Toen zij aan hem dacht, kromp haar hart ineen en een snik welde op uit haar boezem. Het scheen haar toe, dat zij zelfs niet de bewaakster was, die men van haar had willen maken, nóch een jonge vrouw, zooals zij die hier wonen zou, maar een weduwe, de ontroostbare weduwe van een edel, schoon en goed man, van een anderen Jean de Burgau, dien zij zou bemind hebben en die dood zou zijn, haar achterlatende met een zwakke, vluch tige herinnering. Maar hoe weinig belangstelling de vrouw van Malcolm waardig zou zijn, hoe terugstootend en aanmatigend zij ook mocht zijn, Monica beklaagde haar, "hoewel zij misschien het meest haar eigen ongeluk beklaagde in deze on- bekende vrouw. Malcolm was gehuwd en zou op dezen dag zelf van een lange reis terug- keeren. Sir Bear alleen was de huwelijks plechtigheid gaan bijwonen, wijl de financiën der familie geen verplaatsing en masse gedoogden. Men was nu echter aan den dageraad van een nieuw en gemakkelijker leven en dit denkbeeld stem'de de familie gunstig voor de erf gename, die heden verwacht werd. Zij liet zich echter wachten. Het regende bij stroomen en Monica, die met de geheele familie bij het vuur zat, dat men ondanks het jaargetijde had aangemaakt, dacht, dat de hemel de intrede van lady Roselyne op Black- horn niet begunstigde en dat zulk weer niet bijdroeg om haar het kasteel en zijn bewoners onder gunstig licht te toonen. Eindelijk bewees het geluid, van het openen van het hek en het rijden van een rijtuig, dat de jonggehuwden hun terugkeer niet tot een minder regenachtigen dag hadden uitgesteld en men begaf zich naar de hal, om de jonge vrouw te ontvangen met al de eerbewijzingen verschuldigd aan haar rang, jtls echtgenoote van den oudsten zoon en aan haar beteekenis als erf gename. Jessy en Jack evenwel, die boven op den uitkijk gestaan hadden, kwa men aankondigen, dat Malcolm geheel alleen en te voet aankwam. En wer kelijk kon iedereen hem zien naderen onder een plasregen, met groote stap pen loopende en gehuld in een grooten regenmantel. Hij trad de hal binnen, zich als een poedel schuddende. En toen kwam uit de ruime plooien van zijn patriarchale mantel zeer geheimzinnig een klein schepseltje, een jeugdige brunette met frisch rooskleurig gelaat, die op haar gelakte laarsjes geen spatje modder, op haar kapsel geen druppel water en in haar reisjapon geen enkelemjjverkeer- den plooi had. Zij droeg een fonkel nieuwe trouwring aan haar ongehand- schoende hand en keek met haar schitterende oogen en een air van ge wicht rond. Zonder eenigszins verlegen te zijn over de zonderlinge manier waarop zij gekomen was, maakte zij een gracieuse doch ernstige buiging, terwijl Malcolm haar voorstelde als „lady Roselyne, mijn vrouw." De oogen van lady Roselyne bleven glimlachend rondzien, doch haar gelaat bewaarde dien waardigen ernst, waar door zij haar nieuwe familie wilde im- poneeren. Zij wendde zich tot haar echtgenoot en met een verlegen glimlachje en levendigen blik vroeg zij fluisterend „Wie moet ik omhelzen? Je had mij gezegd dat ik er twee omhe'zen moest," hernam zij, alsof zij zich gereed maakte op goed ge'uk af deze twee bevoor rechten uit het geze'schap te kiezen. „Tante Aramithe en mijn zuster Jessy." antwoordde Malcolm zonder eenige aarzeling. Zij gehoorzaamde, drukte vervolgens haar schoonvader en zwagers de hand, maakte een zeer hoffelijke buiging voor Monica en keek miss Aramithe aan met een vriendelijke welwillendheid, die de oude miss bijna deed blozen, een wondervol resultaat, dat nog nooit iemand bereikt had. Toen keek zij rond. alsof zij iets zocht en zei ;„Ér ontbreekt