BINNENLAND Ingezonden."* Derde SÊad - iO Maart DRIEVEN m FRANKRIJK. HOE EEN VRIJDENKER OVER „ROME" OORDEELT. De ontroering in alle kringen over geheel de wereld, gewekt door den dood van Z. H. Benedictus XV; de ontzaggelijke aandacht waarmede de publieke opinie, het conclaaf heeft ge volgd; de algemeen eerbiedige wel- komsgroet den nieuwen Paus XI ge bracht, bewijzen den invloed, grooter dan ooit, van de rol door het Paus schap in deze tijden te vervullen. De oorlog heeft die rol in beteeke- nis doen toenemen. Temidden van den bitteren strijd die de mensehheid heeft verduld gedurende meer dan 4 jaren, heeft men béter leeren begrijpen, welk een macht van éénheid en vrede, het katholicisme vertegenwoordigt. Bekend is het woord van een Franschman. die zeide, hoewel zelf ver van de katholieke kerk afstaande: „De kerk heeft gedurende den oorlog getoond de eenige internationale te zijn, die stand houdt." Te merkwaardiger, waar onder den invloed van leerstellingen, een mate rialistische politiek predikend, het den schijn had of voor goed de internatio nale en binnenlandsche politiek van een groot aantal staten was verwereld lijkt. De deuren van de Haagsche Vredes conferentie waren gesloten gebleven voor den Roomschen Opperpriester. Ieder contact scheen verbroken en was dit helaas op het gebied van de politiek in Frankrijk en ook elders, waar politiek en godsdienst geschei den waren. Tusschen de verschillende volkeren gold slechts de macht, de materiale en de militaire, de moreele was ver te zoeken. In zooverre kon dus de internatio nale politiek den Paus belang inboeze men, waar deze een zuivere moreele en godsdienstige macht vertegenwoor digt Eugene Lantier, de vrijdenker, wiens artikel in de „l'Homme libre" het door Clemenceau gestichte blad, mij het bo venstaande in de pen gaf, geeft in het verdere gedeelte het antwoord. „Dat tusschen de volkeren aan den vooravond van het wereldconflict, slechts de machtskwestie gold, hebben wij slechts al te wreed en al te lang ondervonden. Het materialisme had zich meester gemaakt van de interna tionale politiek en het moest uitloopen op een bloedige offering van zooveel menschenlevens. Staatslieden, diplomaten en ^politie ke personen beweerden dat zij alleen voldoende waren om het groote vraag stuk van den wereldvrede te regelen. Zij zijn er niet in geslaagd dien bloedi- gen strijd van millioenen. tegen millioe nen tegen te houden. Groot was hun onmacht, groot was de angst van een mensehheid die haakte naar den duur- zamen vrede, zonder hem te vinden. En instinctmatig, Lantier is nog steeds Aan het woord, heeft de menigte zich gericht naar de eeuwige stad en is neer geknield voor den souverein zonder Rijk op deze aarde en zonder leger. Waarom? Omdat de mensehheid meer en meer wordt doordrongen van het gevoel, dat het huidige wereldpro bleem dat om oplossing vraagt van een andeye orde is, van een hoogere orde dan die van een eenvoudige rea- liteitspolitiek." Mogen de staatslieden en de volke ren in de moeilijke jaren die nog ko men gaan; luisteren naar die woorden van waren vrede die niet zullen op houden te vloeien van de lippen van Hem, die den dag zelf van zijn uitver kiezing tot het Pausschap in de bui ten-loggia van den „Sint Pieter" ver schijnend, zijn zegen schonk aan Ro me en over de zeven heuvelen heen, die de heilige stad omringen, a&n de geheele wereld. Laat ook buiten Frank rijk gehoord worden de meeniug van een vrijdenker als Lantier, die erkent dat de 'wereld hulp gaat zoeken te Ro me, in het geloof, omdat z(j inziet dat materieele welvaart, niet den vrede heeft weten te geven. Zijn erkenning van de macht van het Pausschap, van den invloed die van Rome uitgaat, steekt wel sterk af bij de kleinzielige houding door sommige n iet-Katholieken in Holland aangeno men, waar het geldt de vertegenwoor diging bij den Heiligen Stoel. Zij wil den niet erkennen dat Rome het mid delpunt. is, waar hun millioenen op sta ren, zij willen niet begrijpen dat de invloed des Pausen, steeds toeneemt ondanks de tegenwerking en de be strijding. Willen zij niet luisteren naar de mee ning van de Katholieken zelf, laten