BUITENLAND ZIJM SLACHTOFFER rechtszaken! BINNENLAND. Van wet en wetgeving. Derde Blad 29 April 1922 De nieuwe dienstplichtwet. Nog een opmerking. Evenals tot dusverre geschiedt de oting in September. Behoefden voorheen zij, die tijde lijk of voorgoed van den dienst waren vrijgesteld niet te loten, thans nemen alle ingeschrevenen aan de loting deel met uitzondering van hen,die (door den keurings-of herkeuringsraad) voorgoed voor den dienst ongeschikt zijn ver klaard. Zooals men weet is niemand verplicht persoonlijk aan de loting deel te nemen. Men kan ook door zijn vader of voogd laten loten. Ver schijnt ook deze niet, dan wordt voor den ingeschrevene geloot door den Burgemeester, een lid van den Raad of een ambtenaar ter secretarie. Na de loting volgt de inlijving. In gelijfd worden over 't algemeen allen, die aan de loting hebben deelgeno men, doch de inlijving beteekent voor niet alle lotelingen hetzelfde. De wet. onderscheidt namelijk inlijving tot gewoon en tot buitengewoon yienstplich- tige. Tot gewoon dienstplichtige worden bestemd ten hoogste 19500 man, ver meerderd met het getal van hen, die bij de voorvorige lichting tot gewoon dienstplichtige zijn bestemd, dcch om verschillende redenen op het tijdstip van eindiging van het jaar dier iichting ontbraken. Deze bestemming eschiedt in de volgorde der lotings nummers te beginnen bij de laagste. Zij, die om welke reden dan ook voor goed of tijdelijk van den dienst zijn vrijgesteld, die vrijwilliger zijn gewor den, die zijn overleden of van den dienst zijn uitgesloten, worden bij de ze bestemming buiten aanmerking ge laten. Komt men zoodoende echter piet aan het vereischte aantal soldaten, dan worden voor de gemeenten, die wegens het groote aantal van den dienst vrijgestelden, hun aandeel niet voldoende hebben geleverd, een aan tal tijdelijk wegens broederdienst vrij gestelden eveneens tot gewoon dienst plichtige bestemd., ook deze bestem ming geschiedt in de volgorde van de lotingsnummers, te beginnen bij het laagste. De loting is dus voor- vele ingeschrevenen van niet te onder schatten belang. De lotelingen, die niet als gewoon dienstplichtige wor den ingelijfd, worden ingelijfd als buitengewoon dienstplichtige. De gewone dienstplichtigen zijn verplicht tot het vervullen van werkc- lijken dienst a. voor eerste oefening. b. voor herh'alings oefeningen. c. in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandig heden. D'^.uitengewone dienstplichtigen behoeven alleen dienst te doen in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden en dan n°g slechts in zooverre, als alsdan uit drukkelijk bij Koninklijk Besluit zal Worden bepaald. Van de 19500 man, die als gewoon dienstplichtige moeten opkomen wordt ten hoogste 1000 man bestemd voor de zeemacht, de overigen door de iandsmacht. (Voorheen was slechts ten hoogste 600 man voor de zeemacht bestemd) De duur der eerste oefening is, vergeleken bij de thans vervallen mi- litiewet vrij belangrijk verkort. Zij bedraagt a, voor de onbereden ten hoogste 5y2 maand (voorheen voor de infan terie 81/2 maand, voor de pantser- fortartillerie en de torpedisten 15 maanden.) b. voor de bereden artillerie, voor de ziekenverplegers en voor de dienstplichtigen van den luchtvaart dienst ten hoogste twaal maanden. (voorheen voor de bereden artille rie 2 jaar.) c. voor de cavalerie ten hoogste achttien maanden (voorheen 2 jaar) d. voor de zeemacht ten hoogste 8 maanden (voorheen 8% maand) Voor de onberedenen, die na hun inleiving in opleiding zijn genomen tot onder officier en officier, kan de diensttijd eenigzins worden verlengd, doch tot niet langer dan respectievelijk 9 en '2 maanden. De voormelde diensttijd althans bij de Iandsmacht kan echter nog belang rijk worden verkort. Voor hen name- 'ijk, die voorgeoefend zijn wordt de 'Jiensttiid met 4 maanden verkort, zoo