1 □ammBsmnazx! u n n n n nnmmnn o mmn m- Pinksteren. BELASTINGZAKEN DAMIAATJES ZATERDAG 3 JUNI 132f >ER KWARTAALf 3.25 ER WEEK f 0.25 FRANCO PER POST PER KWART. BIJ VOORUITBETALING f 3.57'/ NASSAULAAN 49, HAARLEM. TELEFOON 1426, 2741 EN 1748. POSTREKENING No. 5970. ADVERTENTIËN 35 CENTS PER REGEL. BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING. Dit nummer bestaat uit vier bla den, waaronder het Geïllustreerd Zondagsblad in acht bladzijden. EERSTE BHD worden behandeld door het ACCOUNTANTSKANTOOR van S. J. A. KEESOM US? BEN OiTREK. HAARLEM. R. SC.Kieswereenïging» Het Haariemsche Staalwater. •"FEUILLETON ZUli SLACHTOFFER. Christine zucntte :„Atiies was uus waarAl de misdaden, welke ik slechts vermoedde. Welk een weefsel van schanddaden en afschuwelijke mis drijven „Men heeft u dus bevolen den dok ter te vermoorden, 'om te verhinderen, dat hij een openbare aanklacht in diende," vroeg Mark aan den heer de Saint-Elme. „Om geen andere reden. De heer Lantin begreep dat de dokter wat al te veel wist. Hij had mij een brief, gericht aan een officier van justitie en die eene aanklacht behelsde, doen onderscheppen." „Hebt ge dien brief nog!" „Neen, hij heeft hem gehouden." Hij wendde zich thans tot Christi ne .„Mevrouw moet zich mijner her inneren. Zij heeft mij re#ds gezien. „Ik ben 't, die den markies op uw spoor gebracht heeft." „Werkelijk." zei Christine. „Uw gelaat herinner ik mij wel. Gii waart er bij niet waar, toen men mij in de Acaciasstraat het kind ontnam ?"<g uja, ik was er bij. Ik ben getuige geweest van uwe smart, toen men u uw zoon ontnam, en dat is misschien de eerste maal geweest dat ik ont roerd was. Ik zei tenminste aan mijn vriend, dat ik er spijt van had zoo goed geslaagd te zijn. En als ik mijn zin toen gedaan had, zou ik verder van de geheele geschie denis den brui gegeven hebben, van den markies en van zijn medeplichtige. Maar ik was jong. ik wilde leven. Ik geloofde, dat het goud mij gelukkig zou maken. Ik had nooit iets bezeten en wilde gaarne de wereld zien. Thans is dat alles echter afgeioopen. Ikfheb van alles genoeg ziedaar waaro.m ik thans als uw helper optreed. Wees zoo goed mij te volgen mijnh:er de graaf." Mark die als in een droom geluis terd had sprong snel op. Graaf zei hij ik ben niet langer graaf. Ik ben Mark d'Ormessan." En het is Mark dien ik liefheb" fluisterde Jeanne zijne hand zacht in de hare nemend. Dat komt er niet op aan meende de vroegere Eendenbek. ,,ga maar met mij mede dan zal ik u al het be- noodigde ter hand stellen." Mark wendde zich naar zijne moe der. Thans zijt gij gered moeder Hij ging naar de deur maar Chris tine hield hem terug ,Waar .gaat gij heen „Naar dien man." „Als 't eens een valstrik was Onrust overviel haar, toen zij zag, dat haar zoon zich verwijderde. Zij zou wel gewild hebben, dat zij hem geen minuut, geen seconde uit het oog verloor. Zij vreesde, dat men hem haar weder zou ontnemen. De heer de Saint-Elme schudde het hoofd. „Ik begrijp," .zei hij, „dat ge geen vertrouwen in mij stelt. Daartoe hebt ge ook reden, maar thans, ik bezweer het u, bedrieg ik u niet." „Vrees niets, moeder," zei Mark. „Spoedig is alles in orde en dan keer ik terug." Hij wierp Jeanne nog een glimlach toe, waaruit zijn geheele ziel sprak. „Tot straks." „Tot straks en dan voor altijd," zei het jonge meisje. En met deze afscheidswoorden, ging hij hfcen in gezelschap van den vroe- geren Eendenbek. Toen Christine hem zag heengaan, scheen 't haar toe, alsof 't weder donker voor haar werd. Een vreeselijke angst snoerde hare keel dicht. Zij vreesde, zij wist zelve niet welk nieuw ongeluk, welke nieuwe beproe ving. Mark had blijkbaar een plan, waarvan