SiraliïF FSSmjtcT y ELCK WAT WILS. DINSDAG 24 JANUARI 1922 PE ÊOifFERESSTSE TE WlSSfiMCiTOM, Moeilijkheden in de Duitsche Regeering. De Iersche kwestie. -)nze Cactussen in den winter. Kindermond. De macht der gewoonte. ,x Tweede Blad „NA BRIAND'S AFTREDEN, Men mag rich nog zoo gelukkig ge- Welen in den vreemde, er zich thuis gevoelen als in het eigen land, niets1 liever wenschen dan er voor goed te olijven, toch trekt het vaderland en is het steeds weer een blijde gewaar wording, een forten lijd op vaderland- sehen bodem door te brengen. Zoo gaat het bijna een ieder, zoo is het ook mij gegaan god uien de de vacantie- dagen. in Holland doorgebracht. Niets moeilijker dan een tijdstip te kiezen voor een verlof wanneer een corres pondentschap je in een der wereldste den gebonden houdt. En juist als je meent dat het ©ogenblik gunstig is, geen bijzondere gebeurtenissien zich zullen voordoen, lees je in de eerste de beste courant die je openplaats, dat zich onverwacht politieke wolken aan den hemel van het land dat je net hebt verlaten, hebben samenge pakt en wat erger is, dat een minisi- lerieele crisis aanstaande is. Een onrustig gevoel bekruipt je en je zoudt niets liever willen dan met den. eerstt- volgenden trein weer terug keerea Het is niet een overdreven eigen waarde die dat gevoel wakker roept, een ingebeelde onmisbaarheid, alleen dc liefde voor je werk en de belang stelling voor de geregelde lezers, die je zoo gaarne op de hoogte wilt hon den Zoo ben ik dan wel niet met den eersten trein weer Parijsrwaarts getrokken, maar toch eerder dan ik dacht, beb ik, „rechts omkeert" ge maakt. Ik rit dan weer in Frank- rijks hoofdstad, waar de bekende stemming aan politieke verwikkelin gen eigen, rich alom doet gelden. Men is rich bewust van den indruk die Briand's val in de verschillende landen heeft gemaakt, verdiept zich in bespiegelingen, koestert verwach tingen die voor het land gunstig kun nen zijn. De meening door mij in een der vorige brieven geuit dat er tus- schen Franschman en Engelschman, een principieele klove bestaat, die schijnbaar een oogpnblik overbrugd, telkens weer opnieuw een onmisken bare gaping vertoont, is maar al te juist gebleken. Nauwelijks is een over eenstemming op sommige punten ver kregen of opnieuw valt de knuppel in het politieke hoenderhok. Ditmaal wel een zeer ernstige en de gevolgen die deze omkeer in den te volgen gedragslijn voor Frankrijk zal hebben, zijn nog niet te overzien. Het verschijnen van de „Echo na tional" met „Tardieu" als offideele leider en „Clemenceau" achter de schermen, was het beste bewijs dat de vergrijsde tijger nog niet voor goed rich uit het publieke leven had te ruggetrokken en nog gaarne een cri- tischc rol wilde spelen in de Fran- sche politiek. Een ieder wist dat de begaafde oud-president „Poincaré" niet bij de pakken neerzat, zijn vruchtbare jpen was er het beste bewijs voor, maar dat het oogenblik reeds zoo spoedig zou komen, was niet te voor zien. Aan langdurige ministeries is men hier niet gewoon en te voorspel len dat BrianxLs politieke dagen dus geleld waren, was niet moeilijk; dat hij reeds heen moest gaan na één jaar regeeren, nog niet eens ten volle,- heeft evenwel menigeen verbaasd. Men had gehoopt dat de milddadige zon van het Zuiden, het verkwikkende klimaat van Cannes, zijn gimstigen invloed ook op de verschillende gemoederen zou uitoefenen. Het heeft niet zoo mogen zijn, de oppositie in Kamer en Senaat en ook in den kring van zijn eigen ministerie was te groot, om hem een verder han delen mogelijk te maken. Het ver trouwen in conferenties, hier toch al niet groot, is door die van Cannes,/ nog verminderd en hoe gaarne de Franschman ook de