NOORDWIJK
J. KOEMANS
In en om Haarlem.
Indrukken van den dag.
De Commissie van Vijfen
twintig.
Broülciiorsfsiraai 68 - oord wijk.
DAMIAATJES
Uit den Omtrek
VRIJDAG 17 MAART 1922
44ste JAARGANG No. 14094
PER KWARTAAL3.25
PER WEEK0.25
FRANCO PER POST PER KWART. Bil VOORUITBETALING f 3.571/,
Dit nummer bestaat uit 3 bladen
EERSTE BLAD
Schrijven van Z. H. Paus
Pius XI aan den Aarts
bisschop en aan deoverige
Bisschoppen v.Nederland.
ABSOLUUT OF
GEMIDDELD?
NASSAU LA AN 49, HAARLEM. TELEFOON 1426, 2741 EN 1748.
POSTREKENING No. 5970.
ADVERTENTIËN 35 CENTS PER REGEL.
DIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING
Hiermede brengen wij Ier kennis van onze Abon-
né's, dat door ons, met ingang van 13 MAART
j.l., als Agent van de Nieuwe Haarl. Courant te
NÖORDWSJK is aangesteld, den Heer
Voor Abonnementen, AeJverlenSiën en Drukwerk,
gelieve men zich tol onzen Agent te wenden,
De Administratie Nieuwe haarlemsche Courant
HAARLEM.
lVat verdwijnen gaat
J. J. WEBER ZOON.
Koningstraat 10 Haarlem,
Opticiens Fabrikanten,
Burgerlijke Stand.
7 i\|,J I/H.U Ai xiax *.x *•'»-
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
OE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM IN AGENTSCHAPPEN
Als antwoord op het voor eenigen tijd
verzonden schrijven van het Doorluchtig
Nederlandsch Episcopaat aan Z. H. Paus
Pius XI, waarin aan den nieuw gekozen
Paus hulde en eerbied werd betuigd, is
door Z. D. IP. den Aartsbisschop het
volgende sohrijven ontvangen.
Aan Onze Eerbiedwaardige Broeder
Henricus, Aartsbisschop van U
trecht en de andere Bisschoppen
vcm Nederland.
Pius XI, Paus.
Eerbiedwaardige Broeders,
Heil en Apostolischen Zegen.
Ofschoon het Ons bekend was, dat gij
in genegenheid tot den Apostolischen
Stoel bij niemand ten achter staat, heeft
toch de hulde van het schrijven, dat gij
onlangs gezamenlijk tot Ons hebt ge
richt, Ons hoogst aangenaam getroffen.
Gij bidt Ons immers in uw gelukwensoh
al datgene toe, wat voor den Opper
herder, zoo juist op Petrus' Stoel verhe
ven, het vurigst te verlangen is.
Daarom beantwoorden Wij uwe wen-
schen met Onze volle vaderlijke liefde en
Wij vragen U tevens, niet na te laten
Gods hulp voor Ons af te bidden. Want
gij weet zelf wat tijd wij doorleven, een
tijd namelijk, waarin voor de genazing
van alle soort kwalen, meer dan ooit, een
allernauwste band noodig is tusschen
Christus' Stedehouder en de Bisschoppen.
Na God, vertrouwen Wij daarom ten
zeerste op uwe beproefde bekwaamheid
on Wij hopen, dat onder uwe aanmoedi
ging en steun, de Katholieke zaak in uw
vaderland van dag tot dag voortgang
moge maken, waarmede ongetwijfeld de
bloei ook van het burgerlijk leven geluk
kig zal samengaan.
Wij bidden God, den gever van alle
goeds, dat Hij U daarvoor den noodigen
bijstand moge verleenen. Tot het ver
werven daarvan en tevens ten teeken van
Onze toegenegenheid, schenken Wij aan
U, Eerbiedwaardige Broeders, en aan de
geheele geestelijkheid en aan het volk,
dat aan de zorg van ieder Uwer is toe
vertrouwd, van ganscher harte in den
Heer den Apostolischen Zegen.
Gegeven te Rome bij Sint Pieter, den
22sten Februari 1922, het eerste jaar
van Ons Pausschap.
PIUS XI, Pcms.