hij haar veen deelgenoote had gemaakt. Zij had in zijn blik een onwrikbaar besluit gelezen ën zij beef de bij de gedachte, aan hetgeen hij wellicht zou doen. Hij wilde zeker rekenschap gaan vragen aan de schul digen van het verf o1:en bloed en haar lijden wreken. Bij die gedachte wilde zij hem volgen en tegenhouden, maar 't was te laat. Hij was reeds ver weg. Mevrouw d'Olne, die wei zag, hoe ontroerd en angstig zij was, trachtte haar tot kalmte te stemmen, door haar voor te houden, dat zij thans in haren zoon een verdediger gevonden had. De ongelukkige vrouw echter had zooveel geleden m was zoo dik wijls teleurgesteld, dat zij thans nog steeds het ergste vreesde. De beide dames vonden het gewenscht haar gezelschag te houden. Men sprak van het verleaene van de toekomst en van het geluk, dat het jonge paar v, achtte. Mark had geene betrekking, maar hij had eene goede opvoeding genoten en de heer d'Olne zou Ze..cr wel genegen zijn, hem in zijne zaken op te nemen. Hoe troostrijk die ge-, dachte ook was, bleef Christine twij felen. Zij was toch zoo ongelukkig ge weest, dat het geluk haar eene on mogelijkheid toescheen. „Gij zult met ons leven," zei Jeanne, „en moogt ons niet meer verlaten, wij zullen u zulk een heerlijk leventje bezorgen, dat ge al het vroegere leed zult vergeten." „Het is reeds vergeten nu ik mijn zoon maar heb." Jg„En eene dochter," voegde Jeanne er bij, „die u zal liefhebben." ;^,Lief, lief kind," prevelde Christine. „Hoe zal ik u zegenen voor het geluk dat ge mij zoo schenkt." De avond viel en mevrouw rd'01ne werd onrustig. Zij wist, dat haar echt genoot wachtte en hoe onaangenaam zij 't ook vond, begreep zij, dat 't tijd werd huiswaarts te gaan. Christine drong zelf op het vertrek aan en ver klaarde thans niets meer te vreezen. Jeanne volgde haar moeder met leed wezen. 't Soeet haar. dit vertrek te moeten verlaten, waar zij zoo gelul k!g geweest was. Christine bleef a'.lcen en een droef heid, welk zij zichzelve niet kon ver klaren, maakte zich van haar meeste r. Zij had gelukkig móeten zijn en tccii voelde zij zich beklemd. Zij vrees.A eenig onbekend gevaar en onder den indruk van het angstig vcolcv bad zij God om bescherming voor h ar en voor haren roon. Nauwelijks had zij haar gebed vol eindigd, tóen een hevig geklop op cé deur het geheele huis deed dreunen e.t een zware stem riep In naam der wet, open de deur." „0 God." bad zij, ,,'t is dus nog niet geëindigd En wankelend ging zij naar dë deur. Zij opende en vijf of zes agenten drongen het vertrek bin nen. Met moeite hield de arme vrouw zich staande. Zij had zelfs niet meer de kracht om te denken en begreep niet, welk nieuw ongeluk er boven haar hoofd was losgebroken. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT IE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN: BUREAUX: :o: tteelt de wereld van de oude kerke lijke hoogfeesten, Kerstmis, Paschen en Pinksteren niets anders overgehouden dan een goede gelegenheid voor alge- meene vacantiedagen, voor de christen gemeenschap gelden deze hoogtepunten van den kerkelijken jaarkring nog altijd als dagen om zich meer dan anders één te voelen, zoowel bij de Kerst kribbe als in den Paaschjubel. En ook bij het Pinksterfeest. Want, mogen de feesten van 's Heeren Geboorte en Verrijzenis door het neer knielen van herders en koningen bij de Kribbe en het aanzitten aan den Paasch disch des Heeren als van zelf het saam- hoorigheidsgevoel der christenen opwek ken en versterken, nog veel meer moet daartoe het Pinksterfeest bijdragen, al missen wij daarbij dan ook uiterlijke middelen. Immers het Pinksterfeest is het feest der volheid van Gods liefde en liefde