1
□ammBsmnazx! u
n
n
n
n nnmmnn o mmn m-
Pinksteren.
BELASTINGZAKEN
DAMIAATJES
ZATERDAG 3 JUNI 132f
>ER KWARTAALf 3.25
ER WEEK f 0.25
FRANCO PER POST PER KWART. BIJ VOORUITBETALING f 3.57'/
NASSAULAAN 49, HAARLEM. TELEFOON 1426, 2741 EN 1748.
POSTREKENING No. 5970.
ADVERTENTIËN 35 CENTS PER REGEL.
BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING.
Dit nummer bestaat uit vier bla
den, waaronder het Geïllustreerd
Zondagsblad in acht bladzijden.
EERSTE BHD
worden behandeld door het
ACCOUNTANTSKANTOOR
van S. J. A. KEESOM
US? BEN OiTREK.
HAARLEM.
R. SC.Kieswereenïging»
Het Haariemsche Staalwater.
•"FEUILLETON
ZUli SLACHTOFFER.
Christine zucntte :„Atiies was uus
waarAl de misdaden, welke ik slechts
vermoedde. Welk een weefsel van
schanddaden en afschuwelijke mis
drijven
„Men heeft u dus bevolen den dok
ter te vermoorden, 'om te verhinderen,
dat hij een openbare aanklacht in
diende," vroeg Mark aan den heer de
Saint-Elme.
„Om geen andere reden. De heer
Lantin begreep dat de dokter wat al
te veel wist. Hij had mij een brief,
gericht aan een officier van justitie
en die eene aanklacht behelsde, doen
onderscheppen."
„Hebt ge dien brief nog!"
„Neen, hij heeft hem gehouden."
Hij wendde zich thans tot Christi
ne .„Mevrouw moet zich mijner her
inneren. Zij heeft mij re#ds gezien.
„Ik ben 't, die den markies op uw
spoor gebracht heeft."
„Werkelijk." zei Christine. „Uw
gelaat herinner ik mij wel. Gii waart
er bij niet waar, toen men mij in de
Acaciasstraat het kind ontnam ?"<g
uja, ik was er bij. Ik ben getuige
geweest van uwe smart, toen men u
uw zoon ontnam, en dat is misschien
de eerste maal geweest dat ik ont
roerd was. Ik zei tenminste aan mijn
vriend, dat ik er spijt van had zoo
goed geslaagd te zijn.
En als ik mijn zin toen gedaan had,
zou ik verder van de geheele geschie
denis den brui gegeven hebben, van
den markies en van zijn medeplichtige.
Maar ik was jong. ik wilde leven. Ik
geloofde, dat het goud mij gelukkig
zou maken. Ik had nooit iets bezeten
en wilde gaarne de wereld zien. Thans
is dat alles echter afgeioopen. Ikfheb
van alles genoeg ziedaar waaro.m ik
thans als uw helper optreed. Wees
zoo goed mij te volgen mijnh:er de
graaf."
Mark die als in een droom geluis
terd had sprong snel op.
Graaf zei hij ik ben niet langer
graaf. Ik ben Mark d'Ormessan."
En het is Mark dien ik liefheb"
fluisterde Jeanne zijne hand zacht
in de hare nemend.
Dat komt er niet op aan meende
de vroegere Eendenbek. ,,ga maar
met mij mede dan zal ik u al het be-
noodigde ter hand stellen."
Mark wendde zich naar zijne moe
der. Thans zijt gij gered moeder
Hij ging naar de deur maar Chris
tine hield hem terug ,Waar .gaat gij
heen
„Naar dien man."
„Als 't eens een valstrik was
Onrust overviel haar, toen zij zag,
dat haar zoon zich verwijderde. Zij
zou wel gewild hebben, dat zij hem
geen minuut, geen seconde uit het
oog verloor. Zij vreesde, dat men hem
haar weder zou ontnemen.
De heer de Saint-Elme schudde het
hoofd.