dat de voorgeoefenuen van ae ouDe- reden korpsen maar 1 x/> maand moe ten dienen. Er bestaat thans alle ge legenheid om dit bewijs van voorge oefendheid te verkrijgen en er wordt voor zoover wij kunnen nagaan ook druk gebruik van gemaakt. Op zeer vele plaatsen is in den gepasseerden zomer propaganda gemaakt voor den vrijwilligen landstorm. Vele jongelui- toekomstige dienstplichtigen-zijn toe treden en "worden thans een jaar lang gedurende 4 uur per week (2 x2 uur) in den wapenhandel geoefend in hunne eigene woonplaats. De zulken komen er met 1% maand dienen voor eerste oefening af. Deze 1 y2 maand zullen wel in het kamp worden doorgebracht, zoodat deze jongelui van het funeste kazerneleven vreemd blijven. De toe treding tot den vrijwilligen Land storm, om op die manier de noodige voorgeoefendheid te erlangen, kan niet genoeg worden aangemoedigd. Volledigheidshalve zij hier nog bii vermeld, dat de diensttijd van \y2 maand, volbracht door een voorge- oefende, ten aanzien van broeder- dienst gelijk staat met een diensttijd van 5 y2 maand, zoodat de broeder van een voorgeoefende, die 1 y2 maand heeft gediend, aanspraak op vrijstelling wegens broederdienst kan doen gelden. Binnen zes jaren na afloop der eerste oefening moeten de soldaten althans bij de landmacht nog tweemaal opko men voor herhalingsoefeningen. De duur dier twee herhalingsoefeningen mag te samen ten hoogste 40 dagen be dragen. Voor zooveel noodig duurt voor de onderofficieren elke hcrhalings oefening zeven dagen v langer dan voor de andere dienstplichtigen. De dienstplichtigen bij de zeemacht komen éénmaal op voor herhalingsoe fening. Deze oefening duurt eveneens ten hoogste 40 dagen. Die ziekenverplegers en de dienst plichtigen van den luchtvaartdienst zijn vrij van herhalings-oefeningen. Wordt gedurende den tijd van eerste oefening als regel' geen kost winnersvergoeding gegeven, geduren de de herhalingsoefeningen wordt vol gens de gewone bepalingen kostwin nersvergoeding verleend. Het dienstverband eindigt geheel a voor de gewone soldaten met in gang van 1 October van het jaar, waarin zij 40 jaren oud worden. b. voor onderofficieren met ingang van 1 October van het jaar, waarin zij 45 jaren oud worden. c voor officieren inet ingang van 1 October van het jaar, waarin zij 50 jaren oud worden. Tot den evenvermelden leeftijd kun nen dus de dienstplichtigen in tijden van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden onder de wapenen worden geroepen. Dejwct bepaalt intusschen dat in dergelijke gevallen de jongere lichtingen steeds het eerst aan de beurt komen. DE CONFERENTIE TE GENUA. De toestand in Ierland. FEUILLETON ..Gelooft ge van niet," antwoordde vhristine, zonder te weten wat zii *eide. >,De graat is sedert eenige dagen n'et heel wel." "Niet heel wel," zei de moeder, die "Rdelijk ongerust werd. ..O, 't is niet ernstig," zei de por- llef- „M«n beweert dat 't hem hier scheelt," en de man wees naar zijn "art. „Hij heeft een jong meisje lief." Christine trilde, en de portier, die "eze beweging opmerkte, ging op le vendiger toon voort„O, ik weet niets van, hoor 1 Men zegt 't maar. Is echter een feit, dat mijnheer "'et zoo dikwijls meer uitgaat, als 'neger het geval was." Christine dacht mén^°ec' £ec*aan me* *e k°" En nog vuriger verlangde zij er Scha.r ''aar zoon" terug te zien. Mis- n'en kon zij hem helpen. Zij kon hem spreken van haar, die hij bemin de en een weinig rust aan zijn ziel schenken. Zij was gelukkig hem in deze omstandigheden te kunnen ont moeten. Zij zeide„Zoudt ge willen vragen, of hij mij wil ontvangen De man drukte op een electrische schel en spoedig verscheen een be diende in livrei. „Daar is de huisknecht," zei de portier. „Hij zal u zeggen, of de graaf n kan ontvangen." Christine verliet het portiershokje, stak het plein over en ging de trappen van de stoep op. Een