Tweede Blad.
Het verdwenen meisje
BUITENLAND
BINNENLAND
WOENSDAG 4 JANUARI 1922
BRIEVEN UIT BORNEO.
Lieve hemeltje nog an toeEr
schijnt geen eind aan te komen 't Is
me net weertje wellederen dag regen,
regen met bakken vol. De vergaar
bakken en leidingen Boven schijnen
lek te zijn en ik geloot dat de engeltjes
loodgieters de gaatjes niet kunnen
vinnen 1 U en Europa algemeen heeft
'n drogen tijd achter oen rug. Een
en twintig was droog. Nu hier zal dit
jaar in mijn annalen geboekt staan als
nat. lederen oag regende grond
wordt week en oe varkens wroeten
meer dan anders en overal, vooral op
heuvels, daar het beneden te nat voor
die vuile viervoeters is. Varkens zijn
er bij hoopen in Doesoendorpen, zoo
als U weet, en de krulstaarten van
hier komen allen de Missieheuvel op
en wroeten alles omver en overhoop.
Mijn bloementuin, die blommetjes
levert voor de kerk, ligt in rottencie-
blaren-takken- en wortels-modder, 't Is
treurig! Daa.1 de „wilde" varkens het
niet üoèn komen hun tamme neven
en nichten met heele families en „gaan
er ui-ep in" halen er uit wat er te
halen is. Er uit houden kan men ze
niet tenzij met hooge kosten
want die magere dingen klimmen hier
heel netjes "over een schutting, en
springen voetenhoog over 'n heining
of als ze tijd hebben gaan ze er
onderdoor Gooi of sla er een tegen de
wereld en geef 'm 'n „kielewatje" met
'n knods, dan komen ze bij dozijnen op
de begrafenisAls Hollandsche
„krachf'termen ze. konden dooden
waren alle Inabong krulstaarten reeds
om zeep Plant iets en' beschut het,
en tien tegen één dat den volgenden
morgen je paaltjes tegen den grond,
en je zaad of kern in een varkensmaag
liggen. Wanneer er maar een was ot
'n paar of zelfs 'n dozijn, zou het nog
gaan, doch ze drommen samen in hun
verwoestingswerk om wanneer er iets
te bikken is direct met elkaar uit te
vallen. De heele heuvel ziet er uit of
een honderd mollen bezig geweest
zijn juist aan de oppervlakte.
't Is een van de moeilijkheden hier
om bloemen mooie bloemen te
krijgen voor Onze Lieve Hcerke's
woonstee en daar komen die mise
rabele biggen en snuiten op af. Met
varkens is Borneo vol. Wilde zwijnen
bij de vleet en daar zijn kanjers onder
die zoo hoog staan als 'n klein kalf.
En die mijnheeren hebben slagtandjes
van geel ivoor, die 'n decimeter uit
hun bek steken. Ze zijn nachtbeesten.
Overdag'-ziêt men ze niet, en het oer
woud is hun paradijs, 's Avonds gaan
ze op roof en in vroegen morgen komen
ze zelfs in de dorpen, onder de huizen.
Ik heb ontzag voor die wilde bees
ten, tenminste de grootere. Een zeug
met jongen valt aan, anders gewoon
lijk kiezen ze het hazenpad. Lang ge
leden ben ik 'ns opgehouden door
zoo'n zwijn, 't Paadje erg smal en
al mijn schreeuwen en zwaaien met
FEUILLETON 1
XV.
Eene wijl ging Karei Schönhof in
blijkbare gemoedsbeweging het vertrek
op en neder. Herhaaldelijk wrong hij
de handen en verhief ze smeekend ten
hemel. „O God zuchtte hij, „heb ik
zelf niet genoeg geleden voor een
•eugdigen misstap. Moet nu ook nog
mijn zoon, de trots mijns harten, daar
voor lijden Wel schijnt het in mijne
hand te liggen hem alle leed te bespa-
r^'i .en hem gelukkig te maken maar
ik kan dit slechts ten koste mijner an-
7 r 'I^ren-,NX.el vertrbuw ik van
zijn rechtvaardigheidsgevoel, dat hij
liever van alle vooruitbezit vóór zijn
broeders en zusters afstand zal doen,
dan ook slechts een cent onrechtvaar
dig te bezitten maar kan ik hem aan
deze bekoring blootstellen Of zal
ik hem openbaren, hoe na hij met den
door hem zoo hoog vereerden grijsaard
verwant is
Met de oogen vol tranen zonk de
diep ter nedergeslagen man in een ze
tel en smeekte den Hemel vurig om
voorlichting. Van lieverlede werd hij
rustiger. Eindelijk stond hij op en ver
liet het vertrek..
„Waar is Robert?" vroeg hij aan
zijne vrouw, die in de huiskamer zat.
„Ik geloof, dat hij uitgereden is,"
antwoordde deze.