„Ik begrijp," .zei hij, „dat ge geen
vertrouwen in mij stelt. Daartoe hebt
ge ook reden, maar thans, ik bezweer
het u, bedrieg ik u niet."
„Vrees niets, moeder," zei Mark.
„Spoedig is alles in orde en dan keer
ik terug."
Hij wierp Jeanne nog een glimlach
toe, waaruit zijn geheele ziel sprak.
„Tot straks."
„Tot straks en dan voor altijd,"
zei het jonge meisje.
En met deze afscheidswoorden, ging
hij hfcen in gezelschap van den vroe-
geren Eendenbek.
Toen Christine hem zag heengaan,
scheen 't haar toe, alsof 't weder
donker voor haar werd.
Een vreeselijke angst snoerde hare
keel dicht.
Zij vreesde, zij wist zelve niet welk
nieuw ongeluk, welke nieuwe beproe
ving. Mark had blijkbaar een plan,
waarvan hij haar veen deelgenoote
had gemaakt. Zij had in zijn blik een
onwrikbaar besluit gelezen ën zij beef
de bij de gedachte, aan hetgeen hij
wellicht zou doen. Hij wilde zeker
rekenschap gaan vragen aan de schul
digen van het verf o1:en bloed en haar
lijden wreken. Bij die gedachte wilde
zij hem volgen en tegenhouden, maar
't was te laat. Hij was reeds ver weg.
Mevrouw d'Olne, die wei zag, hoe
ontroerd en angstig zij was, trachtte
haar tot kalmte te stemmen, door
haar voor te houden, dat zij thans in
haren zoon een verdediger gevonden
had. De ongelukkige vrouw echter had
zooveel geleden m was zoo dik
wijls teleurgesteld, dat zij thans nog
steeds het ergste vreesde. De beide
dames vonden het gewenscht haar
gezelschag te houden. Men sprak van
het verleaene van de toekomst en
van het geluk, dat het jonge paar
v, achtte. Mark had geene betrekking,
maar hij had eene goede opvoeding
genoten en de heer d'Olne zou Ze..cr
wel genegen zijn, hem in zijne zaken
op te nemen. Hoe troostrijk die ge-,
dachte ook was, bleef Christine twij
felen. Zij was toch zoo ongelukkig ge
weest, dat het geluk haar eene on
mogelijkheid toescheen.
„Gij zult met ons leven," zei Jeanne,
„en moogt ons niet meer verlaten,
wij zullen u zulk een heerlijk leventje
bezorgen, dat ge al het vroegere leed
zult vergeten."
„Het is reeds vergeten nu ik mijn
zoon maar heb."
Jg„En eene dochter," voegde Jeanne
er bij, „die u zal liefhebben."
;^,Lief, lief kind," prevelde Christine.
„Hoe zal ik u zegenen voor het geluk
dat ge mij zoo schenkt."
De avond viel en mevrouw rd'01ne
werd onrustig. Zij wist, dat haar echt
genoot wachtte en hoe onaangenaam
zij 't ook vond, begreep zij, dat 't
tijd werd huiswaarts te gaan. Christine
drong zelf op het vertrek aan en ver
klaarde thans niets meer te vreezen.
Jeanne volgde haar moeder met leed
wezen. 't Soeet haar. dit vertrek te
moeten verlaten, waar zij zoo gelul k!g
geweest was.
Christine bleef a'.lcen en een droef
heid, welk zij zichzelve niet kon ver
klaren, maakte zich van haar meeste r.
Zij had gelukkig móeten zijn en tccii
voelde zij zich beklemd. Zij vrees.A
eenig onbekend gevaar en onder den
indruk van het angstig vcolcv
bad zij God om bescherming voor h ar
en voor haren roon.
Nauwelijks had zij haar gebed vol
eindigd, tóen een hevig geklop op cé
deur het geheele huis deed dreunen e.t
een zware stem riep In naam der
wet, open de deur."
