i
k
Uit liet Sociale Leven,
ZUH SLACHTOFFER
Derde filad
27 Mei 4922'
Naar de Passiespelen.
Eindelijk dan heeft de Tweede Ka-
ner de Landbouwongevallenwet aan
genomen, nogwel zonder hoofdelijke
.temming. Hoewel de wegen van onze
;e*natoren onnaspeurelijk zijn, is moei
lijk te verwachten, dat de Eerste Ka-
ner een andere houding zal aannemen.
Hiermede zou dan een door de
andarbeiders lang gedragen onrecht
.ijn weggenomen. En niet alleen voor
de landarbeiders maar ook voor de
goedgezinde' werkgevers.
De toestand toch is allengs zóó ge
worden, dat werkgevers met eenlg
.ociaal gevoel hun arbeiders toch reeds
/erzekerd hadden en daar waar Col-
.ectieve Contracten werden afgesloten
werd bijna zonder uitzondering ver
zekering tegen ongevallen opgenomen.
Het is dus zeer verklaarbaar, dat
de werkgevers die hun bedrijf belast
zagen met de kosten van deze ver
zekering er een onbillijkheid in zagen,
dat hun Collega's zich daarvan met
een Jantje van Leiden afmaakten en
zien we het vooral voor onze dagen
vreemde verschijnsel dat ook een
groot aantal werkgevers deze sociale
wet toejuichen.
Toch zal men moeilijk een sociale
wet kunnen vinden welke een lijdens
weg heeft moeten volgen als deze en
dit, terwijl op dat punt geen tegen
stand van eenige beteekenis v. as te
verwachten.
Wanneer we den titel van deze wet
lezen, dan zou men en niet geheel ten
onrechte meenen, dat zulks alleen
maar van beteekenis is voor hen die
rechtstreeks bij de landbouwbedrijven
betrokken zijntoch meen ik, dat
niet zoozeer de lijdensweg welke deze
wet heeft moeten afleggen, dan wel
ds principe's waarvan bij deze wet
ie uitgegaan, voor anderen wel van
beteekenis zijn.
Het kan echter nuttig zijn vooraf
eerst eenige punten uit deze geschie
denis aan te stippen, waaruit wel zal
blijken, dat het woord lijdensweg niet
de minste overdrijving inhoudt
Bij de behandeling van de Onge
vallen wet 1901 heeft reeds de Onge
vallenverzekering voor den landbouw
een punt van discussie en bespreking
uitgemaakt. Tot tweemaal is er zelfs
een amendement in dien geest inge
diend. De eerste maal om alle land
bouwbedrijven, de tweede maal om
die landbouwbedrijven waarin ook
krachtwerktuigen worden gebruikt,
onder de wet te doen vallen.
Reeds toen erkende de Regeering
het in beginsel met de voorstellen
eens te zijn, maar zij had bezwaar
tegen opnemen van den landbouw
omdat de reeds bestaande moeilijk
heid tot het classificeeren van de
bedrijven naar het gevarenprocent
dan nog grooter zou worden.
Vanuit de Landbouw rees tevens
een krachtig verzet, om vrijwel de
zelfde reden, h.l. dat de landbouw
die verzekering niet kon dragen en
het risico van dat bedrijf veel te ge
ring was, zelfs voor de laagste ge-
varenklasse.
Een en ander had tot gevolg, dat
de landarbeiders buiten de wet vielen.
Deze zouden per afzonderlijke wet
verzekerd worden.
in April 1905 diende dan ook het
Ministerie Kuiper een ontwerp Land-
bouw-Ongevailenwet in, doch in open
bare behandeling kon het niet meer
komen, wijl we dat jaar verkiezingen
hadden en hoe kan 't in Nederland
haast anders een nieuw Ministerie
kregen.
Minister Veegens diende in 1906
een nota van wijzigingen in, doch
Minister Talma nam deze wijzigingen
in 1908 weer terug, zoodat we dus
weer het oude ontwerp van Dr. Kui
per kregen.
Dit heeft geduurd tot aan deze wet
gevende periode en door Minister
Aalberse een ontwerp is ingediend
na voorafgaande behandeling door
den Hoogen Raad van Arbeid, met
het in aanvang genoemde gevolg.
