Tweede Blad. Het verdwenen meisje BUITENLAND BINNENLAND WOENSDAG 4 JANUARI 1922 BRIEVEN UIT BORNEO. Lieve hemeltje nog an toeEr schijnt geen eind aan te komen 't Is me net weertje wellederen dag regen, regen met bakken vol. De vergaar bakken en leidingen Boven schijnen lek te zijn en ik geloot dat de engeltjes loodgieters de gaatjes niet kunnen vinnen 1 U en Europa algemeen heeft 'n drogen tijd achter oen rug. Een en twintig was droog. Nu hier zal dit jaar in mijn annalen geboekt staan als nat. lederen oag regende grond wordt week en oe varkens wroeten meer dan anders en overal, vooral op heuvels, daar het beneden te nat voor die vuile viervoeters is. Varkens zijn er bij hoopen in Doesoendorpen, zoo als U weet, en de krulstaarten van hier komen allen de Missieheuvel op en wroeten alles omver en overhoop. Mijn bloementuin, die blommetjes levert voor de kerk, ligt in rottencie- blaren-takken- en wortels-modder, 't Is treurig! Daa.1 de „wilde" varkens het niet üoèn komen hun tamme neven en nichten met heele families en „gaan er ui-ep in" halen er uit wat er te halen is. Er uit houden kan men ze niet tenzij met hooge kosten want die magere dingen klimmen hier heel netjes "over een schutting, en springen voetenhoog over 'n heining of als ze tijd hebben gaan ze er onderdoor Gooi of sla er een tegen de wereld en geef 'm 'n „kielewatje" met 'n knods, dan komen ze bij dozijnen op de begrafenisAls Hollandsche „krachf'termen ze. konden dooden waren alle Inabong krulstaarten reeds om zeep Plant iets en' beschut het, en tien tegen één dat den volgenden morgen je paaltjes tegen den grond, en je zaad of kern in een varkensmaag liggen. Wanneer er maar een was ot 'n paar of zelfs 'n dozijn, zou het nog gaan, doch ze drommen samen in hun verwoestingswerk om wanneer er iets te bikken is direct met elkaar uit te vallen. De heele heuvel ziet er uit of een honderd mollen bezig geweest zijn juist aan de oppervlakte. 't Is een van de moeilijkheden hier om bloemen mooie bloemen te krijgen voor Onze Lieve Hcerke's woonstee en daar komen die mise rabele biggen en snuiten op af. Met varkens is Borneo vol. Wilde zwijnen bij de vleet en daar zijn kanjers onder die zoo hoog staan als 'n klein kalf. En die mijnheeren hebben slagtandjes van geel ivoor, die 'n decimeter uit hun bek steken. Ze zijn nachtbeesten. Overdag'-ziêt men ze niet, en het oer woud is hun paradijs, 's Avonds gaan ze op roof en in vroegen morgen komen ze zelfs in de dorpen, onder de huizen. Ik heb ontzag voor die wilde bees ten, tenminste de grootere. Een zeug met jongen valt aan, anders gewoon lijk kiezen ze het hazenpad. Lang ge leden ben ik 'ns opgehouden door zoo'n zwijn, 't Paadje erg smal en al mijn schreeuwen en zwaaien met FEUILLETON 1 XV. Eene wijl ging Karei Schönhof in blijkbare gemoedsbeweging het vertrek op en neder. Herhaaldelijk wrong hij de handen en verhief ze smeekend ten hemel. „O God zuchtte hij, „heb ik zelf niet genoeg geleden voor een •eugdigen misstap. Moet nu ook nog mijn zoon, de trots mijns harten, daar voor lijden Wel schijnt het in mijne hand te liggen hem alle leed te bespa- r^'i .en hem gelukkig te maken maar ik kan dit slechts ten koste mijner an- 7 r 'I^ren-,NX.el vertrbuw ik van zijn rechtvaardigheidsgevoel, dat hij liever van alle vooruitbezit vóór zijn broeders en zusters afstand zal doen, dan ook slechts een cent onrechtvaar dig te bezitten maar kan ik hem aan deze bekoring blootstellen Of zal ik hem openbaren, hoe na hij met den door hem zoo hoog vereerden grijsaard verwant is Met de oogen vol tranen zonk de diep ter nedergeslagen man in een ze tel en smeekte den Hemel vurig om voorlichting. Van lieverlede werd hij rustiger. Eindelijk stond hij op en ver liet het vertrek.. „Waar is Robert?" vroeg hij aan zijne vrouw, die in de huiskamer zat. „Ik geloof, dat hij uitgereden is," antwoordde deze. „Waarheen „Dat kan ik niet zeggen." armen had geen effect. Een welge-, mikt stuk hout liet 'm koud. Ik pro beerde al middeltjes