BERICHT.
I
4
In en om Haarlem.
Dit nummer bestaat uit twee bladen. Eerste blad
UIT DEN OMTREK
DAMIAATJES
VRIJDAG 13 JANUARI 1922
44ste JAARGANG No. 14038
PER KWARTAAL - n
PER WEEK f 0.25 'jf
FRANCO PER POST PER KWART. Bil VOORUITBETALING f 3.57'/t
Afaoané's, die te klagen hebben over onrege^iange
of slechte bezorging der Nieuwe Haarlemsche Courant,
worden dringend verzocht, dit onmiddellijk schriftelijk
te berichten aan de Administratie N. H. Courant, of
mondeling aan onze Bureaux, Nassaulaan 49.
ADMINISTRATIE N. H. COURANT.
BURGEMEESTER, RAAD EN POLITIE.
NASSAULAAN 49, HAARLEM. TELEFOON 1426, 2741 EN 1748.
POSTREKENINQ No. 5970.
ADVERTENTIËN 35 CENTS PER REGEL.
DIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING.
HAARLEM.
Het tweede lustrum van den
R.-K. Kring.
MUÜIEK.
Het conflict bij Gebrs. Merens
LANGS DEN WEG.
Van onze Rechtbank.
Menschelijke Gerechtigheid.
J. J. WEBER ZOON.
Opticiens Fabrikanten.
Koningstraat 10 Haarlem.
T 3.25
DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT
De behandeling der jongste gemeentebe-
grooting heeft een voor Haarlem ongewoon
debat over de politie opgeleverd, een zaak,
waarop wij beloofden later terug te komen.
Men herinnert zich de aanleiding, hel ver
loop en den uilslag van het voor onzen
Haarlemschen Raad ongewoon scherp de-
bal: de politieschool zou naar het oordeel
var, de Wethouders te veel agenten ver-
eischcn en besloten werd dan ook aan den
burgemeester slechts gelden voor IVO diena
ren van politie toe te staan, terwijl 's Raads
voorzitter betoogd had met niet minder dan
184 le kunnen volstaan.
Dil is iels heel ongewoons. Debatten,
scherpe en heftige debatten over de politie,
venlen vroeger in andere groole steden her
haaldelijk gevoerd; in Amsterdam waren zij
aan de begrooting vastgegroeid. Maar tot
een dergeiijken krassen maatregel kwam
maar zelden eenige gemeenteraad. Wanneer
dan ook de politieschool alleen motief voor
dit voorstel der Wethouders ware geweest
het zou vermoedelijk geen meerderheid in
den Raad gevonden hebben. Maar toen een
maal bedektelijk door mr. Siingenberg en
meer openlijk door mr. Bruch het groole
woord was gesproken: „de Raad moet in
dergelijke zaken gekend worden", toen was
het pleit beslist.
Haarlem heeft het oude en netelige con
Riet weer eens opgeworpen over de bevoegd
heil van den burgemeester om alleen en
uitsluitend in politiezaken te beslissen.
Wij hebben al aanstonds na het debat ge
schreven, dat wij dezen geschapen toestand
verderfelijk achten voor onze gemeente en
wij hopen nog nliijd, kennende den royalen
aard van onzen burgemeester, dat men als
nog lol een bevredigende oplossing zal ko
men. Deze tooh is o.i. mogelijk, wanneer
beide partijen niet koppig tegenover el
kander staan, terwijl van opoffering van
eenig beginsel geen sprake behoeft le wezen.
Toen een kwart eeuw geleden de strijd
begon, was de heftigheid waarmee partijen
alkander 1e lijf gingen en het verzet der
burgemeester tot wat zij noemden oen in
breuk op hun rechten, begrijpelijk. Hel idee
van medezeggenschap moest zich loen nog
baan breken, het klonk revolutionair. Bo
vendien scheen liet al heel moeilijk om ten
deze aan den geesl van de gemeentewet te
twijfelen en stond een burgemeester, die
iedere inmenging in zijn bevoegdheid als
hoofd der politie afwees, sterk op grond der
wet.
