BINNENLAND
landbouw in ¥iss0sehij,
EEN VERDIENDE
AFSTRAFFING.
BfMMENLANDSCH NIEUWS.
Deputaten-vergadering der
A. R. Partij.
Uit onze Oost.
Öq voordeelen van Gemengd
Bedrijf.
KIRK EM S6HO01.
Ü1HENGD NIEUWS.
KORTE BERICHTEN,
ORDE EN ARBEID,
Gis leren is tie «Iraad'ooze dienst inge
wijd tusschen Engeland en Zwitserland,
door het wisselen van telegrammen tus
schen koning George en den voorzitter van
den Bondsraad.
De snelheid van den dienst bedraagt 100
woorden per minuut.
Sir Ross Smith, die met goed gevolg
den tocht Engeland-Australië per vliegtuig
volbracht en van plan was rondom de we
reld te viiegen, welken tocht hij 25 April
zou aanvaarden, heeft gisterochtend een
ongeluk gehad, waarbij hij om het leven is
gekomen.
Dc polttie-commissaris van New-York
riep Dinsdag 5000 burgerlijke politic-reser
visten op tot het verrichten van patrouille-
diensten in de straten bij nacht met hun
eigen automobielen en paarden, tot het
rerieenen van hijstand bij het onderdruk
ken van de golf van misdaad. Hij stelde
tevens 75 nieuwe politiemannen op motor
fietsen in dienst.
Miss Mary Langon Baker, de toekom
stige bezitster van een groot vermogen te
New-York, heeft twee maal, toen zij op het
punt stond in het huwelijksbootje te stap-,
pen met den heer Allison Mc. Cornick, een
lid van een rijke familie te Chicago, op het
allerlaatste oogenblik rechtsomkeert ge
maakt Zij gaat het nu voor den derden
keer profceeren en reist daarvoor naar En
geland, waarheen haar verloofde vertrok
ken ij.
Toen zij vertrok, zeide zij tot de verslag
gevers op de pier: Dezen keer méén is
bet. Mc. Cornick zal den derden keer niet
worden teleurgesteld."
Volgens inlichtingen van het Dnitsche
rSksverfceers-ministerie zullen de tarieven
voor vervoer van goederen, vee en voor
ijlpoed den Isfen Mei nogmaals verhoogd
worden met 20 procent.
Het internationaal bureau voor huis
hond-onderwijs in Zwitserland heeft be
sloten van 18 tot 22 April te Parijs een in
ternationaal congres te houden, om het
gewicht van het huishond-onderwijs in liet
Beht te stellen. Een groot aantallanden,
w.o. Nederland, zal vertegenwoordigd zijn.
De instructie in de zaak Angola Laval
(de lastercampagne in Tulle) is gesloten.
De rechter voor onderzoek heeft beslo
ten om de zaaür voor de correctioneele
rechtbank te brengen, 8 Mei zal zij voor
komen.
De anti-rev. „Rotterdammer" geeit den
politieleen siimmeiing van het liberale
,Vaderland die groote bezorgdheid
voorwent met betrekking tot het samen
gaan van Roomsch^Katholieken en So
ciaal-Democraten, de volgende niet on
verdiende afstraffing:
Nn pas nog acht „Het Vaderland" zich
gerechtigd tot de uitspraak: „Al wie den
sociaal-democraat stemt en wie den Ka
tholiek stemt, brengt feitelijk zijn stem op
beiden uit. En we benijden daarom de po
sitie van het protestantsche deel der coa
litie met".
Die bezorgdheid is misplaatst en onge-
pest
Misplaatst, omdat geen enkele betrouw
bare aanwijzing voor de mogelijkheid van
zoodanig samengaan bestaat, omdat de
overheerschende stemming in de Roomsch
Katholieke partij zich beslist tegen die
samenwerking verklaart, omdat leidende
mannen als de Haagsche Briefschrijver
van „De Tijd en het Kamerlid Van Wijn
bergen hebben verklaard, dat op de vraag
van samengaan met de socialisten 7-al wor
den geantwoord en zal worden blijven
geantwoord; uitgesloten; tot geen prijs;
onder geen voorwaarde.
Ongepast is ook die bezorgdheid, om
dat juist het liberalisme zich heeft schul
dig gemaakt aan een verachtelijk konke
len met de sociaal-democratie.
Heeft „Het Vaderland" 1897 vergeten,
toen het de vlag uitstak bij de verkiezing
van Mr. Troelstra in Tietjerksteradeel?
Heeft het vergeten 1905? Heeft het ver
geten 1913? Heeft het vergeten de ge-
heele politieke historie van de laatste 20
jaar, waarin het liberalisme eigen zelf
standigheid tegenover den rooden drijver
prijsgaf?
„Het Vaderland" make zich vooreerst
over bet protestantsche deel der coalitie
niet al te bezorgd. Het wijde zijn teere
zorgen aan eigen huis.
Rede van Ren heer Co'ipi.
