Derde Blad 10 Jam 1922 Brieven uit Borneo. Van liet Vaticaan. MISGEREKEND» De H. Vader en de Missiën. LANDBOUW EN VISSOMERIJ. KUNST EN KENNIS. BOEK EN BLAD. „Kun je nog zingen, zing dan mee 1" 126 algemeen bekende school liederen, gebundeld door J. Veldkamp en K. de Boer, met pianobegeleiding van P. Jonker. „Kun je nog zingen, zing dan mee!" Nu, aan die uitnoodiging is wel voldaan Voor ons ligt de twintigste druk van dit alom bekend geworden zangboek. De twintigste drukom jaloersch op te worden De heer Veldkamp vraagt, of dit „jubileum" geen extra vermelding waard is. Zeker en wij meenen niet beter te kunnen doen dan zijn eigen woorden aan te halen, die in niets overdreven zijn De drukken volgden elkaar snel op 1908 verscheen de 1ste druk be vattende 60, in 1922 verscheen de 20ste druk met 126 algemeen bekende choolliederen. En 't waren groote oplagen Is het geen verblijdend verschijnsel, dat het bekende schoollied zoo'n wel kome ontvangst vindt inde huis kamer En zijn deze liederen wel alleen bestemd voor onze kinderen Of geven zij ook ons ouderen niet het genoegen van jeugdherinnering Maar brengen ook de meer frissche nieuwere liederen bij ons niet de zangstemming er in Door deze uitgave wordt in heel ons land van Zuid tot Noord, van Oos tot West een gemeenschappelijk reper toire vastgelegd, dat bij gelegenheden tot uiting komt en het gevoel van saamhoorigheid opwekt !|Tevens vormt deze verzameling in samenwerking met den schoolzangbundel een stevig fundament van onzen nationalen volkszang. Het is geen alledaagsch verschijnsel in ons kleine landje een twintigste druk in 14 jaar tijds Het pleit voor deze verzameling van bekende liederen, maar tevens en dit is een gelukkig verschijnsel voor den Nederlandschen zanglust. ORDE EN ARBEID. UIT HET HAVENBEDRIJF. Aansporing tot wilde stakingen. In een vergadering van haven arbeiders te Amsterdam onder leidinp van „Reent en Plicht," afdeeling van de Nea'. Federatie van Transport arbeiders, sprak de Federatie-voor zitter, de heer Bouwman o.m, het volgende De arbeiders moeten zich verzetten. Zij moeten staken, maar dan goed staken. Niet staken, zooals in 1920 is geschied, of zooals nu onlangs de 'metaalbewerkers en later de hout bewerkers hebben gedaan. De strijd gaat niet tegen loonsver agin of legen arbeidersverlenging, maar 1 gen het geheele kapitalisme door het ge- heele proletariaat. Zoolang niet de spoorwegarbei ders, de textielarbeiders en vel andera arbeiders, meedoen, moet geen groote, langdurige staking worden begonnen. Noodig zijn korte stakingen, spon taan begonnen, en na enkele dagen weer opgeheven, met het vaste voor nemen, bij elke voorkomende gelegen heid opnieuw den arbeid neer te leg gen, opdat de onrust blijve in de haven. Ln die voortdurende onrust moet de roote, revolutionnaire staking voor bereiden. De patroons, zeide spreker, zullen deze loonsverlaging doorvoeren, ook al wordt nkele dagen gestaakt. Tegen die ver .elpen de stakingen niet, maar t u noodig om de arbeiders den strijd te leeren. „Wij "proclameeren dus," aldus de heer Bouwman, „geen staking, omdat wij geen langdurige staking willen. Maar als de arbeiders den moed heb ben te staken laat hen dan :taken, kort en F achtig." GEH9ENGD NIEUWS. BINNENLANDSCH NIEUWS. De Tweede Kamerverkiezingen. Eerste Kamer-verkiezingen. dorp maat zelden droegen. Hij die anders nooit complimentjes maakte, had zoo'n schoentje in zijn forsche werkhand gewogen en gezegd dat ze 'n héél klein voetje had. Toen lachte ze weer en bleef nog wat praten, over de stad en over de menschen. Eensklaps keek ze hem aan, onderzoekend. „Heb je altijd zoo'n baard gehad," vroeg ze dan. „Nee", grapte hij, „m'n moeder heeft me wel 's verteld, dat ik zonder baard geboren ben." „Ik vind dat zoo'n baard oud maakt," zei ze, toen ze uitgelachen was. „Als ik ou was, liet 'k hem afscheren. Je zult zien, dat je dan wei tien jaar jonger lijkt." „Zou je denken?" Argeloos had hij 't gevraagd maar toen hij haar in de guitig flikkerende oogen keek, begon er weer iets diep in zijn hart te woelen. Wat wilde zij daarmee zeggen? Zou zij waarachtig denken dat hijDrom mels. Hij kreeg er 'n kleur van en begon verlegen op 'n schoenzool te hameren. Bij de deur lachte ze hem nog eens toe. „Krijg 'k mijn schoentjes gauw te rug ,,'t Eerste van al en ik zal ze zóó fijn poetsen, dat je je aardig bekje d'r in spiegelen kunt Toen had ze zoo hard gelachen met haar klaterend