In en om Haarlem. DAM! AATJES"! 45ste JAAKUANU INo. 14144 MAANDAG 24 APRIL 1922 PER KWARTAALT 3.25 PER WEEKf 0.25 FRANCO PER POST PER KWART. BIJ VOORUITBETALING f 3.571/, NASSAULAAN 49, HAARLEM. TELEFOON 1423, 2741 EN 1748. POSTREKENING No. 5970. ADVERTENTIËN 35 CENTS PER REGEL. BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING. EERSTE BLAD Dit nummer bestaat uit 3 bladen waaronder het Geill. Zondagsblad Hoe moeilijk Bezuiniging in de Gemeentelijke Huishouding is* moet worden, maar men moet daarbij het gemeentebelang niet uit het oog verliezen. De belastingen mogen egn zekere grens niet overschrijden of anders gaan de groote inkomens weg en drukken de lasten op de overblij vende minder draagkrachtige bur gers. Dat is een gevoelskwestie, ja, maar men moet er rekening mede houden. De practijk leert dat het zoo is en niet anders. Grenswijziging Of die dan geen groote verruiming van het belastbaar inkomen zal geven B. en W. durven met niet het min ste optimisme over de grenswijziging denken. Ze hebben zulk een opti misme niet, niet dat zij vreezen dat BezuinigingHet is nu alweer eenige jaren geleden dat deze leuze verd aangeheven als het een'ige af doende middel om van de ondrage lijke belastingen af te k omen. Eerst schuchter. Men vroeg of bezuiniging niet „zou kunnen bereikt worden.'' Daarna met meer klem,want het kö i, zeide men. Toen werd het uitge schreeuwd, het moest, ten slotte is het 'geworden als bazuingeschal, waaronder bij voorkeur alle politieke partijen ten stembusstrijd trekken. De kranten, ja de lucht is er vol van: bezuiniging Het schijnt wel een. obsessie te zijn geworden en, laten we er dadelijk bijvoegen, gelukkig maar, want zoo ver moest-het komen alvorens tastba re resultaten te bemerken zouden zijn. Zoo roept 't koor der belastingopbren- gers, maar dat het pad eens bezuini gers niet op rozen gaat, is reeds meer malen ook in den Haarlemschen ge meenteraad gebleken met name in de jongste zitting van Woensdag middag. Tot tweemaal toe. De heer^ Bomans, wethouder van financiën en in 't bijzonder belast met de taak der bezuiniging in de Haar- lemsche gemeente-huishouding, heeft zich wel niet openlijk .beklaagd, maar men behoefde toch niet zulke heel scherpe ooren te hebben om in zijn woorden een pijnlijke klacht te be luisteren over zijn zware taak bij zijn bezuinigings-pogingen en wel speciaal over de moeilijkheden, die zich daarbij voordoen. Uit zijn woorden was op te maken dat hij niet altijd van de ambtenaren met name van de hoofden van takken van dienst die medewerking krijgt, die hij in 't gemeentebelang wenschelijk acht. De kwestie is van belang niet alleen voor den wethouder, niet alleen voor den gemeenteraad, maar voor alle burgers van Haarlem, en zoo werd onze nieuwsgierigheid geprikkeld eens wat meer te weten over de moeilijk heden, die de heer Bomans bij zijn bezuinigingsarbeid ondervindt. De wethouder had geen bezwaar ons een en ander te vertellen, maar, zooals begrijpelijk, blijven zulke me- dedeelingen slechts aan de opper vlakte en de groote moeilïjkhedei zijn slechts te omvatten wanneer men niet alleen tot de kern van de zaak reikt, maar ook alle details en nuances weet. Toch zijn de mededeelingen van den wethouder van genoeg belang om onzen lezers eens te vertellen. In zijn bekenden betoogtrant be gon de-wethouder met een overzicht van de heele kwestie. Met' onnoemelijk veel moeiten, zoo zeide de heer Bomans, is de rekening over het dienstjaar 1920 sluitend ge