BUITENLAND BINNENLAND. Tweed© Blad 29 Mel 1922 Naar de Passiespelen. iEM. BUITEML SEMSHTER. BIMNEHLANDSGR KIEUWS. ZIJN SLACHTOFFER- durchglüht, 31 Mei. De toestand in Ierland. NEDERLAND EN BELGIS. FEUILLETON De dokter kwam niet en toen bracht de wanhoop mij op een red dende gedachte. Met éen penne- schacht maakte ik een opening in het dikke slijm en ik zoog het speeksel van de kroep op, waardoor de ademhaling belemmerd werd. Voor de tweede maal schonk ik u het leven en o, wat was ik gelukkig Hoe innig dankbaar heb ik u toen omhelsd Christine zweeg een oogenblik. Zij kon niet meer spreken, de ontroering werd h«ar te machtig, en zij kon geen woord meer uitbrengen. Mark wierp zich in hare armen. „Moeder! moeder," riep hij, in tra nen uitbarstend. En die vrouw had hij verdacht, aan die vrouw-had hij getwijfeld. Schreiend smeekte hij ^.Vergiffe nis vergiffenis Ook Jeanne en hare moeder ween «Uji. Christian was innig Haar zoon geloofde in haar. hem herwennen 1, XXIII. HET SCHRIKKELIJK VERHAAL DER MOEDER. Gedurende de stilte, die volgde, liep Mark in de hoogste opgewonden heid het vertrek op en neer. 't Was hem, alsof'er cen'nieuwe wereld voor hem geopend werd, want hij ont dekte een der grootste heerlijkheden in de natuur, de moederlijke liefde. En als hij de gevoelens van Christine vergeleek bij de bewijzen van gene genheid, welke de markies hem scheen te schenken, kon hij niet langer aarze len. Een ongekend licht was er voor hem opgegaan, eene nieuwe ster ver lichtte zijn levenspad. Hij twijfelde niet meer. De woorden en de blikken zijner moeder hadden niets, dat deed denken aan hetgeen hij vroeger wel eens gezien en gekend had. Die vrouw kon hem niet bedriegen. Daar zij hem zoo beminde, was 't een onmogelijk heid, dat zij een oogenblik opgehouden zou hebben hem lief te hebben. Zij hau., an fschuw doortrilde hem. Als zijne ■r onschuldig was, was al hetgeen z" hem van dien man vertelde dus waat, van dien man dien hij had leeren achten en vereeren. Voor de eerste maal verscheen voor de pogen van den jongen man een geheel leven van misdaad eenerzijds en van moe derlijke liefde anderzijds. Was het wonder, dat hij wankelde, en niet dadelijk wist wat te doen. Alles willende weten, zei hij :„Ga voort moeder, ga voort." „Wilt ge het verhaal, van mijn mar telaarschap tot het einde toe hooren?" „Ja, allesalles," antwoordde de ior>-c man op doffen toon. „Ik wil nier .at er iets voor mij verborgen o» i oen ge genezen waart," ging Cinae voort, „wilde men u aan mij ontnemen, aan mij, die u ten tweeden male het leven geschonken had. Die man was uw vader volgens de wet en hij was nfijn echtgenoot, mijn mees ter, Mijne moeder en de dokter, die geen geloof sloegen aan de misdaad, welke ik hun ontsluierd had, trachtten Sprakeloos stond hij daar en dorst (mij over te halen tot hem terug te gelukkig, hiifi.-i oern np.etn balen. Een gevoel i koeren. Maar kon ik..dal doen Het scheen mij toe, alsof Paul mij een dergelijke laagheid niet zou hebben kunnen vergeven. Kon ik dien man, bezoedeld met het bloed van mijn echtgenoot terugzien en in'zijne|nabij- heid leven Ik zou van afschuw ge storven zijnVan den anderen kant echter, wilde ik u ook niet verliezen ik zou mij eerder het hart uit het lichaam hebben laten rukken. Toen ben ik vertrokken, toen ben ik ge vlucht. Ik heb mijne moeder, den dokter, allen die mij lief hadden, verlaten, om mij met u in Parijs te begraven. Ik bezat u en dat was mij voldoende. Maar ik ging heen niet een schrikbeeld achtepmij, dat me steeds vervolgde, de vrees voor dien man. Hij kon mij doen opsporen, mij terug vinden. Ik was jong, ik was s«hoon. Parijs ver borg mij niet genoegzaam. Ik viel onder de menigte al te zeer op. De dokter, die mij" vergezelde, kwam op een