Indrukken van den dag
Het verdwenen meisje
Dit nummer bestaat uit twee biaden. - Eerste blad
DINSDAG U> JANUARI Ï922
44ste JAARGANG No. 14035
PF.R KWARTAAL I
PER WEEK0 25 A
FRANCO PER POST PER KWART. BIJ VOORUITBETALING f 3.57V,
•w
NASSAULAAN 49, HAARLEM. TELEFOON 142S, 2741 EN 1748.
POSTREKENING No. 6970.
ADVERTENTIËN 35 CENTS PER REGEL.
DIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING^
MM ONZE ABOMNE'S.
Herhaaldelijk ontvangen wij bericht van onze agenten, dat soin-
'i ige week- en kwartaal-abonné's de abonnementsgeiden niet OP
;TJJD voldoen.
Ir. het belang eener goede administratie zijn de agenten verplicht,
zoowel de abonnementsgelden van hen, die per week betalen, als
die van de kwartaal-abonné's op zou kort mogelijken termijn aan
ons af te dragen.
Wij verzoeken daarom aan allen, de abonnementsgelden steeds
op tijd te wilien voldoen en niet de agenten twee-, drie-, ja zelfs
nog meerdere malen om die toch kleine bijdragen te laten vragen.
Legt het geld steeds gereed, daardoor helpt U de agenten hun
niet altijd even gemakkelijke en aangename taak goed te volbren
gen. DE ADMINISTRATIE.
VOORZICHTIGHEID
GEBODEN.
RRIEVEN UIT FRANKRIJK*
Stadsnieuws.
AGENDA II JANUARI
VAN ONZE RECHTBANK
Pater P. P. van Veen.
De HoogEerwaarde Heer
Westerwoud! benoemd tot
kanunnik-plebaan.
J. J. WEBER ZOON.
Opticiens Fabrikanten.
Koningstraat 10 Haarlem.
FEUILLETON
Zij lagen in liet rond en
Een schaterend gelach van den
coinmaiutant en Ralph volgde op
deze verklaring.
„Hieruit ziet gij met welk een ernst
mijn opperstuurman Tom Jankins
in mijne afwezigheid het bevel voert,"
dut wendde de commandant zich
tot Ralph. Deze stikte evenwel bij
kans van liet lachen.
Nu trmi de bevelhebber van dc
brigantijn binnen.
„Wat brengt gij, John dus sprak
de kapitein den binnentredende aan.
„Uwe bevelen, kapitein, heb ik
stipt uitgevoerd," antwoordde deze.
„Een groote hoeveelheid levensmid
delen, die voor maanden toereikend
zijn, bracht ik hierheen. Te gelijk
heb ik nog een geheel bijzondere
vangst gedaan
En die is
„Het schoonste jonge meisje, dat
'k ooit gezien heb."
..Hoe kv/aamt gij aan haar
Vorschte dc kapitein.
Jonn Alwai verhaalde omstandig
de toedracht.
„Wat hebt gij niet de slaven aan
gevangen
„Den oudste, Cesar geheeten, liet
ik aan het dametje tot bediening,
de beide anderen, twee jonge, krach
tige borsten, moesten de matrozen
in den arbeid behulpzaam zijnd-
Een oogenblik verzonk de kapi
tein in gepeins, terwijl Ralph den
onderstuurman intusschen een glas
wijn reikte. Eensklaps vroeg de ka
pitein weder„Wat bewoog u het
meisje tegen onze gewoonte op te
lichten
„Ik dacht u een vriendelijke ge
zelschapsjuffrouw of dienstbode te
verschaffen en wanneer dit niet ging,
dan toch voor haar uitlevering een
aanzienlijk losgeld te bedingen."
„Beide laten zich hooren. Om ech
ter een beslissing te nemen, moet ik
eerst het meisje zien. Waar hebt gjj
haar
„Zij wacht buiten op uwe bevelen."
„Breng haar hier
„De onderstuurman opende de
deur en Datura kwam binnen.
