BERICHT. I 4 In en om Haarlem. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Eerste blad UIT DEN OMTREK DAMIAATJES VRIJDAG 13 JANUARI 1922 44ste JAARGANG No. 14038 PER KWARTAAL - n PER WEEK f 0.25 'jf FRANCO PER POST PER KWART. Bil VOORUITBETALING f 3.57'/t Afaoané's, die te klagen hebben over onrege^iange of slechte bezorging der Nieuwe Haarlemsche Courant, worden dringend verzocht, dit onmiddellijk schriftelijk te berichten aan de Administratie N. H. Courant, of mondeling aan onze Bureaux, Nassaulaan 49. ADMINISTRATIE N. H. COURANT. BURGEMEESTER, RAAD EN POLITIE. NASSAULAAN 49, HAARLEM. TELEFOON 1426, 2741 EN 1748. POSTREKENINQ No. 5970. ADVERTENTIËN 35 CENTS PER REGEL. DIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING. HAARLEM. Het tweede lustrum van den R.-K. Kring. MUÜIEK. Het conflict bij Gebrs. Merens LANGS DEN WEG. Van onze Rechtbank. Menschelijke Gerechtigheid. J. J. WEBER ZOON. Opticiens Fabrikanten. Koningstraat 10 Haarlem. T 3.25 DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT De behandeling der jongste gemeentebe- grooting heeft een voor Haarlem ongewoon debat over de politie opgeleverd, een zaak, waarop wij beloofden later terug te komen. Men herinnert zich de aanleiding, hel ver loop en den uilslag van het voor onzen Haarlemschen Raad ongewoon scherp de- bal: de politieschool zou naar het oordeel var, de Wethouders te veel agenten ver- eischcn en besloten werd dan ook aan den burgemeester slechts gelden voor IVO diena ren van politie toe te staan, terwijl 's Raads voorzitter betoogd had met niet minder dan 184 le kunnen volstaan. Dil is iels heel ongewoons. Debatten, scherpe en heftige debatten over de politie, venlen vroeger in andere groole steden her haaldelijk gevoerd; in Amsterdam waren zij aan de begrooting vastgegroeid. Maar tot een dergeiijken krassen maatregel kwam maar zelden eenige gemeenteraad. Wanneer dan ook de politieschool alleen motief voor dit voorstel der Wethouders ware geweest het zou vermoedelijk geen meerderheid in den Raad gevonden hebben. Maar toen een maal bedektelijk door mr. Siingenberg en meer openlijk door mr. Bruch het groole woord was gesproken: „de Raad moet in dergelijke zaken gekend worden", toen was het pleit beslist. Haarlem heeft het oude en netelige con Riet weer eens opgeworpen over de bevoegd heil van den burgemeester om alleen en uitsluitend in politiezaken te beslissen. Wij hebben al aanstonds na het debat ge schreven, dat wij dezen geschapen toestand verderfelijk achten voor onze gemeente en wij hopen nog nliijd, kennende den royalen aard van onzen burgemeester, dat men als nog lol een bevredigende oplossing zal ko men. Deze tooh is o.i. mogelijk, wanneer beide partijen niet koppig tegenover el kander staan, terwijl van opoffering van eenig beginsel geen sprake behoeft le wezen. Toen een kwart eeuw geleden de strijd begon, was de heftigheid waarmee partijen alkander 1e lijf gingen en het verzet der burgemeester tot wat zij noemden oen in breuk op hun rechten, begrijpelijk. Hel idee van medezeggenschap moest zich loen nog baan breken, het klonk revolutionair. Bo vendien scheen liet al heel moeilijk om ten deze aan den geesl van de gemeentewet te twijfelen en stond een burgemeester, die iedere inmenging in zijn bevoegdheid als hoofd der politie afwees, sterk op grond der wet. Toch lijkt het achteraf zonderling, dat het weinige, wat in de gemeentewet over de gemeentepolitie gezegd