if zijn oogen en een stem riep lachend „Malcolm, Malcolm." Zonder zich om te keeren. zonder iets te zeggen, greep hij de beide handen die hij vasthield, terwijl Rosey nog altijd lachende riep: „O, wat ben ik blij je verrast te hebben. Ik heb je toch niet verschrikt, Malcolm ,Neen, neen," zei hij zacht. „Deze weg is echter niet goed voor je, lady Roselyne." Hij geleidde haar met de meeste voorzichtigheid weg, en Monica, die hen volgde, had ingezien, dat hij Ro selyne liefhad. Zij dacht echter spoedig weer alleen aan haar ontdekking, ook gedurende het diner dat zij met de familie gebruik te. Toen allen de zaal verlaten hadden, bleef zij bij een venster staan, zonder te bemerken, dat zij niet alleen was. Harry, die voor eenige weken op Blackhorn was, kwam bij haar en sprak: „Wat ziet u er gelukkig uit vanavond, lady Monica Monica kwam tot zich zelvein de oogen van den jongen 'las zij een waarschuwing. En werkelijk Harry ;ing voort: „Men zal u »:>schien afvragen, waarom u zoo gelukkig is." Zij streek met de hand over het ge- laat als om de vreugde, die er op te lezen stond, weg te vagen. Zij trok haar gelaat in den gewonen plooi om het salon binnen te treden, waar zij den avond zou doorbrengen. Den volgenden morgen kon zij eindelijk alles aan Jean zeggen. Zij wees in welke richting de doorgang zich bevond en hij zag dadelijk, dat zijn vermoeden hem niet had bedrogen. Monica volgde hem niet in zijn nieuwe berekeningen. De vreugde over de ontdekking was te groot. Later zouden zij er gebruik van maken. „Zeker," zei jean, „wij zullen je ontdekking benutten. Wij komen daar langs onmiddellijk op het strand, dus buiten Blackhorn, wij gaan te voet naar de kluis van pater Etienne en wachten daar het schip, waarop een vriend van je vader het bevel voert. De Daisy passeert er elke drie maanden en zijn laatste reis heeft hij gemaakt op het einde van Januari. Dank zij de aanwijzingen die Etienne mij heeft gegeven, geloof ik, je naar dekluis te kunnen geleiden waar mijn vriend als kluizenaar heeft geleefd tijdens zijn geheim verblijf in Engeland, zooals hij mij dikwijls heeft verteld. Het is een werkelijke kluis die men daar voor heen ten tijde der godsdienstvervol gingen verborgen heeft en niemand kent haar bestaan. Wij zullen er slechts zoolang blijven om de komst der Daisy af te wachten, waarmede^ wij naar Frankrijk onder zeil gaan." Dit vooruitzicht van de vlucht, die de woorden van Jean eensklaps zoo nabij brachten, bracht Monica in ver warring. Zij sprak „Wij kunnen eerst nog iets anders beproeven." „Dan zullen zij beproeven om mij te doen veroordeelen, weet je dat niet „Ik zal aan mijn vrienden schrijven dat zij hier moeten komen.' Jean's gelaat betrok. „Neen," zei hij, „zoolang ik hier ben, laat ik onze vrienden buiten spel. Ik zou hen slechts in het net trekken, waarin ik zelf gevangen ben. Roep niemand te hulp. Ik ben zoo onwaar dig bedrogen behalve door Etienne, dat ik niemand anders vertrouw dan jou en mij zelf. Men heeft mij strikken gespannen. Amos Heller bood mij aan te vluchten, Jessy zelfs. „O neen, Jessy niet," sprak Monica. Zij zweeg, wijl zij zich herinnerde hoezeer haar oude leerlinge aan de be langen van Blackhorn verknocht was. ..Welnu," sprak zij, „dan zal ik naar de koningin gaan, als het moet, maar gij moet u niet aan gevaar blootstellen.' „Ja, en gij zult naar de koningin gaan, arme Monica, en als gij terugkeert en wellicht mijn begenadiging mee brengt, zal ik dood zijn. En de Bur gau's' zullen u een fraaie rouwjapon aanbieden om u te troosten." Zij deinsde met schrik terug en zei „Dood! Neen, gij lastert