ZIJN slachtoffer! üsrde Blad - 8 April 1922 Da Utrechtsche Vergadering feuilleton GEM. BUITENL. BERICHTEN. De „Hebt ge met hem gesproken?" „Neen maar ik zag hem in de zaal. 't Is de vraag, of Bij mij zelfs wel heeft opgemerkt „Ge hebt hem dus niet gesproken „Nog niet. Misschien heeft hij me biet gezien, en dat is 't juist, wat me too hindert." „Gij" zult hem weerzien, en hij zal u apnerken. Gij ziet er werkelijk lief ge noeg voor uit Wie weet Zoovehn anderen zullen hem lief hebben. Abc jonge meisjes moeten hem be minnen, daar ben ik zeker van." „Hoe oud is hij ».Ik denk ongeveer vijf en twintig." r Zot oud is Mark ook," mompelde "^v.ouw Vcrnand. »Wat zegt ge >.Zlo oud is Mark, mijn zoon.v »H<t is een edelman, een graaf, -1e graaf d'Arbois." °n 't l.ooren van dien naam, sprong de onderwijzeres op, en doodsbleek vroeg zij, terwijl zij sidderde: „Hoe noemdet ge hem „Graaf d' Arbois," herhaalde Jean ne, verbaasd over de plotselinge aan doening, die zich van hare leermeeste res had meester gemaakt. T een vroeg zij„Kent gij hem „Neen, neen, ik ken hem niet, maar die naam heeft oude herinnerin gen in mij doen ontwaken," en zacht jes fluisterend, voegde zij er bij „Graaf d' ArboisMijn zoon, te Parijs! Misschien zal ik hem zienJ." Zij deed bovenmenscheiijke pogin gen, om Rare kalmte te herwinnen, en zeide „En gij bemint dtts dien jon gen graaf d' Arbois „Ja." „Heeft hij schoone oogen?" „Zoo mooi. Zoo heerlijk schoon als Paul was," riep mevrouw Vernand als in geestvervoering uit. „Ziet ge wel, dat ge hem kent," zei de Jeanne. „Ik heb hem nooit gezien, ge hebt mij dit alles zelf verteld En weet ge waar hij woont „Hij woont met zijn vader markies d' Arbois in een groot huis op den Boulevard Malesherbes." „Mét zijn Vader," mompelde de zoo genaamde mevrouw Vernand. „Dus die man 'leeft altijd nog Ongetwijfeld wilde zij opnieuw aan het jonge meisje eenige inlichtingen vragen, toen de kamerdeur werd geopend en Jeanne's moeder binnen trad. Zonder op te merken, dat de aandoening het gelaat harer dochter, zoo wel als dat der leermeesteres, hoog gekleurd had, zeide zij „Zoo, is de les nog niet afgeloopen „Ja, mevrouw wilde juist geen gaan.' Mevrouw Vernand stond werke lijk op, alsof zij op 't punt was te ver trekken. „Wij moeten bezoeken afleggen, zooais ge weet, Jeanne!" „Ja moeder." De teekenmgesteres, blijde te kun nen heen gaan, om aan hare gedach ten den vrijen loop te laten, groette de beide dames. „Tot morgen," zei Jeanne. „Tot morgen, mejuffrouw." En liet jonge meisje dacht in stil te „O, zij kent hem Zij wil 't niet zeggen, maar ik zeker ben, dat zij hem kent," en zii nam zich .ypor, die ue-. lieimzinnige vrouw aan 't spreken te brengen. Op 't punt de kamer te verlaten, werd mevrouw Verna door de moeder van Jeanne opgehouden, die waarschijnlijk om toch iets te zeggen, vroeg „En'zijt ge tevreden over uwe leerlinge, mevrouw „Zeker, mevrouw." „Is zij niet wat te ktndetlijk „Neen, mevrouw, zij is heel ernstig, als 't wezen moet." „Dat verwondert mij waarlijk. „Het verwondert u altijd, goed van mij te hooren, moeder „Mijn lieveling, ik denk zooveel kwaad van tt," zei deze, het bevallig kopje harer dochter tusschen beide handen nemend en het met kussen bedekkend. ..j II. MOEDER EN ZOON. Het is onnoodig aan onze lezers mede te deelen, dat mevr Vernand, die wij zoo even ontmoetten, niemand anders was dan de hun welbekende Christine de Mézière, markiezin d Ai- bois. De arme vrouw was zeer ver anderd. Door hare lokken, liepen vele wittA draden* hare gelaatskleur was conferentie te Genua. De aankomst der Russen Donderdag is de Russische dele gatie te Genua aangekomen. De groote gebeurtenis, waarop Genua en geheel Italië gewacht hadden, is geheel on opgemerkt voorbijgegaan, daar men met opzet liet publiek omtrent den tijd van aankomst op een dwaalspoor had gebracht. Bovendien was het station geheel afgezet, en zelfs de journalisten werden op een afstand