„Waarheen
„Dat kan ik niet zeggen."
armen had geen effect. Een welge-,
mikt stuk hout liet 'm koud. Ik pro
beerde al middeltjes te vinden om het
op den loop te zetten, doch niets
praktisch viel me in. Wel herinnerde
ik me dat 'n Hollandsche schrijver
verhaalt over zijn tocht in Noorwegen,
en daar aangevallen werd door 'n
vies varken hoe hij plotseling zijn
paraplu openklepte en schreeuwde en
zóó het ongure beest op den vlucht
dreef, doch ik had geen paraplu, an
ders had ik dat wel geprobeerd. Uit
eigen beweging ging ie eensklaps het
bosch in. Een wild zwijn is 'n lastig
heer, en gevaarlijk om zonder wapenen
te bekampen. Velen hebben de scherp
te van hun tanden ondervonden, en ik
herinner me een man die stierf aan de
wonden hem door zoo'n varken toe
gebracht
Wilde zwijnenvleesch komt dik
wijls voor op ons menu. 't Is niet
erg smakelijk, doch in het land der
blinden is één oog koning I
Iedere Doesoen „houdt" varkens.
De zeugen werpen hier gewoonlijk
vier, soms zes, zelden meer, jongen.
Gelukkig groeien ze niet allen op. Een
gier, die op kippen aast, versmaadt
ook geen speenvarkentje En slangen
en honden rooven ze ook. Varkens
voederen is vrouwenwerk. De knorrers
loopen vrij rond, doch ieder weet
waar ie thuis behoort. Om 'n uur of 5
's avonds is het voertiid. Mevrouw
komt met 'n pot voer de huisladder af
en hamert op 'n blik en schreeuwt en
haar beesten komen voor hun souper
Varkenskoppen hier zijn langer dan
in Holland de snuit is veel puntiger
waarschijnlijk omdat de Hollandsche
biggetjes opgevoede biggen zijn, want
hier moeten ze hun voornaamste voed
sel zelf zoeken en wortelen enz. zitten
in den grond. Het Borneovarken heeft
dat welbekende krulletje niet in zijn
staart, zoodat ik ze eigenlijk niet
„krulstaart" noemen mochtZe zijn
vuil en vies Vieze varkens worden
niet vet,nu hier zijn ze tóch mager
Dit is een heel varkenspraatje ge
worden. Gerust, geachte lezer, toen ik
dezen brief begon had ik geen gedachte
aan 'n varken ik begon over het weer,
denkend dat dat begin altijd 'n staartje
heeftIk ook, evenals u, had liever
een lekkere varkenskarbonade dan
dit varkenspraatje, edoch
Adieu
t.t. J. STAAL
Pr. Miss.
Inabong, November '21.
DE CONFERENTIE TE
WASHINGTON,
„Robert is naar Natchez gereden.
Hij ging naar de post om te hooren of
er brieven voor ons aangekomen wa
ren," zeide de oudste dochter.
Dit was den vader voldoende. Het
zou hem onaangenaam geweest zijn,
hem op dat oogenblik te ontmoeten. Hij
reed eveneens ui tdoch in'n andere rich
ting dan Robert. Toen hij tegen den
avond terugkeerde, hoorde hij dat Ro
bert reeds lang te huis was. Zoo gingen
zij elkander verscheidene dagen zoo
veel mogelijk uit den weg.
Juist "wilde Robert zijn dagelijk-
schen rit naar de post weder onderne
men, toen een rijdcnde.bode aankwam
en hem een brief met het poststempel
Talahassee bracht. Haastig brak hij
dien open. Zijn vriend berichtte hem,
dat veertien dagen na dagteekening
van den brief het bewuste feest zou
gevierd worden.
Een door het voorbereidende comité
onderteekende uitnoodigingskaart
was er bij'gevoegd te gelijker tijd werd
liet verzoek herhaald, dat hij in Wil
liam's ouderlijk huis zijn intrek zou ne
men. Door slechte postverbinding
had de brief tien dagen noodig gehad
om zijn afres te bereikenderhalve
bleven Robert nog. drie dagen voor
de reis over. Wilde hij dus aan het feest
deelnemen, dan moest hij onverwijld
op weg gaan. Maar zonder de toestem
ming zijns vaders wilde hij dit niet.
Daar hij hem niet in de huiskamer aan
trof, vroeg hij„Waar is vader
„Op het kantoor," werd hem geant
woord.
„Ik weet niet, wat vader deerri"
snrak de moeder bezorgd.
De a.s. Conferentie te Cannes.
De Ierschc kwestie.
„Sinds >e terugkeer is hij zoo ernstig
en achterhoudend. En 'ij ook, Robert,
bent niet meer de vroegere opgeruimde
iongen. Ternauwernood ziet men 'c s
morgens en 's avonds, overdag ben 'e
altijd uit. Tusschen u beiden heerscht
een geweldige spanning."
