BINNENLANP
Tweede Blad - II Febr. 1922
Van wet en wetgeving.
SPORT ER SPEL
DAMMEN.
ELCK WAT WILS.
MEDISCHE PRAATJES.
bloedvergiftiging.
HULPBETOON AAN OOSTEN-
RIJKSCHE GEESTELIJKEN.
Uit onze Oost.
TREKJES CCXXV1II.
III.
Wij zijn nu op hei terrein gekomen van
wat de leek gewoonlijk onder bloedvergif
tiging verstaat. Waren wij getuigen dat in
üen eersten vorm nu en dan verbeteringen
optraden, al naar gelang het lichaam weer
stand bood, van dit alles worden wij niets
gewaar bij de septichaemie. De abcessen
blijven hier achterwege en alles speelt a. h.
w. in den bloedstroom zelve af. De patient
voelt zich zeer ziek en heeft meestal een
temperatuur van pl.m. 40 gr. De infectie
is doorgaans zoo hevig, dat de dood binnen
2 a 3 dagen intreedt. De patiënt eet niet,
braakt doorgaans veel, is zeer dorstig en
het bewustzijn wordt binnen eenige uren
soms in hooge male beneveld. Bij uitzon
dering komt de patiënt de ziekte te boven.
Ik wil u er hier nog op wijzen, dat kort
voor den dood de patiënt soms vrij helder
wordt. Iemand die dit verloop niet kent,
is al licht geneigd te meenen, dat vrij plot
seling een verbetering ten goede is ingetre
den. Voorat de huisgenooten, die zoo gaarne
elk lichtpuntje ten goede zien, zijn in zulke
omstandigheden met blijde hoop vervuld.
Helaas van korten duur, want het is het
oogenblik dal de dood nabij is.
Zooals uit het snelle verloop van dil
proces blijkt, bestaat er weinig hoop.
Slechts daar waar wij te doen hebben met
abcesvormingen, kan de chirurg het proces
gunstig beïnvloeden, vooral waar het
Ievensgewichtige organen betreft. Niet zel
den zien wij dan ook van het oogenblik van
den operatieven ingreep af de ziektever
schijnselen verminderen en den patiënt
beter worden.
Bij de eigenlijke bloedvergiftiging kunnen
wij helaas In betrekkelijk geringe mate op
treden, aangezien wij niet bij machte zijn
de bacterieën, die zich in de bioedsbaan be
vinden te dooden. Wij kunnen ons er slechts
toe bepalen het algemeen weerstandsver
mogen van den patiënt zoo groot mogelijk
te maken. Alle middelen om de bacteriën
rechtstreeks aan te tasten, zijn vrijwel op
niets uilgeloopen en daar, met het oog op
het levensgevaar, de tijd kostbaar is in der
gelijke gevallen, houden de medici zich
thans hier niet langer mede bezig. Ik me
moreer hier slechts dat men indertijd veel
verwachting had van de z.g.n. collargal in
spuitingen en eveneens van een keukenzout-
oplossing van een bepaalde sterkte, welke
laatste voor een groot deel het bloed kunnen
vervangen. Men sprak in die dagen van een
„uitwasschen" van het lichaam.
De algemeene opinie is nu, dat de alco
hol, hoe verderfelijk dit vocht overigens
ai normale omstandigheden voor lichaam
en ziel ook mag zijn, hier als verweermid
del voor de grootste beteekenis kan zijn.
Wij geven den lijder een flinke dosis alco
hol van de beste kwaliteit. Wijn en
cognac zijn tot dit doel de meest aangewe
zen dranken. Het kan geen kwaad den zieke
dagelijks 250 gram cognac cn een flesch
wijn te laten opdrinken en daarmede door
te gaan, zoolang de toestand zulks toelaat.
Verder willen wij ter ondersteuning nog
die geneesmiddelen toedienen, die de levens
krachten tot het uiterste opvoeren, waarloe
een of meer kamferaetlierinspuitingen op
zijn plaats zijn. Een enkele maal gelukt het
op deze wijze den patiënt over het kritieke
punt heen te krijgen.
Wij mogen evenwel geenszins uit het oog
verliezen, dal de bacteriën, waarmede wij
den strijd aanbinden van de kwaadaardigste
soort zijn. Zoo lang er echter leven is, is
er hoop en uit menschelijk oogpunt bezien
mag geen middel onbeproefd blijven om het
leven, zoo mogelijk te redden.
MEDICUS.
VRIJHEID VAN GODSDIENST.
I.
Wij bespraken in ons vorig artikel de
vrijheid van drukpers, een der andere
fundamenteele rechten van de burgers
der Nederlandsche Staatigemeenschap, de
vrijheid van Gcd lienst, zullen wij thans
aan bespreking onderwerpen.