geluid, dat Mies eens in de gang kwam kijken, „wie er toch zoo'n laweit maakte in de werkplaats." „Waar ga je nou naar toe, Bert „Schoenen wegbrengen." „Hè? Midden op den dag?" „D'r is haast bij." „Maar als er dan klanten komen?" „Ik ben zoo terug." Verwonderd draalde Mies. Ze was dat eigenaardige doen van haar broer bracht, snoezige kleine schoentjes met I niet ge 'oon. Vanmorgen had ie zijn hooge hakjes, zooals de meisjes in '^aard afgeschoren, zijn baard waarop ze allebei trotsch waren, en nou ging ie bij hellichten dag schoenen weg brengen „Bij wie mot je zijn? „Bij Brakels," antwoordde Bert en zijn gladgeschoren gezicht kleurde. Mies zag hem doordringend aan. Hij zou 't toch niet in zijn hoofd krijgen, die jonge meidVerbeeld je, dat ie nog eens aan trouwen dacht en haar alléén liet zitten. Je kon die manslui nooit vertrouwen. Maar dat zou toch 'n ramp zijn! AlléénDe tranen sprongen in haar oogen en bruusk keerde zij zich om. „Ga maar gauw," zei ze met den rug naar hem toe en den slip van haar schort zenuwachtig tusschen de vin gers geknepen. „Als je dwaze dingen wilt doen moet je nooit te lang wach ten, anders is de goeie tijd voorbij 1" Een oogenblik aarzelde Bert, dan trok hij hard de voordeur open en liep naar buiten. Hij was toch mans genoeg om te weten wat ie deed. ja, dat 't voor Mies niet plezierig was, als hij nog eens trouwde, dat kon ie denken, maar 't ging toch niet aan dat ie om haar zijn geluk liet loopen 1 Daar had je vader Brakels, zeker op weg naar de markt. Wat was't nou? Die keek 'm niet eens aan. Och ja, best mogelijk dat de man hem niet her kende zoo zonder baard. Bert moest er om lachen en kreeg meteen zijn goed humeur terug. Wat zou Leentje kijken 1 Wat zou ze zeggen, als ze van zijn groote plannen hoordeJa, hij was wel 'n kleine twintig jaar ouder dan zij, maar toch eigenlijk nog 'n jonge kerel en zijn goed beklante schoen makerij telde ook mee 1 't Was al vast 'n gelukje dat Bra- kels niet thuis was, dan had hij kans het meisje terstond alléén te spreken. Kijk, daar zag ie haar blozend kopje al achter het keukenraam. Hij zou maar achterom loopen en dan meteen met de deur in huls vallen. „Dag Leentje 1" Het meisje had de deur geopend en staande op den dorpel keek ze Bert 'n poos verbaasd aan. Toen begon 't te trekken in haar mondhoeken, de roode lippen openden zich, de rijen witte tanden weken vaneen en daar klaterde een lach in de lucht, zoo frisch en vroo lijk, als de schoenmaker maar zelden gehoord had. Van den weeromstuit lachte hij mee, maar toen 't wat lang duurde eer zij bedaarde werd zijn ge zicht toch 'n beetje zuur. „Valt 't tegen," vroeg hij bezorgd. „Nee, nee, ik vind 't zoo grappig, kostelijk Wanneer heb je 'm d'r af gedaan „Vanmorgen natuurlijk, gister had ik 'm immers nog." „Och ja, da's waar ook En waarom heb je dat gedaan?" Hij voelde zich benauwd worden. „Je zei toch dat 't me tien jaar jonger zou maken „O ja! Kijk, dat wist ik niet meer. Dus daarom heb je 't gedaan. Nou, 'k moet zeggen, da's 'n heele eer voor me. Nou, ik vind 't echt grappig! Ik ga moeder roepen, die moet 't ook 'ns zien 1" „Nee nee, laat dat nou nog, ik heb wat met je te praten. Hier zijn de schoenen, zien ze d'r niet goed uit „PrachtigHoeveel geld is 't „Niks 1" Hij kreeg weer moed, naderde haar dichter. „Wat zou je d'r van zeggen Leentje, als ik eens altijd jou schoenen voor niemendal maakte „Voor niemendal," herhaalde zij ver baasd. Dan keek ze hem strak aan. „Maar Bert, dat meen je toch niet „Jawel Leentje. dat meen ik en echt 1 Nou dunk je, zou je geen zin hebben om schoenmakersvrouw te wor den Weer keek ze hem aanhaar ver wonderde oogen streken langs zijn vra gend gezicht, met fijne rimpeltjes boven de wenkbrauwen en langs de mond hoeken. Haar blik bleef rusten op zijn kin, waar eens de volle donkere baard geweest was en waar nu 'n kleine bloed- schram aan het beulswerk van dien morgen herinnerde. Een man van veer tig jaar. 'n Ouwe vrijgezel, de broer van Mies 1 En ze kon er niets aan doen, maar dat prikkelde haar zoo geweldig dat ze lachen moest, lachen, dat de keuken er van daverde 1 Deemoedig stond hij daar, 't papier waarin de schoenen gezeten hadden kreukelend tusschen de vinge;s. Hij had 't al begrepen. Leentje werd weer ernstig. „Hoor eens Bert, je moet 't me niet kwalijk nemen, dat ik lach, maar nee., 't is toch wel 'n beetje gek, dat zul je zelf erkennen. Je kon mijn vader wel zijn. En bovendien ik zal je eens iets laten kijken, maar zul je 't aan niemand vertellen Hij slikte een brok weg uit zijn keel en knikte. Toen haalde ze uit 'n hoek van de keukenkast 'n klein pakje, maakte 't open. 