zij dan de stem hooren, die een ongeloo- vige, eerlijk laat weerklinken. Heel de Fransche pers, op een en kele kleine uitzondering na, heeft de komst van Pius XI met vreugde be groet, heel het Fransche volk, ook het niet Katholieke gedeelte, houdt de blikken op Rome gericht, omdat het weet en erkent dat daar een macht ze telt, ver uitgaande boven alle aard- sche, voor wie „vrede op aarde", in werkelijkheid het hoogste verlan gen is. Steeds meer zocht men naar het eeuwige licht dat wel de eeuwen door heeft geschenen, maar dat men niet heeft willen aanschouwen. Een wereld oorlog is noodig geweest, om velen die ziende blind waren, de oogen te ope nen. Parijs, 26 Februari 1922. Mr. P. v. S. DE LENTEMAAND» UIT HET LEVEN VAN EEN GROOT MAN. De mentaliteit bij de Bouw arbeiders. VRAGENBUS. Voor dea inbond dezer rubriek stelt ftedaetl# zloh niet aansprakelijk. HONGERSNOOD IN SOVJET-RUSLAND. DE DURE AARDAPPELEN EN HAAR OORZAAK. Ofschoon de reputatie van Maart on gunstig is, zoo kan het toch een schit terende maand zijn, zooals in do laatste heide jaren. In 1920 hadden we 117V» uur zon en i n 1921 zolf3 152 nur te gen ongeveer 90 uur normaal. Natuurlijk ook veel warmte en weinig regen. De peren bloeiden in 1920 reeds op 28 Maart! Verleden jaar was gemiddeld over de geheele maand de temperatuur over slag 2 it 3 g r., het dagelijksche maximum '3 i 4 gr. en het minimum ruim 1 gr. boven normaal; tusschen den lOden en 20sten waren de afwijkingen bijzonder groot. De neerslag was vrij gelijkmatig over het land verdeeld en bedroeg slechts ruim 20 m.M. tegen 48 m.M. normale maandsom. Maart was verleden jaar alzoo een schitterende maand. Natuurlijk kuaucn we over de nieuwe maand nog niots zoggen, want een ge lijkmatige maand is Maart nog lang niet. Veel regen, wind, vorst, 't kan alles nog voor de deur staan, en er zal ook nog wel wat van komen. Herinneren we ons nog, hoe zelfs April 1917 een vries- maand was? 1 Mei stond toen nog geen vruchtboom in bloei! Enkele dagen daar na kwam alles tegelijk. In Maart wast vaak 't water sterk, gevolgd door doorbraken, zooals o.a, nog in 1914. Onweer ontbreekt zelden, al komt 't in Maart niet veel voor. Voor de vallkisgezomdihei'd is Maart geen gunstige mand. Menige kranke wordt ge troost met de woorden: „Ais Maart maar eenmaal voorbij is..". 21 Maart begint de lente; dan zijn dag en nadut „even lang''; 't is de voorjaars- nacht-evewing. 1 Maart kom t de zon op 6.40 en gaat 5.36 onder; 31 Maart om 5,40 en 6.29; de dag is bij 't einde dus bijna 2 uur langer dan bij t 'begin van de maand. De buitenman ziet Maart liefst droog, April malt. Zoogdieren. Egels, eekhoornsmollen, wezels, muizen en ratten paren; bazen, ko nijnen en marters werpen jongen. De 'Smal- vtleuigeliige vleermuizen fladderen nu, de vliegende insectenwereld begint te ontwa ken. Door de vorst in Februari zijn veel mnfuzen gedood; ook is 't aantal mollen sterk gedund, wel niet door de vorst, dodh door 'het wegvangen met H oog op dte ver koopwaarde van de huid jes. Vogels. Nu komen veel vogels terug. Maart is de ooiavaarsmaand. Gewoonlijk komen de voorvliegers al in Februari. Kwikstaart, leeuwerik, reiger, rood borstje, komen in groote getale. Ons ver laten en trekken naar het Noorden: bonte kraaien, sijsjes en wilde eenden. Door ons land naar het Noorden trekken ook pestvo gels, kramsvogels en rietgamzen. Wilde eendien en kieviten hebben eieren; het eier- aoeken begint. De eieren van kieviten mag men rapen tot en met 28 April, en ze mogen worden verkocht tot en mét 30 April, en zoo diie dag op een Zondag valt, wat dit jaar 't geval is, tot en met 1 Mei. De geelgors en het kmleutje zingen; de kuif. leeuwerik doet mee. Kwikstaartje en1 eksiter bouwen nesten. Het wordt gewoonlijk wel de laatste week van Maart voor de eerste kievits eieren gevonden worden; dat hangt na tuurlijk ook veel van 'f Weer af. Zoo gaat 't ook met de hoenders, die nu in den voorjaarsleg komen. De eierprijzen dalen nu geregeld. Amphibieën. Padden, kikkers en wa tersalamanders ontwaken uit hun winter slaap en komen voor den dag. De bruine kikker legt eieren en spoedig zien wij