BINNENLANP Tweede Blad - II Febr. 1922 Van wet en wetgeving. SPORT ER SPEL DAMMEN. ELCK WAT WILS. MEDISCHE PRAATJES. bloedvergiftiging. HULPBETOON AAN OOSTEN- RIJKSCHE GEESTELIJKEN. Uit onze Oost. TREKJES CCXXV1II. III. Wij zijn nu op hei terrein gekomen van wat de leek gewoonlijk onder bloedvergif tiging verstaat. Waren wij getuigen dat in üen eersten vorm nu en dan verbeteringen optraden, al naar gelang het lichaam weer stand bood, van dit alles worden wij niets gewaar bij de septichaemie. De abcessen blijven hier achterwege en alles speelt a. h. w. in den bloedstroom zelve af. De patient voelt zich zeer ziek en heeft meestal een temperatuur van pl.m. 40 gr. De infectie is doorgaans zoo hevig, dat de dood binnen 2 a 3 dagen intreedt. De patiënt eet niet, braakt doorgaans veel, is zeer dorstig en het bewustzijn wordt binnen eenige uren soms in hooge male beneveld. Bij uitzon dering komt de patiënt de ziekte te boven. Ik wil u er hier nog op wijzen, dat kort voor den dood de patiënt soms vrij helder wordt. Iemand die dit verloop niet kent, is al licht geneigd te meenen, dat vrij plot seling een verbetering ten goede is ingetre den. Voorat de huisgenooten, die zoo gaarne elk lichtpuntje ten goede zien, zijn in zulke omstandigheden met blijde hoop vervuld. Helaas van korten duur, want het is het oogenblik dal de dood nabij is. Zooals uit het snelle verloop van dil proces blijkt, bestaat er weinig hoop. Slechts daar waar wij te doen hebben met abcesvormingen, kan de chirurg het proces gunstig beïnvloeden, vooral waar het Ievensgewichtige organen betreft. Niet zel den zien wij dan ook van het oogenblik van den operatieven ingreep af de ziektever schijnselen verminderen en den patiënt beter worden. Bij de eigenlijke bloedvergiftiging kunnen wij helaas In betrekkelijk geringe mate op treden, aangezien wij niet bij machte zijn de bacterieën, die zich in de bioedsbaan be vinden te dooden. Wij kunnen ons er slechts toe bepalen het algemeen weerstandsver mogen van den patiënt zoo groot mogelijk te maken. Alle middelen om de bacteriën rechtstreeks aan te tasten, zijn vrijwel op niets uilgeloopen en daar, met het oog op het levensgevaar, de tijd kostbaar is in der gelijke gevallen, houden de medici zich thans hier niet langer mede bezig. Ik me moreer hier slechts dat men indertijd veel verwachting had van de z.g.n. collargal in spuitingen en eveneens van een keukenzout- oplossing van een bepaalde sterkte, welke laatste voor een groot deel het bloed kunnen vervangen. Men sprak in die dagen van een „uitwasschen" van het lichaam. De algemeene opinie is nu, dat de alco hol, hoe verderfelijk dit vocht overigens ai normale omstandigheden voor lichaam en ziel ook mag zijn, hier als verweermid del voor de grootste beteekenis kan zijn. Wij geven den lijder een flinke dosis alco hol van de beste kwaliteit. Wijn en cognac zijn tot dit doel de meest aangewe zen dranken. Het kan geen kwaad den zieke dagelijks 250 gram cognac cn een flesch wijn te laten opdrinken en daarmede door te gaan, zoolang de toestand zulks toelaat. Verder willen wij ter ondersteuning nog die geneesmiddelen toedienen, die de levens krachten tot het uiterste opvoeren, waarloe een of meer kamferaetlierinspuitingen op zijn plaats zijn. Een enkele maal gelukt het op deze wijze den patiënt over het kritieke punt heen te krijgen. Wij mogen evenwel geenszins uit het oog verliezen, dal de bacteriën, waarmede wij den strijd aanbinden van de kwaadaardigste soort zijn. Zoo lang er echter leven is, is er hoop en uit menschelijk oogpunt bezien mag geen middel onbeproefd blijven om het leven, zoo mogelijk te redden. MEDICUS. VRIJHEID VAN GODSDIENST. I. Wij bespraken in ons vorig artikel de vrijheid van drukpers, een der andere fundamenteele rechten van de burgers