272.
Maar zelden zal met zooveel belang
stelling en door een zoo grooten kring
der bevolking een wetsvoorstel gelezen
zijn als het gisteren gepubliceerde con
cept tot wijziging van de arbeidswet-
1919. De „arbeidswet-Aalberse" toch
heeft zoo diep in ons economisch en ook
in het dagelijksch leven ingegrepen, dat
er bijna niemand kan gevonden worden,
die er onverschillig tegenover staat. Geen
wet ook is zoo hoog verheerlijkt en te
vens zoo fel bekampt.
Eén zaak is echter op het oogenblik te
veel vergeten, n.m. dat de veel gepre
zen, maar ook veel gesmade minister
Aalberse tegenover de weinige critici,
welke zich bij de behandeling der wet in
de Eerste en Tweede Kamer opwierpen,
onder meer deze twee uitspraken deed:
de arbeidswet is een noodmaatregel,
welke een wetgever niet van harte on
derneemt, maar waartoe hij zich ge
dwongen gevoelt, omdat dergelijke nood
zakelijke regelingen van het bedrijfsle
ven van het particulier innitiatief niet te
verwachten zijn.
En ook deze herinnering: de wet is in
zekeren zin een sprong in het duister;
haar invloed kunnen wij thans onmogelijk
schatten; de practijk zal ten deze moeten
leeren.
't Is goed, dat wij ons deze uitspraken
thans nog eens in den geest terugroepen.
Hadden de idealisten gelijk gekregen,
die van den Volkenbond en een groothar
tig Amerika een spoedig economisch her
stel der wereld verwachtten, dan zou ons
neutraal gebleven Nederland een voor
sprong van beteekenis hebben gehad op
de wereldmarkt en de industrie zou de
lasten der sociale wetgeving bereidwil
lig gedragen hebben. Nu de pessimisten
gelijk kregen zij winnen het helaas
maar al te vaak in dit ondermaansche!
nu uitte zich een begrijpelijke wrevel te
gen de arbeidswet, die de toch al dure
Nederlandsche producten in het buiten
land onverkoopbaar maakte.
De eerlijkheid gebied om dit alles bij
het bezien van de thans voorgedragen wij
ziging der Arbeidswet te overwegen. Het
zal terughouden van schreeuwen over
reactie eenerzijds en ook van hoogmoedi
ge en nijdige critiék, die spreekt van:
„Wij hebben het wel van te voren ge
zegd; gij hebt ons nu in den put gehol
pen" enz.
Met de nu voorgestelde wijziging toont
de Regeéring opnieuw de teekenen des
tijds te verstaan. Het ging voornamelijk
om de vraag: mag en kan de 8 urendag,
zooals deze thans in de wet is vastgelegd,
gehandhaafd blijven?
Men weet, dat deze vraag niet nieuw
is. Ze is reeds vóór het aannemen der Ar
beidswet 1919 gesteld. Zonder ons op
eigen wijsheid te willen beroepen, mee-
nen wij er aan te mogen herinneren, dat
wij, met allen lof, dien wij in 1919 aan
net frissche initiatief van mr. Aalberse
toezwaaiden, ons afvroegen, of het niet
wat gewaagd zou zijn, dat, terwijl alle
andere landen hoogstens de 48-urige
werkweek invoerden, het kleine Neder
land met zijn zwakke industrie een 45-
urige werkweek ging vastleggen bij de
wet. Wij herinneren ons de voorzichtige
redevoering van het toenmalige Eerste
Kamerlid Diepen onderschreven te heb
ben. Maar met velen hebben wij ons toen
tertijd gevleid met de hoop, dat de durf
van onzen Minister van Arbeid zou gelijk
krijgen, die zeide: wij zijn altijd achterlijk
geweest op sociaal-wetgevend gebied,
laten wij nu eens aan de spits gaanl
De groote wereldmalaise, de toenemen
de werkloosheid, ook in ons land, toonen
wel, dat wij, helaas, dit mooie standpunt
niet kunnen volhouden.
Voorzichtig wil de Regeering retireeren
de absolute 8 urendag zal veran
derd worden in een gemiddelde.