zoekt voor alles vereeniging. „Er verschenen hun tongen als van vuur," staat er van de neerdaling des Heiligen Geestes geschreven. En dat vuur brandde in de harten van de ver gaderde leerlingen, die door het ont vangen van dien Genadestroom plotse ling inwendig geheel veranderden, Gods liefde daalde in een onmetelijken stroom van genaden op dat eerste Pinksterfeest neer en deed de Kerk geboren worden. Dat vuur der liefde brandde op in de harten der discipelen; alle lafheid en men- schelijk opzicht, alle gedachten aan persoonlijk aardsch geluk en voordeel wierpen zij van zich af en zij gingen uit, luide predikend van Christus en Zijn kruisdood; smaad en hoon, vermoeienis, honger en dorst, kerker, foltering en marteldood konden hen niet meer af schrikken: de H, Geest had hun ver stand verlicht, hen de onmetelijke liefde van Christus in Zijn lijden en sterven doen beseffen en in hun harten een on- uitbluschbare wederliefde doen ontbran den, die hen tot bovenmenschelijke werken in staat stelde_ De ooren der leerlingen hadden Christus' woorden ge hoord, hunne oogen hadden Zijn groote wonderdaden gezien en Zijn lijden aan schouwd, maar eerst toen Hij was heen gegaan en de Trooster gekomen was, ontwaakte de liefde in hunne harten en drong tot daden van wederliefde. Die zuivere liefde, door den H, Geest verwekt, moest in Christus' Kerk komen als een der grondpijlers van de onver woestbare, Goddelijke Stichting. Vandaar dat de H. Kerk bij de herden king van het Pinksterfeest ook met zoo veel nadruk over de liefde spreekt. In het Evangelie van Pinkster-Zaterdag klinken reeds de woorden uit het Joan- nes-verhaal: „Jezus zeide tot Zijn leer lingen: Indien gij Mij bemint, onderhoudt dan mijn geboden. En ik zal den Vader voor u vragen en Hij zal u een anderen Vertrooster geven om eeuwig met u te blijven," En op den Pinkster-Zondag komt de Kerk ons met die andere woorden uit het Evangelie van den apostel der liefde tegemoet: „Indien iemand Mij bemint, zal hij ijn woord onderhouden en de Vader zal hem beminnen en wij zullen bij hem komen en ons verblijf bij hem vestigen." En op den 2den Pinksterdag is het weer de liefde, die ons toespreekt in het bekende gesprek van Christus met Nicodemus: „Zoozeer heeft God de wereld liefgehad, dat Hij Zijn eenigen Zoon gaf, opdat ieder, die in Hem ge looft, niet verloren ga, maar het eeuwig leven bezitte". Het Pinksterfeest moet ons dus meer dan anders opwekken tot liefde, tot lielde in den meest uitgebreiden zin. Want Christus zeide: als gij Mij liefhebt, onderhoudt gij Mijn geboden. En elders heeft gezegd: dit is het hoogste gebod: dat gij elkander liefhebt. Dus niet alleen spoort ons het Pinksterfeest aan tot liefde voor God, maar ook tot onder linge liefde. En wanneer zou een dergelijke herin nering beter van pas, komen dan in on zen liefdeloozen tijd? Wanneer wij klagen over de rampspoeden der wereld, over de algemeene ellende, de hopelooze toekomst, de universeele verwarring en ontwrichting, is daar dan een andere oor zaak voor te vinden dan de liefdeloos heid of, wat hetzelfde is, het egoïsme in alle rangen en klassen der maatschappij? Komt heel de economische rampspoed, waarin wij nu al jaren verkeeren en waaruit maar geen redding mogelijk schijnt, niet in den grond voort uit den volkerenhaat, de vrees der eene natie, dat de andere haar zal overvleugelen? En is de oorzaak van heel het bran dende sociale vraagstuk niet het gebrek aan onderlinge liefde; de afgunst der eene maatschappelijke klasse op de andere? Wanneer de onderlinge liefde heerscht, dan was er geen Volkenbond noodig en dan bestond er geen sociale kwestie, Niemand meer dan de kinderen van Gods