Toch lijkt het achteraf zonderling, dat
het weinige, wat in de gemeentewet over
de gemeentepolitie gezegd wordt, aanlei
ding kon geven tot zooveel stof. Uit de ar
tikelen 190 en 191 der gemeentewei volgt
Immers niet anders, dan dal de benoeming
van de commissarissen van politie aan tie
bevoegdheid van den Raad is onttrokken en
aan de Kroon is voorbehouden; Cat de die
naren van politie niet door den Raad, maar
door den burgemeester, op voordracht van
den commissaris worden benoemd en dat
ook hunne ambtsinstructie door den burge
meester wordt vastgesteld.
Voorts, dat alle dienaren van do politie
onder dc bevelen van den burgemeester
staan. Zoo was dan ook een arrest van den
Hoogen Raad van 8 Maart 1901 verklaar
baar, helwelk uitmaakte, dat de bevoegd
heid om de dienaren van politie te schor
sen niet toekomt aan Burgemeester en Wet
houders, maar aan den burgemeester alleen.
Maar over deze en dergelijke vraagpunten,
wt.arop het antwoord duidelijk in de wet
te lezen is, ging dc strijd tusscben Raad en
Burgemeester dc laatste kwart eeuw niet.
Toen de gemeenteraden langzamerhand
tol het bewustzijn waren gekomen, welke
groote macht zij in liet bijna onbeperkte
budgetrecht bezaten, loen zij geheel ont
groeid waren aan den afhankelijken toe
stand van vóór 1848, toen kwam heel ge-
hxdeiijk de tegenstrijdigheid naar voren in
'horbccke's overigens zoo geniale gemcen-
>vct, da[ n in aail (ien Raad de bevoegd-
111 "1 is gegeven om op de bcgrooting de gel
dt n ^oor de gemeentepolitie le voteeren, ter
wijl hij o-ver de besteding dier geld-en ihoe-
g< noamd niets te zeggen had. Vooral loen
hoe langer hoe meer de belangen van ge
meentewerklieden, -ambtenaren en beamb
ten in de Raden behartigd werden, toen er
scheidsgerechten, reglementen en commis
sies van advies vooi gemoentepersoneel
door dc gemeenteraden werden opgesteld.
BUREAUX*
ging is hij weer afhankelijk van het besluit
var. den Raad".
Met dezelfde door ons gecursiveerde woor
den, heeft de burgemeester zich in de be
wuste raadsvergadering bij de gevallen be
slissing neergelegd. Maar is dat nu een ge
zonde en 'houdbare toestand? Wie kan
zich meer meester, meer zelfstandig hoofd
der politie noemen; de burgemeester, diie
vajn den iRaa'd' alle gelden lost krijgt,
welke bij meent nood-ig te hebben, laags
den weg van overreding,of -de halsstarrige,
die zegt: ik -bekrimp mij -liever, dan dat
ik met u praat? Wij vertrouwen nog al
tijd, -dat hier in Haarlem hel gezon'd ver
stand zal zegevieren, over wat ten on
rechte als oen beginsel wordt aangezien.
loen klemde hel telkens meer, dat de Raad
met zijn budgetrecht alleen tegenover het
corps politiedienaren in een schceve verhou
ding stond. Ook het beroep, dat de burge
meesters vaak deden op art. 191 der ge
meentewet bij een weigering om te antwoor
den op een interpellatie betreffende politie
maatregelen bij een volksoploop, optocht of
dergelijke genomen, streed met meer mo
derne begrippen.
Nu zal, nieenen wij, niemand ontkennen,
dat, moest thans oen nieuwe gemeentewet
worden samengesteld, zij, zeker op het punt
van politie, anders zou worden geredigeerd
dan dit in 1851 geschiedde. De vraag is
maar, in hoeverre hebben de burgemees
ters zich bij de bestaande wet zich van hun
plicht te kwijten. En dan gelooven wij,
dat de enkele letter van Thorbecke's wet niet
verplicht lot de starre en afwijzende hou
ding welke sommige voorzitters va-n ge
meenterede meenden en nieenen te moe
ten aannemen.
Laten wij voorop zetten, wat o.i. niet
geoorloofd is en waartoe uit eerbied voor de
wet nooit besloten mag worden.