Verder kon zij niet. De moederlijke
smart, die haar hart beklemde, ont
lastte zich in een vlogd van tranen.
„Stel u gerust, lieve moeder," zeide
Robert. „Dit zal spoedig voorbijgaan
en dan, hoop ik, zal de vreugde des te
grooter worden."
Daarop begaf hij zich naar zijn vader
en bleef meer dan'n uur bij hem. Meer
malen sloop de moeder bezorgd Iangs de
deur van het kantoor, waarin beiden
zich bevoncfénzij hoorde, dat zij
wel op ernstigen, maar bedaarden toon
met elkander spraken. Geheel gerust
gesteld hervatte zij haar huiselijke be
zigheden.
Bij het verlaten van het kantoor
keerde Robert naar zijne moeder
terug en reikte haar de hand tot af
scheid.
„Waar gaat gij heen vroeg zij be
zorgd.
„De expresse-brief roept mij naar
Talahassee in Florida," antwoordde
hij. „In hoogstens veertien dagen ben
ik weder terug.
Heb tot zoo lang geduld Wanneer
vader u intusschen niets mededeelt,
zal ik het later -doen."
Een half uur later was Robert op
weg naar Natchez, want hij wilde van
een stoomboot naar New-Orleans ge
bruik maken, zich van hier over de
golf naar St. Marks begeven, vanwaar
hij binnen weinige uren het doel zijner
reis kon bereiken.
Zoodra hij in Natchez zijn paard had
laten stallen, spoedde hij zich naar den
oever der rivier. Hij kwam te rechter
tijd, want iuist legde een trotsche
stoonrer voor eenige minuten aan.
Robert besteeg dien «n verliet item na
een korte vaart aan dc landingsplaats
van New-Orleans. Zonder de stad te be
treden, zag hij naar een stoomboot
om, die hem verder kon brengen. Ook
hier was het geluk hem gunstig, want
over een uur ging er een naar dc Apa-
lachebaai. Met zijn reistasch in dc
hand zocht hij die op. Er heerschte een
groote drukte aan boord; men was be
zig de laatste vaten, goederen en
balen te laden. Slechts weinig passa
giers bevonden zich op het dek.
Juist was het vaartuig van wal ge
stoken, toen nog twee passagiers
hard kwamen aanloopen. Slechts door
een koenen sprong konden zij er op ko
men. De manier, waarop zij dien uit
voerden, bewees, dat zij volkomen op
hun behendn eid vertrouwen konden,
de oudste hunner, een man van in de
vijftig iaar, was van middelbare
grootte zijn mager gelaat was door de
zon gebruind., zijn scherpe oogen, die
onder een paar borstelige zwarte wenk
brauwen glinsterden, dwaalden vluch
tig over al de passagiers. Op Robert
rustte zij een oogenblik langer dan op
de overigen, docli zij schenen niets
bijzonders aan hem waargenomen te
hebben. De andere was een jong
mensch van nauwelijks vier en twintig
iaar. Zijn lichte huidskleur getuigde
dat hij uit het Noorden afstamde en
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
De zaak-van Best.
nog weinig aan den verhardenden in
vloed van het leven in de vrije lucht
was blootgesteld geweest.
Van gelijke grootte als zijn ntedge-
zel, geieek hij toch aanmerkelijk klei
ner, want zijn schouders waren breed,
zijn geheele lichaam ineengedrongen.
Robert herkende iit dezen laatste
een zijner vroegere studiemakkers, den
zoon van een'der door slavenhandel
rijk geworden man. Ralph Barnfield,
gelijk de ionkman heette, onderscheid
de zich zoo wel door zijn aanmatiging
als door zijn losbandig leven.
In zijn gezelschap vond men slechts
het uitschot der studenten elk braaf
ionkman vermeed hem. Daarom was
ook Robert nooit nader met hem be
kend geweest. Nochtans wist hij niet
of deze hem wellicht niet herkennen
zou. Hij verwijderde zich daarom van
hem en bleef hem zoo ver mogelijk uit
den weg.
Beter bevielen hem twee «ongelieden
die zich dicht bij de groote mast op
eenige balen een gemakkelijk zitplaats-
ie uitgezocht hadden. Hun uiterlijk
deed in hen aankomende kooplieden
vermoeden wat door den inhoud van
hun gesprek bevestigd werd.
Plotseling brak de eene liet onder
houd af, sprong op en keek scherp naar
de het laatst aangekomen passagiers.
„Kent gij de beide nieuwe passa
giers?" vröeg de zittende.
„Den 'ong'ste ken ik niet, wel echter
den oudste, als mijn geheugen mij niet
erg bedriegt."