Donderdagmorgen om half twaalf ving
do Depntafenvergadering der Anti-Revo
Intionaire Partij aan te Utrecht. De pre
6ident, de heer H. Colijn, heeft de ope
ningsrede gehouden, waarvan de titel
Inidt: „Der vaderen erfdeel".
Spr. vangt aan niet een terugblik te
werpen op 'i geen den len April 1572
met Den Briel geschiedde.
De herdenking van dit feit droeg voor
onzen kring nog een zeer bijzonder ca
chet daar dit feest tevens hei geboorte
feest van onze richting en onze partij
in hare nationale gedaante was.
Deze samenhang wordt in art. I van
„Ons Program" uitgedrukt.
Zoo licht dan in hot klare bewustzijn
van de ideële bet eekenis van het his
torische feit, dat wij voor enkele dagen
herdachten, mede een aansporing voor de
verlevendiging van onze kracht, voor do
versterking van onzen invloed op da lot
gevallen van ons volk en voor de hand
having van oaza .zelfstandigheid als rich
ting.
In groots lijnen worden deze woorden
door spr. ontwikkeld.
Geschetst wordt de aard der verdruk
king en het karakter van den strijd. De
onderdrukking rtond in dieast van een
idee, de idoo van de ra dan vorst gecon
centreerde ab-oluie Staatsmacht en Staats-
renheid, met als onvermijdelijk gevolg een
valsch eenheidsbegrip yan Staat en Volk.
Een idee die rich in die dagen ver
toonde in den vorm van een op de suits
gedreven Ceasaropapi-s, en die zich in
onze dagen (want oude vijanden vertoo-
nen zich in steeds nieuwe gedachten)
vertoont in het in wezen volstrekt iden
tieke Staatssocialisme.
Om het wezen van dit Caesaropaois-
tisch absolutisme goed te begrijpen, dient i
men het te zien als een noodzakelijke
reactie op het bandeloos individualisme
op staatkundig gebied van de voorafgaan-
do periode. In de Middeleeuwen had het
bandeloos egoisme tot verbrokkeling ge
leid, waarbij alle rechtszekerheid zoek
ging, en alle maatschappelijke ontwikke
ling onmogelijk werd.
Uit reactie daartegen kwam de over
gang naar een centraal absoluut gezag
Deze overgang van anarchie tot abso
lutisme, van banlelooze vrijheid tot dul-
deloozen dwang, is niet een op zich zelf
staand verschijnsel. Het is de groote ver
dien te van Groon van Prinsteren ge
weest ons te hebben aangetoond, dat deze
overgang, zoowei in de wereldgeschiede
nis als in onze vaderlandsche historie,
een constant, natuurlijk en noodzakelijk
verschijnsel is.
Anarchie en absolutisme zijn de beide
natuurlijke polen voor elke Staatkunde,
die uitgaat van den natuurlijken mensch
en die niet door een hooger beginsel
bezield is.
Tegen deze beide was de volksopstand
tegen Spanje gericht.
Het is op dit verzet, dat de Nederland-
sche Staat is gebaseerd; het is op dit
verzet dat de grondtoon van ons volks
karakter ingestemd; en het is mede in
een voortgezet verzet egen dit absolu
tisme en tegen deze anarchie, onder wel
ken naam zij zich in steeds veranderend
tijdsomstandigheden ook mogen verschui
len, dat de bestaansreden van onze staat
kundige partij gelegen blijft.
Het toen aangevangen werk hebben wij
te bevestigen, uit te breiden en te vol
tooien. Het is in dezen historischen zin,
dat wij ons een Protestansch volk noe
men. De grondtoon van ons volkskarakter
heeft niet altijd den boventoon gevoerd
in ons staatkundig leven.
De historie volgend, toont spr. aan
waarom dit niet het geval is geweest.
Tegenover het Calvinisme kwam het Hu
manisme te staan. Tegero er de volstrekte
soevereiniteit Gods werd de souvereini-
teit van den mensch gesteld. En daarom
werd do grondslag gelegd voor de aan
bidding van den modernen machtstaat.
De revolutie wist in tegenstelling met
het Calvinisme geen ander soortig gezag
tegenover het absolutisme te plaasen. Het
scheen al-o£ de hoop op de juiste oplos
sing van het probleem van Gezag en
vrijheid voor goed zou moeten worden
prijsgegeven, do -h Groen's onderzoek van
onze volkshistorie, Kuijper's machtig pleit
voor de grondgedachten van het Calvi
nisme hébben ons, mat 's Heeren Zegen
daarhoor behoed.
Voortgaand verzet tegen dat kernbegin
sel der Revolutie; de sovereinitsit van
den mensch met zijn twee polen van on
gebonden vrijheid en dwang, blijft onze
roeping.
Een verzet dat niet alleen in negatie
kracht moet zoeken, jnaar dat den Cal-
vinistïsehen grondslag voor Staatsrechten
Staatkunde naar voren brengt; ónvoor-
waardelijke erkenning van Gods souve-
reiniteit; even onvoorwaardelijk aanvaar
ding van de autoriteit der H. S., zonder
tusschenkpmst van eenige kerk, als grond
slag en bron voor Staatsleven en Staats
leer; eeren van de historische lijn; een
krachtige maar gebonden vrijheid, en in
verhouding tusschen die beide laatste het
zwaartepunt naar den kant der vrijheid.
