine-staf
Inzake gebruik van de duikbooten in oor-
ogstijd. De inzichten van de deskundigen
bepalen niet altijd de actie der regeerin-
{en.
Indien dit wel bet ev-al was, dan zou
den wij ongetwijfeld op een goeden dag
in de positie komen, die door wijlen lord
ïaiesbury aangegeven werd toen hij zeide:
„Indien wij naar de deskundigen geluis
terd hadden, zouden wij een garnizoen in
de maan gelegd hebben teneinde haar te
beschermen tegen een invasie van Mars.
Marine-staven en marine-deskundigen zijn
»an beieekenis, tenzij zij of totdat zij ge
desavoueerd werden door de regeeringen,
lie zij dienen.
Het duikbootvraagstuk.
Uit Washington wordt gemeld, dat Sar
raut in naam van Frankrijk de beginselen
ran de eerste resolutie van Root aange
nomen en levens verklaard heeft, dal
Frankrijk gaarne verder zou gaan dan de
aanneming van een resolutie én een over
eenkomst zou willen toepassen nopens de
beperking van de duikbootoorlogvoering
lot de erkende regelen van den zeeoorlog,
volgens een definitieven tekst, waarop al
de mogendheden die in de maritieme com
missie van de conferentie vertegenwoor
digd zijn, hun toestemming zouden geven.
In de Fransche kringen van de confe
rentie te Washington maakt men de op-
nerking, dat, om de beieekenis te begrij
pen, die de openbare mceming in Frankrijk
san het duikbootvraagstuk schenkt, er
aanleiding bestaat te bedenken, dat
lengte van de kust, d'ie verdedigd moet
worden voor Frankrijk en zijn koloniën
24,000 kilometers is.
De Vereenigde Stalen van Amerika heb
ben, met inbegrip van Alaska, slechts
18,000 K.M. kust te verdedigen en Italië,
dat men te Washington met Frankrijk ge
lijk had willen steli heeft met zijn
utoloniën slechts 8500 K.M. kust. De Mor-
ningpost heeft hel goed opgemerkt, dat
het een traditie in Frankrijk is om in zijn
marine in de allereerste plaats een defen
sief wapen te zien. Lichte schepen en tor
pedo's waren vóór den oorlog het voor
naamste deel van de Fransche vloot.
De regeling der Ya-" e.
Het ontwerp-verdrag betreffende Yap
staat kabel Yap-Guam aan de Vereenig-
de Staten toe, den kabel Yap-Sjanghai
aan Japan, en den kabel Yap-Menado aan
Nederland. Groot-Brittannië en Italië
keurden het ontwerp onder zekere re
serves goed.
Vooraf vriendschappelijke besprekingen
waren gevoerd, waaraan de Fransche ge
delegeerden volkomen bereid waren ge
weest, deel te nemen, doch deze gelegen
heid was hun niet geboden. Toch is het
noodig, dat dergelijke zaken worden
uiteengezet, voordat afgewacht mag
worden, dat de openbare, meening beïn
vloed is. Ton slotte deed Sarraut een
dringend beroep op de vergadering, op
dat het wederzijdscho vertrouwen weder
volkomen en zonder eenige reserve her
boren worde. De Fransche regeering, ver
volgde bij, lieoft reeds haar meening
over den duikbootoorlog geuit, en haar
woord moet voldoende zijn.
De hamdelsmenscben, financiers en des
kundigen die Engeland, Frankrijk, Italië
en België vertegenwoordigen, zijn te Parijs
bijeengekomen, om öe middelen te be-
studeeren. ten einde het economisch her
stel van Europa te verzekeren.
Er werd beraadslaagd over een memo
rie, opgesteld door de Britsche gedele
geerden, en, naar verluidt, werd die met
vrij algemeene instemming ontvangen.
De breede beginselen, die aan die me
morie ten grondslag liggen, zoo meldt de
correspondent van de Times te Parijs, zijn
dat tiet economisch herstel van Europa
afhangt: lo. van het heTstel en de uitbrei
ding van de spoorwegen; 2o. het herstel
van wet en orde en erkenning van parti
culiere rechten en eigendom; en 3o. een
drastisch aanpakken van het ruilmiddel-
vraagstuk.