'n Portret kwam er uit. Met wazige oogen keek Bert naar den frisschen jongemannenkop met blinkende oogen en kort geknipt snor retje. „Dat is mijn aanstaande, Zondag komt ie hier om met de ouwe lui te praten. Hij heeft 'n mooie positie in de stad en 't is zoo'n nette jongen. Dat vertel ik jou nou, omdat omdat ik je goed vertrouwen Bert ging weer heen, het geld voor de schoenreparatie tusschen zijn eeltige vingers geklemd. Mies zag hem aankomen, keek met onbewust medelijden naar zijn gezicht, dat er nu nog kaler, onnoozeler uitzag dan vanmorgen. „Bert, je had dien mooien baard nooit moeten afscheren." „Och Mies, avoor 'n keer is 't wel 'ns goed, maar .ik,laat 'm nou weer staan hoor Deze brief als afgesproken, gaat over tanden en tandjes! Ik. zal probeeren U ^n denkbeeld te geven hoe 'n Doesoen zijn tanden behandelt. Daar ie ook mensch is zal ie ook wel 32 kiezen en tanden in zijn bakkes" hebben. Als u hem beleefd zou vragen om zijn mondje te openen, opdat U 'm 'us bekijken kunt, zal hij uw verzoek niet inwilligen. Hij zou vast zijn b.... pardon: zijn mond niiet opendoen. Maar als hij grinnekt of schaterlacht of wel zijn beetje al-te-groote pruim met moeite ver rolt van den eenen naar den anderen mondhoek moet U de kans waarnemen om zijn tanden of stoppels te bekijken! Vooreerst zal ik U waarschuwen dat er tusschen den eenen en anderen Doesoen- schen mond net zoo'n groot verschil is als tusschen de Groote Kerik en Louwtje. In de eene plaats is het zus, in een andere zoo en elders weer anders. Er zijn Doesoens met witte tanden doch geen oude luitjes. Een paar van het opkomende geslacht laten hun tanden zoo nis ze groeien en bemoeien zich er niet mee. Doch de echte gewoonte was om zich er wel mee te bemoeien en moeder naluur niet haar eigen weg te laten gaan. Ze deden en doen graag „asa an" tanden slijpen. Van scharen en messen slijpen meer van gehoord, doch voor tanden slij pen moet men in Borneo zijn, Zoo gauw de melktandjes pjaats ge maakt hebben voor de echte en deze hard genoeg zijn beginnen de jongens en meis jes hun tanden te slijpen. Ieder slijpt zijn eigen en dat zonder spiegel of iets derge lijks te gebruiken. Een steen werd gezocht een harde ruwe kiezelsteen want niet alle hout is timmerhouten dan beginnen ze. Een paar dagen lang. Ze slij pen alleen de vier snijtanden en de twee oogtanden, de kiezen laten ze zooals ze zijn. Het enamel slijpen ze weg en ook iets van 't tandbeen zelf. Is 't ver genoeg naar hun zin dnn worden ze met een stuk je gedroogde sagobladSstengeil glad gewre ven. Is het effen genoog dan is het nog niet klaar, want witte tanden vinden ze leelijk (tenminste verreweg de meesten en allen die nog niet beschaving ontmoet heb ben!) Waarom witte tanden niet mooi zijn? Joost mag het weten, doch ze zeg gen dat varkens en honden en ratten en ander gespuis witte tanden hebben, en dus willen zij nu zwarte! Moeder Natuur helpt hen genoeg, slooft zich bijna uit voor hen, doch dèt niet en daarom moeten zij ze zelf zwart maken. Nu denki u direct aan nooten en pruimen doch dat is van ■weinig beteekenis. De Sirih pruim verft hun lippen en tong rood en na langen tijd donkerbruin tegen het zwarte af, doch om de tanden gitzwart te maken moet Iets an ders aangewend worden. Zoo gauw de tandjes geslepen zijn nemen ze wat schors van zekeren boom en verbranden dat. Een paar binden van de „guava" („biabas' D. woord) worden fijn gestampt en met de asch van de schors vermengd. Deze pastei wordt op de tanden ge smeerd en er goed op gewreven. Het speek sel zou het natuurlijk spoedig afweken en daarom wordt een streepje van een banana blad er opgelegd en tusschen de tanden geduwd. Dit lalen ze zoo dertig uur netjes ritten heel voorzichtig met eten en drinken, zoodat het verband er niet af komt. Nu wordt de huid van 'n kluisplant (timbahung) gedroogd en fijngestampt en dit melk kalk vermengd. Het verband wordt weggenomen en dit mengsel goed en flink over de tanden gewreven en droog blijven ze gitzwart, 't Is 'n lange be werking, doch „mode" ziet niet op tijd en offers ook dochleren Evaas par don want Adam's zonen doen bier ook mee. 