Het was dus waarlijk niet te erg
om van een lijdensweg te spreken,
wanneer er 21 jaar noodig zijn ge-
,„Dest, om deze betrokken arbeiders
en dab zijn er zeker een paar maal
honderd duizend ook op het gebied
van ongevallenverzekering een gelijke
behandeling toe te kennen als de
industrieele arbeiders.
Zonder het toe te juichen, dat op
de bovenaangegeven wijze de in
voering van de wettelijke Landbouw-
Ongevallenverzekering werd ver
traagd, is di toch onmi kenbaar de
oorzaak geweest, dat het particulier
initiatief iontwaakt en dat de Land
en Tuinbouwers, die vooral bij
het optreden van Minister Talma
vreesden dat wettelijke verzekering
er komen zou n zij dan een te hooge
premie zouden moeten betalen in
verhouding tot het gevarenrisico, zelf
de verzekering ter hand namen door
het oprichten van Onderlinge ver
zekeringen van de organisaties uit
gaande en door de organisatie's be
heerd en bestuurd.
Het kan niet worden ontkend, dat
deze verzekeringen zeer veel goed
werk hebben verrricht en de ver
zekerde arbeiders zeker niet ten ach
ter stonden bij hen die wettelijk ve -
z kerd waren.
Wat de verzekering van de R. K
Land- en Tuinbouwers betreft, be-
g eep men vooral in het Haarlem-
sche Diocees al ipoed g, dat men met
de georganiseerde landarbeiders sa
men moest werken om de verzekering
te populariseeren en zoo stelde de
Directie in 1918 reeds den R. K.
Landarbeidersbond voor, een lid te
benoemen in den Raad van beroep.
Eenerzijds door de propaganda van
de Land- en Tuinbouwers zelf an
derzijds door de werking van de Land
arbeidersbonden, die zich beijverden
om contractueel de verzekering bij
ongevallen te bedingen hebben de
Onderlinge Verzekeringen van de
Land- en Tuinbouwers, zeer veel goed
werk gedaan, al bleef tot heden het
grootste gedeelte van de arbeiders
onverzekerd.
Intusschen heeft het vertrouwen,
dat die verzekeringen bij de geor
ganiseerde arbeiders hebben gewekt,
weer nuttig gewerkt en ondervonden
de werkgevers den grootst mogelijken
steun van de vertegenwoordigers der
arbeiders toen het voor-ontwerp van
wet in behandeling kwam in den
Hoogen Raad, en zij zich beijverden,
om ook onder de werking van de aan
staande wet, de door hen opgebouwde
verzekering voort te zetten, naast
de ambtelijke uitvoering van hen die
niet van die organisatie's gediend wil
len zijn.
Hiermede wordt dan tevens een
einde gemaakt aan het we k van
pa ticuliere Maatschappijen, die uit
hoofde van hun speculatief karakter,
niet het belang der verzekerde ar
beiders op de eerste plaats stelden,
doch voor wie het hooge e o' lagere
winstcijfer het zwaartst moest wegen.
Ook uit dien hoofde kan het een
zegen genoemd worden, dat deze zaak
wettelijk geregeld wordt en het is
aan de werkgevers straks overge
laten of zij zich voor de verzekering
tot de bedrijfsorganisaties zullen wen
den, dan wel, ambtelijk te worden
aangeslagen.
We behoeven niet te twisten over
deze vraag of de bevoegdheden van
de bedrijfsvereenigingen te ruim of
niet ruim genoeg zijn toegemeten,
ook niet over de vraag of de gemeng
de uitvoering van deze wet van in
vloed zal zijn op andere sociale ver
zekeringswetten hoofdzaak is, dat
de Wet nu ten spoedigste door de_
Eerste Kamer wordt aa ngenomen en
dat in deze aan het particulier initia
tief een zeer ruime plaats is toege
kend, zonder dat de belangen van de
verzekerden in het gedrang kunnen
komen.
A. J. LOERAKKER.
MISDADIGE MACHTELOOSHEID?
Het schijnt de voormannen van de
Socialistische Vakbeweging nog maar
steeds uitermate moeilijk te vallen,
anderer werk te begrijpen.