Het ligt voor de hand dat deze middelen
rechtstreeks toegepast zouden moeten
worden op Midden- en Oost-Europa, of
schoon zij middellijk het 'heil van Europa
in zijn geheel beoogen. Bovendien stélt
het tweede beginsel de belangrijkste poli
tieke vraagstukken aan de orde en aange
zien de economie en niet de polilick (voor
zoover zij gescheiden kunnen worden) de
laak van de conferentie is, is het niet
waarschijnlijk dat de gedachtenwisseling
hierover verder in bijzonderheden zal
gaan.
De correspondent van de Daily Chro
nicle te Parijs meldt, dat men beseft, dat
de hinderpalen op den weg van het econo
misch herstel van Europa slechts wegge
ruimd kunnen worden door samenwerking
lusschen alle naties van Euroipa en van de
groote industrieele be!ahghcbix.~den in de
verschillende landen.
Vandaar het denkbeeld van internatio
nale induslrieele aansluiting om te begin
nen tusschen Engeland, Frankrijk, België
en Italië in de hoop op de medewerking
van de Vcrcemgde Staten en met open
lating van de deur voor Duitsohland en
Rustend. Over dit plan wordt beraad
slaagd.
De correspondent verneemt dat de voor
gestelde organisatie geen regeeringsinsti-
tuut of politieke instelling zal zijn, maar
eenvoudig een groote industrieeie corpo
ratie die de industrie, handel en financiën
van de aangesloten landen verlegemvoor
digi. De regeeringen, steden en particu
liere ondernemingen zouden een beroep
om bijstand op de corporatie kunnen doen.
Als b.v. Oostenrijk deze internationale
corporatie te hulp riep voor het herstel
van zijn spoorwegen, zou het kapitaal,
grondstoffen, machines enz. krijgen.
Uit Parijs meldt verder het Havas-bu-
reau: De economische conferentie heeft in
beginsel vorm en werking van het interna
tionale consortium vastgesteld, welker
stichting zij aanbeveelt om Europa en het
internationale krediet te herstellen. De
maatschappij zou door particuliere onder
nemingen worden opgericht en zich be
zig houden met hel vraagstuk van de wa
terwegen en spoorwegen, van nieuwe sta
ten, die van goede verbindingswegen ver
stoken zijn. Ër zou een kapitaal gevormd
worden van twintig miilioen pond ster
ling, verdeeld over Frankrijk, Engeland.
Italië, de Vereenigd'e Staten en Duitsoh
land, en voor een geringer deel over Bel
gië en Nederland. Het Duitsohe rijk zou
mogen inschrijven op voorwaarde, dat het
aan de commissie voor de vergoeding de
helft van <fe winsten, die hot mogelijk kan
maken, afdraagt
Het ontworpen consortium zou in de
landen, waar de eommercaeele toestand-
moeilijk is, filialen 'kunnen oprichten en
deelneming in koopwaren in stede van in
geld kunnen aanvaarden in de landen
waar het geld sterk gedepredeerd is.
HET HERSTEL VAN HET VERWOESTE
FRANSCHE GEBIED.
Morain, de prefect van het Somme-de-
partement heeft aan de bewoners van het
departement, die door de oorlogs-vernte-
ling geteisterd zijn, een plan voorgelegd
tot herstel van de verwoeste streken, met
welks uitvoering in het voorjaar begonnen
zou kunnen, worden. Het plan omvat de
vorming van sectoren, die uit de vereeni-
ging van verscheidene gemeenten bestaan,
waarvan de inwoners een coöperatieve
vereeniging zouden slichten, aan wie zij
de middelen vijftien milKoen zouden
versohaffen om zich in verbinding te
stellen met 'n onderneming, die op zdch zou
moeien nemen in drie of vier jaar het
herstellingswerk uil te voeren.
De geteisterden in het Somme-departe-
ment hebben zich ingenomen getoond met
het plan. Reeds is er tot de vorming van
vier sectoren besloten. Het gehecle depar
tement zou in achttien sectoren verdeeld
worden.
DE SPOORWEGSTAKING IN DUITSCH-
LAND.
