dumm.
m a
m m m m m
m m m m
mmm
m mm fm WM
M M Si Éi
rc ir g
ELCK WAT WSLS
f'w¥8&d8 Blad - 27 Mei 1922
Var. wei en wetgeving,
Bezuiniging bij hei onderwijs
Nog een paar opmerking.
De Lager onderwijswet bepaalt,
dat de gemeente aan de bijzondere
schoolbesturen als vergoeding voor
de kosten van onderhoud der school,
verwarming en verlichting en leermid
delen een bepaald bedrag uitkeert
per leerling.
En wel hetzelfde bedrog, dat de
openbare scholen in de Gemeente, per
leerling berekend, aan de gemeente
kosten. Deze regeling is oppervlakkig
beschouwd zeer rechtvaardig, doch
blijkt desniettemin in de praktijk
hier en daar tot onbillijkheden aanlei
ding te geven. Het kan voorkomen dat
in de Gemeente een klein openbaar
schooltje is met b.v. 30 leerlingen,
waaraan twee leerkrachten verbon
den.zijn. In dezelfde Gemeente is een
bijzondere school met b.v. 235 leerlin
gen en 7 leerkrachten. Het is begrij
pelijk de kosten van onderhoud, ver
lichting en verwaï mingi der open
bare school per leerling betekend, veel
hooger moeten zijn als voor de bijzon
dere school. Toch moet de gemeente
aan de bijzondere school hetzelfde
bedrag per leerling uitkeeren, als iede
re leerling van de openbare school
kost. Wij vernamen toevallig dezer
dagen een geval uit de praktijk, dat
deze 'onbillijkheid nog duidelijker il
lustreert. In een bepaalde Gemeente
waren drie scholen, één openbare
school van pl.m 120 leerlingen, eenebij-
dere schcol met ongeveer gelijk aan
tal leerlingen en een heel klein open
baar schooltje in een afgelegen gehucht
van 15 leerlingen. De kosten van on
derhoud dergrootere openbare school
kostte aan de Gemeente pl. m f 15.-
per leerling. De Raad meende billijk
te handelen door aan de bijzondere
school, die ongeveer hetzelfde aantal
leerlingen had een gelijke vergoeding
toe te kennen en raamde dienover
eenkomstig bij de begrooting de uit-
keering aan het schoolbestuur op f 15.
per leerling.
Maar de Gemeenteraad had buiten den
waard, alias Gedeputeerde Staten ge
rekend. Dit college wilde de begrooting
niet goedkeuren. Gedeputeerde Staten
waren van oordeel, dat in het onder
havige geval ook rekening moest wor
den gehouden met het bedrag, dat het
kleine openbare schooltje per leerling
aan de Gemeente kostte, waardoor de
uitkeering aan de bijzondere school
met 3.50 per leerling werd vermeer
derd en op f 18.50 kwam. Tot dergelijke
toestanden komt men als menzooals
in het hier besproken geval Gedeputeer
de Staten al te zeer vasthoudt aan
de letter der wet.
Een post, waarop in niet onbelang
rijke mate bezuinigd kan worden,
levert ook liet vervolgonderwijs. Op
de eerste plaats door het voorkomen
van kleine cursussen, waardoor de
kosten per leerling onevenredig hoog
worden. Volgens de bestaande voor
schriften kan een cursus voor vervolg
onderwijs worden opgericht, wanneer
zes leerlingen zich aanmelden. Wij
weten hoe dat gaat. Zöo'n onderwijzer
ten plattelande is natuurlijk tuk op
een cursus voor vervolgonderwijs
waarmede hij f2.per uur extra
verdient en tracht de noodige
mannetjes bijeen te scharrelen om een
cursus te kunnen beginnen.
De liefde voor het onderwijs is daar
door bij vele leerlingen al niet groot en
de vruchten van het onderwijs zullen
wel evenredig zijn. Onder de vorige
lager onderwijswet moest een cursus
voor vervolgonderwijsJ:oen genaamd
herhalingsonderwijs 98 uren per
jaar duren, thans bepaalt de wet dat
jaarlijks minstens 150 uren vervolgon
derwijs moet worden gegeven. Onder
de oude wet genoot een onderwijzer
voor het herhalingsonderwijs f 0.60 per
uur, althans in de kleine plaatsen,
thans is de vergoeding ongeveer f2.-
per lesuur. Wij beweren niet dat de
vergoeding van f2.— per lesuur te
hoog is, maar wel zijn wij van oordeel,
dat er uit bezuinigingsoverwegingen
beperkt kan worden op ket aantal
lesuren, èn dat voorts het getal leer
ingen, dat zich moet aanmelden
om een cursus te beginnen minstens
moet worden verdubbeld, terwijl het
aanbeveling verdient een bepaling in te
lasschen, voorschrijvende dat de cur
sus regelmatig door het minimum aan
tal leerlingen moet worden gevolgd.