nieuwe vrees overweldigde haar, een gevoel van schrik, dat zij tot nog toe niet gekend had. Zij was hij den markies, bij haar echtgenoot Als Tiij haar eens zag en haar her kende Daarvoor bestond niet veel vrees. Zij was zoo verouderd En toch maak; te 't een vreeselijken indruk op haar in de woning van dien man te zijn. Het moest echter, zij kwam om haar zoon. Zij stond nu boven op de stoep. De kamerbediende, een groote bru tale knaap, in een rijk livrei, nam haar van't hoofd tot de voeten op en vroeg „Wat verlangt ge Christine had vroeger zelf bedienden gehad en zij liet zich door de manieren van dezen" knaap niet uit het veld slaan. Thans aarzelde zij niet langer. Zij was vast besloten haren zoon te zien. Zij wilde niet heengaan zonder hem ontmoet te hebben. „Ik zou den jongen graaf d'Arbois gaarne willen spreken." „Ik weet niet, of hij u zal kunnen ontvangen." „Welnu, ga 't hem vragen." „Wees zoo goed mij uw naam te zeggen." „Mijn naam zou uw meester niet wijzer maken. Zeg hem slechts, dat ik hem een mededeeling te doen heb, welke geeen uitstel duldt." „En"van wie komt die mededee ling Christine keek den knecht aan. „Ik bedoel, mevrouw," ging de man voort, „of zij komt'van een persoon die mijnheer kent „Zeker." „Zou mevrouw ook genegen zijn fiESS. BIIITENL BEBS6NTEH. mij den naam te zeggen van dien persoon Christine aarzelde een oogenblik. Zij scheen in verlegenheid en zei ein delijk ik kan den naam van den bewust'en persoon niet zeggen, dan persoonlijk aan uwen meester." „Zeer goed, mevrouw," zei de knecht, „maar ik twijfel of mijnheer u zal kunnen ontvangen." Hij wees Christine een stoel aan. „Wees zoo goed te gaan zitten. Ik zal gaan zien." Hij sprong de trap op en zij bleef alleen. Wertuigelijk viel zij op den stoel neer, dien men haar aangewezen had. Zij voelde zich gebroken. Wat kunsten om haar zoon te zien, haar zoon, die haar nooit had moeten ver laten Haar zoon, die zij in de armen moest kunnen drukken, was een vreemde voor haar! Bedienden ver hinderden haar hem te naderen. Zij moest listen gebruiken, om de deur zijner kamer 'te openen, om tot hem te kunnen doordringenWelk een marteling 1 En zij wist zelt nog niet of zij ontvangen zou worden, of men de lastige bezoekster niet zou wegja gen, die zoo geheimzinnig binnen zocht te dringen en haar naam niet wilde zeggen. Het duurde lang. In het huis heerschte een diepe, plechtige stilte. Geen enkel geluid. Men zou gezegd hebben, dat alles sliep. Het hart van Christine klopte heviger dan ooit. Hij was daar Zij zou hem zien, hem spreken tenminste. O, maar zij zou niet aldus vertrekken. Zij zou zich bekend maken en zij zou hem alles zeggen. In dat oogenblik, toen zij dit besluit nam, vertoonde de lakei zich weder boven aan de trrap. Zij stond op. De man kwam langzaam naar be neden, alsof hij zeer veel tijd had. Hij gleed als 't ware langs de treden met zijn vilten schoenen. Toen hij vlak bij haar was, zei hii „Wilt ge mij maar volgen, mevrouw Christine smaakte een oogenblik van ongekend genot. Thans scheen 't haar toe, alsof zij dat antwoord niet verwacht had. Zij volgde den knecht. Bij elke trede voelde zij, dat het hart sneller begon te kloppen en hare ontroering was zoo groot, dat hare EEN GRAPPIGE VERTOONING. BIMNENUNDSCH NIEUWS. Uit onze Oost. voeten haar bijna niet meer konden dragen. Een oogenblik moest zij zich zelfs aan de trapleuning vastgrijpen en stilstaan. Zij kon niet meer" verder. De lakei keerde zich om met een gezicht, waarop verbazing stond te lezen. Christine spande echter al hare krachten en 't gelukte haar eindelik boven te komen. Op de eerste verdieping, rechts van de trap, opeilde de knecht een deur. „Ga binnen," zei hij „en neem plaats De graaf zal oogenblikkelijk hier zijn." Christine trad binnen en ging zitten. Zij handelde als een slaapwandelaar ster. Hare ontroering was zoo