„En wien meent gij in hem ontdekt
te hebben
De gevraagde ging weder zitten,
BIHNENLAKDSGH NIEUWS
doch Zette zich zoodanig, dat hij dade
lijk zijn gelaat aan de opmerkzaam
heid van een waarnemer onttrekken
kon. Dan fluisterde hij zacht„Het is
de aanvoerder der vrijbuitersbende,
die sinds eenigen tijd op een der eilan
den van de straat van Florida haar
sluiphoek heeft cn de toegangen tot dc
golf onveilig maakt. In den laatstcn
tijd moeten zij zelfs alleenstaande plan
tages aan de kust van Florida ^over
vallen en uitgeplunderd hebben."
Hoewel deze woorden op fluisteren
den toon gesproken werden, ontgin
gen zij toch niet aan de scherpe ooren
van Robert. Hij ontstelde. Mogelijk-
had ook Bcllecourhouse aan zulk een
aanval ten doel gestaan.
„Hoe heet de vrijbuiter?" vroeg
de andererionge koopman.
„ik weet het niet," antwoordde dc
gevraagde. „Hij moet zich zei ven den
naam van „de Vos" geven, waarschij-
lijk om aan te duiden, dat hij met ver
fijnde list aan alle vervolgingen weet tc
ontsnappen."
Voor Robert werd het nu duidelijk,
dat Ralph Barnfield, zijn zucht voor
avonturen volgende, zich in zijn gewe
tenloosheid in de bende der vrijbuiters
had laten opnemen.
XVI.
De stoomboot legde in de haven van
St. Marks aan. Hier verlieten haar de
meeste passagierscok de vrijbuiter
en Ralph stegen uit. Robert hield bei
den in liet oog. Zoodra z\\ aa" 'ani'
gestapt waren, naderde hen een bcaar
de matroos, die hun een boodschap
scheen over te brengen. Beiden voh'den
Jient (Wordt vervolgd.)
Staan er zekere wilde vruchtboomen
in vrucht, gaan Doesoens er 's middags
op uit om op paadjes, die daar uit
komen strikken te spanr.e.i, strikken
van linnen, die heel eenvoudig en toch
doeltreffend zijn. De Doesoen zelf
zoekt 'n veilig plaatsje in hoogen
boom. Zoo gauw zoo'n knorbeest in
zulk 'n strik loopt en vastzit, knort
en brult hij zoo 'hard dat de andere
varkens er van door gaan voor eenigen
tijd. Zoodoende krijgen de Doesoens
kans om den krulstaart dood te steken,
uit de strik te nemen, die opnieuw te
zetten en weer naar bgven te klim
men. Soms worden meer dan een van
:,ulke beestjes gevangen in een nacht
op dezelfde plaats. Het zwijn wordt
bij de pooten aan 'n stok gebonden
e.i twee mannen dragen dien op hu-
schouders. Moedig en trotsch stappen
de Nimrods hun dorp bi nen met den
buit.
De indrukken van Lord Riddeli.
Lord Riddeli, die aan het hoofd heeft pe-
staan van den officieelen persdienst der
Washingtonsche conferentie, is in Engeland
teruggekeerd en heeft zijn indrukken weer
gegeven in een onderhoud met een mede
werker van de „Times". Na uiting te heb
ben gegeven aan zijn optimistische gevoe
lens wat betreft het welslagen der confe
rentie, wees hij er op, dat men er zich in
Engeland van bewust dient te zijn, dat de
Vcreenigde Stalen een nieuw tijdperk in
hun handelspolitiek ziin ingetreden. De Ame-
rikaanschc regeering en de Ameriknansche
zakenlieden meenen dat de tijd is gekomen
waarop Amerika krachtige pogingen moet
doen om zijn buitenlar.dschen handel uit te
breiden. Om deze reden stellen de Ver.
Slalcn zooveel belang in China. Hun wensch
tot uitbreiding van dezen handel echter
slrckt zich verder dan lot China uit, en En
geland heeft niet meer dan eenige andere
natie reden om dezen wensch euvel te dui
den. Het geldt een vriendschappelijken wed
ijver, doch een wedijver niettemin. Engeland
is geneigd Ie vergeten dat, hoe groot en
belangwekkend Amerika ook is, het nog
een jong land is, en dat, ook al zijn enkele
van zijn jongste uitstapjes op het gebied
van den buitenlandschen handel niet zeer ge
slaagd geweest, de continuïteit van zijn ac-
!ie het de noodige kennis cn ondervinding
zal bijbrengen.
In Amerika beslaat het gevoelen, dat de
oude wereld in verval verkeert, en dat de
Ver. Staten bestemd zijn om het financieel,
commercieel, wetenschappelijk, artistiek en
literair centrum der wereld te worden. Dit
geloofde Lord Riddeli echter niet aan
stonds.... 1
Ve ontwikkeling van 'den vliegdienst.'