wordt, aanlei ding kon geven tot zooveel stof. Uit de ar tikelen 190 en 191 der gemeentewei volgt Immers niet anders, dan dal de benoeming van de commissarissen van politie aan tie bevoegdheid van den Raad is onttrokken en aan de Kroon is voorbehouden; Cat de die naren van politie niet door den Raad, maar door den burgemeester, op voordracht van den commissaris worden benoemd en dat ook hunne ambtsinstructie door den burge meester wordt vastgesteld. Voorts, dat alle dienaren van do politie onder dc bevelen van den burgemeester staan. Zoo was dan ook een arrest van den Hoogen Raad van 8 Maart 1901 verklaar baar, helwelk uitmaakte, dat de bevoegd heid om de dienaren van politie te schor sen niet toekomt aan Burgemeester en Wet houders, maar aan den burgemeester alleen. Maar over deze en dergelijke vraagpunten, wt.arop het antwoord duidelijk in de wet te lezen is, ging dc strijd tusscben Raad en Burgemeester dc laatste kwart eeuw niet. Toen de gemeenteraden langzamerhand tol het bewustzijn waren gekomen, welke groote macht zij in liet bijna onbeperkte budgetrecht bezaten, loen zij geheel ont groeid waren aan den afhankelijken toe stand van vóór 1848, toen kwam heel ge- hxdeiijk de tegenstrijdigheid naar voren in 'horbccke's overigens zoo geniale gemcen- >vct, da[ n in aail (ien Raad de bevoegd- 111 "1 is gegeven om op de bcgrooting de gel dt n ^oor de gemeentepolitie le voteeren, ter wijl hij o-ver de besteding dier geld-en ihoe- g< noamd niets te zeggen had. Vooral loen hoe langer hoe meer de belangen van ge meentewerklieden, -ambtenaren en beamb ten in de Raden behartigd werden, toen er scheidsgerechten, reglementen en commis sies van advies vooi gemoentepersoneel door dc gemeenteraden werden opgesteld. BUREAUX* ging is hij weer afhankelijk van het besluit var. den Raad". Met dezelfde door ons gecursiveerde woor den, heeft de burgemeester zich in de be wuste raadsvergadering bij de gevallen be slissing neergelegd. Maar is dat nu een ge zonde en 'houdbare toestand? Wie kan zich meer meester, meer zelfstandig hoofd der politie noemen; de burgemeester, diie vajn den iRaa'd' alle gelden lost krijgt, welke bij meent nood-ig te hebben, laags den weg van overreding,of -de halsstarrige, die zegt: ik -bekrimp mij -liever, dan dat ik met u praat? Wij vertrouwen nog al tijd, -dat hier in Haarlem hel gezon'd ver stand zal zegevieren, over wat ten on rechte als oen beginsel wordt aangezien. loen klemde hel telkens meer, dat de Raad met zijn budgetrecht alleen tegenover het corps politiedienaren in een schceve verhou ding stond. Ook het beroep, dat de burge meesters vaak deden op art. 191 der ge meentewet bij een weigering om te antwoor den op een interpellatie betreffende politie maatregelen bij een volksoploop, optocht of dergelijke genomen, streed met meer mo derne begrippen. Nu zal, nieenen wij, niemand ontkennen, dat, moest thans oen nieuwe gemeentewet worden samengesteld, zij, zeker op het punt van politie, anders zou worden geredigeerd dan dit in 1851 geschiedde. De vraag is maar, in hoeverre hebben de burgemees ters zich bij de bestaande wet zich van hun plicht te kwijten. En dan gelooven wij, dat de enkele letter van Thorbecke's wet niet verplicht lot de starre en afwijzende hou ding welke sommige voorzitters va-n ge meenterede meenden en nieenen te moe ten aannemen. Laten wij voorop zetten, wat o.i. niet geoorloofd is en waartoe uit eerbied voor de wet nooit besloten mag