reddende gedachte. Hij knipte mij namelijk dc haren af en misvorm de mijn gelaat." „Hebt ge dat gedaan, moeder," riep Mark. „Hebt ge uwe schoonheid voor mii opgeofferd „O, tot welke opofferingen zou ik niet in staat geweest zijn, om u bij mij te houden, u te bezitten, u steeds te kuiyjen omhelzen, te waken over uwen slaap Als mijne dagen verlicht werden do f uwe glim :chjes, was dat niet mijn geheele ieven Aldus sprekende, scheen Christine een hooger wezen. Haar gelaat straal de. Mark kon het niet langer uithouden. Hij sloeg zijne armen om haar hals en haar hartstochtelijk omhelzende, riep hij uit .-„Moeder, lieve moeder Zij kon niet verder spreken, zoo ontroerd was zij. Tranen van geluk liepen langs hare wangen. „O, deze minuut," riep zij, minuut vergeldt mij al mijn leed, al ntijne beproevingen." Jeanne en hare moeder schreiden heete tranen. Zij ging voort ;„Een geheel jaar leefde ik gelukkig met u, op eene kleine bovenwoning in de Acacia straat. Ik deed zelf mijn huishouden. Men zag me aan voor een vrouw uit het volk en meende, dat ik weduwe -was* Mün leven was eenzaam, en droe vig, maar ik had u, en van den hemel vroeg ik geen grooter geluk. En toen op zekeren dag, een droevigen dag, kwamen er verscheidene mannen t de markies, poiitie-agenten, een com missaris. Men kwam u mij ontnemen. Mijne schuilplaats was ontdekt." Mark liep het vertrek maar voort durend op en neer, nog steeds ten prooi aan eene ontroering, welke ster ker werd naarmate ziine moeder met het verhaal harer lijdensgeschiedenis vorderde. Nogmaals zei hij :„Ga voort, moe der, ga voort Jeanne en hare moeder haalden nauwelijks adem, zoo pijnlijk ont roerd waren zij, bij het verhaal van zooveel monsterachtigheden. Christine ging voort rukten u dus uit mijne armen. Zij waren mef hun tienen. Ik was alleen. Ik hield u bij de hand en ik drukte u met zooveel kracht tegen mij aan, dat ge van smart weendet. Ik had de macht wel willen hebben om uw vleesch in het mijne te drukken. Wanhopig kromde ik mij in het stof voor de voeten van al die mannen. Ik riep al de machten op aarde en in den hemel aan. OBERAMMERGAU 22 Mei 1922. IV. Wanneer te twee uur de toeschouwers allen hun plaats weer ingenomen hebben, vangt het koor zijn gezang aan met een ernstige vermaning tot het publiek in ver band met het spel van den middag: „Begonnen hat der Kampf der Schmerzen, Begonnen in Gethsemani. O Sünder! Nehmet es zu Herzen, .Vergesset diese Scene niet!" „Begonnen hat der Kampf der Schmer zen. ja, waarlijk! thans is eerst recht Jezus' lijden aangevangen! Jezus wordt gesleept en voortgestompt en voortgetrokken van gerecht tot ge recht; Hij wordt voor Annas gevoerd, weigert echter aan deze een nadere uit- legging van Zijn leer te geven, en Annas heft de heiligschennende hand op en geeft Jezus een kaakslag. Wanneer wij Judas tot berouw helaas tot wanhopig berouw hebben zien ko men, wanneer Jezus voor den hoogen Raad de getuigenis Zijner Godheid heeft afgelegd, en daarom door den hoogen Raad wegens godslastering ter dood ver oordeeld is, wanneer Judas voor den Raad is verschenen vol spijt, omdat hij „onschul dig bloed verraden" heeft en de dertig zil verlingen den hoogepriesters voor de voe ten heeft geworpen, wanneer wij Petrus Jezus tot driemaal toe hebben hooren verloochenen en dezen, naar buiten ge gaan zijnde, bitter hebben zien weenen, wanneer ten slotte de ruwe krijgersbende Jezus geslagen en bespot heeft, wordt Jezus naar het paleis van Pilatus ge voerd; Pilatus neemt hier een vrij sterke houding aan, is echter verheugd, Jezus naar Herodes te kunnen zenden; na het verhoor door Herodes, waarbij Jezus geen enkel antwoord geeft, wordt Jezus wederom naar Pilatus gezonden, die ten slotte het door den hoogen Raad over Jezus