kikkerdril. De groene kwaken. De jon gens gaan salamanders in de sloot van gen. De aquariums worden in gereed heid gebracht. Reptielen. Slangen, hagedissen en ha- zelwormen verlaten de winterverblijven en koesteren zich lekker in het zonnetje. iWie zijn terrarium wil vullen, kan ge woonlijk half Maart op jacht gaan, doch alleen als er zon is. Insecten. Het groote insectenleger komt in beweging. De insecten, die als vol wassen dier overwinteren: sommige vlin ders (Atalanta,kleine vo3, 't citroentje), hommels, kevers en wespen beginnen te vliegen en zijn te vinden op de eerste bloemen, o.a. op bloeiende wilgen. Vooral veel hommels, die aanvangen met don nestbouw. De Overwinterde exemplaren zijn wijfjes, die kolonies gaan stichten. De eerste Onze-Lieve-Heersbeestjes za gen we al in 't laatste van Februari. Zij komen onder de ruigte uit, waar ze den winter doorbrachten. 's Nachts vliegt de uil van de gestreepte dennenrups. De rups van den gevreesdem kleinen wintervlinder komt uit het ei en begint de knoppen te bewerken. De roode mier vertoont zich in de dennen- bosschen en de bijen beginnen te ver zamelen. De Amsterdamsche imkers van do Volkstuinen zien hun bijtjes met stuif meel t erngkomen, dat ze uit de bloemen vergaren, die langs de straat worden ver kocht. In huis beginnen wij al last te krijgen van steekmuggen, die in de kel ders en op andere koele plaatsen hebben overwinterd. Men make ze dood; het zijn allen wijfjes, die straks eieren gaan log gen en daardoor een nieuw leger van lastige dieren te voorschijn roepen. Ook komen er meer hoisvliegen voor den dag. Men make ook daar jacht op. In huis kunnen we ^goen insecten gebruiken. In de vrije natuur of in de parieen. Door de Februari-vor3t is de bloei sterk teruggehouden, Els, populier, wilgen, öhi- neesch bloeihout, Japansche kwee, taxus en peperboompje bloeien in deze maand. Iep en gele kornoelje, sneeuwklokje, winteraeoniet, Maartsch viooltje, speen kruid, klein en groot hoefblad, eereprijs, purperen doovonstel, crocus, kruiskruid, madeliefje, vrocgeling en herdertaschje komen nu ook in bloei. Er komt nu al veel werking in de na tuur. Als 't weer zacht blijft, wordt Maart oen mooie maand met bloemen, want veel, wat in Februari werd teruggehouden, hot nu uit. De „Gelderlander" geeft de volgende aardige trekjes uit het leven van Pater Prof. J: V. de Groot O. P.: „Minder bekend >8 't, dat Z. H. Bene dictus XV aan Prof. De Groot op diens jjeventigsten verjaardag een bijzonder hartelijk telegram heeft gestuurd en waar denkt ge dat dit draadbericht hem heeft bereikt. Te Goorn een dorpje in de buurt van Hoorn waar een heeroom van den hoog leeraar woont; daar had hij zich ver borgen om den gewichtigcn datum van zijn ieven (waarop andere hoogleeraren hun taak neerleggen) in alle stilte te herdenken met God. Toen het te legram van den Paus kwam, vond men pater De Groot in de eenvoudige dorps kerk, biddende zijn kruisweg. Zulke kleinigheden teekenen den een voud van dezen grooten man, eenvoudig jegens God en de menschen. Indien hij maar even gekikt had, zou Roomsch Nederland hem op zijn zeventigsten ver jaardag een grootsch feest hebben be reid; hij zwijgt en brengt den dag door in eenzaamheid met God en een hoog bejaard familielid, den pastoor van een dorpsparochie. Toen hij voor 't eerst naar 't college ging in 1860, had zijn vrome moeder hem een klein plaatje in lijst meegegeven van den heiligen Aloysius; dat plaatje in hetzelfde eenvoudige lijstje heeft al tijd op z'n lessenaar gestaan ook in Am sterdam, ook toen de engelen van fra Angelico aan den wand kwamen hangen en tal van andere kunstgewrochten, veelal geschenken van leerlingen en vereerders de werkkamer van den professor een al voornamer aanzien gaven. Het plaatje van z'n moeder bleef altijd voor hem staan. Eens ging hij van Nijmegen uit, een missie prediken bij deken Poppe te Am sterdam. Hij vond zich daar heel dicht bij zijn moeder in Schiedam en uitte in dien geest een wensch. Ga dan na de missie, 'n dagje naar Schiedam, ried de Deken. Maar de Overste. De Deken zond een telegram en toen spoedig daarop het verlof kwam, was deze Magister