der Nederlandsche Staatigemeenschap, de vrijheid van Gcd lienst, zullen wij thans aan bespreking onderwerpen. Volgens de grondwet, die een afzon derlijk hoofdstuk aan den godsdienst wijdt, belijdt ieder zijne godsdienstige meeningen met volkomen vrijheid, be houdens de bescherming der maatschap pij en hare leden tegen de overtreding der strafwet. Dit laatste wil zeggen, dat, onder den dekmantel van god-dienstige gebruiken, nimmer overtreding d r rijks wetten kan worden toegelaten. De grondwet verklaart voorts, dit aan alle kerkgenootschappen in het Rijk ge lijke bescherming wordt verleend ea dat de belijders der onderscheidene gods diensten dezelfde burgerlijke en burger schapsrechten genieten en gelijke aan spraak hebben op het bekleoden van waardigheden, ambten en bedieningen. Bovenstaande bepalingen zijn, althans wat hunne algemeene strekking betreft, in 1814 en 1815 in de grondwet opge nomen. Onder de republiek der Voreenigde Nederlanden was, krachtens art. 13 der Unia van Utrecht, hat beginsel van ge wetensvrijheid erkend. Evenwel de Her vormden hadden de macht in handen, de Hervormde Kerk waa de heerschende kerk en deed hare overmacht geducht gevoelen, speciaal tsn koste der Katho lieken. Ondanks het beginsel van ge wetensvrijheid, door het bestuur der Re publiek erkend, werden de Katholieken van alle ambten en waardigheden, be houdens enkelo militaire betrekkingen uitgesloten, en dat niet alleen, zij wer den ook in de vrije uitoefening van hun godsdienst geplaagd en belemmerd. Het is geen wonder, dat onze voorvaderen zulke voorbeeldige Katholieken waren, zij waren gestaald in den strijd voor hun H. Geloof en gehard in het lijden. Ook de audero niet-Hervormde ge zindten onder do Republiek der Ver- eenigde Nederlanden moesten de heer schappij der Hervormde Kerk gevoelen, doch zij hadden niet zoozeer te lijden als de Katholieken. Dezen werden als anti-nationaal, als een minderwaardig slag menschen beschouwd. De staatsregelingen van 1798 en 1801 brachten in theorie wel gelijkstelling voor do belijders van alle godsdienstige gezindten, doch de achter stelling der Katholieken bleef in de prac- tijk een feit. En zelfs de milds bepa lingen der grrondwet, die wij boven ci teerden en die in 1814 en 1815 werden opgenomen, veranderden althans in de Noordelijke Nederlanden weinig. Veel verbetering is hierin gebracht door den liberalen staatsman Thorbecke. Onder zijne auspieieën kwam tot stand de grond wetsherziening van 1848, die in art. 170 bepaalde, dit de tusschenkomst dsr Re- gesring niet werd vorsischt bij de brief wisseling met do hoofd der onderschei dene kerkgenootschappen, noch bij de af kondiging van kerkelijke voorschriften. Daardoor kroeg do Katholieke kerk vrij heid van beweging, en werd het zoo hatelijke recht van placet afgeschaft. De Kerk was voortaan vrij in regeling ba rer interne aangelegenheden. De beginselen, die Thorbecke in 1848 huldigde, volledige vrijheid voor de Kerk voor de regeling harer interne aange legenheden, zoude hij weder in prak tijk brengen toen hij in 1849 als Mi nister-President aan de Regeering kwam. De onderhandelingen, die onder zijn Be wind, tusschen den Pauselijken stoel en de Nederlandsche Regeering werden ge- voord hadden tot resultaat, dat deze laa- ste verklaarde, dat niets de vrije or ganisatie der Katholieke Kerk in het Koninkrijk der Ned Handen verhinderde. Deze verklaring gaf aanleiding tot de Pauselijke Allocutie (Allocutie toe spraak tot het Ooilege van Kardinalen) van 7 Maart 1853, waarbij de Bisschop pelijke Hiërarchie voor de Katholieken in Nederland werd hersteld en Neder land verdeeld werd in één aartsbisdom (Utrecht) en vier bisdommen (Haarlem, Den Bo3ch, Breda en Roermond). De vorm der Pauselijke Allocutie en de wijze, waarop do kerkregeling