Alle bepalingen, die er direct of zijde
lings loe zouden leiden, dat de burgemeester
zijn recht om in laatste instantie le beslissen
over maatregelen lot handhaving van de
openbare orde en zedelijkheid prijs geeft,
die de benoeming van of de instructies aan
dc dienaren van politie aan het uitsluitend
recht van den burgemeester geheel of ge
deeltelijk onttrekt, moeten als strijdig met
ue wet worden afgewezen.
Maar daarnaast blijft een nog zoo breed
terrein, waarop de burgemeester met de Wet
houders en met den Raad overleggen kan,
zonder dat van ongeoorloofde delegatie van
macht sprake behoeft te zijn.
Nergens verbiedt de wet den burgemees
ter te antwoorden op vragen van raadsle
den over getroffen politie-maatregelen, ge
steld. En het gezoold versland zegt, dat Lij
dit, zeventig jaren na de tot standkoining
der gemeentewet, ook niet kan nalaten met
een beroep op dc wet, die hem er niet toe
verplicht, die er over zwijgt.
Nergens verbiedt de Gemeentewet den
burgemeester advies in te winnen van de
Wethouders, den Raad of anderen bij hel
opleggen van slraf en het treffen van tucht
maatregelen tegenover de dienaren van po
litie. Onze tijd gruwt van rechtspraak zon
der beroep; laat de moderne burgemeester
in deze de veiligheidsklep open la-ten en
zich hoeden tegen eigen misvatting, door
zich van adviseurs te voorzien buiten de
chefs der voor straf voorgedragenen. In zijn
Wethouders vindt hij deze zonder tegen de
wet tc zondigen. Zoo zouden wij kunnen
doorgaan.
Het Haarlemsche geval van de politie
school was een sprekend voorbeeld voor on
ze bedoeling. Wanneer de Raad gelden vo
teert voor opleiding van politie-agenten,
een modern en sympathiek idee, waaraan in
de wet nooit of nimmer is gedacht laat
rren hem dan bij de besteding dier gelden
ook kennen, althans, talen de door hem ge
kozen Wethouders van het nut, de werking,
inrichting enz. van zulk een politieschool
op de hoogte blijven. Dat alles is mogelijk
zonder de wet geweld aan te doen.
Wij zien dan ook niet in, waarom bij
goeden wii wederzijds er over het befaam
de politievraagstuk in onze gemeente een
conflict moot blijven voortduren. Indien
waar is, waaraan niet getwijfeld mag
worden na een pertinente verklaring dat
de burgemeester de veiligheid van Haarlem
niet kan verzekeren met 170 politie-agen
ten, dan mag de Raad uitbreiding van het
oorps niet tegenhouden.
Anderzijds mag de eisch worden gestel.l,
J-.U althans in het college van B. en W. die
noodzakelijkheid ook blijke. Anders is het
buogetrecht van den Raad een paskwil. En
aan dat Budgetrecht valt niet te tornen.
Reeds schreef prof. Mr. Oppenheim in zijn
bekend werk over bet gemeenterecht: Hoe
veel voor het politiepersoneel zal worden
beschikbaar gesteld, beslist de raad zelfstan
dig, onder de controle in de grondwet en
gemeentewet bevolen. Is daarover de eind
beslissing gevallen, dan zat de burgemeester
of de commissaris, roeiende met de riemen,
die te zijner beschikking zijn gesteld, naar
zijn inzicht het getal der politiedienaren of
van de veldwachters hebben te bepalen.
Maar ook voor het bedrag hunner bezoldi-
De wensch, geuit aan het einde van het
verslag der Schouwburg-uitvoering van
Maandag, dat ook de verdere herdenking
var het feest een succesvollen loop zou
hebben, is tot nog toe best in vervulling ge
gaan.
Na den tooneelavond hebben een 40-tal
leden met den heer en mevrouw Buys, den
regisseur, zich ver-eenigd aan een souper in
Hotel de Leeuwerik, waar een uitmuntende
feeststemming heerschte. Vele hartelijke
woorden werden hier gesproken.