't Zou 'n wonder zijn zoo de Doesoens niet zouden profiteeren van de voordeden die „Beschaving" in het land brengt. Wie heeft het hun geleerd? Is hel l jeval? Doch het feit blijft dat tegenwoordig Doesoens „olangan" koopen in de stad kopervi triool dit druppelen ze op hun mes of 'n sfuk ijzer samen met gestampte penang- noot cn het biitsel roet noemt de Doe soen 't smeeren ze op hun tanden. Ze worden en blijven zwart. Dit is veel ge makkelijker en even doeltreffend. Ze mo gen U wijsmaken wat ze willen. Ze mogen beweren dat het vijlen „zoo maar" ge daan wordt, ik geloof het niet. Er zit meer achter, maar wit? want ze mogen hun tanden alleen op zekere tijden vijlen en dat in preparatie voor hun grootste, al ler grootste feest. Er schijnt verband fe bestaan tusschen de twee. Dat feest komt weinig voor, ongeveer iedere tien jaar op een plaals. Als U aan 'n dame vraagt hoe- vele malen zij haar tanden reeds sleep, weet U haar ouderdom. Doch dat vragen is ook hier tegen de beleefdheid! Doch die slijperij laat tenminste bijna de hecle kruin aan de tand. 't Misvormt den mond niet, maar die andere gewoonte, och erm! Tagas schijnen de volgende onoogelijke mode schoon te vinden. Die slaan hun tanden uil. Huwbare meisjes en jongens ook slaan de kronen van de snij- en oogtanden van de bovenkaak. Natuur lijk niet ruwweg. Ze maken geen gebruik van 'n voorhamer! Doch ze breken de tand af. Aldus. Met 'n fijn boortje dun ner dan 'n breinaald, boren ze twee gaat jes door de tand juist boven het tand- vleesch. Ze doen het zelf. Het boortje wordt op de tand gezet en tusschen de twee handen heen en weer gedraaid. Zijn de gaatjes er door dan tikken ze de tand uit en scherpe hoeken en punten worden met een steen bijgeslepen. Sommige slij pen de heele tand met 'n steen weg. Als u of ik het probeerde zou de zenuw tegen prut leien en zich geducht laten voe len. 'n Doesoen die heel wat ziekten en pijn kent erg kleinzeerig kent kies pijn niet! Dat is vreemd. Algemeen wordt verondersteld dat de Sirihpruim het voor behoed of pijnstillend middel is. Zelf heb ik die pruim ook geprobeerd men doet al wat om de menschen plezier te doen doch ajakkes! Eéns maar nooit weerl Misschien wil een of andere lezer wel pro beeren, ik geef daarom hier de ingrediën ten: Een stuik zware pruimtabak. Een stuk peperblad met kalk besmeerd en rondom een stukje pefiangnoot gewik keld (hazelnoot ook goed!) Kauw flink 'n uur of drie. Voila tout! t.t J. STAAL Pr. Miss. Inabong 1 Mei '22. Te Rome werd in de laatste week een Missie-Congres gehouden ter gelegen heid van het derde eeuwfeest der Con gregatie der Propaganda. De zeer inte ressante bijeenkomst handelde geduren de drie dagen over verschillende Mis- siebelangen en aanhoorde met belang stelling de rapporten van verschillende missionarissen die hun wedervaren en hunne behoeften uiteenzetten. Vervolgens werden in 't bizonder de werken van de priestermissievereeni- ging besproken en de noodzakelijkheid deze priestervereeniging over alle bis dommen uit te breiden om onder de geloovigen een heilzame liefde voor de missiën aan te wakkeren. Z. H. de Paus hield Zondag van Pink steren een Capella Papale of plechtige Pausmis in St Pieter, waaronder Z. H. een homelie of predikatie hield over de missiën en hunne noodwendigheden. De H. Vader sprak langdurig over de nood zakelijkheid voor allen, om de missiën te steunen, daar waar allen met overvloed van middelen de dwaalleer gaan verkon digen onder de heidenen. De propaganda noemde de H. Vader een nieuw Cennakel, waaruit de Apostelen vertrekken tot de verspreiding van het Geloof over geheel de wereld. Het was een indrukwekkende plechtigheid, welke bijgewoond werd E. H. Kan. Luytgaerens, volksvertegen- door talrijke Kardinalen, Bisschoppen en duizenden geloovigen. Den dag tevoren had de Paus de con gressisten-priesters in plechtige audiën tie ontvangen en hen op treffende wijze toegesproken over de noodzakelijkheid de missionarissen en missiën op alle mogelijke wijzen ter hulp te komen. De laatste gebeurtenissen, het Con gres en de groote belangstelling van den H. Vader zullen zeker de missiën zeer ten goede komen. DE BELGISCHE BOERENBOND. Men schrijft ons uit Leuven: De jaarlijksche Algemeene Vergadering van den Belgischen Boerenbond had plaats als naar gewoonte te Leuven op Maandag, 2en Sinxendag. Meer dan 2000 leden, afgevaardigd door 560 gilden uit alle gewesten van het land waren opgekomen. Ter gelegenheid van het derde Eeuw feest van den H. Isidorus, patroon der landbouwers, werd in de