i k Uit liet Sociale Leven, ZUH SLACHTOFFER Derde filad 27 Mei 4922' Naar de Passiespelen. Eindelijk dan heeft de Tweede Ka- ner de Landbouwongevallenwet aan genomen, nogwel zonder hoofdelijke .temming. Hoewel de wegen van onze ;e*natoren onnaspeurelijk zijn, is moei lijk te verwachten, dat de Eerste Ka- ner een andere houding zal aannemen. Hiermede zou dan een door de andarbeiders lang gedragen onrecht .ijn weggenomen. En niet alleen voor de landarbeiders maar ook voor de goedgezinde' werkgevers. De toestand toch is allengs zóó ge worden, dat werkgevers met eenlg .ociaal gevoel hun arbeiders toch reeds /erzekerd hadden en daar waar Col- .ectieve Contracten werden afgesloten werd bijna zonder uitzondering ver zekering tegen ongevallen opgenomen. Het is dus zeer verklaarbaar, dat de werkgevers die hun bedrijf belast zagen met de kosten van deze ver zekering er een onbillijkheid in zagen, dat hun Collega's zich daarvan met een Jantje van Leiden afmaakten en zien we het vooral voor onze dagen vreemde verschijnsel dat ook een groot aantal werkgevers deze sociale wet toejuichen. Toch zal men moeilijk een sociale wet kunnen vinden welke een lijdens weg heeft moeten volgen als deze en dit, terwijl op dat punt geen tegen stand van eenige beteekenis v. as te verwachten. Wanneer we den titel van deze wet lezen, dan zou men en niet geheel ten onrechte meenen, dat zulks alleen maar van beteekenis is voor hen die rechtstreeks bij de landbouwbedrijven betrokken zijntoch meen ik, dat niet zoozeer de lijdensweg welke deze wet heeft moeten afleggen, dan wel ds principe's waarvan bij deze wet ie uitgegaan, voor anderen wel van beteekenis zijn. Het kan echter nuttig zijn vooraf eerst eenige punten uit deze geschie denis aan te stippen, waaruit wel zal blijken, dat het woord lijdensweg niet de minste overdrijving inhoudt Bij de behandeling van de Onge vallen wet 1901 heeft reeds de Onge vallenverzekering voor den landbouw een punt van discussie en bespreking uitgemaakt. Tot tweemaal is er zelfs een amendement in dien geest inge diend. De eerste maal om alle land bouwbedrijven, de tweede maal om die landbouwbedrijven waarin ook krachtwerktuigen worden gebruikt, onder de wet te doen vallen. Reeds toen erkende de Regeering het in beginsel met de voorstellen eens te zijn, maar zij had bezwaar tegen opnemen van den landbouw omdat de reeds bestaande moeilijk heid tot het classificeeren van de bedrijven naar het gevarenprocent dan nog grooter zou worden. Vanuit de Landbouw rees tevens een krachtig verzet, om vrijwel de zelfde reden, h.l. dat de landbouw die verzekering niet kon dragen en het risico van dat bedrijf veel te ge ring was, zelfs voor de laagste ge- varenklasse. Een en ander had tot gevolg, dat de landarbeiders buiten de wet vielen. Deze zouden per afzonderlijke wet verzekerd worden. in April 1905 diende dan ook het Ministerie Kuiper een ontwerp Land- bouw-Ongevailenwet in, doch in open bare behandeling kon het niet meer komen, wijl we dat jaar verkiezingen hadden en hoe kan 't in Nederland haast anders een nieuw Ministerie kregen. Minister Veegens diende in 1906 een nota van wijzigingen in, doch Minister Talma nam deze wijzigingen in 1908 weer terug, zoodat we dus weer het oude ontwerp van Dr. Kui per kregen. Dit heeft geduurd tot aan deze wet gevende periode en door Minister Aalberse een ontwerp is ingediend na voorafgaande behandeling