uitgesproken doodvonnis goed keurt. Nu, wanneer de overige Joden, daar toe opgeruid door de priesters, het bloed van Jezus over zichzelf en hunne kinderen hebben afgeroepen in rumoerige cn fel bewogen tooneelen, stijgt het ge weldigste drama der menschheid, dat hier een waardige vertolking vindt, ten hoogste. Thans geen onderbreking meer in de adcmlooze spanning. Afschuw-en medelijden strijden met el kaar in de harten der toeschouwers, even als op het tooneel het volk strijdt tusschen Jezus en Barabbas.' Nu openbaart zich de opstandigheid, niet slechts van het Jodenvolk tegen de Romeinen, maar ook en vooral van het menschdom tegen de Godheid; nu geldt het niet mee -e tragische schuld van den enkeling, van de gansche wereld tegenover haren Schepper, en ieder toeschouwer erkent daarin.... zijn aandeel. Dan vangt de kruisweg aan, de lijdens- tocht; van den triomphtocht van hedenmorgen zijn komende van de zijde Pilatus' paleis slechts weinige getrou wen overgebleven: Maria alleen met haar volgelingen, waaronder Johannes. Hier grijpt het menschelijke medelijden den toeschouwer weer diep in de ziel; hij weet: hier moeten Zij elkander ontmoeten, de Moeder en de Zoon; de Mater Dolorosa moet den leidensgang medemaken tot op Golgotha, Proloog en koor verschijnen nu in zwarte gewaden en melodramatisch reci teert de koorleider: „Auf, fromme Seelen, auf und gehet, Von Reue, Schmcrz und Dank Mit mir nach Golgotha und gehet, Was hier zu euren Heil geschieht." Naar Golgotha! Eeuwig zal ons bij blijven, hoe wij Jezus hebben zien bezwijken onder het kruishout, hoe diep ontroerend de ont moeting was tusschen Jezus en Maria, en hoe stil het ons werd om het hart, toen wij Jezus, hangend aan het kruis tusschen de twee moordenaars, het hoofd zagen neigen en sterven: „Het is volbracht"..--. Angstwekkende ontzetting liecrscht er op het tooneel op dat oogenblik, waarop de aarde de macht van den Allerhoogste zichtbaar ondergaat: ieder's blik is als ge boeid aan het kruis en velen kunnen hun tranen thans niet meer bedwingen; een smartelijke huivering vaart door de rijen der toeschouwers, als de krijgsknecht Jezus' zijde met een lanspunt doorboort; alsdan volgt de onbeschrijflijk ontroe rende kruis-afname. De smartelijke stemming wordt eerst weder eenigszins verlicht, als de proloog - spreken komt: „Nun 1st alles volbracht! Friede und Freude uns! Freiheit hat uns sein Kampf, Leben sein Tod gebracht! De „handelingen" eindigen met de op standing van Jezus uit het graf, waarna een engel aan de weenende vrouwen ver kondigt, dat Jezus verrezen is, en Jezus zich aan Magdalena alleen ver toont. Voor den Christen is met de opstanding nog niet het volledige geloofsdogma ver vuld, daarom kan deze opstanding niet het slot van dit offerdrama vormen: In een rijk slot-tableau aanschouwen wij nog Jezus' triomph en verheerlijking. 't Is onzegbaar, welke een onuitwischbaren indruk de Oberammergausche Passiespe len op den toeschouwer vooral wan neer deze geloovig is maken. Herhaaldelijk hebben wij 't ons zelf met steeds inniger overtuiging toegefluis terd tijdens de vertooning; „Zóó lief heeft God den mensch gehad!" Dat is ook onze totaal-indruk gebleven, en zoolang wij leven, zullen wij dieper dan- voorheen beseffen, hoe duur God den mensch heeft vrijgekocht. Dit ontzettend groote geestelijke voor deel hebben de Oberammergausche Pas sie-spelers niet alleen ons, maar voorzeker ook verreweg het grootste deel der toe schouwers geschonken, en dat geeste lijke voordeel zullen zij blijven schenken aan alle geloovingen, die in den loop van dezen zomer de spelen alsnog zullen be zoeken. Waarbij nog de verwachting gekoesterd mag worden, dat velen, die zoekende zijn, de waarheid zullen vinden, dank zij het meesterlijke, liefdevolle