hen...." „Ik heb mij dikwijls afgevraagd waarom zii *ich niet van mij ontdaan hebben toen ik in het ravijn was ge vallen. Dat zal ik misschien nooit te weten komen. Was er wellicht een ge tuige bij dat tooneel „Ik heb wei eens gedacht dat Harry daar geweest is," zei Monica. „Ja, dat moet Hairy geweest zijn," antwoordde hij. „En zij hebben er be lang bij dat ik lee Welk belang? Wij tasten in het duister, dat is hee zwakke punt, wij weten niets van dt kwesties die voor ons toch levens kwesties zijn." Monica kon hem slechts onvolledige inlichtingen gevenzij kende de be palingen van het testament van lord Archibald niet, noch dp overeenkomst van de Burgau's met de justitie. Zij wist alleen, dat zijn verwanten voor een groote som verantwoordelij k voor hem waren en dat zij uit de voogdij een of ander groot voordeel trokken. Zij geloofde niet, dat de Burgau's schuldig waren aan aan hetgeen Jean zeide. Zij hadden hem bedreigd, maar zouden zij deze bedreiging hebben uitgevoerd of was het slechts om hem vrees aan te lagen? Tusschen een erfenisroof en een moord is nog een groot onderscheid. Wie zou daar overheen hebben kunnen stappen? Noch Frank, noch Jack.... „Noch Harry," zei jean. „Gij hebt voor mijn neven een bewonderens waardige toegeeflijkheid." De bu tengewone scherpzinnigheid van Jean trof haar vaak. Hij wist bijna alles wat er in het kasteel voor viel, men zou gezegd hebben, dat zijn blik door de muren heendrong. Hoe zou hij zonder dat de gehechtheid van Harry aan Monica hebben kunnen raden een ridderlijke gehechtheid, die geleek op de toewijding van de pages van voorheen voor hun meesteres. Jean hernam op een ontevreden toon van gezag„Als mijn verwanten er belang bij hebben mij in het leven te houden, is het te begrijpen dat zij nog meer belang er bij hebben, dat ik nooit spreek en dat zij liever mijn geld willen verliezen dan mij zelf. De beste partij voor ons is op de Daisy passage te nemen bij haar eerste reis." „Zoo spoedig Maar dat zullen wij niet kunnen," sprak zij opgewonden. „Wat zou ons dit beletten „Ik weet het niet, alles. Is je been reeds sterk genoeg „Zoo sterk dat ik het geneeskundig onderzoek wensch te vermijden. Als men daarbij eenig bedrog opmerkt, zal men ook nog een ander veronder stellen. De Burgau's hebben reeds ach terdocht. De toestand kan zonder gevaar niet langer duren. Ik wil dezen nacht een poging wagen." „Dezen nacht Onmogelijk En dan ik herinner mijlady Roselyne wil niet dat ik heenga vóór over eenige maanden." Jean fronste de wenkbrauwen. „Heb je haar dat beloofd en acht je je gebonden door een belofte, die mijn toestemming niet heeft „Ik heb het mijzelf beloofd," zei Monica, bedroefd om den toon van haar echtgenoot. „Roselyne rekent op mij." '„Ik reken ook op je. Maar," zei hij met een soort van minachting, „aange zien haar rechten in jouw oogen grooter zijn dan de mijne, wil ik je toewijding niet op de proef stellen. Je bent be vreesd, welnu, je kunt ook op Black horn blijven." „Ik zal blijven.. En jij," vroeg zij op ongeloovigen toon. „Ik volg mijn plan." „Ik zou dus blijven zonder jou, jij wou vertrekken zonder mij Ik b&» grijp je niet meer." „Je hebt mij nog r.ooit begrepen, maar stel je gerust, je verantwoording zal gedekt zijn je kunt mijn afwezig heid bekend maken, zoodra je die hebt geconstateerd. Dan zal ik reeds ver weg zijn." De tranen sprongen Monica in de oogen. „O Jean, spreek je zoo tot mij Maar ik wil wel vertrekken dadelijk en overal waarheen je wilt." „En ik, ik weiger je mee te nemen," sprak hij beslist op koelen toon. Hij stond op om heen te gaan. Moni ca, wier