door den Hoogen Raad van Arbeid, met het in aanvang genoemde gevolg. Het was dus waarlijk niet te erg om van een lijdensweg te spreken, wanneer er 21 jaar noodig zijn ge- ,„Dest, om deze betrokken arbeiders en dab zijn er zeker een paar maal honderd duizend ook op het gebied van ongevallenverzekering een gelijke behandeling toe te kennen als de industrieele arbeiders. Zonder het toe te juichen, dat op de bovenaangegeven wijze de in voering van de wettelijke Landbouw- Ongevallenverzekering werd ver traagd, is di toch onmi kenbaar de oorzaak geweest, dat het particulier initiatief iontwaakt en dat de Land en Tuinbouwers, die vooral bij het optreden van Minister Talma vreesden dat wettelijke verzekering er komen zou n zij dan een te hooge premie zouden moeten betalen in verhouding tot het gevarenrisico, zelf de verzekering ter hand namen door het oprichten van Onderlinge ver zekeringen van de organisaties uit gaande en door de organisatie's be heerd en bestuurd. Het kan niet worden ontkend, dat deze verzekeringen zeer veel goed werk hebben verrricht en de ver zekerde arbeiders zeker niet ten ach ter stonden bij hen die wettelijk ve - z kerd waren. Wat de verzekering van de R. K Land- en Tuinbouwers betreft, be- g eep men vooral in het Haarlem- sche Diocees al ipoed g, dat men met de georganiseerde landarbeiders sa men moest werken om de verzekering te populariseeren en zoo stelde de Directie in 1918 reeds den R. K. Landarbeidersbond voor, een lid te benoemen in den Raad van beroep. Eenerzijds door de propaganda van de Land- en Tuinbouwers zelf an derzijds door de werking van de Land arbeidersbonden, die zich beijverden om contractueel de verzekering bij ongevallen te bedingen hebben de Onderlinge Verzekeringen van de Land- en Tuinbouwers, zeer veel goed werk gedaan, al bleef tot heden het grootste gedeelte van de arbeiders onverzekerd. Intusschen heeft het vertrouwen, dat die verzekeringen bij de geor ganiseerde arbeiders hebben gewekt, weer nuttig gewerkt en ondervonden de werkgevers den grootst mogelijken steun van de vertegenwoordigers der arbeiders toen het voor-ontwerp van wet in behandeling kwam in den Hoogen Raad, en zij zich beijverden, om ook onder de werking van de aan staande wet, de door hen opgebouwde verzekering voort te zetten, naast de ambtelijke uitvoering van hen die niet van die organisatie's gediend wil len zijn. Hiermede wordt dan tevens een einde gemaakt aan het we k van pa ticuliere Maatschappijen, die uit hoofde van hun speculatief karakter, niet het belang der verzekerde ar beiders op de eerste plaats stelden, doch voor wie het hooge e o' lagere winstcijfer het zwaartst moest wegen. Ook uit dien hoofde kan het een zegen genoemd worden, dat deze zaak wettelijk geregeld wordt en het is aan de werkgevers straks overge laten of zij zich voor de verzekering tot de bedrijfsorganisaties zullen wen den, dan wel, ambtelijk te worden aangeslagen. We behoeven niet te twisten over deze vraag of de bevoegdheden van de bedrijfsvereenigingen te ruim of niet ruim genoeg zijn toegemeten, ook niet over de vraag of de gemeng de uitvoering van deze wet van in vloed zal zijn op andere sociale ver zekeringswetten hoofdzaak is, dat de Wet nu ten spoedigste door de_ Eerste Kamer wordt aa ngenomen en dat in deze aan het particulier initia tief een zeer ruime plaats is toege kend, zonder dat de belangen van de verzekerden in