gehouden. Op het station heette de eerste secretaris der conferentie, ba ron Asecaca, de Russische delegatie welkom. Daar de trein onderhalf uur moest wachten voor de Russen kon den uitstappen, had Tsjitsjerin ge legenheid van het open venster uit den groet der journalisten te beant woorden. Zijn glimlach gold wellicht echter ook de opmerking, dat overal buitengewone veiligheidsmaatregelen van de zijde der Italiaansche regeering waren getroffen. Zoo waren b.v.' de vele tunnels tusschen San Marguerita en Genua door vele gewapende pa trouilles afgezet. De Russen werden daarna in auto's naar hotel Imperial gebracht, dat tusschen San Marguerita en Rapallo ligt. De correspondent van de „Daily Herald," die met de Sovjetdelegatie tot de Italiaansche grens in denzelf* den trein reisde, vernam van Tsitsje- rin, dat de beginselen, welke Rus sische delegatie te Genua zal aanvaar den, neerkomen op het volgende ten eerste de Russische souvereiniteit moet worden geëerbiedigd, ten tweede het economisch stelsel van Rusland moet onder controle der sovjet blij ven ten derde het sociale werk van de revolutie moet intact blijven. Voorts sprak Tsjitsjerin zich uit ten gunste van een algemeene ontwape ning, terwijl hij vergoeding zal eischen voor de schade, toegebracht door de interventie van Britannië en Frankrijk in Rusland. Japan en Rusland. De „Times" verneemt uit Tokio, d.d. 5 April r De Diplomatieke Raad heeft twee belangrijke beslissingen genomen: le. om de Sovjetregeering in verband met de conferentie te Genua niet te erkennen, tenzij deze de schuld van 200 milioen yen aan Japan erkent2e. te eischen dat de regee ring van Tsjita, alvorens Siberië te ontruimen, de bepalingen nakomt van de nota ten aanzien der com- mercieele en andere waarborgen. De toestand in Ierland. Oud-leden der R. C. vermoord. De „Times" verneemt uit Dublin, dat vijf leden der oude Tersche gen darmerie (de Royal Irish 'Constabu lary) in verschillende deelen van Ier land vermoord zijn. Een ernstige waarschuwing. De correspondent van de „Times" te Dubliii laat een ernstige waarschu wing hooren in verband met den toe stand in Ierland. Het publiek dreigt zelf de zaken ter hand te nemen ten gevolge van de zwakke politiek der zuidelijke regeering, wier gezag taant onder de krachtige uitdaging der extre mistische republikeinen. In verschil lende deelen van Ierland worden wet en orde bij voortduring tot een aan fluiting gemaakt. Hei zwakke geslacht. Een vrouw, met een revolver ge wapend, heeft in Donegal twee trei nen aangehouden en er twee pakken dagbladen uit Ulster uitgesleept en verbrand. MILLERAND IN N.-AFR1KA. Millerand heeft, met maarschalk Lyautey en de zonen van den sultan aan zijn zijde, zijn intocht in de stad gehouden, tusschen een dubbele haag van inlandsche ruiters. EEN EIGEN NATIONALE VLAG VOOR EGYPTE. De voornaamste mogendheden heb ben bijna zonder uitzondering de ge- wij/.'Ve politieke positie van Egypte erkend. Zij zullen daarvan blijk ge ven door de diplomatieke agentschap pen tot legaties te verheffen. De bui- leulandsche vertegenwoordigers zullen matbleek geworden, maar hare trek ken waren rp>g even regelmatig en fijn en de uifdrukking er van had de zelfde waarfigheid behouden. Hare nog altijd sfliooneoogen Radden eene droefgeestige uitdrukking en verleen den aan het gelaat een onbeschrijfe lijke aantrekkelijkheid. Alle sporen van de mismaklng, welke dokter Bernau noodzakelijk had geacht, waren sinds lang verdwe nen. Het haar had weer de vrpegere lengte en glans herkregen., alleen ver raadt hier en daar een grijze lok den ouderdom of liever de smarten die zii heeft moeten dragen. Christine is altijd in 't zwart, nooit speelt er zelfs een glimlach om hare lippen en zij gaat door, het leven, zonder op de wereld acht te slaan. Zij ziet niets en staart slechtrtep één I punt aan den gezichteinder van het menschelijk leven, waar zij het gelaat Van haar zoon meent te