NOORDWIJK J. KOEMANS In en om Haarlem. Indrukken van den dag. De Commissie van Vijfen twintig. Broülciiorsfsiraai 68 - oord wijk. DAMIAATJES Uit den Omtrek VRIJDAG 17 MAART 1922 44ste JAARGANG No. 14094 PER KWARTAAL3.25 PER WEEK0.25 FRANCO PER POST PER KWART. Bil VOORUITBETALING f 3.571/, Dit nummer bestaat uit 3 bladen EERSTE BLAD Schrijven van Z. H. Paus Pius XI aan den Aarts bisschop en aan deoverige Bisschoppen v.Nederland. ABSOLUUT OF GEMIDDELD? NASSAU LA AN 49, HAARLEM. TELEFOON 1426, 2741 EN 1748. POSTREKENING No. 5970. ADVERTENTIËN 35 CENTS PER REGEL. DIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING Hiermede brengen wij Ier kennis van onze Abon- né's, dat door ons, met ingang van 13 MAART j.l., als Agent van de Nieuwe Haarl. Courant te NÖORDWSJK is aangesteld, den Heer Voor Abonnementen, AeJverlenSiën en Drukwerk, gelieve men zich tol onzen Agent te wenden, De Administratie Nieuwe haarlemsche Courant HAARLEM. lVat verdwijnen gaat J. J. WEBER ZOON. Koningstraat 10 Haarlem, Opticiens Fabrikanten, Burgerlijke Stand. 7 i\|,J I/H.U Ai xiax *.x *•'»- NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT OE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM IN AGENTSCHAPPEN Als antwoord op het voor eenigen tijd verzonden schrijven van het Doorluchtig Nederlandsch Episcopaat aan Z. H. Paus Pius XI, waarin aan den nieuw gekozen Paus hulde en eerbied werd betuigd, is door Z. D. IP. den Aartsbisschop het volgende sohrijven ontvangen. Aan Onze Eerbiedwaardige Broeder Henricus, Aartsbisschop van U trecht en de andere Bisschoppen vcm Nederland. Pius XI, Paus. Eerbiedwaardige Broeders, Heil en Apostolischen Zegen. Ofschoon het Ons bekend was, dat gij in genegenheid tot den Apostolischen Stoel bij niemand ten achter staat, heeft toch de hulde van het schrijven, dat gij onlangs gezamenlijk tot Ons hebt ge richt, Ons hoogst aangenaam getroffen. Gij bidt Ons immers in uw gelukwensoh al datgene toe, wat voor den Opper herder, zoo juist op Petrus' Stoel verhe ven, het vurigst te verlangen is. Daarom beantwoorden Wij uwe wen- schen met Onze volle vaderlijke liefde en Wij vragen U tevens, niet na te laten Gods hulp voor Ons af te bidden. Want gij weet zelf wat tijd wij doorleven, een tijd namelijk, waarin voor de genazing van alle soort kwalen, meer dan ooit, een allernauwste band noodig is tusschen Christus' Stedehouder en de Bisschoppen. Na God, vertrouwen Wij daarom ten zeerste op uwe beproefde bekwaamheid on Wij hopen, dat onder uwe aanmoedi ging en steun, de Katholieke zaak in uw vaderland van dag tot dag voortgang moge maken, waarmede ongetwijfeld de bloei ook van het burgerlijk leven geluk kig zal samengaan. Wij bidden God, den gever van alle goeds, dat Hij U daarvoor den noodigen bijstand moge verleenen. Tot het ver werven daarvan en tevens ten teeken van Onze toegenegenheid, schenken Wij aan U, Eerbiedwaardige Broeders, en aan de geheele geestelijkheid en aan het volk, dat aan de zorg van ieder Uwer is toe vertrouwd, van ganscher harte in den Heer den Apostolischen Zegen. Gegeven te Rome bij Sint Pieter, den 22sten Februari 1922, het eerste jaar van Ons Pausschap. PIUS XI, Pcms. 272. Maar zelden zal met zooveel belang stelling en door een zoo grooten kring der bevolking een wetsvoorstel gelezen zijn als het gisteren gepubliceerde con cept tot wijziging van de arbeidswet- 1919. De „arbeidswet-Aalberse" toch heeft zoo diep in ons economisch en ook in het dagelijksch leven ingegrepen, dat er