BUITENLAND
BINNENLAND.
Tweed© Blad
29 Mel 1922
Naar de Passiespelen.
iEM. BUITEML SEMSHTER.
BIMNEHLANDSGR KIEUWS.
ZIJN SLACHTOFFER-
durchglüht,
31 Mei.
De toestand in Ierland.
NEDERLAND EN BELGIS.
FEUILLETON
De dokter kwam niet en toen
bracht de wanhoop mij op een red
dende gedachte. Met éen penne-
schacht maakte ik een opening in het
dikke slijm en ik zoog het speeksel van
de kroep op, waardoor de ademhaling
belemmerd werd. Voor de tweede maal
schonk ik u het leven en o, wat was
ik gelukkig Hoe innig dankbaar
heb ik u toen omhelsd
Christine zweeg een oogenblik. Zij
kon niet meer spreken, de ontroering
werd h«ar te machtig, en zij kon geen
woord meer uitbrengen.
Mark wierp zich in hare armen.
„Moeder! moeder," riep hij, in tra
nen uitbarstend.
En die vrouw had hij verdacht,
aan die vrouw-had hij getwijfeld.
Schreiend smeekte hij ^.Vergiffe
nis vergiffenis
Ook Jeanne en hare moeder ween
«Uji. Christian was innig
Haar zoon geloofde in haar.
hem herwennen 1,
XXIII.
HET SCHRIKKELIJK VERHAAL
DER MOEDER.
Gedurende de stilte, die volgde,
liep Mark in de hoogste opgewonden
heid het vertrek op en neer. 't Was
hem, alsof'er cen'nieuwe wereld voor
hem geopend werd, want hij ont
dekte een der grootste heerlijkheden
in de natuur, de moederlijke liefde.
En als hij de gevoelens van Christine
vergeleek bij de bewijzen van gene
genheid, welke de markies hem scheen
te schenken, kon hij niet langer aarze
len. Een ongekend licht was er voor
hem opgegaan, eene nieuwe ster ver
lichtte zijn levenspad. Hij twijfelde
niet meer. De woorden en de blikken
zijner moeder hadden niets, dat deed
denken aan hetgeen hij vroeger wel
eens gezien en gekend had. Die vrouw
kon hem niet bedriegen. Daar zij hem
zoo beminde, was 't een onmogelijk
heid, dat zij een oogenblik opgehouden
zou hebben hem lief te hebben.
Zij hau., an fschuw doortrilde hem. Als zijne
■r onschuldig was, was al hetgeen
z" hem van dien man vertelde dus
waat, van dien man dien hij had
leeren achten en vereeren. Voor de
eerste maal verscheen voor de pogen
van den jongen man een geheel leven
van misdaad eenerzijds en van moe
derlijke liefde anderzijds. Was het
wonder, dat hij wankelde, en niet
dadelijk wist wat te doen.
Alles willende weten, zei hij :„Ga
voort moeder, ga voort."
„Wilt ge het verhaal, van mijn mar
telaarschap tot het einde toe hooren?"
„Ja, allesalles," antwoordde de
ior>-c man op doffen toon. „Ik wil
nier .at er iets voor mij verborgen
o»
i oen ge genezen waart," ging
Cinae voort, „wilde men u aan mij
ontnemen, aan mij, die u ten tweeden
male het leven geschonken had. Die
man was uw vader volgens de wet
en hij was nfijn echtgenoot, mijn mees
ter, Mijne moeder en de dokter, die
geen geloof sloegen aan de misdaad,
welke ik hun ontsluierd had, trachtten
Sprakeloos stond hij daar en dorst (mij over te halen tot hem terug te
gelukkig, hiifi.-i oern np.etn balen. Een gevoel i koeren. Maar kon ik..dal doen Het
scheen mij toe, alsof Paul mij een
dergelijke laagheid niet zou hebben
kunnen vergeven. Kon ik dien man,
bezoedeld met het bloed van mijn
echtgenoot terugzien en in'zijne|nabij-
heid leven Ik zou van afschuw ge
storven zijnVan den anderen kant
echter, wilde ik u ook niet verliezen
ik zou mij eerder het hart uit het
lichaam hebben laten rukken. Toen
ben ik vertrokken, toen ben ik ge
vlucht.
Ik heb mijne moeder, den dokter,
allen die mij lief hadden, verlaten,
om mij met u in Parijs te begraven.
Ik bezat u en dat was mij voldoende.