Een luide uitroep van bewondering
ontsnapte aan Ralph's lippen. Ook
de kapitein zag dc binnentredende met
welgevallen aan. Tom Jankins ech
ter staarde het meisje een oogenblik
aan en riep toen uit„Zie eens aan,
mijn geliefd dochtertje Jij bent dus
de geprezen schoonheid, die John
Alwai opving
„Verbaasd keken de anderen hem
aan.
„Het is zoo als ik zeg, mijn dochter
Datura," bevestige hij.
Het meisje ging naar hem toe.
„Vader," zeide zij, „ik hoop, dat gij
mij beschermen en weder naar mijn
edelen weldoener terugvoeren zult.
Daarvoor beloof ik u dat hij levens
lang voor ti zorgen zal en het u aan
niets zal laten ontbreken."
Een oogenblik scheen de matroos
geroerd doch bijna terstond trok
er een duistere wolk over zijn aange
zicht. Hij slingerde Datura's hand,
die de zijne gevat had, van zich af
en sprak driftig „Lang genoeg heb
ik mij door mijn vrouw laten mis
leiden, dat ik jou voor mijn eigen
kind hield. Eerst de naderende dood
opende de lippen van de vrome huiche
laarster. Toen bekende zij mij, dat
mijn kind aan de mazelen gestorven
was. Ik had het zoo lief. Dat wist
zij. Zij vreesde en misschien niet
ten onrechte dat ik, als ik haar
verlies vernam, mogelijk een ondoor
dachte daad zou plegen. Daar hielp
haar gelijk zij zeide het toeval.
Zij kwam in de matrozenherberg én
vond de waardin in de grootste woede.
Haar man had haar den vorigen
avond een kind van twee jaren ge
bracht, hetwelk hij voor dat van zijn
overleden zuster uitgaf. Hij beval
het haar dringend aan. Dit verwekte
haar ijverzucht. Zij wilde het in geen
geval behouden en dreigde het, wan
neer zij het op geen andere wijze kon
kwijtraken, te zullen iloodcn. Daarom
verzocht er mijn vrouw om. Zij kon
het nu zonder vrees voor ontdekking
voor het mijne uitgeven.
Met stijgende spanning hoorde de
kapitein het verhaal aan.
Eindelijk riep hij: „Hoe heette de
waardin, van wie je vrouw het kind
ontving
„Het was vrouw Mary in
„Aha mijn vrouw. Na zestien jaar
verneem ik dan toch eindelijk waar
het kind bleef. Die nietswaardige
Als zij nog leefde, zou ik haar voor de
tweede maal verworgen."
Datura stond als vernietigd. Dat
zij de dochter van een armen matroos
was, had haar nooit gespeten. Thans
echter hoorde zij dat zij de dochter
der zuster van een vermetelen zee
schuimer was.
„Mijn vrouw heeft mij door het
weggeven van dat kind schandelijk
benadeeld. Zij had echter gelijk met
te denken dat het niet van mijne
zuster was."
Datura keek verrast op.
„Nu, wiens kind was het dan ei
genlijk vorschte Ralph.
„Het ware een lange, hoewel juist
niet vervelende geschiedenis als ik
u alles vertellen wilde. Daarom zij
u dit genoeg „De heer Bellecour van
Bellecourhouse achtte zich door den
koopman Meerveldt in New-ljork,
zijn langjarigen vriend, diep belee-
digd. Hij wilde zich op hem wreken
en droeg mij op diens kleindochter,
destijds nog het eenige kind van den
jongen Meerveldt, te rooven. Na vele
vergcefsche pogingen gelukte het mij
eindelijk. Ik ontving een rijke beloo
ning. Maar het bezit van het kind
zou voor mij een onuitputtelijke bron
van geldafpersingen geworden zijn,
indien mijn vrouw zich had laten 9ve.r"
reden het te behouden. Terwijl ik
alle mogelijke middelen in het werk
stelde, om albe verdenking van mij
verwijderd te houden, deed zij het
verdwijnen en was niet te bewegen
op te geven, waar zij het gebracht
had. Zij heeft haar loon daarvoor
bekomen. Jou Datura, Tom Jankins,
is derhalve de oudste dochter van den
rijken koopman Hendrik Meerveldt
te New-York."