Hieruit volgt, dat wij handhaven het
beginsel van souvereiniteit in eigen kring
tegenover het moderne gtaatsalvermogen.
De verwezenlijking van vage beginselen
lijkt een schijnbaar hopelooze taak.
Doch niet alleen vooruit, maar ook terug
mogen we zien.
Tegenover 1884, met zijn onderdrukking
van de aders en de Scheiding, staat nu
dat men zich in het kerkelijk leven in
volle vrijheid organiseeren kan.
Tegenover 1878 staat 1920.
Onze eerste zorg blijve, dat deze beide
sterkten niet in verval raken en het is
niet zonder oorzaak dat in het u te be
krachtiging voorgelegde program van ac
tie aan deze beide zaken aandacht ie
gewijd.
Spr. denkt nu niet aan materioele
kracht, maar we mogen niet over het
hoofd zien, dat het beginsel van de vrije
school nog iets anders inhoudt dan ge-
Tijkstelling met de openbare: namelijk den
eisch van paelagogische vrijheid in rui
meren zin-
Een vrijheid te veroveren voor ons gan-
sche volk. Spr. bepaalde nader onze hou
ding ten opzichte van het Lager-, Mid
delbaar- en Hooger Oonderwijs. Doch wij
moeten niet alleen bewaren wat wij ver
wierven, wij moeten verder bouwen. Op
alle levensterrein moet getracht worden
het beginsel van de monschelijke sou-
vereiniteit ie vervangen door de onder
worpenheid van den mensch aan de God
delijke Soevereiniteit. Deze eischt geldt
niet altijd terzelfder tijd voor elk levens
terrein in even sterke mate. Dr. Kuyper
heeft in 1918 reeds aangewezon; dat het
meest klemmende, meest principiecle
vraagstuk, dat thans onder de oogen te
zien was, dit was: het sociale arbeidersbe
lang thans in harmonie te brengen met de
antirevolutiennaire politiek.
Nadat spr. deze woorden nader geaccen
tueerd heeft; zelfbestuur in de regeling
der maatschappelijke aangelegenheden
vraagt inplaats van de thans heerschende
excessieve centransatie, vraagt hij of het
omwerpen van het roer nog wel mogelijk
is?
Om dan, wijzende op Groen, Kuyper en
Lohman te antwoorden: De vraag is niet
allereerst wat wij mogelijk achten, maar
wat wij doen moeten.
Dc toepassing van ons beginsel van sou-
verciniteit der maatschappelijke groepee
ring ook op sociaal gebied is onvermijde
lijk om ernstige onheilen af te wenden.
In de eerste plaats om te voorkomen,
dat ons voik op sociaal gebied de slaaf
wordt van de zich in handen van een be
paalde groep bevindende staatsalmaeht.
De ontwikkeling van de vakorganisatie
en werkgeversorganisaties is in eenzijdige
richting gegaan.
De belangen van de gemeenschap wer
den dikwijls opgeofferd aan hei eigenbe
lang.
Met de natuurlijke gemeenschap, waar
toe èn werkgevers én werknemer belmo
ren; met het bedrijf waarvan zij beide
leven, wordt nagenoeg nimmer gerekend.
Deze toestand leidde tot versterking
van de Staatsmacht, 't geen door de So
ciaal-democratie werd toegejuicht
De kern van dit probleem wordt door
spr. aldus gesteld, dat op den duur een
vernietiging van de mondigheid van arbei
ders en werkgevers het gevolg moet zijn
van deze ontwikkeling en dat een nieuwe
oligarchie staat geboren te worden, die bij
ons, over ons en zonder ons heerscht; een
nieuw absolutisme, met dit verschil alleen,
dat het veel moeilijker is ter zijde te stel
len dan dat der despoten van ouds, om
dat het een duizendkoppig monster is dat,
wat men ook doet, altijd de neiging heeft
om weer aan te groeien.
In de tweede plaats is beperking dei-
bureaucratie op dit terrein noodig, omdat
hierin een der weinig effectieve middelen
gelegen is om te komen tot werkelijk in
grijpend bezuinigingen van de Staatsuit
gaven.
Spr. wijst voorts de richting aan, waarin
wij moeten gaan.
Wij verzetten ons niet tegen de maatre
gelen als zoodanig, die sinds den aanvang
dezer eeuw genomen werden. Integendeel,
we juichen ze toe.
Maar we zullen tegelijkertijd aan onze
ingeboren zucht naar zelfbestuur de gele
genheid tot ontwikkeling niet ontnemen.
Dat aloude recht, ingeworteld in ons
volksleven en, ondanks verdrukking, nog
niet dood, willen wij weer effectief maken
en zoo den invloed van een Calvinistisch
staatkundig beginsel op ons volksleven
weer versterken.