H. Kerk hebben zich op het Pink sterfeest van dien plicht der liefde te doordringen en zich het gebod der liefde in het geheugen terug te roepen. De on derlinge liefde was het kenmerk der eerste Christenen: „Ziet, hoe zij elkan der lief hebben," zeiden de heidenen tot elkander. En door die liefde heeft de Kerk hare hoogste triumfen gevierd. Met die liefde, door den H. Geest op haar Stichtingsdag over haar uitgestort, heeft zij de maatschappij doordesemd, en de stoutste wonderen van menschenmin en zelfverloochening gewrocht: de geschie denis der -k is vanaf het eerste bloed der martelaren, het lijden en de opoffe ringen der geloofspredikers, de stichting van armenhuizen en hospitalen tot het uitzenden van duizenden missiepriesters en -zusters naar heidensche landen, één loflied van liefde^ En wanneer in onzen tijd de millioenen kinderen van Gods' Kerk evenals de eerste Christenen door onderlinge liefde de aandacht trokken der heidensche wereld, ook dan zouden in de maatschappij weer heel spoedig orde, vrede en rust en al de weldadige gevolgen daarvan, terugkeeren. De volgende week zal in Nijmegen voor de tweede maal een Nederlandsche Katholiekendag onder bescherming en op verlangen van onze Bisschoppen gehou den worden. Daar zal drie dagen lang gesproken worden over de Solidariteit, de saamhoorigheid in geest en gevoelen en daden van de verschillende klassen en standen van de maatschappij; een moderne vertaling dus van het oude woord; christelijke liefde. Moge in die dagen, waarin zoovele honderden vertegenwoordigers van het Nederlandsche Katholieke volk bijeen zijn, di; oude geest van Roomsche saam hoorigheid en verdraagzaamheid, die geest van liefde opnieuw ontbranden en zijn vuur uitstralen in de harten van duizenden anderen. In deze Pinksterdagen bezitten wij een ongezochte gelegenheid om dien geest van liefde, welke is een geest van eenheid en offervaardigheid, af te smee- ken van den Heiligen Geest, die weer in de volheid van genaden over Christus' Kerk en in onze harten neer daalt, wanneer wij er om bidden: Veni Creator, Spiritus! Kom, Schepper Kom, o, H. Geest! ALKMAAR BEVERWIJK geproefd FRANKEN's MELKBROOD "V' De Haariemsche R. K. Kiesvereeniging hield gisteravond in „Sint Bavo' een goed geslaagde Politieke vergadering, waar als sprekers optraden de heeren Mr. J. B. Bo- mans en Chr. Jansen, respectievelijk nr. 1 en nr. 10 van de R.K. candidatenlijst in den kieskringen Haarlem-Helder. Terecht mocht de voorzitter, de heer Mich iel sen zich verheugen over de tal rijke opkomst bij zulk een zomersche temperatuur. Het was de eenige criliek, die spr. op onze regeering heeft, dat zij de verkiezingen in zulk een prachtig zo merweer uitschrijft, zeide hij. De groote zaal was vrijwel geheel be zet en wie zich veel had voorgesteld van dezen avond is zeker niet bedrogen uit gekomen. De vergadering werd op de gesvone Roomsche wijze geopend met een woord van welkom tot de aanwezigen door den voorzitter, die ook den heer Broekhuyzen weer hersteld van een ziekte van 14 we ken met zijn terugkeer aan de bestuursta fel gelukwenschte (applaus). Voorts deed hij eenige mededeelingen. De voorzitter verzocht zich op te geven ais practisch propagandist. Er zijn geen kosten aan verbonden. Alleen offervaar digheid en liefde voor de zaak. Ook spoor de spr. aan lid te worden der kiesvereeni- S'nS- w Het propaganda-bureau is eiken mns- dag, Woensdag en Vrijdag avond in „St. Bavo" geopend. Elke inlichting op poli tiek gebied kan daar verkregen worden. Spr- verzocht voor de ruiten biljetten te hangen ter aanbeveling van de R. K. partij. Deze biljetten zijn bij do propa ganda te verkrijgen. Op 9 Juni zal