hart brak over deze wreede onrechtvaardigheid, wilde hem terug houden, doch hij vermeed haar en begaf zich naar zijn eigen vertrekken. Mon ca viel op een stoel neer en ween de vrij,uit. De schaduw van een weife ling was voldoende om dit prikkelbare hart, door zulk lang lijden als verplet terd, van haar af te keeren. Het was een betreurenswaardig en jammerlijk einde van de gelukkige vereeniging waarover zij zich had verheugd. Had zij zich echter moeten verzet ten Behoorde zij niet geheel aan hem? Zij was niet boos over zijn hardheid, maar bedroefd hem te hebben belee- digd en zijn ziel aldus door wantrouwen en bitterheid gekweld te zien. En nu wilde hij alleen vertrekken, geheel alleen, nog niet volkomen her steld, zonder hulpbronnen en zonder vrienden. Zij kon de koelbloedigheid van zulk een plan niet vatten. Langen tijd weende zij stil en zon op een middel om Jean te bevredigen. Bij den lunch, die Celia Jane opdiende, kwam hij weer in het salon. Monica drong haar tranen terug en ging hem tegemoet. Zij sprak: „Jean, ik smeek je Zij sprak zoo liefderijk, zoo z«cht en trouw. Hij vroeg haar om vergif fenis voor zijn ruwheid, hij nam met een mengeling van droefheid en goed heid de onderwerping aan, die zij hem aanbood, maar zij gevoelde wel, dat hij haar alleen vergaf en dat deze vergif fenis, hoewel oprecht, hem moeilijk viel. XVI. Na het diner begaf Monica zich naar Ridge om eenige schikkingen te treffen, die Jean noodig oordeelde. Toen zij haar zending volbracht had, trad zij de katholieke kapel binnen. Zij was bevreesd dit plan om te vluchten, dat, zij eerst met alle kracht had aangepre zen', scheen haar op het oogenblik der uitvoering verschrikkelijk. Jean was op Blackhorn betrekkelijk veilig en vol gens zijn eigen meening ging hij alles wagen en alles opofferen Zij liep de pastorie voorbij en zag toen zij even omkeek, Malcolm, den zoon van sir Baer, haar volgen. Onwil lekeurig greep een gevoel van schrik en naderend onheil haar aan, en ze haastte zich, na haar enkele boodschap pen gedaan te hebben, naar het kasteel terug te keeren. Zoodra Jean haar zijn kamer zag binnentreden, sprong hij op en zon der een woord te spreken wenkte hij haar mee te gaan. Blijkbaar had hij een nieuwe ontdekking gedaan. Hij voerde haar door een reeks van gangen, een paar maal een trap af totdat ze ten slotte in een heel donkere gang kwamen. Hier'eerst waagde hij het te spreken en fluisterend legde hij Monica uit, dat hij hoopte hierlangs een nieu wen geheimen uitgang te hebben ge vonden, die hen wellicht buiten het hek zou brengen. Opeens stonden ze beiden tegelijk stil. In hun onmiddullijke nabijheid klon ken stemmen, die ze dadelijk herken den als die van 'de jongelieden van Blackhorn. Het was Josiah die nu sprak. „Dus jij meent ook dat Jean op den weg der beterschap is," vroeg hij. Malcolm beaamde het. „Vergeet dat niet," sprak hij, „wij hebben hem met een vrouw doen huwen, die een model verpleegster is." „Wijl Jean gehuwd moest ^zijn om van lord Archibald te erven," zei dit achtenswaardige jongmensch nog als een vriend der waarheid, „lady Monica vat haar rol te ernstig op en lord Jean wil niet genezen." „Wat wilt je zeggen, Josiah? Zou lady Monica op den weg van succes zijn „Als zij er is," zei Josiah, „dan moet men haar hoe eer hoe beter den pas afsnijden." Zijn broeders maakten een snelle beweging. „Dat zou zeker moeten," herhaalde Josiah. „Wij zijn er ook nog niet. Het is niet onze schuld, noch de zijne, dat Jean, na zoo verstandig ziek geworden te zijn, nu te ongeschikter tijd zou genezen. Wie van u kan dit tegen spreken