hevig, dat zij niet meer met juistheid kon nagaan, wat er met haar gebeurde. Toen zij zat, keek zij om zich heen. Zij was in een kleine zaal, geheel Oos- tersch ingericht met lage rustbanken en zijden kussens met schitterende kleuren, wapenen, zijde en goud. Allerlei kleinigheden en merkwaar digheden, door den markies en zijn zoon op hunne reizen in het Oosten verzameld, hingen aan de muren en stonden overal verspreid. De houding der neutralen. De diplomatieke medewerker van de „Daily Telegraph" bespreekt uitvoerig de ernstige grieven der vroegere neutrale mogendheden te Genua. Hij waarschuw t tegen een mogelijke crisis tusschen de ge allieerden en de neutralen, na de huidige crises. De medewerker schrijft: „De mo gelijkheid van een crisis wordt aangeduid door de bijeenkomst der neutralen onder voorzitterschap van den bekwamen Nc- derlandschen minister valt Karnebeek, waar openlijk criiiek werd geoefend op- het geheel gedrag der conferentie en waar de houding der neutralen werd bespro ken tegenover de verschillende ontwer pen van een verdrag van non-agressie, waar met geen woord met de neutralen over gesproken werd." De medewerker van de „D. I." geeft te kennen, dat mogelijk in de neutrale parlementen verzet zal worden aangetee- kend tegen de aldus opgemaakte verdra gen en concludeert, dat het onder deze omstandigheden gewaagd, zehs gevaarlijk voor de geallieerden zou zijn, voort te gaan met ingewikkelde verdragen, be stemd om algemeen door Europa te wor den onderschreven, zonder de moeite te nemen de inzichten der neutralen te ver nemen. Degenen, die het verdrag hebben geschapen, kunnen ten slotte voor een onaangename verrassing komen te staan. Men kan nauwelijks verwachten, dat de neutralen zich zullen aansluiten bij de sancties, in het verdrag van Versailles aangegeven of zich zullen inlaten met eventueele geschillen over Oost-Galicië, Bessarabië of dergelijke. Barthou naar Parijs. Barthou zal heden met Poincaré een bespreking houden te Parijs. Wij zal Woensdag naar Genua terugkeeren. Duitschland en het Europeesch pact. Naar het „Berl. Tagebl." uit gezagheb bende Engelsche bron verneemt, moét het zeker zijn, dat Lloyd George Genua niet wil verlaten zonder iets bereikt te heb ben. De Engelschen beoordeelen den toe stand vrij optimistisch en zijn overtuigd dat de conferentie niet zonder resultaat zal blijven. In een toespraak, die de Duitsche mi nister van buitenlandsche zaken, Rathe- nau, gisteren voor vertegenwoordigers van de internationale pers hield, zeide hij o.a.; „Ik benijd degenen, die bij Lloyd George s rede voor de Engelsche en Amerikaan- sche pers aanwezig waren. Het voor naamste wat daarbij is op te merken, voor zoover ik het beoordeelen kan, is de groote kracht, waarmede de leider niet alleen van een groote natie, maar van een wereldrijk, zich over den tegen- woordigen tijd heen zet en zijn blik slechts op de toekomst richt. Wat het door Lloyd George op touw gezette plan tot verzekering van den vrede onder de volken betreft, ik hoop, dat dit plan bijval zal vinden bij alle na ties. Ik zelf ken de bijzonderheden van dit plan ook niet; ik weet alleen wat'in de kranten heeft gestaan. Maar ik zou willen zeggen, dat achter dit plan, dat den volken den vrede en den naties de gelijkgerechtigheid zal brengen, onvoor waardelijk Duitschland staat en dat Duitschland helpen zal dit plan te doen slagen. Wanneer het gelukt een dergelijk plan uit te voeren, dan zullen wij ons gelukkig achten aan de conferentie van Genua te hebben deelgenomen. De rede van Poincaré. In haar bespreking van de redevoering, die Poincaré te Bar-le-Duc gehouden heeft, maakt het Journal des Débats o.a. deze opmerking: Zooals het altijd in 'een dergelijk geval gaal, lalen de menschel:, die het document willen critisëercn, de uitstekende gedeelten buiten beschouwing en halen slechts