BUITENLAND. Tweede 8!ad - I Juni 1922 INDISCHE KRONIEK, KUNST ËN KENNIS. KERK EN SCHOOL. A CHT0 FFÈR De malaise, und kein Ende. In enkele mijner vorige kronieken s er reeds op gewezen, hoe de Re- ;eering in Indië er op uit is om op dies en nog wat te bezuinigen. Ik tad hier willen schrijven om de ge- leele staatshuishouding te vereen voudigen, doch dit zou niet juist jeweest zijn. De overheidstaak spant zich in indië niet over zoo een groot gebied 5*at we van overbodige bemoeienissen spreken kunnen. Beperking in onder- jeelen, die is mogelijk, zooals de over dracht van de grootscheeps geëx ploiteerde Staatsspoor-hotels aan particuliere vennootschappen, waar van een Aneta-telegram deze week melding maakte. Even weinig is van een vereen voudiging van de inwendige organisa tie sprake. Een bezuiniging in grooten stijl zou bijv. zijn de afschaffing van de Algemeene Secretarie te Buitenzorg, doch een maatregel als deze zullen we maar op den Griekschen Kalender noteeren. Ik durf heusch niet te voor spellen, hoeveel liters inkt er zullen moeten vloeien, alvorens deze on neembare burcht der grootmachtige bureaucratie, tegen welke men eenige malen getracht heeft storm te loo- pen doch zonder een schijn van succes, verdwijnen zal. Inmiddels houdt men zich bezig met het beknibbelen der ambtenaars salarissen. Na het terzijde schuiven van de nivelleeringsvoorstellen door den Minister, zal nu volgen de intrek king van den duurtetoeslag. Een Indisch telegram van 26 Mei heeft ons bericht, dat ten aanzien van het stelsel, waarop deze duurtetoeslag geleidelijk zal worden ingekrompen, overeenstemming is bereikt in een gecombineerde vergadering van land voogd, Departementshoofden en le den van den Raad van Indië. Dat wil dus zeggen, we behoeven niet meer te vreezen, de sinds lang dreigende maatregel komt er vast en zeker. De geest van het ambtenaren corps? Wel, die schijnt men nog slechter te kunnen laten worden, 2 sprekers*5 op de laatstel vergadering van het Verbond van Landsdienaren werd bereids door de politie het woord ontnomen. Het vraagstuk der personeels voorziening Inderdaad, dat schijnt 'nderdaad niet meer te bestaan. Versterking der geldmiddelen, dat i vanzelfsprekend ook iets, waaraan stevig wordt gewerkt. Ook de Neder- landsche burger weet zonder verdere uitleg, wat dat beteekent. Behalve de algemeen bekende me^ thoden, zouden natuurlijk ook wel andere in den smaak vallen. „De Locomotief" bepleit de invoering van de staatsloterij in Indië, zooals we die in Nederland kennen. Waarom niet Ondanks de ethische bezwaren, welke men er van sommige zijden te gen aanvoert, is me dit middel toch sympathieker dan men in sommige gouvernementsbedrijven toepast om de gevolgen van de algemeene ma laise te ontgaan. Bij een staatsloterij behoeven zij, die dat willen of niet kunnen, niet bij te dragen tot een dergelijke geldinzameling ten behoeve van de schatkist, en kunnen er toch zeker van zijn, dat er genoeg anderen zich beijveren zullen in dezen vorm meerdere belasting op te brengen. Daarentegen worden allen, hétzij minder of meer, getroffen door de immer nog niet tot stilstand gekomen verhooging der tarieven voor perso nen- en goederenvervoer, welke de Staatsspoordirectie meent te moeten toepassen. Nog kort geleden kwam een verhooging van 25% los voor het reizigers-tarief. De goederen-vrach ten worden berekend naar prijzen, welke soms het viervoudige bedragen van wat het enkele jaren geleden kostte. In enkele gevallen is de directie op coulante wijze tegemoet gekomen aan de bezwaren, welke tegen deze verhooging werden ingebracht, zoo wat betreft het bloemenvervoer. Dat laatste is van meer beteekenis dan men hier wellicnt denken zou. De' groote steden aan de kust, zooals 'Batavia, Soerabaja en Semarang krijgen hun bloemen allen aangevoerd