SiraliïF FSSmjtcT
y
ELCK WAT WILS.
DINSDAG 24 JANUARI 1922
PE ÊOifFERESSTSE TE
WlSSfiMCiTOM,
Moeilijkheden in de Duitsche
Regeering.
De Iersche kwestie.
-)nze Cactussen in den winter.
Kindermond.
De macht der gewoonte.
,x
Tweede Blad
„NA BRIAND'S AFTREDEN,
Men mag rich nog zoo gelukkig ge-
Welen in den vreemde, er zich thuis
gevoelen als in het eigen land, niets1
liever wenschen dan er voor goed te
olijven, toch trekt het vaderland en
is het steeds weer een blijde gewaar
wording, een forten lijd op vaderland-
sehen bodem door te brengen. Zoo
gaat het bijna een ieder, zoo is het
ook mij gegaan god uien de de vacantie-
dagen. in Holland doorgebracht. Niets
moeilijker dan een tijdstip te kiezen
voor een verlof wanneer een corres
pondentschap je in een der wereldste
den gebonden houdt. En juist als je
meent dat het ©ogenblik gunstig is,
geen bijzondere gebeurtenissien zich
zullen voordoen, lees je in de eerste
de beste courant die je openplaats,
dat zich onverwacht politieke wolken
aan den hemel van het land dat je
net hebt verlaten, hebben samenge
pakt en wat erger is, dat een minisi-
lerieele crisis aanstaande is. Een
onrustig gevoel bekruipt je en je zoudt
niets liever willen dan met den. eerstt-
volgenden trein weer terug keerea
Het is niet een overdreven eigen
waarde die dat gevoel wakker roept,
een ingebeelde onmisbaarheid, alleen
dc liefde voor je werk en de belang
stelling voor de geregelde lezers, die
je zoo gaarne op de hoogte wilt hon
den Zoo ben ik dan wel niet met
den eersten trein weer Parijsrwaarts
getrokken, maar toch eerder dan ik
dacht, beb ik, „rechts omkeert" ge
maakt. Ik rit dan weer in Frank-
rijks hoofdstad, waar de bekende
stemming aan politieke verwikkelin
gen eigen, rich alom doet gelden.
Men is rich bewust van den indruk
die Briand's val in de verschillende
landen heeft gemaakt, verdiept zich
in bespiegelingen, koestert verwach
tingen die voor het land gunstig kun
nen zijn. De meening door mij in een
der vorige brieven geuit dat er tus-
schen Franschman en Engelschman,
een principieele klove bestaat, die
schijnbaar een oogpnblik overbrugd,
telkens weer opnieuw een onmisken
bare gaping vertoont, is maar al te
juist gebleken. Nauwelijks is een over
eenstemming op sommige punten ver
kregen of opnieuw valt de knuppel
in het politieke hoenderhok.
Ditmaal wel een zeer ernstige en
de gevolgen die deze omkeer in den
te volgen gedragslijn voor Frankrijk
zal hebben, zijn nog niet te overzien.
Het verschijnen van de „Echo na
tional" met „Tardieu" als offideele
leider en „Clemenceau" achter de
schermen, was het beste bewijs dat
de vergrijsde tijger nog niet voor goed
rich uit het publieke leven had te
ruggetrokken en nog gaarne een cri-
tischc rol wilde spelen in de Fran-
sche politiek. Een ieder wist dat de
begaafde oud-president „Poincaré" niet
bij de pakken neerzat, zijn vruchtbare
jpen was er het beste bewijs voor,
maar dat het oogenblik reeds zoo
spoedig zou komen, was niet te voor
zien. Aan langdurige ministeries is
men hier niet gewoon en te voorspel
len dat BrianxLs politieke dagen dus
geleld waren, was niet moeilijk; dat
hij reeds heen moest gaan na één
jaar regeeren, nog niet eens ten volle,-
heeft evenwel menigeen verbaasd. Men
had gehoopt dat de milddadige zon van
het Zuiden, het verkwikkende klimaat
van Cannes, zijn gimstigen invloed
ook op de verschillende gemoederen
zou uitoefenen.
