ZIJN slachtoffer!
üsrde Blad - 8 April 1922
Da Utrechtsche Vergadering
feuilleton
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
De
„Hebt ge met hem gesproken?"
„Neen maar ik zag hem in de zaal.
't Is de vraag, of Bij mij zelfs wel
heeft opgemerkt
„Ge hebt hem dus niet gesproken
„Nog niet. Misschien heeft hij me
biet gezien, en dat is 't juist, wat me
too hindert."
„Gij" zult hem weerzien, en hij zal u
apnerken. Gij ziet er werkelijk lief ge
noeg voor uit
Wie weet Zoovehn anderen zullen
hem lief hebben.
Abc jonge meisjes moeten hem be
minnen, daar ben ik zeker van."
„Hoe oud is hij
».Ik denk ongeveer vijf en twintig."
r Zot oud is Mark ook," mompelde
"^v.ouw Vcrnand.
»Wat zegt ge
>.Zlo oud is Mark, mijn zoon.v
»H<t is een edelman, een graaf,
-1e
graaf d'Arbois."
°n 't l.ooren van dien naam, sprong
de onderwijzeres op, en doodsbleek
vroeg zij, terwijl zij sidderde: „Hoe
noemdet ge hem
„Graaf d' Arbois," herhaalde Jean
ne, verbaasd over de plotselinge aan
doening, die zich van hare leermeeste
res had meester gemaakt. T een vroeg
zij„Kent gij hem
„Neen, neen, ik ken hem niet,
maar die naam heeft oude herinnerin
gen in mij doen ontwaken," en zacht
jes fluisterend, voegde zij er bij
„Graaf d' ArboisMijn zoon, te Parijs!
Misschien zal ik hem zienJ."
Zij deed bovenmenscheiijke pogin
gen, om Rare kalmte te herwinnen, en
zeide „En gij bemint dtts dien jon
gen graaf d' Arbois
„Ja."
„Heeft hij schoone oogen?"
„Zoo mooi. Zoo heerlijk schoon als
Paul was," riep mevrouw Vernand als
in geestvervoering uit.
„Ziet ge wel, dat ge hem kent," zei
de Jeanne.
„Ik heb hem nooit gezien, ge hebt
mij dit alles zelf verteld En weet ge
waar hij woont
„Hij woont met zijn vader markies
d' Arbois in een groot huis op den
Boulevard Malesherbes."
„Mét zijn Vader," mompelde de zoo
genaamde mevrouw Vernand. „Dus
die man 'leeft altijd nog
Ongetwijfeld wilde zij opnieuw aan
het jonge meisje eenige inlichtingen
vragen, toen de kamerdeur werd
geopend en Jeanne's moeder binnen
trad. Zonder op te merken, dat de
aandoening het gelaat harer dochter,
zoo wel als dat der leermeesteres, hoog
gekleurd had, zeide zij „Zoo, is de
les nog niet afgeloopen
„Ja, mevrouw wilde juist geen gaan.'
Mevrouw Vernand stond werke
lijk op, alsof zij op 't punt was te ver
trekken.
„Wij moeten bezoeken afleggen,
zooais ge weet, Jeanne!"
„Ja moeder."
De teekenmgesteres, blijde te kun
nen heen gaan, om aan hare gedach
ten den vrijen loop te laten, groette
de beide dames.
„Tot morgen," zei Jeanne.
„Tot morgen, mejuffrouw."
En liet jonge meisje dacht in stil
te „O, zij kent hem Zij wil 't niet
zeggen, maar ik zeker ben, dat zij hem
kent," en zii nam zich .ypor, die ue-.
lieimzinnige vrouw aan 't spreken te
brengen.
Op 't punt de kamer te verlaten,
werd mevrouw Verna door de
moeder van Jeanne opgehouden, die
waarschijnlijk om toch iets te zeggen,
vroeg „En'zijt ge tevreden over uwe
leerlinge, mevrouw
„Zeker, mevrouw."
„Is zij niet wat te ktndetlijk
„Neen, mevrouw, zij is heel ernstig,
als 't wezen moet."
„Dat verwondert mij waarlijk.
„Het verwondert u altijd, goed van
mij te hooren, moeder
„Mijn lieveling, ik denk zooveel
kwaad van tt," zei deze, het bevallig
kopje harer dochter tusschen beide
handen nemend en het met kussen
bedekkend. ..j
II.
MOEDER EN ZOON.
Het is onnoodig aan onze lezers
mede te deelen, dat mevr Vernand,
die wij zoo even ontmoetten, niemand
anders was dan de hun welbekende
Christine de Mézière, markiezin d Ai-
bois. De arme vrouw was zeer ver
anderd. Door hare lokken, liepen vele
wittA draden* hare gelaatskleur was
conferentie te Genua.