Sanctae Theologiae zoo blij als 'n kind, dat van een kostschool naar huis mag. De Deken heeft 't later aan honderden verteld zoo had die echte kinderlijke hartevreugde hem getroffen. Eens kwam Prof. de Groot te Schie dam voor een lezing: men haalde hem af met 'n rijtuig, bespannen met twee paarden. Hij liet het leeg teruggaan, want hij kon voor de lezing nog net even bij z'n moeder aanloopen. Toen Pater de Groot nog professor In Nijmegen was voor de fraters van het klooster had hij ook èen biechtstoel in de Broerskerk en bezocht dikwijls de armste buurten der stad. Dr. Berends z.g. wist daar in z'n tijd in aardige geschiedenis van te vertellen. Op 'n avond was de bloem van katho liek Gelderland te Arnhem voor een of ander groot feit. Tal van autoriteiten Waren er bij, o.a. de Commissaris der Koningin. Pater de Groot trad op als spreker. Hij was in zijn besten tijd; hij bouwde zinnen als monumenten; de let terkundige kunstenaar wedijverde roet den geleerde. Het gehoor was zeer onder den indruk; als ik een decoratie van wel sprekendheid kon uitreiken, zeide de commissaris der Koningin dan schonk ik de hoogste onderscheiding dezen avond aan U. Het was een schitterende avond en trotsch op zijn broemden stadgenoot, reisde Dr. Berends met hem terug. Den volgenden dag moest hij in de Steenstraat zijn, twee hoog, bij een oude vrouw. Er was daar iemand bezig de kachel aan te maken. Hij zat met z'n knieën op den grond, den rug naar de deurope ning gekeerd en wroette in de asch van den vorigen dag. Goeden morgen, zei Dr. Berends. De ander draaide lachend het hoofd om: het was pater de Groot. Dezelfde die den origen avond met roem beladen uit Arnhem was weergekeerrd.' Mr. Korteiuhorst klaagt in de „Maasbode over de mentaliteit bij de bouwvakarbei-1 ders, die oYerleg eischen inzake de nr" beidsvoorwaarden ©er z ijin een loonsver laging zullen toestemmen. Doch zij weige ren nog, wanneer volledig overleg is ge" scblied en de noodzaak van de loonsverla ging met cijfers is aangetoond. Als voorbeeld wordt aangehaald hei feit, dat wethouder Krijgsman te 's-Herto- genbosoh een beroep heeft gedaan op de bouwvakarbeiders om wegens den wo ningnood vrijwillig af te wijken van het bepaald» in de Arbeidswet en 10 uren per dag en 65 uren per week te gaan arbeddem De heer Krijgsman heeft niet meer dan een botte weigering op zijn spreken en overleggen gekregen. Mr. Kortenhorst schrijft naar aanleiding van dit geval: „Is hel wonder, dat met zulke ervaring voor oogen, zelfs de bcst-willemie pa troons, het hoofd laten zinken en hen den zucht doen slaken, dat er met de arbeiders niet meer te praten valt. Het Bossche gevalleert bovendien nog meer. Uit den treure wordt gezegd, dat de arbeldcrsleiders wel verslechtering van ar beidsvoorwaarden zouden willen overwe gen, wanneer de werkgevers hun inzage zouden willen geven in de resultaten van het bedrijf. Ik heb in dit blad en elders over deze kwestie mijne meening duidelijk gezegd en kangezien eigen ervaring in hot metaal- conflict en gezien het typografengeval en de Bossche kwestie dit argument on mogelijk meer en sérieux nemen. Ronduit gezegd: ik geloof niet da.t de schoen wrinat od de Dlaats. waar van arbeiderszii- de gezegd wordt dat de kneep zit De font schuilt ml. in de allereerste plaats in de egoïstische mentaliteit der groote massa van arbeiders, die tegen geen prijs anders dan gedwongen afstand wenacht te doen van eenmaal verkregen voorrechten, onverschillig welke belangen van anderen daardoor worden geschaad." Vr, 1. Op welken grond wordt het too- neelstuk „Allerzielen", toch zoo dikwijls verboden door de overheid? 2 Wat is voor Roomschen daarin, dat aanstootelijk is? Ik voor mij heb het nooit gezien, Antw. 1. De overheid, in dit geval de burgemeester, verbiedt in verschil lende gemeenten de opvoering van „Al lerzielen" op grond van de bevoegdheid, hem door de gemeentew. gegeven. 