en toegewijde! spel der Oberammergauers. Er is echter nog méér; Sinds in 1914 de groote wereldoorlog aanving, zijn de volkeren (de „vrede" bracht daarin hoegenaamd geen verande ring) jammerlijk verdeeld door baat en afagekeerdheid en door nog steeds grooter geworden egoïsme; De vertooningen te Oberammergau nu mogen en kunnen! medewerken tot verzoening der volken, indien van overal de scharen optrekken naar dit heilig en vredig stemmend oord en de vertooning van Jezus' lijden en sterven de verzoe ning van Hemel en aarde bijwonen in den geest, waarin de Oberammergauers het Passiespel spelen. Waar Jezus -zóó geleden heeft om vrede en verzoening te bewerken, daar moet men wel een hart van steen hebben, als men door bijwoning dezer spelen niet ertoe gedreven wordt, dien vrede en die verzoening ook onder de volken van deze tijden te helpen bewerkstelligen. Het voegt ons niet, een zóó grootsche en heilige daad, als de Oberammergauers met het geven van hun Passie-vertoonin gen stellen, aan kunstkritiek te onder werpen. Dank zij hun gewetensvolle toewijding en liefde praesteeren zij zoo véél en zoo veel gróótscb, als wel nergens ter wereld door dilettanten zal worden gepraesteerd. Anton Lang, als Christus, is een figuur, welke de hooge eer geniet, het waagstuk te wagen cn te kunnen bestaan.... Jezus op het tooneel te verbeelden. Door de hooge waardigheid der vertol king. Petrus, Johannes, Judas, Herodes, An nas, Kaiphas, Maria Magdalena, Maria om slechts deze hoofdfiguren te noemen 't zijn alle ccensvolle vertolkers en vertolksters vaö de hun en haar toegewe- zen rollen. Alleen zouden wij ten opzichte van Jezus' Moeder, Maria, Martha Veit willen opmerken, dat zij voor hare rol te jong ia» en voorts, dat enkele spelers, b.v. Pilatus, zich nog niet geheel ontwor steld hebben aan het Beiersche dialect, wat velen niet-Beieren het verstaan van den gesproken tekst niet gemakkelijker maakt. Doch, mogen wij daarop letten, nu te Oberammergau zulk een grootsch geeste lijk ideaal wordt nagestreefd enbe reikt? L. S. Volgens de „Chicago Tribune" heeft de bankiers-commissie te Parijs het ontwerp van Bradbury goedgekeurd, volgens 't welk Duitschland's vlottende schuld in den staat van 31 Maart op 272 milliard papiermark wordt gestabiliseerd, de Duit- sche begrooting door binnenlandsche lee ningen of nieuwe belastingen sluitend ge maakt wordt, het bedrag der Duitsche bankbiljettencirculatie wordt gefixeerd en zonder toestemming van de geallieerden niet mag worden verhoogd. De onderhandelingen van de commissie van herstel met minister Hermes moeten in hoofdzaak op dezen grondslag zijn ge- Terwijl de rechtsche pers in Duitschland spot over „deze niéuwe triomf der ver- vullingspolitiek", die h.i. het Duitsche volk opnieuw een zwaren slag toebrengt, schrijft de „Germania": Zoolang de scha devergoeding niet wordt geplaatst op zui ver ekonomischen grondslag, zal ze het groote onopgeloste vraagstuk der wereld politiek blijven. De „Vorwarts" belooft de regeering den steun der meerderheids-socialisten, zoo lang zij haar huidige politiek voortzet. De „Freiheit" betwijfelt of de onder handelingen van Hermes vrucht zullen dragen en de „Rote Fahne stelt voor de zooveelste maal het proletarisch eenheids front tegenover de „kapitalistische ver- vullingspolitiek". Het rijkskabinet heeft Vrijdag zijn be sprekingen over de onderhandelingen van minister Hermes met de commissie van herstel voortgezet. De meerderheid der leien van het kabinet ziet in de voor stellen van Hermes een gescbikten grond slag voor verder overleg. Naar in een conferentie van den rijks kanselier met de regeeringsparlijen is ge bleken, zijn de meerderheidssocialisten, het centrum, de demokraten en zelfs de volkspartij, die