Allen zwegen. „Je vertelt ons zuivere zotteklap," bromde Malcolm, „en ge geeft mij geen antwoord. Is hij krankzinnig of is hij het niet Als hij krankzinnig is, iaat men hem dan elders opsluiten dan onder onze oogen ,,E{i als hij het niet is," zei Josiah met scherpe stem. Jean voelde de hand van Monica ijskoud worden in de zijne. Na eenige oogenblikken zetten de Burgau's het onderhoud weer op een meer vreedzamen toon voort. Zij be spraken de bepalingen van het testa ment van lord Archibald, vervolgens zond sir Baer een brief, door Josiah gedicteerd, aan pater Etienne, dat deze niet ontvangen kon worden, en eindelijk hieven zij de zitting op en gingen elders vergoeding zoeken voor een verzoek van pater Etienne 9111 een onderhoud. „Kpm," zei Jean tot Monica, „laten wij weer naar binnen gaan." Zij wilde echter niet naar binnen gaan, zij wilde niet naar het paviljoen terugkeeren na hetgeen zij gehoord had. Zij overlegde niet, zij redeneerde niet meer, zij zei alleen dat het leven van jean in gevaar was en zij gehoor zaamde slechts aan een uitdrukkelijk bevel van haar echtgenoot. Toen zij in het salon waren terugge keerd, beschouwden zij met sombere verslagenheid de meubelen, die zij ge hoopt hadden niet weer te zien. De- verschijning van Celia Jane ver brak de diepe stilte. „Mylady is vermoeid, ziek," sprak de oude dienstbare, zonder te laten door schemeren dat zij iets o gemerst had. En zij leidde de jonge vrouw weg alsof zij haar moeder was. „Je moet je niet bedroeven, lieve Monica," zei Jean den volgenden dag „de mislukking van gisteren heeft ons het wapen in de hand gegeven dat ons bijna onontbeerlijk was. Ik zie nu mijn weg en ik tast niet meer in den blinde. Je weet nu dat ik mijn bloedverwanten niet belasterd heb. Wij gaan een ander plan vormen, dat mij zal gelukken. Eenmaal in veiligheid, zal ik al den in vloed in het werk stellen, dien ik heb. De Burgau's zouden minder verrukt zijn over hun spel, als zij wisten welke kans zij mij door hun gesprek verschaft hebben." tyonica maakte geen tegenwerpingen meer. Het scheen haar, dat zij geen rust meer zou hebben vóór haar echtgenoot buiten Blackhorn was. De duistere zin spelingen van Josiah klonken haar nog voortdurend in de ocren. Waarom had zij Jean niet vroeger gelooid? Zonder haar, zonder haar zwakheid zou hij misschien reeds ver weg zijn, in veiligheid. „Je bent bevreesd voor mij, Monica," sprak haar echtgenoot vol liefde. „En dan is er nog een andere zaak, die je doet weifelen en weenen. Maar je moet openhartig jegens mij zijn, dan zou ik je kunnen geruststellen. Ik vergeet niet, dat wij zijn vereenigd in een godsdiensd die de jouwe niet is. Beken het maar." Monica boog het hoofd, hij raakte daar een thema aan, dat voor haar zeer smartelijk was. „Monica," ging hij voort, „ik wil je niet beminnen met een zelfzuchtige liefde, die lafheid isje hebt je aan mij verbonden vóór je zeker was dat je mij niet enkel uit medelijden liefhadt. Gisteren heb je mij echter bewezen...." „Twijfelde je dan nog?" vroeg zij glimlachend en bedroefd. „Je hebt dezen toestand aanvaard, om mijn verdriet en zorg niet te ver meerderen. Maar Monica, de godsdienst waarin ons huwelijk is ingezegend, is, niet meer de mijne." Zij slaakte een lichte kreet van ver rassing. „Ja, dierbare Monica, je echtgenoot is katholiek zooals jij., reeds sedert jaren, bijna sedert mijn vertrek uit Engeland. Ik heb het je reeds vaak willen meedeelen. maar ie "ermeed m. dit onderwerp met zooveel tegenzin Hot ebt gij niet cegrepen dat niets onze genegenheid belemmerde, wiji onze zielen vereenigd waren in het zelfde