te vinden om het op den loop te zetten, doch niets praktisch viel me in. Wel herinnerde ik me dat 'n Hollandsche schrijver verhaalt over zijn tocht in Noorwegen, en daar aangevallen werd door 'n vies varken hoe hij plotseling zijn paraplu openklepte en schreeuwde en zóó het ongure beest op den vlucht dreef, doch ik had geen paraplu, an ders had ik dat wel geprobeerd. Uit eigen beweging ging ie eensklaps het bosch in. Een wild zwijn is 'n lastig heer, en gevaarlijk om zonder wapenen te bekampen. Velen hebben de scherp te van hun tanden ondervonden, en ik herinner me een man die stierf aan de wonden hem door zoo'n varken toe gebracht Wilde zwijnenvleesch komt dik wijls voor op ons menu. 't Is niet erg smakelijk, doch in het land der blinden is één oog koning I Iedere Doesoen „houdt" varkens. De zeugen werpen hier gewoonlijk vier, soms zes, zelden meer, jongen. Gelukkig groeien ze niet allen op. Een gier, die op kippen aast, versmaadt ook geen speenvarkentje En slangen en honden rooven ze ook. Varkens voederen is vrouwenwerk. De knorrers loopen vrij rond, doch ieder weet waar ie thuis behoort. Om 'n uur of 5 's avonds is het voertiid. Mevrouw komt met 'n pot voer de huisladder af en hamert op 'n blik en schreeuwt en haar beesten komen voor hun souper Varkenskoppen hier zijn langer dan in Holland de snuit is veel puntiger waarschijnlijk omdat de Hollandsche biggetjes opgevoede biggen zijn, want hier moeten ze hun voornaamste voed sel zelf zoeken en wortelen enz. zitten in den grond. Het Borneovarken heeft dat welbekende krulletje niet in zijn staart, zoodat ik ze eigenlijk niet „krulstaart" noemen mochtZe zijn vuil en vies Vieze varkens worden niet vet,nu hier zijn ze tóch mager Dit is een heel varkenspraatje ge worden. Gerust, geachte lezer, toen ik dezen brief begon had ik geen gedachte aan 'n varken ik begon over het weer, denkend dat dat begin altijd 'n staartje heeftIk ook, evenals u, had liever een lekkere varkenskarbonade dan dit varkenspraatje, edoch Adieu t.t. J. STAAL Pr. Miss. Inabong, November '21. DE CONFERENTIE TE WASHINGTON, „Robert is naar Natchez gereden. Hij ging naar de post om te hooren of er brieven voor ons aangekomen wa ren," zeide de oudste dochter. Dit was den vader voldoende. Het zou hem onaangenaam geweest zijn, hem op dat oogenblik te ontmoeten. Hij reed eveneens ui tdoch in'n andere rich ting dan Robert. Toen hij tegen den avond terugkeerde, hoorde hij dat Ro bert reeds lang te huis was. Zoo gingen zij elkander verscheidene dagen zoo veel mogelijk uit den weg. Juist "wilde Robert zijn dagelijk- schen rit naar de post weder onderne men, toen een rijdcnde.bode aankwam en hem een brief met het poststempel Talahassee bracht. Haastig brak hij dien open. Zijn vriend berichtte hem, dat veertien dagen na dagteekening van den brief het bewuste feest zou gevierd worden. Een door het voorbereidende comité onderteekende uitnoodigingskaart was er bij'gevoegd te gelijker tijd werd liet verzoek herhaald, dat hij in Wil liam's ouderlijk huis zijn intrek zou ne men. Door slechte postverbinding had de brief tien dagen noodig gehad om zijn afres te bereikenderhalve bleven Robert nog. drie dagen voor de reis over. Wilde hij dus aan het feest deelnemen, dan moest hij onverwijld op weg gaan. Maar zonder de toestem ming zijns vaders wilde hij dit niet. Daar hij hem niet in de huiskamer aan trof, vroeg hij„Waar is vader „Op het kantoor," werd hem geant woord. „Ik weet niet, wat vader deerri" snrak de moeder bezorgd. De a.s. Conferentie te Cannes. De Ierschc kwestie. „Sinds >e terugkeer is hij zoo ernstig en achterhoudend. En 'ij ook, Robert, bent niet meer de vroegere opgeruimde iongen. Ternauwernood ziet men 'c s morgens en 's avonds, overdag ben 'e altijd uit. Tusschen u beiden heerscht een geweldige spanning." Verder kon zij niet. De moederlijke smart, die haar hart beklemde, ont lastte zich in een vlogd van tranen. „Stel u gerust, lieve moeder," zeide Robert. „Dit zal spoedig voorbijgaan en