er een Je hebt mij gezegd dat er vier zouden zijn, Malcolm," voegde zij er op ver wijtenden toon bij. Men legde haar uit, dat haar vierde schoonbroeder, Harry, te Londen was zij. scheen er spijt van te hebben, men had haar er vier beloofd en zij meende wellicht, dat in alle dingen men haar moest geven, wat haar toekwam. ,,Je bent laat; wij dachten, dat je vandaag niet meer komen zou," sprak sit Bear tot zijn zoon, terwijl miss Araminthe zich gereed maakte om haar nieuwe nicht naar haar vertrekken te geleiden. De overige familie keerde naar het salon terug. Toen de tijd voor het diner naderde, kwam Malcolm en zijn.vrouw beneden. Bij hun nadering vernam men een onbegrijpelijk geraas, dat deed denken aan het geluid van een dollen wedloop vermengd met dat van een gedempt gelach. Zij maakten echter beiden een onberispelijke entrée. doch de aardige wijze waarop zij plaats namen kon den indruk niet wegnemen, die op de aanwezigen gemaakt was, alsof Malcolm Bear op de trappen had loopen stoeien als een jonge beer op vacantie en verstoppertje had gespeeld in de hoeken van de ouderlijke woning. De jonge vrouw was in keurig toilet en bleef kaarsrecht op haar stoel zitten. Malcolm wisselde eenige woorden met zijn broeders en Monica, rustig in de schaduw gezeten, beschouwde Rosey met aandacht. Zij meende haar reeds meer gezien te hebben. Dit liefelijke gelaat wekte herinneringen bij haar op, die zij onmogelijk nader kon bepalen. Jessy en lady Roselyne namen elkan der ongemerkt op, zooals dit twee jonge dieren van verschillende soort zouden hebben kunnen doen, die echter door geen vijandig instinct van elkaar ge scheiden waren. De .bewonderenswaardige houding van lady Roselyne de Burgau scheen te wankelen. De jonge vrouw had een grooten hond bemerkt, die plat op den buik in een hoek van den schoor steen lag te slapen. De verzoeking was, te sterk. Roselyne strekte een hand naar het dier uit, deed geheime pogin gen tot toenadering en meer en meer bekoord naderde zij hem onbemerkt door haar stoel te verschuiven, tikte den hond op den kop. terwijl iedereen rondom haar de grootste onverschillig heid toonde voor het gevaar waaraan zij zich blootstelde door dergelijke vertrouwelijkheid met den woesten Ormuz. In den grond was Ormuz ech ter vrij mak. Deze betuigingen van vriendschap waren echter niet voldoende voor de toegenegenheid van de lady. Zij boog zich over Ormuz en in een plotse linge opwelling, die haar alles deed vergeten, knielde zij naast hem op den vloer om hem op haar gemak te kunnen liefkoozen en haar snelle beweging verspreidde in het vertrek het parfum van haar kapsel en haar kleederen. Sir Bear, die de plechtigheid van deze eerste kennismaking niet vergat, bewoog zich niet. Monica zag Malcolm gereed om te spreken, stellig om een van die ruwe uitvallen te laten hooren, waarvan Jessy zoo menigmaal te lijden had gehad. Tot aller verbazing sprak hij echter op kalmen.vreedzamen toon, terwijl hij een bisonhuid toeschoof „Daar zit je beter op, Rosey, beproef het eens." Zij zou er gebruik van ge maakt hebben, als Basile niet met groote plechtigheid was komen aan kondigen dat het maal klaar stond. De bruidschat van lady Roselyne moest buitengewoon aanzienlijk zijn. Dit was alles wat Monica kon opmaken uit de geduldige zachtmoedigheid van Malcolm. Malcolm opende vooreerst den mond niet dan om op ruwen toon te vragen, waarom tante Araminthe niet een zekeren koek had laten klaarmaken, maar hij kalmeerde weer, toen Basile op zijn uitgestrekte armen een monster achtige pudding binnenbracht,waarvan de grootte, de stevigheid, de