was ingevoerd, deden bij een aanzienlijk deel der Protestantsche bevolk-'ng eene groote gisting ontstaan en veroorzaakte de z.g. Aprilbewegingdie vooral van Utrecht uitging. De onkundige menigte, dooron- verdraagzamen verkeerd ingelicht, al dus J. Ik Douwes vreesde in ernst eene onderdrukking van het Protestan tisme, en zelfs ontwikkelde Protestan ten lieten zich overhalen aan de alge meene beweging deel te nemen. Heel Holland is in last, de Minister van Bin- nenlandsche Zaken zendt den Commis sarissen des Konings, (uitgezonderd die van Noord-Brabant en Limbarg) eene circulaire, opdat de nadee- lige indruk, die do vorm dar invoering der kerkregeling kon doen ontstaan, wordt uitgewischt, do Tweede Kamer neemt met 40 tegen 12 stemmen eene motie-van Doorn aan, dat krachtige ver- toogen aan het Hof van Rome zullen worden gedaan tegen den vorm dor pause lijke allocutie, een adres, houdende pro test tegen het pauselijk optreden, voor zien van 51000 handtoekeningen, alleen uit Amsterdam, wordt Koning Willem III bij zijn bezoek aan do hoofdstad door een deputatie aangebodon. De Koning zelf Protestant, op dat oogenblik mis schien zelf meer Protestant dan Neder lander, gaf aan de deputatie een ant woord, dat Thorbecke, als verantwoor delijk Minister niet bevredigt. Hij diende zijn ontslag in, dat werd aangenomen. De Aprilbeweging kostte hem zijn mi nisterieel leven. Het nieuwe ministerie, uit de April beweging voortgekomen, moest natuur lijk met eene wet komen, waardoor de hartstochten, die de Aprilbeweging ont ketenden, eenigszins werden gekalmeerd. Die wet is de wet, regelende liet toe zicht op do kerkgenootschappen van 10 September 1853. In een volgend arti kel zullen wij deze wet nader bespre ken. Ho wel een gelegenheidswetje, spe ciaal tegen do Katholieken gericht, als reactie op de Pauselijke Alloeutie van Maart te voren, draagt zij een vrij on schuldig karakter en haar doel was blijk baar meer de hartstochten te kalmeeren, dan de vrijheid dor kerk te belemmeren. Ofschoon, zooals wij boven zagen, de Katholieke Kerk na 1848 zich be houdens enkele kleinere uitzonderingen, die wij een volgende maal nader zullen bespreken in volledige vrijheid kon ontwikkelen, was het er nog ver van af dat de Katholieke Nederlandsche Staatsburgers individueel in de praktijlc gelijke rechten hadden als hunno pro- testantsche medeburgers. Hunne achter stelling bij de vervulling van ambten en waardigheden bleef nog langen tijd gehandhaafd, ja, nog wel haast eene halve eeuw m\ 1848 behoorden zij bij voor keur tot de uitgeslotenen. Eerst in do 20ste eeuw is hierin af doende verbetering gekomen, en men mag met voldoening constateeren, dat deze verbetering heeft aangehouden en dat op den huidigen dag, al valt er nog wel eens hier en daar een klacht, weinig achterstelling der Katholieken meer valt te bespeuren. Het zijn vooral do reent- sche ministerie's, waarvan bet eerste op trad in 1901 (ministerie Kuiper) die in deze veol onrecht hebben goedgemaakt. Over de wet tot regeling van het toezicht op do kerkgenootschappen, over de uitoefening van den openbaron eere- dienst, benevens over de zilveren koor den, die do Kerk aan den Staat binden, spreken wij in een volgend artikel. 