Het heeft niet zoo mogen zijn, de
oppositie in Kamer en Senaat en ook
in den kring van zijn eigen ministerie
was te groot, om hem een verder han
delen mogelijk te maken. Het ver
trouwen in conferenties, hier toch al
niet groot, is door die van Cannes,/
nog verminderd en hoe gaarne de
Franschman ook de sluizen der wel
sprekendheid opent, hij ziet maar al
te goed in, op zijn manier lenminstni
dat in deze wereldquaesties „praab-
jes geen gaatjes vullen". En daar
gaat liet om, de gaatjes in de Fran-
sche schatkist, moeten gevuld, de
Du-itscher moet betalen, dat is het!
refrein dat sterker dan ooit wordt
aangeheven, niet het minst door hen,
die liever het goud uit den vreemde
in de Staatskas zien vloeien, dan de
eigen, reeds hoog opgevoerde belas
ting te zien opgedreven. „Briand"was
de man van het woord, een redenaar
van groote begaafdheid en met dat
talent heeft hij menigmaal getoond,
zich te kunnen handhaven, dit keer
heeft het hem met gebaat en is hij
ten offer gevallen aan zijn wensch,
woorden door daden te vervangen.
Zijn toegevelijkheid jegens Lloyd
George, zijn toegeven inzake Rusland
en meerdere concessies door hem ge
daan, zijn de struikelblokken gewor
den, waarover hij is gevallen. Hel
zou niet te verwonderen zijn dat men
over eenigen tijd beter gaat inzien,
dat alles wat hij heeft gedaan, het
gevolg was van zijn verlangen. Frank
rijk uit zijn isolement te verlossen,
den werkelijken wereldvrede te bei-
vorderen. Thans is men zoover niet
en stapelen zich op zijn hoofd de
grieven van een volk, dat zwaar ge
teisterd is door den oorlog en nieit
vergeten kan hvet leed door den vijand
berokkend. "Wij katholieken, hoe ver
ook afstaande van Briand's politiek,
mogen echter niét vergeten dat hij
ons iets goeds heeft gebracht, het
herstel van de be trekkingen met het
Vaticaan. De toekomst en vermoede
lijk niet een verre, zal ons leeren
of Briand's heengaan in het belang
van Frankrijk is geweest en of zijn
opvolger beter het stuur van het
schip van staat zal hantaeren. In
ieder geval de wereldvrede 'n her
stel van den alom nog heer.«dienden
chaos is verder dan ooit te zoeken.
De Kerstklokken hebben geklept, het
vredeslied is altijd weer gezongen,
maar het nieuwe jaar heeft ingeluid
op een weinig hoopvolle wijze.
Wij behoeven geen raad te vra
gen bij de opvolgster van Madame
Thibes. om te voorspellen, dat „pais
en vree" vooreerst nog te zoeken rijn
met 't bekende Diognes' lantarentje.
Licht, meer licht is overal noo-
dlg, ook in' de j,ville lumièré' 'de
lichtstad bij uitnemendheid. Het bo
vennatuurlijke licht zal in deze blij
ken, als bij alles ter wereld, het
eenige goede te zijn.
Parijs, 18 Januari 1922.
Mr. P. v. S
Dutten land
De verdragen met China.
Het resultaat der Conereniie.
De commissie in zake het Verre Oosten
heeft het voorstel aangenomen om de in
ternationale afspraken met betrekking tot
Ghana te publioee-ren. De mogendheden
kwamen overeen geen enkele regeling te
duiden, waarbij een invloedsfeer in China
wondt geschapen, of welke een m-onopoiis-
tisch karakter draagt.