Maar ik ging heen niet een schrikbeeld
achtepmij, dat me steeds vervolgde,
de vrees voor dien man. Hij kon mij
doen opsporen, mij terug vinden. Ik
was jong, ik was s«hoon. Parijs ver
borg mij niet genoegzaam. Ik viel
onder de menigte al te zeer op. De
dokter, die mij" vergezelde, kwam op
een reddende gedachte. Hij knipte
mij namelijk dc haren af en misvorm
de mijn gelaat."
„Hebt ge dat gedaan, moeder,"
riep Mark. „Hebt ge uwe schoonheid
voor mii opgeofferd
„O, tot welke opofferingen zou ik
niet in staat geweest zijn, om u bij mij
te houden, u te bezitten, u steeds te
kuiyjen omhelzen, te waken over
uwen slaap Als mijne dagen verlicht
werden do f uwe glim :chjes, was
dat niet mijn geheele ieven
Aldus sprekende, scheen Christine
een hooger wezen. Haar gelaat straal
de.
Mark kon het niet langer uithouden.
Hij sloeg zijne armen om haar hals
en haar hartstochtelijk omhelzende,
riep hij uit .-„Moeder, lieve moeder
Zij kon niet verder spreken, zoo
ontroerd was zij. Tranen van geluk
liepen langs hare wangen.
„O, deze minuut," riep zij,
minuut vergeldt mij al mijn leed, al
ntijne beproevingen."
Jeanne en hare moeder schreiden
heete tranen.
Zij ging voort ;„Een geheel jaar
leefde ik gelukkig met u, op eene
kleine bovenwoning in de Acacia
straat. Ik deed zelf mijn huishouden.
Men zag me aan voor een vrouw uit
het volk en meende, dat ik weduwe
-was* Mün leven was eenzaam, en droe
vig, maar ik had u, en van den hemel
vroeg ik geen grooter geluk. En toen
op zekeren dag, een droevigen dag,
kwamen er verscheidene mannen t
de markies, poiitie-agenten, een com
missaris. Men kwam u mij ontnemen.
Mijne schuilplaats was ontdekt."
Mark liep het vertrek maar voort
durend op en neer, nog steeds ten
prooi aan eene ontroering, welke ster
ker werd naarmate ziine moeder met
het verhaal harer lijdensgeschiedenis
vorderde.
Nogmaals zei hij :„Ga voort, moe
der, ga voort
Jeanne en hare moeder haalden
nauwelijks adem, zoo pijnlijk ont
roerd waren zij, bij het verhaal van
zooveel monsterachtigheden.
Christine ging voort rukten u
dus uit mijne armen. Zij waren mef
hun tienen. Ik was alleen. Ik hield u
bij de hand en ik drukte u met zooveel
kracht tegen mij aan, dat ge van
smart weendet. Ik had de macht wel
willen hebben om uw vleesch in het
mijne te drukken. Wanhopig kromde
ik mij in het stof voor de voeten van
al die mannen. Ik riep al de machten
op aarde en in den hemel aan.
OBERAMMERGAU 22 Mei 1922.
IV.
Wanneer te twee uur de toeschouwers
allen hun plaats weer ingenomen hebben,
vangt het koor zijn gezang aan met een
ernstige vermaning tot het publiek in ver
band met het spel van den middag:
„Begonnen hat der Kampf der Schmerzen,
Begonnen in Gethsemani.
O Sünder! Nehmet es zu Herzen,
.Vergesset diese Scene niet!"
„Begonnen hat der Kampf der Schmer
zen. ja, waarlijk! thans is eerst recht
Jezus' lijden aangevangen!
Jezus wordt gesleept en voortgestompt
en voortgetrokken van gerecht tot ge
recht; Hij wordt voor Annas gevoerd,
weigert echter aan deze een nadere uit-
legging van Zijn leer te geven, en Annas
heft de heiligschennende hand op en geeft
Jezus een kaakslag.
Wanneer wij Judas tot berouw helaas
tot wanhopig berouw hebben zien ko
men, wanneer Jezus voor den hoogen
Raad de getuigenis Zijner Godheid heeft
afgelegd, en daarom door den hoogen
Raad wegens godslastering ter dood ver
oordeeld is, wanneer Judas voor den Raad
is verschenen vol spijt, omdat hij „onschul
dig bloed verraden" heeft en de dertig zil
verlingen den hoogepriesters voor de voe
ten heeft geworpen, wanneer wij Petrus
Jezus tot driemaal toe hebben hooren
verloochenen en dezen, naar buiten ge
gaan zijnde, bitter hebben zien weenen,
wanneer ten slotte de ruwe krijgersbende
Jezus geslagen en bespot heeft, wordt
Jezus naar het paleis van Pilatus ge
voerd; Pilatus neemt hier een vrij
sterke houding aan, is echter verheugd,
Jezus naar Herodes te kunnen zenden;
na het verhoor door Herodes, waarbij
Jezus geen enkel antwoord geeft, wordt
Jezus wederom naar Pilatus gezonden, die
ten slotte het door den hoogen Raad over
Jezus uitgesproken doodvonnis goed
keurt.