uit de bergstreken, waar het kwee ken door de koelte van het klimaat veel gemakkelijker wordt gemaakt. En waar de gewoonte om bouqetten en kransen te geven bij verschillende gelegenheden in Indië nog drukker wordt beoefend dan hier te lande, kan men zich wel voorstellen hoe de bloemisten gedupeerd werden door een verhooging voor het vervoer van bloemen tot het vierdubbele van 1914. In dit bijzondere geval werd op verzoek der belanghebbenden de verhooging weer ingetrokken. Doch in 't algemeen denkt men daar natuurlijk niet aan. En terwijl eenerzijds verkondigd wordt, dat men door het drukken der salarissen de levensstandaard helpt verlagen, werkt men anderzijds krach tig mede om de levenskosten steeds hooger op te drijven. De tarieven-politiek der Staats spoor doet des te zonderlinger aan, nu de directie van een particuliere tramwegmaatschappij met zoo een belangrijk vervoerscapaciteit als de Semarang-Jouna-Stoomtrain en de daarmede verbonden zustermaat schappijen een tariefver/ögmg over wegen van 15%. Deze directies schijnen een andere opvatting te hebben van de wijze, waarop de gevolgen van de malaise zooveel mogelijk kunnen worden ge neutraliseerd. Er moet onmiddellijk aan worden toegevoegd, dat niet in alle parti culiere transportbedrijven dezelfde houding wordt aangenomen. Gelijk gerechte critiek als tot de Staatspoor werd gericht, is ook uit gelokt door de Koninklijke Paket vaart Maatschappij. De K. P. M. neemt in onzen In- dischen archipel eene bijzondere po sitie in, door haar wordt vrijwel het geheele inter-insulaire verkeer be diend. Tusschen Merauke op Nieuw- Guinea en Sabang boven de noord westelijke punt van Sumatra en de daartusschen gelegen eilanden doet zij hare booten varen. In dat uitge strekte watergebied is zij vrijwel monopoliehoudster. Deze bevoor rechte positie heeft de directie, waar het haar veroorloofd was door con- currentie-looze vaart, er toe verleid de vrachtprijzen van 1914 geleidelijk aan te verdrie- ja zelfs te vervier voudigen. Zoodat, bijv. voor een artikel als copra het vervoer binnen de grenzen van Ned. Indië nog meer kost clan naar het buitenland. De K. P. M. berekent namelijk f 5 per picol voor het vervoer van Nieuw Guinea naar Makassar, terwijl de vrachtprijs per picol van Makassar, naar Nederland f 1.75 bedraagt, en die van Makassar naar Amerika 1.25. Terecht is het „Soerabajasch Han delsblad" in een hoofdartikel daar krachtig tegen opgekomen. „De K. P. M.-tarieven werken thans moordend op den handel in ver schillende producten." „De vrachten-politiek van de K. P. M. is een verkeerde. Zij slaat den importhandel en den exporthandel vrijwel lam, en leidt tot verarming der bevolking van een groot deel der Archipel. De nadeelige gevolgen daar van zullen, in 't eind, ook door de K. P. M. worden gevoeld." Aldus oordeelt genoemd blad. Het treft voor de Indische burgers wel heel ongelukkig, dat de leiders in het staatsspoorbedrijf met die van de genoemde scheepvaartmaatschap pij ten aanzien van de opdrijving der vervoerkosten als het ware in combi natie optreden. Want nu overheid en grootbedrijf particulier dezelfde lijn trekken, hoe zal het dan mogelijk zijn te zorgen, dat naar beteren koers gevaren wordt? Juist om de malaise-toestand, welke in zoo hooge mate nadeelig is ook voor beider belangen, niet langer dan noo- dig is te bestendigen. S. Het Duitsche antwoord aan de Commissie van Herstel. De Iersche kwestei. GEM. BUITENL. BERICHTEN. Eenige minuien vemepen in onge stoord geluk. Plotseling echter, sprong Mark op en men las op zijn gelaat, dat hij een vast besluit genomen had. „Waar gaat ge heen," vroeg Chris tine die dadelijk ongerust werd, vooral toen zij opmerkte, welke een harde uitdrukking er in zijne oogen lag. „Ik ga nijn vader wreken, en den dokter en u," zei