Kerk van 0. L. Vr. der Predikheeren, een plechtige Mis op gedragen, waaronder de Z. E. H. Theunis- sen. Deken van Tongeren, een aaneriiocn- de lofrede hield van den groolen Heilige, die de nederige landbouwer Isidorus was. In de ruime feestzaal van St. Pieterscol- lege had de ochtendzifting plaats. Aan hel bureel hadden plaats genomen: Staatsminister Helleputte, Hoofddeken, Z. woordigers Remaekers, Thlbauf, Van den Eynde, Van Dievoet, Brussclmans, sena tor Carnoy, Z. E. HH. Theunissen en Huydts, EÉ. HH. Tyck, Raeymaekers, Pro fessor Frateur, M. Hermans-Au sloos, leden van den Hoofdraad, adovcaat \an de Y el- de van Genl. Z. E. H. Kan Luytgaerens, algemeen Secretaris, opent de vergadering met liet gebed en brengt dadelijk verslag uit over de werkzaamheden van den Boerenbond. In den loop van bet jaar 1921 steeg het aantal bij den Boerenbond aangesloten gil den cn leden, even zoovele huisgezinnen vertegenwoordigend, onderscheidenlijk tot 1042 en 02.884. Op dit oogenblik bezit haast elke lande lijke parochie in Vlnamsch Beleië haar hoerengilde en is de werking van lieverlede zelfs in Wnalsrh Brabant en in de streek Mnlmedv-St. Vith doorgedrongen. Met den steun van den Boerenbond ben ben de Arrondisemenlsverhond van noe- rennilden, elk binnen bun kring, voor be- naalde gewestelüke belangen met goed ge. volg kunnen ontreden. Wat bun p'-lilie <e werking betreft, het onberisoelöke hunner houding tildens de Jongste verkiezingen wordt algemeen erkend, f,orbeid on zen ze op de bedrijvigheid der eerste hoeren verteeen woordigers in Kamers en provincieraden. On godsdienstig-zedeliik gebied beett de Boerenbond verder den strüd volgehoud-n tegen bet ondrineen van de burgerluke moraal in bet leeer onderwijs, tegen de verbreiding van tiet onzedig voreenieincs- leven en voor bet behoud en de verkloe- king van bet ware KrtstoRShe rleleleven der buitenbevolking. Vet nadruk waar schuwde hii de Vlanmsche boeren tegen on- kodorhte uifv.'ükin" naar Frankrük. Met het nog on de algemeene verstande- Hike opleiding en grondiger bedrbfsbc- kwaming tiet de gror-knad riet mjo dan 2399 voordrachten bouden. riek He Ti" leer gangen, studiedagen en congressen in wekte de be'angstettirm 7üner leden voor het boekhouden ou de booVP en ontwiern te hunnen gerieve zelf twee even eenvou dige als praetiselie stelsels: hii liet een ..Landbouwalmanak verschünen en sonnde zich iiverig in voor de deaeH'ke inrichting van het landbouwonderwüs in de lagere school en de verspreiding van bet landelijk bcroensonderriebt in 't algemeen. De Bechtskundlne dienst voor kostelonze raadplegingen gaf niet minder dan 500 schriftelijke en ruim 650 mondelinge ad- viezen. Voor alle vragen van niet-techmsehen aard stond zijn Documentatiedienst be zoekers en briefwisselaars te woord. Aan denzelfden dienst werd in hoofdzaak de werking inzake belastingen opgedragen. Naast het toepassen der wet in een geest van tegemoetkoming en het voorkomen van overbelasting was het bemoedigend gevolg van deze werking het erkennen door bel helleer van de vereeniging der belanghebbenden en van haar recht op medezeggenschap bij het leggen der belas tingen. Het jaar 1021 bracht biina volledig den terugkeer tot den vriien handel. De Boeren bond meent tot <lez»n uitslag door den striid dien h'< met dit doel onafgebroken voerde ruim ziin aandeel te hebben biige- drngen. Waar, zonals dit het gevat was met de melkpritzen. den uitvoer voor aard appelen, het opeiscben der broodgranen, het slaehfen van runderen, het vervoer van vee de vri'lieid onnoodi" nou tekort werd gedaan, bleef de Boerenbond kracht dadig en doorgaans met bevredigenden uit slag bare rerbtenonei-eben. Vermelding dient hier nog het aankoo- pen door den Boerenbond van het ver maarde 400 H.A. groote Buggenhoutbosch dat in kavels werd gelegd en aan de boe ren der streek tegen zeer gunstige voor waarden voortverkooht. Onder de „Technische Diensten" voor draineerwerken, electricJtcitsaan gelegenhe den en voor veeverzekering breidden voor al beide lantsf-n bun bedrijvigheid aan merkelijk uit. Einde 1921 op minder dan twee jaar waren 96 veebonden ge slicht en aangesloten. In Wesl-Vlaanderen heeft de Boeren bond de taak welke hij zich ten bate der getcisterden ter vervulling had gesteld tot een goed einde kunnen brengen. Op 31 December had de Belgische Heidemaat schappij er 8855 Ha. verwoeste gronden aan den landbouw teruggeschonken. De Middenkredietkas had