Wanttusscli en regelmatig een cursus
volgeh of zich voor cursus aanmelden
is een groot verschil.
Voorts vestigen wij de aandacht op
een bepaling der Lager onderwijswet,
die tot zeer onredelijke kosten aanlei
ding geeft en daarom hoe eerder hoe
beter uit de Lager onderwijswet dient
te verdwijnen.
Wij bedoelen art. 13 dat luidt als
volgt
„Ten behoeve van ouders, voogden
of verzorgers van in den leerplichtigen
leeftijd vallende kinderen die deze
kinderen openbaar onderwijs dan wel
bijzonder onderwijs van een bepaalde
richting wenschen te doen genieten,
terwijl de woning dier kinderen meer
dan 4 K.M. is verwijderd van eene
v - hen toegankelijke school voor
g w on tf voor uitgebreid lager onder-
v ijs waar het door hen gewenschte
onderwijs wordt gegeven, wordt des-
vul -gl uit de gemeentekas steun
verle mi ter tegemoetkoming in de
k sten verbonden aan het bezoeken
van eene op grooteren afstand van de
woning, doch binnen de gemeente, of
in eene naburige gemeente gelegen
scl o I voor gewoon of voor uitge
breid lager onderwijs, waar het door
hen gewenschte onderwijs gegeven
werdt. Zoo noodig worden deze kosten
geheel uit de gemeentekas vergoed."
I ene dergelijke aanvrage moet ge
rit h. worden tot den gemeenteraad.
Beschikt deze afwijzend, dan kan i
beroep gekomen worden bij Gedepu
teerde Staten, die beschikken na den
onderwijs raad te hebben gehoord.
Wordt bovenstaande bepaling met
verstand en rede toegepast in. dien
zin, dat aan arme ouders die hun
kinderen op verren afstand naar
school moeten laten gaan, een billijke
tegemoetkoming wordt gegeven, dan
kan zij haar nut hebben. "Wordt zij
naar de letter toegepast, dan legt zij
tic gemeente ondragelijke lasten op.
Wilt gij er eenvoorbeeld van?
Een landbouwer te Bakkeveen
(Friesland) verzocht den Gemeente
raad van Opsterland om van 1 October
1921 tot 1 April 1922 en vervolgens
elk winterhalfjaar hem uit de Gemeen
te-kas te vergoeden de onkosten, ver
bonden aan het vervoer p£r gesloten
rijtuig van zijne drie leerplichtige
kinderen naar de school voor gerefor
meerd onderwijs te Wijnjeterp, om
dat die school 7 K.M. is verwijderd
van zijne woning en binnen dien af
stand geene andere school is, waar
onderwijs in de door adressant ge
wenschte richting, wordt gegeven.
De Gemeenteraad wees natuurlijkonderwijswet, wat het aantal onder-
dergelijk onzinnig verzoek van dewijzers betreft, heel wat vecleischen-
hand. (der dan de oude wet.
Gedeputeerde Staten van Friesland j Toegestaan is intusschen, dat tot
wezen in hooger beroep het verzoek ji Januari 1926 met het aantal onder
evenwel toe, met beding dat adressant j wijzers, benoodigd volgens de oude
zetf f20.— per half jaar in de kostenwet, wordt volstaan,
van het' rijtuig moest bijdragen. f De schoolbesturen evenwel, die het
Dit college overwoog daarbijaantal onderwijzers, benoodigd vol-
,,dat Gedeputeerde Staten ten volle gens de nieuwe wet, aanstellen, krijgen
het bezwaar van den Raad van de daarvoor benoodigde salarissen van
Opsterland erkennen, dat eene gun- het Rijk vergoed,
stige beschikking op dit en deYgelijke hebben dezer dagen in het
adréssen tot aanzienlijke financieeleCentrum kunnen lezen, dat minister
offers voor de gemeente zal kunnen de Visser eene herziening der Lageron-
leiden, doch dat de wet hiermede geen derwijswet voorbereidt, die eene be
rekening houdt en eenvoudig be- zuiniging brengt van 30 a 35 millioen.