De aankomst der Russen
Donderdag is de Russische dele
gatie te Genua aangekomen. De groote
gebeurtenis, waarop Genua en geheel
Italië gewacht hadden, is geheel on
opgemerkt voorbijgegaan, daar men
met opzet liet publiek omtrent den
tijd van aankomst op een dwaalspoor
had gebracht. Bovendien was het
station geheel afgezet, en zelfs de
journalisten werden op een afstand
gehouden. Op het station heette de
eerste secretaris der conferentie, ba
ron Asecaca, de Russische delegatie
welkom. Daar de trein onderhalf uur
moest wachten voor de Russen kon
den uitstappen, had Tsjitsjerin ge
legenheid van het open venster uit
den groet der journalisten te beant
woorden. Zijn glimlach gold wellicht
echter ook de opmerking, dat overal
buitengewone veiligheidsmaatregelen
van de zijde der Italiaansche regeering
waren getroffen. Zoo waren b.v.' de
vele tunnels tusschen San Marguerita
en Genua door vele gewapende pa
trouilles afgezet. De Russen werden
daarna in auto's naar hotel Imperial
gebracht, dat tusschen San Marguerita
en Rapallo ligt.
De correspondent van de „Daily
Herald," die met de Sovjetdelegatie
tot de Italiaansche grens in denzelf*
den trein reisde, vernam van Tsitsje-
rin, dat de beginselen, welke Rus
sische delegatie te Genua zal aanvaar
den, neerkomen op het volgende ten
eerste de Russische souvereiniteit
moet worden geëerbiedigd, ten tweede
het economisch stelsel van Rusland
moet onder controle der sovjet blij
ven ten derde het sociale werk van
de revolutie moet intact blijven.
Voorts sprak Tsjitsjerin zich uit ten
gunste van een algemeene ontwape
ning, terwijl hij vergoeding zal eischen
voor de schade, toegebracht door de
interventie van Britannië en Frankrijk
in Rusland.
Japan en Rusland.
De „Times" verneemt uit Tokio,
d.d. 5 April r De Diplomatieke Raad
heeft twee belangrijke beslissingen
genomen: le. om de Sovjetregeering
in verband met de conferentie te
Genua niet te erkennen, tenzij deze de
schuld van 200 milioen yen aan Japan
erkent2e. te eischen dat de regee
ring van Tsjita, alvorens Siberië te
ontruimen, de bepalingen nakomt
van de nota ten aanzien der com-
mercieele en andere waarborgen.
De toestand in Ierland.
Oud-leden der R. C. vermoord.
De „Times" verneemt uit Dublin,
dat vijf leden der oude Tersche gen
darmerie (de Royal Irish 'Constabu
lary) in verschillende deelen van Ier
land vermoord zijn.
Een ernstige waarschuwing.
De correspondent van de „Times"
te Dubliii laat een ernstige waarschu
wing hooren in verband met den toe
stand in Ierland. Het publiek dreigt
zelf de zaken ter hand te nemen ten
gevolge van de zwakke politiek der
zuidelijke regeering, wier gezag taant
onder de krachtige uitdaging der extre
mistische republikeinen. In verschil
lende deelen van Ierland worden wet
en orde bij voortduring tot een aan
fluiting gemaakt.
Hei zwakke geslacht.
Een vrouw, met een revolver ge
wapend, heeft in Donegal twee trei
nen aangehouden en er twee pakken
dagbladen uit Ulster uitgesleept en
verbrand.
MILLERAND IN N.-AFR1KA.
Millerand heeft, met maarschalk
Lyautey en de zonen van den sultan
aan zijn zijde, zijn intocht in de stad
gehouden, tusschen een dubbele haag
van inlandsche ruiters.
EEN EIGEN NATIONALE VLAG
VOOR EGYPTE.
De voornaamste mogendheden heb
ben bijna zonder uitzondering de ge-
wij/.'Ve politieke positie van Egypte
erkend. Zij zullen daarvan blijk ge
ven door de diplomatieke agentschap
pen tot legaties te verheffen. De bui-
leulandsche vertegenwoordigers zullen
matbleek geworden, maar hare trek
ken waren rp>g even regelmatig en
fijn en de uifdrukking er van had de
zelfde waarfigheid behouden. Hare
nog altijd sfliooneoogen Radden eene
droefgeestige uitdrukking en verleen
den aan het gelaat een onbeschrijfe
lijke aantrekkelijkheid.
Alle sporen van de mismaklng,
welke dokter Bernau noodzakelijk
had geacht, waren sinds lang verdwe
nen. Het haar had weer de vrpegere
lengte en glans herkregen., alleen ver
raadt hier en daar een grijze lok den
ouderdom of liever de smarten die
zii heeft moeten dragen.