ontdekken schitterend als eene ster. Zoo gaat zij voort haar levenspad slechts beschenen door dezen enkelen lichtstraal. Er gaat een waas van ver heven smart van haar uit, en een beeld houwer zou haar als de verpersoon- aen rang van gevolmachtigd minister, gezant in bui'.engewonen dienst ont vangen. De Perzische regeering heeft reeds daartoe besloten en de Fran- sclie zal binnenkort volgen. LANDBOUW EN VISSCHERiJ. lijking hebben kunnen nemen van het beeld der „Droefheid." Zoo was Christine de Mézière ge worden na de jaren, die zii had door gebracht in het krankzinnigengesticht, waarin haar ellendige echtgenoot haar, met behulp van Lantin, had doen op sluiten. - Het zou te lang duren, alle kwellin gen te beschrijven, die zij in dat vreese- iijke huis had moeten verduren., ge noeg zij 't te zeggen, dat zij naamloos dankbaar was, toen zij, bijgestaan door een lotgenoote, uit hare ge vangenis was ontvlucht. Eenmaal in vrijheid, bad zij voorvallen vernomen, welke haar ontzettend verschrikt had den. Dokter Bernau vermoord Haar zoon met den markies naar den vreem de vertrokken Jaren lang had zij eenzaam geleefd, zonder ooit iets van Mark te vernemen, onder den naam van mevrouw Vernand. Otn in haar onderhoud te voorzien, gaf zij teekenlessen en maakte schilderstuk jes in waterverf. Daar vernam zij plotseling in den salon van mevrouw d'Olne, uit Jeanne's mond, dat haar zoon leefde,dat hij in Parijs was terug gekeerd en waar hij woonde. -:o: Gisteren waren le Utrecht in de groote zaal van het Jaarbeursgebouw een drie honderd sympathiebetuigers met de actie- van Cranenburgh aanwezig. Aan de be- vtuurstafel hadden behalve het comité van actie ook de heeren mr. A. baron v. Wijn bergen, mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen en mr. F. Teulings, vormende het dage- lijksch bestuur van den Alge m eenen Bond van R. K. Kiesvereenigingen plaats geno men. Do voorzitter, de heer R. van Cranen- burgh, opende de vergadering met den chris tel ijk en groet en sprak een uitvoerige openingsrede uit. Spr. wees er op, dat zijn voorzitterschap van het comité van actie in de gegeven omstandigheden geen gemakkelijke taak is. Toch meent hij te moeten verklaren, dat deze vergadering geheel ligt in de lijn die hij zich van den aanvang af heeft voorge steld. Het voor en ook het tegen van een zoo ernstig besluit als het stellen van eigen candklaten. moet in het-openbaar worden belicht en daarna eerst kan worden beslo ten, welke weg moet worden ingeslagen. Het optrekken met eigen candidaten en eigen program is dus bedoeld als nood maatregel voor het geval n.l. niet de over tuiging kan worden geschonken, duf eene andere dan de tegenwoordige fatale rich ting in de politiek zal worden ingeslagen en dat, na de verkiezingen, niet met de socialisten zal worden samengegaan. Wan neer omtrent die beide punten zekerheid bestaat is het hoofddoel onzer actie be reikt. Onze hoop vestigen op de candida ten onzer kiesvereenigingen kunnen wij niet. Hun gehalte en de wijze waarop zij in de kiesvereenigingen hun rangnummer be vochten, is van dien aard, de goeden niet te na gesproken, dat omtrent velen hunner onze verwachting niet hoog gespannen kan zijn. De liefde tot de waarheid, waarvan wij ten prof. De Groot in zijn inaugurale rede bij de aanvaarding van zijn hoogleeraafs- ambt zeide: „De liefde tot de waarheid is een verheven kracht in den mensch; zij doodt het vooroordeel; drukt den eigen waan neder, verwekt koningen der weten schap en helden des geloofs, zij brengt den mensohen vrede op aarde". Die liefde tot de waarheid, waar is zij le vinden in onze kiesvereenigingen'? Daar ziet men helaas te veel volksbedrog en volksverblinding. Men vraagt er om de gunst en recommandatie en prijst de zege ningen eener wetgeving die ons land naar den afgrond voert. De sociale politiek onzer regeering is neergelegd in wetten en verordeningen, uitgebreider en strenger dan in welk