De overeenkomst in zake de internatio
nale afspraken ten opzichte van C'hiiaa be
paalt dat het rapport aan de conferentie
over de regelingen in Ghana met onderda
nen der deelnemende mogendheden „zoo
compleet als mogelijk" dient te zijn. Deze
zinsnede is er ingelasoht om tegemoet te
komen aan de bezwaren van de regeering
van Japan; de regeeringen, die niet ter
conferentie zijn vertegenwoordigd, rijn
uitgen-oodigd haar goedkeuring aan de
overeenkomst te hechten.
De correspondent van het „Hbl." te
Washington meldt over e f en ander
nader:
De verbintenis cm de Ghineesche verdra.
gen openbaar te maken, gelijk deze ten
slotte is belichaamd in. een resolutie, waar.
dn de negen mogendheden worden uitge-
nooddgkl de bestaande en toekomstige ver.
dragen, conventies en regelingen met of
over China en de contracten tusschen bui
tenlanders en de Ghineesche regeeringdie
een openbaar karakter dragen:, aangevul-d
met de resolutie van Root, waarin den mo
gendheden wordt verzocht geen regrtingen
toe te laten tnssdben haar w-ederzijdsche
onderdanen, waarbij naar invloedssferen
of monopolies in China wordt gestreefd,
te pübliceeren, wordt hier beschouwd, te
zanten met de voorgaande vier resoluties
van Root betreffende de definitie der „open
deur" en verwijzing naar den Raad, en het
onderscheid van behandeling op de spoor
wegen, als het beste wat thans voor China
kan worden gedaan.
De publicatie dezer verbintenis vormt
geen regeling ten aanzien van de met el
kaar in strijd zijnde overeenkomsten, coch
men meent, dat de publicatie eventiieele
conflicten voor de openbare m-eeniing zal
brengen en, langs weiken weg ook, tot
eenrigerlei regeling zal leiden.
Alhoewel een beraadslaging over de 21
easchen nog wordt verwacht, wijzen de ge
beurtenissen op een krachtige Japan-settle
oppositie, zoodat er verder wernwg defini
tiefs tot stond kan worden gebracht.
Bovendien toont het jongste debat in den
Senaat dat Sjangtoeng tnog steedis heit voor.
naam,sic gevoelige punt ds en waarschijn
lijk het punt, waarom de houding vam den
Senaat draait. Het debat wijst op ongedul
digheid ten gevolge van de vertraging in
de oplossing, en opnieuw wordt de be
schuldiging geuit, dat Japan een uitstel
der oplossing wenscht, totdat het zich vei
lig in Manksjoerije en Siberië gevoelt.
Het debat in den Senaat doet opnieuw
de vraag stelten, wat de deelneming der
Amerikaansche regeering aan mier natio
nale conferenties waard is. Wilson werd
destijds verloochend met betrekking tot
Versailles; Harding en Hughes zouden met
betrekking tot Washington verloochend
kunnen worden. Deze staat van zaken,
waarbij de bdnnienJondsche politiek een be-
ïang rijke rol spoelt, doet de regeering om
zichtig te werk gaan ten opzichte van
Genua, en zekerheid eisohen waf betreft de
bekrachtiging der Washiingtonsche resul
taten alvorens een nieuwe vruchtelooze
poging te doen.
Intusschen neemt in finamcieele kringen
de meening, dat de conferentie te Genua
moet worden bijgewoond, gestadig toe.
De toestand in de binnenlandsche po
litiek heeft zich in de laatste 48 uur be
denkelijk toegespitst, aldus werd gisteren
uit Berlijn aan het „Hbl." geseind. Dit
kan men opmaken uit de belangrijke re
de, die rijksdagpresident Loebe gisteren
heeft gehouden. De „Vorwarts" brengt
berichten, dat het belasting-compromis
tusschen centrum en sociaal-democraten
gereed is, doch dit optimisme is onge
grond, want voor het tot stand komen
van de overeen s 'emrr-i ng moeten nog
steeds de allergrootste moeilijkheden wor
den overwonnen. Voorloopóg is de tegen
heden, Dinsdag aangekondigde rede van
den rijfcspresi'dent over de belangrijkste
vraagstukken tot Woensdag, wellicht zelfs
Donderdag uitgesteld. De rijkskanselier
wil eerst voor den Rijksdag het woord
voeren, als de besprekingen voor het
compromis werkelijk met succes zijn ge
ëindigd en duidelijk is te overzien boe
dit belastimgoompromis er uit zal zien.