bouworde van torens en borstweringen en de op stijgende vlammen lady Roselyne spra keloos van bewondering en opgetogen van vreugde schenen te maken. Malcolm was gelukkig weer in zijn oude hol terug te zijn en zijn oude ge woonte te kunnen hervatten. Hij had zich een geheele maand opgeofferd tot welzijn van zijn familie en nu deze plicht vervuld was en al de beslomme ringen van zijn huwelijk achter den rug waren, kon hij uitrusten en met welgevallen naar zijn geweer en jacht- costuum omzien. Hij was echter in gale bij het diner, zooals dezen avond ook zijn vader en zijn broeders en moest in dit dagelijksch offer volharden wegens zijn verplich ting als echtgenoot. De jonge mannen van Burgau had den ondanks alles de stof in zich van gentlemen, een voorrecht, dat niets geheel had kunnen doen verdwijnen, dat hun van nature toebehoorde en waarvan het bezit niet meer verdienste had dan de kleur van hun bloed of de samenstelling hunner beenderen. Malcolm noch zijn broeders toonden door hun humeur de gedwongenheid die hun opgelegd werd door dit ele gante persoontje met haar juweelen, haar kanten, haar fluweelen en zijden kleederen,, haar fijne manieren en haar oude gemelijke kamenier. Men ondervroeg Malcolm over zijn laatste reizen, maar hij had niets ge zien. Steden, meren, watervallen, hoo- ge bergen, musea en monumenten waren zpn oog voorbijgegaan zonder een spoor in zijn geheugen achter te laten. Het was verloren geld, uit het venster gesmeten of uit de portieren der wagons, maar het was niet sir Bear geweest, die deze kosten had moeten betalen. En Rosey had niet meer gezien. Ja, daar waren zij geweest niet waar, Malcolm, en toen daar nog. Ja ja, zij had er zoo'n idee van. Men had hun alles laten zien kathedralen, o veel kathedralen, zij was er zeker van. In. welke donkere wolken hadden zij in werkelijkheid rondgedwaald Na het diner verlieten de vier dames van Burgau de zaal in de hiërarchische orde, voorafgegaan door Josiah, die beleefd buigende de deur voor haar openhield. Roselyne, die met Monica de eer van den voorrang deelde, sloeg vleiend den arm om Monica's leest en beschouwde haar met een bijna teedere uitdrukking, waaronder een zeker medelijden met deze stille, schoone jonge vrouw zich verschool, wier geschiedenis zij meende te kennen en die meer weduwe was dan wanneer haar echtgenoot overleden ware. „Ben je niet blij mij te zien," vroeg zij zacht. „Ik," besloot zij openhartig, „ik ben Zoo blij voor u." IV. Het was de verjaardag van Moni ca's geboorte. De jonge vrouw had gemeend dat niemand zich om dezen datum zou bekommeren. Haar vader misschienHelaas, waar was hij. Zij had niets van hem gehoord, wat haar tot zekere hoogte geruststelde. Hij moest in veiligheid zijn en hij wist niet tot welken prijs Monica zijn be vrijding gekocht had. Hij wist zelfs niet, dat zij Jiaar naam verwisseld had en het leek de jonge vrouw of deze onwetendheid hun nog meer van elkaar vervreemde. Zij had met een slag alles opge offerd, wat zij aan toewijding haar vader zou kunnen geven in den loop van een lang leven. Nu was eij niets meer voor hem, zij behoorde geheel aan den ziekedie haar niet be minde, die haar aanwezigheid zelfs niet scheen op te merken. Zou hij zelfs wel onderscheid maken tusschen Mo nica en Celia-Jane Toen zij de kamer van Celia-Jane doorging om zich naar Jean te begeven, zag Monica de oude vrouw zitten in een treurende houding, .de handen werkeloos in den schoot. Monica raak te haar schouder even aan. De oude dienstbare hief het hoofd op en toonde Monica haar grauw gelaat waarop de tranen, brandende tranen langzaam