2. In 'n opvoering van „Allerzielen" is voor de Roomschen allereerst aanstootelijk het feit, dat dit stuk nog maar aldoor opge voerd wordt, hoewel door de jarenlange actie, die er tegen gevoerd is, iedereen kan weten en langzamerhand ook wel weet, dat elke opvoering een recht- streeksche en gewilde beleediging van de Roomsch-katholiekea- is. De Room schen hebben gezegd, nu al jaren lang: Als je dat stuk „Allerzielen" opvoert, voelen we ons gegriefd. Welke uitspraak voor elk fatsoenlijk mensch voldoende is om de aanleiding die een ander grieft, weg te nemen en dus die opvoering niet meer te herhalen. Opzettelijk gaat Heyermans door het stuk tóch op te voeren en die opzettelijke beleediging vinden we wel den grievendsten kaakslag, dien men den R.-K. geven kan. Immers Heyermans weet, dat hij de katholieken er door be- leedigt, toch gaat hij er mee door. Wat nu zaak zelf betreft wordt in het stuk „Allerzielen", om niet te spreken van andere grofheden, een indruk over onze Roomsche priesters gewekt, die behalve beneden alle critiek, ook door en door leugenachtig is. De R.-K. achten de wijze, waarop R.-K. priesters in dit stuk ten tooneele gevoerd worden beleedigend voor den Roomschen priesterstand en verzetten zich er tegen, dat hun priesters op deze wijze beleedigd worden. Wij eeren onze priesters en houden ze hoog. Als Heyermans iemand neer wil halen, blijve hij in alle geval met zijn vin gers van onze priesters af. Vr. Is de Nederlandsche Bank ver plicht bij aanbieding van Nederlandsche postzegels de aangegeven waarde van de zegels uit te keeren in geld? Antw. Neen. Vr. Een mijner kippen heeft een ge zwel aan den kop, tusschen het oog en het oor. Zij eet flink maar is er toch ziek van. Kunt u mij ook zeggen wat ik daar aan doen kan? Het gezwel is niet open. Antw. Penseel de puist dagelijks met gezuiverde bruine teer. De ziekte is waar schijnlijk een afwijkende vorm van dlphtheritis. Het zieke dier apart houden. Vr. 1. Mag ik als eigenaar en bewoner van het benedenhuis (winkel) waar te weinig behuizing is, het bovenhuis, wat binnenkort leeg komt, bewonen? 2. Moet ik zulks nog a/mvragen? Zoo ja, waar? 3. Mag ik zonder aanvragen kamers ge meubileerd verhuren en is de huurprijs daarvoor vrijgelaten? Dit is op hetzelfde bovenhuis bedoeld. Antw, 1. Wij veronderstellen, dat de toestand, zooals hij nu is, al zoo was op 1 Juni 1920. U moogt dan het bovenhuis niet in gebruik gaan nemen, zonder daar voor toestemming te hebben gekregen van B. en W. van Haarlem. 2, U moet aan Burgemeester en Wethouders van Haar lem ontheffing vragen van de Noodwo- gwet. Men zal dan wel een onderzoek instellen naar de wenschelijkheid of nood zakelijkheid om uw verzoek in te willi gen. 3. U moet aan de Huurcommissie aanvragen den huurprijs vast te stellen. U moogt anders wel kamers verhuren, maar geen huurprijs ontvangen. Vr. Bestaat te Haarlem ook gelegen heid om kosteloos levensmiddelen te laten onderzoeken wanneer vermoed wordt, dat deze andere ingrediënten ver- mengd zijn? Antw. Bij den Gem. Keuringsdienst van Voedingsmiddelen, Kampersingel 4, Haarlem. Vr. Mag ik katten, die schade in mijn 'ain aanrichten vangen en afmaken? Antw. De eigenaar van de schadetoe- brengde kat is verplicht u schadeloos te stellen. Recht tot vangen hebt gij op eigen terrein zeer zeker. Voor"'t afmaken als daad van eigen rechting, zoudt gij door den eigenaar kunnen worden aangespro ken tot schadevergoeding. Vr. Is het strafbaar wanneer men een schoolplichtig kind thuis houdt? Antw. Als men het zonder weftige redenen thuis houdt, wel. Vr. Een ruit wordt ingeworpen. Voor wiens rekening moet die worden gerepa reerd, voor die van den verhuurder of van den huurder? Antw. Voor rekening van den huurder. Vr. Tot nu toe zorgde ik alleen voor mijn moeder. Nu wil ik trouwen. Moeten nu mijn andere broers en zusters ook niet bijdragen in het onderhoud van mijn moeder? Antw. Als uwe moeder behoeftig is, moeten alle kinderen en aanbehuwde kin deren tezamen en naar hunne inkomsten bijdragen om in haar levensonderhoud te voorzien, U kunt zich daartoe als 't moet, tot den kantonrechter wenden. (•Er is geen ander Rusland dan Sovjet- Rusland, hoewel er nog steeds menschen zijn die meen en dat dit wel het geval is). Hedenochtend vervoegde zich ten rny- nent iemand die een bedrag op de steun- lijst wilde afdragen en bij die gelegenheid