mm
DAMES- en HEEREN-
KLEEDING NAAR MAAT
Verrijzenis»
i
DAMIAATJES
ZATERDAG is' APRIL 1923
45ste JAARGANG No. 14118
DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN:
PER KWARTAAL T 3.25
PER WEEK f0 25
FRANCO PER POST PER K WART. BSJ VOORUITBETALING f 3'.57'/,
NASSAULAAN 49, HAARLEM. TELEFOON 1426, 2741 EN 1748,
POSTREKENING No. 5970.
ADVERTENTIÊN 35 CENTS PER REGEL.
DIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING.
EEftSTE BUD
Dit nummer bestaat uit vier bla
den, waaronder het Geïllustreerd
Zondagsblad in acht bladzijden.
Overweldigend is de vreugde der
Kerk bij Christus' zegepraal over
den dood, wanneer zij in de diep ont
roerende liturgie van den Paasch-
Zaterdag het licht wederom binnen
draagt in het uitgestorven kerkgebouw
en daarmee de overwinning van liet
Goddelijk Licht over de helsche duis
ternis, de opstanding van Christus
uit den doode, weergeeft. Zij eischt
bij monde van hare dienaren het he-
melsche koor der Engelen op om op
te springen van blijdschap en de ba
zuinen te doen weerschatten bij de
victorie van zoo groot een Koning.
Zij beveelt de aarde, bestraald door
zooveel heerlijk licht, zich te verheu
gen en wenscht, dat heel de wereld een
zalig gevoel doortrille nu de duister
nis verdwenen is.
En dan stijgt de jubel op inde uit
storting ook van eigen blijdschap
Dat ook onze Moeder de Kerk zich
verheuge, nu zij versierd is met de
stralen van zoo groot een Licht
Koninklijk is de wijze, waarop de
Paaschvreugde in de Katholieke Kerk
tot uiting komt. Als een machtige
orkaan barst zij los in de orgeltonen
van Paasch-Zaterdag om weken lang
na te trillen in het blijde Alleluja
refrein.
Met de macht van deze vreugde is
geen weergave van overstelpende blijd
schap op°deze wereld te vergelijken
de onovertreffelijke Roomsche litur
gie viert hier haar krachten uit. En
geen wonder want Christus' verrij
zenis is de hoeksteen der Kerk. Ware
Christus niet verrezen, ons geloof
zou ijdel zijn. Vandaar de eeuwen
oude strijd van het ongeloof tegen
de historie der Christus-opstanding
uit het graf, maar vandaar dan ook
het beste der Voorzienfgheid om in
voorafbeelding en overlevering der
historische waarheid niets boven allen
twijfel zóó zeker vast te leggen als
Jezus' Verrijzenis.
In dien overstelpenden rijkdom
van liturgische schoonheid is één
leidende idee voortdurend te onder
kennen, is één gedachte de alles over-
heerschende, n.m. die van de over
winning de zegepraal van het licht
over de duisternis, van het leven over
den dood de hulde aan den Christus,
triomfator.
Op die gedachte der overwinning
na strijd en lijden is heel de rijkQ. li
turgie van voorbereiding tot het
Paaschfeest en van den Paaschtijd
zelf gebouwd. Wij zien den Christus
in zijn omgang met zijn nog aardsch
gezinde leerlingen, met het Joodsche
volk, dat Hem nu eens als Wonder
doener verheerlijkt en dan weer ver
guist, al naar'mate zijn weldaden
aantrekken of zijn gestrenge woorden
de verharde gemoederen verbitteren
wij zien Hem in zijn leeringen en
voorbeelden voortdurend heenwijzen
naar den grooten dag, waarop Hij
zijn aardsche leven zal beëindigen
en bezit zal nemen van zijn Rijk.