bijna niemand kan gevonden worden, die er onverschillig tegenover staat. Geen wet ook is zoo hoog verheerlijkt en te vens zoo fel bekampt. Eén zaak is echter op het oogenblik te veel vergeten, n.m. dat de veel gepre zen, maar ook veel gesmade minister Aalberse tegenover de weinige critici, welke zich bij de behandeling der wet in de Eerste en Tweede Kamer opwierpen, onder meer deze twee uitspraken deed: de arbeidswet is een noodmaatregel, welke een wetgever niet van harte on derneemt, maar waartoe hij zich ge dwongen gevoelt, omdat dergelijke nood zakelijke regelingen van het bedrijfsle ven van het particulier innitiatief niet te verwachten zijn. En ook deze herinnering: de wet is in zekeren zin een sprong in het duister; haar invloed kunnen wij thans onmogelijk schatten; de practijk zal ten deze moeten leeren. 't Is goed, dat wij ons deze uitspraken thans nog eens in den geest terugroepen. Hadden de idealisten gelijk gekregen, die van den Volkenbond en een groothar tig Amerika een spoedig economisch her stel der wereld verwachtten, dan zou ons neutraal gebleven Nederland een voor sprong van beteekenis hebben gehad op de wereldmarkt en de industrie zou de lasten der sociale wetgeving bereidwil lig gedragen hebben. Nu de pessimisten gelijk kregen zij winnen het helaas maar al te vaak in dit ondermaansche! nu uitte zich een begrijpelijke wrevel te gen de arbeidswet, die de toch al dure Nederlandsche producten in het buiten land onverkoopbaar maakte. De eerlijkheid gebied om dit alles bij het bezien van de thans voorgedragen wij ziging der Arbeidswet te overwegen. Het zal terughouden van schreeuwen over reactie eenerzijds en ook van hoogmoedi ge en nijdige critiék, die spreekt van: „Wij hebben het wel van te voren ge zegd; gij hebt ons nu in den put gehol pen" enz. Met de nu voorgestelde wijziging toont de Regeéring opnieuw de teekenen des tijds te verstaan. Het ging voornamelijk om de vraag: mag en kan de 8 urendag, zooals deze thans in de wet is vastgelegd, gehandhaafd blijven? Men weet, dat deze vraag niet nieuw is. Ze is reeds vóór het aannemen der Ar beidswet 1919 gesteld. Zonder ons op eigen wijsheid te willen beroepen, mee- nen wij er aan te mogen herinneren, dat wij, met allen lof, dien wij in 1919 aan net frissche initiatief van mr. Aalberse toezwaaiden, ons afvroegen, of het niet wat gewaagd zou zijn, dat, terwijl alle andere landen hoogstens de 48-urige werkweek invoerden, het kleine Neder land met zijn zwakke industrie een 45- urige werkweek ging vastleggen bij de wet. Wij herinneren ons de voorzichtige redevoering van het toenmalige Eerste Kamerlid Diepen onderschreven te heb ben. Maar met velen hebben wij ons toen tertijd gevleid met de hoop, dat de durf van onzen Minister van Arbeid zou gelijk krijgen, die zeide: wij zijn altijd achterlijk geweest op sociaal-wetgevend gebied, laten wij nu eens aan de spits gaanl De groote wereldmalaise, de toenemen de werkloosheid, ook in ons land, toonen wel, dat wij, helaas, dit mooie standpunt niet kunnen volhouden. Voorzichtig wil de Regeering retireeren de absolute 8 urendag zal veran derd worden in een gemiddelde. Dat wil zeggen: de vrije Zaterdagmiddag zal behouden blijven, maar ten koste van een half uur langer werken per dag, zoo dat voortaan niet meer 45 uur maar 48 uur minimum zal gewerkt worden. Door deze wijziging zal Nederland dan nog tot de landen met de strengst door gevoerde arbeidsbeperking behooren; want in verschillende staten is óf