Hun beweging, zelf uit principieelen
strijd geboren, is het summum van
voortreffelijkheid wat anderen doen
of laten wordt geminacht, gehoond
of verkeerd voorgesteld.
Er zullen ook in en aan de R. K
Vakbeweging gebreken zijn, maar
om elke handeling voor te stellen als
voortvloeiende uit onedele motieven
of uit „misdadige onmacht" zooals
„De Strijd" het orgaan van het N.
V. V. het verleden week weer voor
stelt, verraadt een zóó gebrekkige
kennis van zaken als men zeker bij
menschen met zoo'n arrogantie niet
zou verwachten.
Het komt bij hen blijkbaar niet eens
op, dat een zelfstandige organisatie
zélf oordeelt over hetgeen zij voor het
„arbeidersbelang" dienstig acht en
dat met name onze R. K. Volksbon
den zeker geen lesje behoeven te
halen bij de Socialistische Vakbonden.
Wat heeft het gehuil te beteekenen
over verdeeldheid van de arbeiders
en concurrentie van verschillende
WAT DE INVALIDITEITSWET
BIEDT.
Volgens opgave van de Rijksver
zekeringsbank bedroegen de ver
schillende uitkeeringen, ingevolge de
Invaliditeitswet, op 1 Mei 19221
aantallen afgerond be
drag per jaar
Ouderdomsr. f
Weduwenrenten
Weezenrenten
Geneeskundige
behandeling of
verpleging
18.700
1.200
2.700
4.000
2.800.000
210.000
500.000
richtingen, waar van uit de socialis
tische vakcentrale de grootst denkbare
onderlinge verdeeldheid en verbit
tering wordt aangekweekt.
.,Aan de taktiek der arbeiders
beweging, aan het inzicht der arbei
dersmassa worden hooge eischen ge
steld" waarschuwt „De Strijd."
Zoo is het. En aan die taktiek zal
nagenoeg alles blijven mankeeren,
wanneer de leiders van de Socialis
tisch georganiseerde arbeiders zich
niet de moeite getroosten om te po
gen eens te achterhalen, waarom de
R. K. georganiseerde arbeiders wel
eens anders handelen dan de hunne.
En er is maar één goede kant aan
al die frasen, n.l. dat onze R. K. ar
beiders steeds duidelijker zullen in
zien, dat menschen die altijd op eigen
daden roemen en van eiken, tegenslag
anderen de schuld geven, toch niet
serieus genomen kunnen worden.
Zij hebben uiteraard de vrijheid
hun „taktiek" zoo hoog mogelijk op
te vijzelen, wat nog niet insluit dat
wij gehouden zijn, die „taktiek" te
bewonderen nog minder de weinig
verheffende wijze waarmede zij die
verheerlijken. A. J. L.
WERKLOOSHEID IN
BOUW.
DEN LAND-
Uit alle landbouwstreken komen
bij de besturen van de Landarbeiders-
bónden berichten in van toenemende
werkloosheid in dat bedrijf.
Vooral in West-N.-Brabant is de
toestand op verschillende plaatsen
verschrikkelijk. De werkloozenkassen
van de landarbeiders verstrekken
maat zeer kort een uitkeering en een
ontzettend groot aantal is reed maan
den zonder" inkomsten.
De uiterst lage loonen schijnen dus
in den landbouw geen merkbare ver
ruiming van werkgelegenheid te ge
ven.
EEN ANDER GELUID.
In „Land en Vee" wordt ernstig
gewaarschuwd om niet op een onver
standige manier lot loonsverlaging
over te gaan en zich daarbij niet door
een te groote vr es voor de toekomst
te laten leiden.
Nog eens, het kan nood akelijk
zijn vooral in dezen crisistijd, dat
meerdere bedrijven noodgedwongen
tot loonsverlaging zullen moeten over
gaan en in dit geval moet men de
menschen op de noodzakelijkheid wij
zen en zoo mogelijk deze bewijzen.
Is de noodzakelijkheid van loons
verlaging er niet, dat men dan ook
niet aan de loonen torneimmers
het systeem van lage loonen strekt
in den regel tot schade van het be
drijf, het wekt verbittering en wat
het ergste is, het bederft de menschen
en slaat met machteloosheid al de
pogingen van hen, die zich wijden
aan de zedelijke en godsdienstige
verheffing der werknemers.