Dat wil zeggen: de vrije Zaterdagmiddag
zal behouden blijven, maar ten koste van
een half uur langer werken per dag, zoo
dat voortaan niet meer 45 uur maar 48
uur minimum zal gewerkt worden.
Door deze wijziging zal Nederland dan
nog tot de landen met de strengst door
gevoerde arbeidsbeperking behooren;
want in verschillende staten is óf wel de
48-urige werkweek in het geheel niet in
gevoerd, óf wel, na ingevoerd te zijn,
weer ingetrokken of voor vijf jaar op
„non actief" gesteld, óf wel worden zóó
veel uitzonderingen toegestaan, dat er
practisch niets van terecht komt.
De Regeering zegt het dan ook in de
toelichting tot het wetsontwerp openlijk,
dat de redenen, welke tot dit voorstel
hebben geleid, deze zijn: de NederUnd-
sche nijverheid mag niet langer in een
wettelijke positie worden gelaten welke
ongunstiger is dan die van de met ons
concurreerende landen; en ten tweede:
verlaging der productiekosten, mede door
werktijdverlenging over de geheele lijn,
is noodzakelijk, wil het bedrijfsleven de
crisis, waaronder het gebukt gaat, te bo
ven komen.
Dit laatste moet goed onder de oogen
worden gezien. De Regeering begrijpt
zelf, dat zij, door deze wetswijziging, het
aan de werkgevers mogelijk maakt, om
drie uur per week week langer te
laten werken zonder loons-
verhooging. Immers, toen indertijd
de absolute 8-urendag werd ingevoerd,
beteekende dit inkrimping van
werkt ij d zonder loonsverla
ging. Bijgevolg zal zeker in dezen
tijd van malaise het voordeel der
werktijdverlenging aan den prijs van het
product en niet aan den producent ten
goede moeten komen. Terecht verwacht
de Minister hiervan indirect ook voor
deel voor den werkman.
Hoewel wij uit ervaring weten, dat
werktijdverlenging met een half uur per
BUREAUXt
dag lang niet op algemeen verzet in ar.
beiderskringen zal stuiten, kunnen wij ons
toch wel begrijpen, dat voornamelijk door
de werklieden, die zeer zwaren arbeid
verrichten, deze wetswijziging noode
wordt tegemoet gezien. Hun zouden wij
echter deze vraag willen voorleggen: nu
gij in de ons omringende landen en zelfs
in eigen omgeving een sterken drang naar
loonsverlaging ziet in tal van bedrijven,
een drang, die voornamelijk uit den slech
ten toestand der industrie voortkomt
acht gij het nu zelf niet beter om door
langer en intensiever arbeid, dus door
meer productie die loonsverlaging tegen
te houden?
Loonsverlaging is in ons land met de
nog altijd stijve prijzen der eerste le
vensbehoeften, met de hooge woninghu-
ren en buitengewoon zware belastingen
het laatste middel, dat moet worden aan
gegrepen.
Meer productie tegen hetzelfde loon
lijkt ons een veel veiliger weg om tot
meer normale toestanden te komen.
-:o:
(Bem napraatje.)
Dat is de commissie uit de bur
gerij van Haarlem, die het moeilijke
en moeizame onderwerp der grens
wijziging van Haarlem bestudeert, aan
de hand van het door Gedeputeerde
Staten voorgestelde concept-wetsont
werp.
Voor de derde maal zag de prachtige
oude raadszaal, waar de eeuwen op
de vroede mannen neerzagen om
met een beroemd man te spreken
ze gisterenmiddag bijeen en het leek
ons toe of op het gobelin aan den
wand de oude Haarlemsche ridders
en de strijdlustige Mooren een oogen
blik hun eeuwenouden kamp om liet
bezit van Damiate's toren staakten
en vol ontzag luisterden naar wat
deze moderne Haarlemmers over dit
in Haarlem's geschiedenis gewichtige
moment te beraadslagen hadden; als
of de bree.de hooge schouwen, die, al
van zoo menige beraadslaging getui
gen waren, zich zegenend welfden bo
ven de hoofden der uitverkorenen van
Haarlem's burgerij.