de heer de Lobel een po litieke rede houden over: „Langs veilige wegen." Op 23 Juni komt pater Borromeus de Greeve spreken in de societeit-vereeniging. Deze mededeelingen werden met hand geklap begroet. De voorzitter sprak de hoop uil dat de belangstelling voor de vergaderingen crescendo zal gaan en onze overwinning op 5 Juli schitterend zal vve zen. Daarna leidde de voorzitter, den heer Bomans als spreker in Mr. J. B. Bomans. De lieer Bomans begon met te vra gen of liet nog wel noodig is een enkel woord te spreken? Voor rie Haarlemmers? Is t niet nuttiger elders te spreken? Voor Haarlemmers is t toch niet noodig no. 1 van de lijst voor te stellen? Dat no. 10 dat doet, de heer Chr. .Jansen, is begrijpelijk (gelach). Maar als men dan de Kath. liist niet stemmen wil, aldus spr., om no. 1, laat men haar dan stemmen 0111 no. 10 in de Kamer te krijgen. (Applaus.) Alvorens tot zijn eigenlijke rede te komen, wenschte de heer Bomans, zich te verdedigen tegen een tweetal aanvallen in de „N. H. Crt." van Don derdagavond tot hem gericht. Spr. heelt wel geschreven in zijn artikelen „Kamerlid is ook niet alles", dat men langzamerhand immuun wordt voor criliek, maar geen druk kender criliek kent spr. dan die, welke spr. iets laat zeggen, wat hij niet gezegd heeft. De heer Bomans kwam op tegen het onderschrift der Bedactie van de „N. H. Ct." op zijn artikel „Rood en Zwart". Spr. is het eens met dc redactie, dat het noodig was op de vergadering te Utrecht de motie aan te nemen. In zijn artikel schreef spr. dan ook dat Mgr. Nolens sprak ook namens de Kamerfractie en spr. is nög altijd lid van die fractie. Ook geeft spr. toe dat, nu eenmaal de vraag zoo luide werd gesteld en zoo klemmend om een antwoord werd gevraagd, de Room sche Staatspartij moeilijk kon, ja niet mocht zwijgen, omdat zwijgen in dat geval ware opgevat als het antwoord: men wil dus wel samengaan. De om standigheden maalden dus deze mo tie noodig, maar in abstracto, niet in dit geval dus, moet men zeggen dat het uitspreken van zoo'n motie onnoodig is. We willen geen roode de mocratie. Sterker: scherper bestrij ders dan in Haarlem van de Sociaal democraten zijn er in het land niet te vinden. Maar spr. heeft ook de Chr.-Hist. Unie begrepen in haar actie tegen de R. K., o. m. bij het prscessiever- bod. We zijn wars, aldus spr, van roode democratie, maar even wars van een zwarte dominee-cratie, die ons bedreigt. We mogen de geschie denis onzer voorvaderen niet verge ten. We willen vrijheid naar alle zij den, ook naar die zjjde, die meent dat N cider land nog altijd een Pro- testnnlsiche Staat is. Een tweede aanval in de „N. H. Cl. was die van den heer Blom. In dit verband spoorde spr. aan toch trouw de Roomsche pers te lezen, en verweet zoovele R. K., vele leden der N.K.P. ook, dat zij naast de „N.R. Ct." en „Handelsblad" ook nog wel „De Maasbode" lezen, maar als bij blad. Wie een Roomsche courant als huisvriend heeft, behoeft geen opwek king om voor dc Roomsche begin selen te strijden. Komende op het stuk van den heer Blom zeide spr., dat deze heer zegt, dat als de heer Van Liemt no. 5 van de Kath. lijst was geweest, hij nimmer no. 1 op de lijst der N. K. P. zou hebben gestaan. Spreker vindt het onneervol, om dat te veronderstellen van den heer Van Liemt enn wil aannemen dat geen persoonlijke, maar zakelijke belangen hem tot zijn beslissing hebben ge leid. Dan komende tot zijn eigenlijk betcog, wendde spr. zi h tot de vrouwen. Het is een billijke eisch, dat gevraagd wordt dat een vrouw de Kamer binnengaat. Een der beste vrouwen, mevr. Brons veldVitringa, heeft zulk een plaats, dat z;j de Kamer zal binnengaan. Het zou spr. spijten als