„0 God." bad zij, ,,'t is dus nog niet
geëindigd En wankelend ging zij
naar dë deur. Zij opende en vijf of
zes agenten drongen het vertrek bin
nen. Met moeite hield de arme vrouw
zich staande. Zij had zelfs niet meer
de kracht om te denken en begreep
niet, welk nieuw ongeluk er boven
haar hoofd was losgebroken.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
IE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN:
BUREAUX:
:o:
tteelt de wereld van de oude kerke
lijke hoogfeesten, Kerstmis, Paschen en
Pinksteren niets anders overgehouden
dan een goede gelegenheid voor alge-
meene vacantiedagen, voor de christen
gemeenschap gelden deze hoogtepunten
van den kerkelijken jaarkring nog altijd
als dagen om zich meer dan anders
één te voelen, zoowel bij de Kerst
kribbe als in den Paaschjubel.
En ook bij het Pinksterfeest.
Want, mogen de feesten van 's Heeren
Geboorte en Verrijzenis door het neer
knielen van herders en koningen bij de
Kribbe en het aanzitten aan den Paasch
disch des Heeren als van zelf het saam-
hoorigheidsgevoel der christenen opwek
ken en versterken, nog veel meer moet
daartoe het Pinksterfeest bijdragen, al
missen wij daarbij dan ook uiterlijke
middelen. Immers het Pinksterfeest is het
feest der volheid van Gods liefde en
liefde zoekt voor alles vereeniging.
„Er verschenen hun tongen als van
vuur," staat er van de neerdaling des
Heiligen Geestes geschreven. En dat
vuur brandde in de harten van de ver
gaderde leerlingen, die door het ont
vangen van dien Genadestroom plotse
ling inwendig geheel veranderden, Gods
liefde daalde in een onmetelijken stroom
van genaden op dat eerste Pinksterfeest
neer en deed de Kerk geboren worden.
Dat vuur der liefde brandde op in de
harten der discipelen; alle lafheid en men-
schelijk opzicht, alle gedachten aan
persoonlijk aardsch geluk en voordeel
wierpen zij van zich af en zij gingen uit,
luide predikend van Christus en Zijn
kruisdood; smaad en hoon, vermoeienis,
honger en dorst, kerker, foltering en
marteldood konden hen niet meer af
schrikken: de H, Geest had hun ver
stand verlicht, hen de onmetelijke liefde
van Christus in Zijn lijden en sterven
doen beseffen en in hun harten een on-
uitbluschbare wederliefde doen ontbran
den, die hen tot bovenmenschelijke
werken in staat stelde_ De ooren der
leerlingen hadden Christus' woorden ge
hoord, hunne oogen hadden Zijn groote
wonderdaden gezien en Zijn lijden aan
schouwd, maar eerst toen Hij was heen
gegaan en de Trooster gekomen was,
ontwaakte de liefde in hunne harten en
drong tot daden van wederliefde.
Die zuivere liefde, door den H, Geest
verwekt, moest in Christus' Kerk komen
als een der grondpijlers van de onver
woestbare, Goddelijke Stichting.
Vandaar dat de H. Kerk bij de herden
king van het Pinksterfeest ook met zoo
veel nadruk over de liefde spreekt.
In het Evangelie van Pinkster-Zaterdag
klinken reeds de woorden uit het Joan-
nes-verhaal: „Jezus zeide tot Zijn leer
lingen: Indien gij Mij bemint, onderhoudt
dan mijn geboden. En ik zal den Vader
voor u vragen en Hij zal u een anderen
Vertrooster geven om eeuwig met u te
blijven,"
En op den Pinkster-Zondag komt de
Kerk ons met die andere woorden uit
het Evangelie van den apostel der liefde
tegemoet: „Indien iemand Mij bemint,
zal hij ijn woord onderhouden en de
Vader zal hem beminnen en wij zullen
bij hem komen en ons verblijf bij hem
vestigen."