het gedrang kunnen komen. A. J. LOERAKKER. MISDADIGE MACHTELOOSHEID? Het schijnt de voormannen van de Socialistische Vakbeweging nog maar steeds uitermate moeilijk te vallen, anderer werk te begrijpen. Hun beweging, zelf uit principieelen strijd geboren, is het summum van voortreffelijkheid wat anderen doen of laten wordt geminacht, gehoond of verkeerd voorgesteld. Er zullen ook in en aan de R. K Vakbeweging gebreken zijn, maar om elke handeling voor te stellen als voortvloeiende uit onedele motieven of uit „misdadige onmacht" zooals „De Strijd" het orgaan van het N. V. V. het verleden week weer voor stelt, verraadt een zóó gebrekkige kennis van zaken als men zeker bij menschen met zoo'n arrogantie niet zou verwachten. Het komt bij hen blijkbaar niet eens op, dat een zelfstandige organisatie zélf oordeelt over hetgeen zij voor het „arbeidersbelang" dienstig acht en dat met name onze R. K. Volksbon den zeker geen lesje behoeven te halen bij de Socialistische Vakbonden. Wat heeft het gehuil te beteekenen over verdeeldheid van de arbeiders en concurrentie van verschillende WAT DE INVALIDITEITSWET BIEDT. Volgens opgave van de Rijksver zekeringsbank bedroegen de ver schillende uitkeeringen, ingevolge de Invaliditeitswet, op 1 Mei 19221 aantallen afgerond be drag per jaar Ouderdomsr. f Weduwenrenten Weezenrenten Geneeskundige behandeling of verpleging 18.700 1.200 2.700 4.000 2.800.000 210.000 500.000 richtingen, waar van uit de socialis tische vakcentrale de grootst denkbare onderlinge verdeeldheid en verbit tering wordt aangekweekt. .,Aan de taktiek der arbeiders beweging, aan het inzicht der arbei dersmassa worden hooge eischen ge steld" waarschuwt „De Strijd." Zoo is het. En aan die taktiek zal nagenoeg alles blijven mankeeren, wanneer de leiders van de Socialis tisch georganiseerde arbeiders zich niet de moeite getroosten om te po gen eens te achterhalen, waarom de R. K. georganiseerde arbeiders wel eens anders handelen dan de hunne. En er is maar één goede kant aan al die frasen, n.l. dat onze R. K. ar beiders steeds duidelijker zullen in zien, dat menschen die altijd op eigen daden roemen en van eiken, tegenslag anderen de schuld geven, toch niet serieus genomen kunnen worden. Zij hebben uiteraard de vrijheid hun „taktiek" zoo hoog mogelijk op te vijzelen, wat nog niet insluit dat wij gehouden zijn, die „taktiek" te bewonderen nog minder de weinig verheffende wijze waarmede zij die verheerlijken. A. J. L. WERKLOOSHEID IN BOUW. DEN LAND- Uit alle landbouwstreken komen bij de besturen van de Landarbeiders- bónden berichten in van toenemende werkloosheid in dat bedrijf. Vooral in West-N.-Brabant is de toestand op verschillende plaatsen verschrikkelijk. De werkloozenkassen van de landarbeiders verstrekken maat zeer kort een uitkeering en een ontzettend groot aantal is reed maan den zonder" inkomsten. De uiterst lage loonen schijnen dus in den landbouw geen merkbare ver ruiming van werkgelegenheid te ge ven. EEN ANDER GELUID. In „Land en Vee" wordt ernstig gewaarschuwd om niet op een onver standige manier lot loonsverlaging over te gaan en zich daarbij niet door een te groote vr es voor de toekomst te laten leiden. Nog eens, het kan nood akelijk zijn vooral in dezen crisistijd, dat meerdere bedrijven noodgedwongen tot loonsverlaging zullen moeten over gaan en in dit geval moet men de menschen op de noodzakelijkheid wij zen en zoo