maakt. Van het bekende tekort over het dienstjaar 1919 (u weet wel het beruchte millioen ongeveer) spreken we dan maar niet. Maar de vooruitzichten voor de dienstjaren 1921 en 1922 zijn verre van schitterend. Over 1921 zal, vrees ik, een aanzienlijk tekort overschie ten. Dat eventueel tekort over 1921 zal moeten drukken op het dienst jaar 1923, zoodat het volgende he- grootingsjaar (1923) buitengewoon zwaar zal zijn. Niet hoofdzakelijk door dat te vreezen tekort over 1921, maar omdat het belastingkohier veel meer terugloopt dan ik in mijn meest pessimistische uitlatingen in den Raad heb durven voorstellen. Dat is een gevolg van de malaise der tijden, waardoor de inkomsten, vooral de grootere inkomsten, van vele ingezete nen aanzienlijk achteruit loopen. Ook vertrekken vele hoogere inkomens, om verschillende redenen, uit de ge meente. Men moet maar afwachten of -die door andere groote inkomens worden vervangen. Het is echter dui delijk dat het Vertrek van inkomens van f 100.000 en f 75.000, zoo maar niet direct vervangen zijn. Men pioet daar heel wat middenstandsinkomens vpor terug krijgen. Toch kunnen de belastingen niet verhoogd worden. Dat is mijn vaste meening. Ook de meening van B. en W. De belastingen kunnen niet verhoogd worden. Kun nen Nu ja, alles kan, de Raad kan wel decreteeren dat er 10% geheven zij wel dat het gezond verstand bij Gedeputeerde Staten en de Regee ring zal zegevieren, zoo dat deze lichamen Haarlem een heel eind iri zijn wenschen zullen tegemoet ko men, maar B. en W. hebben geen op timisme in boever de financieëele positie van Haarlem door de grens wijziging zal worden verbeterd. Er zullen stukken bij Haarlem komen, die hoopen geld kosten. Om al deze redenen durf ik beslui ten dat het dienstjaar 1923 er voor de gemeente niet beter uit zal zien dan vele zijner voorgangers. Voor mij is het nu de vraag of de saldi uit de bedrijven, die de Raad mij voor dit jaar toestond, ook weer het volgend dienstjaar zullen worden gegeven. Maar. zelfs als die gegeven wórden, dan blijft nog de mogelijkheid van bezuiniging open, ook bij de be drijven. En toch, zoo liet de wethou der er zuchtend op volgen, als ik eens f 100.000 op de bedrijven zou kunnen bezuinigen (wat een heele boel is gaat dan ook de prijs van gas, water of electrïciteit- naar beneden Als de Raad het wilja. Hier hield de wethouder op en keek ons veelbeteekenend aan. We begrepen hem. Wie weet hoeveel moeite het kost op de bedrijven en diensten te bezui nigen hoeveel onderzoekingen, brie ven, conferenties, booze gezichten van bedrijfshoofdenhoeveel vuurroode gezichten-; hoeveel tijd het kost om b.v. te bereiken dat één vacature, •niet door een nieuwen ambtenaar, wordt aangevuld, zal begrijpen dat het sneu is voor een wethouder, om, wanneer hij met ontzaglijk veel moei te, eindelijk er in geslaagd zou zijn, niet zelden zonder zijn tanden te la ten zien en een dreigement, een hon derdduizend te bezuinigen, die be zuiniging voor zijn gemeente-begroo ting te loor zien gaan doordat de Raad besluit het gas met 1 cent per kubie-. ken meter te verlagen. Hoe veel prettiger is het dan voor zoo'n wet houder zich te werpen b.v. op bezui nigingen bij openbare werken, rei niging, Houten Plantsoenen, waarvan elke bezuiniging onmiddellijk de be grooting ontlast, zonder dat de Raad daar aan kan komen. We willen maar zeggen dat door deze wijze van doen, de Raad den wethouder wel wat de fut en animo ontneemt zijn speciale' aandacht aan de bezuiniging