ik u even laten zien wat wij u voor
kwartier kunnen aanbieden. Tot mijn
;pijt kunnen wij u «teen kamenier ter
Deschikking stellen, maar er is een
jehoorlijk gemeubileerde hut, waarin
i het althans dragelijk zult vinden
jn die u als uw eigen domein kunt
beschouwen zoolang u hier bent. Wilt
u mij even volgen
Hij ging ons voor door een korte
gang door een soort van salonnetje,
-lat blijkbaar als zitkamer werd ge
bruikt door hem en zijn makkers, en
opende de deur eener kleine, maar keu
rige hut.
„Deze is nog nooit gebruikt," zeide
hij met een glimlach. „Ze is door den
vorigen eigenaar van het jacht in
gereedheid gebracht, en zooals u ziet,
er mankeert niets aan. Beschouw deze
bescheiden woning als de uwe, juf
frouw, zoolang u onze gast zult zijn.
Een. mijner mannen zal er voor zorgen
cat u alles hebt wat u behoeven zult.
Als u wilt binnentreden en de zaak
eens aanzien, zal ik u dien man even
zenden. Het is een Chinees, maar u
zult zien, dat hij even handig is als
een Fransche kamenier. Ceef nem ge
rust alle orders en instructies die u
«snscht. Als u daarna weder aan
net dek wilt komen, zal ik u thee laten
schenken."
Hij wenkte mij hem te volgen, ter
wijl juffrouw Raven de voor haar
bestemde hut binnentrad, en hij wierp
mij een geruststellenden blik toe, ter
wijl wij het salonnetje weer doorgingen.
„Zij is daar volkomen veilig en rus
tig," zeide hij. „U kunt hier uw kwar
tier betrekken, mijnheer Middlebrook
het is trouwens het eenige wat ik u
kan aanbieden. Ik hoop dat u het hier
eenige nachten zult kunnen uithouden
met behulp van dekens en kussens,
en deze hebben wij in overvloed."
„Dat komt wel in orde, dank u,"
antwoordde ik. „Maak u zich over mij
maar niet bezorgd. Mijn eenige zorg
is voor juffrouw Raven."
„Ik zal er zorg voor dragen dat het
juffrouw aan niets ontbreekt en
dat zij in alle opzichten veilig is,"
antwoordde hij. „Even veilig als in
het huis van haar oom. U behoeft
u dus daarover het hoofd niet te
breken ik heb u mijn'woord gegeven."
„En daarop vertrouw ik," zeide ik.
,,Maar over haar oom wilde ik gaarne
nog even met u spreken."
„Een oogenblik," antwoordde hij.
Wij waren inmiddels weder op het
dek gekomen en hij ging naar voren,
stak zijn hoofd door een kleine opening
en gaf een bevel aan iemand dien
ik niet kon zien. Een oogenblik later
kwam een Chinees, dezelfde wiens
gelaat ik gezien had vanuit de roeiboot,
uit de luikopening, gleed met bijna
onhoorbaren tred lang? mij heen ter
wijl hij het dek overstak, en verdween
in de hut die wij zoo juist hadden ver
laten. Baxte- kwam daarop bij mij
terug en nam een cigarettenkoker uit
de borstzak van zijn jas. Terwijl hij
mij zijn koker voorhield, vroeg hij
„Wat wilde u zeggen over den heer
Raven
„De heer Raven," antwoordde ik,
„zal zeer ongerut zijn over zijn
nicht. Zij is de eenige bloedverwante
die hij heeft, meen ik, en hij zal bui
tengewoon in onrust zijn als zij dezen
avond niet terugkeert."
Baxter onderbrak mij door een ge
baar met zijn cigarette. „Aan dat alles
heb ik reeds gedacht," zeide hij. „De
heer Raven zal niet ongerust behoeven
te z ;n Mijn vriend, dien u bij de ruïne
i ezien he:ft, gaat over enkele minuten
weder ran land, en hij zal terstond
naar h:t dichtstbijzijnde telegraaf
kantoor gaan, dat ongeveer twee
mijlen .andwaarts is, en daar zal hij
een telegram zenden aan den heer Ra
ven met uw naam onderteekend.
De heer Raven zal dat telegram waar
schijnlijk om zeven uur hebben. De
zaak is nu hoe moet dat telegram
worden opgesteld
Wij zagen elkaar aan en ik bemerkte
dat hij een man was die moeilijkheden
spoedig ontdekte en dat hij hetcritieke
punt van het onderhavige geval ter
stond had gezien."