wel de 48-urige werkweek in het geheel niet in gevoerd, óf wel, na ingevoerd te zijn, weer ingetrokken of voor vijf jaar op „non actief" gesteld, óf wel worden zóó veel uitzonderingen toegestaan, dat er practisch niets van terecht komt. De Regeering zegt het dan ook in de toelichting tot het wetsontwerp openlijk, dat de redenen, welke tot dit voorstel hebben geleid, deze zijn: de NederUnd- sche nijverheid mag niet langer in een wettelijke positie worden gelaten welke ongunstiger is dan die van de met ons concurreerende landen; en ten tweede: verlaging der productiekosten, mede door werktijdverlenging over de geheele lijn, is noodzakelijk, wil het bedrijfsleven de crisis, waaronder het gebukt gaat, te bo ven komen. Dit laatste moet goed onder de oogen worden gezien. De Regeering begrijpt zelf, dat zij, door deze wetswijziging, het aan de werkgevers mogelijk maakt, om drie uur per week week langer te laten werken zonder loons- verhooging. Immers, toen indertijd de absolute 8-urendag werd ingevoerd, beteekende dit inkrimping van werkt ij d zonder loonsverla ging. Bijgevolg zal zeker in dezen tijd van malaise het voordeel der werktijdverlenging aan den prijs van het product en niet aan den producent ten goede moeten komen. Terecht verwacht de Minister hiervan indirect ook voor deel voor den werkman. Hoewel wij uit ervaring weten, dat werktijdverlenging met een half uur per BUREAUXt dag lang niet op algemeen verzet in ar. beiderskringen zal stuiten, kunnen wij ons toch wel begrijpen, dat voornamelijk door de werklieden, die zeer zwaren arbeid verrichten, deze wetswijziging noode wordt tegemoet gezien. Hun zouden wij echter deze vraag willen voorleggen: nu gij in de ons omringende landen en zelfs in eigen omgeving een sterken drang naar loonsverlaging ziet in tal van bedrijven, een drang, die voornamelijk uit den slech ten toestand der industrie voortkomt acht gij het nu zelf niet beter om door langer en intensiever arbeid, dus door meer productie die loonsverlaging tegen te houden? Loonsverlaging is in ons land met de nog altijd stijve prijzen der eerste le vensbehoeften, met de hooge woninghu- ren en buitengewoon zware belastingen het laatste middel, dat moet worden aan gegrepen. Meer productie tegen hetzelfde loon lijkt ons een veel veiliger weg om tot meer normale toestanden te komen. -:o: (Bem napraatje.) Dat is de commissie uit de bur gerij van Haarlem, die het moeilijke en moeizame onderwerp der grens wijziging van Haarlem bestudeert, aan de hand van het door Gedeputeerde Staten voorgestelde concept-wetsont werp. Voor de derde maal zag de prachtige oude raadszaal, waar de eeuwen op de vroede mannen neerzagen om met een beroemd man te spreken ze gisterenmiddag bijeen en het leek ons toe of op het gobelin aan den wand de oude Haarlemsche ridders en de strijdlustige Mooren een oogen blik hun eeuwenouden kamp om liet bezit van Damiate's toren staakten en vol ontzag luisterden naar wat deze moderne Haarlemmers over dit in Haarlem's geschiedenis gewichtige moment te beraadslagen hadden; als of de bree.de hooge schouwen, die, al van zoo menige beraadslaging getui gen waren, zich zegenend welfden bo ven de hoofden der uitverkorenen van Haarlem's burgerij. In het midden van een lange tafel zat de burgemeester, ambtshalve voor zitter der commissie, met aan zijn zijde, links de heer Kloeke, secretaris der commissie, en rechts de heer Ta conis, toegevoegd secretaris, verder de vertegenwoordigers van kleine