worden. Alle bepalingen, die er direct of zijde lings loe zouden leiden, dat de burgemeester zijn recht om in laatste instantie le beslissen over maatregelen lot handhaving van de openbare orde en zedelijkheid prijs geeft, die de benoeming van of de instructies aan dc dienaren van politie aan het uitsluitend recht van den burgemeester geheel of ge deeltelijk onttrekt, moeten als strijdig met ue wet worden afgewezen. Maar daarnaast blijft een nog zoo breed terrein, waarop de burgemeester met de Wet houders en met den Raad overleggen kan, zonder dat van ongeoorloofde delegatie van macht sprake behoeft te zijn. Nergens verbiedt de wet den burgemees ter te antwoorden op vragen van raadsle den over getroffen politie-maatregelen, ge steld. En het gezoold versland zegt, dat Lij dit, zeventig jaren na de tot standkoining der gemeentewet, ook niet kan nalaten met een beroep op dc wet, die hem er niet toe verplicht, die er over zwijgt. Nergens verbiedt de Gemeentewet den burgemeester advies in te winnen van de Wethouders, den Raad of anderen bij hel opleggen van slraf en het treffen van tucht maatregelen tegenover de dienaren van po litie. Onze tijd gruwt van rechtspraak zon der beroep; laat de moderne burgemeester in deze de veiligheidsklep open la-ten en zich hoeden tegen eigen misvatting, door zich van adviseurs te voorzien buiten de chefs der voor straf voorgedragenen. In zijn Wethouders vindt hij deze zonder tegen de wet tc zondigen. Zoo zouden wij kunnen doorgaan. Het Haarlemsche geval van de politie school was een sprekend voorbeeld voor on ze bedoeling. Wanneer de Raad gelden vo teert voor opleiding van politie-agenten, een modern en sympathiek idee, waaraan in de wet nooit of nimmer is gedacht laat rren hem dan bij de besteding dier gelden ook kennen, althans, talen de door hem ge kozen Wethouders van het nut, de werking, inrichting enz. van zulk een politieschool op de hoogte blijven. Dat alles is mogelijk zonder de wet geweld aan te doen. Wij zien dan ook niet in, waarom bij goeden wii wederzijds er over het befaam de politievraagstuk in onze gemeente een conflict moot blijven voortduren. Indien waar is, waaraan niet getwijfeld mag worden na een pertinente verklaring dat de burgemeester de veiligheid van Haarlem niet kan verzekeren met 170 politie-agen ten, dan mag de Raad uitbreiding van het oorps niet tegenhouden. Anderzijds mag de eisch worden gestel.l, J-.U althans in het college van B. en W. die noodzakelijkheid ook blijke. Anders is het buogetrecht van den Raad een paskwil. En aan dat Budgetrecht valt niet te tornen. Reeds schreef prof. Mr. Oppenheim in zijn bekend werk over bet gemeenterecht: Hoe veel voor het politiepersoneel zal worden beschikbaar gesteld, beslist de raad zelfstan dig, onder de controle in de grondwet en gemeentewet bevolen. Is daarover de eind beslissing gevallen, dan zat de burgemeester of de commissaris, roeiende met de riemen, die te zijner beschikking zijn gesteld, naar zijn inzicht het getal der politiedienaren of van de veldwachters hebben te bepalen. Maar ook voor het bedrag hunner bezoldi- De wensch, geuit aan het einde van het verslag der Schouwburg-uitvoering van Maandag, dat ook de verdere herdenking var het feest een succesvollen loop zou hebben, is tot nog toe best in vervulling ge gaan. Na den tooneelavond hebben een 40-tal leden met den heer en mevrouw Buys, den regisseur, zich ver-eenigd aan een souper in Hotel de Leeuwerik, waar