bij be drijven te wijden. Een verlaging van den gasprijs met 1 cent komt de bur gerij ten goede, zal men zeggen. Vol komen waar, maar ook mindere be lastingopbrengst om het tekort op de begrooti ng te dekken, komt de burgerij ten goede. We hebben ons afgevraagd of daar niet iets aan te doen zou zijn, zóó dat èn Raad èn wethouder van bezuini ging tevreden kunnen zijn. Zou het niet mogelijk zijn dat men den wet houder alle bezuiniging, die hij kan bereiken bij de bedrijven, laat hou den om zijn begrooting te verlichten, en dat de Raad, voor de bepaling van den gasprijs b.v. uitsluitend zou rekening houden met de kósten van de kolen en de opbrengst der bij producten. Een eenheidsprijs dus, die daalt en stijgt met den koienprijs. Op deze wijze wordt den wethouder de liefhebberij niet ontnomen te zin nen op bezuiniging'bij bedrijven en de prijzen van gas, water en electrici- teit dalen en stijgen in de gevallen dat ook, als er niet bezuinigd werd, deze zouden stijgen of dalen. Keeren wij, na dit uitstapje, terug tot den wethouder, die ons nog altijd vriendelijk te woord staat. Jfij vertelt verder. Wat de bezui niging in 1921 aangaat, kan ik dit verheugende feit mededeelen dat zoo goed als over de geheele linie, dus in alle bedrijven en takken van dienst, minder is uitgegeven dan bij de be grooting voor dat jaar werd toege staan. Dat is in jaren niet gebeurd en daarom ook zoo verheugend en hoopvol. Een overschrijding'der be grooting met tien p.c. was iets heel gewoons. Dat is nu niet gebeurd. Maar daartegenover staat iets an ders wat het tekort zal veroorzaken. De gemeente heeft nog niet ont vangen de opbrengst der schoolgelden (ongeveer f 100.000) over 1921. Waar om Omdat de goedkeuring der ver ordeningen hokt. De gemeente heeft ook niet ontvangen de opbrengst der straatbelasting óver 1921, waarvan de kohieren nu klaar liggen (onge veer f 170.000)'. Daarvan is nog geen cent geind, omdat de verordening niet korter dan een half jaar is opge houden bij Gedeputeerde Staten. De gemeente was in de onmogelijk-: heid die bedragen te vorderen door de eigenaardige houding van Gede puteerde Staten, voegde de wethouder er bij. De gemeente ontving nog geen cent van de zakelijke belasting" op de be drijven (ongeveer f 100.000). Deze heeft nu pas de goedkeuring van De Kroon gekregen. Ook ontving de ge meente nog geen cent van de verhoog de vermakelijkheidsbelasting, waarop tot nu toe de goedkeuring niet binnen kwam. Dat alles benevens nog ande re factoren wettigt de verwachting, dat niettegenstaande het batig saldo der bedrijven en diensten, er toch een nadeelig slot over 1921 zal blijken te zijn, te meer waar de opbrengst der plaatselijke belasting naar het inkomen ook te kort zal schieten. Door dat tekort over 1921 wordt de begrooting 1923 gedrukt. Ergo, aldus de wethouder, zijn B. en W. gedwongen, willen zij aan den Raad van Haarlem een sluitende begrooting voor 1923 aanbieden, alle uitgaven te drukken. De tarieven in verschillende vér ordeningen zijn, .zooals bekend is, alle reeds gewijzigd. Het gaat niet aan die nog eens te verhoogen. Trou wens de bedragen, die daaruit komèn, zijn, in vergelijking tot wat noodig is, gering. Én zoo kom ik tot het Raads-debat, waarin gesproken werd over de mede werking van Heeren Directeuren bij de pogingen tot bezuiniging. De uitgaven moeten gedrukt wor den. Natuurlijk zijn de begrootingen der bedrijven en diensten niet over dreven. Alle posten, die er on staan, zijn zeer wel te