In het slotgedeelte van zijn rede be
spreekt de heer Colijn de huidige politieke
partijen en richtingen, om vervolgens de
samenwerking met de Roomsch-Katholie-
ken en Christelijk Historischen te bezien.
Ten opzichte van de vereenjging met de
Christelijk Historischen ge de spr. een
historische beschouwing om te concludee-
ren:
Wij reiken haar de hand tot samenwer
king; hartelijk en welgemeend; meer met
handhaving van onze zelfstandigheid.
Tenslotte besluit hij:
De hoogheM van ons beginsel bepaalt
ook onze wijzen van strijden.
Wakkerheid bij al onze mannen en
vrouwen is plicht.
Maar wat daarbij altijd in onze actie
de groote kracht uitmaakte, was niet een
bovenmatig zelfvertrouwen, maar een stil
vertrouwen op de hulp van Hem, die
Staten en volken opricht en verbreekt en
in Wiens hand ook het lot ligt van het
land onzer Vaderen.
Zoo zij het ook nu.
DE TABAKSWET.
Het verbond van Vereenigingen van
Sigarenfabrikanten in Nederland heeft in
samenwerking met den Nederlandschen
Bond van Sigarenwinkeüersvereenigingen
het volgende telegram aan II. M. de Ko
ningin verzonden, met het verzoek, een
uitstel van ten minste 2 jaren van de in
werkingstelling van de tabakswet te wil
len bevorderen:
Ondergeleekenden, vertegenwoordigen
de het overgroote deel der bij de Tabaks
industrie betrokkenen uit de 8 Noordelij
ke provinciën, achten zich gedwongen
om, met verschuldigden eerbied, evenwel
ook met dringenden' ernst Uwe Majesteit
te verzoeken, het daarheen te willen lei
den, dat de inwerkingstelling der aange
nomen tabakswet alsnog voor tenminste
2 jaar wordt uitgesteld. Aangezien bij de
huidige malaise deze wet voor onze in
dustrie de meest ernstige gevolgen moet
hebben daar zij de werkloosheid nog be
duidend zal vergrooten, groot, nadeel zal
toebrengen aan den staat en de gemeen
ten en een ramp zal zijn voor bij deze
industrie betrokkenen.
HET BEZOEK VAN DEN KONING VAN
ZWEDEN.
Naar wij vernemfen, zal het semi-offici-
eeie bezoek, dat Z. M. de Koning van
Zweden voornemens is aan H. M. de Ko
ningin te brengen, plaats hebben op Don
derdag 4 Mei e.k. en zal de Koningin den
Koning ten Koninklijken Paleize te Am
sterdam ontvangen.
PASVISA EN BUITENLANDSCHE
WERKKRACHTEN.
Een adres van het verbond van Nederl.
Fabrikantenverenigingen.
Het verbond van Nederlandsche Fabri
kanten Vereenigingen heeft eenige dagen
geleden een adres gericht tot den tijde-
lijken voorzitter van den ministerraad,
waarin op algemeene afschaffing der pas
visa wordt aangedrongen.
In het bijzonder wijst het Verbond er
op, dat buitenlanders, voor zoover zij niet"
behooren tot de landen waarvoor de pas
visa reeds is opgeheven, slechts dan in Ne
derland mogen binnenkomen, indien uit
de inlichtingen daaromtrent door de open
bare arbeidsbeurzen in Nederland te ver
strekken, genoegzaam gebleken is, dat
voor den arbeid in Nederland, waaraan
de buitenlander te werk zou kunnen wor-
den gesteld, geen Nederlander beschik
baar is. Deze beperking van de arbeids
markt tot Nederland houdt de loonen.
hoog en ontneemt de Nederlandsche in
dustrie de gelegenheid zich van geschik
te buitenlandsche en speciaal Duitsche
arbeidskrachten te voorzien.
Voor zoover de pasvisa niet zonder
meer zullen worden afgeschaft, vertrouwt
het Verbond dat evenals voor het bin
nenkomen van buitenlandsche bouwvak
arbeiders sinds 1 Februari j.l. is ge
schied, ook voor andere buitenlanders
zal worden bepaald dat niet meer zooals
tot nu toe voor het verkrijgen van een
visum een verklaring van de Arbeids
beurs vereischt zal zijn dat geen Nederlan
der voor het betrokken werk beschik
baar is.
Afschriften van dit schrijven zijn ge
zonden aan de Ministers van Landbouw-
Nijverheid en Handel, Arbeid, Buiten
landsche Zaken en Financiën.
EENHOEVIGE DIEREN.
In- en uitvoer verboden.
Ingaande 1 Mei a.s. is de in- en uitvoer
van eenhoevige dieren uit het buitenland
verboden
UITVOERREGELING.
Hét Koninklijk Nederlandsch Land-
bouw-Comité heeft een schrijven gericht
tot den Ministerraad over de wijze, Waar
op de crisiswet van 3 Augustus 1914 wordt
toegepast op de regeling van den uitvoer.