geloof „In hetzelfde geloof.." herhaalde zij met onbeschrijfelijk geluk. Deze overeenstemming in hun geloof overstelpte haar met vreugde. Het scheen een balsem die haar versterkte. Jean ging voort: „Pater Etienne, de vriend over wien ik u dikwijls ge sproken heb, kon niets doen om mij mijn vrijheid en mijn fortuin terug te geven, maar hij kon mij meer geven dan dat, omdat hij het recht heeft u onverbre kelijk met mij te verbinden. Ik ben besloten hem te schrijven." Hij schreef zoo spoedig mogelijk in overeengekomen taal en adresseerde den brief onder couvert van een ander huis dan dat der grijze paters. Monica maakte gebruik van een rijtoer met lady Roselyne om den brief naar Bo rough te- brengen, waar hij minder gevaar liep te worden opgemerkt dan tusschen de weinig talrijke correspon dentie te Ridge. Toen zij den brief afgegeven had, scheen het haar dat het geluk, het leven van Jean daarmee was overgeleverd aan allerlei avonturen. Hij had alles van de Burgau's te vreezen. De ge schiedenis van zijn huwelijk, van zijn gevangenschap verschenen haar onder een ander licht. De Burgau's waren ver armd, den ondergang nabij, toen Jean zich met lord Archibald zou gaan ver zoenen. Waarom zouden deze lieden, zonder principes, zonder geloof, zich niet werpen op den eenigen hinderpaal, die hen van de fortuin scheidde, waar om zouden zij niet al hun krachten in spannen in den wanhopigen strijd, waarvan het einde hun rijkdom of el lende zou brengen En toen die strijd eenmaal begonnen was konden zij niet meer terug elke moeilijkheid die zij overwonnen, hielp hen om met nog meer woede de andere te overwinnen. Monica vreesde nu nog meer dan Jean het geneeskundig onderzoek, dat men eiken dag kon verwachten en dat de vijanden op hun hoede zou doen zijn. Zij wilde hebben, dat Jean het eerst vertrok, da zou zij zich later bij hem voegen. Hij weigerde echter haar achter te laten. Haar medeplich tigheid zou te duidelijk blijken. De brief, die zij naar Borough ge bracht had, kwam aan zijn adres. Lady Monica ontving van een boek handel te Londen het gebedenboek, dat het aigesproken teeken was en dat sir Baer zeer beleefd aan zijn jonge verwante overreikte. Jean schreef nog tweemalen en tweemalen kreeg zij het bewijs dat zijn aanwijzingen waren ontvangen en begrepen. Monica kon echter niet meer naar Borough gaan en moest de laatste bood schap van Jean te Ridge op de post brengen, waar zij juist Franck ont moette in het kleine postkantoor dat aan een winkeltje verbonden was. Franck kwam een brief terug vragen, waarvan zijn vader in het adres een vergissing had gemaakt. De post ambtenaar schudde den zak uit en on der het dozijn brieven was ook die van Jean. Franck zocht de brief zijns vaders maar toen de brieven weer in den zak gingen, kon Monica niet onderscheiden of de brief van Jean er nog bij was. Franck groette Monica, die hij voor het eerst zag en bood haar zijn geleide aan naar het kasteel. Monica nam dit aanbod aan, nog, onzeker of de brief van Jean verdwenen was of niet. Denzelfden dag kwam een hoogst tragisch voorval het kasteel Blackhorn in rep en roer brengen. Lady Roselyne had van de afwezigheid van haar echt genoot gebruik gemaakt om tegen diens uitdrukkelijk verbod, of althans tegen zijn wil een bezoek te gaan bren gen aan de oude Nancy, de verzorgster van den kindschen ouden Ben. Zij had een mand met provisie laten inpakken en liet zich door haar kame nier tot den ingang van het bosch bren gen. Hier zond zij deze terug en droeg zelf den vrij zwaren mand naar de hut ier oude vrouw. Zij trof deze alleen ehuis en bleef er