En op den 2den Pinksterdag is het
weer de liefde, die ons toespreekt in het
bekende gesprek van Christus met
Nicodemus: „Zoozeer heeft God de
wereld liefgehad, dat Hij Zijn eenigen
Zoon gaf, opdat ieder, die in Hem ge
looft, niet verloren ga, maar het eeuwig
leven bezitte".
Het Pinksterfeest moet ons dus meer
dan anders opwekken tot liefde, tot
lielde in den meest uitgebreiden zin.
Want Christus zeide: als gij Mij liefhebt,
onderhoudt gij Mijn geboden. En elders
heeft gezegd: dit is het hoogste gebod:
dat gij elkander liefhebt. Dus niet alleen
spoort ons het Pinksterfeest aan tot
liefde voor God, maar ook tot onder
linge liefde.
En wanneer zou een dergelijke herin
nering beter van pas, komen dan in on
zen liefdeloozen tijd? Wanneer wij
klagen over de rampspoeden der wereld,
over de algemeene ellende, de hopelooze
toekomst, de universeele verwarring en
ontwrichting, is daar dan een andere oor
zaak voor te vinden dan de liefdeloos
heid of, wat hetzelfde is, het egoïsme in
alle rangen en klassen der maatschappij?
Komt heel de economische rampspoed,
waarin wij nu al jaren verkeeren en
waaruit maar geen redding mogelijk
schijnt, niet in den grond voort uit den
volkerenhaat, de vrees der eene natie,
dat de andere haar zal overvleugelen?
En is de oorzaak van heel het bran
dende sociale vraagstuk niet het gebrek
aan onderlinge liefde; de afgunst der
eene maatschappelijke klasse op de
andere?
Wanneer de onderlinge liefde
heerscht, dan was er geen Volkenbond
noodig en dan bestond er geen sociale
kwestie,
Niemand meer dan de kinderen van
Gods H. Kerk hebben zich op het Pink
sterfeest van dien plicht der liefde te
doordringen en zich het gebod der liefde
in het geheugen terug te roepen. De on
derlinge liefde was het kenmerk der
eerste Christenen: „Ziet, hoe zij elkan
der lief hebben," zeiden de heidenen tot
elkander. En door die liefde heeft de
Kerk hare hoogste triumfen gevierd. Met
die liefde, door den H. Geest op haar
Stichtingsdag over haar uitgestort, heeft
zij de maatschappij doordesemd, en de
stoutste wonderen van menschenmin en
zelfverloochening gewrocht: de geschie
denis der -k is vanaf het eerste bloed
der martelaren, het lijden en de opoffe
ringen der geloofspredikers, de stichting
van armenhuizen en hospitalen tot het
uitzenden van duizenden missiepriesters
en -zusters naar heidensche landen, één
loflied van liefde^
En wanneer in onzen tijd de millioenen
kinderen van Gods' Kerk evenals de
eerste Christenen door onderlinge liefde
de aandacht trokken der heidensche
wereld, ook dan zouden in de maatschappij
weer heel spoedig orde, vrede en rust
en al de weldadige gevolgen daarvan,
terugkeeren.
De volgende week zal in Nijmegen
voor de tweede maal een Nederlandsche
Katholiekendag onder bescherming en op
verlangen van onze Bisschoppen gehou
den worden. Daar zal drie dagen lang
gesproken worden over de Solidariteit,
de saamhoorigheid in geest en gevoelen
en daden van de verschillende klassen
en standen van de maatschappij; een
moderne vertaling dus van het oude
woord; christelijke liefde.
Moge in die dagen, waarin zoovele
honderden vertegenwoordigers van het
Nederlandsche Katholieke volk bijeen
zijn, di; oude geest van Roomsche saam
hoorigheid en verdraagzaamheid, die
geest van liefde opnieuw ontbranden en
zijn vuur uitstralen in de harten van
duizenden anderen.