„Dat is een moeilijke geschiedenis
zeide ik
„Ongetwijfeld," gaf hij oe. „Daarom
zou ik u een raad wil en geven. In
plaats van het telegram te verzenden
van uit het naaste telegraafkantoor,
stel ik u het vólgende voor. Mijn
vriend gaat per spoor naar Berwich.
Laat hem van daaruit een telegram
zendenhet komt dan niet meer dan
een uur later bij den heer Raven aan.
Sein maar dat u en juffrouw Raven
vanavond niet thuis kunt komen, en
dat zij volkomen veilig is enfin,
maak er van wat u wilt, als hij maar
gerustgesteld is."
Ik wierp hem een doordringenden
blik toe. „De zaak is nu maar," zeide
ik, „of wij morgen naar huis zullen kun
nen gaan
„Misschien morgenavond laat,"
antwoordde hij. „Ik zal mijn best doen.
Morgenmiddag hoop ik met mijn arbeid
gereed te zijn, en dan
Op dat oogenblik verscheen Bax
ter's metgezel op het dek. Hij had van
kleeding verwisseld en droeg nu een
keurig costuum, slappen hoed, ge
lakte schoenen, handschoenen en een
wandelstok. Baxter gaf hem een wenk
om te wachten en wendde zich weer
tot mij. „Dat is het beste wat u doen
kunt," zeide hij. „Schrijf nu het tele
gram maar even."
Ik stelde het telegram zóó samen,
dat ik erop vertrouwen mocht, daar
mede den heer Raven gerust te stel
len, en overhandigde hem het papier.
Hij las de enkele regels die de depêche
bevatte, knikte goedkeurend en ging
daarna op zijn makker toe. Eenige
oogenblikken spraken zij halfluid met
elkaartoen stapte de ander in de
boot die naast het jacht lag, en roeide
naar de kust. Baxter kwam bij mij te
rug.
„Hij zal dat telegram terstond als
hij aan het station Berwick is, van daar
uit verzenden, ongeveer half zeven,"
zeide hij. „Het moet dan om acht uur
op Ravensdene Court zijn. U kunt
dus aan juffrouw Raven zeggen
dat er geen reden is, zich verder nog on
gerust te maken. En nu wij alles be
sproken hebben, mijnheer Middlebrook
mag ik er nog wel aan toevoegen, dat
het niet mijn schuld geweest is, dat u
en zij ons gestoord hebben in zeer par
ticuliere bezigheden daar bij de ruïne
van de oude kerk. Ik veronderstel
echter dat het evenmin uw schuld
is en daarom zou ik u willen aanraden
schik u zoo goed mogelijk in de om
standigheden het geldt slechts een
tijdelijke opsluiting
Ik sloeg hem nauwlettend gade,
terwijl hij sprak, en nam plotseling
het besluit om ronduit te spreken.
Het mocht dwaas, wellicht zelfs ge
vaarlijk zijn, maar ik voelde als bij
ingeving dat het geen van beide zou
blijken te zijn.
„Ik geloof," zeide ik bijna ruw,
„dat ik het genoegen heb, met mijnheer
Netherfield Baxter te spreken
Hij wierp mij plotseling een scherpen,
maar toch half glimlachenden blik
toe. Verbazing lag er stellig niet in dien
blik
„Ahantwoordde hij toen. „Ik
had er een vermoeden van dat u dat
zoudt denken. Wel, en als ik nu eens
bevestigend antwoorden zou, mijnheer
Middlebrook Wat dan En wat weet
u een Londenaar, naar ik meen dat
u mij gezegd hebt van Netherfield
Baxter
„Wenscht u het te weten luidde
mijn wedervraag. „Zal ik openhartig
spreken
„Zeer graag, als u wilt," antwoordde
hij. „Ik stel er inderdaad prijs op."
„Welnu," hernam ik, „ik weet van
Netherfield Baxter verschillende bi-
zonderheden eerst kort geleden ben
ik die toevallig te weten gekomen.
Dat u vroeger in Blyth woonde en
daar in connectie stond met 'n zekeren
bank-directeur, omtrent wiens dood
en het verdwijnen van verschillende
waardevolle roerende goederen groo-
te opschudding ontstond in Blyth.
ten tijde dat u die plaats verliet. Ver
der, dat men nimmer meer iets van
u gehoord had, tot voor zeer korten
tijd, toen een inwoner van isiytn a
ontmoette en herkende in Huil, waar
u een jacht kocht ik geloof dat het
dit is en waarin u zeide, naar Noor
wegen te willen gaan. En dat maar
moet ik nog meer zeggen
„Waarom niet vroeg hij lachend.