dan, hoop ik, zal de vreugde des te grooter worden." Daarop begaf hij zich naar zijn vader en bleef meer dan'n uur bij hem. Meer malen sloop de moeder bezorgd Iangs de deur van het kantoor, waarin beiden zich bevoncfénzij hoorde, dat zij wel op ernstigen, maar bedaarden toon met elkander spraken. Geheel gerust gesteld hervatte zij haar huiselijke be zigheden. Bij het verlaten van het kantoor keerde Robert naar zijne moeder terug en reikte haar de hand tot af scheid. „Waar gaat gij heen vroeg zij be zorgd. „De expresse-brief roept mij naar Talahassee in Florida," antwoordde hij. „In hoogstens veertien dagen ben ik weder terug. Heb tot zoo lang geduld Wanneer vader u intusschen niets mededeelt, zal ik het later -doen." Een half uur later was Robert op weg naar Natchez, want hij wilde van een stoomboot naar New-Orleans ge bruik maken, zich van hier over de golf naar St. Marks begeven, vanwaar hij binnen weinige uren het doel zijner reis kon bereiken. Zoodra hij in Natchez zijn paard had laten stallen, spoedde hij zich naar den oever der rivier. Hij kwam te rechter tijd, want iuist legde een trotsche stoonrer voor eenige minuten aan. Robert besteeg dien «n verliet item na een korte vaart aan dc landingsplaats van New-Orleans. Zonder de stad te be treden, zag hij naar een stoomboot om, die hem verder kon brengen. Ook hier was het geluk hem gunstig, want over een uur ging er een naar dc Apa- lachebaai. Met zijn reistasch in dc hand zocht hij die op. Er heerschte een groote drukte aan boord; men was be zig de laatste vaten, goederen en balen te laden. Slechts weinig passa giers bevonden zich op het dek. Juist was het vaartuig van wal ge stoken, toen nog twee passagiers hard kwamen aanloopen. Slechts door een koenen sprong konden zij er op ko men. De manier, waarop zij dien uit voerden, bewees, dat zij volkomen op hun behendn eid vertrouwen konden, de oudste hunner, een man van in de vijftig iaar, was van middelbare grootte zijn mager gelaat was door de zon gebruind., zijn scherpe oogen, die onder een paar borstelige zwarte wenk brauwen glinsterden, dwaalden vluch tig over al de passagiers. Op Robert rustte zij een oogenblik langer dan op de overigen, docli zij schenen niets bijzonders aan hem waargenomen te hebben. De andere was een jong mensch van nauwelijks vier en twintig iaar. Zijn lichte huidskleur getuigde dat hij uit het Noorden afstamde en GEM. BUITENL. BERICHTEN. De zaak-van Best. nog weinig aan den verhardenden in vloed van het leven in de vrije lucht was blootgesteld geweest. Van gelijke grootte als zijn ntedge- zel, geieek hij toch aanmerkelijk klei ner, want zijn schouders waren breed, zijn geheele lichaam ineengedrongen. Robert herkende iit dezen laatste een zijner vroegere studiemakkers, den zoon van een'der door slavenhandel rijk geworden man. Ralph Barnfield, gelijk de ionkman heette, onderscheid de zich zoo wel door zijn aanmatiging als door zijn losbandig leven. In zijn gezelschap vond men slechts het uitschot der studenten elk braaf ionkman vermeed hem. Daarom was ook Robert nooit nader met hem be kend geweest. Nochtans wist hij niet of deze hem wellicht niet herkennen zou. Hij verwijderde zich daarom van hem en bleef hem zoo ver mogelijk uit den weg. Beter bevielen hem twee «ongelieden die zich dicht bij de groote mast op eenige balen een gemakkelijk zitplaats- ie uitgezocht hadden. Hun uiterlijk deed in hen aankomende kooplieden vermoeden wat door den inhoud van hun gesprek bevestigd werd. Plotseling brak de eene liet onder houd af, sprong op en keek scherp naar de het laatst aangekomen passagiers. „Kent gij de beide nieuwe passa giers?" vröeg de zittende. „Den 'ong'ste ken ik niet, wel echter den oudste, als mijn geheugen mij niet erg bedriegt." „En wien meent gij in hem ontdekt te hebben De gevraagde ging weder zitten, BIHNENLAKDSGH NIEUWS doch Zette zich zoodanig, dat hij dade lijk zijn gelaat aan de opmerkzaam heid van een waarnemer onttrekken kon. Dan fluisterde hij zacht„Het