hij. Maar toen hij bij de deur kwam, te gengehouden door zijne moeder, die hem wilde verhinderen te vertrekken, werd er zoo luid aan de schel getrok ken, dat 't in liet geheel vertrek weer klonk en te zelfdertijd riep een stem, welke Christine zoowel als Mark her kenden :„Doet open ellendelingen doet open „De Markies," zei Mark. „Hij is 't," fluisterde Christine. „Ha," riep de jonge man, „'t is de li el welke hem thans hier zendt." En hij opende de deur. XXIV. HET GEHEIM ONTHULD. De markies stormde in de hevigste woede binnen. Gewaarschuwd door den heer de Saint-Elme, die Mark gevolgd was, dat zijn zoon op een eenigszins geheim zinnige manier binnengegaan was bij eene zekere mevrouw d'Ormessan, had de heer d'Arbois dadelijk aan Christine gedacht. Zijn zoon was bij die vrouw De portierster, die hij ondervraagd had, voor hij naar boven ging, had hem gezegd, dat de beide jonge dames en de jonge man zich nog steeds bij mevrouw d'Ormessan bevonden. Met enkele sprongen was hij boven aan de trap, met de grootste moeite, gevolgd door den heer de Saint-Elme, die een en al verbazing was over de vlugheid van den grijsaard. Toen hij verscheen, overzag zijn oog dadelijk het geheele vertrek. Hij zag Mark met strengen blik en ge fronst voorhoofd, Christine over het geheele lichaam bevend, mevrouw d'Olne en hare dochter, die eenigszins verborgen waren gaan zitten in een hoek van de kamer. Zii waren doods bleek en hunne harten klopten, alsof ze zouden breken. Hij begreep alles. Christine had ge sproken. Die gedachte deed hem sidde ren van de verschrikkelijkste woede. Zijne oogen schoten vonken, en de blik dien hij haar toewierp, was zoo ontzettend, dat de arme vrouw zich van angst had willen verbergen. Tot haar wendde hij zich, op haar deed hij al zijne woede neerkomen. „Wel, wel, mevrouw," zei hij met eene bijtende stent, eene stem snijdend als het scherp van een dolk, „ik zie, dat gij er met de jaren op vooruit zijt gegaan." Christine keek vragend in het rond, zij begreep niet wat hij bedoelde. Mark daarentegen begreep hem zeer goed, en brullend van wöede, trad hij op den man toe, dien hij tot heden als zijn vader beschouwd had. „Ik verbied u, aldus te spreken," donderde hij hem toe. De markies lachte spottend i „Ha zoo ventie, verbiedt ge mij dat, dat is prachtig en wat verbiedt ge mij nu eigenlijk wel „Ik verbied u die vrouw, mijne moe der, te beleedigen."- Hij hief de hand op, alsof hij wilde slaan. De markies keek hem spottend aan en boog zelfs niet het hoofd. ,Zoudt ge mij, uw vader, iets wil len verbieden „Gij ziit mijn vader niet. Ge hebt geen enkëi recht op mij, en daarvoor dank ik den hemel uit den diepsten grond mijns harten." „Het verbaast mij niet, op die wij ze voor mijne opofferingen en mijne zorgen beloond te worden, maar vol gens de wet ben ik uw vader. Ik heb het recht te bevelen en 't is uw plicht te gehoorzamen." „Men gehoorzaamt geen moorde naars, 't is onmogelijk naar mensche- lijke wangedrochten te luisteren." „Dat wordt prachtig. Ik zie, dat die vrouw haren tijd goed benut heeft om u van mij los te maken en het gewone lijstje beschuldigingen en lasterpraat jes uit te kramen. Ik ben een monster achtig schepsel, bezoedeld met bloed en vreeselijk misdadig. Het verbaast mij, dat ge mij nog geen rekenschap gevraagd hebt over het bloed van uwen vader." Terwijl hij deze woorden spottend uitriep, was de ma. kies het toonbeeld van koelbloedigheid en onbeschaamd heid. Tegenover zooveel vermete he d was Christine geene meesteresse mee over de verontwaardiging welke haar ver vulde. Krankzinnig van woede, snelde zij op den el endeling toe. „Ge zijt het, schurk," kreet zij, „die rekenschap vraagt van het bloed van mijn eersten gemaal, die ge aan mijne zijde hebt vermoord. Mijn hart s nog geheel vol van hem. Hij en d zoon, dien