Door zijn dood en verrijzenis zal Hij
het Koninkrijk Gods, zijn Kerk, op
aarde stichten, welke een veilige door
gang zal v/orden naar het eeuwige
Godsrijk. Maar voor die verlossing
van het menschdom uit het land der
slavernij en het doorbreken van het
licht was een ongehoord, een onbe
schrijfelijk, een goddelijk lijden noo
dig, dat de Christus alleenfkon door
staan, omdat Hem een goddelijke
liefde bezielde.
Dat de Kerk op deze overwinnings
gedachte van de stralende Christus
figuur, op den blanken Paaschmorgen
verrijzend boven het donkere graf,
met alle reden den nadruk legt, blijkt
uit de woorden van den Zaligmaker
zelf, waarmee Hij weinige uren na
zijn Opstanding de leerlingen van
Emaüs toesprak. Zij waren verward
door al de vreemde dingen, welke de
laatste dagen rondom hen hadden
plaats gegrepen. Zij hadden evenals
de andere leerlingen de stichting van
een aardsch koninkrijk door Christus
verwacht en nu was hij smadelijk
gestorven aan een kruis, begraven
in een verzegeld graf. Wel werd er
verteld, dat Hij weer was opgestaan,
maar, wanneer dat waar was, dan
zou Hij toch bij zijn leerlingen zijn.
En om de verwarring van deze tragen
in het geloof weg te nemen, verscheen
hun Christus als een vreemdeling en
toonde hun aan de hand van de Schrif
ten en van al de profeten, dat de Chris
tus aldus moest Itjden om in zijn Heer
lijkheid in te gaan.
En dit voorbeeld van haaf Godde-
lijken Stichter blijft de Kerk nog steeds
volgen. Aan al haar kinderen en aan
heel de wereld blijft zij voorhouden
zonder oponthoud, dat Hij dpor zijn
R.K. Kies^ereemging
Vergadesistg
©p Vrsfdag 21 April
bitter'lijden en sterven heeft getriom
feerd over den dood, de duisternis
van liet rijk der zonden voor ons heeft
verdreven en de poorten van het lich
tende hemelrijk voor ons heeft ge
opend maar ook, dat de Christus
dat Rijk van glorie door zijn dood
heeft verdiend en dat ookwij die heer
lijkheid* der lichtende eeuwigheid
slechts kunnen verwerven, door het
aardsche leven .al» een doorgangshuis
van smarten en tranen, als een oefen
school voor eigen vervolmaking te
beschouwen; dat Christus van zijn
naamdragers en medegerechtigden in
de Hemelsche glorie, zelfverlooche
ning en versterving eischt, volgens
zijn eigen woorden Wie mij lief heeft,
die neme zijn kruis op en volge Mij.
In Christus' verrijzenis is heei ons
gigen levensprobleem begrepen. En
daarom keeren zoovelen de Kerk den
rug toe en noemen hare woorden hard
en onverdraagzaam, wanneer zij
Christus' verrijzenis in den waren zin
verklaart en óp ons eigen leven en
het doel van ons bestaan toepast.
Hoe in 't bijzonder geldt deze klacht
voor onzen materialistischen tijd, die
met de apostelen van voor Christus'
Verrijzenis zoeken naar een geluks
land hier op aarde. De Kerk" moge
schoon zijn in haar liturgie, in haar
zinrijken eeredienst, in haar orgelto
nen, wierookgeuren en kleurige ge
waden, maar zij moet aflaten om de
verbeelding door middel van die
.uiterlijkheden te boeien en te trekken
op inwendige beschouwing en te
eischen navolging van Christus' ver
heven voorbeeld in eigen levenswan
del. Want dan'vraagt zij verachting
van aardsch genot, onthechting van
stoffelijk bezit, tevredenheid met
eigen staat en stand. En die woorden
klinken te hard om aan te hooren.