vertelde hij mij dat men hier in Holland, in tegenstelling met den hongertoestand daarginds, zóó weelderig is, dat de slagers met hun vet spek etc. blijven zitten. Hij vond het jammer, dat hij zijn overtollig vet spek (hij was zelf slachter) niet aan die stakkerds kon voeren! Hieruit bleek mij duidelijk, dat ons comité nog lang niet genoeg bekendheid heeft gegeven aan het feit, dat giften in natura nog moer wolkom zijn dan in geld (voor zoo ver zij niet aan bederf onderhevig zijnt) Daarom deel ik hier nog eens mede, dat de beer J. W. Kruyt, secretaris van het Al gemeen Comité voor steun aan de honge renden in Sovjet-Rusland een opslag ruimte heeft ingericht tot het opzamelen van giften in natura die weer verzonden worden zoodra er genoeg is om een wa gen te vullen. Wij zenden daarheen ook alle door ons comité genaaide en verstel de onder- en bovenkleeren, waaraan in Rusland eveneens groote behoefte is. Ie der die iets te missen heeft als vet spek, vet, meel, boonen, erwten, suiker, klee- ren, schoenen of medicamenten, zende dit aan het adres van den heer J. W. Kruyt, Rusland-Comité, Breedstraat 19, te Utrecht, tegelijkertijd per briefkaart de afzending met inhoudsopgave, vermelden de aan den heer J. W. Kruyt, School straat 26, Utrecht. Namens het Sub-Com. Haarlem voor steun aan de hongerenden in Sovjet-Rus land: S. BAKHUIZEN VAN DEN BRINK OZINGE, Secr. HET POLITIEK ADVIES VOOR DE RIJIvSK IESKRINGEN HAARLEM- HELDER. De oproepingiskaarlen en stemWiljetten, welke voor de R.-K. georganiseerde kie- ,zers in 'déze kieskringen gemaakt zijn, trekken bizoiuder de aandadh't. Op die oproepdiiigiikaarlen staat gedrukt: Wij dringen op 'het politiek advies aan. Wie zijn die wij? Zijn dat de !tien bestuursleden ('de an deren uit Haarlem immers iwerdtem weg gezonden) die de grosilijst van cand'idaten HaarlemHelder in elkander zetten, Bon der vooraf overleg te plegen 5n de Kamer- Centrale Haarlem? Wait nu de -Stembiljetten betreft. Het stemvakje voor ihen, die voor het politiek advies wiililen s'temmien, is op vallend groot, terwijl de stemvakjes voor hen, dlie (hét politiek advies niet willen volgen boo opzicht'dijk klein zijn, dat er mei den bestien wil bijna geen cijfening in kan worden gedaan. Wat is nu de bedoeling toch van deze handelwijze? Moeten de honderden georganiseerde kiezers, waarvoor het politiek advies, zeer zacht uitgedrukt, een teleurstelling was hierdoor nog meer worden verbitterd? Indien dit de bedoeling der ontwerpers fa, zijn zij volkomen gedaagd. Of schieten ide plaatselijke R.-K. Kies- vereenigingen soms in1 (haar plichten te kort oin haar kiezers naar tbeihoonen in (te lichten, ook dlaze zullen er niet van ge diend zijn, daar in de laatst gehouden vergadering der Kamer Centrale Haarlem volstrekt over een bizondere aanbieding of andere kleine middelen niet is gespro ken- Is de actie van notaris van Craineriburgh cjs. al niet erg genoeg? Moeten de arbeiders-kiezers dér kies kringen Haarlem—Heüider op zulk een wijze worden gedwongen en gedwongen op de conservatieve élementen van het politiek advies hun 'stem uit Ite hrengen, om straks misschien gewaar te worden, diait de hoeren van Gramenburgh ca. met eigen (heeren) canldddatenlijslten uitkomen, welke alsdan om zg. tactische en prac- tdische redenen met de andere Roomsche lijsten worden verbanden? Deswege moet men een ieder hot redh'i ontzeggen op die op roepingskaar ten de woorden te gebruiken: „Wij dringen et bij u krachtig op aan n aan dit advies te houden I" Laat ieder georganiseerd kiezer thans die woorden gedenken, welke Mr. Bomans op Id'e laatst gehouden vergadering der Kamer Central!» isprak als voorzitter: Het politiek advies is een advies zonder meer, wij wachten lühans op de uitspraak van de kiezers in onzen kieskring. U Mijnheer de Redacteur, dankend voor de verleende plaatsruimte. Een R.