hij mij naüet. ziedaar alles, wat ik op aard bemind heb. En gij zijt het die hem lafhartig vermoord hebt, door van achteren uit een schuilhoek op hem te schieten. Nooit zoudt gij 't gewaagd hebben, hem openlijk aan te vallen.' En terwijl zij sprak waren de oogen van de ongelukkige afgedwaald naar Ma k en zij keek hem aan met eene oneindige liefde. De markies had opgemerkt, welk en geluk er uit hare oogen s raaide en hij was er jaloersch op. „Uw zoon zei hij met een snijden de, scherpe stem. „bedenk wel, dat ge hem nog niet terug hebt I" Ge kunt hem mij niet m er ont' rooven. Thans is 't onmogelijk om hem nog door el' ndige huurlingen te doen oplichten. Thans is 't een man. Hij zal zich verdedigen, hij zal ook zijne moeder weten te verdedigen." „Hij is mijn zoon, „gij zijt mijne vrouw en beiden zijt gij in mijne macht." „Ik zal nooit erkennen, dat de man, die mijn vader vermoord heeft, eenige macht op mij kan doen gelden." „Bewijs da' eens „De man, die mijne moeder gemar teld heeft." „Toon dat eens aan „Het zal voldoende zijn," zei Chris tine, „als ik mijnen levensloop wereld kundig maak." „Ik ben 't," zei de markies, „die alles zal vertellen. Ik zal bewijzen, hoe gij eene onwaardige moeder wérdt.' Christine slaakte een vreeselijken kreet. „O, Mark, Mark, sluit dien man den mond 1" Mark sprong op den markies toe, knarsetandend en met gebalde vuisten. Omtrent den inhoud van het Duitsche antwoord aan de Commissie van Herstel wordt nog het volgende gemeld: Van groot belang zijn de' mededeelingen over de. vlottende schuld en de bereidver klaring van de Duitsche regeering om het aangroeien daarvan te voorkomen, waarbij zij evenwel betoogt dat zulks onmogelijk zal zijn zonder een buitenlandsche leening die binnen redelijken tijd beschikbaar zou moeten zijn. Als normaal maximum-bedrag van de vlottende schuld wordt de stand op 31 Maart 1.1. aangenomen. De overschrijding daarvan tot einde Juni zal binnen de eerst volgende drie maanden worden terugbe taald met behulp van de overschotten op de inkomsten, die de uitgaven overtreffen en door opneming van bizondere kredieten. Indien na deze drie maanden het norma le maximum-bedrag nog steeds wordt over troffen, zal de Duitsche regeering ontwer pen indienen tot belastingverhooging, wel ker opbrengst binnen zes maanden de vlot tende schuld tot het normale maximum-be drag moet hebben teruggebracht. De Duitsche regeering verleent de com missie van herstel het recht haar finan- cicele gestie na te gaan, onder voorwaarde dat Duitscliland's souvereiniteit onaange tast blijft en de geregelde gang van het be stuur niet wordt gestoord. Ter bestrijding van de kapitaal-vlucht belooft Duitschland alle noodige maatrege len te treffen. De autonomie van de Reichsbank is reeds bij de wet van 26 Mei gewaarborgd. Verder deelt het antwoord mede, dat de statistieken weder op den grondslag van voor den oorlog zullen worden ingericht. Als bijlage is aan de nota toegevoegd een gewijzigd begrootingsplan 1922.. De ripksregeering merkt ten slotte op dat zij deze verklaringen aflegt in de verwach ting dat de commissie van herstel aan de in haar beslissing van 21 Maart ontworpen regeling der schadevergoeding voor 1922 een duurzaam karakter zal willen geven- De Fransche pers. De meeste Fransche bladen ontvan gen het antwoord van Duitschland gun stig, al meenen zij, dat het document op bepaalde punten aanleiding tot kritiek en voorbehoud geeft. Zij meenen voorts, dat het antwoord elk ongunstig vooruit zicht voor den 31en dezer heeft wegge nomen. Het „Petit Journal" wijst er op, dat het Duitsche Rijk het toezicht op zijn uitgaven niet aanvaardt. Het blad vreest, dat de toekomst nog teleurstellingen en onaangename ondervindingen zal mee brengen. De „Matin" acht het nooiig tegenover de onvaste politiek