politie ke partijen en aan twee rechthoekig op de eerste geplaatste tafels, van aangezicht tot aangezicht, de verte genwoordigers van de R.K. en van de socialistisch-communistische fracties. Gelukkig waren er een viertal leden absent, anders had er, vreezen we, nog een tafel bijgeplaatst moeten worden. We mogen, nu reeds een drietal ver gaderingen, waarvan twee openbare, zijn gehouden, wellicht even den stand van zaken resumeeren. In de vorige vergadering verklaarde de commissie zich eenstemmig onvol daan met de voorstellen van Gedepu teerde Staten en besloot dat Haarlem in zijn en in 't algemeen belaag niet moest ingaan op de voorgestelde grens regeling. Dat is, dunkt ons, wel het voor naamste werk geweest, hoe negatief het overigens ook zij. Maar het was een goede gedachte der commissie ook positief werk te willen doen en in nadere beraadsla gingen uiteen te zetten welke gren zen, naar haar meening, dan wel in Haarlem's en in het algemeen belang moeten worden geacht. Of dit echter eenig nuttig effect zal hebben in de naaste toekomst,! zal de tijd moeten leeren en zal voor een deel afhangen van oas college van Gedeputeerde Staten. Dit college immers biedt een wetsvoorstel aan de regeering aan, na de verschillende colleges uit de belanghebbende ge meenten te hebben gehoord* Of Ged. Staten met de door Haarlem naar voren gebrachte bezwaren zal reke ning houden, is dus af te wachten. In 1902 werden de voorstellen van Gedeputeerden door Haarlem ook niet voldoende geacht en werden wenschen naar voren gebracht. Gedeputeerden lieten toen echter de zaak zooals zij was en van grensuitbreiding van Haar lem werd niet meer gehoord. Dat is ook een mogelijkheid. Of het ook nu zoo zal gaan, weten we niet, maar we betwijfelen 't wel met het ooig op de tegenwoordige omstan digheden, die. een oplossing dringen der noodig maken dan toen. Zoo was de commissie gisterenmiddag dan genaderd tot de besprekingen van, naar haar meening, goede grenzen van een Grooter-Haariem. Het waren nog maar voorbesprekingen, definitieve besluiten zullen pas op een volgende bijeenkomst worden geno men. Het was een elkander aan den tand voelen en in dezen gedachtengang kon den wij ons het voorstel van den heer v. Driel zeer wel indenken, deze vergade ring niet openbaar te doen zijn, maar meer als een gemoedelijk praatje te be schouwen. Zoo iets als de lezer vergeve de ietwat schokkende vergelijking het oe- fenspel van een Nederlandsch voetbal elftal, dat straks de nationale kleuren zal verdedigen, maar vooraf aan elkaar moet leeren gewennen. In een onzer artikelen, aan de grenswij ziging gewijd, hebben we er reeds op ge wezen dat er o.i. niets op tegen kan zijn dat voorbesprekingen in comité-generaal plaats hebben, als de lieusche strijd na der in openbare zitting wordt uitgestre den. Zoo zouden wij dan ook vrede gehad hebben indien het voorstel-v. Driel ware aangenomen, maar nu de discussies toch openbaar zijn geweest, behoeft niemand dat te betreuren. Het zijn voorbesprekingen ge weest en ieder lid der commissie is naar huis gegaan om het voor- en tegen nog eens duchtig te overwegen en straks, na rijp overleg, tot weloverwogen conclusies to komen. De commissie gaat niel over één-nachts ijs en dat kan niet anders dan een dege- lijken indruk naar buiten maken, afge zien van de in den beginne eenigszins verwarde discussie. Die echter betrof al- jeen de orde en was misschien het gevolg van nog te weinig oefening om tot een goed samenspel van het