Want niettegenstaande de Dood rond
om ons heen"dagelijks zijn zeis zwaait,
niettegenstaande een alles vernielende
wereldoorlog, een epidemische ziekte
millioeneft menschenlevens ontijdig
vernietigde, niettegenstaande het jach
tende verkeer langs de wegen her
haaldelijk het bloeiende leven voor
onze oogen den adem afsnijdt, blijven
wij hechten aan ons bezit en haken
naar al maar meer stoffelijke voor
spoed alsof wij hier een blijvend be
staan hadden en ons doel niet hooger
lag.
Liberale beginselen en socialistische
leerstellingen hebben om strijd de
gedachte van ons geslacht getrokken
op de begeerte naar vergankelijk goed
en hebben in alle rangen en standen
den christelijken geest van zelfver
loochening en onthechting uitge
bannen. De wereldsche geest is ook
aan de kinderen van God's Kerk
niet vreemd gebleven. Vandaar de
voortdurende strijd der Kerk om dien
geest te overwinnen, wat niet anders
is dan de Paasch-gedachte onder het
Christenvolk levendig te houden.
Als Christus heeft gezegd, dat het
gemakkelijker is voor een kameel
om te gaan door het oog van eer.
naald dan voor een rijke om in den
hémel te komen, dan heeft de Kerk
volkomen recht en plicht om tegen
het onregelmatig streven naar altijd
meer bezit, dat leidt tot meerdere
weelde en genot, te waarschuwèn.
Want al die dingen trekken af van
ons einddoel, onze eindbestemming.
Geen betere tijd om ons te verheffen
boven het aardsche stof en de ziel
te ontworstelen aan de wereldsche
enietingen dan de Paaschtijd, waarin
Ihristus voor ons oprijst, met een
gelaat, dat blinkt als de zon en in
kleedereu wit als sneeuw. Zal
voor ons eens de eeuwige aanschou
wing van den stralenden Christus-
Koning de bekroning zijn van ons
aardsche leven, dan zal geen moeite
of opoffering ons te groot mogen
zijn om ons te vormen naar zijn zelf-
verloochend leven. Wanneer dit be
sluit het gevolg is van onze Paasch-
stemming, dan zal de gedachtenis
van 's fieeren Verrijzenis voor ons
zijn In den vollen Roomschen zin een
Zalig Paaschfeest.
Bolierakweekers, Tuin»
- tiers, landbouwers, -
veehouders.
S. J. A. KEESOM
Alkmaar - Beverwijk
STADSNIEUWS*
17 APRIL
AGENDA
AGENDA 18 APRIL
De St. Vincentlus-Bibliotheken
zijn geopend:
ANTON. J. KOOIJ
leder die het goed geproefd
■heeft, eet Franken's Melkbooé
BROEKMANS is de man
die de kleeren maakt.
De Woonwagenkwestie.
NASSAUSTR. 18
>!JI
Tweede Kamerverkiezingen^
Rijkskieskring Helder.
De PostchèQue en Girodienst
J. J. WEBER ZOON.
Koningstraat 10 Haarlem.
Opticiens Fabrikanten.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
BUREAUX:
a.s. des avonds 8 uur in het
gebouw St. BAVO.
AGENDA
Voortzetting behandeling Ont
werp R.-K. Staatsprogram en
agenda ASgem. Bond.
Wegens te korte voorbereiding
geen convocatie,
HET BESTUUR
Wij voeren uwe boekhouding en
behandelen uwe belastingzaken.
Prins Varkenshoc-
Stadsschouwburg.
der, 2 uur.
Sociëteit „Vëreeniging"Populair na
middagconcert, half 3.
Sociëteit St. Bavo". Feestvergadering
Bakkers, S uur. Reddingsbrigade, 8
uur. Rechtskundig Bureau van half 9
tot half 10. Slagers, 8 uur. Kleer
makers; 8 uur. Grossiers, 8 uur.
Groote Kerk Orgelbespeling van 23
uur door den heer George Robert.