paalt, dat de steun desverlangd wordt gn hetHuisgezin" voegt daaraan
verleend en zoo noodig de kosten ge-toe, dat de bezuiniging voor een deel
heel uit de Gemeentekas worden ver- hierin zal worden gevonden, dat
§oed wat het aantal onderwijzers betreft,
dat uit het te dezen aanzien ooor za] worden "teruggekeerd tot het stel-
het gemeentebestuur en den onder- se, der Qude wet;
wijsraad medegedeelde moet worden Wj. kunnen uit den aard der zaak
afgeleid, dat adressant ze.f niet meer niet Jbeoordeelen öf
en in hoeverre
dan f20.- per halfjaar in de kosten deze courante„berichten voorbarig
van vervoer zal kunnen oijdragen. z-
Een ander college van Gedeputeerde H" evenw£, tot verheUgeniS
Staten - md.en wij ons we her nne ujt courantenberichten, benevens
ren, waren het Gedeputeerde Staten ujt toeze„rrj van deil minister
van Groningen overwoog, dat art. ppr,( p r/,mL 4f. kunnen conclu-
13 zich'niet beperkt tot de behoeftige 7" d t hei Departement
ouders, doch dat ook welgestelde ««en, dalnet op het departement.
ouders recht hebben op de in dat arti- j v f widerwjs t
kei bedoelde tegemoetkoming,al zal, .bezuimgi
Moge minister de Visser bij zijn zorg
uiteraard ctcze tegemoeutommg g<=-Rjjk financiün ookJde finan-
ringer kunnen zijn, naarmate de wel-,voor dje hjj met
zijn Lager onderwijswet, zoo zwaar
MEDIS6HE PRAATJES.
stand toeneemt.
Onder den titel „Een kostbare be,
paling" circuleerde dezer dagen een ^ee^t gedrukt, me ...m
berichtje in de Dagbladpers, omtrent
eene gehouden raadsvergadering te
Eibergen (Gelderland.) In deze verga
dering werd een adres behandeld van
zekere A.J.K. uit Hupsel, die vergoe
ding voor reiskosten vroeg voor zijne
drie kinderen, die de Christelijke'
school te Eibergen bezoeken
ISCHIAS.
H.
De pijnen waaronder de lijder van
ischias gebukt gaat, danken waar-
De burgemeester beweerde, dat hijschijnlijk hun ontstaan aan een ont
reeds 20 dergelijke aanvragen op zijn'steking van de zenuw. Immers de
lijstje had staan en andere raadsleden aanhoudende pijn in de genoemde
verzekerden, dat meer dan 50 derge- i beenstreek laat nauwelijks een andere
lijke aanvragen zouden binnenkomen.!verklaring toe.
Het bericht vermeldde voorts, dat> Buitengewoon merkwaardig is het
het gemeentebestuur de medewerkingfeit dat de patiënt zeer nauwkeurig
heeft ingeroepen van de vereeniging j den loop van de zenuw kan aangeven
van Nederlandsche Gemeenten, om en als het ware een „pijnlijn" op zijn
deze kostbare bepaling gewijzigd te been kan teekenen, die volkomen de
krijgen. richting van de „Nervus ischiadicus"
Wij iiebben gepoogd in een drietalaangeeft. De pijn treedt gewoonlijk
artikelen een beeld te geven van deop in de lendestreek of in 't kruis en
groote onkosten, die de uitvoering der j gaat van daar uit middendoor de
nieuwe Lager onderwijs wet speciaal bilspieren, via den achterkant van
voor de Gemeenten medebrengt en van het bovenbeen naar het midden van
de wijze, waarop ten deze zoude kun-! de knieholte. Van daar uit straalt de
nen worden bezuinigd. (pijn langs de buitenvlakten van het
Doch ook voor het Rijk valt er teonderbeen. Volledigheidshalve dien ik
bezuinigen. hier nog aan toe te voegen dat de pijn
De oude Lager onderwijs wet hield j niet altijd dezen weg volgt, maar soms
de bepaling in, dat het hoofd der
school werd bijgestaan door ten min
ste één onderwijzer, zoodra het aantal
der schoolgaande kinderen meer dan
in het bovenbeen, dan weer in het
onderbeen gelocaliseerd blijft.
Maakt onze patient nu een ondoor
dachte, plotselinge beweging dan kan
veertig, door ten minste 2 onderwij-j de pijn soms buitengewoon heftig
zers, zoodra het 91 bedroeg, ter.wijl' os treden. In 't algemeen is de pijn
voor elk 55 tal kinderen boven de90 's nachts heviger dan over dag. De
één onderwijzer meer werd vereischt. j warmte, zoowel als het vrij langdurig
De nieuwe lager onderwijswet be- j innemen van een zelfde houding,
paalt, dat het hoofd der school wordt i schijnt een overwegenden invloed op
•bijgestaan door ten minste één onder- het pijngevoel uit te oefenen.
gezonde been overhelt om het zieke
been te ontlasten.
Vroeger vestigden wij de aandacht
op het innig verband dat er bestaat
tusschen ons zenuw en spiersysteem,
iets wat hier ten volle duidelijk wordt.