In deze Pinksterdagen bezitten wij
een ongezochte gelegenheid om dien
geest van liefde, welke is een geest van
eenheid en offervaardigheid, af te smee-
ken van den Heiligen Geest, die
weer in de volheid van genaden over
Christus' Kerk en in onze harten neer
daalt, wanneer wij er om bidden: Veni
Creator, Spiritus! Kom, Schepper Kom,
o, H. Geest!
ALKMAAR BEVERWIJK
geproefd
FRANKEN's MELKBROOD
"V'
De Haariemsche R. K. Kiesvereeniging
hield gisteravond in „Sint Bavo' een goed
geslaagde Politieke vergadering, waar als
sprekers optraden de heeren Mr. J. B. Bo-
mans en Chr. Jansen, respectievelijk nr. 1
en nr. 10 van de R.K. candidatenlijst in
den kieskringen Haarlem-Helder.
Terecht mocht de voorzitter, de heer
Mich iel sen zich verheugen over de tal
rijke opkomst bij zulk een zomersche
temperatuur. Het was de eenige criliek,
die spr. op onze regeering heeft, dat zij
de verkiezingen in zulk een prachtig zo
merweer uitschrijft, zeide hij.
De groote zaal was vrijwel geheel be
zet en wie zich veel had voorgesteld van
dezen avond is zeker niet bedrogen uit
gekomen.
De vergadering werd op de gesvone
Roomsche wijze geopend met een woord
van welkom tot de aanwezigen door den
voorzitter, die ook den heer Broekhuyzen
weer hersteld van een ziekte van 14 we
ken met zijn terugkeer aan de bestuursta
fel gelukwenschte (applaus). Voorts deed
hij eenige mededeelingen.
De voorzitter verzocht zich op te geven
ais practisch propagandist. Er zijn geen
kosten aan verbonden. Alleen offervaar
digheid en liefde voor de zaak. Ook spoor
de spr. aan lid te worden der kiesvereeni-
S'nS- w
Het propaganda-bureau is eiken mns-
dag, Woensdag en Vrijdag avond in „St.
Bavo" geopend. Elke inlichting op poli
tiek gebied kan daar verkregen worden.
Spr- verzocht voor de ruiten biljetten
te hangen ter aanbeveling van de R. K.
partij. Deze biljetten zijn bij do propa
ganda te verkrijgen.
Op 9 Juni zal de heer de Lobel een po
litieke rede houden over: „Langs veilige
wegen."
Op 23 Juni komt pater Borromeus de
Greeve spreken in de societeit-vereeniging.
Deze mededeelingen werden met hand
geklap begroet. De voorzitter sprak de
hoop uil dat de belangstelling voor de
vergaderingen crescendo zal gaan en onze
overwinning op 5 Juli schitterend zal vve
zen. Daarna leidde de voorzitter, den heer
Bomans als spreker in
Mr. J. B. Bomans.
De lieer Bomans begon met te vra
gen of liet nog wel noodig is een
enkel woord te spreken? Voor rie
Haarlemmers? Is t niet nuttiger elders
te spreken? Voor Haarlemmers is t
toch niet noodig no. 1 van de lijst voor
te stellen? Dat no. 10 dat doet, de heer
Chr. .Jansen, is begrijpelijk (gelach).
Maar als men dan de Kath. liist niet
stemmen wil, aldus spr., om no. 1,
laat men haar dan stemmen 0111 no.
10 in de Kamer te krijgen. (Applaus.)
Alvorens tot zijn eigenlijke rede te
komen, wenschte de heer Bomans,
zich te verdedigen tegen een tweetal
aanvallen in de „N. H. Crt." van Don
derdagavond tot hem gericht.