geruimen tijd. De oude Nancy, een boosaardige, wraak zuchtige vrouw, was zeer dankbaar voor den meegebrachten voorraad en zij wilde de jonge lady uit dankbaarheid verhalen doen over Blackhorn en zijn bewoners. Aanvankelijk vertelde zij van de voorvaderen van sir Bear, maar daarna ook van de tegenwoordige be woners allerlei ware of vermeende gru weldaden en ten slotte verhaalde zij van den echtgenoot der schoone lady, dat deze haar dochter Bessy tot een geheim en ongeldig huwelijk had weten te bewegen. Ten bewijze voor de waar heid van'haar woorden liet zij lady Roselyne den trouwring zien en gaf haar deze ten geschenke. Roselyne stak hem aan haar vinger naast de haren. De dochter der oude Nancy was ge storven en had haar moeder doen belo ven Malcolm of zijn familie nooit uit- wraak eenig leed te doen. Nu dit deed zij dan ook niet, dit, kon de lady zelf zien, zij verhaalde haar alleen geschie denissen. Toch wist zij wel, de oude heks, dat zij de jonge, onschuldige vrouw een doodelijke wonde in het hart toebracht. De arme, diepgetroffen echt- genoote van Malcolm was ten laatste blootshoofds de hut uitgeloopen en den weg n^ar het kasteel op. Toen zij hier aankwam, was zij meer dood dan levend. Monica zag haar aankomen en vroeg verschrikt wat er gebeurd was. Roselyne vertelde echter niets, liet zich op haar kamer brengen èn op een divan leggen, maar hoe Monica ook praatte, er was niets uit haar te krijgen. Toen Malcolm thuis kwam en vol schrik vernam in welken deerniswek- kenden toestand zijn vrouw thuisge komen was, kon hij niets anders van haar vernemen dan de vraag, of hij het kwaad dat op Blackhorn geschied was en geschiedde, niet verafschuwde en het zou trachten goed te maken. Dan verzekerde zij hem dat zij hem bemin de, niet, dat zij hem bemind had, maar dat zij hem beminde en zou blijven be minnen. Nog denzelfden avond stierf zij en liet Malcolm ten prooi aan de diepste wanhoop achter en al de bewoners van het kasteel waren in de grootste verslagenheid. Zij werd bijgezet in den grafkelder der Burgau's naast de oude overleden mannen en vrouwen, wier historie of legenden haar zulk een doodelijken slag- had toegebracht. Van de jonge, schoone Roselyne bleef slechts Je her innering over en Monica werd nu door niets meer weerhouden op Blackhorn. Zij kon zonder .gewetenswroeging ver trekken. XVII. Lord Jean deelde Monica zijn nieu we plan mei. e Dit was zoo dol-gewaagd en stoutmoedig en tevens zoo eenvou dig, dat Monica zich bij herhaling af vroeg, hoe zij zoo onnoozel geweest was, om dit niet vroeger te bedenken. De dood en de begrafenis van lady Roselyne hadden op Blackhorn een komen en gaan van bezoekers veroor zaakt. Jessy en Harry waren er ook en wachtten, dat sir Baer, die een wei nig lijdend was, geheel zou hersteld zijn en Jean rekende op de verwarring, die deze verschillende omstandigheden haddeh gebracht in de vaste gewoon ten van Blackhorn. Monica zou den volgenden Dinsdag op het kasteel dineeren, zooals haar gewoonte was en zou dan niet meer in het paviljoen terugkeeren. De groote moeilijkheid voor J ean was, de deur van het bureau van sir Bear te openen. Hij wilde namelijk dit ver trek doorgaan, dat de eenige uitgang was van het paviljoen. Sedert de baronet ongesteld was, vereenigde zich de familie in dat ver trek, omdat het, hoewel vrij ruim, warmer was dan het salon en beter geschikt voor een herstellende. Wanneer Monica het paviljoen ver liet om den avond op het kasteel door te brengen, gebeurde het vele malen, dat men zich verpe-noecde met den grendel op de deur te schuiven zonder den sleutel om te