mogelijk deze bewijzen. Is de noodzakelijkheid van loons verlaging er niet, dat men dan ook niet aan de loonen torneimmers het systeem van lage loonen strekt in den regel tot schade van het be drijf, het wekt verbittering en wat het ergste is, het bederft de menschen en slaat met machteloosheid al de pogingen van hen, die zich wijden aan de zedelijke en godsdienstige verheffing der werknemers. BEDRIJFSORGANISATIE. Verschenen is thans het verslag van de Sociale week Decembe 1921 te Utrecht gehouden. De inhoud is als volgt I. Openingsrede Prof. L. van Aken. II. Dj Kath. Soc. Actie Mgr. Dr. Ariëns. III. Het Radenstelsel in Duitsch- land, Oostenrijk, Engeland en Noor wegen Mr. v. Jole. IV. Het Bedrijfsradenstelsel in Ne derland Prof. Aengenent. V. Socialisme en Solida isme Mr. v. Schaik. VI. Hervormings-ideeën van Kath. Sociologen in het Buitenland Deel neming aan de winst cn Actionariaat Mr. Tepe. VII. Looncontact en Bedrijfsraden- stel el Mr. Hubar. VIII. Solidarisme in Indië Dr. Schmutzer. IX. Het ontstaan van Publiek rechtelijke Lichamen Gemeenten en Waterschappen, Mr. v. d. Heyden. XI. De kerk bij de keerpunten der geschiedenis, Pater Kleyntjes, S. J. XII. De Bedrijfsraden eh het Ei gendomsrecht. Dr. Weve O. Pr. XIII. Fabrieksraden en Bedrijfs radenstelsel, Mr. Romme. XIV. Verschillende methoden om te komen tot Publiekrechterlijke Be drijfsorganisatie, Mr. Dr. Beuns S. J. XV. De grondgedachte van ons Bedrijf adenstelselde Liefde, Dr.| Cassianus Hentzen O. F. M. Het lijvige boekdeel is verkrijgbaar aan het Cent aal Bureau der Kath. Sociale Actie te Leiden voor f 2.95 fr. p.p. TEXTIELARBEIDERS. De R. K. Textielarbeidersbond St. Lambe tus zal Zaterdag 10 en Zon dag 11 Juni a.s. zijn algemeene jaar vergadering houden te Nijmegen. Krachtens de bepalingen van het reglement moet verkiezing van den voorzitter plaats vindende 5 af tredende bestuursleden zijn reeds bij enkele candidaatstelling gekozen. Naast eenige voorstellen ten doel hebbend kleine districts-bestuurs- vergaderingen te houden, komen nog verschillende voorstellen aan de orde de contributieregeling en werkloozen- kas betreffende. Het „Hoog Ambacht" publiceert tevens een staat van uitkeeringen over 1921, waaruit blijkt, dat uit de werkloozenkas is uitgekeerd een be drag van f 627.266.68. AARDAPPELMEELINDUSTRIE. Met de particuliere fabrieken is overeenstemming verkregen. De loonen zullen voorloopig voor drie maanden met f 2.worden ver laagd. Op de coöperatieve fabrieken is een loonsverlaging ingevoerd van 3 cent per uur tevens zal voor zoover de arbeidswet zulks toelaat langer dan 45 uur per week gewerkt moeten worden. Aan enkele fabrieken w.o. „De Westerwolde" en te Veelerveen wer den de arbeiders verplicht op straffe van ontslag, met de Directie een ge meenschappelijk verzoek tot den Mi nister te richten waarin om werktijd- j verlenging wordt gevraagd. De betrokken organisatie's hebben hiervan den Directeur-Generaal van den Arbeid in kennis gesteld. FEU1LITÉTON Een vriend, dien wij hadden, dokter Bernau, de vriend van uw vader, die Paul tnet mij beweend had en die hem nog steeds beweende, drong mij ook tot dat huwelijk. Wie kon aan den mar kies twijfelen Toen heb ik hem aan genomen en deed die opoffering mij ner liefde ter wille mijner moeder en vooral ter wille van u." Zij keek haar zoon aan. „Luistert ge goed." „Ja moeder." Zij herhaalde als in verrukking „Moeder