Een luide gil deed allen schrikken.
Datura zonk bewusteloos op den
grond. De vreugde, de eigen dochter
te zijn van hare hoogvereerde pleeg
ouders was te sterk voor hare reeds
sterk overspannen zenuwen.
Toen Datura weder tot bewustzijn
kwam, lag zij in een klein vertrek
op een eenvoudig bed. Aan hare zijde
zat Cesar.
„Miss Dat is nog niet dood," pre
velde hij halfluid, toen zij zich be-
woog.
„Hoe kwam ik hier?" vroeg zij
hem.
„Weet nietgaf hij ten antwoord.
Nu herinnerde zij zich wat er voor
gevallen was. Een zalige lach verhel
derde haar gelaat. Zij verzonk in
een diep nadenken, dat echter weldra
voor een zachte sluimering week. Toen
zij in den vroegen ochtend ontwaak
te, zag zij Cesar voor haar bed op
den grond liggen slapen. Zonder hem
te wekken, stond zij op en keek naar
buiten.
„Robert!" zuchtte zij, „als gij
wist dat ik hier was, zoudt gij zelfs
in dit roovershol dringen om mij te
bevrijden."
XIX.
Hoewel Robert vernomen had, dat
de grootvader reeds de binnenha
ven en de naburige eilanden bad laten
doorzoeken, wilde hij toch zich zei
ven overtuigen of er dan in bet ge
heel geen spoor van de vermiste e
vinden zou zijn. Hij nam derhalve
de grootste boot der plantage, bent;
de die met acht roeiers en een be
kwaam stuurman en voer weg. Hij
liet de boot naar alle richtingen stu
ren en keek overal uit of er geen spoor
van de verongelukte gondel te vin
den was. Tot "zijn groote geruststel
ling was al zijne moeite vergeefsch,
want dit versterkte hem in zijn over
tuiging, dat Datura nog in het leven
kon zijn. Vruchteloos werd het Pine-
island afgezocht en Robert liet de
boot naar de andere key sturen, toen
hij bemerkte, dat een lichte kano er
van afstak. Oogenblikkclijk liet hij
er jacht op maken en had ze spoedig
ingehaald. Robert verzocht den Se-
mïnool want zulk een was de be
zitter der kano b ij hem te komen,
daar zijn vaartuig te klein was om
twee mannen te dragen. Gewillig
gehoorzaamde deze.
„Vaar je wel meermalen naar de
key's vroeg Robert. m
„Daar zijn nesten van zeevogels,
antwoordde dc Seminool. „W| halen
er de eieren en de jongen uit."
„Dus heb je jou wigwam niet op
de key's
„Mijn wigwam heb ik bij mijn
broeders en kom slechts zelden in
deze streek, thans ben ik eenige we
ken hier."
„Dus ken je ook het meisje, dat
men voor eenige dagen uit dezen om
trek ontvoerde
(Wordt vervolgd.)
ÖE ABONNEMENTSPRIJS BEDSAAQT VOOR HAARLEM EMAGENTSCHAPPEN i
BUREAUX*
'JU,
te strijden hebben. De voorsprong, welke de
buitenlandsche industrie op de Nederland-
sche beeft, is 'deels die ongelijkheid van het
ruilmiddel, het geld, deels de veel lagere le
vens- en loonstandaard hier en elders. Op
pervlakkig beschouwd lijkt hel bijna onmo
gelijk door toeslagen of verhoogde invoer
rechten daartegen een dam op te werpen.
Met een zóó groote verhooging der invoer
rechten, dat buitenlandsche, speciaal Duit-
sche artikelen worden geweerd, zou onze
nijverheid maar zeer malig zijn gebaat. Im
mers, juist de industrieën, waarin de groot
ste werkloosheid voorkomt, zijn op export
berekend.Van den bimnenlandschen venbrui
ker kan onze nijverheid niet bestaan. An
derzijds wondt de levensstandaard er hier te
lande door verhoogd en komen wij tegen
over het buitenland in nog onvoordeeliger
conditie. Het gevraagde middel lijkt dus in
dezen tijd een groot en gevaarlijk lapmiddel.