Nu, wanneer de overige Joden, daar
toe opgeruid door de priesters, het
bloed van Jezus over zichzelf en hunne
kinderen hebben afgeroepen in rumoerige
cn fel bewogen tooneelen, stijgt het ge
weldigste drama der menschheid, dat hier
een waardige vertolking vindt, ten
hoogste.
Thans geen onderbreking meer in de
adcmlooze spanning.
Afschuw-en medelijden strijden met el
kaar in de harten der toeschouwers, even
als op het tooneel het volk strijdt tusschen
Jezus en Barabbas.'
Nu openbaart zich de opstandigheid,
niet slechts van het Jodenvolk tegen de
Romeinen, maar ook en vooral van
het menschdom tegen de Godheid; nu
geldt het niet mee -e tragische schuld
van den enkeling, van de gansche
wereld tegenover haren Schepper, en
ieder toeschouwer erkent daarin.... zijn
aandeel.
Dan vangt de kruisweg aan, de lijdens-
tocht; van den triomphtocht van
hedenmorgen zijn komende van de zijde
Pilatus' paleis slechts weinige getrou
wen overgebleven: Maria alleen met haar
volgelingen, waaronder Johannes.
Hier grijpt het menschelijke medelijden
den toeschouwer weer diep in de ziel; hij
weet: hier moeten Zij elkander ontmoeten,
de Moeder en de Zoon; de Mater Dolorosa
moet den leidensgang medemaken tot op
Golgotha,
Proloog en koor verschijnen nu in
zwarte gewaden en melodramatisch reci
teert de koorleider:
„Auf, fromme Seelen, auf und gehet,
Von Reue, Schmcrz und Dank
Mit mir nach Golgotha und gehet,
Was hier zu euren Heil geschieht."
Naar Golgotha!
Eeuwig zal ons bij blijven, hoe wij
Jezus hebben zien bezwijken onder het
kruishout, hoe diep ontroerend de ont
moeting was tusschen Jezus en Maria, en
hoe stil het ons werd om het hart, toen
wij Jezus, hangend aan het kruis tusschen
de twee moordenaars, het hoofd zagen
neigen en sterven: „Het is volbracht"..--.
Angstwekkende ontzetting liecrscht er
op het tooneel op dat oogenblik, waarop
de aarde de macht van den Allerhoogste
zichtbaar ondergaat: ieder's blik is als ge
boeid aan het kruis en velen kunnen hun
tranen thans niet meer bedwingen; een
smartelijke huivering vaart door de rijen
der toeschouwers, als de krijgsknecht
Jezus' zijde met een lanspunt doorboort;
alsdan volgt de onbeschrijflijk ontroe
rende kruis-afname.
De smartelijke stemming wordt eerst
weder eenigszins verlicht, als de proloog -
spreken komt:
„Nun 1st alles volbracht!
Friede und Freude uns!
Freiheit hat uns sein Kampf,
Leben sein Tod gebracht!
De „handelingen" eindigen met de op
standing van Jezus uit het graf, waarna
een engel aan de weenende vrouwen ver
kondigt, dat Jezus verrezen is, en
Jezus zich aan Magdalena alleen ver
toont.
Voor den Christen is met de opstanding
nog niet het volledige geloofsdogma ver
vuld, daarom kan deze opstanding niet
het slot van dit offerdrama vormen:
In een rijk slot-tableau aanschouwen wij
nog Jezus' triomph en verheerlijking.
't Is onzegbaar, welke een onuitwischbaren
indruk de Oberammergausche Passiespe
len op den toeschouwer vooral wan
neer deze geloovig is maken.
Herhaaldelijk hebben wij 't ons zelf
met steeds inniger overtuiging toegefluis
terd tijdens de vertooning;
„Zóó lief heeft God den mensch gehad!"
Dat is ook onze totaal-indruk gebleven,
en zoolang wij leven, zullen wij dieper
dan- voorheen beseffen, hoe duur God den
mensch heeft vrijgekocht.
Dit ontzettend groote geestelijke voor
deel hebben de Oberammergausche Pas
sie-spelers niet alleen ons, maar voorzeker
ook verreweg het grootste deel der toe
schouwers geschonken, en dat geeste
lijke voordeel zullen zij blijven schenken
aan alle geloovingen, die in den loop van
dezen zomer de spelen alsnog zullen be
zoeken.