verdedigen i 'n oog punt van gemeentelijk nui of wen schelijkheid. Maar toch moeten ze 'gedrukt worden. Op het noodzakelijke moet zelfs bezuinigd worden. Kan ik nu van de Directeuren ver wachten dat zij, vrij willig bij B. en W. komen met een zoodanige beper king van uitgaven in bedrijf of dienst, dat het hinderlijk gaat worden voor de richtige uitvoering van dien dienst? En toch, aldus de wethouder, zal daar de grens komen te liggen. De directeuren komen dan natuur lijk met bezwaren ze motiveeren die wellicht zelfs zeer goed. B. en W. aan- hooren ze, maar tenslotte zeggen ze: alles góed en wel nu moet het maar gebeuren de benauwenis van de ge meentelijke financiën noopt ons den knoop door te hakken. En daar komt bij dat, zij het wel licht dat de directeuren geen eerste klas of zelfs gebrekkige hulpmiddelen hebben, zij toch de verantwoordelijk heid moeten blijven dragen. Dat kan niet anders. Indien zij door eigen ingrijpen iets overbodig willen maken of bezuinigen, wachten B. en W. hun adviezen gaarne in. Anders grijpen B. en W. zelf in. De wethouder vertelde dat hij dit den heeren directeuren in een verga dering heeft medegedeeld. Vanzelf kwam hiermede ook het gesprek op de uitbreiding van het georganiseerd overleg, waartoe in de jongste raadszitting' besloten werd. Met al deze maatregelen tot be zuiniging door B. en W. te nemen, aldus de wethouder, stond noodwen dig in verband een vermeerdering van kennis van B. en W. uit andere bronnen dan de directeuren. Hieruit volgde de wenschelijkheid van tIc inschakeling van Commissies va: ambtenaren en v/erklieden om daar aan advies te kunnen vragen ook wat betreft technische en administratieve aangelegenheden, zoodat B. en W. i:t langer uitsluitend zijn aange wezen op het advies der directeuren alleen. Hieruit blijkt het belang van het georganiseerd overleg ten nutte der gemeentelijke bezuiniging. Hiermede eindigde 'ons onderhoud met den wethouder. Er blijkt wel uit dat het lang geer geen aangename en gemakkelijke taak taak is bezuinigingen in de gemeente lijke huishouding door te voeren. Er blijkt ook uit dat zelfs voor goed willende directeuren een grootere be zuiniging, als waartoe zij zich bereid verklaarden zelfs, moeilijk is, en dat het lang geen onwil, maar dikwijls onvermogen is als zij een „11011 pos- sumus" „wij kunnen niet" uitspreken. Toch gelooven we dat zelfs in die gevallen de taak der bezuiniging aan dit college van B. en W. kan worden overgelaten. Naar we met genoegen vernemen zijn alle leden van het colle ge bezield met het verlangen de be- 7.uiniging zoo scherp mogelijk door te voeren. Moge de Raad en de burgerij hen daarbij steunen UIT OEM ONTREK, HAARLEM, R.-K. Kiesvereeniging. Het Lentefeest J. J. WEBER ZOON. Koningstraat 10 Haarlem. Opticiens Fabrikanten. DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN: BUREAUX: -:o:- Het doornige pad eens bezuinigers. Het dienstjaar 1920 sluitend. 1921 le vert vermoedelijk een tekort. 1923 een moeilijk jaar. Hooge belastingen en grenswijziging. Een achterstand in de - e grensuitbreiding niet ruim genoeg inning van belastingen. De saldi der zal zijn. In dit opzicht vertrouwen bedrijven en de tarieven voor gas, wa ter enz. Bezuiniging op bet noodzake- ijke. Medewerking en de middelen. Vrijdagavond weed in het gebouw „Sfc Bavo" de onlangs geschorste vergadering van de RJt. Kiesvereeniging voortgezet. Aan de orde was de, behandeling van hel coheept-K.Ki Staatsprogram. in de vori ge vergadering' v.as