De adressant schrijft na een uiteenzet
ting van het tot stand komen en van de
wijziging (in 1917) van de wet onder meer:
De wet van 3 Augustus 1914 is door
deze wijziging dus ook toepasselijk ge
worden voor het tijdstip na den oorlog.
Uitdrukkelijk is evenwel in de Memorie
van Toelichting gezegd, dat de wet slechts
zou worden toegepast om de gevaren voor
ons economisch leven te voorkomen.
De vrees, die bij de schriftelijke gedach-
fenwisseling naar voren Is gelreden, dat de
Regeering van hare bevoegdheden, bij deze
wijziging verleend, een onrchlmatig ge
bruik zou maken, is ten volle bewaarheid,
door het uitvoerveVbod van aardappelen,
hetwelk onlangs .door den Minister van
Landbouw is uitgevaardigd.
Dit uitvoerverbod heeft in landbouw-
kringen terecht groote ontstemming ver
wekt en het gebruik maken van de be
voegdheid in bedoelde wet neergelegd,
heeft den Nederlandschen producent) duide
lijk gemaakt, welke gevaren hem nog
steeds blijven dreigen, nu deze Minister
niet -heeft geschroomd, om geheel andere
redenen, dan waarvoor de wet is tot
stand gekomen, daarvan gebruik te
maken.
De minder groote voorraad kleiaardap-
pelen in ons land aanwezig, vloeit tocii uit
geheel andere oorzaken voort en zijn noch
direct noch in ver verwijderd verband te
brengen met de bijzondere omstandigheden
door den oorlog of het oorlogsgevaar ver
oorzaakt.
Adressant betoogt onder aanhaling van
wat de Minister in de Tweede Kamer ge
zegd heeft, dat de Minister de wet toe
past op een wijze, die nimmer in de be
doeling van den wetgever heeft gelegen.
De rechtszekerheid van den Nederland
schen producenit wordt daardoor vrijwel il
lusoir. Zoodoende toch wordt voor het
landbouwbedrijf een bestaansonzekierheid
geschapen, die noch in hef belang van den
landbouw, noch in het belang van de ge
meenschap is.
Het was den Nederlandschen consument
althans den tusschenhandel voldoen
de bekend, dat de aardappeloogst, als ge
volg van de droogte, dit jaar niet overvloe
dig was, hoewel er voldoende geoogst
werd om m de behoefte te voorzien. Toch
zijn zelfs de groole verbruikscoöperaties in
gebreke gebleven om voldoende aardappe
len vast te leggen.
Het is vanzelf sprekend, dat toen dé
vraag in de afgeloopen maanden toenam,
omdat de voorraden opgeslagen aardappe
len te klein bleken, de prijzen opliepen, te
meer, waar de vraag nit het buitenland
groot bleek te zijn, omdat ook daar de
leelt van vroege aardappelen door de
weersomstandigheden wordt vertraagd.
Het is voorts begrijpelijk,, dat de consu
menten onder deze omstandigheden om be
scherming vroegen, maar het heeft terecht
bevreemding gewekt, dat de Minister van
Landbouw, daarin onmiddellijk aanleiding
beeft gevonden om dc bedrijfsvrijheid van
den boer aan banden te leggen en diens
bedrijfsrisico belangrijk te vergrooten.
Onder deze omstandigheden verzoekt
adressant den Ministerraad, zoodanige
maatregelen te wjllen treffen met betrek-
.king lot de crisis-wetgeving dat een mis
bruik daarvan als thans plaats heeft, on
mogelijk wordt.
EEN KLEINIGHEID VERGETEN....
Op een suikerfabriek, een dagreis van
Batavia, zoo schrijft het Bat. Nieuwsblad,
was een employé werkzaam. Jaren lang
had hij hard gewerkt; eenige goede jaren
meegemaakt, zoodat het er eindelijk eens
van komen zou, dat hij met vrouw en
kroost naar Holland kon. Men zou met
den eersten trein van de hoofdplaats ver
trekken en dus was het vroeg dag, want
de auto had een uur noodig om het sta
tion te bereiken.
Alles wat meegenomen moest worden
was ingepakt en verzonden en van de rest
zou dien dag vendutie gehouden worden.
Men stapt in en rijdt weg; met een wce-
moedigen blik kijken' vader en moeder
nog eens om, toen ze den- hoek omsloegen
en in den eersten morgenschemer nog
juist bun huis zagen, waarin ze zooveel
lief en leed samen gedeeld hadden.
Tusschen het wuivende suikerriet reden
ze voort; nog even een blik op den fa
brieksschoorsteen, op de lichlschittering
van het administrateurshuis
ïntusschen werden de toebereidselen
voor de vendutie gemaakt. Men begon
aan de voorgalerij en kwam weldra in de
slaapkamers.
En wat vond men, rustig slapende ach
ter de klamboe?.... Het jongste kind, dat
in de herrie van het vertrek vergeten was
en dat pas gemist werd, toen men in C.he-
ribon uit de auto slapte.