Waarbij nog de verwachting gekoesterd
mag worden, dat velen, die zoekende zijn,
de waarheid zullen vinden, dank zij het
meesterlijke, liefdevolle en toegewijde!
spel der Oberammergauers.
Er is echter nog méér;
Sinds in 1914 de groote wereldoorlog
aanving, zijn de volkeren (de „vrede"
bracht daarin hoegenaamd geen verande
ring) jammerlijk verdeeld door baat en
afagekeerdheid en door nog steeds
grooter geworden egoïsme;
De vertooningen te Oberammergau nu
mogen en kunnen! medewerken tot
verzoening der volken, indien van overal
de scharen optrekken naar dit heilig en
vredig stemmend oord en de vertooning
van Jezus' lijden en sterven de verzoe
ning van Hemel en aarde bijwonen in
den geest, waarin de Oberammergauers
het Passiespel spelen.
Waar Jezus -zóó geleden heeft om
vrede en verzoening te bewerken, daar
moet men wel een hart van steen hebben,
als men door bijwoning dezer spelen niet
ertoe gedreven wordt, dien vrede en die
verzoening ook onder de volken van deze
tijden te helpen bewerkstelligen.
Het voegt ons niet, een zóó grootsche
en heilige daad, als de Oberammergauers
met het geven van hun Passie-vertoonin
gen stellen, aan kunstkritiek te onder
werpen.
Dank zij hun gewetensvolle toewijding
en liefde praesteeren zij zoo véél en zoo
veel gróótscb, als wel nergens ter wereld
door dilettanten zal worden gepraesteerd.
Anton Lang, als Christus, is een figuur,
welke de hooge eer geniet, het waagstuk
te wagen cn te kunnen bestaan.... Jezus
op het tooneel te verbeelden.
Door de hooge waardigheid der vertol
king.
Petrus, Johannes, Judas, Herodes, An
nas, Kaiphas, Maria Magdalena, Maria
om slechts deze hoofdfiguren te noemen
't zijn alle ccensvolle vertolkers en
vertolksters vaö de hun en haar toegewe-
zen rollen.
Alleen zouden wij ten opzichte van
Jezus' Moeder, Maria, Martha Veit
willen opmerken, dat zij voor hare rol
te jong ia» en voorts, dat enkele spelers,
b.v. Pilatus, zich nog niet geheel ontwor
steld hebben aan het Beiersche dialect,
wat velen niet-Beieren het verstaan van
den gesproken tekst niet gemakkelijker
maakt.
Doch, mogen wij daarop letten, nu te
Oberammergau zulk een grootsch geeste
lijk ideaal wordt nagestreefd enbe
reikt?
L. S.
Volgens de „Chicago Tribune" heeft de
bankiers-commissie te Parijs het ontwerp
van Bradbury goedgekeurd, volgens 't
welk Duitschland's vlottende schuld in
den staat van 31 Maart op 272 milliard
papiermark wordt gestabiliseerd, de Duit-
sche begrooting door binnenlandsche lee
ningen of nieuwe belastingen sluitend ge
maakt wordt, het bedrag der Duitsche
bankbiljettencirculatie wordt gefixeerd en
zonder toestemming van de geallieerden
niet mag worden verhoogd.
De onderhandelingen van de commissie
van herstel met minister Hermes moeten
in hoofdzaak op dezen grondslag zijn ge-
Terwijl de rechtsche pers in Duitschland
spot over „deze niéuwe triomf der ver-
vullingspolitiek", die h.i. het Duitsche volk
opnieuw een zwaren slag toebrengt,
schrijft de „Germania": Zoolang de scha
devergoeding niet wordt geplaatst op zui
ver ekonomischen grondslag, zal ze het
groote onopgeloste vraagstuk der wereld
politiek blijven.
De „Vorwarts" belooft de regeering den
steun der meerderheids-socialisten, zoo
lang zij haar huidige politiek voortzet.
De „Freiheit" betwijfelt of de onder
handelingen van Hermes vrucht zullen
dragen en de „Rote Fahne stelt voor de
zooveelste maal het proletarisch eenheids
front tegenover de „kapitalistische ver-
vullingspolitiek".
Het rijkskabinet heeft Vrijdag zijn be
sprekingen over de onderhandelingen van
minister Hermes met de commissie van
herstel voortgezet. De meerderheid der
leien van het kabinet ziet in de voor
stellen van Hermes een gescbikten grond
slag voor verder overleg.