is de aanvoerder der vrijbuitersbende, die sinds eenigen tijd op een der eilan den van de straat van Florida haar sluiphoek heeft cn de toegangen tot dc golf onveilig maakt. In den laatstcn tijd moeten zij zelfs alleenstaande plan tages aan de kust van Florida ^over vallen en uitgeplunderd hebben." Hoewel deze woorden op fluisteren den toon gesproken werden, ontgin gen zij toch niet aan de scherpe ooren van Robert. Hij ontstelde. Mogelijk- had ook Bcllecourhouse aan zulk een aanval ten doel gestaan. „Hoe heet de vrijbuiter?" vroeg de andererionge koopman. „ik weet het niet," antwoordde dc gevraagde. „Hij moet zich zei ven den naam van „de Vos" geven, waarschij- lijk om aan te duiden, dat hij met ver fijnde list aan alle vervolgingen weet tc ontsnappen." Voor Robert werd het nu duidelijk, dat Ralph Barnfield, zijn zucht voor avonturen volgende, zich in zijn gewe tenloosheid in de bende der vrijbuiters had laten opnemen. XVI. De stoomboot legde in de haven van St. Marks aan. Hier verlieten haar de meeste passagierscok de vrijbuiter en Ralph stegen uit. Robert hield bei den in liet oog. Zoodra z\\ aa" 'ani' gestapt waren, naderde hen een bcaar de matroos, die hun een boodschap scheen over te brengen. Beiden voh'den Jient (Wordt vervolgd.) Staan er zekere wilde vruchtboomen in vrucht, gaan Doesoens er 's middags op uit om op paadjes, die daar uit komen strikken te spanr.e.i, strikken van linnen, die heel eenvoudig en toch doeltreffend zijn. De Doesoen zelf zoekt 'n veilig plaatsje in hoogen boom. Zoo gauw zoo'n knorbeest in zulk 'n strik loopt en vastzit, knort en brult hij zoo 'hard dat de andere varkens er van door gaan voor eenigen tijd. Zoodoende krijgen de Doesoens kans om den krulstaart dood te steken, uit de strik te nemen, die opnieuw te zetten en weer naar bgven te klim men. Soms worden meer dan een van :,ulke beestjes gevangen in een nacht op dezelfde plaats. Het zwijn wordt bij de pooten aan 'n stok gebonden e.i twee mannen dragen dien op hu- schouders. Moedig en trotsch stappen de Nimrods hun dorp bi nen met den buit. De indrukken van Lord Riddeli. Lord Riddeli, die aan het hoofd heeft pe- staan van den officieelen persdienst der Washingtonsche conferentie, is in Engeland teruggekeerd en heeft zijn indrukken weer gegeven in een onderhoud met een mede werker van de „Times". Na uiting te heb ben gegeven aan zijn optimistische gevoe lens wat betreft het welslagen der confe rentie, wees hij er op, dat men er zich in Engeland van bewust dient te zijn, dat de Vcreenigde Stalen een nieuw tijdperk in hun handelspolitiek ziin ingetreden. De Ame- rikaanschc regeering en de Ameriknansche zakenlieden meenen dat de tijd is gekomen waarop Amerika krachtige pogingen moet doen om zijn buitenlar.dschen handel uit te breiden. Om deze reden stellen de Ver. Slalcn zooveel belang in China. Hun wensch tot uitbreiding van dezen handel echter slrckt zich verder dan lot China uit, en En geland heeft niet meer dan eenige andere natie reden om dezen wensch euvel te dui den. Het geldt een vriendschappelijken wed ijver, doch een wedijver niettemin. Engeland is geneigd Ie vergeten dat, hoe groot en belangwekkend Amerika ook is, het nog een jong land is, en dat, ook al zijn enkele van zijn jongste uitstapjes op het gebied van den buitenlandschen handel niet zeer ge slaagd geweest, de continuïteit van zijn ac- !ie het de noodige kennis cn ondervinding zal bijbrengen. In Amerika beslaat het gevoelen, dat de oude wereld in verval verkeert, en dat de Ver. Staten bestemd zijn om het financieel, commercieel, wetenschappelijk, artistiek en literair centrum der wereld te worden. Dit geloofde Lord Riddeli echter niet aan stonds.... 