De te Washington tot stand gekomen
overeenkomst in zake de tonnenmaat van
moederschepen voor vliegtuigen, wijkt aan
zienlijk af van de oorspronkelijke voorstel
len van Hughes. Het oorspronkelijk plan
was dat aan de Ver. Stalen en Groot-Brit-
tannië elk 80.000 ton en aan Japan 48.000
ton zouden worden toegewezen. Na ampele
beraadslaging echter werd besloten, dat de
Ver. Staten en Groot-Britlannië elk 135.000
ton en Japan 81,000 Ion zullen krijgen. Bo
vendien zijn", naar men weet, de moeder
schepen vrijgesteld van de beperkingen van
de „vacantie" van tien jaar; elke mogend
heid staat het vrij tot haar maximum-ton-
nenmaat aan le bouwen, terwijl de versle
ten tonnage mag worden geschrapt en ver
vangen.
Het denkbeeld, hetwelk aan het afwijken
van het oorspronkelijk plan ten grondslag
ligt, is dat het stopzetten van den bouw van
moederschepen gedurende tien jaren elke
mogelijkheid lot verdere ontwikkeling er
van te niet zou doen. Marine-officieren ach
ten de mogelijkheid van een samenwerking
van den vliegdienst n\et de vloot van groot
gewicht en daarom een ontwikkeling der
moederschepen een eerste vercischle.
De onthullingen van de re
geering van Tsjila.
Naar aanleiding van de uit Fransche en
Japansche officieele bron openbaar gemaak
te tegenspraak op de onthullingen over een
geheime Fraasch-Japansche overeenkomst
in zake Siberië, hebben de vertegenwoordi
gers van de regeering van Isjita te Was-
hington verklaard, dat de komst van de
overblijfselen van Wrangel's en Denikin's
troepen in Wladiwostock, welke door do
Japanners tot een aanval op de troepen van
de republiek van het Verre Oosïen georga
niseerd zijn, de in de onihuldc documenten
vervatte- bewegingen bevestigd.
De „Manchester Guardian" bevat even
eens een uilvocrig telegram van zijn Was-
hinglonschen correspondent over de beken
de onthullingen van de regeering van Tsjila.
Wij onI'oenen er nog aan, dat de delegatie
dezer regccring te Washington heeft ver
klaard, dat zij met de publicatie der docu
menten niet ten doel heefl wrok tusschen de
verschillende naties te verwekken. De ge
beurtenissen der laatste vier jaren in het
Russische Verre Oosten, de gruwelijke
wreedheden, welke de Japansche irtiervcn-
tie ten gevolge heeft gehad, nopen de ver
tegenwoordigers van het Russische volk in
het Verre Oosten er voor te waken dat alle
inlichtingen worden verstrekt, die licht kun
nen werpen op de plannen van vijanden,
zoowel als vrienden.
De tekst van liet protocol, dat den 12en
Maart 1021 te Parijs is geleekend, luidt:
„In geval van de bevrijding van het Si
berische grondgebied van bolsjewieken, ver
krijgt Japan het volledige gezag in Siberië;
de Russische regeering, de Russische auto
riteiten cn de Russische militaire strijd
krachten zullen onder Japanscli toezicht
staan; alle concessies behooren aan de Ja
panners; de Japansche regeering bezit het
eenige privilegie om concessies aan andere
naliès te vcrleenen; de Mandsjoerijsche
spoorweg wordt den Russischen autoriteiten
toegewezen; Japan heeft het recht de ge-
lieele lijn le koopen, wanneer de Russen
haar wenschen te verkoopen, ondanks hel
huidige contract, hetwelk bepaalt, dat de
verkoop slechts na 24 jaar veroorloofd is;
Japan heeft liet recht voldoende troepen in
plaatsen van strategisch gewicht te hand
haven."
Ook Huthcnau naar Cannes.
Zooals met groole stelligheid verluidt,
zal ook <1t. Walter Rathenau aan den al-
gemcenen uitlooht naar Cannes deelne
men. Hij reist niet met denzelfden mid
dagtrein als de Fransche ministers, maar
zal een Jateren avondlrein nemen.
Briand's wenschen.
In een interview mot den Parijschen
correspondent van de „Daily Mail' heeft
Briand, naar een telegram van R. F- D.
meldt, er op gewezen, dat de kern van
den gchcelcn toestand is de veiligheid van
Frankrijk.Een bondgenootschappelijk ver
drag tusschen Frankrijk en Engeland, een
verdrag, waarom wij gevraagd hebben,
maar hetwelk wij niet verkregen, zou het
beste bewijs zijn, dat ons maritiem pro
gram niet is en nooit kan gericht zijn te
gen onze Engelschc vrienden. Zulk een
verdrag zou den besten grondslag kunnen
vormen voor oen afdoende en duurzame
reconstructie van Europa.
De 'vergadering van de Dail Eireann.
