BUITENLAND
ZIJM SLACHTOFFER
rechtszaken!
BINNENLAND.
Van wet en wetgeving.
Derde Blad 29 April 1922
De nieuwe dienstplichtwet.
Nog een opmerking.
Evenals tot dusverre geschiedt de
oting in September.
Behoefden voorheen zij, die tijde
lijk of voorgoed van den dienst waren
vrijgesteld niet te loten, thans nemen
alle ingeschrevenen aan de loting deel
met uitzondering van hen,die (door den
keurings-of herkeuringsraad) voorgoed
voor den dienst ongeschikt zijn ver
klaard. Zooals men weet is niemand
verplicht persoonlijk aan de loting
deel te nemen. Men kan ook door
zijn vader of voogd laten loten. Ver
schijnt ook deze niet, dan wordt voor
den ingeschrevene geloot door den
Burgemeester, een lid van den Raad
of een ambtenaar ter secretarie.
Na de loting volgt de inlijving. In
gelijfd worden over 't algemeen allen,
die aan de loting hebben deelgeno
men, doch de inlijving beteekent voor
niet alle lotelingen hetzelfde. De wet.
onderscheidt namelijk inlijving tot
gewoon en tot buitengewoon yienstplich-
tige. Tot gewoon dienstplichtige worden
bestemd ten hoogste 19500 man, ver
meerderd met het getal van hen, die
bij de voorvorige lichting tot gewoon
dienstplichtige zijn bestemd, dcch om
verschillende redenen op het tijdstip
van eindiging van het jaar dier
iichting ontbraken. Deze bestemming
eschiedt in de volgorde der lotings
nummers te beginnen bij de laagste.
Zij, die om welke reden dan ook voor
goed of tijdelijk van den dienst zijn
vrijgesteld, die vrijwilliger zijn gewor
den, die zijn overleden of van den
dienst zijn uitgesloten, worden bij de
ze bestemming buiten aanmerking ge
laten.
Komt men zoodoende echter piet
aan het vereischte aantal soldaten,
dan worden voor de gemeenten, die
wegens het groote aantal van den
dienst vrijgestelden, hun aandeel niet
voldoende hebben geleverd, een aan
tal tijdelijk wegens broederdienst vrij
gestelden eveneens tot gewoon dienst
plichtige bestemd., ook deze bestem
ming geschiedt in de volgorde van de
lotingsnummers, te beginnen bij het
laagste. De loting is dus voor- vele
ingeschrevenen van niet te onder
schatten belang. De lotelingen, die
niet als gewoon dienstplichtige wor
den ingelijfd, worden ingelijfd als
buitengewoon dienstplichtige.
De gewone dienstplichtigen zijn
verplicht tot het vervullen van werkc-
lijken dienst
a. voor eerste oefening.
b. voor herh'alings oefeningen.
c. in geval van oorlog, oorlogsgevaar
of andere buitengewone omstandig
heden.
D'^.uitengewone dienstplichtigen
behoeven alleen dienst te doen in geval
van oorlog, oorlogsgevaar of andere
buitengewone omstandigheden en dan
n°g slechts in zooverre, als alsdan uit
drukkelijk bij Koninklijk Besluit zal
Worden bepaald.
Van de 19500 man, die als gewoon
dienstplichtige moeten opkomen
wordt ten hoogste 1000 man bestemd
voor de zeemacht, de overigen door
de iandsmacht. (Voorheen was
slechts ten hoogste 600 man voor de
zeemacht bestemd)
De duur der eerste oefening is,
vergeleken bij de thans vervallen mi-
litiewet vrij belangrijk verkort.
Zij bedraagt
a, voor de onbereden ten hoogste
5y2 maand (voorheen voor de infan
terie 81/2 maand, voor de pantser-
fortartillerie en de torpedisten 15
maanden.)
b. voor de bereden artillerie, voor
de ziekenverplegers en voor de
dienstplichtigen van den luchtvaart
dienst ten hoogste twaal maanden.
(voorheen voor de bereden artille
rie 2 jaar.)
c. voor de cavalerie ten hoogste
achttien maanden (voorheen 2 jaar)
d. voor de zeemacht ten hoogste 8
maanden (voorheen 8% maand) Voor
de onberedenen, die na hun inleiving
in opleiding zijn genomen tot onder
officier en officier, kan de diensttijd
eenigzins worden verlengd, doch tot
niet langer dan respectievelijk 9 en
'2 maanden.