1 Ve ontwikkeling van 'den vliegdienst.' De te Washington tot stand gekomen overeenkomst in zake de tonnenmaat van moederschepen voor vliegtuigen, wijkt aan zienlijk af van de oorspronkelijke voorstel len van Hughes. Het oorspronkelijk plan was dat aan de Ver. Stalen en Groot-Brit- tannië elk 80.000 ton en aan Japan 48.000 ton zouden worden toegewezen. Na ampele beraadslaging echter werd besloten, dat de Ver. Staten en Groot-Britlannië elk 135.000 ton en Japan 81,000 Ion zullen krijgen. Bo vendien zijn", naar men weet, de moeder schepen vrijgesteld van de beperkingen van de „vacantie" van tien jaar; elke mogend heid staat het vrij tot haar maximum-ton- nenmaat aan le bouwen, terwijl de versle ten tonnage mag worden geschrapt en ver vangen. Het denkbeeld, hetwelk aan het afwijken van het oorspronkelijk plan ten grondslag ligt, is dat het stopzetten van den bouw van moederschepen gedurende tien jaren elke mogelijkheid lot verdere ontwikkeling er van te niet zou doen. Marine-officieren ach ten de mogelijkheid van een samenwerking van den vliegdienst n\et de vloot van groot gewicht en daarom een ontwikkeling der moederschepen een eerste vercischle. De onthullingen van de re geering van Tsjila. Naar aanleiding van de uit Fransche en Japansche officieele bron openbaar gemaak te tegenspraak op de onthullingen over een geheime Fraasch-Japansche overeenkomst in zake Siberië, hebben de vertegenwoordi gers van de regeering van Isjita te Was- hington verklaard, dat de komst van de overblijfselen van Wrangel's en Denikin's troepen in Wladiwostock, welke door do Japanners tot een aanval op de troepen van de republiek van het Verre Oosïen georga niseerd zijn, de in de onihuldc documenten vervatte- bewegingen bevestigd. De „Manchester Guardian" bevat even eens een uilvocrig telegram van zijn Was- hinglonschen correspondent over de beken de onthullingen van de regeering van Tsjila. Wij onI'oenen er nog aan, dat de delegatie dezer regccring te Washington heeft ver klaard, dat zij met de publicatie der docu menten niet ten doel heefl wrok tusschen de verschillende naties te verwekken. De ge beurtenissen der laatste vier jaren in het Russische Verre Oosten, de gruwelijke wreedheden, welke de Japansche irtiervcn- tie ten gevolge heeft gehad, nopen de ver tegenwoordigers van het Russische volk in het Verre Oosten er voor te waken dat alle inlichtingen worden verstrekt, die licht kun nen werpen op de plannen van vijanden, zoowel als vrienden. De tekst van liet protocol, dat den 12en Maart 1021 te Parijs is geleekend, luidt: „In geval van de bevrijding van het Si berische grondgebied van bolsjewieken, ver krijgt Japan het volledige gezag in Siberië; de Russische regeering, de Russische auto riteiten cn de Russische militaire strijd krachten zullen onder Japanscli toezicht staan; alle concessies behooren aan de Ja panners; de Japansche regeering bezit het eenige privilegie om concessies aan andere naliès te vcrleenen; de Mandsjoerijsche spoorweg wordt den Russischen autoriteiten toegewezen; Japan heeft het recht de ge- lieele lijn le koopen, wanneer de Russen haar wenschen te verkoopen, ondanks hel huidige contract, hetwelk bepaalt, dat de verkoop slechts na 24 jaar veroorloofd is; Japan heeft liet recht voldoende troepen in plaatsen van strategisch gewicht te hand haven." Ook Huthcnau naar Cannes. Zooals met groole stelligheid verluidt, zal ook <1t. Walter Rathenau aan den al- gemcenen uitlooht naar Cannes deelne men. Hij reist niet met denzelfden mid dagtrein als de Fransche ministers, maar zal een Jateren avondlrein nemen. Briand's wenschen. In een interview mot den Parijschen correspondent van de „Daily Mail' heeft Briand, naar een telegram van R. F- D. meldt, er op gewezen, dat de kern van den gchcelcn toestand is de veiligheid van Frankrijk.Een bondgenootschappelijk ver drag tusschen Frankrijk en Engeland, een verdrag, waarom wij gevraagd hebben, maar hetwelk wij niet verkregen, zou het beste bewijs zijn, dat ons maritiem pro gram niet is en nooit kan gericht zijn te gen onze Engelschc vrienden. Zulk een verdrag zou den besten grondslag kunnen vormen voor oen afdoende en duurzame reconstructie van Europa. De 'vergadering van de Dail Eireann. Het wordt,, blijkens een draadloos N. T. X.