En daarop ging ze voort „En gelooft ge mij „Ik geloof u. Men spreekt niet op die wijze, als 't een onwaarheid geldt." „Ik heb nooit gelogen en gij zoudt de laatste zijn t genover wien ik onwaarheid sprak. Ik ga dus voort. Mijn tweede huwelijk werd gesloten. Ik verliet mijne moeder om te gaan leven met den man, die nu mijn echt genoot geworden was. Hij scheen mij te beminnen, maar zonder dat ik wist waarom, wa'gden mij zijne liefkoozingen. Gedurende de eerste dagen was hij erg lief tegen u, maar daarop werd hij plotseling hard en grof. Op zekeren avond, toen ik u uitkleedde, bemerkte ik, dat uw lichaam met blauwe plekken bedekt was. Die man had u geknepen." „De markies," vroeg Mark. „De markies," antwoordde Chris tine. „Vergist ge u niet, moeder," riep de jonge man, „vergist ge u niet „Bij God, die mij hoort, bij de liefde, die ik voor u koester, spreek ik de waarheid, niets dan de zuivere waar heid." Mark stond verstomd, maar toch kon hij bijna niet twijfelen. Hij moest wel gelooven, en het scheen hem toe, alsof de schellen hem van de oogen vielen. Jeanne, die in de hoogste spanning verkeerde, drong zich dichter tegen hare moeder aan. Hare oogen stondeii vol tranen bij de gedachte aan het geen de jonge man, dien zij zoo lief had, had moeten lijden. Christine ging voort: „Ik was als krankzinnig. Ik ging naar dien man en verweet hem zijne wreedheid. Ik behandelde den ellendeling, zooals de beul van mijn kind verdiende Ik weet niet meer, wat ik gezegd heb. Toen verweet hij mij, dat ik hem niet beminde en hem zelfs haattedat ik voortdurend aan den andere dacht en nooit aan hem. En werkelijk, mijne ziel was nog geheel vervuld met Paul. 't Was mij onmogelijk, uit mijn geest zijn beeld, uit mijn hart zijne liefde te verbannen. Hij bemerkte 't en toen ontsnapte hem het woord ,,'t Was wel de moeite waard, om er een moord voor te begaan Mark, Jeanne en mevrouw d'Olne geen van allen konden eene rilling van afschuw onderdrukken. Mark riep„Dat is niet mogelijk. Ge moet verkeerd verstaan hebben, moeder „Verkeerd verstaan," zei Christine, dat dacht ik ook. Ik wilde niet ge looven aan zulk een afschuwelijke misdaad. En toen hij mij zoo diep' rampzalig zag, door de gedachte, dat ik voor mijn geheele leven ge ketend was aan den moordenaar van den vader van mijn zoon, smaakte, hij er het grootste genot in, het staal, nogmaals om en om te draaien in de wonde, welke mij zoo ontzettend deed lijden. Ja, ja, herhaalde hij, ik ben't,die hem doodde. Ik ben 't I En ik las in zijn gelaat, in zijne oogen, die van bloeddorst fonkelden, waaruit ja loezie en haat straalden, dat hij niet 'oog, dat hij werkelijk de moordenaar was. Ik stierf bijna van afschuw en schrik „Mijn God Mijn God," jammerde Mark. „Ge hebt mij niet willen gelooven, toen ik u de eerste maal over die mis daad sprak." - „Dat is waar, maar wie zou zoo iets ook kunnen veronderstellen „In het eerst heeft niemand mij geloofd noch mijne moeder, noch de dokter, die mij toch kenden. Ik had geen bewijzen. Ik kon niets doen. 