„Een gewaarschuwd man geldt voor
twee U geeft mij daar zeer waarde
volle inlichtingen."
„Zeer goed, mijnheer Baxter," ging
ik voort, besloten hem al mijn kaarten
te toonen. „Er is verder een zekere
detective, Scarterfield genaamd, een
scherpzinnig man, die er zeer naar
verlangt, kennis met u te maken.
Want als u de waarheid weten wilt,
hij is in de veronderstelling dat u
of een pf meer uwer medeplichtigen,
of u met hen tezamen, de hand gehad
hebt in de beide moorden op Noah
en Salter Quick. Hij is u op het spoor
Terwijl ik de laatste woorden sprak,
sloeg ik hem nog nauwlettender gade
dan tevoren. Hij bleef echter even koel
en kalm als eerst, en ik was eigenlijk
een weinig onthutst door de rustige
wijze waarop hij niet alleen mijn blik
maar ook mijn woorden beantwoordde.
„Scarterfield van wiens naspo
ringen ik wel iets heb gehoord heeft
het in dit opzicht aan het verkeerde
eind," zeide hij kalm. „Ik heb niet de
hand gehad in den moord op Salter,
noch in dien op Noah Quick. En mijn
vriend is daarbij evenmin betrokken.
Ik weet niet wie de beide mannen ver
moord heeft, maar wèl weet ik, dat
er altijd lieden gereed geweest zijn
om hen om het leven te brengen, zoo
dra zij daartoe de kans zouden krijgen,
en ik was daarom dan ook in het geheel
niet verwonderd toen ik hoorde dat
zij vermoord geworden waren. Wel
heb ik mij er meermalen over ver
wonderd dat die moorden niet eerder
hebben plaats gehad. Maar buiten het
feit dat zij vermoord zijn weet ik niets
en evenmin weet iemand van hen
die zich aan boord van'dit vaartuig be
vinden, daarvan iets af. U en juffrouw
Raven bevinden zich onder wel,
u kunt ons roovers noemen als ge wilt,
avonturiers, wat u maar wiltmaar
wij zijn geen moordenaars. Wij weten
niets van den moord op de gebroeders
Quick behalve dan wat wij ervan
in de couranten gelezen hebben."
„U kende dus de beide Quicks
veronderstelde ik.
„Hen kennen antwoordde hij met
een cynisch lachje. „Of ik hen kèn
Het waren een paar schurken Ik heb
mij nooit verbeeld, een heilige te zijn,
mijnheer Middlebrook, maar Noah
en Salter Quick waren van een soort
dat ik vèr beneden mij acht zij
waren slechte lieden. Ik zal u daarvan
later wel meer vertellen, want daar is
juffrouw Raven."
„Ik acht het geraden," zeide ik tot
hem op halfluiden toon, „u te zeggen
dat juffrouw Raven bekend is met alles
wat ik u zooeven verteld heb."
„Zoo antwoordde hij. „Welnu,
zij ziet er verstandig genoeg uit, en
ik zal u beiden dan later wel eens ver
tellen wat ik weet. Laten we nu gaan
theedrinken."
Terwijl hij vooruitging om zijn beve
len te geven, vertelde ik aan juffrouw
Raven het voornaamste van de confe
rentie die ik met Baxter had gehad
en verklaarde, voor mijn persoon in
zijn onschuld aan de beide moorden
te gelooven. Ik zag dat zij het in dit
opzicht met mij eens was.
„Ik ben blij dat ik dat gehoord heb,"
zeide zij. „Dat maakt evenwel de zaak
nog ingewikkelder. Ik ben benieuwd
naar wat hij te vertellen kan hebben."
„Wacht tot hij spreken zal," ant
woordde ik. „Wij zullen in elk geval
wel iets interessants van hem hooren."
Baxter kwam terug, ditmaal ge
volgd door den kleinen Chinees dien
ik reeds eens gezien had hij plaatste
een tafeltje op het dek, zette er stoe
len omheen en bracht eenige oogen
blikken later alle benoodigdheden voor
een keurige afternoon-tea, waarvan
een plumcake het middelpunt vormde.
Ik zag dat juffrouw Raven er naar
keek, en toen ik haar aanzag, wist
ik opeens wat zij dacht. Haar gedach
ten waren teruggekeerd naar de plum
cake die wij bij Lorrimore hadden ge
geten en die door zijn factotum Wing
was gemaakt.