De voormelde diensttijd althans bij
de Iandsmacht kan echter nog belang
rijk worden verkort. Voor hen name-
'ijk, die voorgeoefend zijn wordt de
'Jiensttiid met 4 maanden verkort, zoo
dat de voorgeoefenuen van ae ouDe-
reden korpsen maar 1 x/> maand moe
ten dienen. Er bestaat thans alle ge
legenheid om dit bewijs van voorge
oefendheid te verkrijgen en er wordt
voor zoover wij kunnen nagaan ook
druk gebruik van gemaakt. Op zeer
vele plaatsen is in den gepasseerden
zomer propaganda gemaakt voor den
vrijwilligen landstorm. Vele jongelui-
toekomstige dienstplichtigen-zijn toe
treden en "worden thans een jaar lang
gedurende 4 uur per week (2 x2 uur)
in den wapenhandel geoefend in hunne
eigene woonplaats. De zulken komen
er met 1% maand dienen voor eerste
oefening af. Deze 1 y2 maand zullen
wel in het kamp worden doorgebracht,
zoodat deze jongelui van het funeste
kazerneleven vreemd blijven. De toe
treding tot den vrijwilligen Land
storm, om op die manier de noodige
voorgeoefendheid te erlangen, kan
niet genoeg worden aangemoedigd.
Volledigheidshalve zij hier nog bii
vermeld, dat de diensttijd van \y2
maand, volbracht door een voorge-
oefende, ten aanzien van broeder-
dienst gelijk staat met een diensttijd
van 5 y2 maand, zoodat de broeder
van een voorgeoefende, die 1 y2
maand heeft gediend, aanspraak op
vrijstelling wegens broederdienst kan
doen gelden.
Binnen zes jaren na afloop der eerste
oefening moeten de soldaten althans bij
de landmacht nog tweemaal opko
men voor herhalingsoefeningen. De
duur dier twee herhalingsoefeningen
mag te samen ten hoogste 40 dagen be
dragen. Voor zooveel noodig duurt
voor de onderofficieren elke hcrhalings
oefening zeven dagen v langer dan
voor de andere dienstplichtigen.
De dienstplichtigen bij de zeemacht
komen éénmaal op voor herhalingsoe
fening. Deze oefening duurt eveneens
ten hoogste 40 dagen.
Die ziekenverplegers en de dienst
plichtigen van den luchtvaartdienst
zijn vrij van herhalings-oefeningen.
Wordt gedurende den tijd van
eerste oefening als regel' geen kost
winnersvergoeding gegeven, geduren
de de herhalingsoefeningen wordt vol
gens de gewone bepalingen kostwin
nersvergoeding verleend.
Het dienstverband eindigt geheel
a voor de gewone soldaten met in
gang van 1 October van het jaar,
waarin zij 40 jaren oud worden.
b. voor onderofficieren met ingang
van 1 October van het jaar, waarin
zij 45 jaren oud worden.
c voor officieren inet ingang van 1
October van het jaar, waarin zij 50
jaren oud worden.
Tot den evenvermelden leeftijd kun
nen dus de dienstplichtigen in tijden
van oorlog, oorlogsgevaar of andere
buitengewone omstandigheden onder
de wapenen worden geroepen. Dejwct
bepaalt intusschen dat in dergelijke
gevallen de jongere lichtingen steeds
het eerst aan de beurt komen.
DE CONFERENTIE TE GENUA.
De toestand in Ierland.
FEUILLETON
..Gelooft ge van niet," antwoordde
vhristine, zonder te weten wat zii
*eide.
>,De graat is sedert eenige dagen
n'et heel wel."
"Niet heel wel," zei de moeder, die
"Rdelijk ongerust werd.
..O, 't is niet ernstig," zei de por-
llef- „M«n beweert dat 't hem hier
scheelt," en de man wees naar zijn
"art. „Hij heeft een jong meisje lief."
Christine trilde, en de portier, die
"eze beweging opmerkte, ging op le
vendiger toon voort„O, ik weet
niets van, hoor 1 Men zegt 't maar.
Is echter een feit, dat mijnheer
"'et zoo dikwijls meer uitgaat, als
'neger het geval was."
Christine dacht
mén^°ec' £ec*aan me* *e k°"
En nog vuriger verlangde zij er
Scha.r ''aar zoon" terug te zien. Mis-
n'en kon zij hem helpen. Zij kon
hem spreken van haar, die hij bemin
de en een weinig rust aan zijn ziel
schenken. Zij was gelukkig hem in
deze omstandigheden te kunnen ont
moeten.
Zij zeide„Zoudt ge willen vragen,
of hij mij wil ontvangen
De man drukte op een electrische
schel en spoedig verscheen een be
diende in livrei.
„Daar is de huisknecht," zei de
portier. „Hij zal u zeggen, of de graaf
n kan ontvangen."