Het kan zijn, dat een enkele bepaalde tak
van nijverheid met bescherming van Regee-
rinigswege is gebaat, mits die bescherming
een zeer tijdelijk karakter heeft.
De Regeering doet daarom verstandig,
het advies der economische commissie af te
wachten en zeer omzichtig te werk te gaan.
Wij moeten eerst over de verhouding van
de binnenlandsche tot de buitenlandsche
industrie zuiver worden ingelicht. Ons volk
moet zich bewust worden van de uitzonde
ringspositie hetwelk het met zijn levensstan
daard thans in de wereld inneemt. De juis
te oorzaken der duurte hier te lande moeten
worden blootgelegd, zoo mogelijk van alle
producten der voornaamste takken van in
dustrie benevens in hun gang van producent
tot consument, dan eerst kan worden be
slist, wat er eventueel tot bescherming on
zer nijverheid van boven af in dezen benar
den tijd kan gedaan worden. Voorbarige
middelen zouden allicht meer schaden dan
baten.
Ook dezer dagen weer heeft het R.-K.
Verbond van Werkgevcrsverecnigingen, om
vattende de R.-K. organisaties van. de be
langrijkste Nederlandsche industrieën, zich
in beginsel voor een heffing van tijdelijke
beschermende maatregelen en valuta-toesla
gen uitgesproken. Het onderwerp is herhaal
delijk op de lippen en in de pen, wat, bij
de geweldige buitenlandsche concurrentie
en de toenemende werkloosheid in ons land
niet te verwonderen is. Ook bij de algemce-
ne beschouwingen over de Staatsbegrooting
hebben verschillende afgevaardigden er
voor gepleit. Toch gelooven wij, dat groote
omzichtigheid bij het nemen van dergelijke
maatregelen zal geboden zijn, wil het mid
del de kwaal niet verergeren.
Zoo juist heeft Minister de Geer het in
z'jn groote rede op 20 December j.l. in de
Kamer uitgedrukt:
Niet alleen de lage valuta, het feit,
dat de Mark van thans gelijk is aan 2
pfenning van voor den o:rlog, is de
oorzaak van onze moeilijkheden,
maar het feit, dat de Mark in Duitsch-
land zooveel meer waarde heeft dan de
2-pfenning-waarde hier; dat de levens
standaard daar zoo is gedaald en de ar-
beidsloonen niet die stijging hebben ge
toond van hier. Een nivelleering van
het levenspeil zou dan normaler toe
standen kunnen bevorderen.
De grens tusschen Duitschland en ons
moet toch eens vervallen! Loopen wij
geen gevaar door beschermende rech
ten dien valutadijk nog te versterken?
Duitschland kan niet van ons koo-
pen. Maar zal het dat dan we) kunnen
doen, wanneer wij onze hooge prijzen
en loonen gaan vastankeren?
Zóó is hel. Het gaat hier niet om den
toch nog altijd moeilijke beslissing over de
vraag: vrijhandel of protectie? Het gaat niet
om de verkiezingsleus der rechterpartijen
i- 1913. Wij gelooven, dat dan de Regee
ring al lang en wel uit eigen beweging zou
gekomen zijn met een tariefherziening ten
bate onzer nijverheid en dat zij dan weinig
tegenstand zou hebben ondervonden. Maar
het gaat thans niet om een eenvoudige be
scherming van een of meer bepaalde lakken
van industrie, die tegen massafabricage,
gunstiger plaatselijke of nationale toestan
den, voordeetiger voorwaarden van afzet
gebied en dergelijke factoren, welke de con
currentie met het buitenland bemoeilijkt,
DE STRIJD TEGEN DE WERKLOOS
HEID.
De werkeloosheid is gedurende de
laatste jaren meer en meer een permanent
verschijnsel geworden, in de Jange winter
maanden, niet alleen in Holland, maar
over geheel de wereld treffen wij ze aan.
die onvrijwillig lot rust gedoemden, met
werkkracht en ijver bezield, maar slacht
offers vain droevige omstandigheden.. Ar
moede en honger wordit er geleden in
zooveel arbeidersgezinnen en wel het
meest in die, welike huiverig zijn van de
publieke en bijzondere weldadigheid ge
bruik te maken. Ook Frankrijk gaat hier
onder gebuikt al is in dit opzicht dit land
er nog lang niet ihet slechtste aan toe.