op hetzelfde tijdstip rechtstreeks of door de bij haar aangeslo ten kassen voor een bedrag van 48.509.066 fr. voorschotten toegestaan. Op 4 September bracht een grootsehe huldebelooging te Roeselnre den dank der geleislerden voor de reusachtige taak wel ke de Roerenbond zóó onbaatzuchtig te hunnen bate ondernomen had. In een reeks druk gevolgde Studiedagen gehouden met ingang van Januari 1922 onderzocht de Boerenbond, wien het voor taan eerder om steviger inrichting dan om verder uitbreiding gaat, op welke wijze de wederzijdsche wenking van moederinrich ting en plaatselijke gilde dient opgevat om in elk opzicht op de voortreffelijkste wijze „Maar zeg 's Bert, wat ga je nou beginnen „Stil nou, Mies, niet te dicht bij me komen, dan snij ik me ,,'t Is't is zonde Bert grinnikte, ging langzaam voort het scherpe mes met korte rukjes voort te schuiven over de vet bezeepte kin. 't Kraste en schuurde en het vlekkige spiegeltje van de scheerdoos weer kaatste een pijnlijk vertrokken gezicht. Mies bleef haar hoofd schudden, keek met bezorgd gezicht toe. Hoe kwam haar broer er toe zijn mooien baard af te scheren Die stond hem zoo knap, paste zoo goed bij zijn frisch gezicht en flink postuur. Wat bezielde hem, dat ie met zijn veertig jaren nog zoo'n gekheid uithaalde Als daar maar nietï achter stak Bert zeepte zich voor den tweeden keer in en Mies greep de gelegenheid aan om haar vraag te herhalen. „Vertel me nou 's, waarom je dat doet Je ziet er uit as'n gek zoo zonder baard, ledereen zal je uitlachen. Je lijkt nou net 'n kwajongen „'t Staat erg jong zoo, hè grin nikte hij weer. De rimpel in het voorhoofd van Mies werd dieper. Wat wilde hij dan Waarom moest hij er jong uitzien? Warempel, hij had iets in den zin „Kan je begrijpen," vinnigde ze, „je wordt er tien jaar ouder door „Au," schreeuwde hij en hield het scheermes met 'n ruk ver van zijn ge zicht, alsof hij bang was zijn hals af te snijden. Een kleine roode bloed druppel welde op uit het kinvlak en kleurde de zeepschuim rose. „Dat komt er van, als jij achter m'n rug staat te kletsen," viel hij uit. „Ik e niet achter je rug, ik zeg 't maar lunduit in je gezicht", gaf zijn zuster kwaad terug. Ze draaide zich om, liep naar de keuken en roffelde noodeloos hard met den pook door den kachelrooster, 't Vonkend neerdalen van den vurigen kooltjesregen in den aschbak scheen haar goed te doen. Terwijl ze. staande voor de tafel, de aardappelen begon te schillen, gluurde ze door de kierende keukendeur de huiskamer binnen. Ze had nooit ge weten, dat haar broer zoo'n ijdeltuit was! Kijk nou 's aan! Daar stond ie voor den spiegel zijn gezicht op te poetsen en hij draaide met zijn hoofd als 'n coquet juffertje. En wat 'n on- noozel gezicht zoo zonder baard Warempel, ze had 't er niet op Bert deed 'n stap terug en bekeek nog eens zijn spiegelbeeld, 't Stond wel vreemd, als je gewoon was steeds tegen 'n baard aan te kijken en nu niets dan zoo'n onnoozele gladde kin. Hè, 't schrijnde geweldig.... Heel even voelde hij spijt, dat hij zich van zijn sieraad beroofd had. Zouden ze hem uitlachen Yyat drommel, daar gaf ie toch niet om, als Leentje maar vroolijk verrast zou kij ken om zijn verjongd gezicht. Ja, Leentje. die had 't gedaan. Hij keek anders weinig meer naar meisjes, sinds hij eenmaal 'n blauwtje geloopen had, dat hem jaren later nog heugde. Hij had zijn werk, zijn drukke schoen makerij, die hem in beslag nam, en Mies zorgde er voor dat 't hem aan niets ontbrak. Waarom zou ie zich nog zorg aan 't hoofd Jjalen Nuleefde hij tevreden, rustig, en ziin zuster die ook niet meer aan een man dacht, zou hem slecht kunnen missen. Maar Leentje.... Voor enkele jaren was ze nog zoo'n speelsch ding, 'n kind haast, en toen ging ze dienen in de stad. Nu was ze weer thuis gekomen en hij had zich de oogen uitgekeken aan haar aardig snoetje en mooi fi guurtje. En 't meisje had hem toege lachen met 'n lach zoo warm als zonne schijn in Mei. Toen was 't Bert ook warm om 't hart geworden. Gisteren had ze hem schoenen ge- al de lïeTangen zonïïer onderscheid van den landbouwer te dienen. De „Belgische Boerinnenbond" mocht zich in een uitzonderlijken bijval verheu gen. Op het vorig jaar boekt hij een aan winst van 11S nieuw geslichte gilden met 11703 leden zoodat hij, einde 1921, 314 gilden telt met samen 32.864 leden. In 't geheel werden door zijn toedoen 929 voordrachten in de gilden gehouden. In drie verschillende