een uitmuntende feeststemming heerschte. Vele hartelijke woorden werden hier gesproken. De reunie-avonden waarvan Zondag de eerste bad plaats gehad, die schitterend ge slaagd is, werden Dinsdag en Woensdag voortgezet in de door vaardige handen, ver sierde Kringzalen, die als resultaat van een gehouden lampion-wedstrijd thans „a gior- no" verlicht zijn. Woensdagmiddag heeft in de zaal der Sl. Jczefsgezellenvcrceniging een kindervoor stelling plaats gehad voor kinderen van do nateurs, buitengewone leden enz. Ook deze middag is uitstekend geslaagd. De opkomst was zeer groot en de kleintjes vermaakten zich uitstekend met de goochelgrappen en grappige goochelarijen van de amateurs- downs Busto en August, in wie we bepaald twee waardige lustrum-leiders van den R.-K. K. ontdekten. Na de pauze vertoonden zij de poppen kast en de oude historie van Jan Klaassen hield de kinderen vermakelijk bezig. Heden is het de eigenlijke verjaardag van den Kring. Daarom is vanavond le groole feestvergadering in de concertzaal de Vereeniging, met pater Borromaeus als spreker, en opgeluisterd door muziek en zang. Voor deze vergadering beslaat enorme be langstelling. Wij vernemen, dat nog slechts weinig plaaiscn beschikbaar zijn en waar schijnlijk zullen dan ook hedenavond aan de zaal nog enkele kaarten verkrijgbaar zijn. teloos is. Christelijke Oratoriumvcreeniging „Das Zied von der Cloche". De Christelijke Ora'.oriumvereeniging alhier, wier naam zoo onafscheidelijk aan dien van Schoonderbeek verbonden leak, doch die zich thans genoodzaakt zag 'n gast dirigent te inviteeren, bleek en dit hadden wij oas dan ook duidelijk voorgesteld een zeer gelukkige keuze in don heer Gerharz te hebben gedaan. Dat de eminente orkestleider cok z jn koren, en niet te vergeten de moeilijke soli, recitatieven en ensembles, met vas te hand leidde, hadden wij an ook zeker verwacht- „Das lied von der Clooke, is dan. ook een werk voor een dirigent als Gerharz, waarin hij zijn talent als zoo danig van alle zijden kan doon belichten. Den onvorgetelijken Schoonderbeek die zeker tot vreugde zijner vele vrien den dit concert voor een gedeelte bjjwoonde, hebben wij steeds met eerbied gadegeslagen in de door hem uitgevoerde orotoria's, speciaal in die welke gawij- do onderwerpen ten grondslag hadden. Zijn fijne smaa'-, zijne ge listingeer le aristocratische directie, zijn geheel in leven in het door hem vertolkte werk, zijn herinneringen van den aangenaam ste n aard van ons persoonlijk muziekle ven. En nu was het Gerharz die dezen groeten man verving, en laat ons dit er direct aan toevoegen, op schitterende wijze. Gerharz is één van do weinig dirigenten, wien 't gegeven is, 'n zeld zaam muzikaal geheugen te bezitten en daardoor met het grootste gomak, alsof hij die van buiten loerde, zijn partitio uit het hoofd te dirigeeren. Dat do O.O.V. dan ook tevrodon over haar gastdirigent die alios zoo duide lijk aangaf en die ook zijn orkest zoo uitstekend bleek voorbereid te hebben, alleen vonden wij het koper wat on zuiver en te sterk, bleek bij do hul diging van den gast door do gast vrou we, op ondubbelzinnige wijze. Door Gerharz' directie was deze 21o uitvoering een hoogst artistieke te noo- men! Ja, over do koren zou wel iets te zeggen gijn wat klankgehalte der man nenstemmen betreft, die der vrouwen klonken beschaafd en zuiver do -h laat ons niet vitten en die kleine vlek jes vergeten! Het solisten-kwartet Jo Vincent .Hermino PoelSchollen, Jac. van Kempen en Hendrik Kubbinga was er toch immers en heeft heal veel heer lijke muzikale, onuitwischbave indrukken geschonken. Zij hebben ons het lied van de klok, zooals het genie Bruch dit slehts den. muzikalea mensch heeft ge- geven, op indrukwekkende wijze voor gezongen. Onvergetelijk was voor ons het zin gen van Jo Vincent bij de woorden: „Lioblich in der Braute Lockoa, Spielt der jungfrauliche Kranz, en Holde Erie- de" etc., en prachtig boheerscüit mevr. Poels aria „Ach die Gattin ist's, die theure ach, es ist die treue Mutter", uitstekend van voordracht en dictie van Kempe's recitatieven, en manlijk en waar dig Kubbinga's groote, te vertolken aan deel in Bruch's schitterend werk. Rjjk aan melodie, prachtig van klank effecten en aangenaam afwisselend van toonaard, is Bruch's werk een genot om te beluisteren. Dat heeren directeuren dan ook hun keuze op Bruch's werken laten vallen is zeer te begrijpen en blijkt al meer en mear. Prachtig van orkestratie, zonder orkest men denke maar eens aan Bruch's G-mol vioolconcert zouden Bruch's werken verbleken, is het een genot voor de voresnigingen, 's meesters werken in te studeeren en uit te voeren. De volgende weak geeft een onzer plaatselijke vereenigingon dan ook weer een Bruch-concert en wordt o a. „Das Feuerkreuz" van hem uitgevoerd; een ballade voor soti, koor en orkest, die hier ter stede nog onbekend schijnt te zijn. Intusschen in de eerste plaats aan onzen heer Gerharz en in de tweede plaats aan de O.O.V. onze hartelijke feli citatie met de schitterende vertolking van „Das lied von der Oloake". Het lied van do Klok verhaalt van 's menschen leed en smavte, van geluk en vreugde, van voorspoed en ellende. K. IP. KEKKHOFF. Toonkunst. Op Donderdag 2 Februari zal de Haar lemsche Afdeeling van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst voor de eerste maal ten gehoore brengen de Missa Solemnis van Beethoven, oen der schoon ste koorwerken die ooit geschreven zijn. Als :.o'i-;len zullen hieraan medewerken: Mevr. Noordewier, Mej. Reidel, en de Heeren van Tulder en van Oort. Voer de tweede uitvoering op 19 April is een niet minder interessant programma in voorbereidingdan worden eveneens voor Haarlem drie noviteiten uitgevoerd: „La Damoiselle élue" van Debussy, voor vrouwenkoor en twee dames-solisten, „Trois Nocturnes", Fite, Nuages, en Si- rbnes, oveneens van Debussy, het laatste met vrouwenkoor, en „Tg Roam" van Bruckner, voor gemengd koor on vier solisten. Beide conccerten staan onder leiding van den heer Evert Cornelia, on worden uitgevoerd met medewerking van het Re sidentie Orkest. Zooals bekend, zijn de werknemers bij de caoutohoucfabriek van de firma Mc rens eenogen tijd in staking. De kwestie is, dat zij niet de door de firma Merens aangekondigde loonsverlaging wilde aan vaarden. Onlangs hebben wij de zaak Topic of the dag. Een „topio of the day" blijft de moord in den sneltrein. Ze zijn soms als een sensatiefilm, die opschriften in de bladen, die sproken van de geheimzinnige moord-coupé, van het geheim in den sneltrein, van de verdwenen reiziger, enz. De laatste dagen heeft Haarlem wel bijzonder in het teeken van deze ge heimzinnige misdaad gestaan. Want de Haarlemsche politie, dio 'n reputatie heeft en een naam heeft te verliezen, aarzelde niet, op eigen kracht, zich met het moeilijke, zware onderzoek in deze zaak bezig te houden. Enkele ingewijden wisten, dat onze ge wiekste