land der wereld ook. Zij doodt werklust en energie; bevordert werkloosheid en onge bondenheid; werkt verkwisting in de hand, houdt de productie tegen; laat door een duur corps ambtenaren iinproductieven ar beid verrichten; teert liet nationaal vermo gen op; voert de belastingen op tot een hoogte, die met kapitaalvernietiging gelijk staat; en maakt niet alleen een bloeiende industrie onmogelijk, maar drukt die zoo danig in een keurslijf van wettelijke ge- bods- en verbodsbepalingen, dat de ernstig ste gevolgen, ook ten nadeele van de ar beiders, daarvan te verwachten staan. Gaat de sociale politiek in ileze richting door, dan snelt ons land met rassche schreden zijn ondergang tegemoet. Im mers juist tengevolge van die arbeidspoli tiek' beeft de breedste lage der bevolking haar levensstandaard zoo hoog opge voerd, dat bij de heerschende malaise die schijmvclstand tot uitputting van het na tionaal vermogen en tot aller ondergang moet leiden. En die sociale poliliek wordt in de kiesverenigingen geprezen en men waagt het niet, met een blik in de toe komst, zijn waarschuwende slem te doen hooren. De jacht naar zetels en postjgs en het daarmede gepaard gaande volks- gevlei in de kiesverenigingen, heeft zulke proporties aangenomen, dat het daar doen schijnen van het licht der waarheid en het daar uiteenzetten der naakte wer kelijkheid geen gemakkelijke en in de meeste gevallen een wel is waar nood zakelijke, doch zeer ondaukbare taak moet worden geacht. Al deze bezwaren zijn aan het dagelijksch bestuur van den bond medegedeeld. Voortgaande zegt de heer Van Cranen burgh, dat de vraag op de vóór-vergade- ring in den breede is besproken, of hier- niet ligt een groot tekort bij de instel- lectueelen en middenstanders. Volgens den voorzitter van het dagelijksch bestuur van den Bond hebben te weinigen onzer maatschappelijke klassen aan de politiek meegedaan en is door dit langdurig ver- zuim onze invloed gering geworden, ter wijl door het algemeen kiesrecht de massa juist grooter invloed heeft gekregen, een invloed niet geneutraliseerd door den mo- reelen invloed van de hoogere klassen die zich te weinig hebben laten hooren in de kiesvereenigingen en door wie zoo zelden in de Katholieke bladen wordt ge schreven. Daartegenover werd aange voerd, dat de toestand zeer is verergerd sedert de invoering van de evenredige vertegenwoordiging, wardoor niet meer Je persoon maar de partij op den voor grond treedt; dat in de kiesvereenigingen Hoofdzakelijk de arbeiders komen, die daartoe al den tijd hebben; dat, als wij daar komen we worden overstemd. Velen deelden hun wedervaren mede in de kiesvereenigingen. Zij hadden er vroeger functies bekleed, maar waren daar uitgewipt. Anderen weer verklaarden, dat hun artikelen, ingaande tegen poli tieke sociale of economische opvattingen dier bladen, door de Katholieke pers wer den geweigerd. Zij beschouwen die pers als te zeer verpolitiekt en niet genoeg ob jectief. De Katholieke bladen zijn niet meer de weerspiegeling van hetgeen leeft in het Katholieke volk. Velen dienen nieer de troebele huidige politiek dan de objec tieve waarheid. Verder werd betoogd, dat, mede tenge volge van de sociale maatregelen der re geering en daarmee gepaard gaande geld verspilling, de belastingen voor Nederland en Koloniën ondragelijk zijn geworden. Blijven die gehandhaafd, dan komen wij onvermijdelijk in ellende door verminder de kapitaalsvorming, verminderden onder nemingslust, vermeerderde werkloosheid, uittocht van kapitaal, toennemende tekor ten, inflatie door vlottende schuld, loon strijd t ten slotte zullen hier dan D-iit- sclie, Oosleurijksehe en Russische toestan den heerschen. Men beschouwde staats bankroet in de toekomst als onvermijde lijk, wanneer niet radicaal van politieke richting werd veranderd. Vertrouwen in den leider der Katho lieke Kamerfractie, mgr. dr. Nolens, had de vergadering niet. Het is juist zijn over weldigende invloed, die de geheele staat kunde beheerscht, dje de R.