-tïeridhï, Waarschijnlijk geacht, etat het debat over de ratificaties van het ver drag, dat hedien te Dublin zal woeden her vat, tot het eind der week zal duren. Volgens de bladen moeten nog vijftig le den van de Dail Eireann het woord voe ren. Naar gemeld wordt, heeft tijdens het reoes de leider der anti-ratificatiepartij onderhandeld ,met de gevolmachtigden en hun voornaamste aanhangers en had men gehoopt tot overeenstemming te komen, zoodat het verdrag met algemeene stem men zou worden geratificeerd. Thans wordt evenwel gemeld, dat die pogingen zijn mislukt, zoodat de Dail voor de keuze staat van ratificatie of verwerping. Het kabinet van de Dail Eireann heeft in het geheel 'honderd resoluties ontvangen, die alle op twee na vóór de regeling zijn. DE FINANCIEELE TOESTAND IN ENGELAND. Blijkens de opgaven van het departe ment van financiën hebben m de laatste negen maanden van het jaar het dienst jaar loopt in Engeland van 1 April tot 31 Maart de uitgaven de inkomsten met ruim 63 millioen pond overtroffen, terwijl er een jaar geleden voor datzelfde tijdperk nog een overschot was van ruim 46 mil lioen. Drie maanden geleden was het te kort 41 mill ioen; liet is dus de laatste drie maanden aanzienlijk toegenomen, in weer wil van het feit, dat de inkomsten zeer zijn vermeerderd en de uitgaven merkbaar verminderd. De oorzaak hiervan is, dat de „excess profits duty" schier niets meer betecikent. In de laatste drie maanden heeft deze belasting op de buitengewone winsten slechts 2.650.000 pd.st. opge bracht. De opbrengst van deze belasting was voor het tot 31 Maart loopende be- grootingsjaa.r geraamd op 120 mil li oen; tot dusver is slechts 29.714.000 pd.st. omvangen en het is niet te verwachten, dat er de laatste drie maanden nog voel zal bijkomen De hoogere ontvangsten van de drie laatste maanden van 1921 wijzen op een verlevendiging van den handel. Aan inkomstenbelasting werd in de laat ste negen maanden van 1921 174.660.000 pd.st. ontvangen, een vermeerdering van 17.818.000 pd.st. vergeleken bij hetzelfde tijdsverloop van 1920. De totale ontvang sten uit dezen hoofde werden door den kanselier der schatkist geraamd op 410.500.000 pd.st en daar de meeste in komstenbelasting in de laatste drie maan den van het dienstjaar werd gcind, wordt verwacht, dat liet geraamde cijfer bereikt zal worden. De vemindering der inkomsten was door den kanselier der schatkist ge raamd op 209 millioen, vergeleken hij hetzelfde tijdsverloop van 1920/21. Die vermindering bedraagt drie millioen meer dan hij verwachtte, maar men heeft goede verwachtingen, dat de drie laatste maan den van het dienstjaar nog voel zullen goed maken. Wat de uitgaven betreft, deze wijzen op aanzienlijke bezuiniging. Zij waren n.l. on geveer 740 millioen of 102ij millioen min der dan in dezelfde negen maanden van 1920. Dc vlottende schuld bedroeg op 31 Dec. 1.259.840.000 pd.st. Bij het begin van April bedroeg zij 1,275.330.000, pdst. een vermindering dus van 15.490.000 pd.st. DE ONAFHANKELIJKHEIDSBEWEGING IN EGYPTE. Mevrouw Zaghloel, die in Egypte Is achtergebleven (men weet dat haar man naar Ceylon is gedeporteerd, doch dat zij er de voorkeur aan heeft gegeven het land niet te verlaten teneinde in het belang van het Egyptische volk werkzaam te zijn, heeft een opriep tot dc Egyptische natie gericht, waarin zij zegt: „Weest verstandig, vastberaden en eensgezind in uwe rangen! Legt u zeiven een strenge tucht op! Laat u niet in met Engeland, en man en elke vrouw hij zijn of haar ont- uaifj.i ijoozjoa j[.i uoiuus oour joru jo qjo.vi waken het volgende gebed te zeggen: ..Almachtige God, geeft onze geliefde uit gewezenen aan hun land terug. Mogen zij het stralend terugvinden onder de zon der o n a fh nkel ijk heid DE LOONEN BIJ DEN LANDBOUW IN ENGELAND. De nationale landbouwersbond heeft een verklaring gepubliceerd betreffende zijn hooding inzakedc knwlarbekioriooncn. Daarin wordt gezegd, dat volgens 't offi cieele indexcijfer van de gemiddelde waar de «Ier landbouwproducten, gepubliceerd