De reunie-avonden waarvan Zondag de
eerste bad plaats gehad, die schitterend ge
slaagd is, werden Dinsdag en Woensdag
voortgezet in de door vaardige handen, ver
sierde Kringzalen, die als resultaat van een
gehouden lampion-wedstrijd thans „a gior-
no" verlicht zijn.
Woensdagmiddag heeft in de zaal der Sl.
Jczefsgezellenvcrceniging een kindervoor
stelling plaats gehad voor kinderen van do
nateurs, buitengewone leden enz. Ook deze
middag is uitstekend geslaagd. De opkomst
was zeer groot en de kleintjes vermaakten
zich uitstekend met de goochelgrappen en
grappige goochelarijen van de amateurs-
downs Busto en August, in wie we bepaald
twee waardige lustrum-leiders van den
R.-K. K. ontdekten.
Na de pauze vertoonden zij de poppen
kast en de oude historie van Jan Klaassen
hield de kinderen vermakelijk bezig.
Heden is het de eigenlijke verjaardag
van den Kring. Daarom is vanavond le
groole feestvergadering in de concertzaal
de Vereeniging, met pater Borromaeus als
spreker, en opgeluisterd door muziek en
zang.
Voor deze vergadering beslaat enorme be
langstelling. Wij vernemen, dat nog slechts
weinig plaaiscn beschikbaar zijn en waar
schijnlijk zullen dan ook hedenavond aan
de zaal nog enkele kaarten verkrijgbaar
zijn.
teloos is.
Christelijke Oratoriumvcreeniging
„Das Zied von der Cloche".
De Christelijke Ora'.oriumvereeniging
alhier, wier naam zoo onafscheidelijk aan
dien van Schoonderbeek verbonden leak,
doch die zich thans genoodzaakt zag 'n
gast dirigent te inviteeren, bleek en
dit hadden wij oas dan ook duidelijk
voorgesteld een zeer gelukkige keuze
in don heer Gerharz te hebben gedaan.
Dat de eminente orkestleider cok z jn
koren, en niet te vergeten de moeilijke
soli, recitatieven en ensembles, met vas
te hand leidde, hadden wij an ook
zeker verwacht-
„Das lied von der Clooke, is dan.
ook een werk voor een dirigent als
Gerharz, waarin hij zijn talent als zoo
danig van alle zijden kan doon belichten.
Den onvorgetelijken Schoonderbeek
die zeker tot vreugde zijner vele vrien
den dit concert voor een gedeelte
bjjwoonde, hebben wij steeds met eerbied
gadegeslagen in de door hem uitgevoerde
orotoria's, speciaal in die welke gawij-
do onderwerpen ten grondslag hadden.
Zijn fijne smaa'-, zijne ge listingeer le
aristocratische directie, zijn geheel in
leven in het door hem vertolkte werk,
zijn herinneringen van den aangenaam
ste n aard van ons persoonlijk muziekle
ven.
En nu was het Gerharz die dezen
groeten man verving, en laat ons dit
er direct aan toevoegen, op schitterende
wijze. Gerharz is één van do weinig
dirigenten, wien 't gegeven is, 'n zeld
zaam muzikaal geheugen te bezitten en
daardoor met het grootste gomak, alsof
hij die van buiten loerde, zijn partitio
uit het hoofd te dirigeeren.
Dat do O.O.V. dan ook tevrodon over
haar gastdirigent die alios zoo duide
lijk aangaf en die ook zijn orkest zoo
uitstekend bleek voorbereid te hebben,
alleen vonden wij het koper wat on
zuiver en te sterk, bleek bij do hul
diging van den gast door do gast vrou
we, op ondubbelzinnige wijze.
Door Gerharz' directie was deze 21o
uitvoering een hoogst artistieke te noo-
men! Ja, over do koren zou wel iets te
zeggen gijn wat klankgehalte der man
nenstemmen betreft, die der vrouwen
klonken beschaafd en zuiver do -h
laat ons niet vitten en die kleine vlek
jes vergeten! Het solisten-kwartet Jo
Vincent .Hermino PoelSchollen, Jac.
van Kempen en Hendrik Kubbinga was
er toch immers en heeft heal veel heer
lijke muzikale, onuitwischbave indrukken
geschonken. Zij hebben ons het lied van
de klok, zooals het genie Bruch dit
slehts den. muzikalea mensch heeft ge-
geven, op indrukwekkende wijze voor
gezongen.