geheel te komen Voor de besprekingen verwijzen wij naar het verslag. Er zijn verschillende ge zichtspunten geopend, maar we zullen die niet bespreken om niet in het nog loo- pende debat te treden. De leden der com missie zijn zeker wel in staat het voor- en-tegen van elk standpunt te overwegen en een beslissing Ie nemen. Alleen zouden wij de opmerking willen maken, dat het bereikbare moet worden nagestreefd, en de mogelijkheid van het bereikbare komt pas open, wanneer liet gewen&chle op goede gronden kan worden verdedigd. Zoo viel liet ons op, bij hol trekken der grenzen in het Westen b.v. zonder Ie treden in de merités van de voorstellen dat velen zich tevreden stelden met het aangeven der gewensohte lijn*, zonder daarvoor argumenten aan te voeren. We weten wel dal ieder der leden daar voor motieven heeft, maar Gedeputeerde Staten zullen tooh niet tevreden zijn met een plattegrond, waarop de grenzen slaan aangegeven, doch zullen ook gaarne weten waarom die commissie meent dat de histo- nische lijn der gemeente Haarlem aan het Bloemend, strand ligt b.v. en niet bij den Hooien-Duin-en-Daal sc ben Weg. We kun nen ons voorstellen dat een der loden zou aanvoeren dut het dorp Bioemendiaat met Haarlem zulke belangen gemeen heeft dat het historisch bij Haarlem behoort, maar <*P welke grondton hij zou kunnen betoo- gen dat ook de daarachter liggende duin strook lot aan zee, historisch bij Haarlem behoort, is oins een raadsel, tenzij hij uit breiding van de Haatflemscfie prise-d'eau zou bepleiten. lntusschén twijfelen wij er niet aan dat dit onderdeel der besprekingen bewaard blijft tot de volgende vergadering. Een juist standpunt van den voorzitter was o.i, dat Haarlem met het bepalen vam zijn houding spoed moet maken en niet behoeft te wachten op de andere ge meentebesturen. Het moge at prettig zijn diat men wederzijds het standpunt kent, noodig is dat niet. Elke gemeente, Haarlem ook, beslist zelfstandig hoe het oen grens wijziging wensebt en dat Haarlem dat openlijk dioet, juichen wij toe. Wij wenschen geen grenswijziging, waar. door een der partijen zich gedupeerd moet achten. Dat laatste wordt voorkomen door de kwestie openlijk te behandelen. Ten slo tte nog oen opmerking. Zou het niet wenscbelijk zijn dat de comtnisfie uit de burgerij althans officious voeling houdt met den gemeenteraad van Haarlem om zoo mogelijk tot «en eenstem mig advies te komen, ook in onderdeelen? Het zou tocih een zwak figuur maken in- dfen de gemeenteraad anders adviseerde dan de ootnmisie uit de burgerij, R.-K. Grafische Bon*., Dinsdagavond 8 uur hield de afdeeling Haarlem van genoemden bond hare jaar vergadering. De voor/.iitter, de heer J. J. v. Kolk, wees in zijn openingswoord op de vele werkzaamheden welke het afge- loopen jaar met zich had gebracht en spoorde o.in. de leden aan, toch vooral trouw de vergaderingen der afdeeling te bezoeken, met het oog op. de conlracts- vernieuwing. Een opwekkend woord gaf hij ten beste voor de Standsorganisatie, verzocht om zooveel mogelijk hiervan de bijeenkomsten bij te wonen, daar deze zoo leerrijk en zedelijk verheffend wer ken, wat zoozeer aan ons ten goede komt. Spr. memoreerde voorts het patroons- voorstel tot loonsverlaging en arbeidsver- lenging, hoe dit op advies van de vier werknemers-organisatiën in heel den lan de w-as afgewezen en het devies nu geldt verder het volle vertrouwen te stellen in hel hoofdbestuur. Verder zal de afdeeling in overleg met de andere grafische bon