Christine is altijd in 't zwart, nooit
speelt er zelfs een glimlach om hare
lippen en zij gaat door, het leven,
zonder op de wereld acht te slaan.
Zij ziet niets en staart slechtrtep één
I punt aan den gezichteinder van het
menschelijk leven, waar zij het gelaat
Van haar zoon meent te ontdekken
schitterend als eene ster.
Zoo gaat zij voort haar levenspad
slechts beschenen door dezen enkelen
lichtstraal. Er gaat een waas van ver
heven smart van haar uit, en een beeld
houwer zou haar als de verpersoon-
aen rang van gevolmachtigd minister,
gezant in bui'.engewonen dienst ont
vangen. De Perzische regeering heeft
reeds daartoe besloten en de Fran-
sclie zal binnenkort volgen.
LANDBOUW EN VISSCHERiJ.
lijking hebben kunnen nemen van het
beeld der „Droefheid."
Zoo was Christine de Mézière ge
worden na de jaren, die zii had door
gebracht in het krankzinnigengesticht,
waarin haar ellendige echtgenoot haar,
met behulp van Lantin, had doen op
sluiten. -
Het zou te lang duren, alle kwellin
gen te beschrijven, die zij in dat vreese-
iijke huis had moeten verduren., ge
noeg zij 't te zeggen, dat zij naamloos
dankbaar was, toen zij, bijgestaan
door een lotgenoote, uit hare ge
vangenis was ontvlucht. Eenmaal in
vrijheid, bad zij voorvallen vernomen,
welke haar ontzettend verschrikt had
den. Dokter Bernau vermoord Haar
zoon met den markies naar den vreem
de vertrokken Jaren lang had zij
eenzaam geleefd, zonder ooit iets
van Mark te vernemen, onder den
naam van mevrouw Vernand. Otn in
haar onderhoud te voorzien, gaf zij
teekenlessen en maakte schilderstuk
jes in waterverf. Daar vernam zij
plotseling in den salon van mevrouw
d'Olne, uit Jeanne's mond, dat haar
zoon leefde,dat hij in Parijs was terug
gekeerd en waar hij woonde.
-:o:
Gisteren waren le Utrecht in de groote
zaal van het Jaarbeursgebouw een drie
honderd sympathiebetuigers met de actie-
van Cranenburgh aanwezig. Aan de be-
vtuurstafel hadden behalve het comité van
actie ook de heeren mr. A. baron v. Wijn
bergen, mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen
en mr. F. Teulings, vormende het dage-
lijksch bestuur van den Alge m eenen Bond
van R. K. Kiesvereenigingen plaats geno
men. Do voorzitter, de heer R. van Cranen-
burgh, opende de vergadering met den
chris tel ijk en groet en sprak een uitvoerige
openingsrede uit.
Spr. wees er op, dat zijn voorzitterschap
van het comité van actie in de gegeven
omstandigheden geen gemakkelijke taak
is. Toch meent hij te moeten verklaren, dat
deze vergadering geheel ligt in de lijn die
hij zich van den aanvang af heeft voorge
steld. Het voor en ook het tegen van een
zoo ernstig besluit als het stellen van eigen
candklaten. moet in het-openbaar worden
belicht en daarna eerst kan worden beslo
ten, welke weg moet worden ingeslagen.
Het optrekken met eigen candidaten en
eigen program is dus bedoeld als nood
maatregel voor het geval n.l. niet de over
tuiging kan worden geschonken, duf eene
andere dan de tegenwoordige fatale rich
ting in de politiek zal worden ingeslagen
en dat, na de verkiezingen, niet met de
socialisten zal worden samengegaan. Wan
neer omtrent die beide punten zekerheid
bestaat is het hoofddoel onzer actie be
reikt. Onze hoop vestigen op de candida
ten onzer kiesvereenigingen kunnen wij
niet. Hun gehalte en de wijze waarop zij in
de kiesvereenigingen hun rangnummer be
vochten, is van dien aard, de goeden niet
te na gesproken, dat omtrent velen hunner
onze verwachting niet hoog gespannen kan
zijn.
De liefde tot de waarheid, waarvan wij
ten prof. De Groot in zijn inaugurale rede
bij de aanvaarding van zijn hoogleeraafs-
ambt zeide: „De liefde tot de waarheid is
een verheven kracht in den mensch; zij
doodt het vooroordeel; drukt den eigen
waan neder, verwekt koningen der weten
schap en helden des geloofs, zij brengt den
mensohen vrede op aarde".