sluizen der wel sprekendheid opent, hij ziet maar al te goed in, op zijn manier lenminstni dat in deze wereldquaesties „praab- jes geen gaatjes vullen". En daar gaat liet om, de gaatjes in de Fran- sche schatkist, moeten gevuld, de Du-itscher moet betalen, dat is het! refrein dat sterker dan ooit wordt aangeheven, niet het minst door hen, die liever het goud uit den vreemde in de Staatskas zien vloeien, dan de eigen, reeds hoog opgevoerde belas ting te zien opgedreven. „Briand"was de man van het woord, een redenaar van groote begaafdheid en met dat talent heeft hij menigmaal getoond, zich te kunnen handhaven, dit keer heeft het hem met gebaat en is hij ten offer gevallen aan zijn wensch, woorden door daden te vervangen. Zijn toegevelijkheid jegens Lloyd George, zijn toegeven inzake Rusland en meerdere concessies door hem ge daan, zijn de struikelblokken gewor den, waarover hij is gevallen. Hel zou niet te verwonderen zijn dat men over eenigen tijd beter gaat inzien, dat alles wat hij heeft gedaan, het gevolg was van zijn verlangen. Frank rijk uit zijn isolement te verlossen, den werkelijken wereldvrede te bei- vorderen. Thans is men zoover niet en stapelen zich op zijn hoofd de grieven van een volk, dat zwaar ge teisterd is door den oorlog en nieit vergeten kan hvet leed door den vijand berokkend. "Wij katholieken, hoe ver ook afstaande van Briand's politiek, mogen echter niét vergeten dat hij ons iets goeds heeft gebracht, het herstel van de be trekkingen met het Vaticaan. De toekomst en vermoede lijk niet een verre, zal ons leeren of Briand's heengaan in het belang van Frankrijk is geweest en of zijn opvolger beter het stuur van het schip van staat zal hantaeren. In ieder geval de wereldvrede 'n her stel van den alom nog heer.«dienden chaos is verder dan ooit te zoeken. De Kerstklokken hebben geklept, het vredeslied is altijd weer gezongen, maar het nieuwe jaar heeft ingeluid op een weinig hoopvolle wijze. Wij behoeven geen raad te vra gen bij de opvolgster van Madame Thibes. om te voorspellen, dat „pais en vree" vooreerst nog te zoeken rijn met 't bekende Diognes' lantarentje. Licht, meer licht is overal noo- dlg, ook in' de j,ville lumièré' 'de lichtstad bij uitnemendheid. Het bo vennatuurlijke licht zal in deze blij ken, als bij alles ter wereld, het eenige goede te zijn. Parijs, 18 Januari 1922. Mr. P. v. S Dutten land De verdragen met China. Het resultaat der Conereniie. De commissie in zake het Verre Oosten heeft het voorstel aangenomen om de in ternationale afspraken met betrekking tot Ghana te publioee-ren. De mogendheden kwamen overeen geen enkele regeling te duiden, waarbij een invloedsfeer in China wondt geschapen, of welke een m-onopoiis- tisch karakter draagt. De overeenkomst in zake de internatio nale afspraken ten opzichte van C'hiiaa be paalt dat het rapport aan de conferentie over de regelingen in Ghana met onderda nen der deelnemende mogendheden „zoo compleet als mogelijk" dient te zijn. Deze zinsnede is er ingelasoht om tegemoet te komen aan de bezwaren van de regeering van Japan; de regeeringen, die niet ter conferentie zijn vertegenwoordigd, rijn uitgen-oodigd haar goedkeuring aan de overeenkomst te hechten. De correspondent van het „Hbl." te Washington meldt over e f en ander nader: De verbintenis cm de Ghineesche verdra. gen openbaar te maken, gelijk deze ten slotte is belichaamd in. een resolutie, waar. dn de negen mogendheden worden uitge- nooddgkl de bestaande en toekomstige ver. dragen, conventies en regelingen met of over China en de contracten tusschen bui tenlanders en de Ghineesche regeeringdie een openbaar karakter dragen:, aangevul-d met de resolutie van Root, waarin den mo