Le Troquer, de Fransche min. v. openb,
werken, heeft in verband met de staking
van spoorwegpersoneel in Duitsohland
den minister van oorlog in overweging
gegeven de spoorwegen op den linker
Rijnoever o,p le vorderen, ten einde het
kclcnvervoer, dat dagelijks 18000 Ion be
draagt, te waarborgen.
Le Troquer heeft voorts dc commissie
van herstel verzocht, bij de Duitsche
commissie, die thans te Parijs vertoeft, er
op aan te dringen dat de kolenlransporten
voor de schadevergoeding den voorrang
krijgen boven alle andere transporten.
EEN IJSBREKER-ZEESCHUIMER.
Een Stockholmsche firma heeft het
Zwccdséhe ministerie van buitenlandsche
zaken verwittigd, dat het Estlandsche
stoomschip Sarema, 't welk een lading
van bedoelde firma inhad, op 8 dezer
door d'en Russischen ijsbreker Vinga zon
der voorafgaande waarschuwing in den
grond geboord is. Ten gevolge daarvan
zijn 23 opvarenden verdronken.
De Zweedslhe en Duitsche schepen die
voor St. Petersburg waren bestemd, zijn
daarom de laatste dagen naar Reval ge
stoomd en hebben daar gelost in plaats
van te St. Petersburg.
EEN NIEUWE VISCHMETHODE
IN ENGELAND.
Te Hult zal binnenkort een belangwek
kende verandering in het vissdhersbedrijf
haar beslag krijgen.
Wegens de hoogc kosten van de vrsch-
vangst met de tegenwoordige groote
stoom treiters hebban dc voornaamste ree-
derijen besloten de Deensche methode
over te nemen van het visschen met ze
gen-sleepnetten.
Zaterdag zijn de twee eerste schepen
voor de nieuwe vischvangst van stapel
gelooncn. Zij zijn kleiner dan de tegen
woordige Noordzec-trcilers en zulfen
slechts acht man aan boord hebben
DE BANCA ITALIAN A Dl SOONTO.
Uit Rome wordt aan do „Frankf. Zgt."
gemeld, dat het moratorium, dat aan
do Banca di Seonto is toegestaan, op oen
jaar is vastgesteld. Do voorschotten, dis-
tclonto en lombard-erodieten, welke de
bank door do andere banken zijn ver
leend, beloopen anderhalf miilioen Lire.
'Do beursmakelaars weigeren verder te
werken. Zij cisehen uitstel van de De
cember liquidaties op grond van de ineen
storting, zoodat de beurs zeer stil blijft.
Zaglocl-pasja is naar Ceylon gede
porteerd.
Vertegenwoordigers van de 32.000 be
woners van Daimïaïe', ïn Egypte, hebben
een vlammend protest uitgevaardigd tegen
het aanhouden en wegvoeren ran Zagloel-
pasja, welke zij beschouwen als „een
misdaad, een ongehoorde dwingelandij en
gewelddaad, die een aanslag op de waar
digheid der natie vormt". Voorts zeggen
zij dat ,/zulk een ongehoord schrikbewind,
gericht tegen een vreedzame beweging, tot
mislukking gedoemd is en de kloof tus
schen de twee naties verbroeden en de
moeilijkheden van een regeling vergroo-
ten moet".
Tob de onderteefleenaars behooren de
Egyptische officier van justitie en de com
mandant van de politie, leden van de
wetgevende vergadering, al de gemeente
raadsleden, de regeeringsambtenaren, de
vakvereenigingen, eniz.
Op een der hoofdpunten van Broad
way is Donderdagavond door bandieten
een stout stukje uitgehaald. Zij gingen er
vier in getal een café binnen en
dwongen met hun revolvers den kassier
en de gasten, geld en kostbaarheden af te
geven. Een voorbijganger bemerkte
door het raam turend wat er gaande
was en ging polirtehulp halen. Hij klampte
den eersten den besten politieagent aan en
deze stormde naar het café, waar de ban
dieten juist uitkwamen, in een taxi spron
gen en wegreden. De agent sprong in een
anderen auto en zette hen na. Vervolgden
en vervolger wisselden, terwijl zij door de
drukke straat snorden, revolverschoten.