van Duitschland niet in flinkheid te verslappen. De „Echo de Paris" acht de mogelijk heid, om nog tot sancties toevlucht te moeten nemen, van de baan. Volgens de „Matin" heeft het ant woord een goeden indruk gemaakt bij de buitenlandsche bankiers, die giste ren hun beraadslagingen zouden hervat ten. HET DEBAT IN DEN DUITSOHEN RIJKSDAG. In de Rijksdagvergadering van Dins dag heeft de democratische afgevaardig de Dernburg nog gezegd, dat de motie van wantrouwen der uiterste rechterzij de niemand kan verbazen daar derge lijke motie3 tot de gewoonten der Duitsck-nationalen behooren. Wat de conferentie van Genua betreft, de de mocraten staan op hetzelfde standpunt als de sociaal-democra'ie en het centrum. Wij moeten de Italianen hartelijk dan ken voor hun grco':e tegemoetkoming te genover het Duitsche volk. Sprekend over het verdrag van Ra- pallo zegt spreker, dat elk mensch met gezond verstand inziet, dat dit verdrag geen politiek doel beoogt, zooals wel eens wordt beweerd. Het is to h wel duidelijk, dat een tusschen Frankrijk en Polen in geklemd Duitschland met zijn 100.000 soldaten geen miltaristis-he politiek met sowjet-Rusland kan of wil voeren. Spreker deelt het pessimisme van den Rijkskanselier inzake de richtsnoeren die te Genua in de commissie-vergaderingen werden opgesteld. Wat de Parijsche lee- ningonderhandelingen aangaat, de be slissing zal hier worden toevertrouwd aan dezolfde personen, die reeds te Brus sel over de basis voor de financioele ontwikkeling van Europa hebben be slist. Het zullen natuurlijk alleen de geldschieters zijn die de voorwaarden van de leening zullen stellen. Deze voor waarden zullen steunen op de beslui ten van Brussel en Genua en het geld zal niet worden gegeven indien Duitsch land niet voldoende waarborgen voor zijn financieele ontwikkeling biedt. Bij deze gelegenheid zal een groot onder zoek naar het prestatievermogen van Duitschland noodig blijken. Dit onderzoek zal niet moeten worden gevoerd door per sonen, die deel uitmaken van de commis sie van herstel, maar door personen, die ons het geld willen verstrekken. Indien de geldschieters dit onderzoek zelfstandig voeren, zal onvermijdelijk ook hel geheele vragstuk van het herstel ter sprake ko men. Een leening op korten termijn is to taal nutteloos. Duitschland heeft een lee ning op langen termijn noodig, maar ook vraagstuk van het herstel ter sprake ko men .zoolang Frankrijk zich het recht voorbehoudt het Roergebied te bezetten. Spreker zegt verder, dat de Rijksdag zich niet gebonden kan voelen om, zooals te Parijs wordt verlangd, de vlottende schuld op een bepaalden dag vast te leggen. Wat de oneenigheden in het Rijkskabinet aangaan, in naam der democraten ver klaart Dernburg in den Rijksdag alleen en uitsluitend den Rijkskanselier als verant woordelijke leider van de politiek van het rijk te erkennen. Indien verschil van mee ning heerscht, moet men het kabinet maar wijzigen. Van den geest van verzoening die Lloyd George door zijn godsvrede heeft willen tot stand brengen, kan weinig terecht ko men zoolang de infame leugen van Duitsch- lands schuld aan den oorlog blijft bestaan. Het overwonnen volk moet in elk geval be talen, maar een dergelijke lage behande ling is overbodig. Wij kunnen alles ver dragen, eventueel zelfs nieuwe belastin gen, maar niet dat onze regeering ons is deze kwestie in den steek laat. Het feit, dat wij steeds tevergeefs een beroep op haar doen, zou ons wel eens tot het vatten van een zeer ernstige beslissing kunnen dwin gen. Zoolang de schuldvraag niet in haar ge heel is uitgevochten zal van een duurzame vrede geen sprake kunnen zijn. Boehm, van de Beiersche Volkspartij be groet het sluiten van het verdrag van Ra- pallo. Spreker is het eens met den Rijks- kanseier, waar deze het einde van de politiek der