Amerika lelt dit jaar ongeveer 6 miliioen
werkioozen, Engelandl 1V- miliioen en
daarbij vergeleken is het aantal van
600.000 in Frankrijk inderdaad niel bui
tensporig hoog. Evenwel verontrustend'
blijft ihet en maatregelen dienen getroffen
om er verbetering in te brengen, althans
voor financicelen ondergaing, die buiten
hun schuld, behoefligen te bewaren. Men
i-s er niet af, met te '/.eggendat velen
hunner behooren tot de minder ontwik
kelde arbeiders, dal de tijdsomstandighe
den cr de oorzaak van zijn en dat ook
op ander gebied geldelijke verliezen wor
den geleden. Zeer zeker, een van dc beste,
middelen is de sociale wetgeving, de
Rijiksverzekering tegen werkloosheid, de
toestand van de Framsehe schatkist laat.
helaas niet toe dit middel ten spoedigste
aan te grijpen. De regeering hicivan over
tuigd, heeft, hoe ongaarne ook, schoor
voetend een dergelijk ontwerp uit de an
dere sociale wetsontwerpen moeten lich
ten. Hot verzet van arbeiders-syndicaten
heeft niet gebaat en stuitte af op deze.
niet te weerspreken en vooralsnog niet op
■le lossen, grond, dat 's Rijks financiën d.ie
zwanen last op dit oogenblik niet kunnen
dragen. Een dergelijke, maatregel boven
dien is hier des te moeielijker in te voe
ren, waar het persoonlijke karakter der
Franschen, over het algemeen, huiverig is
in te grijpen, in die rechten van het indi
vidu.
Wat eiders gemakkelijk gelijkt en een
oisch van dien tijd, wordt hier door een te
ver doorgevoerde traditie en een onrede
lijke vrees voor verandering, tegengehou
den. Van daar een achterblijven op sociaal
rtebied, dat wij in Holland, een van de
meest vooruitstrevende landen, hoe klein
hel ook is, niet kunnen begrijpen,
Itailiië heeft reeds in 1919 een wet met
dwingende kracht, op de werkloosheid
gemaakt; Oostenrijk, een land dat ge
kromd gaat onder die grootste geldelijke
zorgen, deed hetzelfde in 1920, België
handelde in denzelfden geest en Enge
land gaf in 1911 in dit opzicht het voor
beeld. Het heeft door meerdere wetten oip
die eerste gevolgd, een geheel nieuw
systeem geschapen, waardoor milliioenen
zijn beschermd tegen financicelen onder
gang door werkloosheid. Het heft
tevens dioor die sociale verzekering het
hoofd welien te bieden aan innerlijke on
lusten, die op ongeregelde tijdien drtVden
de rust en de veiligheid van dat land te
verstoren. Zoover is men hier nog niet en
gelijk ik zeide, in do naaste toekomst is
oen dergelijke regeling nog niet te ver
wachten. Wel heeft men syndieaatskassen
liegen werkloosheid, die gedeeltelijk door
den Staal wooden gesteund, en 30 40
van het bedrag door dat syndicaat ge
stort, ontvangen, maar een verplichte ver
zekering is verre te zoeken. Hoe nut tug
hun wenking ook is, liet blijft een doekje
voor het bloeden en vertoont dit bezwaar
dat slechts een klein gedeelte der werk
ioozen er bij is aangesloten. Als men dus
niet heeft, wat men wil, in dit geval een
sociale wet, moet men genoegen nemen
met wat er is. Het zijn naast die syodii-
caat'skassen, de organisaties 'tot het plaat
sen van arbeiders, die nuttigen arbeid
verrichten. Nederland kent deze ook in
dien vorm van arbeidersbeurzen en ge
durende de oorlogsjaren hebben zij hun
reden van bestaan ten volle getoond. Hier
spelen zij een voornamen rol, brengen
werkgevers en werknemers uit alle oorden
des lands, door gemeentelijk en departe-
mentaal bestuur, met elkaar in aanraking
en oefenen tevens oen controle uit op het
gehalte der werkioozen. Slechts de goed
willende arbeider dient geholpen, wan't
evenmin als een sociale verzekering,
geldt deze werkverschaffing voor minder
waardigen en door eigen schuld van ar
beid verstokenen. In 1920 bedroeg het
aantal plaatsingen één miliioen 78 dui
zend, wel een bewijs hoe ingeburgerd dlit
systeem is en hoe nuttig tiet werkt.