gendheden wordt verzocht geen regrtingen toe te laten tnssdben haar w-ederzijdsche onderdanen, waarbij naar invloedssferen of monopolies in China wordt gestreefd, te pübliceeren, wordt hier beschouwd, te zanten met de voorgaande vier resoluties van Root betreffende de definitie der „open deur" en verwijzing naar den Raad, en het onderscheid van behandeling op de spoor wegen, als het beste wat thans voor China kan worden gedaan. De publicatie dezer verbintenis vormt geen regeling ten aanzien van de met el kaar in strijd zijnde overeenkomsten, coch men meent, dat de publicatie eventiieele conflicten voor de openbare m-eeniing zal brengen en, langs weiken weg ook, tot eenrigerlei regeling zal leiden. Alhoewel een beraadslaging over de 21 easchen nog wordt verwacht, wijzen de ge beurtenissen op een krachtige Japan-settle oppositie, zoodat er verder wernwg defini tiefs tot stond kan worden gebracht. Bovendien toont het jongste debat in den Senaat dat Sjangtoeng tnog steedis heit voor. naam,sic gevoelige punt ds en waarschijn lijk het punt, waarom de houding vam den Senaat draait. Het debat wijst op ongedul digheid ten gevolge van de vertraging in de oplossing, en opnieuw wordt de be schuldiging geuit, dat Japan een uitstel der oplossing wenscht, totdat het zich vei lig in Manksjoerije en Siberië gevoelt. Het debat in den Senaat doet opnieuw de vraag stelten, wat de deelneming der Amerikaansche regeering aan mier natio nale conferenties waard is. Wilson werd destijds verloochend met betrekking tot Versailles; Harding en Hughes zouden met betrekking tot Washington verloochend kunnen worden. Deze staat van zaken, waarbij de bdnnienJondsche politiek een be- ïang rijke rol spoelt, doet de regeering om zichtig te werk gaan ten opzichte van Genua, en zekerheid eisohen waf betreft de bekrachtiging der Washiingtonsche resul taten alvorens een nieuwe vruchtelooze poging te doen. Intusschen neemt in finamcieele kringen de meening, dat de conferentie te Genua moet worden bijgewoond, gestadig toe. De toestand in de binnenlandsche po litiek heeft zich in de laatste 48 uur be denkelijk toegespitst, aldus werd gisteren uit Berlijn aan het „Hbl." geseind. Dit kan men opmaken uit de belangrijke re de, die rijksdagpresident Loebe gisteren heeft gehouden. De „Vorwarts" brengt berichten, dat het belasting-compromis tusschen centrum en sociaal-democraten gereed is, doch dit optimisme is onge grond, want voor het tot stand komen van de overeen s 'emrr-i ng moeten nog steeds de allergrootste moeilijkheden wor den overwonnen. Voorloopóg is de tegen heden, Dinsdag aangekondigde rede van den rijfcspresi'dent over de belangrijkste vraagstukken tot Woensdag, wellicht zelfs Donderdag uitgesteld. De rijkskanselier wil eerst voor den Rijksdag het woord voeren, als de besprekingen voor het compromis werkelijk met succes zijn ge ëindigd en duidelijk is te overzien boe dit belastimgoompromis er uit zal zien. In de boven aangehaalde rede van den rijksdagpresidenf in een vergadering van de sociaal-democratische arbeiders van de Allgemeine Eleklriizitatsgesellschaft zei deze o.a., dat het belastingeompromis een bittere noodzakelijkheid is Dit compromis moet tot stand komen, daar de Entente wettelijk bevoegd is, Duitsotilanid belas tingen op te leggen tot een hoogte gelijk die in de overwinnende landen bestaan. Diit is het probleem van het oogenblik, en dit probleem moet dezer dagen worden opgelost, anders dreigt een ernstige regee- ringserdsis. De vooruitzichten voor de in beslagneming van de „Sachwerte" zijn op het oogenbik zoo goed als nihil. Langs -parlementairen weg bereiken wij deze in beslagneming niet, zeide Loebe, daar cen trum en democraten