-K. georganiseerd kiezer van Velsenl Velsen, 8 Maart 1922. WAT IS DAT TOCH? Met deze vraag wordt mij 'n advertentie voorgelegd „Voort onze arme nieuwe pa rochiën". Ik zet groote oogen op en een ietwat kregel antwoord komt me op die lippen. Maar gelukkig herinner ik me juist bij tijds, dat men nooit iets wint met krege lige antwooalden. Ik ben toen maar rustig aan 't uitleggen gegaan en heb getracht m'n ondervrager duidelijk te maken: le. dat er jaarlijks in ons bisdom 3 tot 5 nieuwe parochiën wordlen opgericht, en dat dit in de toekomst zeker geregeld zal voort blijven gaan; 2e. dat deze om te beginnen eenige tonnen gouds tegen een percent of 0 moe ten leenen; 3e. dat dus alle nieuwe parochiën op zware zorgen zitten, en dat zij al kun nen zij dan niet het medelijden opwekken door een sohamete schuurkenk of door eenig|e parochianen in lompen te demon- streeren, toch werkelijk arm zijn: U weet wel, van die armen, welke de wereld medelijdend bespreekt .alls „fatsoenlijke' armen; 4e. dat deze „fatsoenlijke" armen wel veel hulp vindenj zoolang de parochiekerk in yo orbeividiug is (dan maken zich vele beurzen gemakkelijk open); maar als de kerk er eenmaal staat, dan gaat het als met andere „fatsoenlijke" armen; men be klaagt ze om hun zorgen, maarvergeet ze 4e helpen I Alsof die kerken niet moeten woxdien onderhoudénl En alsof dit met oen paar woorden wordt klaargespeeld! Ik legède mijn ondervrager dan Verder uit: 5e. dat, om die „fatsoenlijke arinen m hun nood (want het is bij vélen een echte noodtoestand') te steunen Mgr. Callier het „Liefdewerk der arme nieuwe parochiën" heert opgericht; &c. dat dit liefdewerk na in de voor gaande jaren die en gene te hebben ge- stennd in 1920 ©enige der allerarmste armen ©en belangrijke} jaarli)ksclw| subsi die heeft kunnen toekennen; 7e. dat in 1921 het aantal ondersteun den gelukkig kon worden uitgebreid; 8e. dat het in 1922 noodzakelijk nog meer moei worden uitgebreid!; 9e. dat dit alleen gebeuren kan bij aan merkelijke verhoogiing van linkoiristen, wel ke wij ófwel door kleinere jaarlijksche (of hntfjaai'üjksche, of driemaandelijkscli© of maandelijkse,he) bijdragen hopen te ver krijgen; 10e. dat wij daarom voortdurend op allerlei wijzen bedelen voor onze arme nieuwe parochiën. Toen ik dit alles haarfijn (en lang met zoo droog als ik het hier neerschrijf) had i uitgelegd, meende ik', dat mijn ondervragen na wel was ingelicht, En daarom stelde ik tegenover zijn vraag mjjn vraag die ik ook st«4 aan ab le lezers van dit Wad: „En nu zult U zeker aan zulk een nood zakelijk liefdewerk edelmoedig meedoen?" Wat mijn ondervrager antwoordde, ine teresseert natuurlijk mijne lezers niet}) maar mij interesseert wel het antwoord, dat m'n lezers mij zullen geven. Dat dit een groote vrmeerdering vaq. inkomsten zal breng|en hoopt en verwacht Rector TH. M. P. BEKKERS* Voorschoten, Postrekening 8725. N. B. Over toegeze^e giften en perio dieke bijdragen zal zonder mankeeren trouw worden gedisponeerd. Ofschoon wij, landbouwers en tuinders, beter gewend zijn met den schop dan met de pen om te gaan, gevoel ik mij toch gedrongen den heer Mebius „den kam pioen voor goedkoope aardappelen" even van antwoord te dienen. Eén der onaangenaamste van alle be roepen is zeker wel dat van landman. Van hitte en koude, van regen en sneeuw krijgt hij op het vrije veld steeds de volle laag. Zijn geheele bestaan is afhankelijk van weer en wind en ook van werken krijgt hij ruimschoots zijn deel, want als de ste deling zich 's morgens naar zijn fabriek of kantoor begeeft, om daar 8, 7 of 5 uur zwaar en hard(?) te werken, ontmoet hij reeds den boer mejt zijn melkbussen, welke reeds 4 uur werkens achter den rug heeft en als men soms uit de stad eens een kijkje in de aardappelstreken ging nemen in den zomer, zou men kun nen constaeeren, dat de tuinder van den hooggeprezen 8 urendag nog niets moet hebben. Hij verlaat 's morgens om drie uur (zegge drie uur) zijn woning en keert om 7 uur (en van de veiling soms om 9 en 10 uur) pas huiswaarts. Zelfs Zaterdagsmiddags, wanneer de „bewuste" arbeider van welks zweetf?) de kapitalist zich vetmest, loopt te wan delen op de buitenwegen, kan hij den tuinder nog zien ploeteren, welks zweet lang zoo duur niet schijnt te zijn. En waar om werkt de landman zoo lang en zoo zwaar? Zeker niet voor zijn pleizier. Het gemak past immers ieder mensch en als men soms denkt, dat de landman rijk wordt