Christine verliet het portiershokje,
stak het plein over en ging de trappen
van de stoep op. Een nieuwe vrees
overweldigde haar, een gevoel van
schrik, dat zij tot nog toe niet gekend
had.
Zij was hij den markies, bij haar
echtgenoot
Als Tiij haar eens zag en haar her
kende
Daarvoor bestond niet veel vrees.
Zij was zoo verouderd En toch maak;
te 't een vreeselijken indruk op haar
in de woning van dien man te zijn.
Het moest echter, zij kwam om haar
zoon. Zij stond nu boven op de stoep.
De kamerbediende, een groote bru
tale knaap, in een rijk livrei, nam haar
van't hoofd tot de voeten op en vroeg
„Wat verlangt ge
Christine had vroeger zelf bedienden
gehad en zij liet zich door de manieren
van dezen" knaap niet uit het veld
slaan. Thans aarzelde zij niet langer.
Zij was vast besloten haren zoon te
zien. Zij wilde niet heengaan zonder
hem ontmoet te hebben.
„Ik zou den jongen graaf d'Arbois
gaarne willen spreken."
„Ik weet niet, of hij u zal kunnen
ontvangen."
„Welnu, ga 't hem vragen."
„Wees zoo goed mij uw naam te
zeggen."
„Mijn naam zou uw meester niet
wijzer maken. Zeg hem slechts, dat
ik hem een mededeeling te doen heb,
welke geeen uitstel duldt."
„En"van wie komt die mededee
ling
Christine keek den knecht aan.
„Ik bedoel, mevrouw," ging de man
voort, „of zij komt'van een persoon
die mijnheer kent
„Zeker."
„Zou mevrouw ook genegen zijn
fiESS. BIIITENL BEBS6NTEH.
mij den naam te zeggen van dien
persoon
Christine aarzelde een oogenblik.
Zij scheen in verlegenheid en zei ein
delijk ik kan den naam van den
bewust'en persoon niet zeggen, dan
persoonlijk aan uwen meester."
„Zeer goed, mevrouw," zei de
knecht, „maar ik twijfel of mijnheer
u zal kunnen ontvangen."
Hij wees Christine een stoel aan.
„Wees zoo goed te gaan zitten. Ik
zal gaan zien."
Hij sprong de trap op en zij bleef
alleen. Wertuigelijk viel zij op den
stoel neer, dien men haar aangewezen
had. Zij voelde zich gebroken. Wat
kunsten om haar zoon te zien, haar
zoon, die haar nooit had moeten ver
laten Haar zoon, die zij in de armen
moest kunnen drukken, was een
vreemde voor haar! Bedienden ver
hinderden haar hem te naderen. Zij
moest listen gebruiken, om de deur
zijner kamer 'te openen, om tot hem
te kunnen doordringenWelk een
marteling 1 En zij wist zelt nog niet
of zij ontvangen zou worden, of men
de lastige bezoekster niet zou wegja
gen, die zoo geheimzinnig binnen zocht
te dringen en haar naam niet wilde
zeggen.
Het duurde lang. In het huis
heerschte een diepe, plechtige stilte.
Geen enkel geluid. Men zou gezegd
hebben, dat alles sliep.
Het hart van Christine klopte
heviger dan ooit. Hij was daar Zij
zou hem zien, hem spreken tenminste.
O, maar zij zou niet aldus vertrekken.
Zij zou zich bekend maken en zij
zou hem alles zeggen.
In dat oogenblik, toen zij dit besluit
nam, vertoonde de lakei zich weder
boven aan de trrap.
Zij stond op.
De man kwam langzaam naar be
neden, alsof hij zeer veel tijd had.
Hij gleed als 't ware langs de treden
met zijn vilten schoenen.
Toen hij vlak bij haar was, zei hii
„Wilt ge mij maar volgen, mevrouw
Christine smaakte een oogenblik
van ongekend genot. Thans scheen 't
haar toe, alsof zij dat antwoord niet
verwacht had. Zij volgde den knecht.
Bij elke trede voelde zij, dat het
hart sneller begon te kloppen en hare
ontroering was zoo groot, dat hare
EEN GRAPPIGE VERTOONING.
BIMNENUNDSCH NIEUWS.
Uit onze Oost.
voeten haar bijna niet meer konden
dragen.
Een oogenblik moest zij zich zelfs
aan de trapleuning vastgrijpen en
stilstaan. Zij kon niet meer" verder.
De lakei keerde zich om met een
gezicht, waarop verbazing stond te
lezen. Christine spande echter al
hare krachten en 't gelukte haar
eindelik boven te komen.