Vrijdag een groepsverga dering heeft gehouden, van hetzelfde ge voelen, In den kabinetsraad is men het ten slotte eens geworden over een bemidde lingsvoorstel van den rijks-president, waarin Duitschland zich bereid verklaart de bankbiljetten-circulatie in den stand van 31 Mei te fixeeren, op voorwaarde dat er geen verdere katastrofale daling van de mark kemt. Staatssecretaris Bergmann heeit op dracht gekregen, de commissie van her stel te vragen of Duitschland bij aanne ming van den eisch tot stopzetting van de bankbiljettenpers nieuw papierengeld mag uitgeven, als bij een verdere daling der valuta deze aanneming niet gestand kan worden gedaan, Verder werd Zaterdag nog draadloos uit Berlijn gemeld: In de positie van het Duitsche kabinet tegenover de kwestie van de schadeloos stelling en dc Parijsche besprekingen is vandaag helderheid gekomen door het antwoord op de door staatssecretaris Bergmann te Rarijs gestelde vraag of bij den rampzaligen staat der Duitsche valu ta Duitschland gerechtigd zal zijn den al gemeen geldenden rechtregel van over macht in te roepen. Daar het, nadat Berg mann voeling gehad heeft met de leden der commissie van herstel, vanzelf spre kend schijnt, dat overmacht ook voor de Duitsche verplichtingen geldt, zijn de laat ste bedenkingen aan Duitsche zijde opge heven en het rijkskabinet zal nu een de finitief antwoord op de laatste nota van de commissie van herstel en Duitsche voorstellen kunnen vaststellen. De beslissing zal echter eerst komen door het groote politieke debat in den Rijksdag, hetwelk (heden) Maandag be gint. In parlementaire kringen verwacht men, dat dé houding van het kabinet door de groote meerderheid van den rijksdag goedgekeurd zal worden, daar de beslui ten van het kabinet liggen in de lijn, die reeds sedert meer dan een jaar gevolgd is onder voortdurende goedkeuring van den rijksdag. Besprekingen in Londen. Lloyd George die aanvankelijk voorne mens was zijn weekend buiten door te brengen, is, volgens de Times, te Londen gebleven, hetgeen het blad een aanduiding acht vaij den ernst van den Iersclien toe- stand. Michael Collins, 'de eerste minister van de voorloopige regeering te Dublin, is Zaterdag te Londen aangekomen om deel te nemen aan de conferentie met de Brit- sche ministers. Nader werd uit Londen gemeld: Michael Collins is te Londen aangeko men voor een belangrijke conferentie in Downing street nopens het onlangs geslo ten verdrag met de Valera. De conferentie is uitgesteld tot 6 nur. Er zijn aan beide zijden voorloopige besprekingen gehou den. Des ochtends had Collins een bespre king, die 2 uren duurde, met Churchill, en om half 4 een bespreking van een half uur met Lloyd George. De Engelsche onderteekenaars van het Engeisch-Iersche vredesverdrag zijn in Downing street om 4 uur bijeengekomen. Lloyd George presideerde. De bijeenkomst tusschen de lersclie cn de Engelsche onderteekenaars van het Iersche verdrag, die Zondagavond plaats had, en waarvan het doel was, de moge lijke uitwerking te overwegen van de on langs tusschen Collins en de Valera geslo ten overeenkomst, is tot Maandagochtend verdaagd. De toestand wordt als zeer hoopgevend, ofschoon ingewikkeld, be schouwd. Zie verder onder Telegrammen- De euveldaden. Twee Engelsche soldaten zijn Zaterdag te Dublin door gewapende aangevallen. Een is gedood en de andere ernstig ge wond. Een klein meisje, dat in de buurt stond, is ook ernstig gewond. Het voorval heet groote sensatie verwekt. Uit Belfast worden geen betere berich ten gemeld. Er wordt nog steeds gevoch ten en gebrand. UIT RUSLAND. De Frankfurter Zeitung verneemt uit Moskou: De verdedigers van de sociaal-revolu- tionnairen zijn hier aangekomen en door een talrijke menigte aan het station on vriendelijk