vloeiden, die de smart uit een bijna verdroogde bron putte. Monica -wist dat de oude vrouw Jacob beweende. Celia Jane droogde plotseling haar tranen. ,,Er is niets aan te doen, my- lady," sprak zij bij wijze van veront schuldiging. „Het is om mijn oudje, ziet u Monica ging heen, getroffen, door de ongeneeslijke smart van deze oude, verwelkte vrouw," die haar leed niet kon verkroppen, die geduldig den dood afwachtte, het uitstel verdroeg vrij kort evenweldacht Monica met afgunst dat haar scheidde van den metgezel harer hooge jaren. Monica trad bij Jean binnen. Na hem met een enkel woord gegroet te hebben, waarop hij nauwelijks ant woordde, zette zij zich neer en greep een boek. Het salon was eer een werkkabinet of bibliotheek, met zijn groote meu belen van gewreven glad eikenhout. Een oude bibliotheek diende om het vlechtwerk van Jean, de handwerkjes en de boeken van Monica te brengen. De pendule van massief brons, die nauwkeurig den tijd aanwees, was het eenige voorwerp waarnaar Jean soms keek, maar alsof hij de beteekenis der wijzers niet begreep. De aankomst van lady Roselyne was voor Monica ge weest als een verwarmende zonnestraal. En heden, ondanks haar droefheid, die haar geboortedag in haai terugriep, was zij besloten een weinig van de vriendelijke zachtheid, die op Black- horn gekomen was tot haar te laten doordringen. Eiken dag las zij Jean voor, sprak een weinig tot hem en trachtte een vonk van verstand in hem aan te wak keren. Zij las als naar gewoonte maar met meer zorg en langzamer en als gewoonlijk bemerkte zij, dat Jean niet luisterde. Zij ging voort, maar het was vooral voor zich zelf, dat ze eenige verzen las van den dichter Whittier. Zij las met gedempte stem, doch met een weemoedig vuur de troostende woorden. Voor zij ophield was Jean echter opgestaan en had zich naar het terras begeven en het scheen alsof hij door het .geluid zijner voetstappen en bewegingen de woorden van Monica wilde verdooven. Had zij hem gehinderd Zij legde het boek op de tafel en liet het htofd daarop neerzinken. Zij was werkelijk gebonden aan een doode en werd geheel moedeloos. Maar zie, een frisscbe, aangename geur die uit haar boek zelf scheen voort te komen, streelde haar zintuigen. Naast haar in de plooien van een pasbegonnen handwerkje ontdekte zij eenige viooltjes een dozijn hoogstens, die onder den invloed dér zeelucht een ziekelijk aanzien hadden gekregen. Zij bekeek ze met een ongeloovige verrassing. Een gevoel.dat haar vreemd geworden was deed haar trillenja het was vreugde, die deze bloemen haar verschaften. Iemand had dan om haar verjaardag gedacht Maar wie. Dit kon alleen Celia-Jane geweest zijn. Monica was weldra weer ontmoedigd. Wist zij niet dat Jean ongevoelig was op dit punt Dat hij heengegaan was vond zijn reden misschien in een on duidelijk verstaan van de gelezen ver zen, dat hem pijn gedaan had. Monica werd op het kasteel ver wacht en zij ging heen zonder te trach ten Jean weer te zien. Zij verdeelde echter haar viooltjes met hem, zette de eene helft in een vaasje en ging toen om Celia-Jane te bedanken. De oude vrouw was een weinig gekalmeerd en schudde glimlachend het hoofd, toen zij de bloemendag, die Monica haar toon de. Eenige dagen later stapte tegelijker tijd twee jonge rezigers in het „Wapen van Burgau" af en vroegen tegelijk een rijtuig naar Blackhorn. De handige herbergier wist ze gemakkelijk te be wegen in dezelfde cabriolet den weg af te leggen die Ridge met het kasteel verbond. Na een kilometer te hebben afge legd, hadden de reizigers elkaar hun naam en het doel hunner reis mee- geddeeld. De