men gevorderd tot afdeeling X, Arbeid. Nadat de VOORZITTER de vergadering op de gebruikelijke wijze had geopend, werd onmiddellijk lot behandelingder agenda overgegaan. De twee eerste punten van afd. X wer den aangenomen, bij punt 3 wetclijkc be scherming der huisindustrie, pleitlc de heer Duin voor aanneming van de door den heer van Liemt in de vorige verga dering gedane voorstellen len behoeve van den middenstand. Deze werden aan genomen. Daarna vvas aan de orde punt 4 van afdeeling X. luidende wettelijke bescher ming van de landarbeiders. Hieromtrent vroeg de lieer v. Cranen- burgh hgl woord. De heer v. CRANENBURGH zeide dat het wel liiet onbekend zal zijn, hoe spr. iri het algemeen denkt over de sociale be scherming van arbeiders. Bij dit punt wenscht spr. te waarschuwen tegen wet telijke bescherming der landarbeiders. Als iets verkeerd is, dan zou het, naar spr.'s meening, een landbouwarbeidv ■wet zijn. Dat zou geen bescherming zijn, maar het stuk slaan zijn van patriarchale verhoudingen in het landbouwbedrijf. Spr. is niet goed bekend met landbouw- toestanden in Holland, maar wel in die van Brabant en Limburg. Uitvoerig cri- tjseerde spr. het voorontwerp Landbouw- rjrbeidswet, welke wet spr. op het oog heett. Spr. leest het artikel van prof. Geurts voor in „De Tijd" van 19 Nov. |921. Met den heer Geurts crilisecrde spr. ó.m sterk het heel stel ambtenaren, dat Wederom noodig zal zijn voor de uitvoe ring dezer wet, ambtenaren, die duur zijn, daarbij maatregelen, die geld kosten aan de boeren en natuurlijk de levensbe hoeften weer duurder zullen maken, wat ook ten nadoele der arbeiders is. De be scherming van de landarbeiders zal weer een groot en niet het slechtste deel onzer bevolking drukken, aldus eindigde spr. zijn uitvoerig betoog. De lieer MICHIELSEN zegt, dat ook Je toestand der landarbeiders voor hem geen onbekend vraagstuk is. Spr. is in verschillende provincies met de landarbei ders in connectie geweest.' Wat de heer v. Cranenburgh zeide is zoo belangrijk, dat spr. er liefst een lieelen avond aan zou willen wijden. Indien bet bestuur zich met de werkwijze van spr. kan vcreeni gen, dan ligt het in zijn bedoeling voor de kiesvereeniging in aparte vergaderingen en door aparte sprekers pro en contra verschillende onderwerpen te doen be handelen. Het is moeilijk dit onderwerp dan nu Ie bespreken en hij stelt voor dal nu niet vanavond au fond te doen. Echter maakt spr. de opmerking, dat z.i. de heer v. - Cranenburgh met prof. Geurts te veel generaliseert. De toestand in Brabant en Limburg der landarbeiders is niet gelijk overal elders. Zelfs in West en Oost-Brabant verschillen de toestanden veel, en die toestanden loopen in verschil lende provincies nog meer uiteen. Er be staan zeker toestanden, die patriarchaal kunnen genoemd worden, en die toestan den zijn dikwijls, goed. Maar als men dat generaliseert is men fout. Er zijn land bouwstreken waar die toestanden geheel verlaten zijn en waar zij niet veel ver schillen met de industrie! Dat kan me debrengen dat in die toestanden moet worden voorzien. Die gevallen zijn ook niet sporadisch. Toch zit er. in den ge- dachtengang van den lieer v. Cranen burgh veel goeds. Wanneer bij alleen tot voorzichtigheid had aangespoord, had spr. weinig aan te merken gehad, maar de heer v. C. heeft een principe aange raakt, dat zoo niet tusschen andere voor stellen kan worden behandeld en diepere behandeling noodig maakt. Spr. zet verder uiteen dat punt 4 van het