In de boven aangehaalde rede van den
rijksdagpresidenf in een vergadering van
de sociaal-democratische arbeiders van
de Allgemeine Eleklriizitatsgesellschaft zei
deze o.a., dat het belastingeompromis een
bittere noodzakelijkheid is Dit compromis
moet tot stand komen, daar de Entente
wettelijk bevoegd is, Duitsotilanid belas
tingen op te leggen tot een hoogte gelijk
die in de overwinnende landen bestaan.
Diit is het probleem van het oogenblik, en
dit probleem moet dezer dagen worden
opgelost, anders dreigt een ernstige regee-
ringserdsis. De vooruitzichten voor de in
beslagneming van de „Sachwerte" zijn
op het oogenbik zoo goed als nihil. Langs
-parlementairen weg bereiken wij deze in
beslagneming niet, zeide Loebe, daar cen
trum en democraten er onvoorwaardelijk
tegen zijn. De eenige uitweg, die ons over
blijft, is 'n gedwongen leening, die naar
schatting 2 i 3 milliard gouden marken
zal opbrengen. De oen truinleiders hebben
tot nu toe nog niet hun goedkeruinig aan
het compromis gehecht, nog minder de
democraten. Mislukt dit compromis, dan
sou het kabinet-Wirth wellicht reeds a.s.
Woensdag vallen. In dit geva-l blijft er
slechts over of nieuwe verkiezingen, óf
een regeering-Streseman, als het niet
Helfferich is.
Een ander gevolg van het aftreden van
het kabinet-Wdrlh zou onvermijdelijk zijn
een enorme daling van de mark. De on-
afh-anikelijken gaan tot zekere hoogte met
ons mee om de vervuliings-politiek van
-het kabinet-Wirth mogelijk te maken.
Loebo sprak aan het slot van zijn rede
de hoop uit, dat het kabinet-Wirth zou
aanblijven, daar het reeds zijn eerste
tastbare succes heeft behaald en omdat
dit kabinet alleen in staat is den weg
naar Genua te betreden.
De besprokingen tusschen de fracties,
waaraan behalve de regeeringspartijen,
centrum en sociaal-democraten, ook de
democraten en de Duitsche Volkspartij
zullen deelnemen, werden op gisteren
avond vastgesteld. Omtrent de houding
der onafhankélijken heeft men tot nu
toe nog geen zekerheid. Hun fractie heeft
zich haar beslissing voorbehouden tot het
oogenblik, waarop het compromis tusschen
1 sociaal-democraten en- centrum een feit
is. Intusschen zal rijkspresident Ebert op
nieuw besprekingen met zijn partijvrien
den houden. Gisterenochtend kwam de
sociaal-democratische fractie van den
rijksdag bijeen, teneinde nogmaals het
vraagstuk van het belasting-compromis te
bespreken. In parlementaire krin
gen achtte men het niet uitgesloten, dat
deze vergadering een verrassing zou war
den.
DE ZWAKKE PLEK IN HET
MINISTERIE-POINCARé.