ontvangen. Er werden hun bor den voorgehouden, waarop stond: „Van der Velde, de onderteekenaar van het verdrag van Versailles moet voor de recht bank komen!" en „Theodor Liebknecht, waar is uw broeder?" De sowjet-regeering had alle mogelijke maatregelen getroffen. De verdedigers zullen zich in de volgen de dagen bezig houden met het kenis- nemen van de stukken waarop de aan klachten berusten. Dezer dagen is, naar de Frankfurter Zeitung meldt, de aartsbisschop van Ros- tow gevangen genomen. De tegen stand tegen de onteigening der kerkelijke goederen wordt steeds grooter. De sowjet- ambtenaren dringen het allerheiligste in dc kerken, waarin slechts de priesters toe gang heberi, binnen, hetgeen de geloovigen verbittert. Te St. Petersburg zijn 84 geeste lijken in staat van beschuldiging gesteld wegens verzet tegen de onteigening der kerkelijke bezittingen. FRANKRIJK EN DE VER. STATEN. De Daily Mail verneemt uit New York dat Bush, de voorzitter van de ka mer van koophandel, in een rede ver klaard heeft, dat Engeland naar Genua was gegaan met de vriendschap van Amerika, welke versterkt was door de conferentie te Washington. Maar toen de coQierentie van Genua geëindigd was, had de openbare meening in de Ver. Staten een zwenking ondergaan ten gunste van Frankrijk. De Vereenigde Staten hebben geconsta teerd dat Frankrijk opkwam voor de be ginselen van internationale eerlijkheid en rechtschapenheid, terwijl de Engelsche gedelegeerden geneigd leken te transigee- ren op het stuk van de fundamenteele beginselen van het internationale leven. DE VLAAMS CHE KWESTIE. Poullet, oud-minister en leider van de Vlaamsche groep der Katholieke partij, heeft rapport uitgebracht voor de cen trale parlementaire commissie betreffende. Vlaamsch universitair onderwijs. Hij gaat de verschillende voorstellen na en verde digt het voorstel van Cauwelaert over de geleidelijke vervlaamsching van de uni versiteit van Gent. Op 1100 Belgische stu denten, die de Fransche universiteit van Gent in 19201921 bezocht hebben, wa ren 816 afkomstig uit Oost- en West- Vlaanderen. In die beide provincies spre ken 1.814.000 personen gewoonlijk Vlaamsch, terwijl 79.000 gewoonlijk Fransch spreken. In "diezelfde provincies spreken 1.603.000 personen uitsluitend Vlaamsch tegen 40.000 die uitsluitend Fransch spreken. Deze teekenende cijfers toonen volgens Poullet duidelijk aan, dal alleen een Vlaamsche universiteit te Genl aan haar roeping beantwoorden zal. De wet van 27 September* 1835 zegt: „Er zijn in België twee staatshoogescho- len, een te Gent en een te Luik." Is het niet rechtvaardig, dat een van beide een Vlaamsche universiteit is? Er ziin in Bel gië 3.833.000 personen, die gewoonlijk Vlaamsch spreken, tegen 3.183.000, die ge woonlijk Fransch spreken. Het stichten van een derde universiteit zou dus in strijd zijn met de rechtvaardigheid en do gelijkheid en het zou ook schadelijk zijn voor de twee bestaande universiteiten. DUITSCHLAND EN POLEN. De commissie voor de buitanlandsche zaken uit den Rijksdag heeft met groote meerderheid van stemmen het Duitseb- Poolsche verdrag over Öpper-Silezlë aan-'; genomen' v "•■-j 'v w »,r" UIT HONGARIJE. De I-'rankfurter Zeitung verneemt uit Boedapest, d.d. Zaterdag: Vandaag is bepaald, dat in dan loop van Mei die personen nit de gevangenis zul len worden ontslagen, die fn het tijdperk van najaar 1919 tot 1 Juni 1920 zijn ge- intemeerd, en verder die personen, die bun straf hebben uitgezeten of na de openbaarmaking van een besluit tot am nestie zijn geiitlemeerd. DE GRJEKSOHE WREEDHEDEN. De Engelsche regeering heeft aan de Fransche regeering lalsn weten, dat zij het voorstel tot het houden van een on derzoek in de streek van Smyrna naar de wreedheden der Grieken aanneemt. DE TROEBELEN TE ROME. Volgens de Italia ansche bladen hebben de gebeurtenissen van de laatste dagen te Rome het leven gekost aan 3 personen, w.o. één arbeider, die Vrijdagavond bij een relletje gedood is. Er zijn 44 gewon den, waarvan 9 in observatie worden ge- honden. 