Bij nader onderzoek blijkt het zieke
been veel magerder te 'zijn dan het
gezonde been ih. a. w., het spierstelsel
van het aangetaste been heeft een
geduchten knauw gekregen. Uit den
aard der zaak wordt dit'been zooveel
mogelijk gespaard, zoodat het spier
stelsel door het minder gebruik lijden
moet. Wij allen weten dat door veel
vuldig gebruik de spieren in omvang
toenemen.
Ik wil u nog wijzen op het typisch
verschijnsel dat wanneer men de pa
tiënt op een tafel legt en het in de
knie gestrekte been in de heup om
buigt de zieke een intense pijn in de
heupstreek voelt. Dit kenmerk dat
zeer typisch voor de ischias is, is het
eerst vastgesteld door Laseque en r
sinds bekend gebleven als 't symptoom
van Lasèque. De duur van de ischias
is zeer verschillend en varieert niet
zelden tusschen weken, maanden, ja
zelfs jaren. Is de ziekte verdwenen
dan dient de patient zich ten allen
tijde te hoeden voor invloeden, die de
kwaal in de hand zouden kunnen
werken.
Het spreekt van zelf dat tal van
middelen den arts ten dienste staan
om dit lijden te verzachten en te ge
nezen. Verscheidene middelen voor
inwendig gebruik,waaronder de salicyl-
verbindingen een voorname rol spelen,
zijn met meer of minder succes bc-
proefd. Als uitwendig middel heeft de
electriciteit een belangrijk aandeel bi-
de behandeling van het ziekteproces
gevonden.
Als uiterste redmiddel maakt de
medicus gebruik van de z.g.n. „bloe
dige zenuwrekking". Men legt n.l
door een ingreep de zenuw bloot en
rekt deze min of meer uit. Inderdaac
heeft deze methode bij hardnekkige
gevallen, waar alle andere middelen
faalden, succes gehad.
MEDICUS.
Boven het vorige medische praat
je stond een verkeerd opschrift. Ei
moest staan Ischias 1.
ÉP
Ml
¥M
S v mm. WM
mm wk HÉ WA
4,„.ÉÜmk mm mt.
M AM WÊ Wf-
111 mmjÊm
wijzer, zoodra het aantal leerlingen 26,
door ten minste 2 onderwijzers, zoodra
het 61, door ten minste 3 onderwijzers,
zoodra het 91 bedraagt, terwijl voor
elk 45 tal leerlingen boven de 90
een onderwijzer meer vereisc'.A wordt.
Wij zwijgen nu maar over de scho
len voor 'uitgebreid lager onderwijs,
waar nog beduidend meer onderwijzers
noodig zijn.
Zooals men ziet is de7nieuwe Lager
De lijder is meestal nog wel in staat,
zij het niet ten volle, zijn bezigheden
te verrichten. Wordt evenwel de pijn
te heftig en moet de persoon in kwestie
zwaar werk doen, dan loopt het spaak
en kocht de patiënt in het bed terecht.
Wanneer wij een dergelijken leider
voor ons laten staan dan bespeuren
wij dadelijk aan zijn houding dat hij
niet in staat is tot werken, daar zijn
geheele romp naar de zijde van het
KORTE ËER!@RTENb
WM
TREKJES CCXXXXill.
:o:
die ze (3e smokkelaars) weer Icrukkre-
genlocn de kommiezen even afwezig
waren.
Verzoeke alle correspondentie deze ru
briek betreffende te zenden aan der
Damredacteur P. J. van Dartelen, Roos-
veldstrcat 70, Haarlem.
PROBLEEM No. 147.
Auteur P. Mars, Santpoort.
Ie Publicatie.
5?
Stand. Zwart 13 schijven op: 2, 8, 12.
13 15 17 22 24 25 30 32 35 en 36.
Wit 13 schijven op: 23 31 33 34 39 41,
43 44 45 46 47 48 en 50.
BLAD-PROBLEEM No. 148.
Auteur P. A. Nooy, Haarlem.
Ie Publicatie.
Ontsporing bij Enkhuizen. De ont
sporing van den Purmerender markltrein
bij Enkhuizen, is zeer waarschijnlijk ver
oorzaakt door de warmte, waarbij de rails
zoodanig waren uilgezet, dat de wissels
niet goed meer werkten. Locomotief en
wagens worden opgevijzeld. De spoorweg
zal spoedig weer gebruikt kunnen wor
den.
Ongeluk. De 43-jarige W. P. was te
Rotterdam in de Hoofdsieeg werkzaam
op een zinken dak. Dit zakte plotseling
weg en P. viel door een glazen luchtkoker
Met het hoofd bleef hij in het glas hangen.