de passages aan, die hun een voorwendsel aanbieden tot een lenden, tieuze weergave. Op deze manier kent het buitenlandsche publiek, dat geen Fransche kranten leest, slechts de fragmenten, die ongerustheid kunnen wekken. De telegra fische transmissie levert in zoo'n geval eeen wezenlijk gevaar op. Wanneer het document te lang is om in zijn geheel weergegeven te worden, zenden correspon denten, die met niet zeer welwillende ge voelens bezield zijn, aan hun agentschappen of hun bladen de in het oog springende passages, zonder daar een uitleg bij te voegen, die er den zin van vaststelt. In seel landen vormt het publiek zich op die manier een onjuisten eerslen indruk, die maar zieldeu later verbeterd wordt. Wij vreezen, dal dit bet geval is voor de rede voering van Bar-le-Duc. De Europeesche pers neemt bijna uitsluitend de passage op, waarin de voorzitter van den ministerraad er aan herinnerd heeft, dat, wanneet Duitschland opzettelijk in gebreke bleet zijn verplichtingen na te komen, elk dot- belanghebbende naties bet recht had zekere maatregelen te nemen, die Duitsch land, ingevolge de .bepaling van het ver drag van Versailles, zich verbonden beeft niet als vijandige daden te beschouwen Die passage is in onberispelijke termen gesteld. Berustend op de a tekst zelf van bel verdrag van Versailles, bevat zij geen enkele bijzondere bedreiging. Zij brengt slechts in herinnering een door 42 stalen geteckende clausule. Toch wordt zij, ut hebben j.le leden van den Algemeenen Raad der Maas er een welkomen troost in gevonden, op het oogenblik te Genua en Londen geëxploiteerd.. Een waarschuwing. In een bespreking van de houding van Poincaré raadt de „Frankf. Ztg." nadruk kelijk het Duitsche volk om een politiek te voeren, waarbij Frankrijk- elke grond en schijngrond ontnomen wordt om een eigenmachtig ingrijpen te rechtvaardigen. F.n tevens waarschuwt het blad,-niet al te vast er op le verlrouwen, dat Londen, als het ten slotte er om gaat, afdoende verzet zal bieden. Zaak van Duitschland is het, alles te vermijden, wat zekere kringen in Frankrijk aanleiding zou kunnen geven een preventleven oorlog te beginnen. De dreigende burgeroorlog- De correspondent in Ierland van de „Daily News" schrijft, dat Collins meent, dat ofschoon de arbeiderspartij ijverig be proeft vrede te maken, het te laat is pin een gewapende botsing te voorkomen. Griffith, die-pertinent weigert met O'Con nor te onderhandelen, is vrijwel dezelfde opvatting toegedaan, ofschoon hij van meening is, dat de Valera door den rebel len zijn moreelen steun te ontzeggen, het ergste zou kunnen voorkomen. De twee voornaamste voorstellen voor de verdaagde „vredesconferentie" zijn: ten eerste, dat de regecring wordtovergeno- men door een comité voor de openbare veiligheid, waarin Labour niet de politieke en militaire anti- en proverdragsleidcrs de verantwoordelijkheid zou deelen; het comité zou staan onder Dail Eireann; ten tweede, dat een plebisciet zou gehouden worden, vóór de algemeene verkiezing,- over het verdrag zooals dit wordt geïnter preteerd in de binnenkort bekend te maken grondwet. Er schijnt geen hoop te 73. zijn, dal de legerraad tier rebellen de voorstellen zal aanvaarden. De Valera daarentegen is, zoo besluit de correspon dent, onsteld over hel vooruitzicht van een militaire dictatuur. Hij zou waarschijnlijk elke poging goedkeuren tot een herstel der burgerlijke controle over het leger. De verkiezingen. De graafschapsraad van Cork heeft ge weigerd stembureaux te vestigen voor de aanstaande verkiezingen. EEN POLITIEK PROCES. Te Munclien is een politiek proces gaande, dat nauw verband houdt met de schuldvraag aan den wereldoorlog. Het gaal hier om de fagmenlurische publica tie - t an het rapport beseffende het uil- brejten van den oorlog van den Beier- sehen gezant le Berlijn, graaf Lerchen- feld, hetwelk