Het wordt,, blijkens een draadloos N.
T. X.-tïeridhï, Waarschijnlijk geacht, etat
het debat over de ratificaties van het ver
drag, dat hedien te Dublin zal woeden her
vat, tot het eind der week zal duren.
Volgens de bladen moeten nog vijftig le
den van de Dail Eireann het woord voe
ren. Naar gemeld wordt, heeft tijdens het
reoes de leider der anti-ratificatiepartij
onderhandeld ,met de gevolmachtigden en
hun voornaamste aanhangers en had men
gehoopt tot overeenstemming te komen,
zoodat het verdrag met algemeene stem
men zou worden geratificeerd. Thans
wordt evenwel gemeld, dat die pogingen
zijn mislukt, zoodat de Dail voor de
keuze staat van ratificatie of verwerping.
Het kabinet van de Dail Eireann heeft in
het geheel 'honderd resoluties ontvangen,
die alle op twee na vóór de regeling zijn.
DE FINANCIEELE TOESTAND IN
ENGELAND.
Blijkens de opgaven van het departe
ment van financiën hebben m de laatste
negen maanden van het jaar het dienst
jaar loopt in Engeland van 1 April tot 31
Maart de uitgaven de inkomsten met
ruim 63 millioen pond overtroffen, terwijl
er een jaar geleden voor datzelfde tijdperk
nog een overschot was van ruim 46 mil
lioen. Drie maanden geleden was het te
kort 41 mill ioen; liet is dus de laatste drie
maanden aanzienlijk toegenomen, in weer
wil van het feit, dat de inkomsten zeer
zijn vermeerderd en de uitgaven merkbaar
verminderd. De oorzaak hiervan is, dat de
„excess profits duty" schier niets meer
betecikent. In de laatste drie maanden
heeft deze belasting op de buitengewone
winsten slechts 2.650.000 pd.st. opge
bracht. De opbrengst van deze belasting
was voor het tot 31 Maart loopende be-
grootingsjaa.r geraamd op 120 mil li oen;
tot dusver is slechts 29.714.000 pd.st.
omvangen en het is niet te verwachten,
dat er de laatste drie maanden nog voel
zal bijkomen De hoogere ontvangsten van
de drie laatste maanden van 1921 wijzen
op een verlevendiging van den handel.
Aan inkomstenbelasting werd in de laat
ste negen maanden van 1921 174.660.000
pd.st. ontvangen, een vermeerdering van
17.818.000 pd.st. vergeleken bij hetzelfde
tijdsverloop van 1920. De totale ontvang
sten uit dezen hoofde werden door den
kanselier der schatkist geraamd op
410.500.000 pd.st en daar de meeste in
komstenbelasting in de laatste drie maan
den van het dienstjaar werd gcind, wordt
verwacht, dat liet geraamde cijfer bereikt
zal worden.
De vemindering der inkomsten was
door den kanselier der schatkist ge
raamd op 209 millioen, vergeleken hij
hetzelfde tijdsverloop van 1920/21. Die
vermindering bedraagt drie millioen meer
dan hij verwachtte, maar men heeft goede
verwachtingen, dat de drie laatste maan
den van het dienstjaar nog voel zullen
goed maken.
Wat de uitgaven betreft, deze wijzen op
aanzienlijke bezuiniging. Zij waren n.l. on
geveer 740 millioen of 102ij millioen min
der dan in dezelfde negen maanden van
1920.
Dc vlottende schuld bedroeg op 31
Dec. 1.259.840.000 pd.st. Bij het begin van
April bedroeg zij 1,275.330.000, pdst. een
vermindering dus van 15.490.000 pd.st.
DE ONAFHANKELIJKHEIDSBEWEGING
IN EGYPTE.
Mevrouw Zaghloel, die in Egypte Is
achtergebleven (men weet dat haar man
naar Ceylon is gedeporteerd, doch dat zij
er de voorkeur aan heeft gegeven het land
niet te verlaten teneinde in het belang
van het Egyptische volk werkzaam te
zijn, heeft een opriep tot dc Egyptische
natie gericht, waarin zij zegt: „Weest
verstandig, vastberaden en eensgezind in
uwe rangen! Legt u zeiven een strenge
tucht op! Laat u niet in met Engeland, en
man en elke vrouw hij zijn of haar ont-
uaifj.i ijoozjoa j[.i uoiuus oour joru jo qjo.vi
waken het volgende gebed te zeggen:
..Almachtige God, geeft onze geliefde uit
gewezenen aan hun land terug. Mogen zij
het stralend terugvinden onder de zon der
o n a fh nkel ijk heid
DE LOONEN BIJ DEN LANDBOUW IN
ENGELAND.
De nationale landbouwersbond heeft
een verklaring gepubliceerd betreffende
zijn hooding inzakedc knwlarbekioriooncn.