termijnen verlangt. In het buitenland worden sprookjes over den rijkdom van Duitschland gecolporteerd. Weldra zal echter moeten blijken, hoe het economische leven in Duitschland er in werkelijkheid uitziet. Froehlich, communist, zegt, dat de in houd van de door minister Hermes te Pa rijs gedane voorstellen de communisten verplicht de regeering hun vertrouwen te weigeren, door deze politiek het Duitsche proletariaat geheel aan het buitenlandsch kapitaal uitlevert. Tenslotte protesteert de sociaal-demo cratische afgevaardigde Jackh uit naam van de bevolking van het gebied, dat sinds 8 Maart 1921 is bezet, tegen de mili taire sancties, die, ondanks de endertee- kening van Londen, blijven bestaan. Deze sancties steunen op geen enkel recht en zijn alleen veroorzaakt door geweld en militaire willekeur. ENGELSCHE KOLEN VOOR DE BER- LIJNSCHE GASFABRIEKEN. De gemeente-gasfabrieken te Berlijn heb ben voor het eerst sedert den oorlog beslo ten Engelsche kolen te koopen. In het ge heel heeft men contracten voor de leve ring van 100.000 ton kolen met import firma's te Berlijn, Stettin en Hamburg afge sloten, tegen prijzen tusschen de 25 en 28 sh. per Engelsche ton, vrij station Ham burg; leveringstijd binnen 3 maanden. De daarvoor benoodigde 250.000 4 300.000 p. sterling zijn roods gedekt. De geheele trans actie loopt over ongeveer 400 millioen mark. („Hbld.") Op het doode punt. De „Daily Chronicle" meldt, dat de on derhandelingen tusschen de regeering en de leiders van den Ierschen Vrijstaat be treffende de overeenkomst tusschen Col lins en De Valera op het doode punt zijn gekomen. De regeering houdt vast aan het Iersche verdrag, terwijl de leiders van den Vrijstaat beweren, dat het ver drag door de overeenkomst mot De Vale ra niet wordt geschonden. Er wordt op gewezen, dat de Iersche verkiezingen, die de volgende maand gehouden zullen worden, niet in overeenstemming zijn met het verdrag en dat de crisis niet langer dan Juni kan voortduren, tenzij de lei ders van den Vrijstaat een geest van in schikkelijkheid betoonen. De door Churchill aan liet Lagerhuis beloofde mededeeling vandaag wordt met de grootste belangstelling tegemoet ge zien. De gevechten op de grens van Ulster. Uit de berichten in de Engelsche bla den blijkt, dat de toestand in het grens gebied van Ulster ernstiger is dan uit de desbetreffende telegrammen valt op te maken. De troepen van Sinn Fein hebben op de grens van Fermanagh de Ulsteri- aansclie politie gedwongen, een sector tot een uitgestrektheid van tien mijlen te ontruimen, terwijl de Sinn Feiners de politie dicht op de hielen volgen. De re- publikeinsche troepen requireeren alle groote huizen in hel ontruimde gebied. Enniskillen. in Fermanagh, is vol met protestantsche uitgewekenen uit alle ste den in het graafschap Donegall bij de grens en ook uit het graafschap Sligo- waar de vervolging van de loyalisten een zoo dreigend karakter aanneemt, dat fa milies, die er van geslacht op geslacht woonden, een goed heenkomen zoeken. Te Londonderry blijkt groote vrees te bestaan voor een gewapenden inval in de stad uit het graafschap Donegal, waartoe naar men meent te weten voorbereidse len worden getroffen. Een opmerkelijk verschijnsel is, dat de republikeinen te Londonderry geleidelijkerwijs naar het graafschap Donegal zijn vertrokken om zich daar bij het republikeinsche leger aan te sluiten. De nationalistische burge meester der stad O'Doherty, heeft in een gemeenteraadsvergadering zelfs de spoe dige verwoesting van de stad aangekon digd. In verband met een en ander is aan Churchill in het Lagerhuis san verschil lende zijden gevraagd, welke maatregelen hij heeft getroffen, of denkt te treffen om aan het optraden der republikeinen paal en perk te stellen en Ulster te be schermen. Churchill, aldus blijkt uit de