BEDRIJFSORGANISATIE.
Verschenen is thans het verslag van
de Sociale week Decembe 1921 te
Utrecht gehouden.
De inhoud is als volgt
I. Openingsrede Prof. L. van Aken.
II. Dj Kath. Soc. Actie Mgr. Dr.
Ariëns.
III. Het Radenstelsel in Duitsch-
land, Oostenrijk, Engeland en Noor
wegen Mr. v. Jole.
IV. Het Bedrijfsradenstelsel in Ne
derland Prof. Aengenent.
V. Socialisme en Solida isme Mr.
v. Schaik.
VI. Hervormings-ideeën van Kath.
Sociologen in het Buitenland Deel
neming aan de winst cn Actionariaat
Mr. Tepe.
VII. Looncontact en Bedrijfsraden-
stel el Mr. Hubar.
VIII. Solidarisme in Indië Dr.
Schmutzer.
IX. Het ontstaan van Publiek
rechtelijke Lichamen Gemeenten en
Waterschappen, Mr. v. d. Heyden.
XI. De kerk bij de keerpunten der
geschiedenis, Pater Kleyntjes, S. J.
XII. De Bedrijfsraden eh het Ei
gendomsrecht. Dr. Weve O. Pr.
XIII. Fabrieksraden en Bedrijfs
radenstelsel, Mr. Romme.
XIV. Verschillende methoden om
te komen tot Publiekrechterlijke Be
drijfsorganisatie, Mr. Dr. Beuns S. J.
XV. De grondgedachte van ons
Bedrijf adenstelselde Liefde, Dr.|
Cassianus Hentzen O. F. M.
Het lijvige boekdeel is verkrijgbaar
aan het Cent aal Bureau der Kath.
Sociale Actie te Leiden voor f 2.95 fr.
p.p.
TEXTIELARBEIDERS.
De R. K. Textielarbeidersbond St.
Lambe tus zal Zaterdag 10 en Zon
dag 11 Juni a.s. zijn algemeene jaar
vergadering houden te Nijmegen.
Krachtens de bepalingen van het
reglement moet verkiezing van den
voorzitter plaats vindende 5 af
tredende bestuursleden zijn reeds bij
enkele candidaatstelling gekozen.
Naast eenige voorstellen ten doel
hebbend kleine districts-bestuurs-
vergaderingen te houden, komen nog
verschillende voorstellen aan de orde
de contributieregeling en werkloozen-
kas betreffende.
Het „Hoog Ambacht" publiceert
tevens een staat van uitkeeringen
over 1921, waaruit blijkt, dat uit de
werkloozenkas is uitgekeerd een be
drag van f 627.266.68.
AARDAPPELMEELINDUSTRIE.
Met de particuliere fabrieken is
overeenstemming verkregen.
De loonen zullen voorloopig voor
drie maanden met f 2.worden ver
laagd.
Op de coöperatieve fabrieken is
een loonsverlaging ingevoerd van 3
cent per uur tevens zal voor zoover
de arbeidswet zulks toelaat langer
dan 45 uur per week gewerkt moeten
worden.
Aan enkele fabrieken w.o. „De
Westerwolde" en te Veelerveen wer
den de arbeiders verplicht op straffe
van ontslag, met de Directie een ge
meenschappelijk verzoek tot den Mi
nister te richten waarin om werktijd- j
verlenging wordt gevraagd.
De betrokken organisatie's hebben
hiervan den Directeur-Generaal van
den Arbeid in kennis gesteld.
FEU1LITÉTON
Een vriend, dien wij hadden, dokter
Bernau, de vriend van uw vader, die
Paul tnet mij beweend had en die hem
nog steeds beweende, drong mij ook
tot dat huwelijk. Wie kon aan den mar
kies twijfelen Toen heb ik hem aan
genomen en deed die opoffering mij
ner liefde ter wille mijner moeder en
vooral ter wille van u."
Zij keek haar zoon aan. „Luistert
ge goed."
„Ja moeder."