Onvergetelijk was voor ons het zin
gen van Jo Vincent bij de woorden:
„Lioblich in der Braute Lockoa, Spielt
der jungfrauliche Kranz, en Holde Erie-
de" etc., en prachtig boheerscüit mevr.
Poels aria „Ach die Gattin ist's, die
theure ach, es ist die treue Mutter",
uitstekend van voordracht en dictie van
Kempe's recitatieven, en manlijk en waar
dig Kubbinga's groote, te vertolken aan
deel in Bruch's schitterend werk.
Rjjk aan melodie, prachtig van klank
effecten en aangenaam afwisselend van
toonaard, is Bruch's werk een genot om
te beluisteren. Dat heeren directeuren
dan ook hun keuze op Bruch's werken
laten vallen is zeer te begrijpen en
blijkt al meer en mear. Prachtig van
orkestratie, zonder orkest men denke
maar eens aan Bruch's G-mol vioolconcert
zouden Bruch's werken verbleken, is
het een genot voor de voresnigingen, 's
meesters werken in te studeeren en uit
te voeren.
De volgende weak geeft een onzer
plaatselijke vereenigingon dan ook weer
een Bruch-concert en wordt o a. „Das
Feuerkreuz" van hem uitgevoerd; een
ballade voor soti, koor en orkest, die
hier ter stede nog onbekend schijnt te
zijn.
Intusschen in de eerste plaats aan
onzen heer Gerharz en in de tweede
plaats aan de O.O.V. onze hartelijke feli
citatie met de schitterende vertolking van
„Das lied von der Oloake". Het lied van
do Klok verhaalt van 's menschen leed
en smavte, van geluk en vreugde, van
voorspoed en ellende.
K. IP. KEKKHOFF.
Toonkunst.
Op Donderdag 2 Februari zal de Haar
lemsche Afdeeling van de Maatschappij
tot Bevordering der Toonkunst voor de
eerste maal ten gehoore brengen de Missa
Solemnis van Beethoven, oen der schoon
ste koorwerken die ooit geschreven zijn.
Als :.o'i-;len zullen hieraan medewerken:
Mevr. Noordewier, Mej. Reidel, en de
Heeren van Tulder en van Oort.
Voer de tweede uitvoering op 19 April
is een niet minder interessant programma
in voorbereidingdan worden eveneens
voor Haarlem drie noviteiten uitgevoerd:
„La Damoiselle élue" van Debussy, voor
vrouwenkoor en twee dames-solisten,
„Trois Nocturnes", Fite, Nuages, en Si-
rbnes, oveneens van Debussy, het laatste
met vrouwenkoor, en „Tg Roam" van
Bruckner, voor gemengd koor on vier
solisten.
Beide conccerten staan onder leiding
van den heer Evert Cornelia, on worden
uitgevoerd met medewerking van het Re
sidentie Orkest.
Zooals bekend, zijn de werknemers bij
de caoutohoucfabriek van de firma Mc
rens eenogen tijd in staking. De kwestie
is, dat zij niet de door de firma Merens
aangekondigde loonsverlaging wilde aan
vaarden. Onlangs hebben wij de zaak
Topic of the dag.
Een „topio of the day" blijft de moord
in den sneltrein.
Ze zijn soms als een sensatiefilm, die
opschriften in de bladen, die sproken
van de geheimzinnige moord-coupé, van
het geheim in den sneltrein, van de
verdwenen reiziger, enz.
De laatste dagen heeft Haarlem wel
bijzonder in het teeken van deze ge
heimzinnige misdaad gestaan.
Want de Haarlemsche politie, dio 'n
reputatie heeft en een naam heeft te
verliezen, aarzelde niet, op eigen kracht,
zich met het moeilijke, zware onderzoek
in deze zaak bezig te houden.
Enkele ingewijden wisten, dat onze ge
wiekste commissaris zelf een groot aan
deel in deze bemoeiingen had. Daarom
zag men den heer Tenkinck de laatste
dagen zoo weinig langs den weg, en als
hij in de stad was, raced hij nog, zoo
snol hij kon, op z'n velo door do stralen.