Die liefde tot de waarheid, waar is zij le
vinden in onze kiesvereenigingen'? Daar
ziet men helaas te veel volksbedrog en
volksverblinding. Men vraagt er om de
gunst en recommandatie en prijst de zege
ningen eener wetgeving die ons land naar
den afgrond voert.
De sociale politiek onzer regeering is
neergelegd in wetten en verordeningen,
uitgebreider en strenger dan in welk land
der wereld ook. Zij doodt werklust en
energie; bevordert werkloosheid en onge
bondenheid; werkt verkwisting in de hand,
houdt de productie tegen; laat door een
duur corps ambtenaren iinproductieven ar
beid verrichten; teert liet nationaal vermo
gen op; voert de belastingen op tot een
hoogte, die met kapitaalvernietiging gelijk
staat; en maakt niet alleen een bloeiende
industrie onmogelijk, maar drukt die zoo
danig in een keurslijf van wettelijke ge-
bods- en verbodsbepalingen, dat de ernstig
ste gevolgen, ook ten nadeele van de ar
beiders, daarvan te verwachten staan.
Gaat de sociale politiek in ileze richting
door, dan snelt ons land met rassche
schreden zijn ondergang tegemoet. Im
mers juist tengevolge van die arbeidspoli
tiek' beeft de breedste lage der bevolking
haar levensstandaard zoo hoog opge
voerd, dat bij de heerschende malaise die
schijmvclstand tot uitputting van het na
tionaal vermogen en tot aller ondergang
moet leiden. En die sociale poliliek wordt
in de kiesverenigingen geprezen en men
waagt het niet, met een blik in de toe
komst, zijn waarschuwende slem te doen
hooren. De jacht naar zetels en postjgs
en het daarmede gepaard gaande volks-
gevlei in de kiesverenigingen, heeft zulke
proporties aangenomen, dat het daar
doen schijnen van het licht der waarheid
en het daar uiteenzetten der naakte wer
kelijkheid geen gemakkelijke en in de
meeste gevallen een wel is waar nood
zakelijke, doch zeer ondaukbare taak
moet worden geacht. Al deze bezwaren
zijn aan het dagelijksch bestuur van den
bond medegedeeld.
Voortgaande zegt de heer Van Cranen
burgh, dat de vraag op de vóór-vergade-
ring in den breede is besproken, of hier-
niet ligt een groot tekort bij de instel-
lectueelen en middenstanders. Volgens
den voorzitter van het dagelijksch bestuur
van den Bond hebben te weinigen onzer
maatschappelijke klassen aan de politiek
meegedaan en is door dit langdurig ver-
zuim onze invloed gering geworden, ter
wijl door het algemeen kiesrecht de massa
juist grooter invloed heeft gekregen, een
invloed niet geneutraliseerd door den mo-
reelen invloed van de hoogere klassen
die zich te weinig hebben laten hooren
in de kiesvereenigingen en door wie zoo
zelden in de Katholieke bladen wordt ge
schreven. Daartegenover werd aange
voerd, dat de toestand zeer is verergerd
sedert de invoering van de evenredige
vertegenwoordiging, wardoor niet meer
Je persoon maar de partij op den voor
grond treedt; dat in de kiesvereenigingen
Hoofdzakelijk de arbeiders komen, die
daartoe al den tijd hebben; dat, als wij
daar komen we worden overstemd.
Velen deelden hun wedervaren mede
in de kiesvereenigingen. Zij hadden er
vroeger functies bekleed, maar waren
daar uitgewipt. Anderen weer verklaarden,
dat hun artikelen, ingaande tegen poli
tieke sociale of economische opvattingen
dier bladen, door de Katholieke pers wer
den geweigerd. Zij beschouwen die pers
als te zeer verpolitiekt en niet genoeg ob
jectief. De Katholieke bladen zijn niet
meer de weerspiegeling van hetgeen leeft
in het Katholieke volk. Velen dienen nieer
de troebele huidige politiek dan de objec
tieve waarheid.
Verder werd betoogd, dat, mede tenge
volge van de sociale maatregelen der re
geering en daarmee gepaard gaande geld
verspilling, de belastingen voor Nederland
en Koloniën ondragelijk zijn geworden.
Blijven die gehandhaafd, dan komen wij
onvermijdelijk in ellende door verminder
de kapitaalsvorming, verminderden onder
nemingslust, vermeerderde werkloosheid,
uittocht van kapitaal, toennemende tekor
ten, inflatie door vlottende schuld, loon
strijd t ten slotte zullen hier dan D-iit-
sclie, Oosleurijksehe en Russische toestan
den heerschen. Men beschouwde staats
bankroet in de toekomst als onvermijde
lijk, wanneer niet radicaal van politieke
richting werd veranderd.