Ernstig gewond en met inwendige kneu- j
zingen is hij door den geneeskundigen j
dienst naar het ziekenhuis vervoerd.
Vergiftiging? Te Veendam is de 4S-
jarige echfgenoole van den landbouwer
H. Veenliuizen, in arrest gesteld, verdacht
van poging tot vergtiftiging van haar man.
Het echtpaar dronk veel en vocht dik
wijls. De maag van het slachtoffer is leeg
gepompt.
Door de hitte bezweken. Mej. E. M.,
wonende aan de Hekkenlaan is Woensdag
middag, tengevolge van de hitle, in de
Wagenstraat ineen gezakt en aan hartver
lamming bezweken.
Smokkelen. Bij Ter Apel (Gron.)
werden smokkelaars verschalkt bij bel
smokkelen van een groote hoeveelheid je
never, die in beslag werd genomen, doch
'i.i
Stand. Zwart 9 schijven op 2 7 8 9 10
12 14 16 en 18.
Wit 10 schijven op: 11 23 25 26 27 28
29 30 34 en 39.
Voor beide problemen geldt: „Wit
speelt en wint."
Oplossingen worden gaarne binnen
dagen ingewacht.
OPLOSSINGEN PROBLEMEN.
No. 141. Wit 34—29, 32^37, 33—28.
37:28 38—33 332—9.
Zwart: - 23:34 21:23 23:32 26:46 46.2»
24:44.
Wit 49:20 335:2 en wint.
Zwart 25:14.
No. 142. Wit 40—35 35—30 39—3*
26—21 37—31.
Zwart. 6:17 24:35 29:40 17:20 26;46.
Wit 38—32 50—44 42:2 en wint
Zwart 46:28 40:38.
No. 143. Wit 29—23 31—27 27—38 16
11 21:3 en wint.
Zwart 18:49 25:32 49:18 6:17.
Wij ontvingen correcte oplossingen van
de heeren: Jan Kunst Jbz., W. J. A. Mat-
la, H. G. Teunisse, W. J. Teunisse, J. v.
Looy, C. J. v. Wijk te Haarlem, Mej. G.
Roosloot (No. 141 en 142) te Castricum.
P. J. Eijpe en A. Slinger te Schoten, L. J.
Eloris te Heemstede en H. Koelemeij (ft
Velseroord.
P. J. v. DARTELEN.
,,Dé rooie".
Toen An dries Knoppe'r zoo ongeveer
de namen der voornaamste kleuren be
gon te leeren, begreep ie beter, waarom
hij bijna steeds „De rooie" werd genoemd.
Wel had ie reeds lang 't besef, dat deze
naam altijd sportend werd gezegd en
men z'n werkelijken naam niet scheen
te weten.
Op de bewaarschool had het ventje
't 'n paar maal gewaagd tegen z'n kame
raadjes te zeggen, dat ie Andries heette
maar nadien had ie 't nooit meer gepro
beerd.
Hij was-eenigst kind; grootere broer
tjes of zusjes om hem te beschermen
had ie dus niet, hij moest zich laten schel
den en uitjouwen, om de kleur zijner
haren, die volgens zijn kinderverstand
toch niet zoo lachwekkend was, want
z'n moeder's haren waren ook zoo., en
z'n moeder werd nooit gescholden. „Als
je groot bent, gebeurt dat niet meer,"
had zij altijd gezegd en hem daarbij dik
wijls gekust of tegen zich aangedrukt.
De kleine Andries was dan ook 't
liefst in huis. Bij z'n moeder was ie veilig
voor de spottende blikken en uitroepen,
voor 't geplaag en gesar der schoolkame
raadjes, die hem nergens aan lieten mee
doen, hem uit elk spelletje stootten,
soms mishandelden als ie driftig werd.
Z'n vader had hij nooit gekend
deze was gestorven toen Andries nog geen
jaar was. Z'n moeder verdiende het brood
mer costuumnaaien.
Op de „groote school" ging 't precies
't zelfde.... reeds den eersten dag, bij
z'n komst, werd ie met gelach en gehoon
ontvangen. Naar z'n naam werd alleen
gevraagd door den onderwijzer, de jon
gens ^heetten hem ajweer direct „De
rooie", hielden de handen voor hun oogen
als Andries in hun nabijheid kwam,
vroegen of 't bij hem thuis niet erg warm
was, of zeiden, dat In hun klas nu altijd
de zon zou schijnen. De standjes van den
meester brachten voor Andries meer na-
dan voordeel. Want als de jongens onder
les- en speeltijd onder het strenge oog
gedwongen waren geweest hem met rust
te laten, haalden ze bulten hun schade
in.