Volgens de grondwet, die een afzon
derlijk hoofdstuk aan den godsdienst
wijdt, belijdt ieder zijne godsdienstige
meeningen met volkomen vrijheid, be
houdens de bescherming der maatschap
pij en hare leden tegen de overtreding
der strafwet. Dit laatste wil zeggen, dat,
onder den dekmantel van god-dienstige
gebruiken, nimmer overtreding d r rijks
wetten kan worden toegelaten.
De grondwet verklaart voorts, dit aan
alle kerkgenootschappen in het Rijk ge
lijke bescherming wordt verleend ea dat
de belijders der onderscheidene gods
diensten dezelfde burgerlijke en burger
schapsrechten genieten en gelijke aan
spraak hebben op het bekleoden van
waardigheden, ambten en bedieningen.
Bovenstaande bepalingen zijn, althans
wat hunne algemeene strekking betreft,
in 1814 en 1815 in de grondwet opge
nomen.
Onder de republiek der Voreenigde
Nederlanden was, krachtens art. 13 der
Unia van Utrecht, hat beginsel van ge
wetensvrijheid erkend. Evenwel de Her
vormden hadden de macht in handen, de
Hervormde Kerk waa de heerschende
kerk en deed hare overmacht geducht
gevoelen, speciaal tsn koste der Katho
lieken. Ondanks het beginsel van ge
wetensvrijheid, door het bestuur der Re
publiek erkend, werden de Katholieken
van alle ambten en waardigheden, be
houdens enkelo militaire betrekkingen
uitgesloten, en dat niet alleen, zij wer
den ook in de vrije uitoefening van hun
godsdienst geplaagd en belemmerd. Het
is geen wonder, dat onze voorvaderen
zulke voorbeeldige Katholieken waren,
zij waren gestaald in den strijd voor hun
H. Geloof en gehard in het lijden.
Ook de audero niet-Hervormde ge
zindten onder do Republiek der Ver-
eenigde Nederlanden moesten de heer
schappij der Hervormde Kerk gevoelen,
doch zij hadden niet zoozeer te lijden
als de Katholieken. Dezen werden als
anti-nationaal, als een minderwaardig slag
menschen beschouwd. De staatsregelingen
van 1798 en 1801 brachten in theorie wel
gelijkstelling voor do belijders van alle
godsdienstige gezindten, doch de achter
stelling der Katholieken bleef in de prac-
tijk een feit. En zelfs de milds bepa
lingen der grrondwet, die wij boven ci
teerden en die in 1814 en 1815 werden
opgenomen, veranderden althans in de
Noordelijke Nederlanden weinig.
Veel verbetering is hierin gebracht door
den liberalen staatsman Thorbecke. Onder
zijne auspieieën kwam tot stand de grond
wetsherziening van 1848, die in art. 170
bepaalde, dit de tusschenkomst dsr Re-
gesring niet werd vorsischt bij de brief
wisseling met do hoofd der onderschei
dene kerkgenootschappen, noch bij de af
kondiging van kerkelijke voorschriften.
Daardoor kroeg do Katholieke kerk vrij
heid van beweging, en werd het zoo
hatelijke recht van placet afgeschaft. De
Kerk was voortaan vrij in regeling ba
rer interne aangelegenheden.
De beginselen, die Thorbecke in 1848
huldigde, volledige vrijheid voor de Kerk
voor de regeling harer interne aange
legenheden, zoude hij weder in prak
tijk brengen toen hij in 1849 als Mi
nister-President aan de Regeering kwam.
De onderhandelingen, die onder zijn Be
wind, tusschen den Pauselijken stoel en
de Nederlandsche Regeering werden ge-
voord hadden tot resultaat, dat deze laa-
ste verklaarde, dat niets de vrije or
ganisatie der Katholieke Kerk in het
Koninkrijk der Ned Handen verhinderde.
Deze verklaring gaf aanleiding tot de
Pauselijke Allocutie (Allocutie toe
spraak tot het Ooilege van Kardinalen)
van 7 Maart 1853, waarbij de Bisschop
pelijke Hiërarchie voor de Katholieken
in Nederland werd hersteld en Neder
land verdeeld werd in één aartsbisdom
(Utrecht) en vier bisdommen (Haarlem,
Den Bo3ch, Breda en Roermond).
De vorm der Pauselijke Allocutie en
de wijze, waarop do kerkregeling was
ingevoerd, deden bij een aanzienlijk deel
der Protestantsche bevolk-'ng eene groote
gisting ontstaan en veroorzaakte de z.g.