Spr. heelt wel geschreven in zijn
artikelen „Kamerlid is ook niet alles",
dat men langzamerhand immuun
wordt voor criliek, maar geen druk
kender criliek kent spr. dan die,
welke spr. iets laat zeggen, wat hij
niet gezegd heeft. De heer Bomans
kwam op tegen het onderschrift
der Bedactie van de „N. H. Ct." op
zijn artikel „Rood en Zwart". Spr. is
het eens met dc redactie, dat het
noodig was op de vergadering te
Utrecht de motie aan te nemen. In
zijn artikel schreef spr. dan ook dat
Mgr. Nolens sprak ook namens de
Kamerfractie en spr. is nög altijd lid
van die fractie. Ook geeft spr. toe dat,
nu eenmaal de vraag zoo luide werd
gesteld en zoo klemmend om een
antwoord werd gevraagd, de Room
sche Staatspartij moeilijk kon, ja niet
mocht zwijgen, omdat zwijgen in dat
geval ware opgevat als het antwoord:
men wil dus wel samengaan. De om
standigheden maalden dus deze mo
tie noodig, maar in abstracto, niet
in dit geval dus, moet men zeggen
dat het uitspreken van zoo'n motie
onnoodig is. We willen geen roode de
mocratie. Sterker: scherper bestrij
ders dan in Haarlem van de Sociaal
democraten zijn er in het land niet
te vinden.
Maar spr. heeft ook de Chr.-Hist.
Unie begrepen in haar actie tegen
de R. K., o. m. bij het prscessiever-
bod. We zijn wars, aldus spr, van
roode democratie, maar even wars
van een zwarte dominee-cratie, die
ons bedreigt. We mogen de geschie
denis onzer voorvaderen niet verge
ten. We willen vrijheid naar alle zij
den, ook naar die zjjde, die meent
dat N cider land nog altijd een Pro-
testnnlsiche Staat is.
Een tweede aanval in de „N. H.
Cl. was die van den heer Blom. In
dit verband spoorde spr. aan toch
trouw de Roomsche pers te lezen,
en verweet zoovele R. K., vele leden
der N.K.P. ook, dat zij naast de „N.R.
Ct." en „Handelsblad" ook nog wel
„De Maasbode" lezen, maar als bij
blad. Wie een Roomsche courant als
huisvriend heeft, behoeft geen opwek
king om voor dc Roomsche begin
selen te strijden. Komende op het
stuk van den heer Blom zeide spr.,
dat deze heer zegt, dat als de heer
Van Liemt no. 5 van de Kath. lijst
was geweest, hij nimmer no. 1 op de
lijst der N. K. P. zou hebben gestaan.
Spreker vindt het onneervol, om
dat te veronderstellen van den heer
Van Liemt enn wil aannemen dat geen
persoonlijke, maar zakelijke belangen
hem tot zijn beslissing hebben ge
leid.
Dan komende tot zijn eigenlijk betcog,
wendde spr. zi h tot de vrouwen. Het is
een billijke eisch, dat gevraagd wordt
dat een vrouw de Kamer binnengaat.
Een der beste vrouwen, mevr. Brons
veldVitringa, heeft zulk een plaats,
dat z;j de Kamer zal binnengaan. Het
zou spr. spijten als deza vrouw de Ka
mer niet zou binnen gaan. To-h maakt
de oprichting van de N.K.P. de plaats
van mevr. Bronsveld wankel. Als de
N.K.P. in dezen kieskring er in zou
slagen eenige honderden sienlmen te be
halen, dan is de kans voor drie afge
vaardigden in dezen kieskring klein.
Anders zal Mr. Reymer gekozen wor
den als no. 3. Deze zo ubedanken om
dat hij tot burgemeester van Hilversum
is benoemd. Mevr. Bronsveld zou dan
in zijn plaats de Kamer binnengaanf
Voor deze benoeming van den Roomschen
Mr. Reymer bracht spr. hulde aan mi
nister Buys. Dat is ook een voordeel
dat meer recht wordt gedaan op het ge
bied van benoemingen, zegt hij, en in
dit verband herinnerde spr. aan de her
haalde achteruitzettingen van R.K. bii
benoemingen. Nog deze dagen zagen wij
het bij de benoemingen van een secre
taris voor de Kamer van Koophandel
te Haarlem, dat no. 1, een Roomsch-
Katholiek, Mr. Romme, gepasseerd werd
en no. 2 benoemd, die spr. kent al
de Candida'en no. 2, die in de verte
niet Mr. Romme wat bekwaamheid be
treft, nabij komt. Wat die benoemingen
betreft, moeten wij niet steunen op an
deren. We hebben op niemand te re
kenen. Men is verbaasd in Protestant-
sche kringen als men hoort van een
Roomsche benoeming net als dat Over-
ijsselsche Proteatantsche boertje. Men
vertelde hem dat de Pau3 dooi was.