draaien. Monica moest dus in den loop van den avond en on der de oogen van allen den grendel terugschuiven. Als de familie aan het diner was, zou Jean het ledige vertrek binnen treden en achter de neergelaten gord- nen van een raam wachten om in het naaste vertrek te komen onder beguns tiging van de duisternis, hetzij onder den maaltijd, hetzij na de terugkomst der familie, bijna midden onder hen doorgaande. Zoodra Monica kon aannemen, dat hij zonder ongeval of .verhindering de hal bereikt had, zou zij daar bij hem komen. Zij ging eiken avond bij het vallen der duisternis naar de godsdienst oefening die met deze maand in de kapel van Ridge hield. Gewoonlijk werd zij vergezeld door Dinah, die zich sedert eenigen tijd herinnerd had, dat zij ook katholiek was. Monica en Jean zouden samen bij het hek aankomen. Het was noodig dat het niet te laat was om het uitgaan van Monica natuurlijk te doen voor komen, maar het was ook noodig, dat de schemering ver genoeg gevorderd was, dat Jean mede door het hek kon gaan, zonder dat Basile hem op het eerste gezicht herkende. Eenmaal buiten o, 'God gave dat zij reeds buiten waren zouden zij naar de plaats gaan die Jean met zijn vriend had afgesproken en vervolgens zouden zij door het bosch of langs de kust de kluis van Saint Jut bereiken, waarover pater gtienne hun zulke vol ledige inlichtingen gegeven had. De kapitein van de Daisy, van wiens toe wijding de dochter van Patrick O'Hara verzekerd was, zou hen twee dagen later aan boord nemen en hen onmid dellijk naar Frankrijk brengen. Eenmaal in de kluis gekomen, kon den zij zich in veiligheid achten. Het voornaamste voor hen was, geen spoor achter te laten, dat hun bloedverwan ten de gelegenheid kon geven hen te vervolgen. De Burgau's zouden dadelijk alle hulpmiddelen voor de vervolging tot hun beschikking hebben, zelfs den arm der wet. Jean en Monica moesten van elk middel van vervoer afzien, evenals van eike hulp, welke ook, die later den weg zou kunnen verraden, welken zij genomen hadden. Monica had al het geld nog, dat sir Baer haar verstrekte in naam van zijn neef. Zij had eenigen voorraad ingekocht in het dorp, waar zij dat vaak met lady Roselyne gedaan had voor de armen. Blindelings volgde zij de aanwijzin- vangen haar echtgenoot, wiens on- tembere moed haar opwekte en mee sleepte. De belangrijke week begon dan voor Jean en Monica. De Zondag en Maandag gingen snel voorbij, doch schenen voor Monica de langste dagen die zij ooit beleefd hadden. Zij wist dat er een vreemde priester in de pastorie was aangekomen en dat het pater Etienne was, maar zij had hem niet gezien. Men verwachtte op Blackhorn het bezoek van den geneeskundigen in specteur. De Maandag verstreek ech ter zonder dat dit merkwaardig perse- nage verscheen, wat voor de eerste maal nuttig zou geweest zijn. De Dins dag brak aan. Monica aanschouwde biddend de dageraad van dezen dag. De volgende uren werden besteed aan de laatste toebereidselen. Het ge wichtig oogenblik kwam. Monica scheen gereed voor een lange rsis. Zij had haar langen mantel met kap genomen, dien zij met haar mand met provisie in de hal neerzette. Onder dit necjerige kleed dat haar geheel omhulde, had zij het, zelfde edel maar armoedig voorkomen van den dag harer komst op Blackhorn. En in dit oogenblik, waarin zij, met een teederen, moedigen blik in de oogen, zich aan gevaar ging blootstellen voor Jean, scheen zij hem nog schooner dan in dien Kerstnacht, waarin zij in haar prachtig fluweelen japon, gesierd met diamanten, hem overwonnen had door naar trouw en goedheid. De namiddag verstreek en men moest