Vertrouwen in den leider der Katho
lieke Kamerfractie, mgr. dr. Nolens, had
de vergadering niet. Het is juist zijn over
weldigende invloed, die de geheele staat
kunde beheerscht, dje de R.-K. Staats
partij meer en meer den rooden hoek in
duwt. Zijn welvaartsverschuiving dreigt
welvaartsvernietiging te worden, ook voor
den arbeider. Men wenscht meer practi-
sche mensclien aan 't roer en meent, dal
alleen een star theoreticus er over den
ken kan om de patriarchiale verhouding
in den boerenstand op te offeren aan ar
beidswetgevingsmanie en partij-discipline,
d. w. z. de wil van den grootcn leider
dwingt de meer bezadigde ieden te stem
men voor wetsontwerpen, die zij, objec
tief' beschouwd, moeten veroordeelen.
Met de grootste eenstemmigheid
wenschte de vergadering afdiende zeker
heid, dat van den ambtenaarsstaat zat
worden teruggekomen en eene meer be
zadigde richting in de politiek, overeen
komstig de gewijzigde economische toe
standen, zal worden ingeslagen.
Het dagelijksch bestuur van den Bond
heeft helaas, noch in de eerste, noch in
de tweede vergadering, positieve toezeg
gingen kunnen doen; waarna in de bijeen
komst te Amsterdam werd besloten deze
vergadering van adhaesiebetuigers te doen
beslissen of al dan niet met afzonderlijke
lijsten zal worden uitgekomen.
Wat die vergadering betreft, heeft men
de verdeeldheid in eigen boezem tegen
ons uitgespeeld. Ten onrechtel Het spreekt
immers van zelf, dal op de eerste verga-,
dering, die buiten tegenwoordigheid van
het dagelijksch bestuur van den Bond
plaats had, niet direct eenstemmigheid
kon heerschen over de middelen om tot
het door allen beoogde doel te geraken,
maar over de veroordeeling van de tegen
woordige lichting en de noodzakelijkheid,
daarin zoo mogelijk verandering te bren
gen, bestond en bestaat nog de grootst
mogelijke eenstemmigheid.
Heb ik nu den staf willen breken over
alle regeeringspersonen en alle Kamerle
den onzer partij? Allerminst. Spr. brengt
gaarne hulde aan minister Ruys de Bee-
renbrouck, aan baron van Wijnbergen en
andere katholieke Kamerleden.
Met kracht moeten wij ons verzetten te
gen de meening, dat onze actie zou zijn
een actie van hoogere standen en niet
ook van den middenstand. Onze actie wil
omvatten alle standen en beoogt enkel het
algemeen landsbelang.
Ook willen wij in Katholiciteit voor
niemand onder doen. Wij stellen ons, zon
der eenig voorbehoud, op het standpunt,
neergelegd in het schrijven van het door
luchtig Episcopaat d.d. 24 Mei 1921, ge
richt tot den algemeenen Bond van R.K.
Kiesvereenigingen in Nederland, luidende:
„Het Doorluchtige Episcopaat, overtuigd
dat het belang van Kerk en Staat daar
door het best zal worden gediend, ver
langt, dat de tot nu toe in de politiek ge
volgde samenwerking met de Christelijke
partijen worde bestendigd en verklaart
zich beslist tegen het samengaan met de
sociaal-democratische partij, zoodat wij
als eisch aan Katholieke afgevaardigden
meenen te mogen stellen, dat zij alleen
en uitsluitend aansluiting zullen zoeken
bij de Christelijke partijen.
Daarna was het woord aan mr. A. ba
ron van Wijnbergen.
Met genoegen had spr., als voorzitter
van het bondsbestuur daartoe uitgenoo-
digd, de gelegenheid aanvaard, om thans
in het openbaar te zeggen, waarom dit
een uitnoodiging aangenomen heeft tot sa-
inenspreking.
Deze actie, daargelaten of zij al dan
niet geheel of ten deele goed is, verschilt
hierin van alle andere acties, dat zij ge
schiedt openlijk en in voeling met de ka
tholieke Staatspartij. Daarvoor bracht spr.
hulde aan de heeren v. Cranenburgh c.s.
Wij'wisten, mijne heeren, "dat gij u oprech
te katholieken wildet betoenen. We wis
ten, dat ge zelfs niet afwachten wildet,
hoe een uitspraak van het kerkelijk ge
zag in deze of gene zaak zou wezen. Gij
hebt steeds willen handelen naar den
den geest der Katholieke Kerk. Wij wis
ten, wat wij aan u hadden, en wij bren
gen u hulde voor de oprechtheid en de
eerlijkheid, blijkend in uw eerste artikel,
waarin "liet gevaar eener splitsing onder
de oogen werd gezien.