Zoo leerde Andries Knopper ai heel
Jong het woord smaad begrijpen. Hij
weid een schuwe, schrikkerige jongen;
die in ledereen 'n vijand meende te zien
en bij elk woord, wat Ie tegen 'n vreem
ds moest zeggen 'n bios kreeg wetende
dat men altijd en 't allereerst de helle
kleur van z'n haar zag.
Hij bleef nooit langer op straat
dan hoog noodig was, thuis vond ie rust
en liefde van z'n moeder, die, o zoo goed
begreep wat haar kind had te lijden.
Toen de sohooljaren waren verstreken
wist juffrouw Knopper niet goed, wat
ze met Andries moest aanvangen zelf
wist ie 't nog minder. Geld om hem verder
te laten leeren had ze niet, ze was al blij,
dat ze netjes voor den dag kon komen.
Andries had er geen flauw idee van
wat hij wilde, of moest wordendat
't moest begreep ie welthuis blijven
koekeloeren ging nu eenmaal niet.
Op 'n avond lazen ze in de kant,
dat bij den banketbakker van Hal 'n
leerling kon worden geplaatst. Als An
dries daar zin in had zou moeder zelf
wel 'n goed woordje doen, want juffrouw
van Hal was 'n klant van haar.
Andries vond 't goed. 't Was hem onver
schillig wé&r ie kwam., voor hèm zou
't overal wel 't zelfde zijn.
'n Week later stond ie in 'n wit jasje
in de banketbakkerij van v. Hal, als
duvelstoejager, 'n Groot deel van den
dag deed ie boodschappen, liep te zwee-
ten met zware, onhandige taartkisten
of diner-bussen, en voor de rest kreeg ie
de klusjes, weike eiken „leerling" op
den nek werden geschoven.
De baas was niet kwaad, alleen 'n
enkele maai erg driftig., dan kon ie
als 'r, razende te keer gaan, omjer|na
een half uur meestal weer spijt van te
hebben. i
Andries had weinig last van 'm, want
de jongen was gewih.g en deed z'n best.
Maar ais v. Hal er niet was hadden de
knechts 't altijd op „ds rooie" gemunt.
Hun grootste plezier was hem te negeren
en 'z zóó ver te krijgen, dat hij eindelijk
moe van 't treiteren, in 'n woedende huil
bui losbarstte..
'n Paar avonden was ie krop-snikkend
thuisgekomen, had 't bij zijn moeder
uitgebulktmaar toen hij zag, dat
zij öair óók verdriet van had, hield ie
zioh, soms met de grootste inspanning,
voortaan goedzei, om haar gerust
te stellen, dat 't 'n boel beter ging.
Maar dat deed het allerminst, doch
hij droeg hst alleen maar, z'n moeder had
al zorg genoeg, vond le.
Pikkers, de jongste knecht, 'n donker,
gluiperig type van 'n jaar of twintig,
nad 't wel 't ergste op „Do rooie" be
grepen. Dit had mede z'n oorzaak in het
feit, dat Andries van z'n vuile praatjes
en vieze moppen niets wilde weten., en
ééns, dat Pikkers het zóó bont maakte,
dat zelfs de oudere knechts hem tot
„de orde" riepen, had Andries gedreigd
er met den baas over te zullen spreken.
Toen was Pikkers hem gaan haten....
zoodat 't er voor „De rooie" niet plezie
riger op werd.
't Was op 'n middag onder schafttijd,
dat Andries hem op den zolder er op
betrapte, dat hij z'n zakken vol mange
len stopte. Gloeiend van verontwaardi
ging gelastte Andries hem alles weer op
z'n plaats te leggen, daar hij anders maar
moest zien wat er van kwam.
Met oogen van groote haat keek de
zwarte hem aanvoldeed vloekend aan
't bevel van z'n jongeren collega, maar
zei meteen dat ie 'm wel zou krijgen.
Lage plannen voymden zich in de her
sens van den betrapte.. „De rooie"
moest er uitdie wist nau te veel.
Niet lang daarna werd de moeder van
Andries ziek en wel zóó, dat de dokter
den jongen somber en medelijdend aan
keek.
Toen juffrouw Knopper voelde dat
de scheiding onvermijdelijk was, sprak
ze rustig met Andries.. zoo rustig als
't haar mogelijk was, want ze wist, wat
hem wachtte., 'n leven zonder steun,
zonder raad, 'n angstig-vage toekomst.
Ze sprak maar kort, want ze had er zoo
lang mogelijk mee willen wachten en nu
was ze reeds te uitgeput om vee! achter
elkaar te zeggen, 't Voornaamste wat ze
zei was dit: „Jongen, blijf braaf, geef
nooit haat voor haat, vergeld nooit
kwaad met kwaad, des te gemakkelijker
zal je later komen waar ik nu hoop heen
te gaan., en daar zijn we allemaal ge
lijk."