den .er plantse, trachten bij de afsluiting van het nieuwe contract Haarlem te brengen in de eerste gemeenteklasse. De jaarverslagen van penningmeester en secretaris werden onder dankzegging goedgekeurd. De aftredende bestuurders, voorzitter, penningmeester, 2e secretaris en 2 Commissarissen werden allen herko zen. Nadat verder verschillende benoe mingen voor diverse cointnissiën hadden plaats gehad, werd na eene breedvoerige rondvraag, met den Christelijkeu groef deze vergadering gesloten. Onderstaande motie werd nog met nl- gemeene stemmen aangenomen: De afdeeling Haarlem van den Ned. R.-K. Grafischén Bond, in vergadering bijeen op Dinsdag 14 Maart 1922; ge-j boord de uitspraak: te. van den Minister van Binncnl.' Zaken betreffende het uitsluiten der uit getrokken typografen van de steunrege ling voor uitgetrokkenen; 2e. gehoord hebbende de uitspraak van de Rijkscommissie voor de Economische Politiek, waarin genoemde commmissiede regeering adviseert de invoerrechten niet te verhoogen; betreurt ten zeerste de bei de gevallen uitspraken; verklaart ten opzichte van de steunwei- gering dat bedoelde uitgetrokkenen (ten onrechte met betrekking tot andere lot- genooten) aan nog grooter ellende wor den prijsgegeven; verklnart dat de handelwijze van de re geering (door geen hooger invoerrecht op bedrukt papier te heffen) de oorzaak is van groote moeilijkheden tusschen werkgevers en werknemers in genoemd bedrijf; geeft als haar vaste meening Ie ken nen, dat voor vele bedrijven, met name de meubel-industrie, de grafische bedrij ven, een deel der metaal- en sigaren-in dustrie enz., welke voor onze eigen be hoeften werken, protectie een belangrijk middel is om de tegenwoordige niaiaise- toestand voor een groot deel te verlich ten; dit is ook uilgesproken in het rap port der. Rijkscommissie voor de Econo mische Politiek; is van meening dat de regeering verplicht is dezen onhoudbaren toestand (indien het ook maar ten deele mogelijk is) met al haar ten dienste staande middelen te bestrijden; verzoekt het H. B. van den Ned. R.K. Graf. Bond onverwijld bij den Minister aan te dringen op een herziening der ge vallen uitspraken en nu een commissie te benoemen, welke onbevooroordeeld en met spoed uitspraak zal doen; besluit deze motie te zenden aan het Hoofdbestuur van den Nederl. R.K. Graf. Bond en verzoekt de pers in den lande deze motie te publiceeren en gaat over tot de orde van den dag. Alg, Ned. Verbond, Voor de afd. Haarlem van bovenstaan- den bond werd Woensdag in „De Nij verheid" een voordracht met lichtbeel den gehouden over „Frans Hals en zijn werken" door prof. dr. W. Martin, di recteur van het Kon. Kabinet van Schil derijen „Mauritshuis" en buitengewoon hoogleeraar aan de Rijks-Universiteit te Leiden. Er was veel belangstelling. Onmiddellijk na de opening door prof. dr. A. A. van Schelven werd het woord aan dr. Martin verleend. Na er op gewezen te hebben, dat de Nederlanders zco weinig naar mu sea gaan en zoodoende een bron van geestelijke verheffing missen, kwam spr. tot zijn eigenlijke onderwerp. Allereerst gaf spr. een korte biogra- phie van Frans Hals, waarna hij den grooten schilder met anderen vergeleek, am. met Rembrandt, Michil Angelo en Wouwerman. Met dit genre schilders verschilt Hals, hij nadert meer .Velas- Men is bezig hier en daar de masten waaraan de telefoondraden bevestigd zijn neer te slaan. Tengevolge van de onder- grondsche kabellegging, zullen de boven- grondsche draden verdwijnen, omdat