Men zag den Officier van Justitie
vaak in de omgeving van het politie
bureau, 's morgens in do vroegte al en
dit beduidde, dat er iets bijzonders aan
do hand was.
Dezer dagen zwierven tal van buiten-
steedscho verslaggevers on perufo'ografen
door de stad on met auto's maakten zo
de omgeving onveilig en de menschen
aan 't schrikken.
Men wist, dat Haarlem eou rol speel
de in dezo raadselachtige geschiedenis.
En men preo3 de activiteit van onze
recherche, die het er zelfs voor over
had, do risico te loonon van. oen schijn
baren flater te hebben gemaakt.
Vooral van sommige gijden was men
vriendelijk en beminnelijk genoeg, om
do Haarlemsche politic-autoriteiten met
smaad te beladen, en allon nadruk te
leggen op het resultaat, dat tenslotte
niet an de ra is dan eon onsuocesvoTen af
loop van ean onderzoek. Hoe onaange
naam het voor do batrokkenen cok moge
zijn, hot ware niot ondienstig als men
in do richting van hot II, ock eens be
dacht, dat de Haarlemsche po'.i 'e -v.ois
minder* mnar ook niets meer lie t ge
daan dan haar plicht- En dat pdiaata-
besef verdient, ook thans, allo waar-
doering!
van werknemerszijde voorgesteld, uitvoe
rig uiteengezet. In het kort samengevat is
hun standpunt dit:
Eenige maanden geleden zijn de arbei
ders voor de keus gesteld: loonsverlaging
of ontslag van een aantal arbeiders.
Noodgedwongen werd door de organisa
ties het laatste verkozen. Toen de firma
na ©enigen tijd tooh een loonsverlaging
aangekondigde, wilden de arbeiders hier
niet op ingaan cn gingen in staking.
De firma wilde wel mei haar personeel
onderhandelen, doch niet met de organi
saties. daar zij deze niet wil erkennen.
Toen de slaking eenigen tijd geduurd
'had, bood de heer A B. Miohielsen, voor
zitter van den Raad van Arbeid, zijn be
middeling in dit conflioht aan. Door alle
organisaties wend die bemiddeling aan
vaard, echter niet door Gebr. Merens. Dit
deelden dezen per brief aan den heer Mi-
chiclsen in antwoord op diens, eveneens
schriftelijk, aangeboden bemiddeling, me
de. Persoonlijk is de beer Miohielsen
daarna naar Gebr. Merens gegaan, om le
trachten verandering in hun standpunt te
bengen. Hij meende, bij zijn vertrek hier
in geslaagd te zijn, doch in December
ontving hij ©en brief van de firma, waar
in zij hem mededeelde, dat zij de bemid
deling niet kon aanvaarden, omdat zij
niets mei de organisaties uitstaande wil
de hebben.
Thans vernemen we„ dat de heer Mi
ohielsen een laatste poging zal wagen, de
partijen tot elkaar te brengen. Schriftelijk
zal hij de firma Merens mededeelen, dat
bet hem spijt, dat zij een dergelijk stand
punt, van niets met de organisaie uit
slaande le willen hebben, inneemt en haar
tevens verzoeken, hem nogmaals te willen
ontvangen, om te trachten, overeenstem
ming te bereiken.
Nu in dezen tijd van malaise vooral
elke ui.t en weg ruiming van werkeloos
heid met beide handen aangegrepen moet
worden, is het te hopen, dal deze laatste
bemiddelingspoging moge slagen, opdat
deze gedwongen werkeloosheid spoedig
oen einde moge nemen.
Zitting van Donderdag.
Ontrouwe brievenbesteller
Voor do Haarlemsche Rechtbank stond
heden terecht de vroegere brievenbesteller
J. G. K., beschuldigd van het ontvreemden
van een brief met een geldswaarde van
100 gulden.
Bekl., die gehuwd is cn vader van twee
kinderen, is thans gedetineerd Hij verdien
de 35 gulden in de week. Hot geld uit den
nrief heeft hij geheel voor zijn gezin bestee 1.