44 arrestaties hebben plaats ge had. De stad had Zaterdag haar normale aanzien herkregen. De onbekende Engelsche soldaat. In het groote schip van den Westmin ster Abdy-kerk te Londen is boven het graf vfln den onbekenden soldaat een ge denkraam geplaatst „in trotscbe «n dank bare herinnering" aan de leden van de Britscbe vliegdiensten die in den oorlog gesneuveld zijn. Het is een geschenk van een Amerikaansche dame, wier «enige zoon bij den Brilschen vliegdienst in Frankrijk gesneuveld is. Haar naam blijft ongenoemd gelijk die van haren zoon, daar het raam als een algemeene hulde bedoeld is. Na onderhandelingen die 20 uren ge duurd hebben, zijn de indnstrieelen en de vakvereendgingen in do metaal-nijverheid in Praag tot een voorloopige overeenstem ming gekomen. De loonen en toeslagen der arbeiders zullen met 10 percent ver laagd worden. Verder zullen er nieuwe loonregelingen gemaakt worden, die voor einde Juni klaar -moeten zijn. Zaterdag zou bij stemming uitgemaakt worden of deze voorloopige overeenkomst van kracht zal worden. In het Journal ontkent de oud-mi- nister Lefèvre, in tegenstelling met een uiting in de HumanHé, Anspach ooit te hebben ontmoet, iets van te hebben ont vangen noch eenig document, door hem vervaardigd, als wapen legen Duitschland te hebben gebruikt. Bij Saltern aan de Lippe zijn 6000 morgen bosch door brand vernield. De schade beloopt 40 50 millioen mark. Te Lerchenfeld is een munitie-depót bi de lucht gevlogen. De ontploffing was vreeselijk, geen huis in Lerchenfeld is on beschadigd gebleven. Er zijn twee dooden en 40 gewonden. De vroegere officieren van Pelljoera, die den Poolschen minister van buiten- landsche zaken Skirmunt te Weenen op beleedigcnde wijze lastig gevallen zijn, zijn uit Oostenrijk gezet. De Tsjecho-Slowaksche minister van buitenlandsclie zaken bereidt de publicalie voor van een roodboek over het ontstaan van den Tsjecho-Stowakschen staat, de vorming van de kleine entente, de pogin gen tot herstel der Habsburgers, de da den van de Tsjecho-Slowaksche legioenen in Siberië. Verklaring van den oud-minister Hy- mans. In de Belgische Kamer heeft de oud- minister Hymans verklaard Met Nederland hebben wij steeds goede vriendschap gewenscht. Wij hebben 'oem- gen tijd geleden aan Nederland oen de fensief verdrag voorgesteld tot wederzijd- eche beveiliging, vooral met het oog op Limburg. Het is niet gelukt; wij waren pp het punt de Scholdekwostio te rege len toen letterlijk gesproken een hinder paal uit de golven rees. Maar als Ne derland souverein wil zijn over de zee, langs de kust die on3 noodig is, dan is dat een hinderpaal voor do toenadering. Ik maak er geeiy commentaar bij ik stol alleen het feit vast. („Hbl.»} DE HAAGSCHE CONFERENTIE. Uit 's Gravenhage wordt gemeld, dat i thans de uitnooddgingen to or de llaag- sche bijeenkomsten verzonden zijn. De uitnoocli gingen geschieden, gelijk bekend door den presiiicnl van de conferenüc ie Genua in o green iemming met de W- derlandeche i\ ring. De bedoeling is dat op 26 Juni a.s. te 's Gravenhage twee commissies zullen bijeenkomen, waarvan de eene zal zijn samengesteld uit- deskun digen van de te Genua vertegenwoordi gende Stalen, behalve Rusland en Duitsch land, terwijl de tweede uit Russische des kundigen zal bestaan. Tevoren zuilen op 15 Juni a.s. te 's Gra venhage hoogstens twee afgevaardigden van e!k der Staten, welke te Genua verte genwoordigd waren, behalve Rusland en Duitschland, vergezeld van een beperkt aanlal