commissaris zelf een groot aan deel in deze bemoeiingen had. Daarom zag men den heer Tenkinck de laatste dagen zoo weinig langs den weg, en als hij in de stad was, raced hij nog, zoo snol hij kon, op z'n velo door do stralen. Men zag den Officier van Justitie vaak in de omgeving van het politie bureau, 's morgens in do vroegte al en dit beduidde, dat er iets bijzonders aan do hand was. Dezer dagen zwierven tal van buiten- steedscho verslaggevers on perufo'ografen door de stad on met auto's maakten zo de omgeving onveilig en de menschen aan 't schrikken. Men wist, dat Haarlem eou rol speel de in dezo raadselachtige geschiedenis. En men preo3 de activiteit van onze recherche, die het er zelfs voor over had, do risico te loonon van. oen schijn baren flater te hebben gemaakt. Vooral van sommige gijden was men vriendelijk en beminnelijk genoeg, om do Haarlemsche politic-autoriteiten met smaad te beladen, en allon nadruk te leggen op het resultaat, dat tenslotte niet an de ra is dan eon onsuocesvoTen af loop van ean onderzoek. Hoe onaange naam het voor do batrokkenen cok moge zijn, hot ware niot ondienstig als men in do richting van hot II, ock eens be dacht, dat de Haarlemsche po'.i 'e -v.ois minder* mnar ook niets meer lie t ge daan dan haar plicht- En dat pdiaata- besef verdient, ook thans, allo waar- doering! van werknemerszijde voorgesteld, uitvoe rig uiteengezet. In het kort samengevat is hun standpunt dit: Eenige maanden geleden zijn de arbei ders voor de keus gesteld: loonsverlaging of ontslag van een aantal arbeiders. Noodgedwongen werd door de organisa ties het laatste verkozen. Toen de firma na ©enigen tijd tooh een loonsverlaging aangekondigde, wilden de arbeiders hier niet op ingaan cn gingen in staking. De firma wilde wel mei haar personeel onderhandelen, doch niet met de organi saties. daar zij deze niet wil erkennen. Toen de slaking eenigen tijd geduurd 'had, bood de heer A B. Miohielsen, voor zitter van den Raad van Arbeid, zijn be middeling in dit conflioht aan. Door alle organisaties wend die bemiddeling aan vaard, echter niet door Gebr. Merens. Dit deelden dezen per brief aan den heer Mi- chiclsen in antwoord op diens, eveneens schriftelijk, aangeboden bemiddeling, me de. Persoonlijk is de beer Miohielsen daarna naar Gebr. Merens gegaan, om le trachten verandering in hun standpunt te bengen. Hij meende, bij zijn vertrek hier in geslaagd te zijn, doch in December ontving hij ©en brief van de firma, waar in zij hem mededeelde, dat zij de bemid deling niet kon aanvaarden, omdat zij niets mei de organisaties uitstaande wil de hebben. Thans vernemen we„ dat de heer Mi ohielsen een laatste poging zal wagen, de partijen tot elkaar te brengen. Schriftelijk zal hij de firma Merens mededeelen, dat bet hem spijt, dat zij een dergelijk stand punt, van niets met de organisaie uit slaande le willen hebben, inneemt en haar tevens verzoeken, hem nogmaals te willen ontvangen, om te trachten, overeenstem ming te bereiken. Nu in dezen tijd van malaise vooral elke ui.t en weg ruiming van werkeloos heid met beide handen aangegrepen moet worden, is het te hopen, dal deze laatste bemiddelingspoging moge slagen, opdat deze gedwongen werkeloosheid spoedig oen einde moge nemen. Zitting van Donderdag. Ontrouwe brievenbesteller Voor do Haarlemsche Rechtbank stond heden terecht de vroegere brievenbesteller J. G. K., beschuldigd van het ontvreemden van een brief met een geldswaarde