't Was mij onmogelijk Paul te wreken. Het monster had mij gezegd, dat hij alles zou ontkennnen. Door het af schuwelijke voorval openbaar te ma ken, zou ik niets anders gedaan heb ben dan geheel nutteloos een naam te bezoedelen, dien wij beiden droe gen. O, hoe gaarne had ik u op dat oogenblik dien naam ^eder willen ontrukken. Ik wilde met u vluchten, ik'weet niet_waarheen, als ik slecht- verdween. Het denken was mij~ ons mogelijk, maar een ding was mij helder Ik wilde den ellendeling niet meer terugzien, die met het bloed van Paul geheel bezoedeld scheen. Ik kon geen oogenblik langer in zijne nabijheid leven Het was nacht, een pikdonkere nacht en de regen viel in stroomen van den hemel. Het was koud en 't stormde ontzettend. Maar daarop lette ik niet. Ik nam u in mijne armen, en wankelend van vrees, nauwelijks in staat mij op de beenen te houden, droeg ik u weg. De orkaan woedde om mij heen en met loshangende ha ren snelde ik voort. De regen drong door tot op mijn huid en in merg en been was ik ijskoud." Mark huiverde, ,,'t Is afschuwelijk," zuchtte hij. „Ik bereikte het huis mijner moe der, gebroken, stervend. Ik had nog slechts de kracht, een wanhoopskreet te slaken, die in den nacht weerklonk en buiten kennis viel ik neer op den drempel van het huis. Geheel ver kleumd hield ik u nog steeds in mijne armen." Jeanne en hare moeder spraken geen woord. Zwijgend met angstig kloppend hart, luisterden zij, naar het, diep droevige verhaal. Zij konden bijna niet gelooven, dat er op aarde zoo veel geleden kon worden. Mark was bleek van angst en af schuw. Hij voelde, dat het waar was wat hij hoorde, hij begreep het. Het leven zijner moeder werd voor hem ontsluierd en hij gevoelde hoe vreeselijk zij gemarteld was geworden. Hij voélde zich zonderling ontdaan. En 't was deze vrouw, die hij ver- stooten, bijna vervloekt had. Huiverend .wendde hij zich tot Chris tine en fluisterde „Ga voort, moeder ga voort Zij vervolgde„De ontzettende nacht werd door nog vreeselijker uren gevolgd Want toen heeft het waarlijk weinig gescheeld, of ik had u verlo ren. Ge hadt een zware koude gevat, waarvan een keelontsteking het ge volg was. Ik zag u stervend, ontrukt aan mijne liefde, en alles door de schuld van dien man. Uwe ademhaling was schor. Uwe kleine oogen, die oog jes welke ik aanbad, hadden reeds iets glazigs. Ge waart op het punt te stik ken. DE LANDBOUWONGEVALLENWET Wc De wet, zooals deze nu door de Tweede Kamer is aangenomen, heeft dan ook een zeer ruime plaats, we kunnen wel zeggen de gelijkstelling voor de bedrijfsvereenigingen gegeven die onder toezicht en onder garantie van den Staat de wet hare werking zullen kunnen voortzetten. De ar beiders zullen in het bestuur van die bedrijfsvereenigingen volgens pari teit van de uitvoering hebben mede te werken, voo zoover het de niet- ambtelijke uitvoering betreft. De ambtelijke uitvoering zal voorname lijk tot de taak van de Raden van Ar beid behooren. OBERAMMERGAU, 22 Mei 1922. IIL Zonder te kunnen beloven, dat wij „volledig" zullen zijn, willen wij toch trachten onze lezers voorzoover zij niet alreeds eenmaal de Passiespelen bij woonden in den geest in het theater te Oberammergau de vertooning van de Pas sie Onzes Heeren mede te doen beleven. Als de proloog met de diepzinnige woorden, waarmede wij onzen vorigen brief eindigden, het voorspel heeft inge zet en erop gewezen, dat de beleedigde God niet eeuwig blijft toornen, dat Hij den dood des zondaars niet wil, doch de verzoening, zelfs door het heilig Bloed van Zijnen Zoon, dan aanschou wen wij, nadat de koren naar terzijde ge weken zijn en nadat het gordijn van het middentooneel zich geopend heeft, binnen de omlijsting van de Korintische zuilen, en het driehoekige boven-gevelvlak in een treffend tableau-vivant