Aprilbewegingdie vooral van Utrecht
uitging. De onkundige menigte, dooron-
verdraagzamen verkeerd ingelicht, al
dus J. Ik Douwes vreesde in ernst
eene onderdrukking van het Protestan
tisme, en zelfs ontwikkelde Protestan
ten lieten zich overhalen aan de alge
meene beweging deel te nemen. Heel
Holland is in last, de Minister van Bin-
nenlandsche Zaken zendt den Commis
sarissen des Konings, (uitgezonderd die
van Noord-Brabant en Limbarg)
eene circulaire, opdat de nadee-
lige indruk, die do vorm dar invoering
der kerkregeling kon doen ontstaan,
wordt uitgewischt, do Tweede Kamer
neemt met 40 tegen 12 stemmen eene
motie-van Doorn aan, dat krachtige ver-
toogen aan het Hof van Rome zullen
worden gedaan tegen den vorm dor pause
lijke allocutie, een adres, houdende pro
test tegen het pauselijk optreden, voor
zien van 51000 handtoekeningen, alleen
uit Amsterdam, wordt Koning Willem III
bij zijn bezoek aan do hoofdstad door
een deputatie aangebodon. De Koning
zelf Protestant, op dat oogenblik mis
schien zelf meer Protestant dan Neder
lander, gaf aan de deputatie een ant
woord, dat Thorbecke, als verantwoor
delijk Minister niet bevredigt. Hij diende
zijn ontslag in, dat werd aangenomen.
De Aprilbeweging kostte hem zijn mi
nisterieel leven.
Het nieuwe ministerie, uit de April
beweging voortgekomen, moest natuur
lijk met eene wet komen, waardoor de
hartstochten, die de Aprilbeweging ont
ketenden, eenigszins werden gekalmeerd.
Die wet is de wet, regelende liet toe
zicht op do kerkgenootschappen van 10
September 1853. In een volgend arti
kel zullen wij deze wet nader bespre
ken. Ho wel een gelegenheidswetje, spe
ciaal tegen do Katholieken gericht, als
reactie op de Pauselijke Alloeutie van
Maart te voren, draagt zij een vrij on
schuldig karakter en haar doel was blijk
baar meer de hartstochten te kalmeeren,
dan de vrijheid dor kerk te belemmeren.
Ofschoon, zooals wij boven zagen, de
Katholieke Kerk na 1848 zich be
houdens enkele kleinere uitzonderingen,
die wij een volgende maal nader zullen
bespreken in volledige vrijheid kon
ontwikkelen, was het er nog ver van
af dat de Katholieke Nederlandsche
Staatsburgers individueel in de praktijlc
gelijke rechten hadden als hunno pro-
testantsche medeburgers. Hunne achter
stelling bij de vervulling van ambten
en waardigheden bleef nog langen tijd
gehandhaafd, ja, nog wel haast eene halve
eeuw m\ 1848 behoorden zij bij voor
keur tot de uitgeslotenen.
Eerst in do 20ste eeuw is hierin af
doende verbetering gekomen, en men mag
met voldoening constateeren, dat deze
verbetering heeft aangehouden en dat op
den huidigen dag, al valt er nog wel
eens hier en daar een klacht, weinig
achterstelling der Katholieken meer valt
te bespeuren. Het zijn vooral do reent-
sche ministerie's, waarvan bet eerste op
trad in 1901 (ministerie Kuiper) die in
deze veol onrecht hebben goedgemaakt.
Over de wet tot regeling van het
toezicht op do kerkgenootschappen, over
de uitoefening van den openbaron eere-
dienst, benevens over de zilveren koor
den, die do Kerk aan den Staat binden,
spreken wij in een volgend artikel.
1921—1922.
III.
Het Priester-Comité wilde, dat het z'n
arbeid mocht beeindigen, maar dat
mag niet, want de toestanden zijn in
Oostenrijk, vooral in de steden niet ver
beterd. Steeds grooter wordt de duurte
en voor velen wil dat zeggensteeds
grooter wordt mijn ontbering, steeds
pijnlijker gaat worden mijn gebrek.
Een priester, 73 jaren oud, schrijft ons
eenige dagen geieden: Die Teuerung ist
bald so grosz, dasz sie unertraglich ist,
weniger bemittelte sehen dasz sie den
Hungertode entgegen gehen. Als zij niet
geholpen worden, zien zij langzaam,
langzaam den hongerdood naderen.
Angstfurcht ergreift viele vor den Teue-
rung, Angst en vrees grijpt velen aan,
bij het hooren van iedere nieuwe prijs
stijging. Een kilo hout kost 13 Kronen:
100 kilo steenkolen 4200 Kronen een
Laib brood 320 kronen; een kilo aardappe
len 90 Kronen. En dat zou ik moeten be
kostigen met mijne 3000 Kronen in
de maand, zoo schrijft die priester. Eine
Uninöglichkeit. Een geluk is er echter.