Zij herhaalde als in verrukking
„Moeder
En daarop ging ze voort „En
gelooft ge mij
„Ik geloof u. Men spreekt niet op
die wijze, als 't een onwaarheid geldt."
„Ik heb nooit gelogen en gij zoudt
de laatste zijn t genover wien ik
onwaarheid sprak. Ik ga dus voort.
Mijn tweede huwelijk werd gesloten.
Ik verliet mijne moeder om te gaan
leven met den man, die nu mijn echt
genoot geworden was. Hij scheen
mij te beminnen, maar zonder dat
ik wist waarom, wa'gden mij zijne
liefkoozingen. Gedurende de eerste
dagen was hij erg lief tegen u, maar
daarop werd hij plotseling hard en
grof. Op zekeren avond, toen ik u
uitkleedde, bemerkte ik, dat uw
lichaam met blauwe plekken bedekt
was. Die man had u geknepen."
„De markies," vroeg Mark.
„De markies," antwoordde Chris
tine.
„Vergist ge u niet, moeder," riep
de jonge man, „vergist ge u niet
„Bij God, die mij hoort, bij de liefde,
die ik voor u koester, spreek ik de
waarheid, niets dan de zuivere waar
heid."
Mark stond verstomd, maar toch
kon hij bijna niet twijfelen. Hij moest
wel gelooven, en het scheen hem toe,
alsof de schellen hem van de oogen
vielen.
Jeanne, die in de hoogste spanning
verkeerde, drong zich dichter tegen
hare moeder aan. Hare oogen stondeii
vol tranen bij de gedachte aan het
geen de jonge man, dien zij zoo lief
had, had moeten lijden.
Christine ging voort: „Ik was als
krankzinnig. Ik ging naar dien man
en verweet hem zijne wreedheid. Ik
behandelde den ellendeling, zooals
de beul van mijn kind verdiende
Ik weet niet meer, wat ik gezegd heb.
Toen verweet hij mij, dat ik hem niet
beminde en hem zelfs haattedat
ik voortdurend aan den andere dacht
en nooit aan hem. En werkelijk, mijne
ziel was nog geheel vervuld met Paul.
't Was mij onmogelijk, uit mijn geest
zijn beeld, uit mijn hart zijne liefde
te verbannen. Hij bemerkte 't en toen
ontsnapte hem het woord ,,'t Was
wel de moeite waard, om er een moord
voor te begaan
Mark, Jeanne en mevrouw d'Olne
geen van allen konden eene rilling van
afschuw onderdrukken.
Mark riep„Dat is niet mogelijk.
Ge moet verkeerd verstaan hebben,
moeder
„Verkeerd verstaan," zei Christine,
dat dacht ik ook. Ik wilde niet ge
looven aan zulk een afschuwelijke
misdaad. En toen hij mij zoo diep'
rampzalig zag, door de gedachte,
dat ik voor mijn geheele leven ge
ketend was aan den moordenaar
van den vader van mijn zoon, smaakte,
hij er het grootste genot in, het staal,
nogmaals om en om te draaien in de
wonde, welke mij zoo ontzettend deed
lijden. Ja, ja, herhaalde hij, ik ben't,die
hem doodde. Ik ben 't I En ik las
in zijn gelaat, in zijne oogen, die van
bloeddorst fonkelden, waaruit ja
loezie en haat straalden, dat hij niet
'oog, dat hij werkelijk de moordenaar
was. Ik stierf bijna van afschuw en
schrik
„Mijn God Mijn God," jammerde
Mark.
„Ge hebt mij niet willen gelooven,
toen ik u de eerste maal over die mis
daad sprak." -
„Dat is waar, maar wie zou zoo
iets ook kunnen veronderstellen
„In het eerst heeft niemand mij
geloofd noch mijne moeder, noch de
dokter, die mij toch kenden. Ik had
geen bewijzen. Ik kon niets doen.
't Was mij onmogelijk Paul te wreken.