Op de eerste verdieping, rechts van
de trap, opeilde de knecht een deur.
„Ga binnen," zei hij „en neem plaats
De graaf zal oogenblikkelijk hier zijn."
Christine trad binnen en ging zitten.
Zij handelde als een slaapwandelaar
ster. Hare ontroering was zoo hevig,
dat zij niet meer met juistheid kon
nagaan, wat er met haar gebeurde.
Toen zij zat, keek zij om zich heen.
Zij was in een kleine zaal, geheel Oos-
tersch ingericht met lage rustbanken
en zijden kussens met schitterende
kleuren, wapenen, zijde en goud.
Allerlei kleinigheden en merkwaar
digheden, door den markies en zijn
zoon op hunne reizen in het Oosten
verzameld, hingen aan de muren en
stonden overal verspreid.
De houding der neutralen.
De diplomatieke medewerker van de
„Daily Telegraph" bespreekt uitvoerig de
ernstige grieven der vroegere neutrale
mogendheden te Genua. Hij waarschuw t
tegen een mogelijke crisis tusschen de ge
allieerden en de neutralen, na de huidige
crises. De medewerker schrijft: „De mo
gelijkheid van een crisis wordt aangeduid
door de bijeenkomst der neutralen onder
voorzitterschap van den bekwamen Nc-
derlandschen minister valt Karnebeek,
waar openlijk criiiek werd geoefend op-
het geheel gedrag der conferentie en waar
de houding der neutralen werd bespro
ken tegenover de verschillende ontwer
pen van een verdrag van non-agressie,
waar met geen woord met de neutralen
over gesproken werd."
De medewerker van de „D. I." geeft
te kennen, dat mogelijk in de neutrale
parlementen verzet zal worden aangetee-
kend tegen de aldus opgemaakte verdra
gen en concludeert, dat het onder deze
omstandigheden gewaagd, zehs gevaarlijk
voor de geallieerden zou zijn, voort te
gaan met ingewikkelde verdragen, be
stemd om algemeen door Europa te wor
den onderschreven, zonder de moeite te
nemen de inzichten der neutralen te ver
nemen. Degenen, die het verdrag hebben
geschapen, kunnen ten slotte voor een
onaangename verrassing komen te staan.
Men kan nauwelijks verwachten, dat de
neutralen zich zullen aansluiten bij de
sancties, in het verdrag van Versailles
aangegeven of zich zullen inlaten met
eventueele geschillen over Oost-Galicië,
Bessarabië of dergelijke.
Barthou naar Parijs.
Barthou zal heden met Poincaré een
bespreking houden te Parijs. Wij zal
Woensdag naar Genua terugkeeren.
Duitschland en het Europeesch pact.
Naar het „Berl. Tagebl." uit gezagheb
bende Engelsche bron verneemt, moét het
zeker zijn, dat Lloyd George Genua niet
wil verlaten zonder iets bereikt te heb
ben. De Engelschen beoordeelen den toe
stand vrij optimistisch en zijn overtuigd
dat de conferentie niet zonder resultaat
zal blijven.
In een toespraak, die de Duitsche mi
nister van buitenlandsche zaken, Rathe-
nau, gisteren voor vertegenwoordigers van
de internationale pers hield, zeide hij o.a.;
„Ik benijd degenen, die bij Lloyd George s
rede voor de Engelsche en Amerikaan-
sche pers aanwezig waren. Het voor
naamste wat daarbij is op te merken,
voor zoover ik het beoordeelen kan, is
de groote kracht, waarmede de leider
niet alleen van een groote natie, maar
van een wereldrijk, zich over den tegen-
woordigen tijd heen zet en zijn blik
slechts op de toekomst richt.
Wat het door Lloyd George op touw
gezette plan tot verzekering van den
vrede onder de volken betreft, ik hoop,
dat dit plan bijval zal vinden bij alle na
ties. Ik zelf ken de bijzonderheden van
dit plan ook niet; ik weet alleen wat'in
de kranten heeft gestaan. Maar ik zou
willen zeggen, dat achter dit plan, dat
den volken den vrede en den naties de
gelijkgerechtigheid zal brengen, onvoor
waardelijk Duitschland staat en dat
Duitschland helpen zal dit plan te doen
slagen. Wanneer het gelukt een dergelijk
plan uit te voeren, dan zullen wij ons
gelukkig achten aan de conferentie van
Genua te hebben deelgenomen.
De rede van Poincaré.