Op het land schijnt die toestand iets
beter te worden. Althans van twee
priesters ontving het Priester-Comité
bericht, dat zij zich thans redden kun
nen. In de steden echter is de nood zoo
hoog gestegen, dat de hulpverleening niet
beëindigd worden magEn
nieuwe huip daagt op. Konden we in de
vorige correspondentie melden, dat in
Engeland en Ierland eene „hulpactie
werd georganiseerd, thans kunnen we
mededeelen, dat de Bisschop van Leeds
zijne goedkeuring en zijn zegen aan 't
werk heeft verleend. The Universe van
27 Jan. bevat reeds een artikel: „Dis
tress amongst Austrian Clergy," onder
teekend, door het Engelsch-Iersche Co
mité, door de priester: Canon J. Russ
cel!, Keighiev, Rev. C.o. Neiil, Bir
mingham en Rev. Th. van Woerkom.,
Bartioldswick.
Maar ook Holland blijft helpen. Wc
kunnen dat zeggen met zekerheid. Nog
deze week kwamen wederom meerdere
aanvragen binnen om het adres van een
hulpbehoevenden prie ter. Is het geno; g.
als ik dien priester, iedere drie maanden
vijf en twintig Gulden zend, voorloopig
voor een jaar, zoo vraagt er een. We heb
ben dien nieuwen weldoener geantwoord.
Maar uit den eersten dankbrief van
den Oostenrijkschcn priester zal hij ver
nemen, hoe afdoende zijn huip en seunver-
leening is. Holland blijft helpen, We zeg
gen dat met zekerheid. Nog kort geie
den ontvingen wij dit bericht„Zoo lang
ik weet dat de priesters daar zulke ar
moede lijden, zal ik ze blijven helpen,
en blijft al wat naar weelde zweemt, bij
mij uit het huis geweerd. Uit dat zinnetje
spreken Offervaardigheid en deugd.
En mag ik met een voorbeeld eens dui
delijk maken hoe noodig de hulpverlee
ning nog is. We ontvingen een brief van
den Oekonom van het Groot-Seminarie
van Weenen. Er zijn over de honderd
studentenbinnen enkele jaren hopen
zij priester te zijn. Maar.... reeds acht
hebben hun studies moeten onderbreken.
Ze kunnen niet meer, en de huisdokter
heeft den Oekonom gewaarschuwd en
vermaand, om toch te geven krachtiger
voeding aan zijn studenten Sie er-
halten nur einmal am Sonntag ein ganz
bescheidenes Stiickchen Fleisch. Alleen
des Zondags krijgen zij een bescheiden
stukje vleesch.
Denk u even terug onze vleeschiooze
dagen uit den mobilisatietijd. Daar zijn
het geen vleeschiooze dagen, maar we
ken, en maanden en jaren. Cn dat voor
jongelieden van 2025 jaren, die ge
regeld hebben te studeeren. Wohin sol
len wir uns mit der Not unserer Zu-
kunftspriester wenden. Tot wien wend
ik mij om hulp in den nood van onze
toekomstige priesters.
De Oekonom vraagt om een tweeden
vieeschdag voor zijn uitgeputte studen
ten, voor zijn Groot-Seminaristen. En
hij voegt er een rekensommetje bij. Met
zeven gulden in de week is hij geholpen,
buiten de vacantiedagen heeft hij voor
al zijn studenten twee honderd gulden
in het jaar noodig. Dan kan hij zijn toe
komstige priesters tweemaal in de week
een stukje vleesch verschaffen. Moeten
ze hem antwoorden neen, dat krijgt u
niet, neen Holland geeft u dat niet
Het ware onbarmhartig. Maar wees ge
rust. De vraag is toegestaan. De tweede
vieeschdag is er ingevoerd. Maar, maar....
nu zijn ér nog vier dagen van de week
over. Neemt er nog iemand een dag voor
zijn rekening
Hij helpt honderd toekomstige pries
ters in eens. Maar met niet te velen te
gelijk. Er zijn maar vier dagen meer over.
En.... die eerst komt, eerst maalt.
In 1921 steunden de Nederl. Katholie
ken de priesters der Centrale landen met:
35.000 gulden, 340.612 Kronen, 10759
Mark met 140 Francs en met 368 Colli
goederen.