Daarin wordt gezegd, dat volgens 't offi
cieele indexcijfer van de gemiddelde waar
de «Ier landbouwproducten, gepubliceerd
door liet ministerie van landbouw, de
ontvangsten der boeren in November 21
bencelen het peil van 1918 waren. Het loon
van 46 shilling in December 1920 staat
gelijk met 34 shilling thans. Als den arbei-
eters thans 30 shilling worxft aangeboden,
wordt Iiun dus gevraagd een verlaging te
aanvaarden van slechts 4 shilling. In het
zelfde tijdperk is de waarde der landbouw
producten 110 gedaald. De toestand in
het bedrijf is thans zoodanig, dat in een
groot aantal gevallen de banken en niet
de landbouwers de belaliug der loonen in
banden hebben.
De bemiddelings-commi ssie in Hampshire
heeft zich vereen'igd met een loon van 32
shilling en een 48-urige werkweek tot het
eind van Maart.
Een loon voor Januari van acht pence
per uur, aangeboden door leden van den
landbouwersbond, is gisteren in Hertford
shire aanvaard door de vertegenwoordigers
der landarbeiders.
ICOLER IN MAROKKO?
Volgens de „Philadelphia Public Led
ger" zou de Amerikaansche ingenieur
Frank Gardner in Marokko uitgebreide
koperlagen ontdekt hebben; de waarde
daarvan zou voldoende zijn om alle Fran
sche oorlogsschulden le betalen.
Het schijnt vooralsnog gewenscht nade
re berichten af te wachten over deze
Amerikaansche ontdekking.
Een Amerikaansche geschiedenis!
Miss Shotwell, een zeer bekende film
speelster, liep twaalf jaar geleden door
New-York's straten en Taakte in gesprek
met een zeer armoedig uitziende vrouw.
Deze toevallige ontmoeting was bet begin
eener nauwe vriendschap. En alhoewel
de vrouw, wier naam Mary Pierson was,
nimmer haar vriendin van baar behoefti
ge omstandigheden in kermis 9telde, be
merkte mejuffrouw Shotwell duidelijk dat
deze zeer arm was.
Vele jaren achtereen kwam Mary Pier
son bij de filmactrice aan lniis, die vrijwel
alies voor haar betaalde. Pas eenige we
ken geleden, toen Mary Pierson ziek was,
betrad mej. Shotwell voor het eerst het
schamele interieur van haar vriendin. Zij
deed al het mogelijke om de zieke le red
den, die evenwel eenige dagen later sl.i»rf.
Toen het testament werd geopend bleek,
dat Mary Pierson „aan de eenige vrouw,
welke zich ooit onbaatzuchtig hulpvaardig
ha<i beloond" een aantal fondsen ter
waarde van 144.000 dollar had nagelaten.
De koopman Lockner uit Londen
heeft in den D-trein op Beierseh gebied
een groot vermogen verloren. De verlo
ren portefeuille bevatte een cheque van
de Roemeensche bank in Boekarest voor
150.000 lei, een deposito-bewijs van de
„Landcrbank'' voor 5.6 millioen kronen,
een wissel van de ï.,ondensche Bank voor
250 pond sterling en een cheque van 1376
pd. st., een cheque van de credietbank in
Parijs voor 88 pd. st. en andere bankbil
jetten.
Het eiland Thanet, aan den mond
van de Theems, is blijkbaar de gezondste
streek van Engeland. Er zijn n..l niet
minder dan vier honderdjarige vrouwen,
twee te Margate, een te Ramsgatc en een
te Minster.
Volgens een officieele verklaring is
het treinverkeer in Berlijn en het overige
Duitschland thans weer normaal.
Over de uitspraak van den «ereraad in
de zaak va.n Mr. Dr. J. van Best, schrijft
de „Maasbode":
„Waarneer wij het rapport, uitgebracht
dooT den eere-raad, met aandacht bcschou
wen, dan treft ons allermeest dat aan
van Best niet wordt of kan worden ver
weten wat indertijd het socialistische
hoofdorgaan „corruptie" noemde. Van
kwade trouw is geen sprake. Alleen, in te
rugblik op den tijd van veel onvastheid
in zaken en ideeën, moeien wij nu zeg
gen dat mr. van Best in 1915 juister cn
correcter had kunnen handelen, dat hij
meer de voorzichtigheid had kunnen be
trachten iets wat hij zelf trouwens in 191S
heeft erkend; maar van een opzettelijk
of voorbedacht misbruik maken van zijn
positie als regeeringscommissaris is niets
komen blijken. Wel is cr aanleiding le
spreken van gebrek aan juist inzicht.
We meenen en hopen, dat de zaak hier
mede haar eindpunt bereikt heeft. De R.K.
Kamerfractie looh heeft met haar uil-
spraak van 1917 niet anders geoordeeld.