Bisschoppelijk Museum. Jansstraat, Da
gelijks, uitgenomen Zaterdag, Zon- en
feestdagen, toegankelijk.
R K. Leeszaal en uitleenbibliotlitck.
Jansstraat 49. Dagelijks geopend van
10 uur tot half 1, van 25 en ran 710
uur, behalve des Maandagsochtends en
Zon- en feestdagen.
R. K. Arbeidsbeurs voor mannen. Gad.
Oude Gracht 39. Alle werkdagen
voorm. van 912 uur, nam. van 25
uur. Zaterdags alleen van 912 uur.
R. K. Arbeidsbeurs voor vrouwen. Klei-
ne Hout*veg 13. Alle werkdagen
voonn. van 1012 uur, nam. van 24
en van 89 uur.
De Zondags- en nachtdienst der apotheken
wordt deze week waargenomen, len
Paaschdag door de firma Grijsseels en
Van Hees, Lange Veerstraat 14 en L.
Schoorl, Frans Halsplein 1, vanaf des
avond 8 uur van den len Paaschdag door
Duijm en Keur, Keizerstraat 6 en Rem
mers en Zoon, Kruisstraat 20.
NIEUWE GROENMARKT:
Woensdag en Vrijdag van 7y29 uur.
ANTHONIÈSTRAAT:
Woensdag en Vrijdag van 7814
KLARENBEEKSTRAAT:
Woensdag van 7449 uur.
GEN. DE LA REYSTRAAT 2, Scholer-
kwartier.
Dinsdag en Vrijdag van 89 uur.
De kleeren maken den man
Koningsplein Amsterdam
Zooals men weet. is in de vorige
raadsvergadering door den heer Poppe
een motie ingediend, waarin B. en W,
uitgenoodigd werden, voorstellen bij
den raad in te dienen lot het be
hoorlijk gereedmaken van een ter
rein, waarop de in de gemeente aan
wezige woonwagens moeten worden
geplaatst en tot liet vaststellen van
eene verordening als bedoeld hij art.
31 der Wet op Woonwagens en woon
schepen 1918, St.bl. no. 492.
B. en W. schrijven nu den raad:
De heer Poppe gaat blijkbaar uit
van de veronderstelling, dat art. 31
van de wet van 23 Juli 1918 Sbb
no. 492, houdende regeling betreffende
woonwagens en woonschepen reeds
van kracht is.
Intusschen is zulks niet het geval.
De invoering van art. 31 is uitgesteld.!
aanvankelijk tot 1 Februari 1921, laat
stelijk bij de wet van 2 April 1921 Stbl.
661 tot 1 Februari 1923.
Eene verordening als in de motie
bedoeld, kan derhalve niet steunen
op art 31 .der Woonwagenwet.
De Raad heeft inmiddels in deze
materie reeds de noodige verordenin
gen gemaakt.
In de eerste plaats is bij besluit
van 22 October 1920- art. 98 van de
Algemeeme Politieverordening zooda*
nig gewijzigd, dat het aan houders
van woonwagens of woonschepen ver
boden is een andere plaats bannen
de gemeente in te nemen, dan daartoe
aangewezen door Burgemeester en
Wethouders.
In de tweede plaats is in aanslui
ting met het bovenvermelde besluit'
de zoogenaamde precarioverordening
op de woonwagens en woonschepen
toepasselijk verklaard indien zij lan
ger dan 14 dagen achtereen ter plaatse
vertoeven, waardoor het mogelijk is
eene billijke vergoeding in te vorderen
als staangeld.
Op bovenstaande gronden zijn wij
van oordeel, dat de mol ie van den
heer Poppe wettelijken grondslag mist
en derhalve dient te worden verwor
pen.
Ten aanzien van het vraagstuk der
woonwagens deelen wij u voorts inede,
dat wij den Raad te zijner tijd moftv
deelïng zullen doen, welk terrein bin-
ngn deze gemeente definitief als stand-
plaats voor woonwagens door ons is
aangewezen.