Onder gemengd bedrijf verstaat men
zen zoodanige inrichiing van de boerderij,
dat noch uitsluitend akkerbouw, noch uit
sluitend veeteelt, doch beide takken van
bedrijf er hunne plaats innemen. De ver
houding, waarin zij tot elkander voorko
men, is bovendien een zoodanige, dat bei
de van belang zijn. Een boerderij, waar
b.v. slechts ten behoeve van de werkpaar
den grasland wordt aangetroffen, heeft
evenmin het karakter van gemengd be
drijf als een, waar sleehls ten behoeve van
het gezin en den pluimveestapel aardappe
len, groenten en graangewassen worden
geteeld. De eerste blijft daarom zuiver ak
kerbouw, en de laatste zuiver veeteeltbe
drijf. -
Het zuiverste type van akkerbouwbe
drijf op veengrond bestaat in de veenko
loniën, en op kleigrond in de Haarlem
mermeer. Het type van veeteeltbedrijf
vindt men het zuiverst in den Frieschen
greidhoek en in N.- en Z.-Holland, vnl. in
de omgeving van de steden. Op zandgrond
wordt hoofdzakelijk het gemengd bedrijf
aangetroffen, meestal in zoodanige ver
houding, dat de veestapel groot genoeg is,
om de producten van het bouwland te
kunnen verbruiken. De kwaliieil van den
grond, de waterstand en de ligging ten op-
zichtc van steden, markten en fabrieken
bepalen vooral de bestemming van het be
drijf. Het is duidelijk, dat er een zeer
groot verschil bestaat in de methode van
beheer en exploitatie.
In het algemeen vereischt het akker
bouwbedrijf het meest bedrijfskapitaal;
daarop volgen het gemengd- en ten slotte
het grasland-bedrijf. De bedragen voor
loon, mest en transport zijn voor akker
bouw zeer groot en daarom is deze on
derneming ook aan grooter risico onder
hevig. Het getal arbeiders is vele malen
grooter en als gevolg hiervan het bedrijf
afhankelijker. Het risico wordt nog ver
groot door opeenbooping van werkzaam
heden, vooral in (len oogsttijd, van aard
appelen, graan en bieten. De verdeeling
der werkzaamheden is zeer onregelmatig,
zoodat groote en langdurige inspanning
vereischt wordt van menschen en dieren,
terwijl des winters gedurende maanden
weer niets te doen is. De economische ar
beid sverdeeling is in dit bedrijf dus zoek,
terwijl de eenzijdigheid oorzaak is van
eenzijdige ontwikkeling van beheerder en
personeel. Hetzelfde kan worden gezegd
van het zuivere veeteeltbedrijf.
In oorlogstijd is gebleken, welke groote
bezwaren er verbonden waren aan de in
voering van den akkerbouw in zuivere
veeteeligebieden. De boeren hadden geen
werktuigen, noch trekvee en velen waren
blij hun scheurplicht aan anderen le kun
nen overdragen. Het is door cVze opge
drongen ervaring volkomen duidelijk ge
worden, dat veeteelt-streken niet met suc
ces tot gedeeltelijke toepassing van akker
bouw kunnen overgaan, en althans niet in
de omgeving der sleden, waar het melk-
veehoudersbedrijf goed loonend is. De
boeren trachtten liet in oorlogstijd ge
scheurde land weer zoo spoedig mogelijk
tot grasland aan te leggen.
Geheel, anders is het echter in streken
met specifiek akkerbouwbedrijf. De vette
jaren, waarin nagenoeg zonder risico, an
ders dan van het weer en plantenziekten,
het bedrijf werd geëxploiteerd, behooren
tot het verleden. De landbouwers gaan
weer rekenen en onderzoeken, hoe met de
minste kosten de beste uitkomsten zijn te
verkrijgen. En vooral doet zulks de ak
kerbouwer. Hij verkeert volstrekt in het
onzekere omtrent den prijs der producten,
terwijl de grondstoffen nog grootendeels
boven het voor-oorlogsche niveau blijven.
Zijn bedrijfskapitaal wordt daardoor in
verband met die risico te groot. Daarbij is
het een zeer groot bezwaar, dat het be
drijfskapitaal in akkerbouw slechts één
maal per jaar kan worden omgezet en het
dus met een zwaren rentelast te kampen
heeft, in tegenstelling met het gemengd-
en veeteeltbedrijf, waar de inkomsten in
den vorm van zuivel, vee, vleesch, spek,
eieren enz. dagelijks vloeien. Het is te be
grijpen, dat dit in tijden van ongewisheid
een zeer groot voordeel beteekent. De
mesthehoefte is daarbij veel geringer, even
als de behoefte aan arbeiders. Het gehee-
le bedrijf wordt stabieler en minder ris-
cant, terwijl de productiviteit van den
grond in het gemengde bedrijf op de meest
economische wijze wordt geëxploiteerd.
De omwisseling van bouw- en grasland
maakt het meest spaarzaam gebruik vat!
plantenvoedingsttoffen mogelijk en er is
door betere arbeidsverdeeling bovendien
het gansche jaar door werk.