van 100 gulden. Bekl., die gehuwd is cn vader van twee kinderen, is thans gedetineerd Hij verdien de 35 gulden in de week. Hot geld uit den nrief heeft hij geheel voor zijn gezin bestee 1. Het O. M. achtte het feit zeer ernstig cn eischte .1 jaar gev. straf. De verdediger, Mr. Huizinga, pleitte clementie. Verduistering. Daarna stond terecht C. S., die voor juffrouw A. V. een fiets zou verkoopen. Bekl. ontving van den kooper 40, doch droeg dit bedrag niet af. Wegens verduiste ring werd tegen hem nu 4 maanden ge eischl. Vrijspraak werd gevraagd legen den koopman K. B.. ■beschuldigd, de honden onder zijn kar te hebben geschept. Bekl zei het gedaan te hebben, omdat -de beesten aan het vech ten waren. Hot O. M. vroeg vrijspraak. Vernieling en mishandeling. De 20-jarige tuinder J. H. D. te Bever wijk wordt ervan beschuldigd, dat hij op 24 Nov. in een café tijdens een dansparty ruzie heeft gemaakt, bij welke gelegenheid hij zijn vriend M. G. een klap gaf. Toen G. later kwam vragen, waaraaD hij dit te danken had, wilde loekl. h jm met een stuk ijzer slaan 1 Op 4 December heeft dezelfde bekl. bij dten luinder B. in Wijkeroog een ruil ingegooid. Daar wist hij niets meer van, want hij was dronken geweest.Wat de mishandeling en be dreiging betreft, betoogde bekl. dat bij uif zelfverdediging gehandeld had, maar het O. M. geloofde daar geen cent van. Voor de drie feiten luidde dc eisch 8; maanden gev. straf. Tegen M. G., den getuige uit de vorige zaak, die bij een andere gelegenheid een koopman een slag op het hoofd gegeven had, werd tenslotte 1 maand gev. straf geëischt. Faillissementen. In staat van faillis sement werden verklaard: 1. D. J. P. Bouman, koopman, wonen de te Haarlem, Waldeck Pyrmontslroal 10. R. C. Mr. A. Maclainc Pont. Curator Mr. P. Tideman. 2. K. Breeuwer, koopman, wonende tc Zaandam, firma Breeuwer en Co. R. C. Mr. A. Maclaine Pont. Curator Mr. A. Bruch. 3. J. Jacobs,wonende tc Haarlem, Em- mastraat 24. R. C. Mr. A Maclaine Pont. Curator Mr. A. H. J. Merens. Opgeheven werd het faillissement van J. B. A. Rooker, barbier, wonenddc te Hoofddorp, Marktplein 1, uitgesproken bii vonnis dezer Rechtbank dub 20 Decem ber 1921. lieëedigd. Tot Commissaris van po litie te Bloemcndaal werd bcëedligd de heer A. Hicmstra, en te Wormerveer de lieer A. J. v. d. Hoeven. Hooger beroep werd aangclcckend door N. D. te Noordwijkerhout, ter zake „mis handeling" veroordeeld tol 20 dagen ge vangenisstraf. Jachtcursus der Ilaarlesnsche Jacht club. Men schrijft ons: Zaterdag 14 Januari, zal de eerste les gegeven wor den voor de leden der H. J. 0. on be langstellenden in het Gebouw do Nijver heid Jansstraat 35. van 3 tot 5 uur. aöoooo o©ooo<>-»«©©oooo De aanhouding, het onderzoek en de vrijlating van den Amsterdammer S., die verdacht werd van den moord in den sneltrein, werpt een tragisch licht op de onvolmaakte menschelijke gerechtigheid. Allen hebben wij in feuilletons en ro mans, die tranen uit oog en hart persten, verhalen gelezen over slachtoffers van rechterlijke dwalingen, welke dwalingen dan weer gelukkig in orde kwamen. Zoo nu en dan lezen we ook van vergissingen, die na jaren uitkomen, maar ieder zal wel toegeven dat een geval welk zoo dicht in onze omgeving afspeelt, en waarvan wij de ontwikkeling van zoo nabij kunnen volgen (men leze het vernaai elders in dit blad) een zeer diepen indruk maakt. Men versta ons goed. We bedoelen geen verwijten te doen, noch aan justitie, noch