Al dadelijk na het optreden van het
Ministerie-Poincaré is gewezen op een
beroering, ontstaan vooral in parlemen
taire kringen, door de benoeming van
maarschalk Pétain tot deskundig advi
seur van den burger Minister van Oor
log. De oud-minister van oorlog André
Lefèvre schijnt wel een der krachtigste
opposanten. Tot dusver b'even de techni
sche adviseurs van den minister achter
de coulissende minister diende rijn
ontwerpen bij de Kamer in zonder dat
uitdrukkelijk werd gezegd, dat het ont
werp meer speciaal het werk was van
een bepaalden persoon. Men wist, dat
de militaire autoriteiten waren geraad
pleegd, maar geen deoreet noemde hen
bepaaldelijk. De minister had de volle
macht doch daarnevens de volle verant
woordelijkheid. Thans zal men weten,
dat elk ontwerp van het Departement
van Oorlog het visum zal hebben van
maarschalk Pétain, inspecteur-generaal
van het leger. Valt in die omstandighe
den niet te voorzien, vragen Lefèvre
en velen met hem, eenerzijds een ver
mindering van het ministerieel gezag,
anderzijds, ingeval van een parlemen
tair conflict, een aftakeling van een man,
welke de dankbaarheid van het vaderland
moet stellen boven elke discussie?
De voorstanders van den maatregel
erkennen dit gevaar. Doch wijzen erop,
dat het decreet, waarbij de functie van
inspecteur-generaal van het leger worrit
ingesteld, geenszins raakt aan de consti-
tutioneele prerogatieven van den Minis
ter van Oorlog. De generalenstaf, aan
gevuld met den inspecteur van de ver-
verschillende wapens en dienstvakken en
den hoogeren oorlogsraad blijft 't studie-
en uitvoeringsorgaan, waarover de mi
nister beschikt voor de voorbereiding,
uitwerking en toepassing der wetten, de
creten en reglementen betreffende de
nationale defensie. Het feit, meent men
hier, dat de inspecteur-generaal gezag
heeft over den generalen staf en dit
lichaam zijn direktieven geeft, verandert
aan den toestand niets; de inspecteur-
generaal wordt dan geacht te zijn een
soort chef van den generalen staf van
een hooger orde. De eindbeslissing blijft
bovendien bij den Minister van Oorlog.,
wiens macht met of zonder inspecteur-
generaal gelijk blijft.
Deze verdediging, die theoretisch wel
van eenige beteekenis schijnt, wordt dan
aangevuld met het betoog, dat het parle
mentaire gevaar is af te wenden, indieü
de minister den inspecteur-generaal maar
achter de coulissen laat. De M. v. O.,
zegt het „Journal des Débats", dient een
wetsontwerp in, en hij doet dit in rijn
naam en in dien van de regeering: de
inspecteur-generaal blijft hier bui'en. Wat
in het ontwerp van den minister is en
van den adviseur gaat niemand iets
aan. Uit constitutioneel en parlementair
oogpunt bestaat slechts het ontwerp, door
den M. v. O. namens de regeering in
gediend.
Welke theorie intusschen niet zal be
letten, dat in de praktijk de Kamer het
geesteskind van maarschalk Pétain zal
be- en eventueel zal mishandelen. En
van het laatste wordt nu juist afbrok
keling van het aanzien van Pétain ge
vreesd.
De confer ent' e tus-chen
Collins en Craig.
Over de conferentie tusschen Collins
en Oraig te Londen inzake de grensrege
ling van Ulster meblt een draad'xb N.
T. A.-bericht, dat de Britsche regeer ig
er geen aandeel aan had. Er zullen in
Ierland verdere conferenties worden ge
houden. Te Dublin en te Belfast is de
overeenkomst ontvangen met gsroe'ena
van oprechte vreugde; men is van mee
ning, dat beide staatslieden een werke
lijken dienst hebben bewezen aan eikaars
regeeringen en aan den vrede en "oar-
spoed der bevolking.
EX-KEIZER KARED.
Het „Petit Journal" meent te weten,
dat de Engelsehe regeering de aandacht
heeft gevestigd van de ambassadeurscon
ferentie op zekere opmerkingen van de
Portugeesche regeering, die vreest, dat
ex-koning Karl op Madeira aan de voor
bereiding voor zijn herstel op den trom
werkt. Do regeering te Londen meldt,
dat een nieuwe waarschuwing van de
geallieerden zal worden toegezonden aan
Karl, met de mededeeling, dat on hem
bij de minste poging strenger maatre
gelen zullen worden toegepast, bijv. ver
banning naar eenige kolonie ver van Eu
ropa gelegen.