Het O. M. achtte het feit zeer ernstig cn
eischte .1 jaar gev. straf. De verdediger,
Mr. Huizinga, pleitte clementie.
Verduistering.
Daarna stond terecht C. S., die voor
juffrouw A. V. een fiets zou verkoopen.
Bekl. ontving van den kooper 40, doch
droeg dit bedrag niet af. Wegens verduiste
ring werd tegen hem nu 4 maanden ge
eischl.
Vrijspraak
werd gevraagd legen den koopman K. B..
■beschuldigd, de honden onder zijn kar te
hebben geschept. Bekl zei het gedaan te
hebben, omdat -de beesten aan het vech
ten waren. Hot O. M. vroeg vrijspraak.
Vernieling en mishandeling.
De 20-jarige tuinder J. H. D. te Bever
wijk wordt ervan beschuldigd, dat hij op
24 Nov. in een café tijdens een dansparty
ruzie heeft gemaakt, bij welke gelegenheid
hij zijn vriend M. G. een klap gaf.
Toen G. later kwam vragen, waaraaD
hij dit te danken had, wilde loekl. h jm
met een stuk ijzer slaan 1 Op 4 December
heeft dezelfde bekl. bij dten luinder B. in
Wijkeroog een ruil ingegooid. Daar wist
hij niets meer van, want hij was dronken
geweest.Wat de mishandeling en be
dreiging betreft, betoogde bekl. dat bij uif
zelfverdediging gehandeld had, maar het
O. M. geloofde daar geen cent van.
Voor de drie feiten luidde dc eisch 8;
maanden gev. straf.
Tegen M. G., den getuige uit de vorige
zaak, die bij een andere gelegenheid een
koopman een slag op het hoofd gegeven
had, werd tenslotte 1 maand gev. straf
geëischt.
Faillissementen. In staat van faillis
sement werden verklaard:
1. D. J. P. Bouman, koopman, wonen
de te Haarlem, Waldeck Pyrmontslroal
10. R. C. Mr. A. Maclainc Pont. Curator
Mr. P. Tideman.
2. K. Breeuwer, koopman, wonende tc
Zaandam, firma Breeuwer en Co. R. C.
Mr. A. Maclaine Pont. Curator Mr. A.
Bruch.
3. J. Jacobs,wonende tc Haarlem, Em-
mastraat 24. R. C. Mr. A Maclaine Pont.
Curator Mr. A. H. J. Merens.
Opgeheven werd het faillissement van
J. B. A. Rooker, barbier, wonenddc te
Hoofddorp, Marktplein 1, uitgesproken bii
vonnis dezer Rechtbank dub 20 Decem
ber 1921.
lieëedigd. Tot Commissaris van po
litie te Bloemcndaal werd bcëedligd de
heer A. Hicmstra, en te Wormerveer de
lieer A. J. v. d. Hoeven.
Hooger beroep werd aangclcckend door
N. D. te Noordwijkerhout, ter zake „mis
handeling" veroordeeld tol 20 dagen ge
vangenisstraf.
Jachtcursus der Ilaarlesnsche Jacht
club. Men schrijft ons: Zaterdag 14
Januari, zal de eerste les gegeven wor
den voor de leden der H. J. 0. on be
langstellenden in het Gebouw do Nijver
heid Jansstraat 35. van 3 tot 5 uur.
aöoooo o©ooo<>-»«©©oooo
De aanhouding, het onderzoek en de
vrijlating van den Amsterdammer S., die
verdacht werd van den moord in den
sneltrein, werpt een tragisch licht op de
onvolmaakte menschelijke gerechtigheid.
Allen hebben wij in feuilletons en ro
mans, die tranen uit oog en hart persten,
verhalen gelezen over slachtoffers van
rechterlijke dwalingen, welke dwalingen
dan weer gelukkig in orde kwamen. Zoo
nu en dan lezen we ook van vergissingen,
die na jaren uitkomen, maar ieder zal wel
toegeven dat een geval welk zoo dicht in
onze omgeving afspeelt, en waarvan wij
de ontwikkeling van zoo nabij kunnen
volgen (men leze het vernaai elders in dit
blad) een zeer diepen indruk maakt.