de verdrijving van Adam en Eva uit het aardsch paradijs. Aangrijpend beeld: de mensch is in zonde gevallen, en om die verfoeilijkheid vangt God de tuchtiging van het mens'ch- dom aan, een tuchtiging, waarbij geen verzoening mogelijk is, zoolang God zelf niet de groote verlossingsdaad zal hebben gesteld. Wij zien hier in beeld gebracht den aanvang van aller menschenkinderen el lende, doch reeds aanstonds zingt het koor ook met verholen jubeling de troost rijke gedachte uit, dat van verre, van Kal- varië's hoogte een morgengloed den nacht doorstralen komt Alsdan, wanneer de toeschouwers de ellende hebben aanschouwd, waarin de eerste menschen zich zelf en heel hun nageslacht gestort hebben door de zonde en wanneer daarna de aandacht is ge vestigd op de komende verlossing waarvan heel het verloop hier gedramati seerd wordt op den Passie-dag dan eerst begroet de proloog de duizenden toeschouwers en maant hij hen aan tot medeviering in gebed van de vervulling der gelofte, welke Oberammergau een maal aflegde (n.l. op gezette tijden de Passiespelen uit te voeren uit dankbaar heid voor de bevrijding van de pestziek te in 1633.) In tableau-vivant aanschouwen wij de aanbidding des Kruizes: een lieflijke groep vereenigt zich biddend om het be loofde verlossingsteeken, het koor stemt met het gebed in, doch in de verte klinkt reeds het intochtslied der Joden, die Jezus in triomphtocht Jerusalem bin nenleiden, Hem omstuwend bejubelen. Het gezang klinkt geleidelijk voller en sterker en nabijer, en de jubelende volksmassa verschijnt in de straat van Jerusalem, dringt zich naar voren en vult het vóórtooneel geheel. Een overweldigende massa) Men kan zijn oogen niet gelooven: is dat nu „maar" spel? 't Kan in alle opzichten evengoed werkelijkheid zijnl Meer dan 500 personen bewegen zich daar vóór ons op het tooneel met op den achtergrond straten en gebouwen, welke zóó uit het Jerusalem van Jezu's tijd hierheen over gebracht zouden kunnen zijn. Het is een feeststoet, welke nauwelijks ergens anders ter wereld op een tooneel zijn weerga vinden kan; de zon be schijnt de rijk- en bontkleurige Ooster- sche kleeding der jubelende Joden en de betoovering van het Passiespel houdt de zaal alreeds doodstil bevangen, aller oogen laven zich tot dronken wordens toe, aan de onzegbare symphonie van kleuren en weerglanzen. Te midden van Zijn Apostelen verschijnt nu Jezus, gezeten op een ezelin; waar dig rijdt hij voort, terwijl de massa om Hem heen, zich verdringt.... Dan spreidt zich het scherm van het middentooneel open en in het voorhof van den tempel zien wij de Phariseeërs en de geldwisselaars en handelaars aan hun tem- pelonteerend bedrijf. Verontwaardigd jaagt Jezus hen den tempel uit. Hij werpt de stoelen en tafels der schacheraars om ver, de duiven ontvluchten de kooien en fladderen weg over de hoofden der toeschouwers. Als Jezus weer heengegaan is, breekt de woede der bestrafte kooplieden los, hun woede vereenigt zich met de afgunst en den haat der Phariseeërs, en de toe schouwer voelt het reeds: Het dramatische conflict is daar: de woedende kooplie den en de afgunstige en haatdragende Phariseeërs zullen zich wreken op Jezus, Die niet anders dan Zijn heiligen plicht deed, zij zullen zich wreken en niet rusten, alvorens Jezus ter dood gebracht zal zijn. Langzaam stroomt het tooneel thans leeg; nog klinkt in de verte in Jerusa lem's straten het gemompel