DE SPOORWEGSTAKING IN DRESDEN
GEëTNDIGD.
Te Leipzig werden Zondag een groot aan
tal vergaderingen van spoorwegpersoneel ge
houden, waarin het tot scherpe debatten ge
komen is. In een vergadering van het „Deut
sche Eisenbahnerverband", waaraan ook ve
le niet-spoorwegmenschen deelnamen, werd
voorgesteld over de staking te stemmen. De
vertegenwoordiger van het „Eisenbahnerver
band" verklaarde, dat zijn organisatie zich
aan het hoofd der beweging zou stellen in
dien de noodzakelijke meerderheid van twee
derden vóór de staking aanwezig is. Hij
eischte, dat alle niet-spoorwegmannen de
zaal vóór de stemming zouden verlaten.
Toen dit niet geschiedde, verliet de vertegen
woordiger van de vakvereeniging de zaal en
met hem vele leden van het Eisenbahnerver
band.
In Chemnitz is de toestand ongeveer het
zelfde. Daar zou in de verschillende bedrij
ven gisteren worden gestemd. Hetzelfde
geldt voor Zwickau. In Berlijn werden giste
ren de besprekingen tusschen de spoorweg
mannen en de regeering gevoerd.
Het spoorwegverkeer van en naar Dres
den is thans weer normaal. De wilde staking
van het Dresdensche spoorwegpersoneel is
bijgelegd. Het hoofdbestuur van den Bond
van Spoorwegpersoneel te Berlijn had zich
Zondagavond met Dresden in verbinding ge
steld en het stakingscomilé medegedeeld, dat
de bond de staking onder geen omstandig
heden zou sanctionneeren. Daarop is de sta
king bijgelegd en het werk hervat.
Wij kennen fegieniwaordSg oen zeer
groote verscheidteniheid van cactus-variëted-
ten en dieze stamanen: nagenoeg aülle nét
aaaxis-treiken waar het Mamaat geheel ver-
■sdhifliknd is van he't onze. En a3 zagen veie
van tóe -door ons gekweekte Cactussen
baar vaderland nimmer, doordat wij ze
zelve in onze ika«®en uit de moederplant
wow:.©, haar aard, óf wanm, óf kouder,
ligt diep dn het ras opgesloten eni wij moe.
ten daar dus bij' die veipfeging rekening
mede houden.
Wij moeten dan ook onze Cactussen ge
durende dien winter én verschiltenldie tem
peraturen horneten, al naar gelang het soort
meende re of mindere warmte noodiig heeft.
Tot de variëteiten welike een warme om
geving vereischen, kunnen wij oa. rekenen
die (Phyfloeaotuis, veel Gereësri- en veel
Edhinocactussien, iwaarloe ook de zoo ge
liefde Epiiphylium behoort. Tof degenen
w-eéke het met mindere warmte kunnen
doen rekenen, we: Echénophés, Miammiiüa-
ria, Opuntia, Echinocereëin, enz. Wanneer
wij de eersitgenoemden op ptm. 17° C. en
de laa-tsten op pt.ru. 81 (I C. houd'en,
brengen wij ze met goed gevolg door den
winter.
Wij moeten héerbij bedenken, dat de
warme soorten een werkelijk innerlijke
rust zelden bezatten, doch ook in den win
ter in een voortdurende, zij het dan. ook
ïwafcik'ere, groeiperiode verkecnen. Wij
mogen ze daarom niet geheel droog hou
den, maar ze geregeld, b.v. eens inde week,
voldoende van vocht voorzien.
De „koudere"' soorten behoeven daaren
tegen weimig water en hebben haar rust
periode van December tot Maart.
Ia de wimterbehamdfeling ligt het bloei-
geheim voor het volgend seizoen.