Naar in een conferentie van den rijks
kanselier met de regeeringsparlijen is ge
bleken, zijn de meerderheidssocialisten,
het centrum, de demokraten en zelfs de
volkspartij, die Vrijdag een groepsverga
dering heeft gehouden, van hetzelfde ge
voelen,
In den kabinetsraad is men het ten
slotte eens geworden over een bemidde
lingsvoorstel van den rijks-president,
waarin Duitschland zich bereid verklaart
de bankbiljetten-circulatie in den stand
van 31 Mei te fixeeren, op voorwaarde
dat er geen verdere katastrofale daling
van de mark kemt.
Staatssecretaris Bergmann heeit op
dracht gekregen, de commissie van her
stel te vragen of Duitschland bij aanne
ming van den eisch tot stopzetting van de
bankbiljettenpers nieuw papierengeld mag
uitgeven, als bij een verdere daling der
valuta deze aanneming niet gestand kan
worden gedaan,
Verder werd Zaterdag nog draadloos
uit Berlijn gemeld:
In de positie van het Duitsche kabinet
tegenover de kwestie van de schadeloos
stelling en dc Parijsche besprekingen is
vandaag helderheid gekomen door het
antwoord op de door staatssecretaris
Bergmann te Rarijs gestelde vraag of bij
den rampzaligen staat der Duitsche valu
ta Duitschland gerechtigd zal zijn den al
gemeen geldenden rechtregel van over
macht in te roepen. Daar het, nadat Berg
mann voeling gehad heeft met de leden
der commissie van herstel, vanzelf spre
kend schijnt, dat overmacht ook voor de
Duitsche verplichtingen geldt, zijn de laat
ste bedenkingen aan Duitsche zijde opge
heven en het rijkskabinet zal nu een de
finitief antwoord op de laatste nota van
de commissie van herstel en Duitsche
voorstellen kunnen vaststellen.
De beslissing zal echter eerst komen
door het groote politieke debat in den
Rijksdag, hetwelk (heden) Maandag be
gint. In parlementaire kringen verwacht
men, dat dé houding van het kabinet door
de groote meerderheid van den rijksdag
goedgekeurd zal worden, daar de beslui
ten van het kabinet liggen in de lijn, die
reeds sedert meer dan een jaar gevolgd
is onder voortdurende goedkeuring van
den rijksdag.
Besprekingen in Londen.
Lloyd George die aanvankelijk voorne
mens was zijn weekend buiten door te
brengen, is, volgens de Times, te Londen
gebleven, hetgeen het blad een aanduiding
acht vaij den ernst van den Iersclien toe-
stand.
Michael Collins, 'de eerste minister van
de voorloopige regeering te Dublin, is
Zaterdag te Londen aangekomen om deel
te nemen aan de conferentie met de Brit-
sche ministers.
Nader werd uit Londen gemeld:
Michael Collins is te Londen aangeko
men voor een belangrijke conferentie in
Downing street nopens het onlangs geslo
ten verdrag met de Valera. De conferentie
is uitgesteld tot 6 nur. Er zijn aan beide
zijden voorloopige besprekingen gehou
den.
Des ochtends had Collins een bespre
king, die 2 uren duurde, met Churchill, en
om half 4 een bespreking van een half
uur met Lloyd George.
De Engelsche onderteekenaars van het
Engeisch-Iersche vredesverdrag zijn in
Downing street om 4 uur bijeengekomen.
Lloyd George presideerde.
De bijeenkomst tusschen de lersclie cn
de Engelsche onderteekenaars van het
Iersche verdrag, die Zondagavond plaats
had, en waarvan het doel was, de moge
lijke uitwerking te overwegen van de on
langs tusschen Collins en de Valera geslo
ten overeenkomst, is tot Maandagochtend
verdaagd. De toestand wordt als zeer
hoopgevend, ofschoon ingewikkeld, be
schouwd.
Zie verder onder Telegrammen-
De euveldaden.
Twee Engelsche soldaten zijn Zaterdag
te Dublin door gewapende aangevallen.
Een is gedood en de andere ernstig ge
wond. Een klein meisje, dat in de buurt
stond, is ook ernstig gewond. Het voorval
heet groote sensatie verwekt.
Uit Belfast worden geen betere berich
ten gemeld. Er wordt nog steeds gevoch
ten en gebrand.
UIT RUSLAND.