In het midden van een lange tafel
zat de burgemeester, ambtshalve voor
zitter der commissie, met aan zijn
zijde, links de heer Kloeke, secretaris
der commissie, en rechts de heer Ta
conis, toegevoegd secretaris, verder de
vertegenwoordigers van kleine politie
ke partijen en aan twee rechthoekig
op de eerste geplaatste tafels, van
aangezicht tot aangezicht, de verte
genwoordigers van de R.K. en van de
socialistisch-communistische fracties.
Gelukkig waren er een viertal leden
absent, anders had er, vreezen we,
nog een tafel bijgeplaatst moeten
worden.
We mogen, nu reeds een drietal ver
gaderingen, waarvan twee openbare,
zijn gehouden, wellicht even den stand
van zaken resumeeren.
In de vorige vergadering verklaarde
de commissie zich eenstemmig onvol
daan met de voorstellen van Gedepu
teerde Staten en besloot dat Haarlem
in zijn en in 't algemeen belaag niet
moest ingaan op de voorgestelde grens
regeling.
Dat is, dunkt ons, wel het voor
naamste werk geweest, hoe negatief
het overigens ook zij.
Maar het was een goede gedachte
der commissie ook positief werk te
willen doen en in nadere beraadsla
gingen uiteen te zetten welke gren
zen, naar haar meening, dan wel in
Haarlem's en in het algemeen belang
moeten worden geacht.
Of dit echter eenig nuttig effect
zal hebben in de naaste toekomst,!
zal de tijd moeten leeren en zal voor
een deel afhangen van oas college
van Gedeputeerde Staten. Dit college
immers biedt een wetsvoorstel aan
de regeering aan, na de verschillende
colleges uit de belanghebbende ge
meenten te hebben gehoord* Of Ged.
Staten met de door Haarlem naar
voren gebrachte bezwaren zal reke
ning houden, is dus af te wachten.
In 1902 werden de voorstellen van
Gedeputeerden door Haarlem ook niet
voldoende geacht en werden wenschen
naar voren gebracht. Gedeputeerden
lieten toen echter de zaak zooals zij
was en van grensuitbreiding van Haar
lem werd niet meer gehoord.
Dat is ook een mogelijkheid. Of
het ook nu zoo zal gaan, weten we
niet, maar we betwijfelen 't wel met
het ooig op de tegenwoordige omstan
digheden, die. een oplossing dringen
der noodig maken dan toen.
Zoo was de commissie gisterenmiddag
dan genaderd tot de besprekingen van,
naar haar meening, goede grenzen van
een Grooter-Haariem.
Het waren nog maar voorbesprekingen,
definitieve besluiten zullen pas op
een volgende bijeenkomst worden geno
men.
Het was een elkander aan den tand
voelen en in dezen gedachtengang kon
den wij ons het voorstel van den heer v.
Driel zeer wel indenken, deze vergade
ring niet openbaar te doen zijn, maar
meer als een gemoedelijk praatje te be
schouwen.
Zoo iets als de lezer vergeve de
ietwat schokkende vergelijking het oe-
fenspel van een Nederlandsch voetbal
elftal, dat straks de nationale kleuren zal
verdedigen, maar vooraf aan elkaar moet
leeren gewennen.
In een onzer artikelen, aan de grenswij
ziging gewijd, hebben we er reeds op ge
wezen dat er o.i. niets op tegen kan zijn
dat voorbesprekingen in comité-generaal
plaats hebben, als de lieusche strijd na
der in openbare zitting wordt uitgestre
den.
Zoo zouden wij dan ook vrede gehad
hebben indien het voorstel-v. Driel ware
aangenomen, maar nu de discussies toch
openbaar zijn geweest, behoeft niemand
dat te betreuren.
Het zijn voorbesprekingen ge
weest en ieder lid der commissie is naar
huis gegaan om het voor- en tegen nog
eens duchtig te overwegen en straks, na
rijp overleg, tot weloverwogen conclusies
to komen.
De commissie gaat niel over één-nachts
ijs en dat kan niet anders dan een dege-
lijken indruk naar buiten maken, afge
zien van de in den beginne eenigszins
verwarde discussie. Die echter betrof al-
jeen de orde en was misschien het gevolg
van nog te weinig oefening om tot een
goed samenspel van het geheel te komen
Voor de besprekingen verwijzen wij
naar het verslag. Er zijn verschillende ge
zichtspunten geopend, maar we zullen die
niet bespreken om niet in het nog loo-
pende debat te treden. De leden der com
missie zijn zeker wel in staat het voor-
en-tegen van elk standpunt te overwegen
en een beslissing Ie nemen.