'n Week later stond „De rooie" alléén
aan de grafkuil en alléén ging ie terug,
het laven in, dat voor hem nog,niet an
ders dan wreed was geweest.
En nog wreeder zou worden.
Want heel lang gunden ze Andries
geen tijd, om over z'n smart heen te ko
men. En in Pikker's bedorven hart
gloeide nog altijd de haat tegen „den
rooien huichelaar", die hem op z'n vin
ger keek, en zou verraden als ie er
de kans voor had. Hij loerde, zocht naar
'n middel, om zich voor goed en op 'n
onschadelijke manier van hem te ont
doen.
Op 'n middag kwam de baas, wit van
woede, de bakkerij binnenstormen en
schreeuwde, dat ie bestolen was. Uit 'n
la van z'n schrijfbureau was een bedrag
van 'n twintig gulden weggenomen, dat
daarin klaar lag vooi' 'n kwitantie. Pik
kers vertelde, dat ie „De rooie" in 't
kantoortje had gezien. Bij deze lage en
valsohe beschuldiging vloog Andries hem
aan en met «rroota moeite moest men hem
van den zwarte afsjorren. Men zag hierin
'n halve bekentenis de kleeren'van (An
dries werden nagezocht en men vond
daarin een deel van 't vermiste geld.
Andries bezwoer, dat hij nergens van af
wist, maar de driftige v. Hal liet hem niet
eens uitspreken.
Toen „De rooie" een kwartier later
voor goed de bakkerij verliet, zag ie nog
juist 't verdoken, duivelachtige lachje
om Pikker's valschen mond.
Toen stond ie geheel verlaten op de
keien.... met 'n hart vol jammer. Hij
liep uren ver, zonder doel, zonder hulp
en steun, kwam terecht in 'n andere stad
waar ie 'n dozijn zaken afsjouwde, om
nieuw werk te vragenen eindelijk
gelukte het hem'n Dikke, goedige
banketbakker, de eerste, die medelijden
had en z'n eerlijk verhaal geloofde, nam
hem aan als jongmaatje, voor kost en
inwoning met een paar gulden per week
toe.
's Avonds, alleen op z'n zolderkamer
tje, kwam weer met groot geweld het
verloop van dien dag hem bestormen
alle andere ellende vond hij niet zoo erg
ais de valsche beschuldiging van dien
zwarten smeerlap, 'n schuld, die altijd
op hem zou blijven rustenin z'n oude
woonplaats zou iedereen hem als een
dief blijven beschouwen, als 'n smadelijk
weggejaagden boef. En in z'n binnenste
groeide 'n wrok, die zich al vaster en
dieper plantte in het hart, dat zoo weinig
liefde had gekend. O, als ie éénmaal in
z'n leven dien vuillik nog es te pakken
ken krijgen.
Het beeld van zijn moeder kwam
nu naar voren en hij hoorde de woorden,
die ze in haar laatste oogenblikken had
gesprokenmaar telkens als ie van
plan was haar raad op te volgen, kwam
daarnaast de satanskop van den vernieler
van z'n goeien naamen de haat
bleef werken en wroeten in z'n binnenste.
Ja, zóó moest 't.. Hij zou zwoegen
voor 'n onafhankelijk bestaan., cent
voor cent besparen., om later, al was 't
na jaren, vrij man te zijnvrij, niemand
noodig hebbengeen ondergeschikte
zijn, die van den eenen hoek in den an
deren werd getrapt, die spot- en scheld
woorden moest dulden. Vrij 1 Eigen baas,
dan zou ie de heele wereld uitlachen
dan mochten al die anderen lachen om
z'n vuurrooie haren
En hij werkte als 'n paard., leerde
meer in 'n half jaar, dan anderen in twee
of drie. i Hij werd zuinig bij 't gierige af
spaarde, spaardegundp zich zelfs
geen sigaartje, 's Zondags liep ie de voet
balvelden af met kistjes kwatta, kocht
andere versnaDerinw van a'n
en kwam na 'n paar maanden zoover, dat
ie er 'n klein wagentje voor moest lee-
nen. Z'n baas had plezier in 'm en liet hem
wat meer vrijheid.door de week werkte
hij toch voor twee.
Toen Andries achttien jaar was, ver
ving hij 'n volwassen knecht en verdien
de 'n goed salaris, waarmee hij z'n reeds
flinke spaarpot vlugger aandikt en
weer 'n jaar of drie later was hij in staat
mede door 'n gelukje in de_ loterij, 'n
kleine, verloopen zaak voor* 'n prikje
over te nemén.