Men versta ons goed. We bedoelen geen
verwijten te doen, noch aan justitie, noch
aan de politie, die moeilijk anders hande
len kon dan zij deed. De justitie moest aan
dacht schenken aan de haar gedane mede-
deeling van een ruzie tusschen S en ad
vocaat wijlen mr. Wijsman; ze kon wei
nig minder doen dan een portret opvragen
van S. en dat vertoonen aan de zuster,
en ook was zij verplicht S. te arres
teeren, toen de dame in het portret dat
van den moordenaar meende te herken
en en ze moest 'n onderzoek instellen naar
hel alibi van S. toen de zuster hem perti
nent herkende. De justitie treft geen
blaam en S. is al den lijd van zijn ver
hoor met zooveel onderscheiding behan
deld èn door den officier van justitie èn
door de politie, dat hij daarover niets dan
lof heeft. Justitie en politie moesten dat
doen omdat het niet vaststond dat S. de
gezochte was. Ook mag men niets verwij
ten aan de pleegzuster, die niet alleen te
goedertrouw is en overtuigd in S. den
medereiziger le zien, maar ook
een alleszins betrouwbaar getuige is, zoo
dat alleen de mogelijkheid dat er een dub
belganger van S. is, overblijft. Noch de
verpleegster, noch de justitie en politie
treft eenig verwijt, noch ook S., die on
schuldig is en niets dan narigheid van het
geval ondervonden heeft, hoewel hij nu
volkomen gerehabiliteerd is.
Maar wel wordt in schrille kleuren be
licht de mogelijkheid van een rechterlijke
dwaling.
S. is in slaat geweest zijn alibi te be
wijzen, volkomen, maar gesleld eens dat
hem dat niet gelukt was. Gesteld eens dat
S. had moeten verklaren den geheelen
oudejaarsavond, vanaf 6 uur le hebben
doorgebracht in gezelschap van zijn moe
der, of, getrouwd zijnde, van zijn vrouw,
zonder dat iemand anders hem had kun
nen zien, omdat hij, zonder bezoek, thuis
was geweest; of dat hij b.v. had moeten
zeggen: ik ben ziek geweest en ben vanaf
6 uur lot den anderen morgen le bed ge
weest.
In die gevallen zou het te bezien zijn
geweest of daarmede het alibi van S. vob
doenidé zou zijn bewezen tegenover dc
stellige verklaring van de zuster en of hij
niet slachtoffer van een gerechtelijke ver
gissing zou zijn geworden.
Het is niet gebeurd. Gelukkig. Maar even
zullen vele lezers rillen bij de gedachte
aan zulk een mogelijkheid.
En ook blijkt daaruit hoe onverstandig
zij zijn geweest, die redds bij voorbaat de
schuld van S. niel alleen aangenomen heb
ben, maar die zijn familie en zijne moe
der het leven reeds zuur hebben gemaakt.
Maar ook mogen wij wel een oogen-
btik met respect opzien naar het ambt van
rechter, om de groote verantwoordelijk
heid, die deze functie medebrengt.
Barometerstand 767. Neiging vooruit.
OPGAVE VAN:
Do Haarlemsche Jacht-Club hoeft vo
der, ovenals vorige jaar een cursus ge
opend, die ten doel heeft onderricht te
geven in alles, wat een jachteigonaar en
jachtzciler noodig hoeft te weten. Aan
gevangen wordt met het eenvoudig split
sen en knoopen, ook hot leggen van
steken wordt daaronder begrepen.
Waar nu de Haarlemsche Jacht-Club
zich in een langzaam toonemenden bloei
mag verheugen, hoopt het bestuur, dat
nu Haarlem een overdekte Badinrich
ting rijker is gewordon, dat do drang
naar onze zoo gezonde en opwekkende
watersport grooter zal worden, dan deze
tot nu 'toe i3 geweest en noodigt onze
jeugdige scholieren uit, deze eerste les
bij te wonen, opdat zij zich kunnen be
kwamen in do eerste beginselen der
Zeilsport en zij niet bij do opening van
het Zeilsoizoen mot hun handen verkeerd
behoeven te slaan.