Het monster had mij gezegd, dat hij
alles zou ontkennnen. Door het af
schuwelijke voorval openbaar te ma
ken, zou ik niets anders gedaan heb
ben dan geheel nutteloos een naam
te bezoedelen, dien wij beiden droe
gen. O, hoe gaarne had ik u op dat
oogenblik dien naam ^eder willen
ontrukken. Ik wilde met u vluchten,
ik'weet niet_waarheen, als ik slecht-
verdween. Het denken was mij~ ons
mogelijk, maar een ding was mij helder
Ik wilde den ellendeling niet meer
terugzien, die met het bloed van Paul
geheel bezoedeld scheen. Ik kon geen
oogenblik langer in zijne nabijheid
leven Het was nacht, een pikdonkere
nacht en de regen viel in stroomen
van den hemel. Het was koud en 't
stormde ontzettend. Maar daarop
lette ik niet. Ik nam u in mijne armen,
en wankelend van vrees, nauwelijks
in staat mij op de beenen te houden,
droeg ik u weg. De orkaan woedde
om mij heen en met loshangende ha
ren snelde ik voort. De regen drong
door tot op mijn huid en in merg en
been was ik ijskoud."
Mark huiverde, ,,'t Is afschuwelijk,"
zuchtte hij.
„Ik bereikte het huis mijner moe
der, gebroken, stervend. Ik had nog
slechts de kracht, een wanhoopskreet
te slaken, die in den nacht weerklonk
en buiten kennis viel ik neer op den
drempel van het huis. Geheel ver
kleumd hield ik u nog steeds in mijne
armen."
Jeanne en hare moeder spraken
geen woord. Zwijgend met angstig
kloppend hart, luisterden zij, naar het,
diep droevige verhaal. Zij konden bijna
niet gelooven, dat er op aarde zoo
veel geleden kon worden.
Mark was bleek van angst en af
schuw. Hij voelde, dat het waar was
wat hij hoorde, hij begreep het.
Het leven zijner moeder werd voor
hem ontsluierd en hij gevoelde hoe
vreeselijk zij gemarteld was geworden.
Hij voélde zich zonderling ontdaan.
En 't was deze vrouw, die hij ver-
stooten, bijna vervloekt had.
Huiverend .wendde hij zich tot Chris
tine en fluisterde „Ga voort, moeder
ga voort
Zij vervolgde„De ontzettende
nacht werd door nog vreeselijker uren
gevolgd Want toen heeft het waarlijk
weinig gescheeld, of ik had u verlo
ren. Ge hadt een zware koude gevat,
waarvan een keelontsteking het ge
volg was. Ik zag u stervend, ontrukt
aan mijne liefde, en alles door de
schuld van dien man. Uwe ademhaling
was schor. Uwe kleine oogen, die oog
jes welke ik aanbad, hadden reeds iets
glazigs. Ge waart op het punt te stik
ken.
DE LANDBOUWONGEVALLENWET
Wc
De wet, zooals deze nu door de
Tweede Kamer is aangenomen, heeft
dan ook een zeer ruime plaats, we
kunnen wel zeggen de gelijkstelling
voor de bedrijfsvereenigingen gegeven
die onder toezicht en onder garantie
van den Staat de wet hare werking
zullen kunnen voortzetten. De ar
beiders zullen in het bestuur van die
bedrijfsvereenigingen volgens pari
teit van de uitvoering hebben mede
te werken, voo zoover het de niet-
ambtelijke uitvoering betreft. De
ambtelijke uitvoering zal voorname
lijk tot de taak van de Raden van Ar
beid behooren.
OBERAMMERGAU, 22 Mei 1922.
IIL
Zonder te kunnen beloven, dat wij
„volledig" zullen zijn, willen wij toch
trachten onze lezers voorzoover zij
niet alreeds eenmaal de Passiespelen bij
woonden in den geest in het theater te
Oberammergau de vertooning van de Pas
sie Onzes Heeren mede te doen beleven.
Als de proloog met de diepzinnige
woorden, waarmede wij onzen vorigen
brief eindigden, het voorspel heeft inge
zet en erop gewezen, dat de beleedigde
God niet eeuwig blijft toornen, dat Hij
den dood des zondaars niet wil, doch de
verzoening, zelfs door het heilig
Bloed van Zijnen Zoon, dan aanschou
wen wij, nadat de koren naar terzijde ge
weken zijn en nadat het gordijn van het
middentooneel zich geopend heeft, binnen
de omlijsting van de Korintische zuilen,
en het driehoekige boven-gevelvlak in een
treffend tableau-vivant de verdrijving van
Adam en Eva uit het aardsch paradijs.