Wat echter ook onze gedachten waren,
wij zeiden niets. De situatie was ro
mantisch en niet zonder eenige aan
trekkelijkheid, zelfs in deze merkwaar
dige omstandigheden. Wij zaten daar
als gevangenen, eigenlijk als gasten,
wanneer ge wilt, maar gevangen waren
wij toch, en onze bewaker zat vóór
ons. Hij en wij zaten aan een thee
tafel en lieten ons de thee en wat erbij
hoorde, goed smakeiv Het had meer
den schijn alsof wij bij de een of andere
aanzienlijke familie te gast waren, dan
de gevangenen van een dief. Ik denk
dat het voldoende voor ons allen ge
tuigt, dat wij den toestand begrepen
en ons best deden om de werkelijkheid
te ignoreeren. Wij keuvelden en praat
ten zooals beschaafde lieden onder
zulke omstandigheden zouden doen,
en spraken over alles, behalve over
onze gevangenschap. Baxter had in
derdaad onze beleefde en attente gast
heer en wij zijn gaarne geziene gasten
kunnen zijn. Juffrouw Raven aan
vaardde de geheele situatie met kos
telijke bereidwilligheid en schonk de
thee in alsof zij reeds langen tijd met
onze tegenwoordige verblijfplaats ver
trouwd was. Zij nam zelfs tegenover
onze bewakers een vriendelijke hou
ding aan die er veel toe bijdroeg om
de moeilijkheden van het oogenblik
te vermijden.
,,U schijnt goed van bedienden voor
zien te zijn, mijnheer Baxter," merkte
zij op. „Die kleine Chinees is inderdaad,
zooals u zeide, even goed als een Fran
sche kamenier en u hebt ongetwijfeld
ook een goeden kok wat hij hier
heeft opgediend, is althans uitstekend."
Baxter keek een weinig verstrooid
naar de luikopening.
„Dat is ook een Chinees," antwoordde
hij. Daarop zag hij mij met een veel-
beteekenenden blik aan. „Mijnheer
Middlebrook," ging hij voort, „weet
dat ik dit jacht van een scheepsbouwer
in Huil, voor een speciaal doel.."
„Van het speciaal doel weet ik niets,"
viel ik hem in de rede, terwijl ik hem
een zijdelingschen blik toewierp.
„Dat speciale doel is een tocht over
den Atlantischen Oceaan, als u het
weten wilt," antwoordde hij zorgeloos.
„Natuurlijk had ik een kleine beman
ning noodig. Nu heb ik veel ervaring
met Chineezen opgedaan zij zijn
naar mijn meening de beste dienaren
ter wereld en daarom zeilde ik met
het jacht de Theems op en nam eenige
Chineezen in dienst die ik in Limehouse
aantrof. Twee mannen en een kok
eveneens een man natuurlijk. Hij is
goed ik kan u wel geen tip top
diner beloven voor hedenavond, maar
op een flink souper kunt u gerust
rekenen."
„En gaat u met drie man den Oce
aan over vroeg ik.
„Neen, Vij zijn met zes man," ant
woordde hij. „De drie Chineezen, mijn
vriend dien u vanmiddag gezien hebt,
een ander die morgen komt en eveneens
een Chinees is, en ikzelf. Die tweede
vriend is een man van rang en aanzien."
„Met andere woorden, de Chineesche
heer die zich in het gezelschap van u
en uw Franschen vriend bevond toen
u in Huil waart veronderstelde ik.
„Juist, dezelfde. Wij spraken im
mers af om openhartig te zijn," ant
woordde hij lachend. Zich tot juffrouw
Raven wendend, zeide hij toen
„Mijnheer Middlebrook beschouwt mij
als den meest openhartigen desperado
dien hij ooit ontmoet heeft 1"
„Uw openhartigheid is ongetwijfeld
interessant," antwoordde zij. „Vooral
als u werkelijk een „desperado" bent.
Misschien wilt u ons wel eens iets meer
vertellen
„Later," zeide hij, „zal ik u over die
Quick-zaak wel eens iets vertellen."
Plotseling zette hij zijn theekopje
neer, stond op en begaf zich naar de
luikopening, waarin hij toen verdween.
Juffrouw Raven wendde zich met een
ruk naar mij om.