De PlhyWfoeaotussen ontwikkelen inner
lijk thans reeds hare bloemen. Wondt dez>e
ontwikkelingsgang döor groote droogte
belemmerd, dan krijgen wij ©en mandor
gunstig resultaat, ©venzoo zal een te veeil
gieten 3iad©éiig op dien groei werken.
De .koudere" soorten hebben, zooals
gezegd, thans weinig water noodig, maar
ze geheet droog laten, mogen wij ook niet.
Wij gieten in. de verwarmde kas met
lauw water en wel zoo, 'dot wij de pianl
zelve niet raken.
Het begieten van cactussen is een
v-elcr.iriiap, welke even nauw bestudeerd
iioel worden als die aardm>engimgen,
-iih'rijfi <ie „Zaaier" waaraan wehetboveu.
5,aan.te ontleenden.
I "erder hebben de cactu ssen in dien win -
k V H>)en hei licht nioodig; ook iin weinig
uf ruimten komen zij bij doelmatige
uteu winter goed door.
Kleine jongen (ah zijn vader voor de zevende maal misslaat);. Mama,
waar is die bal voort
HAM PER ELESOH.
Juffrouw Kwikstaart ontmoette op
straat baar buurvrouw, juffroiuw Bruin.
Juffrouw Bruin hield zeer voorzichtig
iets onder haar- schort verborgen.
„Wat heb je daar?" vroeg juffrouw
Kwikstaart.
„Dat is ham, die ik bij Sanders ge
kocht heb. Mijn man wil za van nie
mand anders hebben."
„Werkelijk? Mijn man houdt ook dol
veel van ham."
Toen juffrouw Kwikstaart verder wan
delde en hij den winkel van Sanderfe!
kwam, stapte zij naar binnen en vroeg
een pond ham.
„Wat voor ham wilt u hébben juf
frouw."
„Van dezelfde soort als juffrouw Bruin
daar straks gekocht heeft."
„Begrepen!" antwoordde de kruide
nier. „Heeft u een flesch bj} zich?"
EEN MAAND OUD.... VERBRAND!
Op laaiden devlammen, in warrelen
de wolken sloeg .de rook uit het bran
dende huis; de dappere brandweer
mannen vochten.
Gelukkig waren reeds alle bewoners
veilig naar buiten gebracht. Maar.,.,
plotseling komt een jonge vrouw op de
brandweerlui toerennen.
„Ach", gilde ze uit, „red hem voer
me! Red hem als het mogelijk is!"
Ze wees naar een venster van de 2de
verdieping, en zonder een woord te
zeggen klom een brandweerman naar
boven om te doen wat ze vroeg.
„Hoe oud was ie?" vroeg een van
do omstanders.
„Nog pas een maand" snikte da on
gelukkige.
„Ach kijk" toen ze do brandweer
man van de ladder af zag komen, ,,'t
Is hem niet gelukt! Hij komt zonder
terug! Ach, wat moet ik doen - wat
moet ik doen?"
De man kwam nader.
„Wat..P Wat ia 't dan..?" vroegen
ze haar.
,,'t Was mijn m'n fiets;" snikte ze.
„Ik had hem nog pas een maand
en nog we top afbetaling?
En lloen viel ze flauw
VERKEERD BEGREPEN.
A.: Dat is ook wat, Jansen heeft
een sigarenzaak geopend.
B.: Met een oompagnon?
A.Neen met een breekijzer,
VERANDERDE TOESTAND.
BarbierLang laten, meneer. Ik
meende dat u eens zei, dat uw meisje
daar zoo van hield.
Klant: Ja, maar ik ben getrouwd
en maak het nu maar kort. Dan heeft
ze d'r geen houvast aan.
HIJ KENDE HAAR
Zijn liove> vrouw: Je bent toch *n
echte lieve vent
Haar lieve man: Ja, als 't maar
niet over de vijf en twintig gulden is.
BIJ DEN BARBIER.