In 1922 blijven zij steunen. We weten
dat met zekerheid. De maand Januari
zette reeds goed in, met over de dertig
Colli goederen. Ze staan reeds voor den
eerstvolgenden trein gereed. Aanvragen
om priester-adres en lichtbeelden-avon
den kwamen binnen. Holland, het ge
lukkige Holland, van oorlog en revolutie
door Gods goedheid gespaard en bewaard,
zal dankbaarheid aan God daarvoor too-
nen door het doen van werken van christe
liike naastenliefde. En ieder die mede-
helpt aan het hulpbetoon aan Oosten-
rijksche Geestelijken, mag zeggen, dit
woord van Thomas d Kempis: nam et
fratibus meis pro nomine tuo serviendo,
multa inplere possum pietatis opera,
quae tu reputas quasi tibi facta, want
miine broeders dienende om Uwen Naam,
kan ik vele liefdewerken verrichten,
welke Gij beschouwt, als aan u zelf te
zijn gedaan.
Nijmegen. F. J. A. WERNERS.
Kleeding en kleedingstoffen, schoeisel
of levensmiddelen zende men aan Kape
laan Fr. Werners, Gerard Noodtstraat 13.
Nijmegen giften in geld aan Alb. van
Mackelenbergh, Rector Zwijsenstraat 5,
Tilburg. Aanvragen voor lichtbeelden
aan Gerard Noodtstraat, Nijmegen.
DE REGEERING SVLAG.
Wij ontvingen het eerste nummer van
,,De RegeeriDgsvlag", verkiezing orgaan
van het RK. Centraal-Propagandabureau.
Een aantal Kamerleden en journalisten
schreven opwekkende artikeltjes.
GELDVERSPILLING.
In dien laaitsten tijid zijn, zooals hakend,
verschillende buitenlanders in 's lands
dienst opgenomen. Onder >hen bevond
z.iob zoo schrijft de N. Soer. Cl.
ook een persoon, die aangenomen
werd voor den hydrograp'hiscfhen dienst
bij de marine in Ned. Indlië.
Alhier aangekomen hlc-ök deze man on
geschikt te zijn voor den dienst, daar zijn
beide voeten bevroren waren geweest en
een dezer voelen half was afgezet. Zes
maan dien lang is hij hier in observatie
geweest en thans een dezer dagen, is hii
diefiiniit&ef afgekeurd en nu zal hij naar
Europa teruggezonden worden.
Deze ongeschiiiklihe'id bestond nafuunlijlk
reeds bij zijin aamiemioig in Europa,
wij kunnen tenminste kwalijk veronder
stellen, dat zijn ledematen hier im de tro
pen bevroren zijn zoo-dat de keuring
in Euro-pa minder serieus moet hebben
plaats gehad.
En wat heeft dieze persoon dier regee
ring n,u gekost?
Drrn duizend gulden uitrustingskosten
en zos maanden salaris 700 per
maand; rekenen we nu nog voor de uit
en terugzending èen drieduizend gulden
dan konnen wij tot het schamele sommie
tje van tien mille.
Voorop sla, dat wij den persoon in
kwestie natuurlijk niets verwijten, zelfs
willen wij hier niet fuimiimeeren legen
d'e opneming van vreemdelingen, im
's lands dienst, maar wel behoort er op
gelet te worden,, dat geen personen uit
gezonden worden, die tengevolge van
ernstige lichaamsgebreken niet te gebrui
ken zijn.
Want diU is gddtv-erkisting!
„WAT HEEFT DE KERK MET SPORT
TE MAKEN
IV (Slot.)
De Kerk wil niet „de Sport om de
Sport", maar wel „deorSpt om onze
R. K. Jeugd".
De Kerk wil hij de Sport niet de uit
schakeling of zgn. „neutrale" terzijde-
lating, maar wel de besliste behartiging
der hoogere godsdienstig-zedelijke be
langen.
De Kerk wil de gevaren bij thuis-spel
en wedstrijd, in kleedkamer en club-
verkeer zooveel mogelijk opheffen of
minstens zooveel mogelijk tot een mini
mum terugbrengen het naaste gevaar
veranderen in een zooveel mogelijk ver
wijderd gevaar. En wil er U niet afmaken
met het even schampere ais goedkoope
en onsoliede „zetje" dat er in een R. K.
Sportclub ook veikeerdheden kunnen
gebeuren, en, ja, er zelfs ook wel voor
komen Zeker, dat kan en dat is, helaas,
soms ook wel eens het geval.
Maar.... dat is geen natuurlijk uit
vloeisel van het R. K. zelf, terwijl neu
traliteit de heel natuurlijke grondoorzaak
een aanleiding voor mistoestanden is.
Het goede bij de R. K. is er door het R. K.
Het goede bij de „neutrale" is er veeleer
ondanks de „neutraliteit". Het is nu en
dan, hier of daar voorkomend verkeerde
bij de R. K. is er ondanks het R. K. doch
bij de „neutralen" is er veel verkeerd,
juist om en door hun neutraliteit zelf.