oudste en grootste, de zich Georges Man noemde, ging op Blackhorn een zieker vriend bezoeken* De andere de jongste reiziger, die Amos beurtenissen in zekere kringen hebben de Burgau mij bewees, u weinig belang Georges liep plotseling zijn geleiders Heller heette ging op Blackhorn zijn veroorzaakt." inboezemen. voorbij en op Jean toe met uitgestoken diensten aanbieden als leeraar voor „In katholieke kringen, in uw kring Al de Burgau's beschouwden hem hand. Voor hij echter bij den zieke was, den jongsten zoon van Sir Bear de van monniken zeker. In den onzen met ingehouden verbazing, zonder vertraagde hij den stap en liet de hand Burgau. hebben er ook geloopen. Men heeft echter iets te zeggen. Georges echter zakken.„Maar Jean, ik ben het.... Hiermede waren hun vertrouwelijke uw orde beschuldigd of de orde van sprak Gij boezemt ons integendeel Herken je mij' niet?" mededeelingen geëindigd en tot Black- pater Etienne, dat is zeker hetzelf- veel belang in en uw getuigenis kan „Kom Jean,'' sprak sir Bear, „ge horn bewaarden zij verder een diep de den erfgenaam van lord Archi- ons een werkelijken dienst doen." herkent je ouden vriend Georges Man stilzwijgen. bald te hebben willen overmeesteren „Maar, mijnheer Amos, zijt ge zeker toch wel Hier werden zij in het salon door de en opsluiten. De eene dwaasheid is u niet in uw herinneringen te verwar- Jean keerde langzaam het hoofd om geheele familie ontvangen, uitgezon- de andere waard." ren," vroeg sir Bear op strengen toon. en keek Georges aan. derd Monica. Georges Man nam sir „U heeft meer belang bij het ont- „O, mijn hemel," riep het jonge Een oogenblik van stilte volgde, Jean Bear ter zijde en richtte eenige woor- kennen dezer dwaasheden dan wij." mensch in zijn laatste verlegenheid, werkte niet meer. Ieder beschouwde den tot hem. „Wat heeft men gezegd in de kloos- zoudt u meenen reden te hebben om te zijn versteende gelaatstrekken met een „Zeker, mijnheer," antwoordde sir ters van Ierland? Dat Jean niet krank- meenen, dat ik mij vergis? Jean Lan- mengeling van angst en schrik, alsof Bear luid en wees naar een naburig zinnig was, dat hij tegen 'ijn wil hier celot Mortimer de Burgau.... Ik heb men verwachtte, dat een vlam plotse- vertrek. Toen wendde hij zich tot zijn gehouden werd," sprak sir Bear met brieven van hem. Ja, ja ik heb ze ling den nacht zou verbreken, dié dit andere bezoeker. diepe minachting. Ge moet echter mijn niet vernietigd, ze zijn bij mijn zaken voorhoofd bedekte. „Een leeraar voor Her.ry neef voldoende kennen om te weten, ingepakt en bevinden zich in het kleine „Ja," zei Jean, „ik ken u. En het „O, neen Henry komt niet op Black- dat zooals hij vroeger was, men herri' logement van Broad Lane. Hij heeft hoofd omwenden, vroeg hij :„Zijt gij horn terug. „Maar," vervolgde hij, „ik niet terughield tegen zijn wil." mij geprotegeerd, aan zijn oom aanbe- alleen?" heb uw naam reeds gehoord; waart ge Hij hield op, miss Aramithe liet volen, toen is hij mij moe geworden," „Ah zei sir Bear, „dat is zijn ma niet aan mijn bloedverwant, lord Ar- met geraas haar vork op de tafel vallen, sprak op meewarigen toon. „maar ik nier dit te vragen, als men hem zien chibald de Burgau aanbevolen? Zij wendde haar verschrikt gelaat naar zal u zijn mooie brieven laten zien." wil." Bij het hooren van dezen naam hief de beide mannen. „Intusschen," sprak sir Bear, ter- Jean hervatte zijn werk hij herhaalde de andere bezoeker het hoofd op. „Dat „Hoe kan men," zei zij met snik- wijl hij van tafel opstond, „ben ik zijn vraag niet, omdat hij er blijkbaar is zoo," antwoordde de- heer Amos