In haar bespreking van de redevoering,
die Poincaré te Bar-le-Duc gehouden
heeft, maakt het Journal des Débats o.a.
deze opmerking: Zooals het altijd in 'een
dergelijk geval gaal, lalen de menschel:,
die het document willen critisëercn, de
uitstekende gedeelten buiten beschouwing
en halen slechts de passages aan, die hun
een voorwendsel aanbieden tot een lenden,
tieuze weergave. Op deze manier kent het
buitenlandsche publiek, dat geen Fransche
kranten leest, slechts de fragmenten, die
ongerustheid kunnen wekken. De telegra
fische transmissie levert in zoo'n geval
eeen wezenlijk gevaar op. Wanneer het
document te lang is om in zijn geheel
weergegeven te worden, zenden correspon
denten, die met niet zeer welwillende ge
voelens bezield zijn, aan hun agentschappen
of hun bladen de in het oog springende
passages, zonder daar een uitleg bij te
voegen, die er den zin van vaststelt. In
seel landen vormt het publiek zich op die
manier een onjuisten eerslen indruk, die
maar zieldeu later verbeterd wordt. Wij
vreezen, dal dit bet geval is voor de rede
voering van Bar-le-Duc. De Europeesche
pers neemt bijna uitsluitend de passage op,
waarin de voorzitter van den ministerraad
er aan herinnerd heeft, dat, wanneet
Duitschland opzettelijk in gebreke bleet
zijn verplichtingen na te komen, elk dot-
belanghebbende naties bet recht had
zekere maatregelen te nemen, die Duitsch
land, ingevolge de .bepaling van het ver
drag van Versailles, zich verbonden beeft
niet als vijandige daden te beschouwen
Die passage is in onberispelijke termen
gesteld. Berustend op de a tekst zelf van
bel verdrag van Versailles, bevat zij geen
enkele bijzondere bedreiging. Zij brengt
slechts in herinnering een door 42
stalen geteckende clausule. Toch wordt zij,
ut hebben j.le leden van den Algemeenen
Raad der Maas er een welkomen troost
in gevonden, op het oogenblik te Genua
en Londen geëxploiteerd..
Een waarschuwing.
In een bespreking van de houding van
Poincaré raadt de „Frankf. Ztg." nadruk
kelijk het Duitsche volk om een politiek
te voeren, waarbij Frankrijk- elke grond
en schijngrond ontnomen wordt om een
eigenmachtig ingrijpen te rechtvaardigen.
F.n tevens waarschuwt het blad,-niet al te
vast er op le verlrouwen, dat Londen, als
het ten slotte er om gaat, afdoende verzet
zal bieden. Zaak van Duitschland is het,
alles te vermijden, wat zekere kringen in
Frankrijk aanleiding zou kunnen geven
een preventleven oorlog te beginnen.
De dreigende burgeroorlog-
De correspondent in Ierland van de
„Daily News" schrijft, dat Collins meent,
dat ofschoon de arbeiderspartij ijverig be
proeft vrede te maken, het te laat is pin
een gewapende botsing te voorkomen.
Griffith, die-pertinent weigert met O'Con
nor te onderhandelen, is vrijwel dezelfde
opvatting toegedaan, ofschoon hij van
meening is, dat de Valera door den rebel
len zijn moreelen steun te ontzeggen, het
ergste zou kunnen voorkomen.
De twee voornaamste voorstellen voor
de verdaagde „vredesconferentie" zijn: ten
eerste, dat de regecring wordtovergeno-
men door een comité voor de openbare
veiligheid, waarin Labour niet de politieke
en militaire anti- en proverdragsleidcrs de
verantwoordelijkheid zou deelen; het
comité zou staan onder Dail Eireann; ten
tweede, dat een plebisciet zou gehouden
worden, vóór de algemeene verkiezing,-
over het verdrag zooals dit wordt geïnter
preteerd in de binnenkort bekend te
maken grondwet. Er schijnt geen hoop te
73.
zijn, dal de legerraad tier rebellen de
voorstellen zal aanvaarden. De Valera
daarentegen is, zoo besluit de correspon
dent, onsteld over hel vooruitzicht van een
militaire dictatuur. Hij zou waarschijnlijk
elke poging goedkeuren tot een herstel
der burgerlijke controle over het leger.
De verkiezingen.
De graafschapsraad van Cork heeft ge
weigerd stembureaux te vestigen voor de
aanstaande verkiezingen.
EEN POLITIEK PROCES.
Te Munclien is een politiek proces
gaande, dat nauw verband houdt met de
schuldvraag aan den wereldoorlog. Het
gaal hier om de fagmenlurische publica
tie - t an het rapport beseffende het uil-
brejten van den oorlog van den Beier-
sehen gezant le Berlijn, graaf Lerchen-
feld, hetwelk de toenmalige Beiersche mi j
nister-presidenl Kurt Eisner op 25 Nov.