Engelsche pers. stelde de ongeruste Lagerhuisleden gerust met de mededeeling dat zich op het oogenblik in Noord-Ierland negen tien Britsehe bataljons troepen bevinden en dat Sir James Craig in voortdurend contact staat met den commandeerenden generaal, die alle maatregelen kan tref- fe".' we,ke hij noodig oordeelt. Voorts blijkt uit de bladen, dat de Engelsche re geering een sloot gereed houdt om die ter bescherming van Ulster uit te zenden. EEN VERGISSING VAN BIJNA ZE VEN MILLIARD! Het ministerie van financiën heeft naar verschillende bladen onlangs meld den zich voor meer dan 6 milliard ver gist bij de schatting van het aantal in omloop zijnde bons der nationale ver dediging. Men schijnt eenvoudig de fac turen der drukkerij te hebben nagegaan en aldus iedere gedrukte bon als uit gegeven te hebben beschouwd! De „Echo National", het blad van Cle- menceau en Tardieu, komt nu op deze zaak terug na tevergeefs op een offici- eele verklaring gewacht te hebben. Het citeert thans wat hieromtrent in de me morie van toelichting der begrooting voor 1923 wordt gezegd. Minister de Las- tevrie deelt daarin mede, dat uit een onderzoek van de algemeene inspectie der financiën gebleken is, dat het aan tal bons in handen van het publiek,/ op 31 December 1921 ongeveer 58.500 millioen bedroeg, inplaata van 65.420. De chef van welk handelshuis ook, zoo merkt do „Echo National" naar aanlei ding hiervan op, die een dergelijke ern- stige fout in zijn boeken zou ontdek ken, zou zich haasten zijn boekhouder uit te noodigen zijn talenten elders te beproeven. Maar de minister van financiën doet niets van dat al. Integendeel, hij haast zich de schuldigen te dekken. Do on zekerheid omtrent het aantal in omloop zijnde bons aldus de minister - wordt verklaard door de haast waarmee een emissie moest worden georganiseerd, tot een ongekenden omvang. De noodige maatregelen zijn genomen om hierin ver betering te brengen door een nauwkeu rige boekhouding en een doeltreffende controle der emissies te organiseeren. Het blad concludeert hieruit, dat er acht jaar na de invoering dezer bons nog geen enkel nauwkeurige boekhou ding of doeltreffende contröle over be staat. In de eerste klasse hotels van Frankrijk en het buitenland werd tot voor kort burggraaf Romero, volgens zijn zeggen grande van Spanje, ontvangen met al de onderscheiding aan zijn ver onderstelden rang verbonden. Nauwelijks echter had de hidalgo in een of ander hotel zijn intrek genomen of het werd door een ware epidemie van diefstallen bezocht. En men zou don edelman, nog niet verdacht hebben, als men niet had opgemerkt, dat hij 's avonds zijn ka mer verliet op schoenen met gummi zolen. De eigenaar van een Parijsch höfcel, waar hij vertoefde, waarschuwde de po litie, dio den hidalgo op heeterdaad wist te betrappen. Hij verklaarde een voudig Jose Terol te heeten. In zijn correspondentie vond men het bewijs, dat hij het hoofd was eener bende inter nationale dieven. Heden zal voor hot Assizenhof der Seine een proses behandeld worden, waar bij waarschijnlijk de vraag aan de orde zal komen wat hét verschil is tusschen een duel tusschen heeren en tusschetf apachen. Als het eerste, in de practijk, door de wet wordt door de vingers ge zien, waarom zou het laatste dan niet het reoht hebben op oen dergelijk pri vilege Het gaat om een duel in den afge- loopen zomer tusschen twee beruchte apa chen, luisterend naar de namen van Chariot l'Assassin en Maurice la Ter reur. De „vrouw in het spel" was La Belle Loulou de Bellevillezij had Char- Iott voor Mauice in den steek gelaten. Besloten werd de zaak „4 la loyalaa" op het veld van eer uit te vechten. Chariot stelde vuisten als wapens voor, doch Maurice wenschte doodelijker wa pens. „Een van ons weeën moet verdwij nen" verklaarde hij. „Kruis op munt" zou