Maar de auto van dé bandieten was de
snelste; en zij verdwenen in den nacht.
De „Daily News" zegt, dat de graaf
van Alhlone, de jongste broer van de ko
ningin van Engeland, genoemd1 wordt
voor den post van eersten gouverneur-ge
neraal van den vrijstaat Ierland.
In West-Duitschland breidt dc griep
epidemie zich onrustbarend' uit. Te Mainz
zijn meer dan 7000 gevallen geconstateerd,
te Frankfort 43.000.
Een officieuse mededeeling zegt, dat
dc president van dén bondsstaat het pro
tocol van Venetië in zake hel Burgentend
geratificeerd heeft.
Het gerucht gaat, dal het Portu-
geesche ministerie weer zal aftreden.
Leo schrijft jn de „Te!.'':
De opperman, een achterlijk en ouder-
welsch burger, pruimde.
Hij zal op een onigekeerden kruiwagen,
in de nabijheid van de teekenloods, achter
welker doezelige ramen vage gedaanten
zichtbaar waren, en blauwe vellen papier
zilh uitrolden op groolc tafels.
De opperman kauwde op zijn pruim als
een rund.
Zijn kaken schovend knarsend, malend,
wrijvend over elkaar, en telkens ging de
mond een beetje open, weer dicht, weer
open.
De pruim was groot en nieuw.
Achter en naast den opperman was de
rommelige veelheid van roodgeschilderde
raamposten, sleenstapels, bruinrood en
grauw, planken, blankgeel, kalktroggen.
Voor hem was een heuveltje, waarin
een man met trage bewegingen kalk aan
maakte.
De opperman pluisde een paar brood
kruimels uit zijn warrigen, grijzen baard,
en wrong de sterke, eeltige handen stijf
ineen op de knieën.
Hij keek naar het halfafgebouwdc huis,
dat voor hem oprees, en waarin dc vloer
balken rechte lijnen trokken.
Een metselaar, zijn laatste hap brood
besmakkend, naderde.
Kijk-ie naar, Teunisse? vroeg hij,
met vollen mond. Bi-je bang dat de boel
inzakt?
Bin 'k ne; antwoordde dc opperman
zeer bedaard. Ken geen stand houwc
peskalk, peshout en pessteene.afijn.
Over tien jaar leit 't heele zaakie teuges
de vlakte. Dat zeit Teunisse en die
weet wat steene benne. Dit benne geen
steene benne peperncutc
Hij nam een steen, die onder zijn be
reik lag, wierp hem omhoog.
De steen viel op een andere, brak.
De opperman molens leende met zijn
breede kaken.
Enne die menier om te houwen,
teugenswoordig.is dat 'n huis? Drago
die ballelcies? Noem jij dat 'n muur?
Me hemd is dikker.muur van niks.,
enne die rame die rame benne veuls
te groot... enne die kozijntjes benne te
smal......
Ga 't zegge an de annemer Teu
nisse! grapte de metselaar. Of an de ar-
sitekt.
Ja Me hak. Beduvel je zuster. Ze
zelle na Teunisse luistere. Afijn. Mar
al dat moois houdt geen. stand, bestaat
niet.fijn om teugen an te kijke,
mar niet om in te wone. Stikkeionker
op de partaaitjes, enne kleine hokkies
van kamertjes
Hij liefkoosde zijn pruim, liet zijn
lichtblauwe oogen gaan over de achterzij
van een rij huizen, die bijna klaar wa
ren.
Daar, op een derde verdieping, flap
perdén baaien rokken, stond een bezem,
druilde een verveloos duivenkotje, op 'n
smalle waranda, waarvan de leuning nog
gemaakt moest worden.
Nou vraag ik je nou vraag
ik je afijn of dat bar is. De boel is
niet eens af en ze stoppen d'r menso in.
Wie z'n poot op de veranda zet, lata-
felt d'r meteen af. Geen leuning en
niks en d'r wonen min3e.„. afijn.
Welis van den woningnood ge
hoord, Teunisse? srotte de metselaar.
Ja Me laars.
Er verscheen voorzichtig een man op
de waranda, die coa iel touwtje te span
nen begon, tusschen de twee houten zij
schotten.