„Hebt u van die plum-cake gege-
cen nuisterde zij. „Ja?" geleverd; de genade van een man, ,Neen," antwoordde ik, „maar men had zij Pierse gebuwa. l\\ was een dier
„Ik weet wat u denkt," antwoordde wiens medeplichtige wellicht van een kan nooit weten. vrouwen wier liefde met haar in het graf
ik. „Het herinnert u aan de cake die slechter soort was dan hijzelf, en wiens „Wat denkt u dat er nu met ons daalt eu zlj vereerde den ouden Pierse
door Wing, Lorrimore's bediende be- satellieten Chineezen waren, onver- gebeuren zal vroeg zij, over haar zoodanig, dat men reden had aan haar
reid werd." schillige Oosterlingen, terstond bereid schouder ziende naar de opening waar- ge">nd verstand te twijfelen.
„Herinneren!" riep zij uit. „Er is om op een wenk van hun meester den door Baxter verdwenen was. Toen.zij stierf, zou men gemeend heb-
geen sprake van herinneren! Weet u eersten den besten de keel af te snij- „Ik denk dat zij ons zullen vasthou- n' a er .na,6en.,ein w,am a~". ,ai"
wat ik denk Dat Wing aan boord van den den totdat zij gereed zijn om te vertrek- ^Xie trmoï Z
dit jacht is Hij, en niemand anders, Terwijl ik daar stond, tegen de ver- ken en ons dan zullen laten gaan, genootf terwijl zij Esüier «eheel afhankelijk
heeft deze cake gemaaktschansing geleund en somber starend antwoordde ik. Onze gastheer of maaktê van z;jn goeden wil. ik zeg niel,
naar de kust die zoo nabij was en toch cipier, hoe ge hem noemen wilt is dat de oude Pierse een schurk was. Een
NEGENTIENDE HOOFDSTUK. zoo onbereikbaar, herinnerde ik mij een eigenaardige kerel; misschien of dikke verwaande bluffer dat was hij.
iets dat van meer belang was dan men waarschijnlijk zal hij ons ons eorewoord Gelijk alle pochhanzen kon hij door een
Donkere herinneringen. zou denken namelijk onze geogra- laten geven dat wij zullen zwijgen." kind geleid worden met vleierij. Maar
fische ligging. Ik heb reeds gezegd (Word voortgezet)- Eslh-r was g®611 vJe'sler- Een klein ding
Er was zóóveel van werkelijke be- dat 't jacht voor anker lag in een door met een lieve slem, dal was zij, maar
teekenis, niet alleen voor ons in onze rotsen beschermden inham. De ligging met een doortastend karakier en een
tegenwoordige situatie, maar voor van dien inham was eigenaardig. De r-v-c1 MWlTïlEïSI^ïGSTEK. diepe verachting voor aile humbug. Geen
den loop der gebeurtenissen in het ingang vanuit de zee was buitengewoon wonder, dat d:e twee hel niet best kon
algemeen, in de krachtig geuite ver- smal en nauw, en aan den mond strek- den snmen samen, bovendien, 1 mrse wist
onderstelling van juffrouw Raven, te zich een zandbank uit - ik kon dat Ik herinner mij een oude geschiedenis hoe de a'S«^ne veroiUwaardiging was
dat haar woorden mij terstond in een zien door de golven die er telkens over- van een testament die ik ge oc i nd en mo-ht hn-ir°nnk'1 rfaarnn^nJt
j. ,.-j j j 11 t, i i t T j- ir nooit verteld heb, zoo begon notaris kino en inoent naar ook daarom mei
diep stilzwijgen deden vervallen Ik heen sloegen Het was zelfs voor m.j, is niet'lang ofscho°n zij 0Ver lijden. Hij deed haar allerlei plagerij en
stond van mijn stoel aan de theetafel een „landrot duidelijk, dat zelts een oroot "eial jaren loopt. kwellingen ondergaan, niet het minst door
op, ging naar de zijde van het jacht die klein vaartuig alleen in en uit de inham 0 ze3cezell wint-ravoni bad /s eenige een mulattin, van wie het kind een hevi-
naar land gekeerd was en bleef daar komen kon bij hoog water. Eenmaal vrie£den te dineeren. Onder hen was een gen afkeer had, als huishoudster te
nadenkend staan. Er was echter wei- over die zandbank heen en den nau- parij^naar en mijn keukenmeid had, toen nemen.