De Frankfurter Zeitung verneemt uit
Moskou:
De verdedigers van de sociaal-revolu-
tionnairen zijn hier aangekomen en door
een talrijke menigte aan het station on
vriendelijk ontvangen. Er werden hun bor
den voorgehouden, waarop stond: „Van
der Velde, de onderteekenaar van het
verdrag van Versailles moet voor de recht
bank komen!" en „Theodor Liebknecht,
waar is uw broeder?"
De sowjet-regeering had alle mogelijke
maatregelen getroffen.
De verdedigers zullen zich in de volgen
de dagen bezig houden met het kenis-
nemen van de stukken waarop de aan
klachten berusten.
Dezer dagen is, naar de Frankfurter
Zeitung meldt, de aartsbisschop van Ros-
tow gevangen genomen. De tegen
stand tegen de onteigening der kerkelijke
goederen wordt steeds grooter. De sowjet-
ambtenaren dringen het allerheiligste in
dc kerken, waarin slechts de priesters toe
gang heberi, binnen, hetgeen de geloovigen
verbittert. Te St. Petersburg zijn 84 geeste
lijken in staat van beschuldiging gesteld
wegens verzet tegen de onteigening der
kerkelijke bezittingen.
FRANKRIJK EN DE VER. STATEN.
De Daily Mail verneemt uit New
York dat Bush, de voorzitter van de ka
mer van koophandel, in een rede ver
klaard heeft, dat Engeland naar Genua
was gegaan met de vriendschap van
Amerika, welke versterkt was door de
conferentie te Washington. Maar toen de
coQierentie van Genua geëindigd was, had
de openbare meening in de Ver. Staten
een zwenking ondergaan ten gunste van
Frankrijk.
De Vereenigde Staten hebben geconsta
teerd dat Frankrijk opkwam voor de be
ginselen van internationale eerlijkheid en
rechtschapenheid, terwijl de Engelsche
gedelegeerden geneigd leken te transigee-
ren op het stuk van de fundamenteele
beginselen van het internationale leven.
DE VLAAMS CHE KWESTIE.
Poullet, oud-minister en leider van de
Vlaamsche groep der Katholieke partij,
heeft rapport uitgebracht voor de cen
trale parlementaire commissie betreffende.
Vlaamsch universitair onderwijs. Hij gaat
de verschillende voorstellen na en verde
digt het voorstel van Cauwelaert over de
geleidelijke vervlaamsching van de uni
versiteit van Gent. Op 1100 Belgische stu
denten, die de Fransche universiteit van
Gent in 19201921 bezocht hebben, wa
ren 816 afkomstig uit Oost- en West-
Vlaanderen. In die beide provincies spre
ken 1.814.000 personen gewoonlijk
Vlaamsch, terwijl 79.000 gewoonlijk
Fransch spreken. In "diezelfde provincies
spreken 1.603.000 personen uitsluitend
Vlaamsch tegen 40.000 die uitsluitend
Fransch spreken. Deze teekenende cijfers
toonen volgens Poullet duidelijk aan, dal
alleen een Vlaamsche universiteit te Genl
aan haar roeping beantwoorden zal.
De wet van 27 September* 1835 zegt:
„Er zijn in België twee staatshoogescho-
len, een te Gent en een te Luik." Is het
niet rechtvaardig, dat een van beide een
Vlaamsche universiteit is? Er ziin in Bel
gië 3.833.000 personen, die gewoonlijk
Vlaamsch spreken, tegen 3.183.000, die ge
woonlijk Fransch spreken. Het stichten
van een derde universiteit zou dus in
strijd zijn met de rechtvaardigheid en do
gelijkheid en het zou ook schadelijk zijn
voor de twee bestaande universiteiten.
DUITSCHLAND EN POLEN.
De commissie voor de buitanlandsche
zaken uit den Rijksdag heeft met groote
meerderheid van stemmen het Duitseb-
Poolsche verdrag over Öpper-Silezlë aan-';
genomen' v "•■-j 'v w »,r"
UIT HONGARIJE.
De I-'rankfurter Zeitung verneemt uit
Boedapest, d.d. Zaterdag:
Vandaag is bepaald, dat in dan loop van
Mei die personen nit de gevangenis zul
len worden ontslagen, die fn het tijdperk
van najaar 1919 tot 1 Juni 1920 zijn ge-
intemeerd, en verder die personen, die
bun straf hebben uitgezeten of na de
openbaarmaking van een besluit tot am
nestie zijn geiitlemeerd.
DE GRJEKSOHE WREEDHEDEN.
De Engelsche regeering heeft aan de
Fransche regeering lalsn weten, dat zij
het voorstel tot het houden van een on
derzoek in de streek van Smyrna naar de
wreedheden der Grieken aanneemt.