de toenmalige Beiersche mi j nister-presidenl Kurt Eisner op 25 Nov. '18 in dc pers deed deed verschijnen. Do volledige publicatie van de Beiesche do cumenten betreffende hel uitbreken van den oorlog is daarop gevolgd door deD dèmocratischen afgevaardigde dr. Dirr. op last van den Beiersehen Landdag. Daaruit bleek, dat in de eerste publicatie behalve onjuistheden, ook onvolledige ge gevens voorkwamen. In de Juli-afleve- ring '21 van de „Sikl. Monalshefte" werd daarop gesproken van een „bewuste en opzettelijke vervalsching door Eisner" en werd aan de eclilgenoote van Eisner de verklaring toegeschreven, dat niet haai man marr diens secretaris Feclienbach de .vervascliing" had begaan, terwijl Eisner slechts zijn naam or onder had gezel. Wegens die verklaring, welke in de pers verscheen, heeft Feclienbach een ver volging ingesteld tegen de „Südd Mo- natshefte" en enkele andere bladen. Dit proces is thans begonnen, waarhii zal woden uitgemaakt, of een verval sching van het rapport van den Beier sehen gezant heeft plaats gehad, zoo ja. of deze vervalsching invloed heeft gehad op dc vaststelling der bepalingen van het verdrag van Versailles, en ten slotte of Feclienbach aan de publicatie mede schul dig is. Over liet verloop van dit poces meldh de Berlijnsche correspondent van liet ,,-Hbl." nog bet volgende: Aan bet slot van de zitting van giste ren viel een incident voor. De rechtskun dige raadsman van den aanklager legde een brief over van den gewezen gezant graaf von Lerchenfeld van 19 December 1914 aan den Beiersclien minister-presi dent, graaf Hertling. In dit afschrift van den brief, over welks herkomst elke in lichting wordt geweigerd, wordt gezegd; „Men nioet hij de bewering blijven, dat Duitschland door de Oostenrijksche actie evenzeer verrast was geworden als alle andere mogendheden, en men moet daar om in elk geval bestrijden, dat graaf Hertling, den inhoud van liet ultimatum aan Servië, vóór het werd overhandigd- kende." Dit schrijven van Lechenfeld aan graaf Hertling wekte begrijpelijkerwijze cèfiD* opzien, en men ziet met spanning hél verhoor van Lechenfeltl, dat vandaag zal plaats hebben, tegemoet. HET NADEREND EINDE DER KOLEN- STAKING IN DE V. S. President Harding zal nu, naar reeds werd gemeld, persoonlijk ingrijpen in liet conflict in de steenkolenmijnen. Hij heef! tezamen met de staatssecretarissen Hoo ver en Davis een schema opgesteld, dat den werkgevers en den arbeiders zal worden voorgelegd, alvorens de tekst er van zal worden openbaar gemaakt. De slaking duurt thans juist een maand en omvat 600.000 arbeiders, terwijl meer dan 10.000 steenkoolmijnen en 300 har de antliracietmijnen zijn stopgezet. Alhoe wel bij het uitbreken der staking voldoen de kolen aanwezig was voor zes tot ne gen weken, en de industrieën dus nog niet te lijden hebben gehad, zijn de ma rine-manoeuvres. die op 1 Mei zouden plaats hebben, afgelast. Intusschen lieefl Farriiigton, president der mijnwerkersassociatie van Illinois verklaard dat zijn organisatie weldra een afzonderlijke overeenkomst met do werk gevers zal aangaan, zooals reeds in de mijnbekkens van Tennessee en Kentucky is gesellied. OVERSTROOMINGEN. Er is groote schade,veroorzaakt door een 200 meter wijde breuk aan den Mississipi- o-ever, waardoor groote stukken land over stroomd zijn. De stad Ferriday is onderge loop-en, maar de bewoners waren tijdig gewaarschuwd en ontsnapten. Zes andere steden in het gebied worden bedreigd. Elke beschikbare boot is naar hel looneel van de ramp op weg voor liet reddingswerk. De overstrooinijigen in Texas zijn nog ernstiger. ONVEILIG NEW-YORK. De millionnair Shatluek uit New-York, uit wiens huis voor een waarde van 100,000 dollars aan juweelen en zilver werd gesto len -men herinnert zich dat de bewo ners en hun dienstpersoneel in den kelder werden opgesloten, terwijl de