provinciën belegde hij ..Boerinnendagen" welke telkens duizen den boerinnen vereenigden. Over allerlei onderwerpen van huishoudkundigen aard richtte hij zeer geslaagde reeksen lessen in, ging voort in verschillende eentra leer gangen te geven voor het vormen van ziekenverpleegsters-bezoeksters, en wekte door het stichten van hoenderbonden en het houden van studiedagen met tentoon stelling de belangstelling der boerinnen op voori aangepaster voeding der hen en voor samenverkoop der eieren. „De Algemeene Hoveniersbond" gaf 146 lessen en voordrachten, belegde een tuin- bouwcongres te Leuven en richtte 8 ge westelijke tentoonstellingen in. Met het doel zijn leden te overtuigen van de voor deden van veredelde plantaardappelen, legde hij in 81 gilden proefvelden aan. De uilslagen waren doorslaande; er werd dan ook voor meer dan 1 millioen verbeterde plantaardappelen gekocht. Voor rekening zijner leden verhandelde hij met het bui tenland voor 228.814.05 en met het bin nenland voor 118 222.66, samen voor 407.036.71 fr. allerlei groenten en fruit; zelf leverde hij hun voor 1.747.012.13 fr. zaden, plantgoed en verdere benooiigdbe- den. Het kantoor te Mechelen verkocht voor 1.939.190.55 fr. aardappelen en groenten. „De Aan- en Verkoopvennootsohap" be leefde haar drukste jaar. Zij leverde aan de leden 57.409.987 K.G. meststoffen zijn de voor 19.351.212.60 fr.; 56.550.526 K.G. veevoeders voor een bedrag van 36.369.176,66 fr. en 9.882.545 K.G. verschil lende waren voor 1.078.501.87 fr. (Haar afdeeling „lanbhouwmachinis" geeft een nfzetcijfer aan van 243.161.89 fr De vennootschap heeft een aandeel In de winst uitgekeerd aan de plaatselijke afdeelingen naar verhouding van het be drag der bestelde waren. „Het Zuivelconsulcntschap" ijverde voor de uitbreiding der cooperatiegedachte in de melknijverheid en hield toezicht over de 157 aangesloten samenwerkende melke- rijen. De Middenkredietkas. Met de 51 nieuwe plaatselijke Spaar- en leenkassen welke in 1921 tot stand kwamen stijgt het gezamenlijk aantal aangesloten kassen tot 784 (hot dubbele van liet cijfer van 1914). Het zakencijfer klom tot 1,627,171,284 fr. Voor uitleeningen aan hun leden wer den aan de plaatselijke ksasen 72 krediet- openingen toegestaan voor een bedrag van 4,252,280 fr. Het spaargeld verhoogde met 97,564,311,48 fr. tot 326,370,760,84 fr. Op grondkrediet werden 85 leeningen toege- stan voor een gezamenlijke som van 1,497,100 fr. Aan voorschotten op oorlogs schade was op 51,197,009,99 fr. welke ver leend waren op 31 December 1921 49.874,595,03 fr. uitbetaald. De Dienst voor Toezicht. Bij het ge woon propagandawerk en het nazien van de gilden en hun afdeelingen had deze dienst zich in 1922 nog ter beschikking te stellen van de leden in de vele moeilijk heden welke het regelen der oorlogsschade en het vestigen der belastingen meebrach ten; van de Arrondissementsbonden voor het behartigen van bepaalde gewestelijke belangen en voor het doorvoeren der standsvertegenwoordiging bij de verkie zingen. De Belaische Onderlinge Brandverzeke ring. Het aantal polissen steeg met 11752 tot 41907; de verzekerde waarde met 496,644.030,50 fr. tot 1,236.878.536,30 fr. De premieontvangst bedroeg 2.663.595,lOfr. Als vergoeding voor brandrampen werd 893,931,34 fr. uitgekeerd. 15 pCt. der pre mie wordt in de vrije reservekas gestort. Bij verdeeling komt het bedrag hiervan aan verzekerden ten goede naar verhou ding hunner premie. Vermelden we slechts de Hagel- en Le vensverzekering en de Vee- en Paardenhcr- verzekeringen. De Ongevallenverzekeringen boeken bel de een belangrijke zakenaanwinst. De Onderlinge Belgische Boerenoerzeke- ring telt einde 1921 8746 polissen, 2.183.610,28 fr. premiën en vergoedde 2,476 ongevallen. DeLandbouwverzckering bracht haar polissenaantal op 27.663 en haar orcmic-onlvnngst op 1,202.187,08 fr. 3409 Ongevallen moesten worden vergoed. Bei de verzekeringen konden 15 pCt. der pre miën op dc reserverekeningen der verze kerden schrijven. De Belgische Heidematschappij wijdde zich verder an het herstel der verwoeste gronden in West-Y'laanderen. In 1921 ver effende ze 3,886 H. A. gelegen in de ergst- gehavende sectoren en herstelde 25 K.M. waterloopen. In de drukste maanden wa ren meer dan 7000 arbeiders aan 't werk 'Samen werd voor 14,772,096,82 fr. loon uitbetaald. Sedert het. begin harer werking in YVest- Vlaanderen vereffende de Heidemaatschap pij er 8855 H.A. en herstelde