1921—1922. III. Het Priester-Comité wilde, dat het z'n arbeid mocht beeindigen, maar dat mag niet, want de toestanden zijn in Oostenrijk, vooral in de steden niet ver beterd. Steeds grooter wordt de duurte en voor velen wil dat zeggensteeds grooter wordt mijn ontbering, steeds pijnlijker gaat worden mijn gebrek. Een priester, 73 jaren oud, schrijft ons eenige dagen geieden: Die Teuerung ist bald so grosz, dasz sie unertraglich ist, weniger bemittelte sehen dasz sie den Hungertode entgegen gehen. Als zij niet geholpen worden, zien zij langzaam, langzaam den hongerdood naderen. Angstfurcht ergreift viele vor den Teue- rung, Angst en vrees grijpt velen aan, bij het hooren van iedere nieuwe prijs stijging. Een kilo hout kost 13 Kronen: 100 kilo steenkolen 4200 Kronen een Laib brood 320 kronen; een kilo aardappe len 90 Kronen. En dat zou ik moeten be kostigen met mijne 3000 Kronen in de maand, zoo schrijft die priester. Eine Uninöglichkeit. Een geluk is er echter. Op het land schijnt die toestand iets beter te worden. Althans van twee priesters ontving het Priester-Comité bericht, dat zij zich thans redden kun nen. In de steden echter is de nood zoo hoog gestegen, dat de hulpverleening niet beëindigd worden magEn nieuwe huip daagt op. Konden we in de vorige correspondentie melden, dat in Engeland en Ierland eene „hulpactie werd georganiseerd, thans kunnen we mededeelen, dat de Bisschop van Leeds zijne goedkeuring en zijn zegen aan 't werk heeft verleend. The Universe van 27 Jan. bevat reeds een artikel: „Dis tress amongst Austrian Clergy," onder teekend, door het Engelsch-Iersche Co mité, door de priester: Canon J. Russ cel!, Keighiev, Rev. C.o. Neiil, Bir mingham en Rev. Th. van Woerkom., Bartioldswick. Maar ook Holland blijft helpen. Wc kunnen dat zeggen met zekerheid. Nog deze week kwamen wederom meerdere aanvragen binnen om het adres van een hulpbehoevenden prie ter. Is het geno; g. als ik dien priester, iedere drie maanden vijf en twintig Gulden zend, voorloopig voor een jaar, zoo vraagt er een. We heb ben dien nieuwen weldoener geantwoord. Maar uit den eersten dankbrief van den Oostenrijkschcn priester zal hij ver nemen, hoe afdoende zijn huip en seunver- leening is. Holland blijft helpen, We zeg gen dat met zekerheid. Nog kort geie den ontvingen wij dit bericht„Zoo lang ik weet dat de priesters daar zulke ar moede lijden, zal ik ze blijven helpen, en blijft al wat naar weelde zweemt, bij mij uit het huis geweerd. Uit dat zinnetje spreken Offervaardigheid en deugd. En mag ik met een voorbeeld eens dui delijk maken hoe noodig de hulpverlee ning nog is. We ontvingen een brief van den Oekonom van het Groot-Seminarie van Weenen. Er zijn over de honderd studentenbinnen enkele jaren hopen zij priester te zijn. Maar.... reeds acht hebben hun studies moeten onderbreken. Ze kunnen niet meer, en de huisdokter heeft den Oekonom gewaarschuwd en vermaand, om toch te geven krachtiger voeding aan zijn studenten Sie er- halten nur einmal am Sonntag ein ganz bescheidenes Stiickchen Fleisch. Alleen des Zondags krijgen zij een bescheiden stukje vleesch. Denk u even terug onze vleeschiooze dagen uit den mobilisatietijd. Daar zijn het geen vleeschiooze dagen, maar we ken, en maanden en jaren. Cn dat voor jongelieden van 2025 jaren, die ge regeld hebben te studeeren. Wohin sol len wir uns mit der Not unserer Zu- kunftspriester wenden. Tot wien wend ik mij om hulp in den nood van onze toekomstige priesters. De Oekonom vraagt om een tweeden vieeschdag voor zijn uitgeputte studen ten, voor zijn Groot-Seminaristen. En hij voegt er een rekensommetje bij. Met zeven gulden in de week is hij geholpen, buiten de vacantiedagen heeft hij voor al zijn studenten twee honderd gulden in het jaar noodig. Dan kan hij zijn toe komstige priesters tweemaal in de week een stukje vleesch verschaffen. Moeten ze hem antwoorden neen, dat krijgt u niet, neen Holland geeft u dat niet Het ware onbarmhartig. Maar wees ge rust. De vraag is toegestaan. De tweede vieeschdag is er ingevoerd. Maar, maar.... nu zijn ér nog vier dagen van de week over. Neemt er nog iemand een dag voor zijn rekening Hij helpt honderd toekomstige pries ters in eens. Maar met niet te velen te gelijk. Er zijn maar vier dagen meer over. En.... die eerst komt, eerst maalt. In 1921 steunden de Nederl. Katholie ken de priesters