Staatsprogram niets anders bedoelt dan bescherming van de landarbeiders. Daartegen kon de heer v. C. niets tegen hebben, want ook bij staat sympathiek tegenover de land arbeiders. Er zijn verschillende maatrege len te nemen, die ook door den beer v. C. zuiien toegejuicht worden. De heer KERKVLIET heeft tusschen liet boerenbedrijf een groot deel van zijn le ven doorgebracht. Hij meent dat wette lijke bescherming van landarbeiders wel noodig is. Er zijn nog véle misstanden. De heer MICHIELSEN merkte in 't al gemeen op, naar aanleiding van den toon. dien de beer Kerkvliet aansloeg, dat diens beloog aanmerkelijk in waarde zou win nen als hij de scherpe uitdrukkingen er uil had weggelaten. (Applaus). Spr. stelt er prijs op dat daarmede zou rekening gehouden worden nu en in vol gende vergaderingen. De heer BOMANS gelooft niet dat het zoo moeilijk is alle R.K. kiezers ook over dit programpunt eensgezind te krijgen. Spr. verheugt zich dat de heer v. Cranen burgh hier gesproken heeft.. Niet dat spr. het eens is met hetgeen de beer v. Cra- nenburgh zegde, maar bet feit dat de heer v. C. hier het program wilde bespreken met ons, is van veel meer beteekenis. (Applaus). Op het programpunt komen de, zeide spr., dat.hij eigenlijk de geme lijke vader van dit punt is, en dat, naar aanleiding van misstanden, die spr. in verschillende streken gezien en gekend luid. De bedoeling is niet direct geweest een lar.dbouwarbeiderswel. Als spr. had voorzien dat het gevolg zou zijn gewor den indiening van een landhöuwarbeids- wet. zooals zou blijkeii uit het vooront werp. dan zou misschien spr. dal zinnetje binnen hebben gehouden. Maar dat be scherming van, excessen noodig Is, zal ook de beer v. C. toegeven. Spr. staal naast den heer v. C. in de ineening dal de ontwerp-Landbouwarbeidswet 1919 een te groote sleep van ambtenaren heeft. Hel voorontwerp moet herzien worden, ook op dat punt. Spr. betoogt zelfs dat dit voorontwerp in strijd is met het kath. program zelf. Spr. zet uiteen boe de wel, volgens bet Kath. program, zou, moeten zijn en meent dal ook de lieer v. C. zicli na tic toelichting kan vcreenigen met het programpunt 4 uit X. De heer v. CRANENBURGH heeft met genoegen den heer Bomans gehoord; liet heeft veel bezwaren weggenomen. Spr. heeft zich vroeger reeds geweerd tegen den ambtenarenstaal en het doet spr. ge noegen dat de lieer Bomans op dit punt genoeg heeft van het tol nu toe gevolgde systeem. Verder sprak spr. over de me dezeggenschap van den arbeider in het be drijf en over de lasteu, die op de indus trie worden gelegd, en die maken dat industrieelen ons land' verlaten. Zoo kent spr. er verschillende. Het wordt onhoud baar in ons land. Men moet de christelijke naastenliefde meer inpompen en de verbetering niet be reiken door een corps controle-ambtena ren. Men moet de verbetering op de minst kostbare wijze invoeren. Als er plaatse lijke misstanden bestaan, dan moeten die plaatselijk verbeterd worden, maar niet door wetten, die voor een geheel land gelden. Spr. il toevoegen aan het puilt: bescherming van landarbeiders, zonder onnoodigc uitbreiding van overheidsbe moeiing. De heer KUPPERS wil het heele punt schrappen. Het kan gevolgen na zich sleepvi, die niet te overzien zijn. Het eene wetje sleept na zich liet andere wet je. Spr. wijst op. het gevaarlijke van mc- dezeggiiigschap in het bedrijf. Het voorstel om het heele punt le schrappen werd niet ondersteund. De heeren v. CRANENBURGH stelde daarna nog voor aan hel