DE TROEBELEN TE ROME.
Volgens de Italia ansche bladen hebben
de gebeurtenissen van de laatste dagen te
Rome het leven gekost aan 3 personen,
w.o. één arbeider, die Vrijdagavond bij
een relletje gedood is. Er zijn 44 gewon
den, waarvan 9 in observatie worden ge-
honden. 44 arrestaties hebben plaats ge
had.
De stad had Zaterdag haar normale
aanzien herkregen.
De onbekende Engelsche soldaat.
In het groote schip van den Westmin
ster Abdy-kerk te Londen is boven het
graf vfln den onbekenden soldaat een ge
denkraam geplaatst „in trotscbe «n dank
bare herinnering" aan de leden van de
Britscbe vliegdiensten die in den oorlog
gesneuveld zijn. Het is een geschenk van
een Amerikaansche dame, wier «enige
zoon bij den Brilschen vliegdienst in
Frankrijk gesneuveld is. Haar naam blijft
ongenoemd gelijk die van haren zoon,
daar het raam als een algemeene hulde
bedoeld is.
Na onderhandelingen die 20 uren ge
duurd hebben, zijn de indnstrieelen en de
vakvereendgingen in do metaal-nijverheid
in Praag tot een voorloopige overeenstem
ming gekomen. De loonen en toeslagen
der arbeiders zullen met 10 percent ver
laagd worden. Verder zullen er nieuwe
loonregelingen gemaakt worden, die voor
einde Juni klaar -moeten zijn. Zaterdag
zou bij stemming uitgemaakt worden of
deze voorloopige overeenkomst van
kracht zal worden.
In het Journal ontkent de oud-mi-
nister Lefèvre, in tegenstelling met een
uiting in de HumanHé, Anspach ooit te
hebben ontmoet, iets van te hebben ont
vangen noch eenig document, door hem
vervaardigd, als wapen legen Duitschland
te hebben gebruikt.
Bij Saltern aan de Lippe zijn 6000
morgen bosch door brand vernield. De
schade beloopt 40 50 millioen mark.
Te Lerchenfeld is een munitie-depót
bi de lucht gevlogen. De ontploffing was
vreeselijk, geen huis in Lerchenfeld is on
beschadigd gebleven. Er zijn twee dooden
en 40 gewonden.
De vroegere officieren van Pelljoera,
die den Poolschen minister van buiten-
landsche zaken Skirmunt te Weenen op
beleedigcnde wijze lastig gevallen zijn,
zijn uit Oostenrijk gezet.
De Tsjecho-Slowaksche minister van
buitenlandsclie zaken bereidt de publicalie
voor van een roodboek over het ontstaan
van den Tsjecho-Stowakschen staat, de
vorming van de kleine entente, de pogin
gen tot herstel der Habsburgers, de da
den van de Tsjecho-Slowaksche legioenen
in Siberië.
Verklaring van den oud-minister Hy-
mans.
In de Belgische Kamer heeft de oud-
minister Hymans verklaard
Met Nederland hebben wij steeds goede
vriendschap gewenscht. Wij hebben 'oem-
gen tijd geleden aan Nederland oen de
fensief verdrag voorgesteld tot wederzijd-
eche beveiliging, vooral met het oog op
Limburg. Het is niet gelukt; wij waren
pp het punt de Scholdekwostio te rege
len toen letterlijk gesproken een hinder
paal uit de golven rees. Maar als Ne
derland souverein wil zijn over de zee,
langs de kust die on3 noodig is, dan is
dat een hinderpaal voor do toenadering.
Ik maak er geeiy commentaar bij ik stol
alleen het feit vast.
(„Hbl.»}
DE HAAGSCHE CONFERENTIE.
Uit 's Gravenhage wordt gemeld, dat i
thans de uitnooddgingen to or de llaag-
sche bijeenkomsten verzonden zijn. De
uitnoocli gingen geschieden, gelijk bekend
door den presiiicnl van de conferenüc ie
Genua in o green iemming met de W-
derlandeche i\ ring. De bedoeling is
dat op 26 Juni a.s. te 's Gravenhage twee
commissies zullen bijeenkomen, waarvan
de eene zal zijn samengesteld uit- deskun
digen van de te Genua vertegenwoordi
gende Stalen, behalve Rusland en Duitsch
land, terwijl de tweede uit Russische des
kundigen zal bestaan.