nig overweging noodig om mij te doen wen ingang gepasseerd zijnde, vond mijn vrouw haar dit verteld -had, zich- Een paar jaar geleden had Pierse een
inzien, dat de veronderstelling van elk vaartuig dat van de open zee kwam, zejf overtroffen, om de eer van de keuken testament gemaakt, waarbij hij al zijn be-
mijn mede-gevangene de grenzen der daar een natuurlijke haven, die groote tegenover Fransche kookkunst op te zittingen vermaakt aan zijn broeder, die
mogelijkheid geenszins te buiten ging. voordeelen bood. De inham liep bijna houden. t(>e;i °P Euba woonde. Ik wist er van en
Ik riep alles wat wij van de laatste een mijl landwaarts in en was bijna Juist toen het diner geëindigd was, had alle mogelijke moeite gedaan om hem
handelingen van Lorrimore's dienaar even breed. Het water was diep en stond kwam mijn bediende Pine en schoof een dit testament te doen veranderen, doch
wisten, in mijn geheugen terug. Wing ongeveer vijftien a twintig voet boven briefje onder mijn bord. ..Dit bracht de te vergeefs.
was naar Londen gegaan, met het doel een helderen, zandigen bodem; aan knecht van Pierse,"^ fluisterde hij, „van jicht hem hulp-
om iets naders te weten te komen om- alle zijden, tot aan den ingang was de z,ja ^Bob^Johns. die een eindje trouw opgepast ter' liefde tóJT ove^den
trent dien anderen geheimzinniger! inham door hooge rotsen omgeven gaf zat, oplMrkzaam werd. Hij moeder, en wat hij nog aan genegenheid
Chinees, Lo Chuh Fen. Sedert zijn en van de toppen tot aan den voet dik scheenJde boodschap of den naam ge- voor de kleine gevoelde, #erd aangewak-
vertrek had Lorrimore van hem en zijn met mos begroeid. Er viel met aan te hoord te hebb€n 0plk mij-n vrouw wierp kerd door de trouwe zorg, die zij hem
werk niets meeer gehoord naar de twijfelen dat deze haven aan de be- vragenden blik toe. Het gegons wijd-de, zoodat ik van dag tot dag hoopte
dokter meende, kon hij nog steeds in woners der omgeving bekend was, der stemmen veroorloofde Pine zijn ge- en verwachtte, dat hij haar ten slotte toch
Londen zijn, maar hij kon' ook wel maar ik was er van overtuigd dat elk filter te vervolgen, terwijl ik heime- recht zou laten wedervaren- Nu kan men
naar Liverpool, Cardiff of een andere vreemd vaartuig dat op zee voorbij jjjfc een blik op het briefje wierp. De begriioen, waarom ik mij haastte hem te
havenplaats gegaan zijn, waar zijn voer, de aanwezigheid van de inham knecht zei: „Jake vertelde, dat zijn oude bezoeken. Bob Johns belangstelling is
landgenooten verblijf hielden. Nu was niet vermoedde, zóó zorgvuldig had meester zijn testament wil maken. Om licht te verklaren. Ik hield veel van de
het mogelijk dat Wing toen hij in de natuur deze haven verborgen. Er s-hemeis wil, ga er heen, mijnheer, al arme kleine verongelijkte Esther, en om
Limehouse of Poplar was, daar in waren in die schuilplaats zelve geen is de nacht zeer donker." En hij ging heen haar zoowel als voor hem zelf had ik ge-
aanraking gekomen was met andere teekenen die erop wezen dat de bewo- om mi.in overjas te halen, terwijl mijn «aasc a o een betere carrière had
zeelieden Toen Baxter daar kwam ners ze ooit gebruikten. Er was geen vrouw, vermoedende dat remand om m,j gemaakt maar praten hrelp zooals ge-
t_ -1 vv7. i 1 6 i_ eestuurd had, mn angstig aankeek, of ik woonujK m zulke dingen, niets,
om zijn bemanning, kon Wing met enkel spoor van eenige menschel.jke J Het meisje kwam mjj de
de be.de andere Chineezen in zijn dienst verblijfplaats in de nabijheid te ont- pine echter kenndp mijn zakpn bijna moel; haar b,auwe 00gen waren gezwollen
getreden zijn, en zoodoende op dat dekken geen boot lag op het witte even als ik zelf. Veel beter dan de door het schreien: de oude man was heel
oogenblik en daar in die beschermde strand, geen vischnet lag uitgespreid sterke Bob Johns, dien ik vijf jaar goed voor haar geweest sinds hij meende
inham aan de kust van Northumber- om te drogen in de zon en den wind, op myn kantoor hal gehad. Toch of- te zullen steryen, en weinige vriendelijke