De R. K. Sportbeweging staat dus niet
als zoodanig schuldig voor het verkeerde
zij trekt er zich principieel iets van aan
zij weert en verwijdert principieel de
slechte elementen uit haar boezem, zoodra
zij daar weet van krijgt.
De Neutrale Sportbeweging echter
draagt de schuld van het verkeerde wel
in eigen boezem. Juist krachtens haar
„neutraal" standpunt voelt zij zich van
huis-uit niet geroepen tot moraliseeren,
en de ondervinding geeft ons ook het
recht bij haar in ongunstigen zin het
spreekwoord te gedenken :„aan de vruch
ten kent men den boom." En die kwade
vruchten zijn bij de Neutrale Sportbe
weging niets anders dan het normale,
zooals bij de R. K. het goede 't heel nor
male is en het verkeerde een toevallig en
abnormaal uitwas. Wat een ontzaglijk
verschilEn voor het overige zorg gij
ais R. K. georganiseerd sportman Uw
R. K. nooit te schande te maken.
Het erge der „Neutrale Sportbeweging"
is juistdat zij elimineert uw katholieke
overtuiging gewoonweg zonder eenigen
vorm van procesais een te verwaar-
loozen grootheid
En het erge van den „neutraaP'-ge-
organiseerden R. K. isdat hij goed
moedig slikt en heel goed en gewoon en
normaal vindt een vernederende behan
deling als deze
De R. K. Sportbeweging draagt prin
cipieel zorg voor de behartiging van Uw
hoogste belangen als Katholiek, waarop
gij ook ais sportman recht hebtZij laat
uw „adel" recht weervaren. Stel prijs op
dat heilige rechten wil in dit opzicht
niet te kort schieten aan uw plicht, om
op dat recht inderdaad ook te staan!
De Kerk wil het zoo gevaarlijk-over-
drevene Sport-maniakkisme positief we
ren van de R. K. Jeugd.
De Kerk wil tot heil van de R. K. Jeugd
partij trekken van de aansporing tot een
rond uitkomen voor de R. K. Beginselen
van Geloof en Zeden, die reeds gelegen
is in het loutere lidmaatschap van een
R. K. Sportvereeniging. Onze R. K.
Jeugd weet toch maar al te goedhoe
onze R.K.Vereenigingen met 'n voortdu
rend waakzame en scherpziende naarstig
heid worden bespied, om er desnoods ook
maar een schijngrond te vinden voor den
laster der oneerlijke kritiek I Wij houden
dit wezenlijke feit onzen jongens voort
duren voor oogen opdat het tot een
spoorslag moge zijn, om zelfs ieder schijn
tje van kwaad te vermijden.
De Kerk wil tot heil der R. K, Jeugd
positief inschakelen van het R. K. milieu
en het goede voorbeeld, dat den zwakke
ren elementen tot steun en tot stut is,
den goeden tot prikkel naar hooger.
De Kerk wil de positief-opvoedende
elementen der Sportbeoefening niet over
laten aan de onbezonnenheid en onna
denkendheid der Jeugd, maar zij wil die
kostbare elementen aan de R. K. Jeugd
positief ten goede doen komen door ze
haar voor oogen te houden.
De Kerk wil de R. K. Jeugd niet zien
prijsgegeven aan een plat egoïsme, dat
zich tevreden stelt met een :„als ik maar
prettig speel"
De Kerk wil de R. K. Jeugd opwerken
tot een hooger standpunt, ook in de Sport,
door de inschakeling van hoogere mo
tieven dan „het spel om het spel", ten
einde door die hoogere motieven spel en
spelers te adelen Denk hier aan de Missie
wedstrijden en de vermaning van den
Apostel, die zegt :„hetzij gij eet of drinkt,
en al wat gij ook doet, doe alles ter eere
van God 1"
Ziedaar de werkelijk diepe redenen en
gronden voor een zuiver R. K. Sportbe
weging
Het zijn waarlijk geen lichte en onbe
duidende gronden, die de Kerk er voor
heeft. Fiet zijn, gelijk wij zagen, redenen
van godsdienstigenj zedelijken, opvoed
kundigen en maatschappeiijken aard.
Wees dankbaar jegens de Kerk
Stel prijs op de eer eener onverdeeld
Katholieke gezindheid
Pers- en Propaganda-
commissic R.K.N.V.B.
VoorzitterP. Victo-
rius Beekman O.F.M.
Verzoekt alle correspondentie deze
rubriek betreffende te richten aan
den damredacteur P. J. van Dartelen,
Roosveldstroal JO, Haarlem.