van de dure melk en de dure aard appelen, dan begrijp ik niet, dat er nog geen kapitalisten zijn, die een groot land bouwbedrijf oprichten in de plaats van hun fabriek of werkplaats. Ook heb ik nog nooit gezien dat een onderwijzer, ambtenaar of Kamerlid hun zoons land bouwer of tuinder liet worden, wel an dersom en mochten er weer eens vette oorlogsjaren komen, dan hoop ik, dat men mij directeur of inspecteur van het één of andere crisisbureau maakt (welk, maakt niet uit), daar vakkennis geen vereischte isl En dan hoop ik, dat de heer Mebius a ardappels gaat bouwen cn er r ij k mee wordt en ah de vakarbeiders eens een paar vrijgestelden een jaar op het land lieten werken, konden ze een juist inzicht krijgen omtrent het werk en de winsten van den landman. Ja, ik durf beweren, en ik tart iedereen om het tegendeel te bewijzen, dat het ge middeld inkomen van den kleinen land bouwer of tuinder heel wat lager is dan dat der ambtenaren en arbeiders, welke bij iedere duurte maar op den landbouwer schelden. Eigenaardig is het, dat de klachten steeds komen uit do grootste steden, waar het meest verdiend wordt, terwijl men van kleine plaatsen weinig hoort, alhoewel daar ook heel wat verbruikers zijn. Dit komt natuurlijk door dat in de kleinere steden bijna iedereen in den herfst tegen matige prijzen zijn eigen wintervoorraad opdoet, zoodat men daar vaak blijde is, als de boer goede zaken maakt, want is de boer arm, dan gaat het den burger ook niet best. En wat het buitenland betaald, wordt in het binnenland verteerd. Wil men dus in de grootere steden goedkooperc aard appels eten, dan zal men wijs doen a.s, herfst wintervoorraad op te doen, maar als ik dezen raad durf geven, dan zal men zeggen, ik heb er geen goede plaats voor en men doet het weer niet. Heusch, de woningen in de kleinere ste den zijn ook niet speciaal ingericht tot aardappelenbergplaats. Maar gebrek aan ruimte is het niet, dat zoovelen geen goedkoope aardappelen op zolder hebben. Neen, de oorzaak ed de hoofdoorzaak der geheele aardappelen-misère is, het gebrek aan spaarzaamheid. Dus het gebrek aan geld bij zoovelen. Verleden herfst konden de allerbeste Bravo's hier op de veiling nog geen 8 cent per kilo opbrengen. Ver langend zagen de tuinders uit naar be tere prijzen, doch dat bleef uit, de groote steden betrokken niet genoeg en het bleef mis. Degenen die om geld verlegen waren of bang waren dat het nog erger zou worden, ruimden ze op voor 7 7Yi cent, een prijs welke zoowat uitkomt op 35 ct. uurloon voor den verbouwer, een reuzen loon voorwaar. Anderen kuilden ze op en ondervonden rfeze winter veel schade van vorst, de veldmuizen enz. en nu zou mijnheel M. willen, dat ook deze tuinders die all« risico hebben gedragen, ze voor een prikje verkochten, en waarom? Zeker omdat zoo menig stedeling in plaats van winter voorraad op te doen, zijn geld verbraste in bioscoop en tingeltangel. En als som migen nu werkelijk een klein buitenkansje hebben, zoo zal u als deskundige, zeker toch wel weten, dat we, o zoo vaak een strop hebben en dat wc werken moeten tot onzen dood, daar ons nooit geen pen sioen zooals u en anderen verleend wordt. Over de groenten zal ik maar zwijgen, men kon het immers in alle couranten lezen, dat de koolakkers door de droogte en de koolluis nagenoeg ver woest waren. Van harte hoop ik, dat de bond door den heer M. bedoeld, tot stand komt en hij dan op onze veiling voor zijn duizenden? medeleden komt koopen a contant s. v. p., dan kan hij eens persoon lijk de tuinders en kooplieden leeren ken. nen en bemerken, dat t lang met zulke 'woekeraars zijn als hij wel denkt. Ook dc handel is met de hooge prijzen mei gebaat, daar er nu veel en duur bedrijfs- kapitaal noodig is, doch ook dit schijnt mijnheer M. niet te weten. Nogmaals mijnheer M., komt en overtuig u, er valt hier voor u nog heel wat te leercr, al meent u deskundige op land- en tuin- bouwgebied te zijn. N. BAKKER, tuinder, Veiling St. Joseph, Medembi'e P.S. Andere bladen welke het stuk van den heer Mebius opnamen, worden verzocht ook dit stuk over te nemen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 7