'18 in dc pers deed deed verschijnen. Do
volledige publicatie van de Beiesche do
cumenten betreffende hel uitbreken van
den oorlog is daarop gevolgd door deD
dèmocratischen afgevaardigde dr. Dirr.
op last van den Beiersehen Landdag.
Daaruit bleek, dat in de eerste publicatie
behalve onjuistheden, ook onvolledige ge
gevens voorkwamen. In de Juli-afleve-
ring '21 van de „Sikl. Monalshefte" werd
daarop gesproken van een „bewuste en
opzettelijke vervalsching door Eisner" en
werd aan de eclilgenoote van Eisner de
verklaring toegeschreven, dat niet haai
man marr diens secretaris Feclienbach
de .vervascliing" had begaan, terwijl
Eisner slechts zijn naam or onder had
gezel.
Wegens die verklaring, welke in de
pers verscheen, heeft Feclienbach een ver
volging ingesteld tegen de „Südd Mo-
natshefte" en enkele andere bladen.
Dit proces is thans begonnen, waarhii
zal woden uitgemaakt, of een verval
sching van het rapport van den Beier
sehen gezant heeft plaats gehad, zoo ja.
of deze vervalsching invloed heeft gehad
op dc vaststelling der bepalingen van het
verdrag van Versailles, en ten slotte of
Feclienbach aan de publicatie mede schul
dig is.
Over liet verloop van dit poces meldh
de Berlijnsche correspondent van liet
,,-Hbl." nog bet volgende:
Aan bet slot van de zitting van giste
ren viel een incident voor. De rechtskun
dige raadsman van den aanklager legde
een brief over van den gewezen gezant
graaf von Lerchenfeld van 19 December
1914 aan den Beiersclien minister-presi
dent, graaf Hertling. In dit afschrift van
den brief, over welks herkomst elke in
lichting wordt geweigerd, wordt gezegd;
„Men nioet hij de bewering blijven, dat
Duitschland door de Oostenrijksche actie
evenzeer verrast was geworden als alle
andere mogendheden, en men moet daar
om in elk geval bestrijden, dat graaf
Hertling, den inhoud van liet ultimatum
aan Servië, vóór het werd overhandigd-
kende." Dit schrijven van Lechenfeld aan
graaf Hertling wekte begrijpelijkerwijze
cèfiD* opzien, en men ziet met spanning
hél verhoor van Lechenfeltl, dat vandaag
zal plaats hebben, tegemoet.
HET NADEREND EINDE DER KOLEN-
STAKING IN DE V. S.
President Harding zal nu, naar reeds
werd gemeld, persoonlijk ingrijpen in liet
conflict in de steenkolenmijnen. Hij heef!
tezamen met de staatssecretarissen Hoo
ver en Davis een schema opgesteld, dat
den werkgevers en den arbeiders zal
worden voorgelegd, alvorens de tekst er
van zal worden openbaar gemaakt.
De slaking duurt thans juist een maand
en omvat 600.000 arbeiders, terwijl meer
dan 10.000 steenkoolmijnen en 300 har
de antliracietmijnen zijn stopgezet. Alhoe
wel bij het uitbreken der staking voldoen
de kolen aanwezig was voor zes tot ne
gen weken, en de industrieën dus nog
niet te lijden hebben gehad, zijn de ma
rine-manoeuvres. die op 1 Mei zouden
plaats hebben, afgelast.
Intusschen lieefl Farriiigton, president
der mijnwerkersassociatie van Illinois
verklaard dat zijn organisatie weldra een
afzonderlijke overeenkomst met do werk
gevers zal aangaan, zooals reeds in de
mijnbekkens van Tennessee en Kentucky
is gesellied.
OVERSTROOMINGEN.
Er is groote schade,veroorzaakt door een
200 meter wijde breuk aan den Mississipi-
o-ever, waardoor groote stukken land over
stroomd zijn. De stad Ferriday is onderge
loop-en, maar de bewoners waren tijdig
gewaarschuwd en ontsnapten.
Zes andere steden in het gebied worden
bedreigd. Elke beschikbare boot is naar
hel looneel van de ramp op weg voor liet
reddingswerk.
De overstrooinijigen in Texas zijn nog
ernstiger.
ONVEILIG NEW-YORK.
De millionnair Shatluek uit New-York,
uit wiens huis voor een waarde van 100,000
dollars aan juweelen en zilver werd gesto
len -men herinnert zich dat de bewo
ners en hun dienstpersoneel in den kelder
werden opgesloten, terwijl de gewapende
en gemaskerde bandieten hun slag sloegen
is in liet geheim naar Europa vertrokken
om met de hulp der politie van Londen en
Parijs de dieven op le sporen.