Dat was de leuning.
De opperman stond op.
Het leek of hij kraakte.
Hij kreeg een timmormansjong in 't
oog, dat lui te kauwen stond, leunend
tegen een der nieuwe huizen, fraai rood,
en blank, en helder.
Ga mit je pens van dat huis af,
jonge! beval hij stuursch. Zoo meteen
douw je 't afijn van se plaasNee,
Dan mijn tijd, dan mijn tijd.
'n Bel klonk.
Allo, manno, sprak do opperman.
Maak die mooie luzr"««-srlnnsies mar es
afafijn.
HAAGSCHE HUISEIGENAREN EN
DELFLAND'S SLUISGELD.
Haagsche huiseigenaren hebben dezer
dagen een aanslagbiljet ontvangen tot het
1 betalen van SluisgcM voor het hoogheem
raadschap Delfland. Iets geheel nieuws,
Maar deze nieuwe belasting sohijnt ge
rechtvaardigd.
De „Haagsohe Post" noemt haar een
verdedigingsbelasting. Het Hoogheemraad
schap Delfland, dat een gebied omvat van
bijna 33,000 H.A. heeft behalve de zorg
voor enkele wegen, 11 sluizen en 38 brug
gen hot onderhoud van den ,gemeenen
boezem" van 77 polders, van een groote
uitgestrektheid dijk en van 17.070 meter
zeewering. Afvoering van het overtollige
water en wering van 'het watergeweld van
builen, ziehier de eerste taak van een wa
terschap. Hebben dé Hagenaars daarmede
niets te maken als er van die duizenden
meters zeewering 65G0 meters op het
grondgebied van hun gemeente liggen? En
waar moet het water heen uit de polder-
tjes aan den Oost- en Westkant van de
stad als de .gemeente boezem" van Delf
land het niet opneemt en door zijn slui
zen doet wegslroomen?
De stelregel voor het oud-Holt a ndsche
dijkrecht: „Wien water deert, d>e water
keert", is ten volle toepasselijk op eiken
eigenaar van onroerend goed, die btnneD
de palen van Delfland veilig leeft en dus
meebetalen moet.
Terwijl in Rijnland, het waterschap
waarvan Leiden het middelpunt vormt,
het boezem-onderhoud hel duurst komt, Is
in Delfland de zeewering het kostbaarst.
En daarvan trekt de Hagenaar op meer
dan cénc wijze profijt. Als wij alleen maar
bedenken, dat er al een heel dorp Sche-
veningen, sedert den groeien vloed van
1470, een paar mijlen ver in de Noordzee
ligt, cn dat het meermalen ging als een
haive eeuw later, „In 't jaer 1530, op d'en
vijfden. November, 's morgens ten 8 uuren
toen een grooien storm uylten N. Westen
haestelj'c opgeresen het zeewaeter, seer
•hoog vloeycndc, alles in korten stonde
deed wegrucken, dreygende Scheveltnge
met eenen algemeenen ondergangh."
INBRAAK IN EEN JUWELIERS-
WINKEL.
Voor 10.000 gestolen.
In den vroegen morgen, vermoedelijk
tuss'lhcn s en 6 uur is Vrijdag ingebroken
in den winkel van de firma Willem J. J.'
van Pampus in de Leddséhestraat bij hef
Leidscheplein le Amsterdam.
Men herinnert zich misschien nog den
inbraak bij denzelfden juwelier in 1909,
toen de inbreker over de daken den win
kel- wist binnen te dringen. Toen is een
groote hoeveelheid gouden voorwerpen en
andere sieraden gestolen. De winkel was
aan de voorzijde met ijzeren rolluiken af
gesloten. Van de Leidscheslraatzijde was
dus niets te zien, en eenmaal in den win
kel heeft de inbrctker ongestoord zijn slag
kunnen slaan.
To en-de zaak verbouwd en gemoderni
seerd werd, heeft de heer Van Pampus
een nieuw systeem toegepast, dat de
meeste juweliers nu hebben. Maar ook
dat blijkt nu niet deugdelijk te zijn ge
weest. De ijzeren rolluiken zijn afgeschaft,
in plaats daarvan is een stevig ijzer tralie
werk vóór de ruiten aangebracht. De ju-
weelen blijven 's nachts in dc étalage lig
gen, en den geheelen nacht brandt er clec-
trisch licht. Politie, nachtwakers en voor
bijgangers kunnen den geheelen winkel
dcor zien en elk onraad moet opvallen.