der Centrale landen met: 35.000 gulden, 340.612 Kronen, 10759 Mark met 140 Francs en met 368 Colli goederen. In 1922 blijven zij steunen. We weten dat met zekerheid. De maand Januari zette reeds goed in, met over de dertig Colli goederen. Ze staan reeds voor den eerstvolgenden trein gereed. Aanvragen om priester-adres en lichtbeelden-avon den kwamen binnen. Holland, het ge lukkige Holland, van oorlog en revolutie door Gods goedheid gespaard en bewaard, zal dankbaarheid aan God daarvoor too- nen door het doen van werken van christe liike naastenliefde. En ieder die mede- helpt aan het hulpbetoon aan Oosten- rijksche Geestelijken, mag zeggen, dit woord van Thomas d Kempis: nam et fratibus meis pro nomine tuo serviendo, multa inplere possum pietatis opera, quae tu reputas quasi tibi facta, want miine broeders dienende om Uwen Naam, kan ik vele liefdewerken verrichten, welke Gij beschouwt, als aan u zelf te zijn gedaan. Nijmegen. F. J. A. WERNERS. Kleeding en kleedingstoffen, schoeisel of levensmiddelen zende men aan Kape laan Fr. Werners, Gerard Noodtstraat 13. Nijmegen giften in geld aan Alb. van Mackelenbergh, Rector Zwijsenstraat 5, Tilburg. Aanvragen voor lichtbeelden aan Gerard Noodtstraat, Nijmegen. DE REGEERING SVLAG. Wij ontvingen het eerste nummer van ,,De RegeeriDgsvlag", verkiezing orgaan van het RK. Centraal-Propagandabureau. Een aantal Kamerleden en journalisten schreven opwekkende artikeltjes. GELDVERSPILLING. In dien laaitsten tijid zijn, zooals hakend, verschillende buitenlanders in 's lands dienst opgenomen. Onder >hen bevond z.iob zoo schrijft de N. Soer. Cl. ook een persoon, die aangenomen werd voor den hydrograp'hiscfhen dienst bij de marine in Ned. Indlië. Alhier aangekomen hlc-ök deze man on geschikt te zijn voor den dienst, daar zijn beide voeten bevroren waren geweest en een dezer voelen half was afgezet. Zes maan dien lang is hij hier in observatie geweest en thans een dezer dagen, is hii diefiiniit&ef afgekeurd en nu zal hij naar Europa teruggezonden worden. Deze ongeschiiiklihe'id bestond nafuunlijlk reeds bij zijin aamiemioig in Europa, wij kunnen tenminste kwalijk veronder stellen, dat zijn ledematen hier im de tro pen bevroren zijn zoo-dat de keuring in Euro-pa minder serieus moet hebben plaats gehad. En wat heeft dieze persoon dier regee ring n,u gekost? Drrn duizend gulden uitrustingskosten en zos maanden salaris 700 per maand; rekenen we nu nog voor de uit en terugzending èen drieduizend gulden dan konnen wij tot het schamele sommie tje van tien mille. Voorop sla, dat wij den persoon in kwestie natuurlijk niets verwijten, zelfs willen wij hier niet fuimiimeeren legen d'e opneming van vreemdelingen, im 's lands dienst, maar wel behoort er op gelet te worden,, dat geen personen uit gezonden worden, die tengevolge van ernstige lichaamsgebreken niet te gebrui ken zijn. Want diU is gddtv-erkisting! „WAT HEEFT DE KERK MET SPORT TE MAKEN IV (Slot.) De Kerk wil niet „de Sport om de Sport", maar wel „deorSpt om onze R. K. Jeugd". De Kerk wil hij de Sport niet de uit schakeling of zgn. „neutrale" terzijde- lating, maar wel de besliste behartiging der hoogere godsdienstig-zedelijke be langen. De Kerk wil de gevaren bij thuis-spel en wedstrijd, in kleedkamer en club- verkeer zooveel mogelijk opheffen of minstens zooveel mogelijk tot een mini mum terugbrengen het naaste gevaar veranderen in een zooveel mogelijk ver wijderd gevaar. En wil er U niet afmaken met het even schampere ais goedkoope en onsoliede „zetje" dat er in een R. K. Sportclub ook veikeerdheden kunnen gebeuren, en, ja, er zelfs ook wel voor komen Zeker, dat kan en dat is, helaas, soms ook wel eens het geval. Maar.... dat is geen natuurlijk uit vloeisel van het R. K. zelf, terwijl neu traliteit de heel natuurlijke