Het zou mij te ver voeren over dit be
langrijke onderwerp uitgebreider te schrij
ven, want niet alleen deze maatregelen,
as de nood aan den man is, maar voorn de
preventieve als voorbereidende vakstudie,
het op touw zetten van groote werken om
arbeid le verschaffen, zijin waard in ver
band met dit onderwerp bekeken te wor
den. De Franschc regeering, die thans
voor zooveel ingrijpende hervormingen op
sociaal gebied staat, schenkt, zeker niet
ihet minst, de aandacht aan dit vraagstuk,
dat zoo nauw het volksbelang betreft.
De sociale verzekering is, ten slotte,
ook volgens haar meening, de eeniige goe
de oplossing, maar al klinkt hert wat on
eerbiedig, „pink eens een kip, waar geen
veeran op zitten".
Gouden eieren zijn noodig om de kos
ten je bestrijden, dc kin te vinden die ze
legt „that is the question."
Mr.P. v. S.
Parijs, 4 Januari 1922.
Sociëteit „St. Bavo'\ Debatcursus Vrou-
wenlx>cJ, 3 uur. Moedercursus Vruwen-
bond, 8 uur Haarlermschc Inkoop-com
binatie, 8 uur. Ainili-rev. Propaganda-
club, 8 uur. Bestuursraad, Volksbond,
8 uur. Aandeelhouders Handelsraad, 3
uur. Jeugd-Metaailbcwerkers. 8 uur.
Stadsschouwburg. Het Schouwltooneel.
Mr. Forster van Chicago. 8 uur.
Öud-H olland. Verwulft. Strijk
orkest.
Bisschoppelijk Museum Dagelijks
uitgenomen Zaterdag, Zon- en feestdagen,
toegankelijk.
Museum van Kunstnijverheid. Ten
toonstelling van werken door Johan Thorn
Prikker.
Teyler's Museum. Tentoonstelling.
R.K. Leeszaal en uitleenbibliotheek.
Jansstraat 49- Dagelijks geopend van
ro uur tot half 1, van 25 en van 710
uur, behalve des Maandagochtends en
Zon- en feestdagen.
R.K Arbeidsbeurs voor mannen.
Ged. Oude Gracht 39. Alle werkda
gen voorm. van 9—12 uur. nam- van 2~
S uur; Zaterdags alteen van 912 uur.
R.K. Arbeidsbeurs voor vrouwen.
Kleine Houtweg 13. Alle werkdagen
voorm. van 1012 uur, nam. van 2I
en van 89 uur.
Vergadering op Woensdag 11 Januari,
8 uuirn.ro., ten Stadhuize van de Commis
sie van Plaatselijk Toezicht op liet Lager
Onderwijs.
Zware mishandeling.
In de middagzitting stond allereerst
leredht C. Z. uit den Haarlemmermeer,
'besdhuldi'gd, op of omstreeks 20 Augustus
1921 P. J. J. met een schodomes met ge
weid eeniige steken 'in den rug le hebben
toegebracht, waarvan een .steek 'tot i;n d<e
borstholte is doorgodrongen, waardoor
levensgevaar is ontstaan.
Bold. vertelde, dat hij nabij de Ntieuwe-
brug te Haarlommerlaode oen troepje
personen, aan dien 'kamt van den
weg liggende, passeerde. Zij sohol-
dien hem eerst uit, kwamen daarna
op hem af en sloegen met slokken op
■hem los.