Deze splitsing is onmiddellijk eerlijk
en onomwonden door u erkend en het
was dus geen verborgen actie, welke gij
hebt gevoerd. Integendeel, gij hebt voeling
met ons willen houden, en daarvoor heb
ben wij uw uitnoodiging gaarne aanvaard.
En met welk doel hebben wij deze uit
noodiging aangenomen? Om u den ons in
ziens eenig waren weg te wijzen, dien de
Katholiek op politiek terrein te volgen
heeft.
Er is wij erkennen liet ontevre
denheid aan den dag getreden in de ver
schillende klassen onzer samenleving. Ge
durende het laatste anderhalf jaar zou
zoo heel het te eenzijdige politiek
zijn gedreven; de regeering zou hebben
gevoerd een eenzijdige arbeiderspolitiek
met verwaarloozing der belangen van an
deren enz. Maar verschillende zaken wer
den bij het uitoefenen dezer critiek voor
bijgezien. Allereerst de groote malsiSe.
Ook de ontzettende verliezen, die geleden
zijn en nog worden, helaas; tienduizenden
zijn in allerlei staatsfondsen, v ooral in
Russische papieren verloren gegaan, stuk
ken, die op advies van Nederlandsche
bankiers door onze bevolking werden
genomen. Niet de Regeering was aan
de malaise schuld, die alle landen treft.
Een tweede punt, dat men voorbijziet,
wordt gevormd door de moeilijke om
standigheden, waaronder geregeerd moet
worden. Wij moeten waken, dat ons land
niet geleid wordt naar den afgrond; in
dien in 1918 niet een reehtsche regeering
gevormd was, waren de rampen niet te
overzien geweest; dank zij de Katholieke
Staatspartij werden zij afgewend, en dat
zullen, neen, dat mogen wij nooit ver
geten! (Applaus).
Derdcns wordt voorbijgezien, dat deze
Regeering niet beschikt over een- ■sterke
regeeringsmeerderheid.
Indien ik deze punten vooropzet, dan
stem ik voor het overige volkomen toe
- en waarlijk heden niet voor het eerst
dat er gronden waren voor verdenkin
gen en het oefenen van zekere critiek op
deze Regeering. Ik wil onmiddellijk toe
voegen, dal ik onder de ontevredenen ge
lukkig ook ontwaar mannen met een
voortreffelijken staat van dienst, doch ook
veen, die zich tol heden niets aan de po
litiek lieten gelegen liggen. (Applaus van
een gedeelte der vergadering).
Het is niet te ontkennen, dat zekere
standen, goede voorbeelden daargelaten,
zich te afzijdig hebben gehouden van liet
politieke, in de kiesvereenigingen georga
niseerde leven.
Aan u, mijnheer de voorzitter, komt <fe
blijvende eer toe, onder het oog te heb
ben gezien, dat hierin op de eerste
plaats verandering kwam, al had dit moe
ten geschieden in de Kiesvereenigingen
zelve. Intusschen is het beter geweest, een
gelegenheid te hebben gezocht, de critiek
en ontevredenheid naar buiten le doen
treden. Tevens hebt ge daarmede hope
lijk bereikt, dal nu medewerking uit die
kringen, welke tot heden afzijdig bleven,
daadwerkeijk wordt.
Uw actie heeft intusschen al goede
resultaten opgeleverd, waarmede u ge
luk mag worden gewenscht (applaus).
Is men niet allerwege wakker geworden,
iets wat allereerst noodig was, om aan
den arbeid te gaan? Regds den 28sten
Februari zei de Minister-president in de
Kamer, dat zelfs op de noodzakelijkste
uitgaven bezuinigd moest worden, en een
verklaring omtrent het niet-samengaan
met de sociaal-democraten is uitgelokt.
Waarlijk, gij moogt tevreden zijn met
hetgeen reeds bereikt werd.
Wat nu een eventueele splitsing be
treft: degenen, die dit middel willen aan
grijpen, gaven daarmede een bewijs van
gemis aan beleid; want juist doo^ aldus
to doen, zon men spelen in de kaart
dergenen, die naar men meent, nu reeds
te sterk zijn.
Men ging te ver met de meening te
aanvaarden, dat er een uitsluitende ar
beiderspolitiek gevoerd wordt. En wil men
een afzonderlijke politiek daartegen, dan
wordt dat een heiloos krachtmeter tegen
elkander. Er is een tweede gevaar. Im
mers door een splitsing zouden wij in
niet geringe mate tekort schieten in lief
de vcor den arbeider, een liefde, waarop
deze recht heeft.