Aangrijpend beeld: de mensch is in
zonde gevallen, en om die verfoeilijkheid
vangt God de tuchtiging van het mens'ch-
dom aan, een tuchtiging, waarbij geen
verzoening mogelijk is, zoolang God zelf
niet de groote verlossingsdaad zal hebben
gesteld.
Wij zien hier in beeld gebracht den
aanvang van aller menschenkinderen el
lende, doch reeds aanstonds zingt het
koor ook met verholen jubeling de troost
rijke gedachte uit, dat van verre, van Kal-
varië's hoogte een morgengloed den nacht
doorstralen komt
Alsdan, wanneer de toeschouwers de
ellende hebben aanschouwd, waarin de
eerste menschen zich zelf en heel hun
nageslacht gestort hebben door de zonde
en wanneer daarna de aandacht is ge
vestigd op de komende verlossing
waarvan heel het verloop hier gedramati
seerd wordt op den Passie-dag dan
eerst begroet de proloog de duizenden
toeschouwers en maant hij hen aan tot
medeviering in gebed van de vervulling
der gelofte, welke Oberammergau een
maal aflegde (n.l. op gezette tijden de
Passiespelen uit te voeren uit dankbaar
heid voor de bevrijding van de pestziek
te in 1633.)
In tableau-vivant aanschouwen wij de
aanbidding des Kruizes: een lieflijke
groep vereenigt zich biddend om het be
loofde verlossingsteeken, het koor
stemt met het gebed in, doch in de verte
klinkt reeds het intochtslied der Joden,
die Jezus in triomphtocht Jerusalem bin
nenleiden, Hem omstuwend bejubelen.
Het gezang klinkt geleidelijk voller en
sterker en nabijer, en de jubelende
volksmassa verschijnt in de straat van
Jerusalem, dringt zich naar voren en vult
het vóórtooneel geheel.
Een overweldigende massa)
Men kan zijn oogen niet gelooven: is dat
nu „maar" spel? 't Kan in alle opzichten
evengoed werkelijkheid zijnl Meer dan
500 personen bewegen zich daar vóór ons
op het tooneel met op den achtergrond
straten en gebouwen, welke zóó uit het
Jerusalem van Jezu's tijd hierheen over
gebracht zouden kunnen zijn.
Het is een feeststoet, welke nauwelijks
ergens anders ter wereld op een tooneel
zijn weerga vinden kan; de zon be
schijnt de rijk- en bontkleurige Ooster-
sche kleeding der jubelende Joden en de
betoovering van het Passiespel houdt de
zaal alreeds doodstil bevangen, aller
oogen laven zich tot dronken wordens
toe, aan de onzegbare symphonie van
kleuren en weerglanzen.
Te midden van Zijn Apostelen verschijnt
nu Jezus, gezeten op een ezelin; waar
dig rijdt hij voort, terwijl de massa om
Hem heen, zich verdringt....
Dan spreidt zich het scherm van het
middentooneel open en in het voorhof van
den tempel zien wij de Phariseeërs en de
geldwisselaars en handelaars aan hun tem-
pelonteerend bedrijf. Verontwaardigd
jaagt Jezus hen den tempel uit. Hij werpt
de stoelen en tafels der schacheraars om
ver, de duiven ontvluchten de kooien
en fladderen weg over de hoofden der
toeschouwers.
Als Jezus weer heengegaan is, breekt
de woede der bestrafte kooplieden los,
hun woede vereenigt zich met de afgunst
en den haat der Phariseeërs, en de toe
schouwer voelt het reeds: Het dramatische
conflict is daar: de woedende kooplie
den en de afgunstige en haatdragende
Phariseeërs zullen zich wreken op Jezus,
Die niet anders dan Zijn heiligen plicht
deed, zij zullen zich wreken en niet
rusten, alvorens Jezus ter dood gebracht
zal zijn.