gewapende en gemaskerde bandieten hun slag sloegen is in liet geheim naar Europa vertrokken om met de hulp der politie van Londen en Parijs de dieven op le sporen. De heer Shattuck gelooft dat zijn vroe gere Fransclië „butler" de inbraak heeft beraamd en geënsceneerd en vervolgens inet de buit naar Parijs is gevluoht. Een der daders werd destijds aangehou den, doch weigerde zijn medeplichtigen te noemen. EEN AANSLAG OP EEN D-TREIN. Donderdagavond werd op den D-trein tusschen Dusseldorf en Duisburg, kort vóór de aankomst te Duisburg, een aanslag ge pleegd. Bandieten hadden het signaal op onvei lig gezet en daardoor den trein doen stop pen. Door de tegenwoordigheid van geest van een beambte kon de aanslag worden verijdeld. De toegesnelde politic werd in een vuur gevecht met de bandieten gewikkeld, welke lalslen onder achterlating van een zwaar gewonde op de vlucht gingen en voor een deel konden worden gearresteerd. Sedert tien jaar bestoni er op IJs land een algeheel verbod van wijnen en spiritualiën. Het parlement heeft echter dezer dagen een wet aangenomen, waarbij het drank verbod in zooverre gewijzigd is, dat men nu wijnen en spiritualiën mag invoeren die tot een maximum var. 21 pCt. aan al cohol bevatten. Deze wet is een gevolg van pressie van de zijde van Spanje, in verband met de invoerrechten op visscherijproducten uit IJsland. - Donderdagochtend legen 10 uur ver- .scheen plotseling een gemaskerde jonge man in liet filiaal van do Dresdener Bank, op den Kaiserdamm të Charlottenburg. Hij hield den kasier een revolver voor en riep luid: „Je moet mij onmiddellijk 100,000 mark geven." In liet filiaal bevond zich op dat oogen blik geen enkelen cliënt. De kassier, die zijn tegenwoordigheid van geest niet ver loor, noodigde den man uit in liet eigen lijke kantoor te komen waar hij hem het geld zou uitbetalen, „daar hem toch niets anders te doen bleef Met de revolver in de hand voldeed de man aan deze uitnoodiging. Op dit oogen blik trad een cliënt het gebouw binnen, zag onmiddellijk wat er aan de hand was, en wierp zich, geholpen door een kantoor bediende op den roover. Deze maakte van zijn revolver gebruik, zonder echter iemand te treffen. Tijdens de paniek, die op het lossen van liet schot volgde, slaagde de man er in, er van door te gaan. Hij werd echter door het personeel van de bahK en een steeds grooler wordend aantal voorbijgangers achtervolgd. Een schupo. die per fiets toe vallig voorbij kwam schoot op den vluch teling, die zich daarop omdraaide, knielde, en onafgebroken op zijn vrvolgers vuurde. De agent viel getroffen van zijn fiets, maar een tweede agent, die intusschen was toe gesneld sprong op hei rijwiel van zijn col lega en hervatte de vervolging. Nadat de gemaskerde man nog een aan tal schoten had gelost, slaagde dc tweede agent er in hem neer te schieten. Deze agent had al zijn patronen verschoten. De roover Irouwens ook. De Ligue Patrioie des F ran v a is es heeft een oproep openbaar gemaakt, waar in zij zegt: Een moeder, die verbannen is, verwcht haar ashtste kind; zij verkeer! in nood; zij is weduwe; zij is Fransche naar I.., t en bloed; haar hroede; hebben den r ransclien bodem verdedigd. Wie zou dus in Frankrijk kunnen weigeren haar een bewijs van sympathie te geven? Dc Ligue heeft inschrijving geopend te haren bate.. De slachtoffers der aardbeving be dragen tot nu toe één doode en één ge wonde. De aardbeving was nog heviger te Yokohama waar één persoon gedood en verscheidene gewond werden waaronder eenige Europeanen. DE MOORD TE HOUTDORP. Naar wij vernemen, is de zaak betref fende den moord, gepleegd in den nacht van '17 op 18 Oct. 1921 te Houtdorp onder de gemeente Ermelo naar de terechtzit ting der rechtbank te Zwolle verwezen. Als beklaagd daarvan zullen terechtstaan M. L„ 30 jaar, electricien A. D., 34 jaar, zonder bèroep en J. de