door liet ministerie van landbouw, de ontvangsten der boeren in November 21 bencelen het peil van 1918 waren. Het loon van 46 shilling in December 1920 staat gelijk met 34 shilling thans. Als den arbei- eters thans 30 shilling worxft aangeboden, wordt Iiun dus gevraagd een verlaging te aanvaarden van slechts 4 shilling. In het zelfde tijdperk is de waarde der landbouw producten 110 gedaald. De toestand in het bedrijf is thans zoodanig, dat in een groot aantal gevallen de banken en niet de landbouwers de belaliug der loonen in banden hebben. De bemiddelings-commi ssie in Hampshire heeft zich vereen'igd met een loon van 32 shilling en een 48-urige werkweek tot het eind van Maart. Een loon voor Januari van acht pence per uur, aangeboden door leden van den landbouwersbond, is gisteren in Hertford shire aanvaard door de vertegenwoordigers der landarbeiders. ICOLER IN MAROKKO? Volgens de „Philadelphia Public Led ger" zou de Amerikaansche ingenieur Frank Gardner in Marokko uitgebreide koperlagen ontdekt hebben; de waarde daarvan zou voldoende zijn om alle Fran sche oorlogsschulden le betalen. Het schijnt vooralsnog gewenscht nade re berichten af te wachten over deze Amerikaansche ontdekking. Een Amerikaansche geschiedenis! Miss Shotwell, een zeer bekende film speelster, liep twaalf jaar geleden door New-York's straten en Taakte in gesprek met een zeer armoedig uitziende vrouw. Deze toevallige ontmoeting was bet begin eener nauwe vriendschap. En alhoewel de vrouw, wier naam Mary Pierson was, nimmer haar vriendin van baar behoefti ge omstandigheden in kermis 9telde, be merkte mejuffrouw Shotwell duidelijk dat deze zeer arm was. Vele jaren achtereen kwam Mary Pier son bij de filmactrice aan lniis, die vrijwel alies voor haar betaalde. Pas eenige we ken geleden, toen Mary Pierson ziek was, betrad mej. Shotwell voor het eerst het schamele interieur van haar vriendin. Zij deed al het mogelijke om de zieke le red den, die evenwel eenige dagen later sl.i»rf. Toen het testament werd geopend bleek, dat Mary Pierson „aan de eenige vrouw, welke zich ooit onbaatzuchtig hulpvaardig ha<i beloond" een aantal fondsen ter waarde van 144.000 dollar had nagelaten. De koopman Lockner uit Londen heeft in den D-trein op Beierseh gebied een groot vermogen verloren. De verlo ren portefeuille bevatte een cheque van de Roemeensche bank in Boekarest voor 150.000 lei, een deposito-bewijs van de „Landcrbank'' voor 5.6 millioen kronen, een wissel van de ï.,ondensche Bank voor 250 pond sterling en een cheque van 1376 pd. st., een cheque van de credietbank in Parijs voor 88 pd. st. en andere bankbil jetten. Het eiland Thanet, aan den mond van de Theems, is blijkbaar de gezondste streek van Engeland. Er zijn n..l niet minder dan vier honderdjarige vrouwen, twee te Margate, een te Ramsgatc en een te Minster. Volgens een officieele verklaring is het treinverkeer in Berlijn en het overige Duitschland thans weer normaal. Over de uitspraak van den «ereraad in de zaak va.n Mr. Dr. J. van Best, schrijft de „Maasbode": „Waarneer wij het rapport, uitgebracht dooT den eere-raad, met aandacht bcschou wen, dan treft ons allermeest dat aan van Best niet wordt of kan worden ver weten wat indertijd het socialistische hoofdorgaan „corruptie" noemde. Van kwade trouw is geen sprake. Alleen, in te rugblik op den tijd van veel onvastheid in zaken en ideeën, moeien wij nu zeg gen dat mr. van Best in 1915 juister cn correcter had kunnen handelen, dat hij meer de voorzichtigheid had kunnen be trachten iets wat hij zelf trouwens in 191S heeft erkend; maar van een opzettelijk of voorbedacht misbruik maken van zijn positie als regeeringscommissaris is niets komen blijken. Wel is cr aanleiding le spreken van gebrek aan juist inzicht. We meenen en hopen, dat de zaak hier mede haar eindpunt bereikt heeft. De R.K. Kamerfractie looh heeft met haar uil- spraak van 1917 niet anders geoordeeld. Het „incorrect lmndelen" had in haar momd geen andere beteekenis