-K. Staats partij meer en meer den rooden hoek in duwt. Zijn welvaartsverschuiving dreigt welvaartsvernietiging te worden, ook voor den arbeider. Men wenscht meer practi- sche mensclien aan 't roer en meent, dal alleen een star theoreticus er over den ken kan om de patriarchiale verhouding in den boerenstand op te offeren aan ar beidswetgevingsmanie en partij-discipline, d. w. z. de wil van den grootcn leider dwingt de meer bezadigde ieden te stem men voor wetsontwerpen, die zij, objec tief' beschouwd, moeten veroordeelen. Met de grootste eenstemmigheid wenschte de vergadering afdiende zeker heid, dat van den ambtenaarsstaat zat worden teruggekomen en eene meer be zadigde richting in de politiek, overeen komstig de gewijzigde economische toe standen, zal worden ingeslagen. Het dagelijksch bestuur van den Bond heeft helaas, noch in de eerste, noch in de tweede vergadering, positieve toezeg gingen kunnen doen; waarna in de bijeen komst te Amsterdam werd besloten deze vergadering van adhaesiebetuigers te doen beslissen of al dan niet met afzonderlijke lijsten zal worden uitgekomen. Wat die vergadering betreft, heeft men de verdeeldheid in eigen boezem tegen ons uitgespeeld. Ten onrechtel Het spreekt immers van zelf, dal op de eerste verga-, dering, die buiten tegenwoordigheid van het dagelijksch bestuur van den Bond plaats had, niet direct eenstemmigheid kon heerschen over de middelen om tot het door allen beoogde doel te geraken, maar over de veroordeeling van de tegen woordige lichting en de noodzakelijkheid, daarin zoo mogelijk verandering te bren gen, bestond en bestaat nog de grootst mogelijke eenstemmigheid. Heb ik nu den staf willen breken over alle regeeringspersonen en alle Kamerle den onzer partij? Allerminst. Spr. brengt gaarne hulde aan minister Ruys de Bee- renbrouck, aan baron van Wijnbergen en andere katholieke Kamerleden. Met kracht moeten wij ons verzetten te gen de meening, dat onze actie zou zijn een actie van hoogere standen en niet ook van den middenstand. Onze actie wil omvatten alle standen en beoogt enkel het algemeen landsbelang. Ook willen wij in Katholiciteit voor niemand onder doen. Wij stellen ons, zon der eenig voorbehoud, op het standpunt, neergelegd in het schrijven van het door luchtig Episcopaat d.d. 24 Mei 1921, ge richt tot den algemeenen Bond van R.K. Kiesvereenigingen in Nederland, luidende: „Het Doorluchtige Episcopaat, overtuigd dat het belang van Kerk en Staat daar door het best zal worden gediend, ver langt, dat de tot nu toe in de politiek ge volgde samenwerking met de Christelijke partijen worde bestendigd en verklaart zich beslist tegen het samengaan met de sociaal-democratische partij, zoodat wij als eisch aan Katholieke afgevaardigden meenen te mogen stellen, dat zij alleen en uitsluitend aansluiting zullen zoeken bij de Christelijke partijen. Daarna was het woord aan mr. A. ba ron van Wijnbergen. Met genoegen had spr., als voorzitter van het bondsbestuur daartoe uitgenoo- digd, de gelegenheid aanvaard, om thans in het openbaar te zeggen, waarom dit een uitnoodiging aangenomen heeft tot sa- inenspreking. Deze actie, daargelaten of zij al dan niet geheel of ten deele goed is, verschilt hierin van alle andere acties, dat zij ge schiedt openlijk en in voeling met de ka tholieke Staatspartij. Daarvoor bracht spr. hulde aan de heeren v. Cranenburgh c.s. Wij'wisten, mijne heeren, "dat gij u oprech te katholieken wildet betoenen. We wis ten, dat ge zelfs niet afwachten wildet, hoe een uitspraak van het kerkelijk ge zag in deze of gene zaak zou wezen. Gij hebt steeds willen handelen naar den den geest der Katholieke Kerk. Wij wis ten, wat wij aan u hadden, en wij bren gen u hulde voor de oprechtheid en de eerlijkheid, blijkend in uw eerste artikel, waarin "liet gevaar eener splitsing onder de oogen werd gezien. Deze splitsing is