land, zich bevinden op slechts enkele en de geheele omgeving was volstrekt schoon Bob's kennis van de wet zeer ge- woorden waren voldoende om een hart als
meters afstand van juffrouw Raven eenzaam en verlaten. Ik wist dat een- r;ng was was hij gezien en bemind zelfs het hare week te maken. Doch toon zij Bob
en mijzelf, alleen door eenige planken zelfde verlatenheid lag over het land bij de andere leden van het gilde om zijn zag, werd haar verdrietig gelaat door een
en balken van ons gescheiden. Maar dat zich onmiddellijk achter de rotsen scherp verstand en zijn goed hart. „Een blos bedekt en glimlachte zij door haar
waarom Als hij zich werkelijk op het bevond. Het was daar wel de meest goede kerel," zeiden zij, „net zijn vader." tranen heen. Die flinke dappere kerel was
jacht bevond, in welke hoedanigheid verlaten plaats van een verlaten kust En dat was zoo. Hij geleek zijn vader zeer stil en verlegen, wat mij deed geloo-
werkelijke hoedanigheid! was ik was in dien tijd er reeds goed me- in het schander gelaat, de open hand, het ven, at het hem ernst was. Ik kreeg nu
dat dan? Schijnbaar als kok, daar de bekend. Ten noorden en zuiden groote dwaze hart, welks medelijden toere gedachten van hem. Ik het hem in
was peen twiifel aan maar dat was van die nlek waren er on een afstand ledere bedelaar te Richmond kende en de spreek,camor achter en ging naar het
was geen twijtel aan, maar dat was van die plek waren er op een atstana buiten. Maar die vader was vertrek waar de oude Pierse lag.
j6n voorwendsel. Maar m van verscheidene mijlen geen kus - pndergegaan ia dronbenschap en in de
werkelijkheid, aiS hij daar was, welk plaatsen - er was niets, behalve we - herinnering biijvien leven als „arme Bob", Het testament was gemaakt, waarbij alle
spel speelde dan die onschuldig-uit- licht een eenzame boerderij, omgeven mrt ecn zachtheid en medelijden uitge- bezittingen, zooais billijk was, werden na-
ziende, innemende Chinees Was dit door diepe ravijnen. Het eenige wat sproken, zooals geen vlekkelooze solidi- gelalen aan Esther, met uitzondering van
de weg langs welken hij wilde trach- hier nog aan de beschaafde wereld t<.jt zou hebben ingeoogst.. enkele legaten; het was behoorlijk getee-
ten uit te vinden hetgeen wij allen herinnerde was de spoorbrug, die zoo- Met een zekere bedoeling liet ik hem kend door den doktor en Jones, den op-
wenschten te weten En als het er als ik eveneens wist, twee of twee en het briefje lezen, toen ik het had inge- zichter als gehiigen. Ik hoorde Jones, een
op aan kwam, als de gelegenheid zich een halve mijl landwaarts liep. Voor zien, in antwoord op zijn vragenden blik. ruwen ouden kerel, een welgemeend God-
zou voordoen, een gelegenheid zoover ik mij kon herinneren van de Ik moest gaan, dat was zeker. Met een dank uitspreken, toen hij zijn naam gezet
waaraan ik niet durfde denken kon- kaart die ik in mijn zak droeg, maar spijtigen blik op de vroolijke gezichten had. Toen ik beneden kwam wcnschie ik
den juffrouw Raven en ik dan op Wing daaruit niet te voorschijn durfde halen, aan miJ'n lafeI- *tond ik °P- sPrak eet\'Se Eslhe/ va" «oluk cn nam m<,( Bob
rekenen als een vriend, of zouden wij. was er een klein tusschenstation aan «'oorden van verontschuldiging en ging den terugtocht weer aan. De jonge man
in hem vinden een lid van die vreemde deze lijn, onmiddellijk achter het bosch minuten l>pnodfn geheelen wcg'V" mt aan "de stad'V.n
en gehe.mzmmge bende, die toch dat ju frouw Raven en ik waren door- ,n dc V€Stiblüefe trad> vond ik daar Bob woord sprak. En toch geloof ik met, dat
inderdaad niet alleen onze vrijheid, getrokken. Vanuit dat station had de j0jins Qp mjj Wachten. Ik lachte in mij hij aan het testament dacht. Een ding hin-
maar toch ook ons leven in handen Fransche vriend van Baxter ongetwij- zeif >Wel 3^» zei ik ^zou de oude derde mij. De oude Pierse had het testa-
had Want wij zaten in d® val feld zijn reis aangevangen naar Ber- pierse je raad noodig hebben voor zijn tnent zelf willen houden „om een hou-
daar was geen twijfel aan. Tot op dat wiek, ongeveer twintig mijlen noord- testament?" va!>t aar> het meisje te hebben," zei hij.