Tal van landbouwers zoeken weer naar
dien vorm, die hun bestaan op hechten
grondslag vestigt. Zij wenschen het zekere
voor het onzekere. Zoo wordt er thans
vrij algemeen in de veenkoloniën over ge
dacht, evenals in de Haarlemmermeer en
andere akkerbouwstreken. Tel.
CURSUS VOOR MELKCONTROLEURS
TE HOORN.
De jaariijksche cursus Tot opleiding van
melkcontroieurs voor rundveefokvereend-
gingen, zuivelfabrieken en melkinrichtin
gen, welke van einde September 1921 tot
begin April 1922 vanwege het Rijkszuivel-
ccnsulentsch'ap voor de provincie Noord-
Holland is gegeven, werd tot het einde
gevolgd door °5 leerlingen. Tan 20 deelne
mers kon bet diploma worden uitgereikt,
n.I. aan:
1. E. de Boer J. Az., Nieuwer-Amslel. 2.
W. Bijl, Beemster. 3. W. Davids Sz., Nieu
we Niedorp. T. N. Groot Jz., Opmeer. 5. H.
Hartsfra, Wormerveer. 6. C. F. Helder,
BobeJdi.jk. 7. P. Hogetoor, Purmer. 8. G.
Kaaij, Oost Graftdijk. 9. P. Kieft Az., Alk
maar. 10. S. M. Koeman, Weslter-Blokker.
11. F. K. van dpr Kooij, Ursem. 12. P.
Korver, Alkmaar. 13. M. A. F. Kuilman,
lammen. 14. C. van Maarleveld, Alkmaar.
15. G. Meijne, Akersloot. 16. C. Roele, Pur
mer. 17. B. Q. de Ruijler, Nicuwendam. 18.
K. Singer Jz., Avenhom. 19. C. Slooten,
Stompetoren. 20. T. van der Vliet, Oude
Niedorp.
DE MISSIE IN CURASAO.
De „Amigoe di Curacao" van 11 Maart
schrijft:
De Hoogeerw. Pater Provinciaal Mag. B.
D. van Breda zou gisteren die Curacaosche
Missie verlaten en met den Hoogeerw.
Pater Vicaris naar Trinidad vertrekken
om den HoHandselion Paters, die daar in
de Iersche Missie behulpzaam zijn, een be
zoek te brengen.
Pater Provinciaal heeft de geheele Mis
sie van Curacao bezocht en kent die nu
uit persoonlijke waarneming. Van harte
hopen wij, dal Z.H.E.W. de beste ündruk-
'ken mee naar Holland neemt en als vrucht
zijner visitatie ons spoedig weer van de
zoo hooguooaige nieuwe krachten zal
voorzien.
Er valt op Curacao en de eilanden nog
zoo veel te doen voor de Paters Missiona
rissen. De oogst ziet wit, maar de werkers
zijn weinig.
Op 19 Maa'rt vierden in het St. Marti-
nus-gesticht te Curacao de Eerw. Zusters
Gudula, Elisa en Alphea, allen welbekend
bij de Curacaosche jeugd, haar zilveren
processiefeest. Soeur Gudula is bij de vijf
en twintig jaar werkzaam aan dé school
voor fraaie en nuttige handwerken; Sr.
Elisa was even lang werkzaam op verschil
lende scholen der drie Benedenwindsche
eilanden Curacao, Aruba en Bonaire, ter
wijl Sr. Alphea ruim twintig jaren zich
wijdde aan het onderwijs in onze Missie.
(„Amigoe.")
EEN MISLUKTE DOOP.
In verband met het niet invoeren van
den zomertijd komen er nogal eens ty-
pische voorvalletjes voor. Te Maurik wil
de o.a. een vrouw de klok niet verzetten
en persé met den zonnetijd meegaan. Nn
gebeurde het, dat zij haar kind zou laten
doopen. Op weg naar de berk ontmoette
ze eenige vrouwen, die haar rieden, terug
te keeren, daar de doop reeds geëindigd
was. Ons vrouwtje stoorde zich hier niet
aan en ging door naar de kerk. Daar ge
komen begaf de draagster zich naar da
consistorie, terwijl de moeder voor den
preekstoel ging zitten. Dominé was reeds
eenigen tijd met de godsdienstoefening be
zig, toen de vrouw ongeduldig werd en
riep: Dominé, wanneer word mein kiend
edoopl?
Dominé deelde haar mede, dat het doo
pen reeds geschied was en dit nu niet
meer kon, waarop de vrouw zei: Oh, dan
kan ik wel naar huus gaon, hé?
Dat is goed, zei dominé, waarna de
vrouw de kerk verliet en nog vergat haar
kind, dat in de consistorie met de draag
ster wachtte, mede te nemen.
EEN SCHANDELIJK OPTREDEN.