Bokt. had wel een sdhodemes in de
■hand, dloch gestoken had hij ruiet. Hij
had het in de hamd met het doel, het weg
te gooien, Bcki. had vecJ Last van die per
sonen, die hem toen mot stokken geran
seld hadden.
De mishandelde vertélde, dat bekl. en
zijn broer met mag eeniige anderen op de
fiets passeerden. 'Er wais wél ocmig bekge-
veoht ontstaan, maar getuige en zijn mak
kers haddien niet met stokken geslagen.
Bek!, voelde, gesloken te zijn. Hij dis naar
h'Uiis gedragen (bij woonde dicht bij de
plaats, waar de vechtpartij plaats vond)
en is een viertal weken niet in staat ge-
woest, werkzaamheden 'te verrichten.
Op oen vraag van den verdediger, mr.
D. Wderstra uit Amsterdam, verklaarde
getuige, dat hot troepje niet langs den
weg was gaan liggen met de bedoeling, de
andoren op 'te wachten.
De verdediger herinnerde er aam, dat
getuige dit wei bij hot eerste verhoor aan
den veldwachter verteld had.
Dit kon getuige zich niet herinneren.
Op een vraag van den president, of
bekl. iets te antwoorden had op dut ge
tuigenis, zeide deze: „Grooter leugens zal
hij (getuige) wel nooit gezegd hebben.''
Een andere getuige verklaarde, dat
bekl., toen hij J. gestoken had, gezegd
had: „Die hoeft voorloopig genoeg."
Een viertal getuigen a décharge werd
nog gehoord, waarna de Officier van
Justitie zijn requisitoir nam. Deze meen
de wel, dart er aan beide zijden schuld
was, maar daarom mag men nog niet met
oen mes steken. Spr. eisdh'te 4 mral. ge
vangenisstraf.
De verdediger riep de clementie van de
rechtbank in.
Hierna moesten zes beklaagden te ge
lijk terecht staan: J. Z., J. v. B., W. B.,
R. v. B„ Jan v. d. V. en Jacob v. d. V.
Het beklaagdenbankje kon ze niét alle
maal bergen, waarom wat stoelen bijgezet
worden. Het hcele stelletje moest terecht
staan in zake de vechtpartij, waarbij J.,
'de getuige uit de voriige zaak, levensge
vaarlijk gewond word.
Uit dte getuigenverklaringen bleek, dat
het er wel „heet" is toegegaan. De luitjes
hebben flink op elkaar los geslagen.
Behalve J., werd ook nog de beklaagde J.
v. B. bloédend aan den schouder ver
wond.
De Officier memoreerde, dat de mis
handeling niét veel indruk op hen ge
maakt had, daar zij nog steeds vechtlus
tig zijn en eischte tegen elk der beklaag
den 14 dagen gevangenisstraf.
Uitspraak dn beide zaken, IC Januari.
Kamermusiekavond Toonkunst. Don
derdagavond a.is. zal de violoncellist Ge
rard Hokking, op de 4-on Kamermuziek-
avomd van Toonkunst optreden in den
Stadsschouwburg, Wilsonsplein.
Uitgevoerd zulten worden weriken van
Sammariini, Bach, Mozart, M'éhirl Boc-
chérini, Lalo, Glozounow Arenslei, Fauré.
Dopper.
Brandiveerjubileum. De heer W. F.
H. Voet herdenkt Woensdlag 11 Januari
den dag, waarop ihij zicli vóór veertig
jaar aan de brandweer verbond. De heer
Voet is thans kapitein van spuit no. 1.
Dinsdag 21 Februari a.s. zal de Wel-
Eerw. Pater P. P. van Veen, O.F.M., ka
pelaan aan de 'kerk van het Heilig Hart
aan het Kleverpank, met de „Zeelandia"
vanuit Amsterdam naar dte missie van
Brazilië vertrekken.
Schoolgelden. Zooals bekend is,
heeft do nieuwe lager onderwijswet o.m.
ten gevolge, dat met ingang van 1 Jan.
1922 de schoolgelden ook voor do bij
zondere scholen door het Gemeentebe
stuur worden geregeld, en in de ge
meente-kas vloeien zij worden door den
Gemeente-Ontvanger geïnd, tenzij de Be
sturen der scholen zélf /.ich daarmede
willen belasten.