Alleen zouden wij de opmerking willen
maken, dat het bereikbare moet worden
nagestreefd, en de mogelijkheid van het
bereikbare komt pas open, wanneer liet
gewen&chle op goede gronden kan worden
verdedigd.
Zoo viel liet ons op, bij hol trekken der
grenzen in het Westen b.v. zonder Ie
treden in de merités van de voorstellen
dat velen zich tevreden stelden met het
aangeven der gewensohte lijn*, zonder
daarvoor argumenten aan te voeren.
We weten wel dal ieder der leden daar
voor motieven heeft, maar Gedeputeerde
Staten zullen tooh niet tevreden zijn met
een plattegrond, waarop de grenzen slaan
aangegeven, doch zullen ook gaarne weten
waarom die commissie meent dat de histo-
nische lijn der gemeente Haarlem aan het
Bloemend, strand ligt b.v. en niet bij den
Hooien-Duin-en-Daal sc ben Weg. We kun
nen ons voorstellen dat een der loden zou
aanvoeren dut het dorp Bioemendiaat met
Haarlem zulke belangen gemeen heeft dat
het historisch bij Haarlem behoort, maar
<*P welke grondton hij zou kunnen betoo-
gen dat ook de daarachter liggende duin
strook lot aan zee, historisch bij Haarlem
behoort, is oins een raadsel, tenzij hij uit
breiding van de Haatflemscfie prise-d'eau
zou bepleiten.
lntusschén twijfelen wij er niet aan dat
dit onderdeel der besprekingen bewaard
blijft tot de volgende vergadering.
Een juist standpunt van den voorzitter
was o.i, dat Haarlem met het bepalen
vam zijn houding spoed moet maken en
niet behoeft te wachten op de andere ge
meentebesturen. Het moge at prettig zijn
diat men wederzijds het standpunt kent,
noodig is dat niet. Elke gemeente, Haarlem
ook, beslist zelfstandig hoe het oen grens
wijziging wensebt en dat Haarlem dat
openlijk dioet, juichen wij toe.
Wij wenschen geen grenswijziging, waar.
door een der partijen zich gedupeerd moet
achten. Dat laatste wordt voorkomen
door de kwestie openlijk te behandelen.
Ten slo tte nog oen opmerking.
Zou het niet wenscbelijk zijn dat de
comtnisfie uit de burgerij althans officious
voeling houdt met den gemeenteraad van
Haarlem om zoo mogelijk tot «en eenstem
mig advies te komen, ook in onderdeelen?
Het zou tocih een zwak figuur maken in-
dfen de gemeenteraad anders adviseerde
dan de ootnmisie uit de burgerij,
R.-K. Grafische Bon*.,
Dinsdagavond 8 uur hield de afdeeling
Haarlem van genoemden bond hare jaar
vergadering. De voor/.iitter, de heer J. J.
v. Kolk, wees in zijn openingswoord op
de vele werkzaamheden welke het afge-
loopen jaar met zich had gebracht en
spoorde o.in. de leden aan, toch vooral
trouw de vergaderingen der afdeeling te
bezoeken, met het oog op. de conlracts-
vernieuwing. Een opwekkend woord gaf
hij ten beste voor de Standsorganisatie,
verzocht om zooveel mogelijk hiervan de
bijeenkomsten bij te wonen, daar deze
zoo leerrijk en zedelijk verheffend wer
ken, wat zoozeer aan ons ten goede
komt.
Spr. memoreerde voorts het patroons-
voorstel tot loonsverlaging en arbeidsver-
lenging, hoe dit op advies van de vier
werknemers-organisatiën in heel den lan
de w-as afgewezen en het devies nu geldt
verder het volle vertrouwen te stellen in
hel hoofdbestuur. Verder zal de afdeeling
in overleg met de andere grafische bon
den .er plantse, trachten bij de afsluiting
van het nieuwe contract Haarlem te
brengen in de eerste gemeenteklasse.