er onvoorwaardelijk tegen zijn. De eenige uitweg, die ons over blijft, is 'n gedwongen leening, die naar schatting 2 i 3 milliard gouden marken zal opbrengen. De oen truinleiders hebben tot nu toe nog niet hun goedkeruinig aan het compromis gehecht, nog minder de democraten. Mislukt dit compromis, dan sou het kabinet-Wirth wellicht reeds a.s. Woensdag vallen. In dit geva-l blijft er slechts over of nieuwe verkiezingen, óf een regeering-Streseman, als het niet Helfferich is. Een ander gevolg van het aftreden van het kabinet-Wdrlh zou onvermijdelijk zijn een enorme daling van de mark. De on- afh-anikelijken gaan tot zekere hoogte met ons mee om de vervuliings-politiek van -het kabinet-Wirth mogelijk te maken. Loebo sprak aan het slot van zijn rede de hoop uit, dat het kabinet-Wirth zou aanblijven, daar het reeds zijn eerste tastbare succes heeft behaald en omdat dit kabinet alleen in staat is den weg naar Genua te betreden. De besprokingen tusschen de fracties, waaraan behalve de regeeringspartijen, centrum en sociaal-democraten, ook de democraten en de Duitsche Volkspartij zullen deelnemen, werden op gisteren avond vastgesteld. Omtrent de houding der onafhankélijken heeft men tot nu toe nog geen zekerheid. Hun fractie heeft zich haar beslissing voorbehouden tot het oogenblik, waarop het compromis tusschen 1 sociaal-democraten en- centrum een feit is. Intusschen zal rijkspresident Ebert op nieuw besprekingen met zijn partijvrien den houden. Gisterenochtend kwam de sociaal-democratische fractie van den rijksdag bijeen, teneinde nogmaals het vraagstuk van het belasting-compromis te bespreken. In parlementaire krin gen achtte men het niet uitgesloten, dat deze vergadering een verrassing zou war den. DE ZWAKKE PLEK IN HET MINISTERIE-POINCARé. Al dadelijk na het optreden van het Ministerie-Poincaré is gewezen op een beroering, ontstaan vooral in parlemen taire kringen, door de benoeming van maarschalk Pétain tot deskundig advi seur van den burger Minister van Oor log. De oud-minister van oorlog André Lefèvre schijnt wel een der krachtigste opposanten. Tot dusver b'even de techni sche adviseurs van den minister achter de coulissende minister diende rijn ontwerpen bij de Kamer in zonder dat uitdrukkelijk werd gezegd, dat het ont werp meer speciaal het werk was van een bepaalden persoon. Men wist, dat de militaire autoriteiten waren geraad pleegd, maar geen deoreet noemde hen bepaaldelijk. De minister had de volle macht doch daarnevens de volle verant woordelijkheid. Thans zal men weten, dat elk ontwerp van het Departement van Oorlog het visum zal hebben van maarschalk Pétain, inspecteur-generaal van het leger. Valt in die omstandighe den niet te voorzien, vragen Lefèvre en velen met hem, eenerzijds een ver mindering van het ministerieel gezag, anderzijds, ingeval van een parlemen tair conflict, een aftakeling van een man, welke de dankbaarheid van het vaderland moet stellen boven elke discussie? De voorstanders van den maatregel erkennen dit gevaar. Doch wijzen erop, dat het decreet, waarbij de functie van inspecteur-generaal van het leger worrit ingesteld, geenszins raakt aan de consti- tutioneele prerogatieven van den Minis ter van Oorlog. De generalenstaf, aan gevuld met den inspecteur van de ver- verschillende wapens en dienstvakken en den hoogeren oorlogsraad blijft 't studie- en uitvoeringsorgaan, waarover de mi nister beschikt voor de voorbereiding, uitwerking en toepassing der wetten, de creten en reglementen betreffende de nationale defensie. Het feit, meent men hier, dat de inspecteur-generaal gezag heeft over den generalen staf en dit lichaam zijn direktieven geeft, verandert aan den toestand niets; de