Gelukkig, zeide hij. Maar er komt een
nieuwe; de kardinalen zijn al bijeen.
O, ja, antwoordde hij, let eens op dat
dat wel weer een Roomsche zal zijn,
(gelachh). En toch, meent spreker
dat dit wel eenigszins de mentaliteit
weer geeft in sommige kringen op het
punt van benoemingen.
Qve reet militaire vraagstuk sprak de
heer Bomans in verband met een te
gen hem gericht ar.ikel in het sociaal
democratisch orgaan „De Arbeid", een
artikel vol nonsens over spr. Men maakt
van het militaire vraagstuk in socialis
tische kringen een leuze, maar spr. wil
di eleuze tegen de socialisten zelve
keeren en brengt dan in herinnering,
wat het ministerie Ruvs, sinds het aan
de regeering kwam, aan het militaire
vraagstuk deed. Het vond een leger van
eenige honderdduizenden ais legaat van
Bosboom, plus een milliard schuld, voor
de defensie gemaakt. De schulddelging
van dit milliard viiel ten deel aan
het kabinet Buys: evenzoo de meer dan
een milliard groote schuldenlast van
Min. Posthuma. Wel prettig zijn zulke
erfenissen. Men kan dan nu kankeren
over kooge belastingen en het kabinet
Ruys moet. het ontgelden om schulden
di ehet zelf niet maakte.
Het militaire contingent bracht het
ministerie terug van 23000 op 19500.
Spr. had persoonlijk meer gewenscht,
maar het is mooi. In de Eerste Kamer
zeide de welbekende heer Mr. Slingen-
erg, naar aanleiding hiervan, dat de
Roomschen waren doorgegaan onder het
juk van de Anti-Bevolutieonairen, wat
Idenburg betreurd, want zeide hij, de
Anti-Rev. wenschte een contigent van
35000. Met één stem meerderheid werd
met 19;00 man genoegen genomen. Toch
was dit contingent nog niet de hoofdzaak!
Een bezwaar der R.K. was het ka
zerne-systeem. De oefeningstijd nu werd
verminderd van 8V» maand tot 5, voor
sommige l1/} maand. De eatdo-hegreo ing
was voor den oorlog 37Vs millioen, nu
75 millioén, wat dus de waardevermin
dering van den gulden in acht nemende,
hetzelfde bedrag is. Spr. hoopt naar beste
vermogen mede te werken het bedrag
nog te verminderen. De cavalerie werd
van 16 op 8 escadrons gebracht, het
vestingstelsel voor 2 jaar stopgezet; de
genie verburgerlijkt* de medische dienst
aan burgers opgedragen. Wel had spr.
iets niet gewenscht, maar spr. erkent
dat geen land ter wereld zo over is
gegaan op den weg der ontwapening,
vrijwillig, als Buys in ons land.
Misschien zegt iemand dat de S.D.A.P.
in andere landen met hun leuze geen man
en geen oent meer hebben bereikt. In
Roemenië met de socialistische regeering
is het contingent 125000 man. Maar dat is
te ver weg? Dan dichter bij huis wijst spr.
Pieter Jelles, Janus, dat is de man met de
twee hoofden, de twee tongen. Na 4 jaar
lang het wachtwoord aan Ter Laan te
hebben gegeven geen man en geen cent,
draait hij nu, nu hij door de actie der
N. K. P. achter de groene tafel hoopt te
komen en laat in een veelverschasrede
in den Haag een hpel droeven toon hoo-
ren.