kende stem. „Is dat geen schandelijke bereid, mijnheer Georges Man, u alle geen gewicht aanhechtte. Maarzooals met een uitdrukking van respect. laster!! Maar, mijnheer, hij is onze inlichtingen te verschaffen, die ge ver- sir Bear gezegd had, dit bijzijn van een „Mijnneef heeft over u gesproken. Mis- bloedverwant, hij draagt denzelfden langt. Beschik over mij, ik ben tot uw vreemdeling vermoeide hem, hij was schien vond ik iets voor u. Ik geloof, naam als wij, hij is de neef van onze orders uit dankbaarheid over de ge- bleek geworden. dat lord Boad een leeraar zoekt. Als kinderen, een jonge man zooals Jack, negenheid, die ge voor mijn neef koes- „Ik'ben alleen,' antwoordde Georges, ge tot morgen wilt wachten, zal ik Franck of Josiah. En men zou bewe- tert." „Etienne is nog altijd ziek maar ant- u een .brief van aanbeveling medege- ren, dat wij zijn vijanden zijnhet Georges minder terughoudend dan woord mij, zoudt gij willen.. venof ik zal zien, of ik u niet kan is afschuwelijk, zeg ik u in het begin, wilde sir Bear volgen. „Niets," zei Jean. „Gij vermoeit zetten aan het ordenen der archieven." „Zwijg, Araminthe," zei de baronnet Terwijl deze eenige woorden richtte mij. Laat mij met rust." Toen dit aldus voorloopig geregeld geheel kalm. tot mis Araminthe, naderde lady Rose- Georges greep de koude, beweging- was, noodigde sir Bear de beide bezoe- Het verdriet en de verontwaardiging lyne Georges en keek hem aan met de looze harfd, die zijn druk niet beant- kers aan den maaltijd, die juist opge- der oude dame waren echter zoo dui- naieve nieuwsgierigheid van een be- woordde. dragen was en informeerde gedurende delijk, dat Georges spijt had, die on- dorven kind. „Zie eens, mijn beste Jean, mijn oude het diner bij Georges Man naar de orde willekeurig te hebben veroorzaakt. „Het spijt mij dat ge mij kettersch kameraad, je hebt toch alles niet der grijze paters, waarover zulke inte- „Ik hecht niet meer waarde dan u vond," sprak zij, „maar het doet mij vergeten. Herinner je je niet meer ressante berichten waren gepubliceerd, aan deze sensationeele verhalen ik genoegen u te leeren kennen, pater." onze schoone uitstapjes in Amerika, „Weet ge wel," vroeg hij dat deze wend mij dan ook tot u om een punt „Pater!herhaalde hij glim- onze tochten, onze vermoeienissen orde bij ons niet gunstig bekendstaat toe te lichten, waarvan u de waarde lachend. Neenten minste nog niet. En de kleine kapePvan pater Etienne.... en dat pater Etienne niet gemakkelijk zult erkennen. Op welken datum pre- „O dat is maar een kwestie van tijd En onze nachten onder de tent en verlof zou bekomen hebben in dit land cies heeft u Jean de Burgau weergezien voor u. Malcolm, ik zou gaarne hebben, onze ritten in de prairie. En den dag te verblijven, als hij u naar Engeland sinds zijn oneenigheid met lord Archi- dat ge den pater de hand geeft. Na dat wij" moe en uitgeput waren en jij had willen vergezellen. bald zijn oom eenige weifeling drukten de beide man- een gewond Indisch kind op js paard Is pater Etienne niet het hoofd van „Op het einde van Januari," ant- nen elkaar flauw de hand. Sir Bear Het zitten, na je laatste levensmidde- die orde?" woordde sir Bear geheel kalm. Den geleidde Georges en de jonge Amos len met hem gedeeld te hebben.... „Ja, maar bij is nog veel te ziek om twintigsten of den twee-en-twintigsten begeleidde met een vriendelijk en be- En dien anderen avond, 'oen wij ver zijn post te bekleeden. Hij is niet zoo Januari. Josiah of Malcolm, mijn zonen, scheiden gelaat de dames naar den tuin. weg tusschen de boomen door het licht spoedig als ik van