inspecteur- generaal wordt dan geacht te zijn een soort chef van den generalen staf van een hooger orde. De eindbeslissing blijft bovendien bij den Minister van Oorlog., wiens macht met of zonder inspecteur- generaal gelijk blijft. Deze verdediging, die theoretisch wel van eenige beteekenis schijnt, wordt dan aangevuld met het betoog, dat het parle mentaire gevaar is af te wenden, indieü de minister den inspecteur-generaal maar achter de coulissen laat. De M. v. O., zegt het „Journal des Débats", dient een wetsontwerp in, en hij doet dit in rijn naam en in dien van de regeering: de inspecteur-generaal blijft hier bui'en. Wat in het ontwerp van den minister is en van den adviseur gaat niemand iets aan. Uit constitutioneel en parlementair oogpunt bestaat slechts het ontwerp, door den M. v. O. namens de regeering in gediend. Welke theorie intusschen niet zal be letten, dat in de praktijk de Kamer het geesteskind van maarschalk Pétain zal be- en eventueel zal mishandelen. En van het laatste wordt nu juist afbrok keling van het aanzien van Pétain ge vreesd. De confer ent' e tus-chen Collins en Craig. Over de conferentie tusschen Collins en Oraig te Londen inzake de grensrege ling van Ulster meblt een draad'xb N. T. A.-bericht, dat de Britsche regeer ig er geen aandeel aan had. Er zullen in Ierland verdere conferenties worden ge houden. Te Dublin en te Belfast is de overeenkomst ontvangen met gsroe'ena van oprechte vreugde; men is van mee ning, dat beide staatslieden een werke lijken dienst hebben bewezen aan eikaars regeeringen en aan den vrede en "oar- spoed der bevolking. EX-KEIZER KARED. Het „Petit Journal" meent te weten, dat de Engelsehe regeering de aandacht heeft gevestigd van de ambassadeurscon ferentie op zekere opmerkingen van de Portugeesche regeering, die vreest, dat ex-koning Karl op Madeira aan de voor bereiding voor zijn herstel op den trom werkt. Do regeering te Londen meldt, dat een nieuwe waarschuwing van de geallieerden zal worden toegezonden aan Karl, met de mededeeling, dat on hem bij de minste poging strenger maatre gelen zullen worden toegepast, bijv. ver banning naar eenige kolonie ver van Eu ropa gelegen. DE SPOORWEGSTAKING IN DRESDEN GEëTNDIGD. Te Leipzig werden Zondag een groot aan tal vergaderingen van spoorwegpersoneel ge houden, waarin het tot scherpe debatten ge komen is. In een vergadering van het „Deut sche Eisenbahnerverband", waaraan ook ve le niet-spoorwegmenschen deelnamen, werd voorgesteld over de staking te stemmen. De vertegenwoordiger van het „Eisenbahnerver band" verklaarde, dat zijn organisatie zich aan het hoofd der beweging zou stellen in dien de noodzakelijke meerderheid van twee derden vóór de staking aanwezig is. Hij eischte, dat alle niet-spoorwegmannen de zaal vóór de stemming zouden verlaten. Toen dit niet geschiedde, verliet de vertegen woordiger van de vakvereeniging de zaal en met hem vele leden van het Eisenbahnerver band. In Chemnitz is de toestand ongeveer het zelfde. Daar zou in de verschillende bedrij ven gisteren worden gestemd. Hetzelfde geldt voor Zwickau. In Berlijn werden giste ren de besprekingen tusschen de spoorweg mannen en de regeering gevoerd. Het spoorwegverkeer van en naar Dres den is thans weer normaal. De wilde staking van het Dresdensche spoorwegpersoneel is bijgelegd. Het hoofdbestuur van den Bond van Spoorwegpersoneel te Berlijn had zich Zondagavond met Dresden in verbinding ge steld en het stakingscomilé medegedeeld, dat de bond de staking onder geen omstandig heden zou sanctionneeren. Daarop is de sta king bijgelegd en het werk hervat. Wij kennen fegieniwaordSg oen zeer groote verscheidteniheid van cactus-variëted- ten en dieze stamanen: nagenoeg aülle nét aaaxis-treiken waar het Mamaat geheel ver- ■sdhifliknd is van he't onze. En a3 zagen veie van tóe -door ons gekweekte Cactussen baar vaderland nimmer, doordat wij ze zelve in onze ika«®en uit de moederplant wow:.