De heer Shattuck gelooft dat zijn vroe
gere Fransclië „butler" de inbraak heeft
beraamd en geënsceneerd en vervolgens
inet de buit naar Parijs is gevluoht.
Een der daders werd destijds aangehou
den, doch weigerde zijn medeplichtigen te
noemen.
EEN AANSLAG OP EEN D-TREIN.
Donderdagavond werd op den D-trein
tusschen Dusseldorf en Duisburg, kort vóór
de aankomst te Duisburg, een aanslag ge
pleegd.
Bandieten hadden het signaal op onvei
lig gezet en daardoor den trein doen stop
pen. Door de tegenwoordigheid van geest
van een beambte kon de aanslag worden
verijdeld.
De toegesnelde politic werd in een vuur
gevecht met de bandieten gewikkeld, welke
lalslen onder achterlating van een zwaar
gewonde op de vlucht gingen en voor
een deel konden worden gearresteerd.
Sedert tien jaar bestoni er op IJs
land een algeheel verbod van wijnen en
spiritualiën.
Het parlement heeft echter dezer dagen
een wet aangenomen, waarbij het drank
verbod in zooverre gewijzigd is, dat men
nu wijnen en spiritualiën mag invoeren
die tot een maximum var. 21 pCt. aan al
cohol bevatten.
Deze wet is een gevolg van pressie van
de zijde van Spanje, in verband met de
invoerrechten op visscherijproducten uit
IJsland.
- Donderdagochtend legen 10 uur ver-
.scheen plotseling een gemaskerde jonge
man in liet filiaal van do Dresdener Bank,
op den Kaiserdamm të Charlottenburg. Hij
hield den kasier een revolver voor en riep
luid: „Je moet mij onmiddellijk 100,000
mark geven."
In liet filiaal bevond zich op dat oogen
blik geen enkelen cliënt. De kassier, die
zijn tegenwoordigheid van geest niet ver
loor, noodigde den man uit in liet eigen
lijke kantoor te komen waar hij hem het
geld zou uitbetalen, „daar hem toch
niets anders te doen bleef
Met de revolver in de hand voldeed de
man aan deze uitnoodiging. Op dit oogen
blik trad een cliënt het gebouw binnen,
zag onmiddellijk wat er aan de hand was,
en wierp zich, geholpen door een kantoor
bediende op den roover. Deze maakte van
zijn revolver gebruik, zonder echter iemand
te treffen.
Tijdens de paniek, die op het lossen
van liet schot volgde, slaagde de man er in,
er van door te gaan. Hij werd echter door
het personeel van de bahK en een steeds
grooler wordend aantal voorbijgangers
achtervolgd. Een schupo. die per fiets toe
vallig voorbij kwam schoot op den vluch
teling, die zich daarop omdraaide, knielde,
en onafgebroken op zijn vrvolgers vuurde.
De agent viel getroffen van zijn fiets, maar
een tweede agent, die intusschen was toe
gesneld sprong op hei rijwiel van zijn col
lega en hervatte de vervolging.
Nadat de gemaskerde man nog een aan
tal schoten had gelost, slaagde dc tweede
agent er in hem neer te schieten. Deze
agent had al zijn patronen verschoten. De
roover Irouwens ook.
De Ligue Patrioie des F ran v a is es
heeft een oproep openbaar gemaakt, waar
in zij zegt: Een moeder, die verbannen is,
verwcht haar ashtste kind; zij verkeer! in
nood; zij is weduwe; zij is Fransche naar
I.., t en bloed; haar hroede; hebben den
r ransclien bodem verdedigd. Wie zou
dus in Frankrijk kunnen weigeren haar
een bewijs van sympathie te geven?
Dc Ligue heeft inschrijving geopend te
haren bate..
De slachtoffers der aardbeving be
dragen tot nu toe één doode en één ge
wonde. De aardbeving was nog heviger te
Yokohama waar één persoon gedood en
verscheidene gewond werden waaronder
eenige Europeanen.
DE MOORD TE HOUTDORP.
Naar wij vernemen, is de zaak betref
fende den moord, gepleegd in den nacht
van '17 op 18 Oct. 1921 te Houtdorp onder
de gemeente Ermelo naar de terechtzit
ting der rechtbank te Zwolle verwezen.
Als beklaagd daarvan zullen terechtstaan
M. L„ 30 jaar, electricien A. D., 34 jaar,
zonder bèroep en J. de G., 32 jaar grond-
werker, allen wonende te Amsterdam,
thans in voorloopigc hechtenis te Zwolle.