Probleem no. 136.
Auteur: A. H. v. d Geest, Ltese.
ie Publicatie.
S t a nd
Zwart 12 schijven op: 7, 8, 9, 10, 12, 14,
16, 19, 20, 25, 26 en 30.
Wit 12 schijven op: 22, 23, 27, 28, 32, 34,
36, 37, 39, 44, 48 en 50..
Probleem no. 137.
Auteur: A. H. v. d. Geest,
ie Publicatie.
Lis se
Stand:
Zwart 13 schijven op: 2, 4, 7, 9, 12, 13,
14, 16, 18, 20. 22, 24 en 30.
Wit 13 schijven op: 27, 35, 36, 37, 38
39, 40, 42, 43, 44. 45, 46 en 47.
Fantasie-probleem no. 138.
Auteur: A. H. v.d. Geest, Lisse.
ie Publicatie.
Stand
Zwart 9 schijven op: 4, 6, n, 13, 14, 16,
19, 20 en 27 en dammen op 9 en 12.
Wit 14 schijven op: 25, 26, 28, 29, 35, 36,
37, 38. 39, 40, 42, 43, 44 en 45-
Oplossingen worden gaarne binnen acht
dagen ingewacht.
Wit speelt en wint geldt voor alle pro
blemen, tenzij het tegendeel er bij wordt
vermeldt.
ONZE PROBLEMEN.
Dit keer drie problemen ter oplossing
van onzen productieven auteur A. H. v. d.
Geest, waaronder no. 138 voor onze oplos
sers o.i. wel eenige moeilijkheden zal me
debrengen, de stand is nogal fantastisch,
de oplossing is echter zeer fraai.
Voor toezending van problemen en
eindspelen elc. houden wij ons aanbevolen.
OPLOSSINGEN PROBLEMEN.
No. 135. Wit 38-32, 21-17, 39-33, 49-43.
32:14; 42-37; 25-20; 43-38; 48:8 en wint.
No. 134. Wit. 28-22; 37-31; 47-41;
38-33; 24:2; 30:19; 2:1 en wént Zwart
steedis gedwongen.
Correcte oplossingen ontvingen wij van
dc hecren:
W. J. Tunissc; H. G. Teunisse; P. Mol-
lema; J. van Looij; W. J. A. Matla; Jan
Secretaris: G. D. Ze- Kunst Jbz., allen te Haarlem; A. H. v. d.
-ers Geest, Lisse en A. Slinger te Schoten.
P. J. VAN DARTELEN.
De tweede
Ze zat in den gemakkelijken stoel
aan 't raam en keek naar de kinderen,
die in de sneeuw stoeiden, luid uitkraai
end hun plezier.
Haar oogen gingen echter doelloos
het spel voorbij, want de gedachten wa
ren bij andere zaken....
Wel had ze zich vast voorgenomen
nu eens echt prettig naar buiten te kij
ken, zooals ze dat vroeger wel gedaan
had.... zoo'n heelen Zondagmiddag
In de lekker-warme kamer genieten
van het sneeuwvermaak, waarvoor de
ze stille straat altijd 'n uitgezocht ter
rein was geweest. Maar na 'n krachte-
iooze worsteling tusschen willen en doen
waren de angst-gedachten weer terug
gekomen.
Hoe lang nog
Zou er dan geen eind komen aan 't
gesukkel? Zou ze.... zou ze niet beter
worden?.... O. dat was het juist, wat
haar zoo wanhopig maakte.... dat was
de geheimzinnige, sloopende macht, die
haar niet losliet.... die haar benauw
de tot stikkens toe.... haar nog meer
afmatte, haar humeur bedierf.
Ja, de dokteren vader en moeder,
ze hadden makkelijk praten van niet
piekeren, niet denken, niet ongerust
zijn.,.. Maar zij was eenmaal niet zoo
als andere longlijders, die tot het laatst
zich vastklampten aan de hoop op be
terschap.... Ze wist, dat velen daar
mee hun leven rekkenmaar wat
gaf dat als er toch geen genezing moge
lijk was? Wat gaf 'n jaar langer of kor
ter, ais je toclitoch
De oogen werden angstig.ze druk
te haar voorhoofd tegen het koude glas
van 't raam0, als ze dat gruwelijke
denken maar kon wegmakenmaar
't lukte zoo zeldenzelfs niet in de
grootste huiselijke drukte.