deskundigen, bijeenkomen, ten eia de hun deelneming aan, alsmede de sa ntenstelling en werkwijze van de niet-Rus- sische commissie Ie bepalen. Op zijn. laatst 20 Juni daaraanvolgend zullen de namen van de deelnemende lan den en van hunne deskundigen door tus- schenkomst van het secretariaat-generaal, waarmede een Nederlander belast zal worden, ter wederziidsche kennis worden gebracht. Dc taak dier commissie zal zijn de geschilpunten te onderzoeken, welke op het gebied der schulden van den particu lieren eigendom en der credielen tusschen de Sovjet-regeering en de andere regee ringen beslaan en ter zake overleg met eikaar te plegen, ten einde zoo mogelijk tot gemeenschappelijke aanbevelingen aai de regeeringen te geraken. Ten einde den arbeid der commissies te bevorderen, is te Genua voorts overeen gekomen, dat de Staten zich gedurende een zekeren tijd na de bijeenkomst zullen onthouden van- aanvallen tegen elkanders grondgebied en van propaganda, terwijl de niet-Russische leden van de bijeen komst zich tevens verbinden gedurendt een bepaalden tijd geen afzonderlijke overeenkomsten met de Sovjet-regeering te sluiten, nopens de punten welke aan het onderzoek der commissies zijn opge dragen. Met de voorbereiding van de inrichting der bijeenkomst heeft de Minister van Buitenlandsche Zaken belast mr. Van dv. Sandc Bakhuzven, consul-generaal in ai- gemeenen dienst, die ook deel heeft uilge- maakt van de delegatie ter conferentie 19 Genua. ME. F. J. M. A. REEKERS, f Te Amsterdam is in den ouderdom vaa 80 jaren in zijn woning op de nieuwa Heerengracht overleden, het Eerste Ka merlid mr. F. J. M. A. Beekera. Beekera is niet lang ongesteld geweest Kort geleden presideerde hij nog als oudste lid in jaren eenige zittingen vaa de Eerste Kamer, toen de voorzitter, baron Van Voorst tot Voorst afwezig was. Frederik Joseph Maria Anton Reekers» promoveerde in 1867 te Utrecht tot doctor in de beide rechten. Van 1878 tot 1894 was hij lid der Tweede Kamer. Hij behoorde, gelijk men weet, tot de Katholieke Staatspartij en had in ge noemde jaren zitting voor het district Haarlemmermeer. Eenige jaren is de heer Reekers ook lid van den Amster- damschen gemeenteraad geweest en in de jare 1891'93 was hij wethouder. Hij Was belast met het beheer van do af- deelïngen Burgerlijke BtanJ, Bevolkings register, Begraafplaatsen en Handelsin richtingen. In 1896 werd h - >r da Provinciale Staten van Gelder,.. afge vaardigd naar de Eerste Kamer, in welk ooilege hij al zoo 26 jaren zitting heeft gehad. Vele jaren was de heer Beekers be stuurslid van de bekende Maatschappij voor weldadigheid; na het overlijden var oud-minister mr. W. H. de Beaufort, werd hij voorzitter van deze instelling. EEN DUEE AFDEELlNG. Het „Tijdschr. der Mij. van Nijver heid" bevat eenige artikelen over be zuiniging, waarvan vooral vermelding verdient een beschouwing van deskun dige zijde, getiteld „JJure Wetenschap." De schrilv r behandelt hierin de afdee- ling Wiskunde en Statistiek van de Rijks verzekeringsbank, die naar zijn bereke ning circa 21/» ton administratiekosten* vergt. Men moet daarbij bedenken, dat, nu de bijdragen van den Staat in de administratiekosten zijn komen te verval len, de werkgevers 75 pet. van de kosten der Bank, dus ook van do ,„luxe-afdee- ling" Wiskunde en Statistiek, moeten be talen. Schr. meent, dat hierop, door een voudiger inrichting en beperking van on- noodig werk heel wat bezuinigd zou kun nen worden en geeft eenige denkbeelden daarioo in overweging. Veel van het sta tistische werk behoort eigenlijk thuis bij het Centraal Bureau voor de Statistiek; verschillende wiskundige berekeningen kunnen veel eenvoudiger worden opge zet, enz. 95 VartU vetixAodA

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 5