ze bij de 200 K.M. waterloopen. Buiten de frontstreek voerde zij onlgin- nings- of beplantines-werken uit over een gezamenlijke oppervlakte van 714 H.A. en ruimde ze 27 K.M. waterloopen. Op den middag bezochten de aanwe zigen met werkelijke belangstelling de rijke tentoonstelling van hoenders, hoen dervoeder, zaden en insectenbeslrijdings- middclenop den binnenkoer van den Boe renbond ingericht. In de namiddag-zitting onthulde Staats minister Helleputte, Hoofddeken van den Boerenbond, een prachtig drieluik voor stellend de jeugd, het werk en de verheer lijking van den H. Isidoor. Een werkelijk kunstwerk van de hand van kunstschil der Caeyman. In geestdriftige bewoor dingen bracht de gevierde redenaar hul de aan het nederige maar zoo volmaakte leven van den groolen beschermheilige. Hij besluit zijn rede met een treffende uiteenzetting over den toestand en de toekomst van den landbouw, welke, hoe kommervol die ook schijne, door de ver bonden inspanning aan het eigen weten schappelijk werk van den boer en de werking en de leiding van een steeds machtigen Boerenbond onbetwistbaar worden tegemoet gezien. E. H. Colpaert, landbouwingenieur, in zijn toespraak: „Hoe de Vereeniging onzen landbouw kan steunen en vooruitbrengen levert daarvan omstandig en glashelder het geruststellende bewijs. E. H. Van Olmen, landbouwscheikun- dige, hield een merkwardige rede over de inrichting van het landbouwonderwijs in verband met de toekomst van den land bouw en legde in dien zin enkele wenschen ter stemming welke eenparig door de ver gadering aangenomen worden. Op voorstel van den voorzitter brengt de vergadering hulde aan kunstschilder Caeyman en besluit een dankbrief te stu ren aan de Z. E. H. Karsseleers, lid van den Hoofdraad, aan wiens vriendschap de Boerenbond het prachtige schilderij dankt. De zitting werd geheven onder het zin gen van het Boerenbondslied. HET DUITSCHE CACAOVERBRUIK. Onder het opschrift het Duitsche cacaoverbruik deelt de Frf. Ztg. o.m. het volgende mede. Aan de spits der cacaoverbruikenae landen stonden in 1921Amerika met 124.416 ton en Duitsch- land met 100.000 ton. Groot-Britt nië, dat op de derde plaats staat voerde slechts 47.164 ton in. Vergelijkt men de cijfers van 1921 met die van 1913, dan blijkt dat het verbruik in Amerika tot 184.1. pet., dat van Duitschland tot 195 pet en dat van Groot Brittanië tot 171 pet. gestegen is, terwijl de invoer in Ne derland slechts 95.9.in Zwitserland slechts 62.3 bedroeg van de hoeveelheid van 1913 Dit laatste is niet zoozeer toe te schrijven aan een vermindering van de binnen- landsche consumptie in Nederland en Zwitserland, dan wel aan een verminde ring van de door den hoogen wisselkoers bemoeilijkten uitvoer van cacaoproduc- ten. Het groote verbruik in Amerika (in 1920 bedroeg dit zelfs 142.776 ton) is, behalve aan een verhooging van den le vensstandaard, toe te schrijven aan het alcoholverbod. Dat Duitschland, ondanks de verlaging van het levenspeil, toch 100 duizendton invoerde eischt een nadere ver klaring. De uitvoer is hierin niet betrok ken, want de invoer van bewerkte cacao- producten is aanzienlijk grooter geweest, dan de uitvoer daarvan (voor de maanden Mei-December 1921 een invoer van 5816 en een uitvoer van 1062 ton.) De verhooging is dan ook in een vermeer dering van de binnenlandsche comsump- tie te zoeken. Maar wel is hierbij te bedenken dat de invoer van cacao in de voorafgaande jaren uiterst gering was (in 1920: 45.059, in 1919 11.700 en in 1918 O tonnen,) zoodat er geheel geen voorraden waren. Toch blijft de ver- bruiksvermeerdering verbazingwekkend. Het Centraal Stembureau voor de ver kiezing van leden der Tweede Kamer heeft de rapporten van alle hoofdstem- bureaux ontvangen en zal Zaterdag 17 Juni een openbare zitting houden, waar in de ingeleverde eandidatenlijst door lo ting zullen worden genummerd. Uitvoer van mijnhout. Met ingang van 12 Juni a.s. is dispensatie verleend van het verbod van uitvioér van mijn- hout. De voorzitter der Eerste Kamer. t Luit-generaal J. baron van Voorst tof Voorst is thans zooverre hersteld, dat hij zijn werkzaamheden als voorzitter der Eerste Kamer weer zal kunnen waar nemen, meldt het ,,Vad." De Fransche pantserkruiser „Jeanna d'Are" te Amsterdam aangekomen. Dr. J. Kraus wenscht niet voor ©en herbenoeming als Eerste Kamerlid in aanmerking te komen, meldt het „Vad." „Niks."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 9