Waar waren nu al die mooie toekomst-
droomen Die illusies van nog geen half
jaar geleden En die goeie Rudolf praat
te altijd maar opnieuw daarover
lachte steeds maar weg haar gejammer
over 't telkens weer moeten uitstellen
der huwelijksplannen. Straks kwam hij
weer om haar op te vroolijken, om aller
lei dingen te bespreken voor de toekomst
Zou hij zoo optimistisch blijven Zou
hij steeds maar langer geduld willen heb
ben Zou 't hem eindelijk niet eens gaan
vervelen altijd ziekentrooster te zijn
Of wist hij wist hij, dat 't niet
lang meer zou duren Wilde hij haar tot
't laatst in de gelukkige verwachting
laten van 'n nieuw, heerlijk leven
Was het dus niet echt
Of was hij er óók van overtuigd, dat
optimisme het beste geneesmiddel was
Die onzekerheid kwam nog bij al dat
andere.
Ze hadden maar kort plezier gehad
van hun engagement, 'n Korte nazomer
van mooie fietstochtjes en andere genoe
gens.... en 'n paar wintermaanden van
bals, uitvoeringen en onderlinge avondjes
van familie en kennissen. Dat was 'n
verrukkelijke tijd geweest.
Wat 'n verschil met haar engagement
met Harry van LindendaalWel 'n
goeie jongen, maar 0, zoo akelig-degelijk...
altijd maar praten over z'n studie, z'n
lessen.... nooit eens 'n avondje, watje
echt uitgaan kon noemen.... Dansen
kon ie niet.... zelden kreeg ie 'm naar
den schouwburg.... en dan moest 't
nog n'n stuk zijn waar geen lettertje aan
mankeerde.... Overdreven fijn in alles
was ie. En dan die vergaderingen van z'n
Vincentiusen z'n congregatie....
En z'n patronaat 's Zondagsvoor
geen goud liet ie die dingen es 'n keertje
ioopenmet 't mooiste weer zat je in
huis op 'm te wachten....
Eigenaardig, dat ze nu ineens aan die
Harry van Lindendaal dacht.... Moe
der had 't erg op 'm,die vond 't 'n
jongen, die hard voor 'n flinke positie
werkteen heel wat godsdienstiger
dan Rudolf. Alles goed en wel, maar..
ja, Harry had 't zich wel erg aangetrok
ken toen ze 'm afschreefHoe zou
die nu tegen haar gepraat hebben Ook
zoo opgewekt enenja, wat nog
meer Degelijker Hij zou er allicht 't
geloof bij gehaaid hebben. Dat deed Ru-
dolf nooit.die vroolijkte maar op
lachte maar....
Haar oogen gingen nu peinzend om
laag.... bleven 'n poosje zoo half ge
sloten.
Rudolf was er ook bij toen de dokter
de huisgenooten vertelde, dat de dochter
niet meer te redden was.
't Kon nog drie maanden, 't kon ook
nog 'n half jaar durendaar was zoo
weinig van te zeggen....
De jongeman schrok.... Zóo erg had
ie 't zich niet voorgesteld
Wat 'n manier toch van zoo'n dokter,
om daar nu pas mee voor den dag te
komenmaanden en maanden hield
ie de boel op sleeptouw.... sprak maar
moed inzei inaar, dat alles terecht
zou komen....cn nou ineens hoorde je
dit Laat zoo'n knul 't dan eerder zeg
gendan weet je tenminste waar je
aan te houden.... Nou wacht je maar;
maakt allerlei plannen en schikkingen
en....en je weet niet eens, dat 't alle
maal voor niks gebeurt....
Zoo ongeveer waren toen de eerste
schrik voorbij was de gedachten van
Rudolf, den tweeden verloofde. In z'n
0 ibezorgd leventje van „Vroolijke Frans"
wat hij tijdens de ziekte van z'n meisje
ijverig had voortgezet, had hij geen en
kele maal zelf aan 'n ernstige mogelijk
heid gedachtnog minder aan dat
gene, wat voor een goede verloving nood
zakelijk is, vooral in omstandigheden
als deze.
'n Dag later hield de moeder den brief
in de bevende vingers. Durfde haar doch
ter den inhoud niet mede te deelen.
Toen het meisje aan de gezichten der
huisgenooten bemerkte, dat er iets gaande
was, eischte ze opheldering.
Toen ging de vader even apart bij
haar praten.
De moeder hoorde het zenuw-schok
kende huilenkwam er toen ook bij....
zei, dat Harry van Lindendaal dat nooit
zou gedaan hebben.... en dat ze die Ru-
dolf nooit had vertrouwd.
Eer de sneeuw was weggedooid stond
in de krant de advertentie met het kruis
je er boven en den zwarten rand er om
heen
Behalve de bloedverwanten was ook
Harry van Lindendaal bij de uitvaart
tegenwoordig..Hij zat in een der zij
banken, tamelijk achteraan.... ging
voor haar ten Hoogtijd.
G. K.