Het „incorrect lmndelen" had in haar
momd geen andere beteekenis dan nu ook
het rapport feitelijk verklaart: zonder dat
men de ho.nolabiliteit van zijn persoon m
twijfel trok werd slechts de geste van mr.
van Best gekwalificeerd als onjuist".
„De Tijd" schrijft na «en beschouwing,
waarin er de nadruk op gelegd wordt, dat
gebleken is, dat mr. van Best zich nicl
aan bepaald onteerende practijken heeft
schuldig gemaakt:
„Of op de houding van mr. v. Best dan
geen erftóek is uit Ie oefenen? Zeker ha<l
hij correcter kunnen handelen, en zelf
heeft hij reeds vroeger erkend: „Het
eenige, wat ik te betreuren heb, is, dat ik
in Juni 1915, toen ik op mij nam geen
andere belangen te behartigen, dan die mij
door Regeering en N. O. T. werden opge
dragen (of waarom van te voren toestem
ming zou worden verleend), niet zóó voor.
zidhlig geweest ben ook uit elk interesse
van mijn kantoor terug le treden, ook al
moge te verdedigen zijn. <lat ik daartoe
niet verplicht was. Ik ontken echter ter
stelligste, dal ik ooit hetzij in bedoeling
hetzij inderdaad van mijn officieele positie
misbruik maakte."
In werkelijkheid is door '1 nieuwe mini-
lieuze onderzoek niets gebleken, wat me
deze verklaring in strijd is. Iemand, die m
ruim zes jaren onder beschuldigingen laf
en geheel zijn hebben en houden open
legde voor onderzoekingen, terwijl hi
z>ich steeds heeft moeten verweren legei
aReriei verdenking en na elk onderzoek
niets meer te zijnen laste lieeft dan het
geen thans is gebleken behoeft verder
goeroe beschuldiging van aangetaste bono-
ra'biliteit meer te verdragen."
BINNENVAART.
Ingediend is een wet ontwerp tot vast
stelling van bepalingen met betrekking
tot de Binnenvaart
Voorgesteld wordt o.a. te bepalen, dat
allo binnenvaartuigen, waarvan de be
heerder in het Rijk in Europa «dm
hoofdverblijf heeft of allair is gevost'gd
in een Register voor de binnenvaart
moeten worden ingeschreven en dat do
inschrijving in 't Register gc-c'ie'tna
aangifte door den beheerder bij den Mi
nister, overeenkomstig voorschriften, in
dien de opgaven met de werkelijkheid
overeenstemmen.
De beheerder van een binnenvaartuig
is verplicht den Minister volgons door
hem te geven voorschriften terstond mo-
dedeeling te doen van alle wijzigingen
met betrekking tot dat vaartuig, voor
zoover dientengevolge de opgaven, wel
ke omtrent dat vaartuig aan dien Mi
nister zijn gedaan, niet meer mot t 0
werkelijkheid overeenstemmen, al m e 'o
van de slooping of het vergaan van
hetzelve.
De geldigheid van een inschrrjvings-
bewijs vervalt:
a. indien de opgaven gedaan ingevolge
de wet niet moer met do werkelijkheid
overeenstemmen
b. indien het vaartuig wordt gesloopt-
of is vergaan.
Geen binnenvaartuig, waarvan do in
schrijving verplicht is, mag in de bin
nenvaart in gebruik worden genomen of
gebruikt, tenzij daarvoor een inschrij
vingsbiljet is afgegeven, dat nog geldig
is op het oogenblik van gebruik.
Het inschrijvingsbewijs moet aan boord
aanwezig zijn.
De Minister is bevoegd to bcpalon, dat
geen ingesohreven binnenvaarhr'g in ge
bruik mag worden genomen of gebruikt
tenzij het op de wij zo als deer hem zal
worden bepaald, duidelijk zichtbaar voOr-
zien is van een door hom. vait te stol
len kenteeken.
Van het verbod hierboven bedoek',
omtrent hot in gebruik nomen van een
vaartuig, kan door don Minister al dan
niet voorwaardelijke ontheffing worden
verleend.
De Minister verdeelt het Rijk in
Europa in districten en wijst daarin do
plaatsen aan, waar een Rijkssehippcrs-
beurs zal zijn te vestigen, onder ver
melding daarbij van do gemeenten, wel
ke tot den kring van ieder dier beur
zen behooren. Hij is bevoegd *n *eg!e-
ment van orde vast te stellen voor do
bedoelde beurzen, waarbij bepaald kan
worden, dat aan personen, dio de ardo
verstoren, den toegang tot die beurzon
vQK>r goed of voor tijdelijk kan worden
ontzegd.
Voor iedere beurs worden door don
Minister één of meer beursmeesters aan
gesteld.
Op iedere beurs houdt de beursmecs-
ter oen aanmeldingsregister, waarin do -