In de vroege morgenuren van Vrijdag,
toen het stormde en regende en de nacht
wakers en politic-agenten naar alle waar
schijnlijkheid of even schuilden of juist
in een ander deel der Leidschestraat wa
ren, heeft een inbreker de linkerwinkel-
ruit door het tralie-werk heen, stuk ge-
stoolen. Door het stormgeloei heeft nie
mand het glas-gerinkel gehoord. De diet
slak daarop zijn blijkbaar smalle hand
door het traliewerk en nam de sieraden
weg, die hij juist kon grijpen. Van een
grijsfluweclen kussen rukte hij ringen met
diamanten en broche's af. Enkele liet hij
in de haast, waarmee alles moest gebeu
ren, nog er op. Verder nam hij eenige
gouden sigarettenkokers, een slangen-arm
band, met juweelen bezet, horloge-arm
banden en gouden potlooden weg. Met
deze buit, die een waarde van ongeveer
tienduizend gulden moet vertegenwoordi
gen, verdween de inbreker.
Zoodra de politic eenigen tijd later de
inbraak bemerkte, waarschuwde zij den
firmant. In de étalage aan de linkerzijde
van den winkel kan men precies zien, hoe
ver de inbrekershand is kunnen komen.
Op één plek is het vol glasscherven, rond
om een scheefliggend juweelen kussen,
daarnaast liggen de gouden potiooden en
sigaretten-aanstekers nog keurig zooats
altijd, op een rij geëtaleerd. Dc mooiste
sieraden, die een zeer groolc waarde ver
tegenwoordigen lagen hooger onder vloei
papier. De ruit werd evenwel vlak bij de
onderste etalage ingestoofen. Het gat is
ongeveer twee decimeter bij 4 decimeter
groot.
De winkel trok Zaterdag zeer de na
dacht. Een agent was er voor geposte rd.
De heer Van Pampas is tegen inbraak
verzckerd.Hij kon, in verband met hel
politie-onderzoek nog niet de juiste in
ventaris opmaken van wat gestolen is.
In den nacht van Vrijdag op Zater
dag heeft opnieuw do Weeter-storm ge
woed. Hij werd door zware plasregens
voorafgegaan en bereikte omstreeks 4
uur zijn volle kracht.
Uit verschillende plaatsen des lands
komen weer berichten over ongevallen
door het noodweer veroorzaakt.
Nabij het vuurschip ,,Maas" vorkeer te
een stoomschip in nood. Do Ilarwieh-
boot, „Cremer," veriesnde assistentie.
Uit Maassluis wordt geme.d. dat het
8.8. „Port Gwarra" bij het Maas-vuur-
fchip ligt en water maakt. Hot schip
verlangde assistentie. Het Spaanseho
stoomschip „Maroaspio" verkeerde in nood
bij het lichtschip „Wandelaar." Vijf leden
der bemanning waren met de seheeps-
boot van boonl gegaan.
De Zaan is buitengewoon hoog door
regen en opstuwende» wind. Vela wei
landen staan blank in de bijliggende pol
ders. Schapen moesten worlen binnen
gehaald voor het water.
Te Amsterdam moest de brandweer
verscheidene ma'ea uitrukken wegens
stormschade.
Het stoomvisschersvaartuig „IJmuidon
3539 Pollux," dat 15 dagen geleden van
IJmuiden naar de vissclterij vertrok, is
tot op heden nog niet teruggekeerd,
zoodat men zich over het lot van schip
en bemanning ongerust maakt.
Van het Zweedsche stoomschip „Dici-
do" is Zaterdagnacht do geheels deklast
van het voorschip en de voormast over
boord gegaan. De nog aan boord zijnde
bemanning is door do reddingboot, we'ke
door de sleepboot „Cyc'.op" naar buiten
gebracht was, afgebracht en to IJmuiden
aan wal gebracht.