Voorloopig hebben wij den Ter
Spijtweg doen ontruimen en de woon
wagens tijdelijk bij wijze van proef
doen overbrengen naar een terrein
aan den Ouden "Wieg, grenzende aan
de Spoorbaan, alwaar bereids eenige
noodvoorzieningen zijn getroffen.
Naar -wij reeds gemeld hebben, is die
overplaatsing der woonwagens naar den
Ouden Weg Donderdag geschied.
Door omwonenden in de allernaaste
omgeving van den Ouden Weg i3 een
adres aan den Raad gericht, waarin ge
zegd wordt, dat gij uit de mededeelin-
gen van B. en W. in de laatstgehouden
Raadsvergadering den indruk hebben ge
kregen, dat het voornemen bestaat, de
woonwagens van den Ter Spijtweg Je
verplaatsen naar den Ouden Weg, óp
het terrein van het voormalig brand-
stoffenbureau, doch den Raad ernstig
verzoeken daartoe niet over te gaan en
wel: op grond van de veiligheid der
omwonenden en uit hygiënische overwe
gingen.
Zii schrijven hierbij:
Het mag n.l. oogenschijnlijk goed zijn,
de woonwagens naar den „Zelfkant" der
gemeente te verplaatsen, het valt o.i.
niet te ontsennen, dat de openbare vei
ligheid voor een dergelijk geïsoleerd
kwartier, vrij ernstig in het gedrang
komt, wanneer de woonwagen-bewoners
zich daar permanent- mogen vestigen.
In de -tweede plaats vestigen wij de
aandacht van den Raad op de omstan
digheid, dat de bewoners aan den Oudeu
Weg met bepaalde wesrsgeStelihe'd reeds
hinder hebben van de verzamelde faec-
caliën enz. op het aangrenzend terrein
van de Gemeentereiniging.
Wanneer op het hier aangrenzend ter
rein bovendien de bedoelde woonwagens,
met alles, wat dat met zich meebrengt;,
worden gevestigd, zal het voor de om
wonenden spoedig niet meer om uit te
houden zijn.
Verder hebben een aantal dezer om
wonenden hun uitzicht ©enerzijds op
meergenoemd terrein en kunnen zij in
ieder geval nimmer beletten, dat hun
kinderen de walgelijke tooneelen der
woonwegen-bewoner3 bij voortduring heb
ben te aanschouwen.
Door degenen, die 12 April 1.1. een
adres bij den Raad indienden omtrent
het plaatsen van woonwagens aan den
Ouden Weg, is thans een adres ingezon
den, waarin gezegd wordt,' dat zij dat
adres hadden opgesteld, mede naar aan
leiding van de bespreking over deze zaak
in de laatstgehouden Raadsvergadering-
in deze vergadering werd n.l. bij monde
van den heer JVEr. Slingenberg, wethou
der, medegedeeld, dat hierover vóór
de e.v. Raadsvergadering .geen be dissing
zou worden genomen, zoodat de omwo
nenden van het beoogde terrein aan dan
Ouden Weg alsnog in de gelegenheid
zouden zijn, hlin bezwaren kenbaar te
maken; dat zij met niet geringe verba
zing moeten constateeren dat reeds vóór
dat eenige besprekingen in een (of) bui
ten den Raad mogelijk was, woonwagens
op meer genoemd terrein werden ge
plaatst en wel pp Donderdag 13 April
1922, en dat zij hierover hun ernstig
misnoegen uitspreken, als zijnde een der
gelijke handeling strijdig 'met alle reëele
opvatting over het beslissingsrecht van
het Dagelijksch Bestuur der gemeente.