onmiddellijk eerlijk en onomwonden door u erkend en het was dus geen verborgen actie, welke gij hebt gevoerd. Integendeel, gij hebt voeling met ons willen houden, en daarvoor heb ben wij uw uitnoodiging gaarne aanvaard. En met welk doel hebben wij deze uit noodiging aangenomen? Om u den ons in ziens eenig waren weg te wijzen, dien de Katholiek op politiek terrein te volgen heeft. Er is wij erkennen liet ontevre denheid aan den dag getreden in de ver schillende klassen onzer samenleving. Ge durende het laatste anderhalf jaar zou zoo heel het te eenzijdige politiek zijn gedreven; de regeering zou hebben gevoerd een eenzijdige arbeiderspolitiek met verwaarloozing der belangen van an deren enz. Maar verschillende zaken wer den bij het uitoefenen dezer critiek voor bijgezien. Allereerst de groote malsiSe. Ook de ontzettende verliezen, die geleden zijn en nog worden, helaas; tienduizenden zijn in allerlei staatsfondsen, v ooral in Russische papieren verloren gegaan, stuk ken, die op advies van Nederlandsche bankiers door onze bevolking werden genomen. Niet de Regeering was aan de malaise schuld, die alle landen treft. Een tweede punt, dat men voorbijziet, wordt gevormd door de moeilijke om standigheden, waaronder geregeerd moet worden. Wij moeten waken, dat ons land niet geleid wordt naar den afgrond; in dien in 1918 niet een reehtsche regeering gevormd was, waren de rampen niet te overzien geweest; dank zij de Katholieke Staatspartij werden zij afgewend, en dat zullen, neen, dat mogen wij nooit ver geten! (Applaus). Derdcns wordt voorbijgezien, dat deze Regeering niet beschikt over een- ■sterke regeeringsmeerderheid. Indien ik deze punten vooropzet, dan stem ik voor het overige volkomen toe - en waarlijk heden niet voor het eerst dat er gronden waren voor verdenkin gen en het oefenen van zekere critiek op deze Regeering. Ik wil onmiddellijk toe voegen, dal ik onder de ontevredenen ge lukkig ook ontwaar mannen met een voortreffelijken staat van dienst, doch ook veen, die zich tol heden niets aan de po litiek lieten gelegen liggen. (Applaus van een gedeelte der vergadering). Het is niet te ontkennen, dat zekere standen, goede voorbeelden daargelaten, zich te afzijdig hebben gehouden van liet politieke, in de kiesvereenigingen georga niseerde leven. Aan u, mijnheer de voorzitter, komt <fe blijvende eer toe, onder het oog te heb ben gezien, dat hierin op de eerste plaats verandering kwam, al had dit moe ten geschieden in de Kiesvereenigingen zelve. Intusschen is het beter geweest, een gelegenheid te hebben gezocht, de critiek en ontevredenheid naar buiten le doen treden. Tevens hebt ge daarmede hope lijk bereikt, dal nu medewerking uit die kringen, welke tot heden afzijdig bleven, daadwerkeijk wordt. Uw actie heeft intusschen al goede resultaten opgeleverd, waarmede u ge luk mag worden gewenscht (applaus). Is men niet allerwege wakker geworden, iets wat allereerst noodig was, om aan den arbeid te gaan? Regds den 28sten Februari zei de Minister-president in de Kamer, dat zelfs op de noodzakelijkste uitgaven bezuinigd moest worden, en een verklaring omtrent het niet-samengaan met de sociaal-democraten is uitgelokt. Waarlijk, gij moogt tevreden zijn met hetgeen reeds bereikt werd. Wat nu een eventueele splitsing be treft: degenen, die dit middel willen aan grijpen, gaven daarmede een bewijs van gemis aan beleid; want juist doo^ aldus to doen, zon men spelen in de kaart dergenen, die naar men meent, nu reeds te sterk zijn. Men ging te ver met de meening te aanvaarden, dat er een uitsluitende ar beiderspolitiek gevoerd wordt. En wil men een afzonderlijke politiek daartegen, dan wordt dat een heiloos krachtmeter tegen elkander. Er is een tweede gevaar. Im mers door een splitsing zouden wij in niet geringe mate tekort schieten in lief de vcor den arbeider, een liefde, waarop deze recht heeft. Bedroevend doet het spr. soms aan, dat bij de arbeiders tot