der menigte, als het koor wederom optreedt om in waarheid hier zéér toepasselijk de ver zen te zingen: „Aus der Hólle heraus steigen die Geister all, Die vom Anfang der Welt trotzig sich aufgelehnt".... Symbolisch wordt deze gedachte ons in beeld gebracht door een voorstelling van de zonen des aartsvaders Jacobs, die be sluiten hun broeder Joseph te verkoopen, evenals in hiernavolgende handeling (na de voorstelling in tablaux-vivants van een of meer toepasselijke voorafbeeldin gen zet zich het drama geregeld verder voort in „hanadelingen")de Phariseeërs er toe besluiten, Jezus gevangen te nemen. Welk een machtigen aanblik biedt de ze vergadering van het Sanhedrin, waarin Nathanael zijn klachten voor den Hoogen Raad der Joden brengt en hartstochtelijk bijgevalalen wordt door de hoogepriesters Annas en Kaiphas. Jezus' aandoenlijke afscheid te Bethanië van Zijne heilige Moeder wordt voorafgegaan door het zin nebeeldige afscheid van den jongen To bias van zijne ouders, terwijl het kooi treffend den klaagzang van de bruid ovet de afwezigheid van haren bruidegom uit Salomon's hooglied doet weerklinken: „Wo ist er hin? Wo ist er hin? Der schönste aller schónen? Mijn Auge weinet, ach! um inh, Der Liebe Leisze Tranen. De tooneelen, waarin Jezus afscheid neemt van Zijne Moeder, nadat Hij den Apostelen voorspeld heeft, <1-t thans zijn lijdenstijd gekomen is waarin Magda- lena Jezus' voeten eerbiedig zalft, waarbij Judas zijn valschen en hebzuchtigcn aard alreeds verraadt, door deze huldiging van Jezus als een verkwisting uit te krijten, zijn van een geweldig dramatische kracht' de duizenden toeschouwers waren zicht baar onder den indruk van dit aangrij pend gebeuren; wie zou ook niet tot schreiens toe bewogen worden, als hij Je zus bij dit afscheid Zijne moeder hoort toespreken: „Mutter! Mutter! Für die zartliche Lie be und mütterliche sorgpalt, die du mir in den drei und dreitzig Jahren meines Lebens erwiesen bast, empfange den heis zen Dank deines Sohnes! Der Vater ruft mich! Lebe wohl, beste Mutter!" Wie zou onbewogen blijven, als hij Je zus aan Maria, die Hem vraagt, waar zij hem zal terugzien, hoort antwoorden: „Dort, liebe Mutter, wo sich das Wort der Schrift erfüllt: Er ward wie ein Lamm das zur Schlachtbank geführt wird und seinen mund nicht öffnet"! In de volgende „handeling" draagt Je zus Petrus en Johannes op, het Paasch- maal in gereedheid te brengen: Judas maakt Jezus hierna verwijten over de geldverkwisting en als hij zich daarna al leen bevindt, hooren wij hem zinnen op middelen om wanneer hij eenmaal van Jezus zal zijn weggegaan zich verder geld te verschaffen; in dien geestes toestand treffen hem de door Jezus te rechtgewezen kooplieden aan en op hun aandringen omdat er geld mee te ver dienen is verklaart Judas zich bereid, Jezus te verraden. Nadat wij in voorafbeeldingstableaux aanschouwd hebben, hoe de Heer aan het Joodsche volk in de woestijn manna schonk en zware druiventrossen als een kenmerk der vruchtbaarheid van het be loofde land, wordt de avondmaal- scène gespeeld, tafereelen biedend, welke men nimmer vergeet, tafereelen, welke juist daarom zoo treffen, omdat zij de phantasie hier tot werkelijkheid doen worden; het beroemde doek van Leo nardo da Vinci is hier in al zijn figuren tot waarachtig leven gekomen! Voorafgebeeld door de zonen van Ja- 94. iWordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 9