grondoorzaak een aanleiding voor mistoestanden is. Het goede bij de R. K. is er door het R. K. Het goede bij de „neutrale" is er veeleer ondanks de „neutraliteit". Het is nu en dan, hier of daar voorkomend verkeerde bij de R. K. is er ondanks het R. K. doch bij de „neutralen" is er veel verkeerd, juist om en door hun neutraliteit zelf. De R. K. Sportbeweging staat dus niet als zoodanig schuldig voor het verkeerde zij trekt er zich principieel iets van aan zij weert en verwijdert principieel de slechte elementen uit haar boezem, zoodra zij daar weet van krijgt. De Neutrale Sportbeweging echter draagt de schuld van het verkeerde wel in eigen boezem. Juist krachtens haar „neutraal" standpunt voelt zij zich van huis-uit niet geroepen tot moraliseeren, en de ondervinding geeft ons ook het recht bij haar in ongunstigen zin het spreekwoord te gedenken :„aan de vruch ten kent men den boom." En die kwade vruchten zijn bij de Neutrale Sportbe weging niets anders dan het normale, zooals bij de R. K. het goede 't heel nor male is en het verkeerde een toevallig en abnormaal uitwas. Wat een ontzaglijk verschilEn voor het overige zorg gij ais R. K. georganiseerd sportman Uw R. K. nooit te schande te maken. Het erge der „Neutrale Sportbeweging" is juistdat zij elimineert uw katholieke overtuiging gewoonweg zonder eenigen vorm van procesais een te verwaar- loozen grootheid En het erge van den „neutraaP'-ge- organiseerden R. K. isdat hij goed moedig slikt en heel goed en gewoon en normaal vindt een vernederende behan deling als deze De R. K. Sportbeweging draagt prin cipieel zorg voor de behartiging van Uw hoogste belangen als Katholiek, waarop gij ook ais sportman recht hebtZij laat uw „adel" recht weervaren. Stel prijs op dat heilige rechten wil in dit opzicht niet te kort schieten aan uw plicht, om op dat recht inderdaad ook te staan! De Kerk wil het zoo gevaarlijk-over- drevene Sport-maniakkisme positief we ren van de R. K. Jeugd. De Kerk wil tot heil van de R. K. Jeugd partij trekken van de aansporing tot een rond uitkomen voor de R. K. Beginselen van Geloof en Zeden, die reeds gelegen is in het loutere lidmaatschap van een R. K. Sportvereeniging. Onze R. K. Jeugd weet toch maar al te goedhoe onze R.K.Vereenigingen met 'n voortdu rend waakzame en scherpziende naarstig heid worden bespied, om er desnoods ook maar een schijngrond te vinden voor den laster der oneerlijke kritiek I Wij houden dit wezenlijke feit onzen jongens voort duren voor oogen opdat het tot een spoorslag moge zijn, om zelfs ieder schijn tje van kwaad te vermijden. De Kerk wil tot heil der R. K, Jeugd positief inschakelen van het R. K. milieu en het goede voorbeeld, dat den zwakke ren elementen tot steun en tot stut is, den goeden tot prikkel naar hooger. De Kerk wil de positief-opvoedende elementen der Sportbeoefening niet over laten aan de onbezonnenheid en onna denkendheid der Jeugd, maar zij wil die kostbare elementen aan de R. K. Jeugd positief ten goede doen komen door ze haar voor oogen te houden. De Kerk wil de R. K. Jeugd niet zien prijsgegeven aan een plat egoïsme, dat zich tevreden stelt met een :„als ik maar prettig speel" De Kerk wil de R. K. Jeugd opwerken tot een hooger standpunt, ook in de Sport, door de inschakeling van hoogere mo tieven dan „het spel om het spel", ten einde door die hoogere motieven spel en spelers te adelen Denk hier aan de Missie wedstrijden en de vermaning van den Apostel, die zegt :„hetzij gij eet of drinkt, en al wat gij ook doet, doe alles ter eere van God 1" Ziedaar de werkelijk diepe redenen en gronden voor een zuiver R. K. Sportbe weging Het zijn waarlijk geen lichte en onbe duidende gronden, die de Kerk er voor heeft. Fiet zijn, gelijk wij zagen, redenen van godsdienstigenj zedelijken, opvoed