In Rusland staat een leger van 1.700.000
man. Maar dat is de derde Internationale.
Men raakt den tel kwijt over die Interna
tionalen.
Maar de socialisten van dan,
die van Troelstra, wat deden die in België.
Daar hebben de socialisten voorgesteld
en gestemd voor een contingent van
54.000 met het bezettingsleger 75000 man;
de cavalerie werd daar gebracht op 48 ts-
cadrons; wil men nieuwe vestingen zien,
men ga naar Antwerpen. Mede door de
hulp der socialisten is het aantal onder
officieren in het leger in België even
De heer Brinkmann heeft bij de rond
vraag der jongste vergadering van de
Kamer van Koophandel voorzeker het
hart gestolen van al degenen, die ooit of
nu nog hun hart verpand hebben aan een
Haarlem-Kurort.
Kan het drinken van staalwater niet
bevorderd worden zoo vroeg hij onge
veer in de onlangs door de gemeenïe-
verhuurde buitensociëteil „Trou"?
„De vraag zal worden onder de oogen
gezien," zoo luidde des voorzitters ant
woord en als het antwoord in de verga
dering moet komen zal dezen zomer rel
voorbij zijn, want vóór September denki
de voorzitter de Kamer niet meer bijeen
te roepen.
Maar dat* geeft ook niet, bijaldien dat
door de Kamer in te stellen onderzool
dan maar grondig is en zich b.v. ook
eens uitstrekt tot het onderzoek of in
derdaad met goed geregelde reclame ven
Haarlem niet is te maken wat sommi
gen er van droomden: een soort Kur-ort.
zij het in verkleinden vorm.
Me dunkt dat, als de Kamer de hulp
zou inroepen, van een commissie uit de
burgerij, velen zich geroepen zouden
voelen, hun meening daarover en mede
werking daarvoor te geven.
Barometerstand 761.
Stilstand
OPGAVE VAK:
J. J. WEBER ZOON.
Koningstraat 10 Haarlem
Opticiens Fabrikanten.
Sierlijke Wit-, Grijs- en Bruin-
linnen Schoentjes.
L. PAANAKKER - 46 Gr. Houtstraat 46
groot als in ons leger het aantal man
schappen.
Een gevolg van de coalitie regeling in
België? Hier is de toestand ook een ge
volg van compromis, zegt spr. De Anti-
Rev. wilden 35.000. Wij wilden graag
13.000 man hebben en zoo lukte het ten
minste een jaar dat contingent te verkrij
gen. Spr. deed meer dan Ter Laan, die
maar zat te piekeren hoe hij het gewoel
voor elkaar zou brengen, terwijl spr. de
zaak reeds gereed had.
Maar spr. is bereid persoonlijk daden
op te offeren als het gaat om de eenheid,
de Roomsche eenheid te bewaren. (Ap
plaus.)
Spr. wijst op Duitschland waar de so
cialisten Ebert, Scheimann, Bauer, werk
ten voor een leger van 200.000, in een
ontwapend land, voor de handhaving v-sn
de binnenlandsche rust. Dat is ongeveer
in serhomling met Holland iets minder
dan 20.000.
En wil men een land, dat met het onze
te vergelijken is, men zie naar Zweden,
waar, onder socialistisch bewind, de weer
macht relatiek grooter is dan in Neder
land. Branting de socialist, mijn vriend
Brauting, de socialist, zegt Troelstra, deed
daar bij aanvaarding der regeering, twee
veiklaringen, de eene dat de aanhef der
wetten voortaan zou luiden: niet meer
wij, Gustaaf, bij de gratie Gods, koning
der Zweden, maar „Wij Gustaaf, koning
der Zwelen. Dat kostte geen man en geen
100.
(Wordt vervolgd.)