's-GRAVENHAGE, 14 April. De
definitieve candi latcnlijsten waarmede door
den Vrijzinnig-Democratisehen Bond aan
de Kamerverkiezingen zal worden deel
genomen, zijn thans samengesteld als
volgt Voor wat betreft:
Kieskringen Haarlem, Leiden, Dord
recht, Den Haag, Rotterdam en Middel
burg: 1. Mr. H. P. Marchanft, 2. mevr.
Mr. B. BakkerNort, 3. Mr. P. J. Oui,
4. Th. M. Ketelaar, 5. F. E. H. Ebels,
6. P. Nol'ting, 7. Jac. Welleman, 8. Mr.
Dr. A. M. Jockos, 9. Mevr. Th. Thiol
Wehrbeia, 10. Mr. S. J. L. v. Aalten.
Kieskringen Amsterdam, Den Helder en
Utrecht: 1. Mr. H. P. Marchant, 2. mevr.
Mr. B. BakkerNort, 3. Mr. P. J. Oud,
4. Th. M. Ketelaar, 5 F. E. H. Ebels, 6.
P. Nolting, 7. D. Kooiman, 8. H. B. Berg
huis, 9. J. J. T. Spaargaren, 10. J. Kooi-
De jaaarvergadering van de Eijkskies-
kringorganisatie „Helderwordt Zater
dag 29 April gehouden te Alkmaar. Mr.
J. B. Bomans zal een rede honden over
„Do geestelijke grondslagen onzer poli
tiek".
Het bestuur der Rijkskieskringorgani-
satie heeft het ontverp-staats program be
handeld en besloten aan de bondsver
gadering te Utrecht vóór te stellen art. 2
van hoofdstuk IV (financiën) te schrap
pen en art. 6 van hoofdstuk X (arbeid)
te splitsen in:
a. Krachtigen. steun aan het particu
lier initiatief tot bescherming van het
moederschap.
6. Moederschapsverzekering in te gaan
bij heft sluiten van het huwelijk.
De Bloemenvelden.
Men schrijft onu
Stond het er Woensdag nog voor dat
met Paschen de bloembollenvelden een
doodsch aanzien zouden hebben, thans, na
een paar zachtere mooie dagen staan zelfs
de vaklui er van verstomd hoe reusachtig
de velden zich hebben ontwikkeld.
Zoo bijv. gisteren, Vrijdag, kon men
pis 't ware bij 't uur zien dat de bloem
trossen zich ontplooien. Zeker de Paasch-
dagen zullen van 't jaar niet d e bloemen
dagen zijn, maar toch geven de Hyacin-
tenvelden reeds een prachtigen aanblik en
een kijkje overwaard!
Van andere zijde schrijft men ons:
Het mooie weer der laatste dagen en
de verkwikkende regen lieten zich wel
dra gevoelen op onze bloemenvelden, waar
eenige dagen terug alles nog in knop
stond, deed de lieve lentezon met de
koelte van den zuidenwind gepaard, de
bloemen hare knoppen openbarsten en zoo
vertoont hier en daar de bollenstreek
weer haar ouden roem in geur en kleu
renpracht.
De bollenstreek verwacht dan ook met
de Paaschdagen vele bezoekers en hoe
wel alles nog niet in bloei staat, zal
het toch de moeite loonen een bezoek te
brengen aan deze voor ons land van be
lang op export aangewezen bolleneultuur.
En waar de export vele moeilijkheden
in den weg wordt gelegd, doet het den
kweeker en exporteur genoegen bij een
druk bezoek, dat Nederland ook belang
stelle in hun bestaansvak, n.l. de cultuur
van bloembollen.
Programma.
voor de Orgelbespeling in de Groote of
St. Bavokerk te Haarlem, op Dinsdag 18
April 1922, des namiddags van 2—3 u.
door den heer George Robert.
1. Praeludium et Fuga akl.t., J. S.
Bach; 2. Can zona, Alex Guilmant; 3.
Troia Méditations, J. Guy Ropartz; 4.