deza vrouw de Ka mer niet zou binnen gaan. To-h maakt de oprichting van de N.K.P. de plaats van mevr. Bronsveld wankel. Als de N.K.P. in dezen kieskring er in zou slagen eenige honderden sienlmen te be halen, dan is de kans voor drie afge vaardigden in dezen kieskring klein. Anders zal Mr. Reymer gekozen wor den als no. 3. Deze zo ubedanken om dat hij tot burgemeester van Hilversum is benoemd. Mevr. Bronsveld zou dan in zijn plaats de Kamer binnengaanf Voor deze benoeming van den Roomschen Mr. Reymer bracht spr. hulde aan mi nister Buys. Dat is ook een voordeel dat meer recht wordt gedaan op het ge bied van benoemingen, zegt hij, en in dit verband herinnerde spr. aan de her haalde achteruitzettingen van R.K. bii benoemingen. Nog deze dagen zagen wij het bij de benoemingen van een secre taris voor de Kamer van Koophandel te Haarlem, dat no. 1, een Roomsch- Katholiek, Mr. Romme, gepasseerd werd en no. 2 benoemd, die spr. kent al de Candida'en no. 2, die in de verte niet Mr. Romme wat bekwaamheid be treft, nabij komt. Wat die benoemingen betreft, moeten wij niet steunen op an deren. We hebben op niemand te re kenen. Men is verbaasd in Protestant- sche kringen als men hoort van een Roomsche benoeming net als dat Over- ijsselsche Proteatantsche boertje. Men vertelde hem dat de Pau3 dooi was. Gelukkig, zeide hij. Maar er komt een nieuwe; de kardinalen zijn al bijeen. O, ja, antwoordde hij, let eens op dat dat wel weer een Roomsche zal zijn, (gelachh). En toch, meent spreker dat dit wel eenigszins de mentaliteit weer geeft in sommige kringen op het punt van benoemingen. Qve reet militaire vraagstuk sprak de heer Bomans in verband met een te gen hem gericht ar.ikel in het sociaal democratisch orgaan „De Arbeid", een artikel vol nonsens over spr. Men maakt van het militaire vraagstuk in socialis tische kringen een leuze, maar spr. wil di eleuze tegen de socialisten zelve keeren en brengt dan in herinnering, wat het ministerie Ruvs, sinds het aan de regeering kwam, aan het militaire vraagstuk deed. Het vond een leger van eenige honderdduizenden ais legaat van Bosboom, plus een milliard schuld, voor de defensie gemaakt. De schulddelging van dit milliard viiel ten deel aan het kabinet Buys: evenzoo de meer dan een milliard groote schuldenlast van Min. Posthuma. Wel prettig zijn zulke erfenissen. Men kan dan nu kankeren over kooge belastingen en het kabinet Ruys moet. het ontgelden om schulden di ehet zelf niet maakte. Het militaire contingent bracht het ministerie terug van 23000 op 19500. Spr. had persoonlijk meer gewenscht, maar het is mooi. In de Eerste Kamer zeide de welbekende heer Mr. Slingen- erg, naar aanleiding hiervan, dat de Roomschen waren doorgegaan onder het juk van de Anti-Bevolutieonairen, wat Idenburg betreurd, want zeide hij, de Anti-Rev. wenschte een contigent van 35000. Met één stem meerderheid werd met 19;00 man genoegen genomen. Toch was dit contingent nog niet de hoofdzaak! Een bezwaar der R.K. was het ka zerne-systeem. De oefeningstijd nu werd verminderd van 8V» maand tot 5, voor sommige l1/} maand. De eatdo-hegreo ing was voor den oorlog 37Vs millioen, nu 75 millioén, wat dus de waardevermin dering van den gulden in acht nemende, hetzelfde bedrag is. Spr. hoopt naar beste vermogen mede te werken het bedrag nog te verminderen. De cavalerie werd van 16 op 8 escadrons gebracht, het vestingstelsel voor 2 jaar stopgezet; de genie verburgerlijkt* de medische dienst aan burgers opgedragen. Wel had spr. iets niet gewenscht, maar spr. erkent dat geen land ter wereld zo over is gegaan op den weg der ontwapening, vrijwillig, als Buys in ons land. Misschien zegt iemand dat de