Bedroevend doet het spr. soms aan, dat
bij de arbeiders tot in de pers toe een
sterke neiging oéstaat om zich te ï?o-
leeren. Onze plicht is, niet dit te bevor- Ê3 1 l^jj™ jET j\J J\ ïkï
deren, maar te verhinderen. Wij moeten
de a rbeiders niet overleveren aan de zuig
kracht der so iaal-democratie, tea nadeele
van den wil der arbeiders, terwijl juist
de ziel der arbeiders door ons moet wor
den behouden. (Applaus bij een gedeelte
der vergadering).
Maar nu een derde grief. Wij hebben
een georganiseerde Katholieke Staatspar
tij, wij hebben thans ook een groep-Van
Cranenburgh en wij hebben een derde
groep zonder naam en leider, die zich
los wil scheuren en plaatsen tegenover
de partij, door met eigen lijsten uit te
komen.
Dit zou noodlottig worden voor de een
heid onzer partij en onafzienbaar zou
den de vreeselijke gevolgen zijn. Ik doe
daarom een beroep ,op het geweten van
alle aanwezigen, van allen, die het wel
meenen met het katholieke openbare lo
ven, dat door zijn eenheid sterk is. Mogo
God zijn wijzen raad over allen zenden,
opdat de enkele stemmen, die wellicht
willen aandringen op een eigen lijst met
afzonderlijke caud'diten, niet mogen op
gaan. (Applaus).
Onmiddellijk daarna legde de heer van
Cranenburgh de volgende verklaring af:
Persoonlijk en als minderheid in het
comité wil ik verklaren geeu voorstander
te zijn van het uitkomen met eigen lijs
ten en wel lste, omdat daardoor de klas
senstrijd dreigt bevorderd te worden.
2e. de actie, gelijk die tot dusver werd
gevoerd, heeft reeds gunstige resultaten
opgeleverd op het gebied der Politiek en
elders, en zij zal voortgaan die te ver
menigvuldigen
3e. alle personen, did spr. in geweten
raadpleegde, hebben spr. in geweten ont
raden tot een afzonderlijke lijst over te
gaan.
Daarna was gelegenheid tot debat; eerste
debater was de leider der uiterste dis
sidenten, notaris ik Swane te Utrecht, die
er met kracht tegen opkwam, dat de ge
wetensvraag hier te berde is gebracht.
Spr. las een stuk voor uit het vakblad
„8t. Ohristoffel" en ging in op de rede
van wethouder Stulenmeijer te Rotterdam,
om te laten zien, hoe de mannen van de
actie-Cranenburgh verhuisd waren. Spr.
ging in den breede na hoe de belastingen
waren opgedreven en het nationaal ver
mogen verminderd en concludeerde, dat
wij aldus den put in gaan. Er moet niet
komen bezuiniging maar inkrimping. Met
deze Kamerleden zullen wij dat niet be
reiken. Daarom moeten wij met eigen
lijsten uitkamen en met candidaten die
trouw aan de katholieke beginselen vóór
een reehtsche meerderheid maar tegen de
socialistische richting zijn.
Do heer Janzen uit Haarlem meende
ook, dat de gewetensvraag hier beter
buiten debat kon blijven. Spr. wilde ech
ter aan de vergadering de vx-aag stel
len* wat denkt gij met eigen lijsten te
bereiken? Gij hebt niets, geen program,
geen organisatie, geen pers. Daartegen
over staan de krachtige middelen van
den R.K. Bond, de invloed der geeste
lijken enz. Het uitkomen met eigen lijs
ten is goed voor de firma don Quichotte
Co.
Daarna werd gepauzeerd.
Er waren toen nog 28 sprekers inge
schreven. Voer hetgeen er na de pauze
gesproken werd verwijzen wij naar ons
hoofdartikel van helen.
Gp een categorische vraag uit de ver
gadering verklaarde ïnr. v. Wijnbergen,
dat het Bondsbeduu' er niet aan dacht
lijsten van dissidente Katholieken met
de offieieele lijsten te verbinden. Spr.
zou dit niet mogen als Bondsvoorzitter,
maar zou dat ook persoonlijk niet. wil
len, omdat hij weet in geweten dan
niet vrijuit te gaan.
Daarna werd gestemd. Vóór eigen lijs
ten werden 160, tegen 87 en blanco 14
stemmen uitgebracht. Er werd besloten
tot. het-oprichten van oen eigen kiezevs-
organisatio onder den naam: Nieuwe Ka
tholieke Partij en tot het stellen van
eigen candidaten.
De heer van Cranenburgh verklaarde
zich uit de "actie terug te trekken en
het voorzitterschap neer te leggen en
verzocht de pers zijn naam voortaan niet
meer in verband met deze beweging
te noemen.