in de pers toe een sterke neiging oéstaat om zich te ï?o- leeren. Onze plicht is, niet dit te bevor- Ê3 1 l^jj™ jET j\J J\ ïkï deren, maar te verhinderen. Wij moeten de a rbeiders niet overleveren aan de zuig kracht der so iaal-democratie, tea nadeele van den wil der arbeiders, terwijl juist de ziel der arbeiders door ons moet wor den behouden. (Applaus bij een gedeelte der vergadering). Maar nu een derde grief. Wij hebben een georganiseerde Katholieke Staatspar tij, wij hebben thans ook een groep-Van Cranenburgh en wij hebben een derde groep zonder naam en leider, die zich los wil scheuren en plaatsen tegenover de partij, door met eigen lijsten uit te komen. Dit zou noodlottig worden voor de een heid onzer partij en onafzienbaar zou den de vreeselijke gevolgen zijn. Ik doe daarom een beroep ,op het geweten van alle aanwezigen, van allen, die het wel meenen met het katholieke openbare lo ven, dat door zijn eenheid sterk is. Mogo God zijn wijzen raad over allen zenden, opdat de enkele stemmen, die wellicht willen aandringen op een eigen lijst met afzonderlijke caud'diten, niet mogen op gaan. (Applaus). Onmiddellijk daarna legde de heer van Cranenburgh de volgende verklaring af: Persoonlijk en als minderheid in het comité wil ik verklaren geeu voorstander te zijn van het uitkomen met eigen lijs ten en wel lste, omdat daardoor de klas senstrijd dreigt bevorderd te worden. 2e. de actie, gelijk die tot dusver werd gevoerd, heeft reeds gunstige resultaten opgeleverd op het gebied der Politiek en elders, en zij zal voortgaan die te ver menigvuldigen 3e. alle personen, did spr. in geweten raadpleegde, hebben spr. in geweten ont raden tot een afzonderlijke lijst over te gaan. Daarna was gelegenheid tot debat; eerste debater was de leider der uiterste dis sidenten, notaris ik Swane te Utrecht, die er met kracht tegen opkwam, dat de ge wetensvraag hier te berde is gebracht. Spr. las een stuk voor uit het vakblad „8t. Ohristoffel" en ging in op de rede van wethouder Stulenmeijer te Rotterdam, om te laten zien, hoe de mannen van de actie-Cranenburgh verhuisd waren. Spr. ging in den breede na hoe de belastingen waren opgedreven en het nationaal ver mogen verminderd en concludeerde, dat wij aldus den put in gaan. Er moet niet komen bezuiniging maar inkrimping. Met deze Kamerleden zullen wij dat niet be reiken. Daarom moeten wij met eigen lijsten uitkamen en met candidaten die trouw aan de katholieke beginselen vóór een reehtsche meerderheid maar tegen de socialistische richting zijn. Do heer Janzen uit Haarlem meende ook, dat de gewetensvraag hier beter buiten debat kon blijven. Spr. wilde ech ter aan de vergadering de vx-aag stel len* wat denkt gij met eigen lijsten te bereiken? Gij hebt niets, geen program, geen organisatie, geen pers. Daartegen over staan de krachtige middelen van den R.K. Bond, de invloed der geeste lijken enz. Het uitkomen met eigen lijs ten is goed voor de firma don Quichotte Co. Daarna werd gepauzeerd. Er waren toen nog 28 sprekers inge schreven. Voer hetgeen er na de pauze gesproken werd verwijzen wij naar ons hoofdartikel van helen. Gp een categorische vraag uit de ver gadering verklaarde ïnr. v. Wijnbergen, dat het Bondsbeduu' er niet aan dacht lijsten van dissidente Katholieken met de offieieele lijsten te verbinden. Spr. zou dit niet mogen als Bondsvoorzitter, maar zou dat ook persoonlijk niet. wil len, omdat hij weet in geweten dan niet vrijuit te gaan. Daarna werd gestemd. Vóór eigen lijs ten werden 160, tegen 87 en blanco 14 stemmen uitgebracht. Er werd besloten tot. het-oprichten van oen eigen kiezevs- organisatio onder den naam: Nieuwe Ka tholieke Partij en tot het stellen van eigen candidaten. De heer van Cranenburgh verklaarde zich uit de "actie terug te trekken en het voorzitterschap neer te leggen en verzocht de pers zijn naam voortaan niet meer in verband met deze beweging te noemen. Na een huldebetuiging