Door B. en W. van Amsterdam werd
beslolen, in het belang der bestrijding
van de werkloosheid, uitvoering te geven
aan de doortrekking van de rioleering :n
het oude stadsgedeelte van Weteringstraat
en omgeving. Nadat hier in deze smalle
straatjes de grond tot een diepte van 5
meter was uitgegraven, brak een staking
uit tengevolge van looneischen der werk
lieden, waardoor het werk stil kwam te
liggen. De bewoners der straten ondervin
den natuurlijk van den 5 meter diepen af
grond vlak voor hun huizen dengrootst
mogelijken hinder. Vooral voor de kleine
neringdoenden is de bestaande toestand
onhoudbaar, doordat hun winkels bijna
onbereikbaar zijn en hun zaken dan ook
nagenoeg geheel stilstaan.
Naar aanleiding van verschillende klach
ten besloten B. en W., die zich toch niet
in het conflict tusschen aannemer en
werklieden wilden mengen, de put af to
dekken met een plankenlaag, zoodat het
verkeer in deze straten zou kunnen wor
den hersteld.
Toen een aantal werklieden gistermor
gen met de uitvoering der werkzaamheden
hiervoor wilden beginnen, werd hun dit
door het schandelijk optreden der stakers
onmogelijk gemaakt. Deze wierpen de
declen, welke ter afdekking noodig waren,
eenvoudig in den put, sneden de tuien
door eencr kleine heistelling, zoodat deze
omstortte en traden tenslotte tegen de
werkwilligen zoo driest op, dal dezen
niet beter wisten te doen, dan het hazen
pad te kiezen.
Tengevolge van dit terroriseerend op
treden blijven de bewoners met de hin
derlijke gevolgen van den bestaanden
toestand zitten.
Tot zoover de „Msb." waaraan wij dit
bericht ontleenen. - -
Heeft men in de hoofdstad geen politie,
om aan dat terroriseerend optreden van
kwaadwilligen paal en perk te stellen?
MOLEN TE MAASSLUIS AFGEBRAND.
De historische molen aan den Noord-
dijk bij Maassluis, op Maaslandsch grond
gebied, is geheel uitgebrand. Om half 2
zijn de wieken neergestort.
Zes stuks vee, in de molenschuur ge
stald, konden nog worden gered.
Verzekering dekt de schade.
Omtrent de oorzaak van den brand tast
men in het duister:
DE MISHANDELING TE LEUR.
Aan de Msb. wordt gemeld, dat F. de
B., die mede gearresteerd was wegens de
mishandeling van het'echtpaar v. Nijnat-
ten, op vrije voeten is gesteld. F. K. wordt
vastgehouden.
De toestand van N., voor wiens leven
men eerst vreesde, gaat goed vooruit,
doch voor het 12-jarig zoontje vreest le
geneesheer volslagen krankzinnigheid.
ONDERHOUDSPLICHT.
Te Deventer is onder voorzitterschap
van den heer J. Wansing, lid van den
Armenraad, van gemeentewege een com
missie gevormd, die er voor moet zorgen,
dat wettelijk daartoe verplichte personen
zich niet onttrekken aan het onderhoud
van steunbehoevende familieleden,^ wat
herhaaldelijk voorkomt. De commissie s
thans door den burgemeester, jhr. mr.T,
A. M. A. van Humalda van Eijsinga, geïn
stalleerd en zal haar werkzaamheden on-
dmidellijk aanvangen.
Pest onder varkens. In een stal 10
Vuren bij Gorkum is longenpest onder de
varkens uilgebroken. Reeds 14 dieren zijn
gestorven. Uitgebreide maatregelen zijn ge
nomen om deze besmettelijke ziekten te
gen te gaan.
Branden. Te Viedderveen «ijn eenige
H.A. heide afgebrand. Met groote moeite
heeft men den brand beteugeld.
Te Hoogeveen is de waning bewoond
door A. Huisjes tot den grond toe afge
brand. Niets werd gered, eenige koeien
zijn mede in de vlammen omgekomen.
HET ONTSLAG VAN SPOORWEG
PERSONEEL.
De directie dor Nederlandsche Spoor
wegen hooft, wegens de heerschende on
rust onder het personeel, bekend ge
maakt, volgens welke regelen de ontsla^
gen zullen worden gegeven. Het per
soneel, dat een aanstelling heeft voor on-
bepaalden tijd, doch geen vaste aanstel
ling heeft, wordt onherroepelijk ontslagen.
Het personeel, dat met tijdelijke en
vaste aanstelling samen meer dan een
jaar in dienst i3, zal niet worden ontsla
gen. Wie echter onder het jaar in diens®
is, beloopt ook de kans van ontslag. Ech
ter zullen de ontslagen van deze laatste
categorie niet anders dan in groote nood
zakelijkheid worden gegeven.
MINDER LOONSVERLAGING.
De firma Peek en Cloppenburg te Am
sterdam deelt mee, dat het bericht als zou
zij van 1 Januari een nieuw provisieötel-
sel ingericht hebben, dat pp een loons
vermindering van 25°/o neerkomt vóórhaar,
verkooppersoneel, onjuist is; zij heeft van
af 1 April voor haar personeel een nieuwe
loonregeling ingevoerd, die ten hoogs ta
neerkomt pp. pen loonsverlaging van