ze voortaan overbodig zijn. Meteenigen weemoed zullen enkelen ze wellicht zien oprollen. Want we kunnen ons voorstellen dat, toen voor 't eerst, nu al weer tientallen jaren geleden! de draden door ons Hollandsch landschap en over en langs onze mooie stedegrachten werden gespannen, we kunnen ons voorstel len dat er toen waren die ach enwee riepen over de vandalistische wijze, waar op de schennende hand der moderne tech niek zich vergreep aan ons beroemd Hol- landsche landschap- en stedeschoon. Maar nu zijn die zelfde draden weereen stuk van r tadsbeeld geworden.We heb ben ze g al de lange jaren varf onze jeugd ei. u-en leeftijd; ons oog heeft op den draa gerust en 't was een verpoo- zing; vele vliegers zijn er op gestrand; de herinnering aan onze grootste heldenfeiten is verbonden aan een telefoonpaal; de win ter liet ze ons zien met rijp behangen en 't was weer een eigen beeld van stedeschoon. Nu gaan ze, en we zullen ei straks toch weer even aan moeten wennen, dat we nergens meer die draden zullen gespannen zien, waaraan ons oog gewend was geraakt en waarvan de hoeveelheid niet zelden voor ons een graadmeter was om de belangrijk heid van liet zakenleven eener stad of stadskwartier af te meten. Wat zal er voor in de plaats komen? Draden voor electrische tram en spoor wegen? Of zal men die ook spoedig onder- gtondsch maken? Antennen op daken voor draadlooze tele fonie welke nieuwe uitvinding? Barometerstand 771. Neiging: Stilstanr' OPGAVE VAN: quez en de Engelsche portretschilders der 18e eeuw. Voor zoover is nagegaan kunnen wor den, is gebleken, dat Ilals nco't de af werking zijner schilderijen aan anderen overgelaten heeft. Alleen de wapens op de door hem vervaardigde portretten zijn van andere hand. Bij de beschouwing van Hals' wer ken valt onmiddellijk op zijn buiten gewone geestige ojgewekthei1, z'jne hi j heid van kleur en zijn virtuositeit ia het schilderen. Mede wordt men ge troffen door de gemakkelijkheid, waar mede hij schilderde en door alle ge mis aan deftigheid. Hij was een knap genre landschap dieren en stil levensschilder. Tevens mag hij genoemd worden als hervormer der portretkunst. Technisch behoort hij tot hen, die men zou kunnen noemen de virtuozen, do h een degelijke, een ernstige; zijn pen seel heeft hij buitengewoon gemakkelijk gehanteerd. Hierna behandelde spr. het colorietin Halswerken, waarbij hij opmerkte, dat jarenlang dat coloriet niet begrepen is, zooals Frans Hals dat bedoeld had. Hij heeft alle kleuren zoo prachtig en zelfs zoo brutaal mogelijk bijeengebra-ht. maar altijd harmonieus. Hij is dan ook onze grootste colorist in het schille en van groot-figuren, zooals Bembrandt dit i3 in het aanbrengen van het licht-donker. Spr. schetste dan nog Frans Hals ah portretschilder, waarna gepa izee d wer 1. Ng de pauze werden eenige licht beelden vortoond, ter verduidelijking van het gesprokene. Luid applaus viel spr. bij het eind» zijner lezing ton deel. Ondertrouwd: 16 Maart, A. Hersevoort en M. A. Henzen. G. Deutekom en C. M. Deutekom. H. Das en G. C. v. Rijn. A. J. v. Leeuwen en M. C. Fortgens. G. Storm en A. C. Engel. C. P. Spin hoven en M. A. v. d. Zee. Getrouwd: 16 Maart, C. de Jong en A. P. Duits. A. Bosch en K. J. Bakker. Geboren: 15 Maart, d. van E. v. Dijk- de Vos. Overleden: 14 Maart, C. A. Pieck, 73 j,, Jansstraat. 15 Maart, A, Groen, 56 j., M. v. Heemskerkstraat. M. Steenken-. v. d. Velden, 84 j., Jansstraat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 1