Na een huldebetuiging aan den heer
van Cranenburgh .werd de vergadering
gesloten.
De verandering van de Egyptische
nationale vlag zal buneinkort wor
den afgekondigd. Voor den oorlog had
nEgypte de Turksche vlag. maar mei
eeen vijfpuntige inplaats van een zes
puntige ster. Deze vlag werd bij de
afkondiging van het Britsche protec
toraat vervangen door de particuliere
vlag van den khedive, rood met drie
witte halve manen en drie witte.ster
ren. De nieuwe vlag zal een groene
kleur hebben met een Witte halve
maan en drie witte sterren.
VERKEERSONGELUKKEN.
Blijkens een dezer dagen gepubliceer
de offieieele statistiek zijn er in 1921
in het Vereenigd. Koninkrijk 2845 onge
vallen met doodelijken afloop op den
openbaren weg voorgekomen, veroorzaakt
door voertuigen, tegenover 2837 in 1920.
Daarvan werden er* 2314 veroorzaakt door
mechanisch voortbewogen voertuigen 326
door voertuigen met paarden bespannen
en 205 door rijwielen. In het „Metropo
litan Police district" van Londen (dat
een oppervlakte beslaat vhan ruim 699
vierkante Engelsche mijlen, en waarbij
de City niet wordt meegerekend) had
den 571 ongelukken met doodelijken af
loop op straat plaats, waarvan er 490
te 'wijten waren aan mechanisch voort
bewogen voertuigen, 61 aan voertuigen
met. paarden en 20 aan rijwielen. Door
omnibussen werden 54 doodelijke onge
vallen veroorzaakt, door tramwagens 30.
In de City of London, met een opper
vlakte van 675 acres (een acre is ruim
4000 vrk. M.) waren 10 gevallen met
doodelijken afloop door straatongelukken,
waarvan er 6 waren te wijten aan me
chanisch voortbewogen voertuigen.
Het aantal straatongelukken zonder
doodelijken afloop was in totaal in het
Vereenigd Koninkrijk 61.272 tegenover
54.910 in 1920, een toeneming dus van
6362 tegenover slechts 8 ten aanzien der
doodelijke ongevallen. Door meihanisek
voortbewogen voertuigen w;rdea 4285 v u
het grooter aantal dezer ongevallen ver
oorzaakt, door rijwielen 2871. Daaren
tegen waren door paarden getrokken
voertuigen bij 794 minder ongevallen be
trokken dan in 1920.
Van de 22.674 ongevallen zonder doode
lijken afloop in het Metropolitan Police
District waren er 15045, waarbij me -La
ntech \o :tle o e vo.ini n Utro kso
waren, 2303 door voeriuigen met paar
den en 5296 door rijwielen. Omnibus-
sen waren betrokken bij 1418 ongeval
len, tramwagen bij 2123.
Aan de westzijde van de Rhone-
vallei, bij Villenouve, aan het meer
van Genève, heeft een vrij ernstige
aardverschuiving plaats gehad, die nog
niet geheel tiet stilstand, gekomen is.
Ontzaglijke rotsmassa's zijn van den
Mont Grammont naar beneden gestort
op de dorpen Les E vouches en Port
Valais. Dit eerste dorp is reeds geheel
ontruimd, wani de pogingen om den
val der rotsblokken door-stutten te
breken, mochten niet baten. Tal van
wijngaarden en bouwlanden zijn ver
woest.
Volgens de „Echo de Paris" heeft
de ambassadeursconferentie besloten,
dat pogingen zullen worden gedaan
om het vraagstuk van de apanage
van ex-keizer Karei te regelen; ver
der, dat Zita en haar kinderen zou
worden toegestaan Madeira te ver
laten en dat luin een verblijfplaats!
zou worden aangewezen iu een ander
land van Europa, doch niet ia Hon
garije.
In 1894 werd Léonie Joniaux
tot de doodstraf veroordeeld wegens
vergiftiging. De straf werd naderhand
veranderd in levenslangen dwangar
beid. Thans is na éénparig gunstig
advies van het gevangenisbeshiur. Lé
onie Joniaux, die nu 72 jaar oud is,
voorwaardelijk in vrijheid gesteld.
INVOERVERBODEN.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen eet
voorstel van de heeren Fleskens, Hei
mans, v. Rijsewijk, Pciïls, Winterman? en
Bomans houdende machtiging aan de Re
geering voor sommige artikelen invoer
verboden in het leven te roepen. De ter
mijn is voorloopig gesteld op 1 jaar. Het
is de bedoeling der voorstellen dat van
deze bevoegdheid door de Regeeriug niet
dan met groote onzichtigheid zou worden
gebruik gemaakt,
(Wordt vervolgd.)