„Ik waarschuw je, barbier, wees voor
zichtig," zei een heer, in den soheer-
stoel plaats nemende. „Die mij het laatst
heeft geschoren, heeft mij leelijk go-
sneden, en als je het ook deedt, zou
je er niet zoo goed afkomen als hij."
„Dat heeft toch niemand hier in dezen
winkel gedaan?" vroeg de barbier be-
zoo'n sprekende gelijkenis met mijn
kleermaker?
HYPERBOLISCH.
Arbeider (die in zijn tuintje een slak
niet). Sapperloot nu ben ik reeds be
zitter van hoornvee.
ZOO ZIJN DE MENSCHEEN.
A. Men zegt dat 0. beeft gestolen.
R. Ik wil het gaarne gelooven, zoo'n
deugniet!
A. En uw buurman l^eft den prijs
behaald met zijn vee op de tentoon
stelling.
B. Dat kan niet waar zijn, ik ge
loof het niet. i
WRAAK.
Klant. Wat kost die worst?
Bediende (wie zoo even zijn betrek
king door den patroon werd opgezegd).
Om te eten?.... een groote portie
moed.
NAAR DEN NIEUWEN TIJD.
Nieuwe bediende (tot keukenmeid).
Zeg Bet, is hier ook een auto?
Keukenmeid. Zieker Jan, voor ons,
want mijnheer en mevrouw vliegen.
EEN GENT VERLOREN.
Een heer vroeg aan een jongen die
huilde, wat hem scheelde.
Jongen. Ik heb een cent verloren,
mijnheer.
De heer gaf hem een cent en vroeg:
Hoe komt het dat ge hem verloren zijtP
Jongen. Ik had met mijn buur
jongen gewed dat u over dat touw
zou vallen, maar u bent er overheen
gestapt.
ZOO'N PARVENU.
Naax ik hoor, heb je je schoon
zoon op rijn verjaardag een landgoed
cadeau gedaan.
Och ja, kleine geschenken onder
houden de vriendschap.
IN DE BIOSCOOP.
Hij had heel zwaar gedineerd en toen
hij aan den arm van een vriend naar
huis waggelde, meende zijn begeleider,
dat het wel goed zou zijn als hij
eerst een poosje met hem in oen bios
coop ging zitten. Zoo gezegd zoo gedaan.
Plotseling barstte de man, die een me-
loncholieken dronk over zich had, in
snikken uit, hoewel de film juist een
heel grappige was.
Wat. heb je toch? fluisterde da
vriend.
Ach, snikte de ander, ik ben
stokdoof geworden. Ik kan geen woord
verstaan van wat ze o phet toonee!
zeggen.
,,'t Spijt me", zei hij, „maar ik kan
geen kind vinden."
„Kind?" schreeuwde de goede vrouw,
Jk zei niets van een. kind
„Neen, ik heb het zelf gedaan."
EEN VERGISSING.
Klant. Ik moet zeggen, kellner,
dat is een biefstuk geweest, zooals ik
hem hier nog nooit heb gehad! Prach
tig!
Kellner (verschrikt). Goede hemel
Dan moet ik hem den biefstuk van mijn
heer zelf gegeven hebben.
IN HET HOTEL.
Gast (met zijne oogen op het tafella-
laken) Is de hotelhouder dood?
Kellner (verwonderd). Neen, ma
neer.
Gast. Zijne vrouw misschien gestor
ven?
Kellner. Ook niet, maneer.
Gast. Nu, breng me dan alsjeblieft
een wit tafellaken, in plaats van dit
rouwgoed I
DE OORZAAK.
A. Gij rijt moeilijk te treffen, ik
wan reeds tienmaal te uwen huize.
B. Maar, beste vriend, ik ben bijna
altijd thuis.
A. Uw hospita heeft mij echter af
gewezen.
B. Ja, maar waarom heb ie ook
Taxlchaufjeur. in de Sahara gebaart: üt haal rechts uitl