Langzaam stroomt het tooneel thans
leeg; nog klinkt in de verte in Jerusa
lem's straten het gemompel der menigte,
als het koor wederom optreedt om in
waarheid hier zéér toepasselijk de ver
zen te zingen:
„Aus der Hólle heraus steigen die Geister
all,
Die vom Anfang der Welt trotzig sich
aufgelehnt"....
Symbolisch wordt deze gedachte ons in
beeld gebracht door een voorstelling van
de zonen des aartsvaders Jacobs, die be
sluiten hun broeder Joseph te verkoopen,
evenals in hiernavolgende handeling (na
de voorstelling in tablaux-vivants van
een of meer toepasselijke voorafbeeldin
gen zet zich het drama geregeld verder
voort in „hanadelingen")de Phariseeërs er
toe besluiten, Jezus gevangen te nemen.
Welk een machtigen aanblik biedt de
ze vergadering van het Sanhedrin, waarin
Nathanael zijn klachten voor den Hoogen
Raad der Joden brengt en hartstochtelijk
bijgevalalen wordt door de hoogepriesters
Annas en Kaiphas. Jezus' aandoenlijke
afscheid te Bethanië van Zijne heilige
Moeder wordt voorafgegaan door het zin
nebeeldige afscheid van den jongen To
bias van zijne ouders, terwijl het kooi
treffend den klaagzang van de bruid ovet
de afwezigheid van haren bruidegom uit
Salomon's hooglied doet weerklinken:
„Wo ist er hin? Wo ist er hin?
Der schönste aller schónen?
Mijn Auge weinet, ach! um inh,
Der Liebe Leisze Tranen.
De tooneelen, waarin Jezus afscheid
neemt van Zijne Moeder, nadat Hij den
Apostelen voorspeld heeft, <1-t thans zijn
lijdenstijd gekomen is waarin Magda-
lena Jezus' voeten eerbiedig zalft, waarbij
Judas zijn valschen en hebzuchtigcn aard
alreeds verraadt, door deze huldiging van
Jezus als een verkwisting uit te krijten,
zijn van een geweldig dramatische kracht'
de duizenden toeschouwers waren zicht
baar onder den indruk van dit aangrij
pend gebeuren; wie zou ook niet tot
schreiens toe bewogen worden, als hij Je
zus bij dit afscheid Zijne moeder hoort
toespreken:
„Mutter! Mutter! Für die zartliche Lie
be und mütterliche sorgpalt, die du mir
in den drei und dreitzig Jahren meines
Lebens erwiesen bast, empfange den heis
zen Dank deines Sohnes! Der Vater ruft
mich! Lebe wohl, beste Mutter!"
Wie zou onbewogen blijven, als hij Je
zus aan Maria, die Hem vraagt, waar zij
hem zal terugzien, hoort antwoorden:
„Dort, liebe Mutter, wo sich das Wort
der Schrift erfüllt: Er ward wie ein Lamm
das zur Schlachtbank geführt wird und
seinen mund nicht öffnet"!
In de volgende „handeling" draagt Je
zus Petrus en Johannes op, het Paasch-
maal in gereedheid te brengen: Judas
maakt Jezus hierna verwijten over de
geldverkwisting en als hij zich daarna al
leen bevindt, hooren wij hem zinnen op
middelen om wanneer hij eenmaal van
Jezus zal zijn weggegaan zich verder
geld te verschaffen; in dien geestes
toestand treffen hem de door Jezus te
rechtgewezen kooplieden aan en op hun
aandringen omdat er geld mee te ver
dienen is verklaart Judas zich bereid,
Jezus te verraden.
Nadat wij in voorafbeeldingstableaux
aanschouwd hebben, hoe de Heer aan
het Joodsche volk in de woestijn manna
schonk en zware druiventrossen als een
kenmerk der vruchtbaarheid van het be
loofde land, wordt de avondmaal-
scène gespeeld, tafereelen biedend,
welke men nimmer vergeet, tafereelen,
welke juist daarom zoo treffen, omdat zij
de phantasie hier tot werkelijkheid doen
worden; het beroemde doek van Leo
nardo da Vinci is hier in al zijn figuren
tot waarachtig leven gekomen!
Voorafgebeeld door de zonen van Ja-
94.
iWordt vervolgd.)