Rhapsodie UI sur dos Oantiques bre-
tons, O. Saint Saëns: 5. Lobet den Her
ren, a meine Seele, Sigfried Karl Elert.
Kunstzaal De Bois.
Tentoonstelling van schilderijen en
aquarellen door H. F. Boos,
Bois is vooral voor de Haarlemmers
geen onbekende. Op de tentoonstellingen
van K.Z.O.D. zien we steeds eenige
zijner werken en hij is daar wel de
primus inter pares. Ook hield hij voor
eenige jaren terug een eigen expdsi-
tie in het Waaggebouw, waarmede hij
veel succes en waardeering oogstte.
Nu bij De Bois zien we zijn werk
van den laatsten tijd en enkele bekende
werken en het moest ons dadelijk van
het hart, dat onze stoutste verwach
tingen zijn overtroffen. Dit is het werk
van een schilder in den waren zin
van het woerd, een die het métier
door en door kent en daarbij „artiest"
is. Boot heeft iets te zeggen en hij
doet dat met meesterschap. Dat hij „schil
der" is, we behoeven slechts het ka
pitale stilleven „Intérieur van m'n ate
lier" te zien om hiervan volkomen door
drongen te zijn. Wat is dat heerlijk!
geschilderd, wat lekker in de verf en
tochzoo goed uit de verf. „Con
tradictio in terminis" schijnbaar, maar
voor wie iets meer van schilderkunst
af weet, is de bedoeling duidelijk. Welk
een diepte is er in dit werk, wat klem»
en stofuitdrukking en sïhoone werking
van het licht. Wat een pracht-geheel
van toch allemaal hijol gewone dingen,
een koperen pot en een Kenlsche pot,
een stoel, een tafel en een schilders-*
ezel. en rijk kunstwerk!
En dan de aquarellen, de techniek
waarin Boot een uitblinker is. We schre
ven daarover reeds meermalen, vooral
naar aanleiding van het stillevens, maar
ook het portret in Waterverf gaat hem
goed af. Men zie b.v. het portret van
den heer W. V., Wat zijn kop en han
den mooi gewasschen en wat is de sche
del goed van bouw. Daarbij is dit een
portret met veel uitdrukking. Het por
tret van dezen kunstenaar is voornaam,
nu eens is de kleur ingetogen (in de
stillevens), een andermaal bijna uitbun
dig (Toreador, Japansche poppen) maar
steeds voornaam.
Wat kunnen we genieten van z'nkleur-
tegenstellingen, besohouwen we b.v. den
prachtig-bronzen kop van den neger te
gen hét mooie geel' van de lap die hem
om de schouders is geslagen.
Ook als grafische kunstenaar heeft
Boot zijn verdiénsten, daarvan getuigen
de hier geëxposeerde etsen die 'n
gemakkelijk en gevoelig hanteeren. van
de naald verraden en hot gel.thograveer-
de landschap dat aan de beste s.peoimina
van oude prentkunst herinnert.
Boot is zich zelve gebleven ondanks
de stroomingen die velen uit den koers
brachten, hij is gichzelve gebleven omdat
hij een persoonlijkheid is. Zijn kunst is
echt en oprecht en zal daarom nog van
zich doen spreken als het werk van de
mode-schilders, wier kunstmatig ge
kweekte roem maar heel tijdelijk ie, reeds
lang is vergeten. M. v. d. w-
<9
Een ontevreden abonné onzer cou
rant, tevens rekeninghouder van deu
Postchèque- en girodienst, klaagt ons zijn
nood.