kundigen en maatschappeiijken aard. Wees dankbaar jegens de Kerk Stel prijs op de eer eener onverdeeld Katholieke gezindheid Pers- en Propaganda- commissic R.K.N.V.B. VoorzitterP. Victo- rius Beekman O.F.M. Verzoekt alle correspondentie deze rubriek betreffende te richten aan den damredacteur P. J. van Dartelen, Roosveldstroal JO, Haarlem. Probleem no. 136. Auteur: A. H. v. d Geest, Ltese. ie Publicatie. S t a nd Zwart 12 schijven op: 7, 8, 9, 10, 12, 14, 16, 19, 20, 25, 26 en 30. Wit 12 schijven op: 22, 23, 27, 28, 32, 34, 36, 37, 39, 44, 48 en 50.. Probleem no. 137. Auteur: A. H. v. d. Geest, ie Publicatie. Lis se Stand: Zwart 13 schijven op: 2, 4, 7, 9, 12, 13, 14, 16, 18, 20. 22, 24 en 30. Wit 13 schijven op: 27, 35, 36, 37, 38 39, 40, 42, 43, 44. 45, 46 en 47. Fantasie-probleem no. 138. Auteur: A. H. v.d. Geest, Lisse. ie Publicatie. Stand Zwart 9 schijven op: 4, 6, n, 13, 14, 16, 19, 20 en 27 en dammen op 9 en 12. Wit 14 schijven op: 25, 26, 28, 29, 35, 36, 37, 38. 39, 40, 42, 43, 44 en 45- Oplossingen worden gaarne binnen acht dagen ingewacht. Wit speelt en wint geldt voor alle pro blemen, tenzij het tegendeel er bij wordt vermeldt. ONZE PROBLEMEN. Dit keer drie problemen ter oplossing van onzen productieven auteur A. H. v. d. Geest, waaronder no. 138 voor onze oplos sers o.i. wel eenige moeilijkheden zal me debrengen, de stand is nogal fantastisch, de oplossing is echter zeer fraai. Voor toezending van problemen en eindspelen elc. houden wij ons aanbevolen. OPLOSSINGEN PROBLEMEN. No. 135. Wit 38-32, 21-17, 39-33, 49-43. 32:14; 42-37; 25-20; 43-38; 48:8 en wint. No. 134. Wit. 28-22; 37-31; 47-41; 38-33; 24:2; 30:19; 2:1 en wént Zwart steedis gedwongen. Correcte oplossingen ontvingen wij van dc hecren: W. J. Tunissc; H. G. Teunisse; P. Mol- lema; J. van Looij; W. J. A. Matla; Jan Secretaris: G. D. Ze- Kunst Jbz., allen te Haarlem; A. H. v. d. -ers Geest, Lisse en A. Slinger te Schoten. P. J. VAN DARTELEN. De tweede Ze zat in den gemakkelijken stoel aan 't raam en keek naar de kinderen, die in de sneeuw stoeiden, luid uitkraai end hun plezier. Haar oogen gingen echter doelloos het spel voorbij, want de gedachten wa ren bij andere zaken.... Wel had ze zich vast voorgenomen nu eens echt prettig naar buiten te kij ken, zooals ze dat vroeger wel gedaan had.... zoo'n heelen Zondagmiddag In de lekker-warme kamer genieten van het sneeuwvermaak, waarvoor de ze stille straat altijd 'n uitgezocht ter rein was geweest. Maar na 'n krachte- iooze worsteling tusschen willen en doen waren de angst-gedachten weer terug gekomen. Hoe lang nog Zou er dan geen eind komen aan 't gesukkel? Zou ze.... zou ze niet beter worden?.... O. dat was het juist, wat haar zoo wanhopig maakte.... dat was de geheimzinnige, sloopende macht, die haar niet losliet.... die haar benauw de tot stikkens toe.... haar nog meer afmatte, haar humeur bedierf. Ja, de dokteren vader en moeder, ze hadden makkelijk praten van niet piekeren, niet denken, niet ongerust zijn.,.. Maar zij was eenmaal niet zoo als andere longlijders, die tot het laatst zich vastklampten aan de hoop op be terschap.... Ze wist, dat velen daar mee hun leven rekkenmaar wat gaf dat als er toch geen genezing moge lijk was? Wat gaf 'n jaar langer of kor ter, ais je toclitoch De oogen werden angstig.ze druk te haar voorhoofd tegen het koude glas van 't raam0, als ze dat gruwelijke denken maar kon wegmakenmaar 't lukte zoo zeldenzelfs niet in de grootste huiselijke drukte. Waar waren nu al die mooie toekomst- droomen Die illusies van nog geen half jaar geleden En die goeie Rudolf praat te altijd maar opnieuw daarover lachte steeds maar weg haar gejammer over 't telkens weer moeten uitstellen der huwelijksplannen. Straks kwam hij weer om haar op te vroolijken, om aller lei