De jaarverslagen van penningmeester
en secretaris werden onder dankzegging
goedgekeurd. De aftredende bestuurders,
voorzitter, penningmeester, 2e secretaris
en 2 Commissarissen werden allen herko
zen. Nadat verder verschillende benoe
mingen voor diverse cointnissiën hadden
plaats gehad, werd na eene breedvoerige
rondvraag, met den Christelijkeu groef
deze vergadering gesloten.
Onderstaande motie werd nog met nl-
gemeene stemmen aangenomen:
De afdeeling Haarlem van den Ned.
R.-K. Grafischén Bond, in vergadering
bijeen op Dinsdag 14 Maart 1922; ge-j
boord de uitspraak:
te. van den Minister van Binncnl.'
Zaken betreffende het uitsluiten der uit
getrokken typografen van de steunrege
ling voor uitgetrokkenen;
2e. gehoord hebbende de uitspraak van
de Rijkscommissie voor de Economische
Politiek, waarin genoemde commmissiede
regeering adviseert de invoerrechten niet
te verhoogen; betreurt ten zeerste de bei
de gevallen uitspraken;
verklaart ten opzichte van de steunwei-
gering dat bedoelde uitgetrokkenen (ten
onrechte met betrekking tot andere lot-
genooten) aan nog grooter ellende wor
den prijsgegeven;
verklnart dat de handelwijze van de re
geering (door geen hooger invoerrecht
op bedrukt papier te heffen) de oorzaak
is van groote moeilijkheden tusschen
werkgevers en werknemers in genoemd
bedrijf;
geeft als haar vaste meening Ie ken
nen, dat voor vele bedrijven, met name
de meubel-industrie, de grafische bedrij
ven, een deel der metaal- en sigaren-in
dustrie enz., welke voor onze eigen be
hoeften werken, protectie een belangrijk
middel is om de tegenwoordige niaiaise-
toestand voor een groot deel te verlich
ten; dit is ook uilgesproken in het rap
port der. Rijkscommissie voor de Econo
mische Politiek; is van meening dat de
regeering verplicht is dezen onhoudbaren
toestand (indien het ook maar ten deele
mogelijk is) met al haar ten dienste
staande middelen te bestrijden;
verzoekt het H. B. van den Ned. R.K.
Graf. Bond onverwijld bij den Minister
aan te dringen op een herziening der ge
vallen uitspraken en nu een commissie te
benoemen, welke onbevooroordeeld en
met spoed uitspraak zal doen;
besluit deze motie te zenden aan het
Hoofdbestuur van den Nederl. R.K. Graf.
Bond en verzoekt de pers in den lande
deze motie te publiceeren en gaat over
tot de orde van den dag.
Alg, Ned. Verbond,
Voor de afd. Haarlem van bovenstaan-
den bond werd Woensdag in „De Nij
verheid" een voordracht met lichtbeel
den gehouden over „Frans Hals en zijn
werken" door prof. dr. W. Martin, di
recteur van het Kon. Kabinet van Schil
derijen „Mauritshuis" en buitengewoon
hoogleeraar aan de Rijks-Universiteit te
Leiden.
Er was veel belangstelling.
Onmiddellijk na de opening door prof.
dr. A. A. van Schelven werd het woord
aan dr. Martin verleend.
Na er op gewezen te hebben, dat
de Nederlanders zco weinig naar mu
sea gaan en zoodoende een bron van
geestelijke verheffing missen, kwam spr.
tot zijn eigenlijke onderwerp.
Allereerst gaf spr. een korte biogra-
phie van Frans Hals, waarna hij den
grooten schilder met anderen vergeleek,
am. met Rembrandt, Michil Angelo en
Wouwerman. Met dit genre schilders
verschilt Hals, hij nadert meer .Velas-
Men is bezig hier en daar de masten
waaraan de telefoondraden bevestigd zijn
neer te slaan. Tengevolge van de onder-
grondsche kabellegging, zullen de boven-
grondsche draden verdwijnen, omdat ze
voortaan overbodig zijn.