de koorts hersteld, zullen zich dit beter herinneren dan ik." eener lamp voor het venster van een die ons had aangegrepen in de groote „Den twintigsten," zeiden Malcolm X. afgezonderde boerderij zagen. Deze moerassen van Lemboy, tijdens onze en Josiah te gelijk. lamp brandde daar zeker om iemand reis in Amerika." „Welnu," hernam Georges bekom Een uur later kwamen de Burgau's den weg te wijzen, die terugkeeren Is u nu geheel hersteld merd, „wij zijn er bijna zeker van, dat met Georges terug. Sir Bear trad het moest en je hebt ons toen gezegd, „Ja ongeveer." Jean Amerika veel vroeger heeft ver- salon binnen en zag Amos aankomen, dat ge zoudt willen binnentreden in „Was pater Etienne neet een intieme laten, op zijn laatst in September, die van een wandeling met Jessy en zulk een huis en er thuis zijn en terwijl vriend van zijn neef Jean de Burgau Daarheen gaan nu vooral onze naspo- miss Araminthe terugkwam. wij onzen weg vervolgden,sprakEtienna „Ja," antwoordde Georges, „pater ringen. Als de minste twijfel bestaat „Is lady Monica in het paviljoen," ons van een ander licht, dat schittert Etienne was ons beider vriend, maar moeten wij tot eiken prijs zijn spoor vroeg sir Bear aan zijn dochter. om ons te geleiden tot daar waar wij ofschoon hij Slechts weinig ouder was terug vinden tussqhen deze twee tijd- Jessy antwoordde ontkennend en allen thuis zullen zijn." dan wij, waren wij een beetje zijn leer- stippen. In September was Jean niet verwijderde 2ich met miss Araminthe. Men had echter'de treurige indruk lingen." meer in de Vereenigde Staten. Waar' „Waarom hebt ge ons niets gezegd dat deze woorden vruchteloos waren „Heeft pater Etienne u gezonden was hij toen?" sprak de jongeman met van uw relaties met mijn neef," vroeg voor Jean. Hij had een beweging ga- „0, ik zou uit mij zelf gekomen zijn zulk een ernstigen en scherpen nadruk, sir Bear aan Amos. maakt om te luisteren, maar hij leenda en wel veel vroeger, als mij dit mogelijk dat niemand hem kon antwoorden. „Ik kon niet veronderstellen, dat het oor aan deze vpoeger zoo bekende geweest was, maar inderdaad, ik ver- „Hij was te Cairnbagh met mij," hij hier bij u was. Hij had huwelijks- stem, zooals men luistert naar den tegenwoordig pater Etienne." antwoordde een zwakke stem. plannen met een katholieke Iersche, stroom, waar de zee tegen de rotsen Plotseling scheen hem een groote En de heer Amos blozende tot onder plannen die zijn goede verstandhouding slaat, onrust te overvallen en hij zei bijna de wortels zijner blonde haren bij het met zijn oom in de waagschaal stelde. „En dien nacht, dien wij hebben onwillekeurig :„Wij konden de tijdin- kruisvuur van blikken, dat zich op Ik meende te kunnen aannemen dat doorgebracht bij een Indisch kamp," gen, die wij van onzen vriend verna- hem richten, voegde er met een ver- 'n .geheim huwelijk hem aan die dame ging Gèorges voort met een dringende men, niet gelooven. En daarbij zijn schrikte gelaatsuitdrukking maar op verbonden had....Amos voegde nog stem, „dien nacht zoo helder, zoo onverwacht vertrek...." een stelligen toon bij ;„Ik heb hem in veel andere bijzonderheden over zijn schitterend, met zooveel sterren en „Heeft mijn neef u niet over zijn October ontmoet in de groote vlakte voormalige beschermer hier bij. Schou- waarin gij zeide, dat onze arme aarde, plannen ingelicht van Cairnbagh. die ik zelf doorkruiste derophalend zei sir Bear tot Georges die als een sombere kei tusschen edel- Wij waren gescheiden. Pater Etien- wij waren daar twee weken ingesloten „Ge ziet het. Wat he"b ik u gezegd gesteenten tusschen de sterren rolde