den slag wagen. Celia Jane zei Monica vaarwel. De' oude vrouw had het plan Blackhorn te verlaten, zoodra haar jonge meesters vertrokken waren. Zij zou naar een harer -usters in Green- shire gaan. „Mylady, veroorloof mij, dat ik uw potje met viooltjes meeneem," sprak ze. Monica dankte haar met een enkel woord en drukte met de meeste harte lijkheid de ruwe handen vah de oude dienstbare. Celia Jane ging naar boven en Jean en Monica bleven alleen. - Zij traden op 't terras en beschouw den voor het laatst den horizon. Moni ca herinnerde zich, toen zij weer bin nentraden, al de vreugde en al het lij den dat zij hier ondervonden hadden. Eindelijk sloeg de klok, de bel voor het diner luidde en Jean en Monica zeiden elkaar vaarwel. Wanneer zij elkaar zouden weerzien maar zou den zij elkaar wel weerzien De beide volgende uren zoudan dat beslissen., ofrer hun leven of dood. Monica verliet het paviljoen en vond de geheele familie in het bureau van sir Bear. Men had ten believe van den baronet het diner vervroegd, doch zij kwam nog op tijd, de lampen waren nog niet aangestoken, ofschoon de duis ternis snel inviel. Monica had den grendel niet kunnen terugschuiven zoodra men haar bin nengelaten 'had, en evenwel moest dit gebeuren vóór men de eetzaal binnen ging. Als haar dit niet gelukte Haar hoofd duizelde. Zij bracht haar mantel in de hal. „Haar gebed, ge weet wel," zei Jessy op een vragenden blik van miss Ara- minthe. „De katholieken hebben he den avond een bizondere plechtigheid, die lang duurt. Mevrouw Dhenna, dé moeder van den pastoor, heeft Monica aangeboden bij haar den nacht door te brengen, omdat zij den volgenden morgen zeer vroeg weer bij een andera plechtigheid moet zijn." Dit was vol komen naar waarheid meegedeeld. „Dat^ moet niet weer gebeuren," sprak sir Baer. En Monica sprak met volle oprechtheid„Neen, het zal n;e; weer gebeuren." De tusschenkomst van Jessy gaf haar een nacht respijt. Niemand zou zich verwonderen dat zij dien avond niet terugkwam en Monica -dacht aan Celia Jane, die veinzen moest pp de ■bovenverdieping te zijn opgesloten, waar zij niemand kon hooren. Toen Mo nica in den donkeren hoek op haar plaats terugkeerde, trok zij tegelijk den grendel terug. Het lichte 'geknars, dat haar als een donderslag in de ooren klonk, trok evenwel niet de aan- acht. Men bracht weldra de lampen en ieder stónd bij de laatste bel voor het diner op. Monica verliet het laatst net vertrek, na de zware gordijnen voor de ramen te hebben neergelaten, die Jean moesten verbergen. En zonder haast te weten hoe zij er kwam, ging zij, de eetzaal binnen en zette zich aan ta fel. Zij at zooals iedereen, zij hoorde rondom zich spreken, zij antwoordde wanneer men haar vroeg. Hoe zij ech ter den tijd van het diner doorkwam, wist zij niet. Na den maaltijd keerde zij met de anderen in het bureau terug. Men liep langs de gordijnen, doch geen plooi bewoog zich. Toch was Jean daar ver borgen en de gewaagde onderneming was begonnen. Iedereen, behalve Jessy, had zich weer aan tafel gezet, sir Bear in zijn grooten leuningstoel, waarin hij de ge noegens van een herstellende smaakte, toen deed zich een van die zoo heel natuurlijke dingen voor, waarvoor Mo nica had gevreesd. Jessy naderde het iaam, alsof zij het gordijn opzij wilde schuiven en naar buiten zien. In een onweerstaanbare ingeving stond Moni ca reeds op, doch zij ging weer zitten en vroeg, zonder dat zij haar eigen stem herkende: Jessy, waar is het album, dat je uit Italië hebt mee gebracht Jessy liet dadelijk haar eerste voor-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 8