dingen te bespreken voor de toekomst Zou hij zoo optimistisch blijven Zou hij steeds maar langer geduld willen heb ben Zou 't hem eindelijk niet eens gaan vervelen altijd ziekentrooster te zijn Of wist hij wist hij, dat 't niet lang meer zou duren Wilde hij haar tot 't laatst in de gelukkige verwachting laten van 'n nieuw, heerlijk leven Was het dus niet echt Of was hij er óók van overtuigd, dat optimisme het beste geneesmiddel was Die onzekerheid kwam nog bij al dat andere. Ze hadden maar kort plezier gehad van hun engagement, 'n Korte nazomer van mooie fietstochtjes en andere genoe gens.... en 'n paar wintermaanden van bals, uitvoeringen en onderlinge avondjes van familie en kennissen. Dat was 'n verrukkelijke tijd geweest. Wat 'n verschil met haar engagement met Harry van LindendaalWel 'n goeie jongen, maar 0, zoo akelig-degelijk... altijd maar praten over z'n studie, z'n lessen.... nooit eens 'n avondje, watje echt uitgaan kon noemen.... Dansen kon ie niet.... zelden kreeg ie 'm naar den schouwburg.... en dan moest 't nog n'n stuk zijn waar geen lettertje aan mankeerde.... Overdreven fijn in alles was ie. En dan die vergaderingen van z'n Vincentiusen z'n congregatie.... En z'n patronaat 's Zondagsvoor geen goud liet ie die dingen es 'n keertje ioopenmet 't mooiste weer zat je in huis op 'm te wachten.... Eigenaardig, dat ze nu ineens aan die Harry van Lindendaal dacht.... Moe der had 't erg op 'm,die vond 't 'n jongen, die hard voor 'n flinke positie werkteen heel wat godsdienstiger dan Rudolf. Alles goed en wel, maar.. ja, Harry had 't zich wel erg aangetrok ken toen ze 'm afschreefHoe zou die nu tegen haar gepraat hebben Ook zoo opgewekt enenja, wat nog meer Degelijker Hij zou er allicht 't geloof bij gehaaid hebben. Dat deed Ru- dolf nooit.die vroolijkte maar op lachte maar.... Haar oogen gingen nu peinzend om laag.... bleven 'n poosje zoo half ge sloten. Rudolf was er ook bij toen de dokter de huisgenooten vertelde, dat de dochter niet meer te redden was. 't Kon nog drie maanden, 't kon ook nog 'n half jaar durendaar was zoo weinig van te zeggen.... De jongeman schrok.... Zóo erg had ie 't zich niet voorgesteld Wat 'n manier toch van zoo'n dokter, om daar nu pas mee voor den dag te komenmaanden en maanden hield ie de boel op sleeptouw.... sprak maar moed inzei inaar, dat alles terecht zou komen....cn nou ineens hoorde je dit Laat zoo'n knul 't dan eerder zeg gendan weet je tenminste waar je aan te houden.... Nou wacht je maar; maakt allerlei plannen en schikkingen en....en je weet niet eens, dat 't alle maal voor niks gebeurt.... Zoo ongeveer waren toen de eerste schrik voorbij was de gedachten van Rudolf, den tweeden verloofde. In z'n 0 ibezorgd leventje van „Vroolijke Frans" wat hij tijdens de ziekte van z'n meisje ijverig had voortgezet, had hij geen en kele maal zelf aan 'n ernstige mogelijk heid gedachtnog minder aan dat gene, wat voor een goede verloving nood zakelijk is, vooral in omstandigheden als deze. 'n Dag later hield de moeder den brief in de bevende vingers. Durfde haar doch ter den inhoud niet mede te deelen. Toen het meisje aan de gezichten der huisgenooten bemerkte, dat er iets gaande was, eischte ze opheldering. Toen ging de vader even apart bij haar praten. De moeder hoorde het zenuw-schok kende huilenkwam er toen ook bij.... zei, dat Harry van Lindendaal dat nooit zou gedaan hebben.... en dat ze die Ru- dolf nooit had vertrouwd. Eer de sneeuw was weggedooid stond in de krant de advertentie met het kruis je er boven en den zwarten rand er om heen Behalve de bloedverwanten was ook Harry van Lindendaal bij de uitvaart tegenwoordig..Hij zat in een der zij banken, tamelijk achteraan.... ging voor haar ten Hoogtijd. G. K.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 5