G., 32 jaar grond- werker, allen wonende te Amsterdam, thans in voorloopigc hechtenis te Zwolle. Hun wordt ten laste gelegd diefstal bij nacht in vereeniging gepleegd door middel van braak en met geweldpleging, den dood tengevolge hebbende. Als verdedigers zijn toegevoegd aan den lsten beklaagde mr. J. G. Stenfert Kroese en aan de beide andere jhr. mr. J. J. E. van den Brandeler, beiden advocaat te Zwolle. De „Tribune" van David Wijnkoop is niet bepaald een blad, waarmee we het ooit eens zijn. En toch knippen we cr voor ditmaal eens een stukje uit, dat lui de spreekt. Men heeft onbarmhartig gespot met liet bezoek van den heer Van der Goes op het Congres der Belgische S. D. A. P. en de ontvangst, die hem daar te beurt is gevallen. Inderdaad, zoo zegt nu de „Tribune", men kan zich moeilijk iets komiekers voorstellen: „Men stelle zich Van der Goes voor, den vroegeren Marxist, die met al den ernst, waarover hij beschikt, eerst in het Nederlandsch en dan in het Fransch komt verzekeren, dat dc S. D. A. P. hier te lande nu de volledige ontwapening voorstaat! Wel liep men daarbij een zeker risico, namelijk dc onafhankelijkheid (van Ne derland) te verliezen. Maar, allez, dat hebben wij er voor over. Elders, buiten ons land, gold, zeide dezelfde Van der Goes, deze leus natuur lijk niet. Daarvoor is men internationaal! In een socialistische Republiek (zeg dus b.v. Duitschland?) moet 't ieger blijven bestaan om de onafhankelijkheid te ver dedigen. In Frankijk is 't weer anders. Daar moet ten opzichte van de Duitsche reac tie de gewapende naiie blijven bestaan!!' Voor Engeland. Nederland en de Skan- dinavische landen verbaasd zich zóó bijeen te zien! was evenwel de periode van de gewapende natie voorbij!!! Die periode had alleen maar gegolden tot 1918. Over België wou hij maar niets zeggen Dat zou ook niet erg beleefd zijn ge weest, als gast, weet u. In het huis van den gehangene is het beter niet te veel over den strop té praten! Hij wou alleen maar zeggen, dat hij hoopte, dat de Belgische S. D. A. P. zoo anli-militairislisch mogelijk zou zijn! Een vrome wensch, waarop de heer Vandervelde, ex-minister van de Belgi sche kapitalisten en van den Congo, ver volger der Vlaamsche nationalisten, ant woordde, dat de Hollandsch „kameraden" gerust konden zijn. Hij wou liun wel be loven, dat zij (de Belgische S. D. A. P.) hen niet zouden annexeeren, wanneer de S. D. A. P. zich ontwapende. Heel het Congres schudde van den lach om deze goede mojl van den plechtlgen, zalvenden ex-voorzitter der Tweede In ternationale. Inderdaad: er maar eens om lachen. Dat is het beste. Maar.... lalen we erom denken, dat heel deze krankzinnigheid ernst ls voor +0.000 S. D. A. P.'ers. De heer v. Ravesleyn, die dit schrijft, 'heeft gelijk. De houding onzer socialisten in zake het militaire vraagstuk, raakt kant noch wal. Maar die zelfde heer heeft niet bepaald reden om er mee te spotten- Zijn Communistische partij doet precies als de S. D. A. P. Ook zij wil het mili- tairisme afschaffen en overal.... behal ve waar het communisme baas is. S. D. A. P. en Communisme weten wat een bril kost EMPLOYé UIT WRAAK VERGIFTIGD. De Pr. Bode verneemt, dat de heer Grutterink, employé der onderneminf Tjikembang, is overleden als gevolg van vergiftiging. Hiervan wordt de familie zijner ontsla gen „huishoudster" verdacht. De justitie stelt een nauwkeurig onder zoek in. De hevige doodsstrijd eindigde in de kliniek van dr. Koch te Bandoeng. Het stoffelijk overschot werd naar het zieken huis op Tjilentah gebracht, ten einde sectie te verrichten en de maag van het slachtoffer in beslag te nemen. De dokloreu Koch en Van Schouwen gaven 'bereids een verklaring af, dat de dood een gevolg was van het toedienen van plantaardig gif, wat de sectie nader zou moeten uitwijzen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 9