©, haar aard, óf wanm, óf kouder, ligt diep dn het ras opgesloten eni wij moe. ten daar dus bij' die veipfeging rekening mede houden. Wij moeten dan ook onze Cactussen ge durende dien winter én verschiltenldie tem peraturen horneten, al naar gelang het soort meende re of mindere warmte noodiig heeft. Tot de variëteiten welike een warme om geving vereischen, kunnen wij oa. rekenen die (Phyfloeaotuis, veel Gereësri- en veel Edhinocactussien, iwaarloe ook de zoo ge liefde Epiiphylium behoort. Tof degenen w-eéke het met mindere warmte kunnen doen rekenen, we: Echénophés, Miammiiüa- ria, Opuntia, Echinocereëin, enz. Wanneer wij de eersitgenoemden op ptm. 17° C. en de laa-tsten op pt.ru. 81 (I C. houd'en, brengen wij ze met goed gevolg door den winter. Wij moeten héerbij bedenken, dat de warme soorten een werkelijk innerlijke rust zelden bezatten, doch ook in den win ter in een voortdurende, zij het dan. ook ïwafcik'ere, groeiperiode verkecnen. Wij mogen ze daarom niet geheel droog hou den, maar ze geregeld, b.v. eens inde week, voldoende van vocht voorzien. De „koudere"' soorten behoeven daaren tegen weimig water en hebben haar rust periode van December tot Maart. Ia de wimterbehamdfeling ligt het bloei- geheim voor het volgend seizoen. De PlhyWfoeaotussen ontwikkelen inner lijk thans reeds hare bloemen. Wondt dez>e ontwikkelingsgang döor groote droogte belemmerd, dan krijgen wij ©en mandor gunstig resultaat, ©venzoo zal een te veeil gieten 3iad©éiig op dien groei werken. De .koudere" soorten hebben, zooals gezegd, thans weinig water noodig, maar ze geheet droog laten, mogen wij ook niet. Wij gieten in. de verwarmde kas met lauw water en wel zoo, 'dot wij de pianl zelve niet raken. Het begieten van cactussen is een v-elcr.iriiap, welke even nauw bestudeerd iioel worden als die aardm>engimgen, -iih'rijfi <ie „Zaaier" waaraan wehetboveu. 5,aan.te ontleenden. I "erder hebben de cactu ssen in dien win - k V H>)en hei licht nioodig; ook iin weinig uf ruimten komen zij bij doelmatige uteu winter goed door. Kleine jongen (ah zijn vader voor de zevende maal misslaat);. Mama, waar is die bal voort HAM PER ELESOH. Juffrouw Kwikstaart ontmoette op straat baar buurvrouw, juffroiuw Bruin. Juffrouw Bruin hield zeer voorzichtig iets onder haar- schort verborgen. „Wat heb je daar?" vroeg juffrouw Kwikstaart. „Dat is ham, die ik bij Sanders ge kocht heb. Mijn man wil za van nie mand anders hebben." „Werkelijk? Mijn man houdt ook dol veel van ham." Toen juffrouw Kwikstaart verder wan delde en hij den winkel van Sanderfe! kwam, stapte zij naar binnen en vroeg een pond ham. „Wat voor ham wilt u hébben juf frouw." „Van dezelfde soort als juffrouw Bruin daar straks gekocht heeft." „Begrepen!" antwoordde de kruide nier. „Heeft u een flesch bj} zich?" EEN MAAND OUD.... VERBRAND! Op laaiden devlammen, in warrelen de wolken sloeg .de rook uit het bran dende huis; de dappere brandweer mannen vochten. Gelukkig waren reeds alle bewoners veilig naar buiten gebracht. Maar.,., plotseling komt een jonge vrouw op de brandweerlui toerennen. „Ach", gilde ze uit, „red hem voer me! Red hem als het mogelijk is!" Ze wees naar een venster van de 2de verdieping, en zonder een woord te zeggen klom een brandweerman naar boven om te doen wat ze vroeg. „Hoe oud was ie?" vroeg een van do omstanders. „Nog pas een maand" snikte da on gelukkige. „Ach kijk" toen ze do brandweer man van de ladder af zag komen, ,,'t Is hem niet gelukt! Hij