S.D.A.P. in andere landen met hun leuze geen man en geen oent meer hebben bereikt. In Roemenië met de socialistische regeering is het contingent 125000 man. Maar dat is te ver weg? Dan dichter bij huis wijst spr. Pieter Jelles, Janus, dat is de man met de twee hoofden, de twee tongen. Na 4 jaar lang het wachtwoord aan Ter Laan te hebben gegeven geen man en geen cent, draait hij nu, nu hij door de actie der N. K. P. achter de groene tafel hoopt te komen en laat in een veelverschasrede in den Haag een hpel droeven toon hoo- ren. In Rusland staat een leger van 1.700.000 man. Maar dat is de derde Internationale. Men raakt den tel kwijt over die Interna tionalen. Maar de socialisten van dan, die van Troelstra, wat deden die in België. Daar hebben de socialisten voorgesteld en gestemd voor een contingent van 54.000 met het bezettingsleger 75000 man; de cavalerie werd daar gebracht op 48 ts- cadrons; wil men nieuwe vestingen zien, men ga naar Antwerpen. Mede door de hulp der socialisten is het aantal onder officieren in het leger in België even De heer Brinkmann heeft bij de rond vraag der jongste vergadering van de Kamer van Koophandel voorzeker het hart gestolen van al degenen, die ooit of nu nog hun hart verpand hebben aan een Haarlem-Kurort. Kan het drinken van staalwater niet bevorderd worden zoo vroeg hij onge veer in de onlangs door de gemeenïe- verhuurde buitensociëteil „Trou"? „De vraag zal worden onder de oogen gezien," zoo luidde des voorzitters ant woord en als het antwoord in de verga dering moet komen zal dezen zomer rel voorbij zijn, want vóór September denki de voorzitter de Kamer niet meer bijeen te roepen. Maar dat* geeft ook niet, bijaldien dat door de Kamer in te stellen onderzool dan maar grondig is en zich b.v. ook eens uitstrekt tot het onderzoek of in derdaad met goed geregelde reclame ven Haarlem niet is te maken wat sommi gen er van droomden: een soort Kur-ort. zij het in verkleinden vorm. Me dunkt dat, als de Kamer de hulp zou inroepen, van een commissie uit de burgerij, velen zich geroepen zouden voelen, hun meening daarover en mede werking daarvoor te geven. Barometerstand 761. Stilstand OPGAVE VAK: J. J. WEBER ZOON. Koningstraat 10 Haarlem Opticiens Fabrikanten. Sierlijke Wit-, Grijs- en Bruin- linnen Schoentjes. L. PAANAKKER - 46 Gr. Houtstraat 46 groot als in ons leger het aantal man schappen. Een gevolg van de coalitie regeling in België? Hier is de toestand ook een ge volg van compromis, zegt spr. De Anti- Rev. wilden 35.000. Wij wilden graag 13.000 man hebben en zoo lukte het ten minste een jaar dat contingent te verkrij gen. Spr. deed meer dan Ter Laan, die maar zat te piekeren hoe hij het gewoel voor elkaar zou brengen, terwijl spr. de zaak reeds gereed had. Maar spr. is bereid persoonlijk daden op te offeren als het gaat om de eenheid, de Roomsche eenheid te bewaren. (Ap plaus.) Spr. wijst op Duitschland waar de so cialisten Ebert, Scheimann, Bauer, werk ten voor een leger van 200.000, in een ontwapend land, voor de handhaving v-sn de binnenlandsche rust. Dat is ongeveer in serhomling met Holland iets minder dan 20.000. En wil men een land, dat met het onze te vergelijken is, men zie naar Zweden, waar, onder socialistisch bewind, de weer macht relatiek grooter is dan in Neder land. Branting de socialist, mijn vriend Brauting, de socialist, zegt Troelstra, deed daar bij aanvaarding der regeering, twee veiklaringen, de eene dat de aanhef der wetten voortaan zou luiden: niet meer wij, Gustaaf, bij de gratie Gods, koning der Zweden, maar „Wij Gustaaf, koning der Zwelen. Dat kostte geen man en geen 100. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 1