oogenblik had Netherfield Baxter op waarts gelegen. Alles wel overwogen, Hij kleurde en stotterde: „Ik dacht, N"< er was op zijn grillige buien niet te
mij geen ongunstigen indruk gemaakt, zaten juffrouw Raven en ik even zeker mijnheer rekenen, vier weken later kreeg ik be
en tegen mijn beter inzicht of niet, in de val en waren wij overgeleverd „Je dacht, dat de jonge Esther troost r'<jht van Pierse's overlijden en na het ont
was ik meer dan geneigd orn hem on- aan de genade van onzen gevangen- noodig kon hebben en daarvoor wou je bijt reed ik naar zijn plantage. Er waren
schuldig te gelooven aan den moord bewaarder, alsof Wij opgesloten zaten j« hulp aanbieden. Nu Kate," zei ik tot heel wat menschen in het sterfhuis. ïk
op de gebroeders Quick direct of in een twintigste-eeuwsche Bastille. «Ün vrouw, „nu behoef je geen zorg te rond om Joe den voomaamsten bediende
indirect. Maar ik had toch wel opge- Ik ging terug naar de theetafel en hebb<ï.n' ®ob zaI m,J meoSaan-" hetTeTt-fmcnt
merkt dat hij een vreemd individu zette mij weder in een der stoelen. vertrokken. Het was een onkere, Jf;nb(,or<"> h»
1 akelige nacht. Bob s gedachten aan de "lk oenrt het wel, mi nhoer, zei hu
was, excentriek zelfsij del, openhar- Baxter was nog afwezig, en voor zoover Esther mocMei) wafm hou. angstig „Mijn meetser had het in die
tig en oprecht - Juist dóór zijn ijdel- ik dat zien kon, was er memandl in de den maar jk vond het 1>eslist koud Het ,warte doos onder zijn bed, maar hij was
held, die hem ertoe bracht, dacht mij nabijheid. Ik wierp juffrouw Rave" was juist iets voor den ouden Pierse om ongelooflijk wispelturig op het laatst. De
om veel over zichzelf te praten. Hij een blik toe die hciar voorzichtigheid nacht te kiezen tot zijn voorbe- hemel w<?et wat liij er moe gedaan heeft-"
mocht ons goed behandelen zoolang aanbeval, maar ik sprak met opzet reiding voor een betere wereld. Ik zatf dat iets bizonder gewichtigs hem
de zaken naar zijn zin gingen, maar op een zorgeloozen, bijna onverschilli- Een kort woord van opheldering volge drukte en nam hem ter zijde. Toen haalde
indien er eens omstandigheden ont- gen toon. hier, opdat u de omstandigheden even bij zeer geheimzinnig iets uit zijn zak,
stonden waarin onze tegenwoordig- „Het zou mij niet verwonderen als goed zult kennen als Bob en ik. Toen mijn meester stierf, zat deze gleti-
heid, zelfs ons bestaan voor hem en uw veronderstelling juist bleek te zijn, Ongeveer vijf jaar geleden was de oude lel in zijn zak. Die paste op de vreemde
het slagen zijner plannen gevaarlijk juffrouw," zeide ik, „en in dat geval Pierse 'n bet huwelijk getreden met een doos en ik dacht, dat het 't beste zou zijn
werd wat dan? Hij had een lachend zouden wij een vriend aan boord heb- zr{i^ro Mej. Wray, een weduwe met ëén den sleutel te bewaren, als het testament
gezicht en een vroolijke» blik, maar ben wanneer wl] dien noodig mochten S^rlteE''ZrleVl"' b3 a"™-"
ik verbeeldde mi| dat zijn gezicht hebben." Tc He cr „cmd nit, zoo.,,
het noodig was, strak kon worden als Denkt u dan dat die noodzakehjk- maar ze was d<)or haar vador dwongen zeide: het wa^ een zwart «ristje, bekleed
marmer en de oogen hard als staal, heid zich zal voordoen vroeg zij i0{ huwelijk met Wray. Binnen een met asbest en gesloten met een eigenaar-
En wij waren aan zijn genade over- snel. jaar na den dood yan haar echtgenoot dig slot Ik herinnerde mij, dat de oude