Meteenigen weemoed zullen enkelen ze
wellicht zien oprollen. Want we kunnen
ons voorstellen dat, toen voor 't eerst,
nu al weer tientallen jaren geleden! de
draden door ons Hollandsch landschap en
over en langs onze mooie stedegrachten
werden gespannen, we kunnen ons voorstel
len dat er toen waren die ach enwee
riepen over de vandalistische wijze, waar
op de schennende hand der moderne tech
niek zich vergreep aan ons beroemd Hol-
landsche landschap- en stedeschoon.
Maar nu zijn die zelfde draden weereen
stuk van r tadsbeeld geworden.We heb
ben ze g al de lange jaren varf onze
jeugd ei. u-en leeftijd; ons oog heeft
op den draa gerust en 't was een verpoo-
zing; vele vliegers zijn er op gestrand; de
herinnering aan onze grootste heldenfeiten
is verbonden aan een telefoonpaal; de win
ter liet ze ons zien met rijp behangen en 't
was weer een eigen beeld van stedeschoon.
Nu gaan ze, en we zullen ei straks toch
weer even aan moeten wennen, dat we
nergens meer die draden zullen gespannen
zien, waaraan ons oog gewend was geraakt
en waarvan de hoeveelheid niet zelden voor
ons een graadmeter was om de belangrijk
heid van liet zakenleven eener stad of
stadskwartier af te meten.
Wat zal er voor in de plaats komen?
Draden voor electrische tram en spoor
wegen? Of zal men die ook spoedig onder-
gtondsch maken?
Antennen op daken voor draadlooze tele
fonie
welke nieuwe uitvinding?
Barometerstand 771. Neiging: Stilstanr'
OPGAVE VAN:
quez en de Engelsche portretschilders
der 18e eeuw.
Voor zoover is nagegaan kunnen wor
den, is gebleken, dat Ilals nco't de af
werking zijner schilderijen aan anderen
overgelaten heeft. Alleen de wapens op
de door hem vervaardigde portretten
zijn van andere hand.
Bij de beschouwing van Hals' wer
ken valt onmiddellijk op zijn buiten
gewone geestige ojgewekthei1, z'jne hi j
heid van kleur en zijn virtuositeit ia
het schilderen. Mede wordt men ge
troffen door de gemakkelijkheid, waar
mede hij schilderde en door alle ge
mis aan deftigheid. Hij was een knap
genre landschap dieren en stil
levensschilder. Tevens mag hij genoemd
worden als hervormer der portretkunst.
Technisch behoort hij tot hen, die men
zou kunnen noemen de virtuozen, do h
een degelijke, een ernstige; zijn pen
seel heeft hij buitengewoon gemakkelijk
gehanteerd.
Hierna behandelde spr. het colorietin
Halswerken, waarbij hij opmerkte, dat
jarenlang dat coloriet niet begrepen is,
zooals Frans Hals dat bedoeld had. Hij
heeft alle kleuren zoo prachtig en zelfs
zoo brutaal mogelijk bijeengebra-ht. maar
altijd harmonieus. Hij is dan ook onze
grootste colorist in het schille en van
groot-figuren, zooals Bembrandt dit i3
in het aanbrengen van het licht-donker.
Spr. schetste dan nog Frans Hals ah
portretschilder, waarna gepa izee d wer 1.
Ng de pauze werden eenige licht
beelden vortoond, ter verduidelijking van
het gesprokene.
Luid applaus viel spr. bij het eind»
zijner lezing ton deel.
Ondertrouwd: 16 Maart, A. Hersevoort
en M. A. Henzen. G. Deutekom en C.
M. Deutekom. H. Das en G. C. v. Rijn.
A. J. v. Leeuwen en M. C. Fortgens.
G. Storm en A. C. Engel. C. P. Spin
hoven en M. A. v. d. Zee.
Getrouwd: 16 Maart, C. de Jong en A.
P. Duits. A. Bosch en K. J. Bakker.
Geboren: 15 Maart, d. van E. v. Dijk-
de Vos.
Overleden: 14 Maart, C. A. Pieck, 73 j,,
Jansstraat. 15 Maart, A, Groen, 56 j.,
M. v. Heemskerkstraat. M. Steenken-.
v. d. Velden, 84 j., Jansstraat.