Hun wordt ten laste gelegd diefstal bij
nacht in vereeniging gepleegd door middel
van braak en met geweldpleging, den
dood tengevolge hebbende. Als verdedigers
zijn toegevoegd aan den lsten beklaagde
mr. J. G. Stenfert Kroese en aan de beide
andere jhr. mr. J. J. E. van den Brandeler,
beiden advocaat te Zwolle.
De „Tribune" van David Wijnkoop is
niet bepaald een blad, waarmee we het
ooit eens zijn. En toch knippen we cr
voor ditmaal eens een stukje uit, dat lui
de spreekt.
Men heeft onbarmhartig gespot met
liet bezoek van den heer Van der Goes
op het Congres der Belgische S. D. A. P.
en de ontvangst, die hem daar te beurt
is gevallen.
Inderdaad, zoo zegt nu de „Tribune",
men kan zich moeilijk iets komiekers
voorstellen:
„Men stelle zich Van der Goes voor,
den vroegeren Marxist, die met al den
ernst, waarover hij beschikt, eerst in het
Nederlandsch en dan in het Fransch
komt verzekeren, dat dc S. D. A. P. hier
te lande nu de volledige ontwapening
voorstaat!
Wel liep men daarbij een zeker risico,
namelijk dc onafhankelijkheid (van Ne
derland) te verliezen.
Maar, allez, dat hebben wij er voor
over.
Elders, buiten ons land, gold, zeide
dezelfde Van der Goes, deze leus natuur
lijk niet. Daarvoor is men internationaal!
In een socialistische Republiek (zeg dus
b.v. Duitschland?) moet 't ieger blijven
bestaan om de onafhankelijkheid te ver
dedigen.
In Frankijk is 't weer anders. Daar
moet ten opzichte van de Duitsche reac
tie de gewapende naiie blijven bestaan!!'
Voor Engeland. Nederland en de Skan-
dinavische landen verbaasd zich zóó
bijeen te zien! was evenwel de periode
van de gewapende natie voorbij!!!
Die periode had alleen maar gegolden
tot 1918.
Over België wou hij maar niets zeggen
Dat zou ook niet erg beleefd zijn ge
weest, als gast, weet u. In het huis van
den gehangene is het beter niet te veel
over den strop té praten!
Hij wou alleen maar zeggen, dat hij
hoopte, dat de Belgische S. D. A. P. zoo
anli-militairislisch mogelijk zou zijn!
Een vrome wensch, waarop de heer
Vandervelde, ex-minister van de Belgi
sche kapitalisten en van den Congo, ver
volger der Vlaamsche nationalisten, ant
woordde, dat de Hollandsch „kameraden"
gerust konden zijn. Hij wou liun wel be
loven, dat zij (de Belgische S. D. A. P.)
hen niet zouden annexeeren, wanneer de
S. D. A. P. zich ontwapende.
Heel het Congres schudde van den lach
om deze goede mojl van den plechtlgen,
zalvenden ex-voorzitter der Tweede In
ternationale.
Inderdaad: er maar eens om lachen.
Dat is het beste.
Maar.... lalen we erom denken, dat
heel deze krankzinnigheid ernst ls voor
+0.000 S. D. A. P.'ers.
De heer v. Ravesleyn, die dit schrijft,
'heeft gelijk. De houding onzer socialisten
in zake het militaire vraagstuk, raakt
kant noch wal. Maar die zelfde heer heeft
niet bepaald reden om er mee te spotten-
Zijn Communistische partij doet precies
als de S. D. A. P. Ook zij wil het mili-
tairisme afschaffen en overal.... behal
ve waar het communisme baas is.
S. D. A. P. en Communisme weten wat
een bril kost
EMPLOYé UIT WRAAK VERGIFTIGD.
De Pr. Bode verneemt, dat de heer
Grutterink, employé der onderneminf
Tjikembang, is overleden als gevolg van
vergiftiging.
Hiervan wordt de familie zijner ontsla
gen „huishoudster" verdacht.
De justitie stelt een nauwkeurig onder
zoek in.
De hevige doodsstrijd eindigde in de
kliniek van dr. Koch te Bandoeng. Het
stoffelijk overschot werd naar het zieken
huis op Tjilentah gebracht, ten einde
sectie te verrichten en de maag van het
slachtoffer in beslag te nemen.
De dokloreu Koch en Van Schouwen
gaven 'bereids een verklaring af, dat de
dood een gevolg was van het toedienen
van plantaardig gif, wat de sectie nader
zou moeten uitwijzen.