dan nu ook het rapport feitelijk verklaart: zonder dat men de ho.nolabiliteit van zijn persoon m twijfel trok werd slechts de geste van mr. van Best gekwalificeerd als onjuist". „De Tijd" schrijft na «en beschouwing, waarin er de nadruk op gelegd wordt, dat gebleken is, dat mr. van Best zich nicl aan bepaald onteerende practijken heeft schuldig gemaakt: „Of op de houding van mr. v. Best dan geen erftóek is uit Ie oefenen? Zeker ha<l hij correcter kunnen handelen, en zelf heeft hij reeds vroeger erkend: „Het eenige, wat ik te betreuren heb, is, dat ik in Juni 1915, toen ik op mij nam geen andere belangen te behartigen, dan die mij door Regeering en N. O. T. werden opge dragen (of waarom van te voren toestem ming zou worden verleend), niet zóó voor. zidhlig geweest ben ook uit elk interesse van mijn kantoor terug le treden, ook al moge te verdedigen zijn. <lat ik daartoe niet verplicht was. Ik ontken echter ter stelligste, dal ik ooit hetzij in bedoeling hetzij inderdaad van mijn officieele positie misbruik maakte." In werkelijkheid is door '1 nieuwe mini- lieuze onderzoek niets gebleken, wat me deze verklaring in strijd is. Iemand, die m ruim zes jaren onder beschuldigingen laf en geheel zijn hebben en houden open legde voor onderzoekingen, terwijl hi z>ich steeds heeft moeten verweren legei aReriei verdenking en na elk onderzoek niets meer te zijnen laste lieeft dan het geen thans is gebleken behoeft verder goeroe beschuldiging van aangetaste bono- ra'biliteit meer te verdragen." BINNENVAART. Ingediend is een wet ontwerp tot vast stelling van bepalingen met betrekking tot de Binnenvaart Voorgesteld wordt o.a. te bepalen, dat allo binnenvaartuigen, waarvan de be heerder in het Rijk in Europa «dm hoofdverblijf heeft of allair is gevost'gd in een Register voor de binnenvaart moeten worden ingeschreven en dat do inschrijving in 't Register gc-c'ie'tna aangifte door den beheerder bij den Mi nister, overeenkomstig voorschriften, in dien de opgaven met de werkelijkheid overeenstemmen. De beheerder van een binnenvaartuig is verplicht den Minister volgons door hem te geven voorschriften terstond mo- dedeeling te doen van alle wijzigingen met betrekking tot dat vaartuig, voor zoover dientengevolge de opgaven, wel ke omtrent dat vaartuig aan dien Mi nister zijn gedaan, niet meer mot t 0 werkelijkheid overeenstemmen, al m e 'o van de slooping of het vergaan van hetzelve. De geldigheid van een inschrrjvings- bewijs vervalt: a. indien de opgaven gedaan ingevolge de wet niet moer met do werkelijkheid overeenstemmen b. indien het vaartuig wordt gesloopt- of is vergaan. Geen binnenvaartuig, waarvan do in schrijving verplicht is, mag in de bin nenvaart in gebruik worden genomen of gebruikt, tenzij daarvoor een inschrij vingsbiljet is afgegeven, dat nog geldig is op het oogenblik van gebruik. Het inschrijvingsbewijs moet aan boord aanwezig zijn. De Minister is bevoegd to bcpalon, dat geen ingesohreven binnenvaarhr'g in ge bruik mag worden genomen of gebruikt tenzij het op de wij zo als deer hem zal worden bepaald, duidelijk zichtbaar voOr- zien is van een door hom. vait te stol len kenteeken. Van het verbod hierboven bedoek', omtrent hot in gebruik nomen van een vaartuig, kan door don Minister al dan niet voorwaardelijke ontheffing worden verleend. De Minister verdeelt het Rijk in Europa in districten en wijst daarin do plaatsen aan, waar een Rijkssehippcrs- beurs zal zijn te vestigen, onder ver melding daarbij van do gemeenten, wel ke tot den kring van ieder dier beur zen behooren. Hij is bevoegd *n *eg!e- ment van orde vast te stellen voor do bedoelde beurzen, waarbij bepaald kan worden, dat aan personen, dio de ardo verstoren, den toegang tot die beurzon vQK>r goed of voor tijdelijk kan worden ontzegd. Voor iedere beurs worden door don Minister één of meer beursmeesters aan gesteld. Op iedere beurs houdt de beursmecs- ter oen aanmeldingsregister, waarin do -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 5