beslssen tusschen degen en revolver. En besliste ten gunste van revolvers. Maurice scheen ondanks zijn geduchten bijnaam bang te worden en krabbelde terug, aan voerend, dat hij geen „rigolo" (revolver) had, waarop Charlotte hem een maand tijd gaf zich er een aan te schaffen. De bijeen komst werd vastgesteld op 2Seplcmber in een café van Belleville en er werden vier secondanten met schilderachtige namen aangewezen zooals Riri le Béquillard en Jojo des Quatre Chemins. Op den aan gewezen dag verscheen Maurice, luisterend naar de smeekbeden van Loulou, niet; Chariot zocht hem op en dreigde hem te zullen doodschieten als hij weigerde te vechten. „Ik heb geen revolver", betoogde Mau rice. Waarop Chariot een der secondanten 100 francs gaf om twee precies dezelfde messen te koopen. In een droge gracht van de versterkin gen van Parijs had het duel plaats, dat hiermede eindigde, dat Chariot een doode- lijke messteek in de long kreeg. Maurice en drie der secondanten de vierde wist zich cliuil te houden moeten heden te recht slaan. Zij voeren te hunner verdediging aan, dal zij slechts gedan hebben wat „les mes sieurs chics" doen en hebben al getuigen 4 décharge Parijzenaars opgeroepen, die deelgenomen hebben aan duels. Dinsdagmorgen vond een politie dienaar op den drempel van het ministerie van Kunsen en Wetenschappen le Brussel, een langwerpige bom, gewikkeld in papier. Het geheimzinnige werktuig, een gra naat is in beslag genomen. Drie hoofdleiders van de spoorweg staking in Midden-Duilschland hebben li Magdeburg terecht gestaan. Zij verklaarde; geloofd te hebben dat voor beambten hei stakingsrecht bestond. Een hunner wordt zonder recht op pen sioen ontslagen, de beide anderen kregen hooge boeten. Uit verschillende deelen van Duitsch. land komen berichten over geweldigen re genval en wolkbreuken, waardoor ernstigs schade wordt aangericht door overstroo mingen. Te Meinheim (Baden) hebben ver schillende slagers en kappers hun zaken gesloen bij gebrek aan klanten tengevolge van de hooge prijzen. WILLEM MENGELBERG. .Woensdagochtend zijn met het} s.s* „Rijndam" Willem Mengelberg, nievr. Mengelberg—Wubbe. Erna Ru binstein en haar moeder en de heer en mevr. Botbenheim uit Amerika! teruggekeerd. Uit Amsterdam waren verschillen de autoriteiten en vrienden ter be groeting gekomen. Onze dirigent voelde zich over 't tweede seizoen in Amerika nog be ier voldaan dan over het eerste, was iet uitgepraat over de kracht, den, durf, de oderemigsgeest va de Ame rika©. Voor een goed doel is er aan boord, gedurende de zeereis, ook nojj een concert gegeven; dab kan wan neer er passagiers zijn als Willem Mengelberg er Erna Rubinstein, en Coenraad Bos, die vroolijk en jeugdij als steeds, meteen weer de reis naar zijn woonplaats Berlijn aanvaarden ging. Mengelberg had voorls een te New- York uit Nederlandsche ouders gebo ren zangeres in het gezelschap, een dio hij hóóg prijst, mej. Van Enj/Ien, een leerlinge van Marcella Iembiich. Ook Erna Rubinstein was bijzon der tevreden; zóóveel engagementen heeft zij voor het volgend seizoen in de Ver. Staten, dat zij in het eind van October alweer de reis aanvaar» den zal. Met den trein van 11.51 is het gezelschap, door de Rotterdamscha vrienden uitgeleide gedaan, naar Am sterdam vertrokken. RETRAITE VOOR NEET-KATHOLIE KEN. De katholieke retraite voor andersden kende dames is 15 Juli tot 22 Juli in Huize Overvoorde, Rijswijk bij Den Leidersl<r. Jac. van Ginneken S. J. en flater W. Kemper S. J. Aanmeldingen en inlichtingen bij mej. Julie Alsma, Sweelinckstraat 185, Den Haag. Leiders: dr. Jao. van Ginneken S. J. en dr. L, de Jonge 8. J. Aanmeldingen en inlichtingen bjj den heer J. F. de Vilder, J. W. Brouwers plein 5, Amsterdam. 98. (Wordt voortÉezet.l

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 5