Ik ontving juist een dezer dagen be
richt hoeveel rente ik over het jaar 1921
(iet wel: we schrijven haif April 1922)
hoeveel rente ik over 1921 heb verdien
op mijn rekening bij den Postchèque- en
girodienst. Maanden heb ik er op ge
wacht, zonder dat ik mijn boeken defini
tief over 1921 kon afsluiten. Het is
waarlijk geen reclame voor deze toch al
niet populaire staatsinstelling dat het zoo
laat is met deze bijschrijving. Het zal r!e
aantrekkelijkheid er van niet verlioogen
en thans geldt het nog een nieuwen
dienst, die er „in" moet, een dienst, waar
bij het werk nog, dunkt me, niet over
stelpend zwaar is, maar wat moet het
worden, als het straks een dienst wordt
•met tientallen jaren dienst en een inge
burgerd bestaansrecht-. Gaat het dan den
weg op van onze belastinginstellingen en
zal men feitelijk blij moeten zijn te mo
gen meedoen, laat staan zich veroorloven
--■>ie maken dat een staats
dienst op lompe wijze in het particuliere
bedrijf ingrijpt P M. de Redacteur, zet dit
mijn ingezonden stuk, onder de in 't oog
vallende „Damiaatjes". Het zal me be
nieuwen of het marmeren beeld dat
Staatsambtenaar en Staatsdienst heet er
op reageeren zal.
We gaven bovenstaande klacht ter in-
zage aan den chef van den Haarlemschea
Postchèque- en Girodienst, die ons mele-
deelde dat zijnerzijds daaraan niets toe
te voegen is.
De opgaven voor rentebijschrijvingen zijn
eerst dezer dagen uit Den Haag ontvan
gen en worden zoo spoedig mogelijk bij
geschreven.
Heft is toch te begrijpen dat van 68ÖOO
rekeninghouders, de rente niet in enkele
dagen kan worden berekend, schrijft hij
ons.
Tot zoover de chef van den Haarlem-
schen dienst.
lioewei we ons geen partij stellen in
dezen, moet ons de opmerking van het
hart, dat het antwoord van den Staata-
diensft wel wat èrg naïef is. Dat de op
gaven eerst een dozer dagen uit Den
Haag zijn ontvangen, is een excuus voor
het kantoor Haarlem de inzender zal
dan de accuratesse en welwillendheid van
onze Haarlomsche ambtenaren wel nooit
getwijfeld hebben lmaar geen excuus
voor den Postchèque- en Girodienst als
zoodanig.
„Het is te begrijpen dat van 68000 re
keninghouders de rente niet ia enk-Ie
dagen kan worden berekend," zegt de
Haarlems che ambtenaar. Dat begrijpen wij
nu juist niet.
Wij begrijpen niet waarom die opga
ven uit Den Haag moeten komen en waar
om de administratie niet zoo ingericht kan
worden dat elk kantoor de rente bere-
rekent voor zijn eigen rekeninghouders,
evenals elk bijkantoor van een bankin
stelling dat doet voor zijn eigen cliënten.
Wat meer zelfstandigheid van de bij
kantoren dan ze nu hebben zou den dienst
trouwens in 't algemeen ten goede ko
men, dunkt ons.
Barometerstand 753. Neiging vooruit.
OPGAVE VAN:
Het georganiseerd overleg.
Door de heeren Klein en Castricum
wordt het Volgende voorstel gedaan:
Ondergeteekenden instemmende met het
ontwerp-besluit vervat in raadsstuk 431
(1921) stelten, voor de volgende motie:
De Raad der gemeente Haarlem,
Gehoord de besprekingen omtrent het
Georganiseerd Overleg;
Gelet op de redactie van het betrekke
lijk reglement en deszelfs toepassing;
Spreekt de wenschelijkheid uit het regle
ment zoodanig te wijzigen
a. dat de vertegenwoordigde organisa-
tiën de bevoegdheid krijgen, punten van
behandeling bij den voorzitter van het G.
O. iu te dienen ter bespreking op eene
der eerstvolgende vergaderingen; en
b. 4at de Commissie van Overleg desge-
wenscht via het College van B. en W. den
Raad van advies kan dienen.
Voorts de volgende moaie:
De Raad der gemeente Haarlem,