aan de politie, die moeilijk anders hande len kon dan zij deed. De justitie moest aan dacht schenken aan de haar gedane mede- deeling van een ruzie tusschen S en ad vocaat wijlen mr. Wijsman; ze kon wei nig minder doen dan een portret opvragen van S. en dat vertoonen aan de zuster, en ook was zij verplicht S. te arres teeren, toen de dame in het portret dat van den moordenaar meende te herken en en ze moest 'n onderzoek instellen naar hel alibi van S. toen de zuster hem perti nent herkende. De justitie treft geen blaam en S. is al den lijd van zijn ver hoor met zooveel onderscheiding behan deld èn door den officier van justitie èn door de politie, dat hij daarover niets dan lof heeft. Justitie en politie moesten dat doen omdat het niet vaststond dat S. de gezochte was. Ook mag men niets verwij ten aan de pleegzuster, die niet alleen te goedertrouw is en overtuigd in S. den medereiziger le zien, maar ook een alleszins betrouwbaar getuige is, zoo dat alleen de mogelijkheid dat er een dub belganger van S. is, overblijft. Noch de verpleegster, noch de justitie en politie treft eenig verwijt, noch ook S., die on schuldig is en niets dan narigheid van het geval ondervonden heeft, hoewel hij nu volkomen gerehabiliteerd is. Maar wel wordt in schrille kleuren be licht de mogelijkheid van een rechterlijke dwaling. S. is in slaat geweest zijn alibi te be wijzen, volkomen, maar gesleld eens dat hem dat niet gelukt was. Gesteld eens dat S. had moeten verklaren den geheelen oudejaarsavond, vanaf 6 uur le hebben doorgebracht in gezelschap van zijn moe der, of, getrouwd zijnde, van zijn vrouw, zonder dat iemand anders hem had kun nen zien, omdat hij, zonder bezoek, thuis was geweest; of dat hij b.v. had moeten zeggen: ik ben ziek geweest en ben vanaf 6 uur lot den anderen morgen le bed ge weest. In die gevallen zou het te bezien zijn geweest of daarmede het alibi van S. vob doenidé zou zijn bewezen tegenover dc stellige verklaring van de zuster en of hij niet slachtoffer van een gerechtelijke ver gissing zou zijn geworden. Het is niet gebeurd. Gelukkig. Maar even zullen vele lezers rillen bij de gedachte aan zulk een mogelijkheid. En ook blijkt daaruit hoe onverstandig zij zijn geweest, die redds bij voorbaat de schuld van S. niel alleen aangenomen heb ben, maar die zijn familie en zijne moe der het leven reeds zuur hebben gemaakt. Maar ook mogen wij wel een oogen- btik met respect opzien naar het ambt van rechter, om de groote verantwoordelijk heid, die deze functie medebrengt. Barometerstand 767. Neiging vooruit. OPGAVE VAN: Do Haarlemsche Jacht-Club hoeft vo der, ovenals vorige jaar een cursus ge opend, die ten doel heeft onderricht te geven in alles, wat een jachteigonaar en jachtzciler noodig hoeft te weten. Aan gevangen wordt met het eenvoudig split sen en knoopen, ook hot leggen van steken wordt daaronder begrepen. Waar nu de Haarlemsche Jacht-Club zich in een langzaam toonemenden bloei mag verheugen, hoopt het bestuur, dat nu Haarlem een overdekte Badinrich ting rijker is gewordon, dat do drang naar onze zoo gezonde en opwekkende watersport grooter zal worden, dan deze tot nu 'toe i3 geweest en noodigt onze jeugdige scholieren uit, deze eerste les bij te wonen, opdat zij zich kunnen be kwamen in do eerste beginselen der Zeilsport en zij niet bij do opening van het Zeilsoizoen mot hun handen verkeerd behoeven te slaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 1