punt toe te voe gen: niet inachtneming van de toestanden in bepaalde streken van het land. Vanaf de bestuurstafel werd gewezen op de moeilijkheden,die aan zulke bepalingen zouden verbonden zijn. De heer Bomans weeS er op, dat dit door weiten niet le hereiken is. Als er geen\misstanden zijn in bepaalde streken, dan gelden de wetten daarvoor vanzelf niet. Overigens kan be reikte worden, wat de heer v. Cranenburgh wil door collectieve arbeidsoverkomslen. Uitvoerig werd nog gedebatteerd over de sociale wetgeving in 't algemeen, waarbij de heer v. Cranenburgh de vrees uitte, voor wal wellicht nog te wachten staal en zeide geen vertrouwen le hebben in onze leiders. Ten slotte werd punt 4 aangenomen met de eerste toevoeging door den lieer v. C., voorgesteld. Dé tweede werd niet geaccepteerd. De lieer v. Cranenburgh wenschte buiten stemming te blijven, omdat hij het jammer zou vinden als landbouwwetlen werden in gevoerd in streken als Limburg en Bra bant. De Jieer v. CRANENBURGH verklaarde zich ook tegen het punt, betreffende moe- derschapszorg, doch wenschte er niet ver der op in le gaan. Dit punt en de andere punten werden door de vergadering, aangenomen. Het bestuur stelde voor: Aan punt 10, luidende als volgt: „Codificatie en reorganisatie der arbei dersverzekeringswetten met toepassing van liet beginsel dat. waar mogelijk de uit voering onder conrtole der Overheid wordt 111 handen gelegd der georganiseer de bedrijven," toe te voegen: Spoedeischende voorziening opdat de kosten der huidige ambtelijke uitvoering van de sociale verzekering belangrijk wor den beperkt." Dit werd aangenomen. De heer v. CRANENBURGH stelde voor aan het slot van alle punten te zeilen: „Voor zoover de financiëele en economi sche toestand zulks mogelijk maakt." Opgemerkt werd dal dit punt in de af deeling „Algemeen" geregeld is. Hiermede werd genoegen genomen. De heer BOMANS wenschte, naar aan leiding van wat de heeren v. Cranenburgh en Klippers hebben opgemerkt, omtrent minister Aalberse te zeggen, dat spr. voor staat de zuivere Katholieke Maatschappij leer, dat daarbij, zijn leermeester is ge weest prof. Aalberse en dat minister Aal berse immer op sprekers steun zal kunnen rekenen. De heer v. CRANENBURGH antwoordt dat hij zich niet kan vereenigen met de politiek van minister Aalberse in verschil lende door hem ingediende wetlen Spr. hoopt later dat uitvoerig te kunnen uit- eenzetten. De VOORZITTER zeide dat het zijn voornemen is in de kiesvereeniging ver schillende onderwerpen te doen behande len. Hiermede was het program afgehan deld. Daarna werd behandeld de beschrij vingsbrief voor de algemcene vergadering van den Rond, welke vergadering zal wor den gehouden op 13 Mei 1922. Hieromtrent waren ook eenige bestuurs voorstellen: Ten opzichte van punt 6 (Bondsbcstuur te machtigen tot liet onderling verbinden O We zijn in Haarlem toch wel bevoor recht. doordat ons elk jaar het lentefeest in zoo grootsche en exeneering wordt toe bereid, boven zoovele anderen in de wereld, ja zelfs in Holland. Weer bloeien de hyacintlien-velden tus schen Alkmaar en Leiden, niaar vooral tusschen Hillegom en Lisse en alles staat in volle pracht. Is het weer goed, dan zal Zondag weer duizenden en duizenden het oude, maar toch immer nieuwe feest van ons bloem bollenland worden bereid. De dorpen bereiden zich voor ten hoogfeest; veler neringdoenden hoop van heel een jaar is op dezen dag en deze week gevestigd en laten we hen allen en ons zelf een p:fttigen „bollendag" toe- wenschen. Het is al het bruidsfeest der naturu, wat hier ontplooid wordt. De stoomtram HaarlemLeiden en Haarlem—Alkmaar zal het weer druk heb ben en rijden met extra diensten. Ook Haarlem zal zijn deel in de drukte krijgen. Alles is ten feest gereed en dan wel gemoed de Meimaand den zomer tege moet, waarvan al deze heerlijkheid de voorbode is. Barometerstand 748. Neiging stilstand. OPGAVE VAM; der lij>tcn)~ bestond geen bezwaar bij ué vergadering. Tegen de voorstellen van verschillende Rijkskieskringorganisaties, gedaan -en ver meld onder punten, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 14 hestonden bezwaren. Wat punt 10 betreft n.l. het voorstel Rijkskieskring Haarlem luidende: „het Kamerlidmaatschap wordt onvereenigbaar geacht met het burgemees terschap en het wethouderschap in ge meenten boven 50.000 zielen. „Werd voor gesteld toe te voegen „met het lidmaat schap van Gcdep. Staten, met het lidmaat schap der Rechterlijke macht, en andere daarmede gelijk te stellen functies op voorstel van het Bondsbestuur vooraf aan te wijzen door de algemeene vergadering van den Alg. Bond van Rijkskieskringor ganisaties." Hierover werd een uitvoerige discussie gevoerd met tot resultaat dat de .vergade ring van oordeel was dat aan het Kamer lidmaatschap geen belemmering moot wor den in den weg gelegd, omdat men aan liet ©inde van elke vierjarige periode be langhebbenden ter verantwoording kan roepen. Bij punt 14 van den besclirijvingsl ef werd ter sprake gebracht het samengaan na de verkiezingen, met de S. D. A. P. De lieer v. Cranenburgh zette uiteen dal er vele R. K. in den lande zijn, die vree zen dat de R. K. Staatspartij wel eens zou kunnen samengaan met de S. D. A. P. Deze heeren meenen dat de R. K. in den iaalsten tijd het dichtste staan bij de Soc.- Dein. Daarom zou spr. het zeer wensche lijk vinden dat de R. K. kiesvereenigin en en de Bond zich uitspreken tegen een samengaan met de She. Dem. Mocht de noodzakeië **eid rich eenmaal onafwend baar voordoen van een samengaan met de S. D. A. P. dan, inaar ook alleen in et aller-uiterste geval, zou dat toegestaan kun nen zijn. Spr. kon er inkomen dat het wel licht niet mogelijk is apodictisch te zeggen dat wij „nooit" zullen samengaan, maar dan dient toch de wenschelijkheid van dat niet samengaan te worden uitgesproken, zoo uitdrukkelijk mogelijk en dient gezegd dat alleen in het allernoodzakelijkste geval met de S. D. A. P. mag worden samenge gaan, en dan alleen nog, na gehoord le hebben het Episcopaal, dat zich legien dat samengaan heeft uilgesproken in den he kenden brief. Spr. gelooft niet en ziet niet dal die noodzakelijkheid ooit zich zal voor doen, maar spr. wil de mogelijke noodwen digheid er van onder de oogc zien. Toch wenscht hij een uitspraak. Zulk een uitspraak zal vele kiezers ge rust stellen. Spr. verheelt niet dat hij geen groot vertrouwen heeft in verschil lende leidende personen onzer R. K. par tijen. De VOORZITTER onderschrijft het ge sprokene van den heèr v. Cranenburgh voor wal betreft het samengaan met dé S. D. A. P., maar ziet niet in dat een be paalde gedragslijn kan worden voorgc- schreven. Het is niet mogelijk le voren een kabi netsformateur te binden. De lieer CASTRICUM voelt ook niet voor het samengaan met den Vrijheids bond, noch met de Vrijz. Dem. De VOORZITTER onderschrijft dat eveneens en vraagt of de heer v. Cranen burgh eeii voorstel wenscht te >n.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 1