aan den heer van Cranenburgh .werd de vergadering gesloten. De verandering van de Egyptische nationale vlag zal buneinkort wor den afgekondigd. Voor den oorlog had nEgypte de Turksche vlag. maar mei eeen vijfpuntige inplaats van een zes puntige ster. Deze vlag werd bij de afkondiging van het Britsche protec toraat vervangen door de particuliere vlag van den khedive, rood met drie witte halve manen en drie witte.ster ren. De nieuwe vlag zal een groene kleur hebben met een Witte halve maan en drie witte sterren. VERKEERSONGELUKKEN. Blijkens een dezer dagen gepubliceer de offieieele statistiek zijn er in 1921 in het Vereenigd. Koninkrijk 2845 onge vallen met doodelijken afloop op den openbaren weg voorgekomen, veroorzaakt door voertuigen, tegenover 2837 in 1920. Daarvan werden er* 2314 veroorzaakt door mechanisch voortbewogen voertuigen 326 door voertuigen met paarden bespannen en 205 door rijwielen. In het „Metropo litan Police district" van Londen (dat een oppervlakte beslaat vhan ruim 699 vierkante Engelsche mijlen, en waarbij de City niet wordt meegerekend) had den 571 ongelukken met doodelijken af loop op straat plaats, waarvan er 490 te 'wijten waren aan mechanisch voort bewogen voertuigen, 61 aan voertuigen met. paarden en 20 aan rijwielen. Door omnibussen werden 54 doodelijke onge vallen veroorzaakt, door tramwagens 30. In de City of London, met een opper vlakte van 675 acres (een acre is ruim 4000 vrk. M.) waren 10 gevallen met doodelijken afloop door straatongelukken, waarvan er 6 waren te wijten aan me chanisch voortbewogen voertuigen. Het aantal straatongelukken zonder doodelijken afloop was in totaal in het Vereenigd Koninkrijk 61.272 tegenover 54.910 in 1920, een toeneming dus van 6362 tegenover slechts 8 ten aanzien der doodelijke ongevallen. Door meihanisek voortbewogen voertuigen w;rdea 4285 v u het grooter aantal dezer ongevallen ver oorzaakt, door rijwielen 2871. Daaren tegen waren door paarden getrokken voertuigen bij 794 minder ongevallen be trokken dan in 1920. Van de 22.674 ongevallen zonder doode lijken afloop in het Metropolitan Police District waren er 15045, waarbij me -La ntech \o :tle o e vo.ini n Utro kso waren, 2303 door voeriuigen met paar den en 5296 door rijwielen. Omnibus- sen waren betrokken bij 1418 ongeval len, tramwagen bij 2123. Aan de westzijde van de Rhone- vallei, bij Villenouve, aan het meer van Genève, heeft een vrij ernstige aardverschuiving plaats gehad, die nog niet geheel tiet stilstand, gekomen is. Ontzaglijke rotsmassa's zijn van den Mont Grammont naar beneden gestort op de dorpen Les E vouches en Port Valais. Dit eerste dorp is reeds geheel ontruimd, wani de pogingen om den val der rotsblokken door-stutten te breken, mochten niet baten. Tal van wijngaarden en bouwlanden zijn ver woest. Volgens de „Echo de Paris" heeft de ambassadeursconferentie besloten, dat pogingen zullen worden gedaan om het vraagstuk van de apanage van ex-keizer Karei te regelen; ver der, dat Zita en haar kinderen zou worden toegestaan Madeira te ver laten en dat luin een verblijfplaats! zou worden aangewezen iu een ander land van Europa, doch niet ia Hon garije. In 1894 werd Léonie Joniaux tot de doodstraf veroordeeld wegens vergiftiging. De straf werd naderhand veranderd in levenslangen dwangar beid. Thans is na éénparig gunstig advies van het gevangenisbeshiur. Lé onie Joniaux, die nu 72 jaar oud is, voorwaardelijk in vrijheid gesteld. INVOERVERBODEN. Bij de Tweede Kamer is ingekomen eet voorstel van de heeren Fleskens, Hei mans, v. Rijsewijk, Pciïls, Winterman? en Bomans houdende machtiging aan de Re geering voor sommige artikelen invoer verboden in het leven te roepen. De ter mijn is voorloopig gesteld op 1 jaar. Het is de bedoeling der voorstellen dat van deze bevoegdheid door de Regeeriug niet dan met groote onzichtigheid zou worden gebruik gemaakt, (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 9