Voor die heffing gelden dezelfde be
palingen als voor de openbare scholen,
welke door den gemeenteraad worden
vastgesteld bij verordening; op die ver
ordening wordt evenwel do Koninklijke
goedkeuring voreischt.
Aangezien die goedkeuring tot op bo
den nog niet is verkregen, hebben B.
en W. tot do Besturen der bijzondere
scholen een schrijven gericht, waarbij de
ze uitgenoodigd worden in do inning en
Ja het bedrpg Jcr sobool^jplden nog, geen
verandering te brengen, dus daarmede
voort te gaan op dezelfde wijze, air
tot 1 Jan. j.l. gewoonte was. Zoodra do
gemeentelijke verordening van kracht is,
zou dan een verrekening plaats hebben,
d.w.z. de ouders, die volgens die ver
ordening een geringer schoo'.geld moe
ten betalen, krijgen het to veel betaal
de terug, (of het wordt mot het voor
de volgende maanden versckuldigdo ver
rekend), terwijl zij, die een hooger be
drag verschuldigd zullen zijn, het ont
brekende zullen hebben to betalen.
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem
heeft benoemd tot plebaan der kathedrale
kerk en kanunnik van hot hoogwaardig
Kapittel den Hoogcerw. Heer L. A. A.
M. Westerwoudt, secretaris van het Bis.
dom Haarlem.
„Le rod est mort, vive le mi". De koning
is dood, leve dc koning, luidt een oude
spreekwijze, maar zeker zal het optreden
van een nieuwen koning dikwijls mei
minder voldoening en mindere verwach
ting zijn begroet dan deze zeer eervoüle
benoeming.
Reeds onmiddellijk na dien dood van
onzen betreurden plebaan Rikmenspoel
werden als diens opvolger namen gemom
peld van vele uitstekende priesters in ons
bisdom, maar telkens kwam daarbij tie
naam van onzen secretaris mede naar vo
ren. Niet zonder aarzeling echrter, wanl
secretaris Westerwoudt is nog zeer jeug
dig.
Wij merken op dat deze uitnemende
priester spontaan door het volk als ple
baan werd aangewezen; drw.z. zonder dat
voor dien roep eenige andere grond was
dan die uitnemende hoedanigheden van
onzen secretaris. Ook onder de clerus van
het bisdom slhijnt secretaris Wester
woudt voor den toekomstigen plebaan te
zijn gehouden.
Dat aiï]es bewijst wel hoezeer deze be
noeming door clerus en leeken zal worden
gewaardeerd.
En inderdaad heeft Haarlem sinds 1915,
het bisdom schijnt secretaris Wester
woudt zijn werkzaamheden aan bet bis
dom in onze stad begon, gelegenheid ge
had den nieuwen plebaan te leeron waar-
deeren, niet alleen als een der uitmum-
tendste en geleerdste priesters van ons
bisdommaar ook als een zeer sympa
thiek priester, die de hanten stormender
hand veroverde van ai'len met wie hij in
aanraking kwam.
Weinigen wisten in zoo'm korten tijd
zooveel vrienden in allerlei kringen tc
verwerven.
Gehéél Haarlem zal zich dan ook ver
heugen over de benoeming van dten
ZeerEerw. heer Westerwoudt lot dezen
zeer eervoUen post, een benoeming, die,
wij twijfelen er niet aan, lot heil van de
St. Bavo-parochie en van Haartlcm zal
zijn.
De nieuw benoemde plebaan is Iegelijk
benoemd tot kanunnik van het kathedraal
kapittel. Hij wordt daarmede opgenomen
in den bestuursraad van het bisdom en een
der raadslieden van Z. H.
Wij 'laten hieronder eenige belangrijke
levensdata volgen,, waaruit ook blijkt,
Iioezcer immer de uitmuntende hoedanig
heden van onzen nieuwen plebaan zijn ge
waardeerd.
Barometerstand: 767. Neiging: Vooruil.
OPGAVE VAN:
f 011 „ten."