je ne en ik waren achter gebleven in de door .de overstroomingen en sedert „Maar," vervolgde Amos met schrik, toch schoon en goed leek en dat je moerassen, half dood, zonder eenige heeft hij mij verscheidene malen ge- „ik meende uit uw woorden van zoo- uw leven zou willen...." tijding. Toen men ons eindelijk in het schreven." even te begrijpen heb ik u goed „Laat mij met rust," herhaalde vaderland terugbracht, hoorden wij, „Maar," hernam hij met een naief verstaan .zei u niet, dat Jean de Jean met de stem van een automaat, dat Jean de Burgau het verstand ver- wantrouwen in zich zelf, dat was mis- Burgau het verstand verloren heeft „Laat mij met rust. Ge vermoeit mij." loren had. Daar moet echter een ver- schien niet dezelfde persoon. Ik spreek „Neen, neen." zei Georges op leven- Hij stond op en pijnlijk steunende schrikkelijke dwaling in het spel zijn. van Jean de Burgau, neef van lord dige toon :„Dat is zoo niet. Hij is op zijn stoel wilde hij heenga n Mal- „Maar," zei Josiah eenigszins spot- Archibald,die met zijn oom twist gehad alleen ziek." c°Im echter sprak op ruwen toon tot tend :„uw verblijf in de moerassen had en lang in Amerika geweest is." „De commissie, die hem onderzocht GeorgesGij hebt niet wiMen geloo- heeft u misschien ongeschikt gemaakt „Ja, dat zeiden wij," hernam Mal- heeft, oordeelde anders," verklaarde ven.... Hij heeft u niet verstaan. Hij om dit te beoordeelen colm driftig sir Bear, „maar de discussies op dit onderscheidtde haat niet van de vriend- Georges keek den spotter vast aan. „O, dan kan ik u tijding van hem putït zijn nutteloos, zij zullen hem het schap, ja hij gevoelt zelfs geen warmte „Gij bedriegt u, mijnheer," ant- geven." verstand niet teruggeven. Ziet u zelf, of koude, zie maar. woordde hij, „als gij u verbeeldt dat „Onnoodig, hij is hier." mijnheer Man, beter kan ik u niet Hij liet een brandend hout uit den onze verdenking ongegrond is en dat „Hier Is hij hier Jean de Burgau zeggen. Wij zullen voor u een uit- schoorsteen rollen tot het zijn neef in ik hier kom zonder eenig bewijs. Neen, O, ik dacht er niet meer aan, mijnheer zondering maken op den regel, dien den weg lag. Jean ging voort met zijn neen, Jean is niet krankzinnig, dat is Georges Man, dat hij de vriend was, men ons heeft voorgeschreven, wij zijn gebrekkiger, gang zonder een duim- onmogelijk." dien ge op Blackhorn wildet bezoe- voor onzen neef verantwoordelijk, maar breed uit den weg te gaan voor het „Maar, mijn waarde heer," zei nu kenik verlaat mij op u. Mijnheer Amos schitteren van het brandend hout sir Bear, „neem mij niet kwalijk, maar Amos was rood van opwinding, zijn Heller, wij verlaten u voor eenige oogen- dat kleine vlammen op den vloer ver- dit is nu juist alsof ge zeidet van Jean oogen blonken als twee blauwe sterren blikken." oorzaakte hij zette reeds een voet op de Burgau hij is niet dood, dat is zijn haren schenen te berge te rijzen. Toen zij het paviljoen binnen traden de verspreide vonken, toen de deur onmogelijk, want heb hem het vorige „Maar ben ik misschien onbeschei- was Monica niet aanwezig. Zij vonden openging en Georges op den drempel jaar nog levend gezien. den," riep hij, bijna verpletterd onder Jean alleen in het salon zitten bezig een rijzige jonge vrouw zag verschijnen „U weet zeker niet, sir Bear, welke het verwijt van zijn familiariteit. „En met zijn werk zonder doel en zonder met een somber voorkomen, blauwe betreurenswaardige geruchten deze ge- overigens zullen de weldaden die Jean einde. oogen en een lichte blos op de wange» I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 8