komt zonder terug! Ach, wat moet ik doen - wat moet ik doen?" De man kwam nader. „Wat..P Wat ia 't dan..?" vroegen ze haar. ,,'t Was mijn m'n fiets;" snikte ze. „Ik had hem nog pas een maand en nog we top afbetaling? En lloen viel ze flauw VERKEERD BEGREPEN. A.: Dat is ook wat, Jansen heeft een sigarenzaak geopend. B.: Met een oompagnon? A.Neen met een breekijzer, VERANDERDE TOESTAND. BarbierLang laten, meneer. Ik meende dat u eens zei, dat uw meisje daar zoo van hield. Klant: Ja, maar ik ben getrouwd en maak het nu maar kort. Dan heeft ze d'r geen houvast aan. HIJ KENDE HAAR Zijn liove> vrouw: Je bent toch *n echte lieve vent Haar lieve man: Ja, als 't maar niet over de vijf en twintig gulden is. BIJ DEN BARBIER. „Ik waarschuw je, barbier, wees voor zichtig," zei een heer, in den soheer- stoel plaats nemende. „Die mij het laatst heeft geschoren, heeft mij leelijk go- sneden, en als je het ook deedt, zou je er niet zoo goed afkomen als hij." „Dat heeft toch niemand hier in dezen winkel gedaan?" vroeg de barbier be- zoo'n sprekende gelijkenis met mijn kleermaker? HYPERBOLISCH. Arbeider (die in zijn tuintje een slak niet). Sapperloot nu ben ik reeds be zitter van hoornvee. ZOO ZIJN DE MENSCHEEN. A. Men zegt dat 0. beeft gestolen. R. Ik wil het gaarne gelooven, zoo'n deugniet! A. En uw buurman l^eft den prijs behaald met zijn vee op de tentoon stelling. B. Dat kan niet waar zijn, ik ge loof het niet. i WRAAK. Klant. Wat kost die worst? Bediende (wie zoo even zijn betrek king door den patroon werd opgezegd). Om te eten?.... een groote portie moed. NAAR DEN NIEUWEN TIJD. Nieuwe bediende (tot keukenmeid). Zeg Bet, is hier ook een auto? Keukenmeid. Zieker Jan, voor ons, want mijnheer en mevrouw vliegen. EEN GENT VERLOREN. Een heer vroeg aan een jongen die huilde, wat hem scheelde. Jongen. Ik heb een cent verloren, mijnheer. De heer gaf hem een cent en vroeg: Hoe komt het dat ge hem verloren zijtP Jongen. Ik had met mijn buur jongen gewed dat u over dat touw zou vallen, maar u bent er overheen gestapt. ZOO'N PARVENU. Naax ik hoor, heb je je schoon zoon op rijn verjaardag een landgoed cadeau gedaan. Och ja, kleine geschenken onder houden de vriendschap. IN DE BIOSCOOP. Hij had heel zwaar gedineerd en toen hij aan den arm van een vriend naar huis waggelde, meende zijn begeleider, dat het wel goed zou zijn als hij eerst een poosje met hem in oen bios coop ging zitten. Zoo gezegd zoo gedaan. Plotseling barstte de man, die een me- loncholieken dronk over zich had, in snikken uit, hoewel de film juist een heel grappige was. Wat. heb je toch? fluisterde da vriend. Ach, snikte de ander, ik ben stokdoof geworden. Ik kan geen woord verstaan van wat ze o phet toonee! zeggen. ,,'t Spijt me", zei hij, „maar ik kan geen kind vinden." „Kind?" schreeuwde de goede vrouw, Jk zei niets van een. kind „Neen, ik heb het zelf gedaan." EEN VERGISSING. Klant. Ik moet zeggen, kellner, dat is een biefstuk geweest, zooals ik hem hier nog nooit heb gehad! Prach tig! Kellner (verschrikt). Goede hemel Dan moet ik hem den biefstuk van mijn heer zelf gegeven hebben. IN HET HOTEL. Gast (met zijne oogen op het tafella- laken) Is de hotelhouder dood? Kellner (verwonderd). Neen, ma neer. Gast. Zijne vrouw misschien gestor ven? Kellner. Ook niet, maneer. Gast. Nu, breng me dan alsjeblieft een wit tafellaken, in plaats van dit rouwgoed I DE OORZAAK. A. Gij rijt moeilijk te treffen, ik wan reeds tienmaal te uwen huize. B. Maar, beste vriend, ik ben bijna altijd thuis. A. Uw hospita heeft mij echter af gewezen. B. Ja, maar waarom heb ie ook Taxlchaufjeur. in de Sahara gebaart: üt haal rechts uitl

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 5