Tevoren zuilen op 15 Juni a.s. te 's Gra
venhage hoogstens twee afgevaardigden
van e!k der Staten, welke te Genua verte
genwoordigd waren, behalve Rusland en
Duitschland, vergezeld van een beperkt
aanlal deskundigen, bijeenkomen, ten eia
de hun deelneming aan, alsmede de sa
ntenstelling en werkwijze van de niet-Rus-
sische commissie Ie bepalen.
Op zijn. laatst 20 Juni daaraanvolgend
zullen de namen van de deelnemende lan
den en van hunne deskundigen door tus-
schenkomst van het secretariaat-generaal,
waarmede een Nederlander belast zal
worden, ter wederziidsche kennis worden
gebracht. Dc taak dier commissie zal zijn
de geschilpunten te onderzoeken, welke op
het gebied der schulden van den particu
lieren eigendom en der credielen tusschen
de Sovjet-regeering en de andere regee
ringen beslaan en ter zake overleg met
eikaar te plegen, ten einde zoo mogelijk
tot gemeenschappelijke aanbevelingen aai
de regeeringen te geraken.
Ten einde den arbeid der commissies
te bevorderen, is te Genua voorts overeen
gekomen, dat de Staten zich gedurende
een zekeren tijd na de bijeenkomst zullen
onthouden van- aanvallen tegen elkanders
grondgebied en van propaganda, terwijl
de niet-Russische leden van de bijeen
komst zich tevens verbinden gedurendt
een bepaalden tijd geen afzonderlijke
overeenkomsten met de Sovjet-regeering
te sluiten, nopens de punten welke aan
het onderzoek der commissies zijn opge
dragen.
Met de voorbereiding van de inrichting
der bijeenkomst heeft de Minister van
Buitenlandsche Zaken belast mr. Van dv.
Sandc Bakhuzven, consul-generaal in ai-
gemeenen dienst, die ook deel heeft uilge-
maakt van de delegatie ter conferentie 19
Genua.
ME. F. J. M. A. REEKERS, f
Te Amsterdam is in den ouderdom vaa
80 jaren in zijn woning op de nieuwa
Heerengracht overleden, het Eerste Ka
merlid mr. F. J. M. A. Beekera.
Beekera is niet lang ongesteld geweest
Kort geleden presideerde hij nog als
oudste lid in jaren eenige zittingen vaa
de Eerste Kamer, toen de voorzitter,
baron Van Voorst tot Voorst afwezig was.
Frederik Joseph Maria Anton Reekers»
promoveerde in 1867 te Utrecht tot
doctor in de beide rechten. Van 1878
tot 1894 was hij lid der Tweede Kamer.
Hij behoorde, gelijk men weet, tot de
Katholieke Staatspartij en had in ge
noemde jaren zitting voor het district
Haarlemmermeer. Eenige jaren is de
heer Reekers ook lid van den Amster-
damschen gemeenteraad geweest en in de
jare 1891'93 was hij wethouder. Hij
Was belast met het beheer van do af-
deelïngen Burgerlijke BtanJ, Bevolkings
register, Begraafplaatsen en Handelsin
richtingen. In 1896 werd h - >r da
Provinciale Staten van Gelder,.. afge
vaardigd naar de Eerste Kamer, in welk
ooilege hij al zoo 26 jaren zitting heeft
gehad.
Vele jaren was de heer Beekers be
stuurslid van de bekende Maatschappij
voor weldadigheid; na het overlijden var
oud-minister mr. W. H. de Beaufort,
werd hij voorzitter van deze instelling.
EEN DUEE AFDEELlNG.
Het „Tijdschr. der Mij. van Nijver
heid" bevat eenige artikelen over be
zuiniging, waarvan vooral vermelding
verdient een beschouwing van deskun
dige zijde, getiteld „JJure Wetenschap."
De schrilv r behandelt hierin de afdee-
ling Wiskunde en Statistiek van de Rijks
verzekeringsbank, die naar zijn bereke
ning circa 21/» ton administratiekosten*
vergt. Men moet daarbij bedenken, dat,
nu de bijdragen van den Staat in de
administratiekosten zijn komen te verval
len, de werkgevers 75 pet. van de kosten
der Bank, dus ook van do ,„luxe-afdee-
ling" Wiskunde en Statistiek, moeten be
talen. Schr. meent, dat hierop, door een
voudiger inrichting en beperking van on-
noodig werk heel wat bezuinigd zou kun
nen worden en geeft eenige denkbeelden
daarioo in overweging. Veel van het sta
tistische werk behoort eigenlijk thuis bij
het Centraal Bureau voor de Statistiek;
verschillende wiskundige berekeningen
kunnen veel eenvoudiger worden opge
zet, enz.
95
VartU vetixAodA