Hij werkte bijna dag en nacht, bakte
lekker goed, eiken dag versch en haalde
't boeltje prachtig op.
Juist toen Andries er over ging denken
z'n zaakje uit te breiden las ie 'n adver
tentie, waarir. werd gemeld, dat de zaak-
van v. Hal, in z'n vroegere woonplaats,
wegens sterfgeval publiek zou worden
verkocht. Hij gaf een dreunenden slag
op z'n toonbank en nam nog denzelden
dag 'n treintje.
Zoo liep ie dus w^er in de plaats waar
uit hij 'n jaar of tien geleden zoo smade
lijk was verdreven.
In de zaak van v. Hal vond ie niemand
van vroeger terug. De boel was gesloten
en wachtte op den verkoop., 'n iamilie-
lid paste op de inventarisAlies zag
er nog goed uit, de oven was 'n jaar ge
leden nog vernieuwd. Hij vernam, dat de
zaak tot 't laatst best had geloopen
v. Hal was gestorven zonder opvolger
achter te laten.
Maar óók kwam hij door bedekte vra
gen aan de weet, dat Pikkers wegens dief
stal in de gevangenis zat en dat v. Ha!
veel moeite had gedaan „De rooie"
te vinden, om hem te zeggen, dat hij
hem onschuldig had weggejaagd.
Er kwam 'n groote voldoening over
AndriesNa 'n lang gesprek in 't
kantoor van den notaris ging ie weer
naar zijn woonplaats terug.
Andries Knopper verkocht met ruime
winst z'n zaakje en werd eigenaar van
de van ouds bekende firma v. Hal. Hij
werkte spoedig met drie knechts en zag
de zaak met den dag vooruitgaan.
Op 'n avond kreeg hij bezoek van een
heer der reclasseeringsvereeniging. Deze
vertelde hem, dat zekere Pikkers, die
vroeger in de zaak was werkzaam ge
weest, eerstdaags uit de gevangenis
zou worden ontslagen. De vereeniging
wilde hem weer 'n betrekking bezorgen,
om hem in de 'gelegenheid te stellen 'n
beter leven te beginnenen of meneer
nu niet zoo goed wilde zijn hem aan te
nemen., de man had heilig beloofd 'n
onberisoeliik leven te leiden., en 't
was zoo moeilijk ontslagen gevangenen
goed geplaatst te krijgen.
'n Donkere bioedgolf vloog over An
dries' hoofd. Het juichte en jubelde in
z'n binnenste, maar hij hield zich goed.
Ze moegten hem dan maar eens sturen,
ja
De meneer dankte bij voorbaat vrien
delijk en vertrok.
De oogen van „De rooie" begonnen te
schitterenhij balde z'n vuisten
„Eindelijk., eindelijk," zei hij met 'n
lange, ruime zuchtEindelijk kwam
nu de gelegenheid! O, wat zou ie hem
vernederen., ja, alléén moest ie hem
hebbenalleen op zijn keurig ingericht
kantoortje., laten kruipen zou ie den
schoft., laten kruipen aan z'n voeten.,
hem overdonderen met z'n triumf
Dan zou ie hem de keus latenminste
knecht worden, of ergens anders z "n
heil zoeken.
En-Pikkers kwam, niet w«tend, dal
hij bij „De rooie" zou belanden.
Andries zat in z'n bureau-stoel me:
'n geurige sigaar.
Maar hij schrok.
Was dat de zwarte Was dat Pikkers
Dat versch rompelde, uitgeleefde manne
tje met knikkende knieën.en die oogen
als van 'n geranselde hondmet dien
snik in z'n schorre stem-?
Andries had niet den moed zijn vooraf
klaargemaakte vernietiging uit te spre
ken.. hij moest z'n gelaat afwenden.,
en meteen viel toen z'n oog op het por
tret van z'n moeder, dat op het bureau
stond. En dat scheen hem nu opeens te
gaan levenWerden die oogen nog
zachter Bewoog die mond
„Geef geen haat voor haat.... ver*
geld geen kwaad met kwaad, dan kom
je gemakkelijker daar, waar ik hoop
heen te gaanen waar we allen ge
lijk zijn.."
Hij verslikte iets, dat hem in z'n keel
scheen te nijpen.
„Kent u mij vroeg hij het onder-
danige mannetje met de smeek-oogen.
„Nee, meneer., nee.. Ik zal., ik zal
m'n best doen en.."
„Ja.'t is goedik zal 't met je pro-
beeren."
Voor 't eêrst na z'n moeder's déod
voelde „De rooie" weer 'n innigen hand
druk
G. N.
(Nadruk verboden).
-:o: