Derde Blad
10 Jam 1922
Brieven uit Borneo.
Van liet Vaticaan.
MISGEREKEND»
De H. Vader en de Missiën.
LANDBOUW EN VISSOMERIJ.
KUNST EN KENNIS.
BOEK EN BLAD.
„Kun je nog zingen, zing dan mee 1"
126 algemeen bekende school
liederen, gebundeld door J.
Veldkamp en K. de Boer, met
pianobegeleiding van P. Jonker.
„Kun je nog zingen, zing dan mee!"
Nu, aan die uitnoodiging is wel voldaan
Voor ons ligt de twintigste druk van dit
alom bekend geworden zangboek. De
twintigste drukom jaloersch op te
worden De heer Veldkamp vraagt, of
dit „jubileum" geen extra vermelding
waard is. Zeker en wij meenen niet beter
te kunnen doen dan zijn eigen woorden
aan te halen, die in niets overdreven zijn
De drukken volgden elkaar snel op
1908 verscheen de 1ste druk be
vattende 60, in 1922 verscheen de
20ste druk met 126 algemeen bekende
choolliederen. En 't waren groote
oplagen
Is het geen verblijdend verschijnsel,
dat het bekende schoollied zoo'n wel
kome ontvangst vindt inde huis
kamer
En zijn deze liederen wel alleen
bestemd voor onze kinderen Of
geven zij ook ons ouderen niet het
genoegen van jeugdherinnering Maar
brengen ook de meer frissche nieuwere
liederen bij ons niet de zangstemming
er in
Door deze uitgave wordt in heel
ons land van Zuid tot Noord, van Oos
tot West een gemeenschappelijk reper
toire vastgelegd, dat bij gelegenheden
tot uiting komt en het gevoel van
saamhoorigheid opwekt !|Tevens vormt
deze verzameling in samenwerking
met den schoolzangbundel een stevig
fundament van onzen nationalen
volkszang.
Het is geen alledaagsch verschijnsel
in ons kleine landje een twintigste
druk in 14 jaar tijds
Het pleit voor deze verzameling
van bekende liederen, maar tevens
en dit is een gelukkig verschijnsel
voor den Nederlandschen zanglust.
ORDE EN ARBEID.
UIT HET HAVENBEDRIJF.
Aansporing tot wilde stakingen.
In een vergadering van haven
arbeiders te Amsterdam onder leidinp
van „Reent en Plicht," afdeeling van
de Nea'. Federatie van Transport
arbeiders, sprak de Federatie-voor
zitter, de heer Bouwman o.m, het
volgende
De arbeiders moeten zich verzetten.
Zij moeten staken, maar dan goed
staken. Niet staken, zooals in 1920 is
geschied, of zooals nu onlangs de
'metaalbewerkers en later de hout
bewerkers hebben gedaan. De strijd
gaat niet tegen loonsver agin of
legen arbeidersverlenging, maar 1 gen
het geheele kapitalisme door het ge-
heele proletariaat.
Zoolang niet de spoorwegarbei
ders, de textielarbeiders en vel andera
arbeiders, meedoen, moet geen groote,
langdurige staking worden begonnen.
Noodig zijn korte stakingen, spon
taan begonnen, en na enkele dagen
weer opgeheven, met het vaste voor
nemen, bij elke voorkomende gelegen
heid opnieuw den arbeid neer te leg
gen, opdat de onrust blijve in de haven.
Ln die voortdurende onrust moet de
roote, revolutionnaire staking voor
bereiden.
De patroons, zeide spreker, zullen
deze loonsverlaging doorvoeren, ook
al wordt nkele dagen gestaakt. Tegen
die ver .elpen de stakingen niet,
maar t u noodig om de arbeiders
den strijd te leeren.
„Wij "proclameeren dus," aldus de
heer Bouwman, „geen staking, omdat
wij geen langdurige staking willen.
Maar als de arbeiders den moed heb
ben te staken laat hen dan :taken,
kort en F achtig."
GEH9ENGD NIEUWS.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
De Tweede Kamerverkiezingen.
Eerste Kamer-verkiezingen.
dorp maat zelden droegen. Hij die
anders nooit complimentjes maakte,
had zoo'n schoentje in zijn forsche
werkhand gewogen en gezegd dat ze 'n
héél klein voetje had. Toen lachte ze
weer en bleef nog wat praten, over de
stad en over de menschen. Eensklaps
keek ze hem aan, onderzoekend.
„Heb je altijd zoo'n baard gehad,"
vroeg ze dan.
„Nee", grapte hij, „m'n moeder
heeft me wel 's verteld, dat ik zonder
baard geboren ben."
„Ik vind dat zoo'n baard oud maakt,"
zei ze, toen ze uitgelachen was. „Als ik
ou was, liet 'k hem afscheren. Je zult
zien, dat je dan wei tien jaar jonger
lijkt."
„Zou je denken?" Argeloos had hij
't gevraagd maar toen hij haar in de
guitig flikkerende oogen keek, begon
er weer iets diep in zijn hart te woelen.
Wat wilde zij daarmee zeggen? Zou
zij waarachtig denken dat hijDrom
mels. Hij kreeg er 'n kleur van en
begon verlegen op 'n schoenzool te
hameren.
Bij de deur lachte ze hem nog eens
toe.
„Krijg 'k mijn schoentjes gauw te
rug
,,'t Eerste van al en ik zal ze zóó fijn
poetsen, dat je je aardig bekje d'r in
spiegelen kunt
Toen had ze zoo hard gelachen met
haar klaterend geluid, dat Mies eens
in de gang kwam kijken, „wie er toch
zoo'n laweit maakte in de werkplaats."
„Waar ga je nou naar toe, Bert
„Schoenen wegbrengen."
„Hè? Midden op den dag?"
„D'r is haast bij."
„Maar als er dan klanten komen?"
„Ik ben zoo terug."
Verwonderd draalde Mies. Ze was
dat eigenaardige doen van haar broer
bracht, snoezige kleine schoentjes met I niet ge 'oon. Vanmorgen had ie zijn
hooge hakjes, zooals de meisjes in '^aard afgeschoren, zijn baard waarop
ze allebei trotsch waren, en nou ging
ie bij hellichten dag schoenen weg
brengen
„Bij wie mot je zijn?
„Bij Brakels," antwoordde Bert en
zijn gladgeschoren gezicht kleurde. Mies
zag hem doordringend aan. Hij zou 't
toch niet in zijn hoofd krijgen, die
jonge meidVerbeeld je, dat ie nog
eens aan trouwen dacht en haar alléén
liet zitten. Je kon die manslui nooit
vertrouwen.
Maar dat zou toch 'n ramp zijn!
AlléénDe tranen sprongen in haar
oogen en bruusk keerde zij zich om.
„Ga maar gauw," zei ze met den
rug naar hem toe en den slip van haar
schort zenuwachtig tusschen de vin
gers geknepen. „Als je dwaze dingen
wilt doen moet je nooit te lang wach
ten, anders is de goeie tijd voorbij 1"
Een oogenblik aarzelde Bert, dan
trok hij hard de voordeur open en liep
naar buiten. Hij was toch mans genoeg
om te weten wat ie deed. ja, dat 't
voor Mies niet plezierig was, als hij nog
eens trouwde, dat kon ie denken, maar
't ging toch niet aan dat ie om haar zijn
geluk liet loopen 1
Daar had je vader Brakels, zeker
op weg naar de markt. Wat was't nou?
Die keek 'm niet eens aan. Och ja,
best mogelijk dat de man hem niet her
kende zoo zonder baard. Bert moest
er om lachen en kreeg meteen zijn goed
humeur terug. Wat zou Leentje kijken 1
Wat zou ze zeggen, als ze van zijn
groote plannen hoordeJa, hij was
wel 'n kleine twintig jaar ouder dan
zij, maar toch eigenlijk nog 'n jonge
kerel en zijn goed beklante schoen
makerij telde ook mee 1
't Was al vast 'n gelukje dat Bra-
kels niet thuis was, dan had hij kans
het meisje terstond alléén te spreken.
Kijk, daar zag ie haar blozend kopje al
achter het keukenraam.
Hij zou maar achterom loopen en
dan meteen met de deur in huls vallen.
„Dag Leentje 1"
Het meisje had de deur geopend en
staande op den dorpel keek ze Bert 'n
poos verbaasd aan. Toen begon 't te
trekken in haar mondhoeken, de roode
lippen openden zich, de rijen witte
tanden weken vaneen en daar klaterde
een lach in de lucht, zoo frisch en vroo
lijk, als de schoenmaker maar zelden
gehoord had. Van den weeromstuit
lachte hij mee, maar toen 't wat lang
duurde eer zij bedaarde werd zijn ge
zicht toch 'n beetje zuur.
„Valt 't tegen," vroeg hij bezorgd.
„Nee, nee, ik vind 't zoo grappig,
kostelijk Wanneer heb je 'm d'r af
gedaan
„Vanmorgen natuurlijk, gister had
ik 'm immers nog."
„Och ja, da's waar ook En waarom
heb je dat gedaan?"
Hij voelde zich benauwd worden.
„Je zei toch dat 't me tien jaar jonger
zou maken
„O ja! Kijk, dat wist ik niet meer.
Dus daarom heb je 't gedaan. Nou, 'k
moet zeggen, da's 'n heele eer voor me.
Nou, ik vind 't echt grappig! Ik ga
moeder roepen, die moet 't ook 'ns
zien 1"
„Nee nee, laat dat nou nog, ik heb
wat met je te praten. Hier zijn de
schoenen, zien ze d'r niet goed uit
„PrachtigHoeveel geld is 't
„Niks 1"
Hij kreeg weer moed, naderde haar
dichter. „Wat zou je d'r van zeggen
Leentje, als ik eens altijd jou schoenen
voor niemendal maakte
„Voor niemendal," herhaalde zij ver
baasd. Dan keek ze hem strak aan.
„Maar Bert, dat meen je toch niet
„Jawel Leentje. dat meen ik en
echt 1 Nou dunk je, zou je geen zin
hebben om schoenmakersvrouw te wor
den
Weer keek ze hem aanhaar ver
wonderde oogen streken langs zijn vra
gend gezicht, met fijne rimpeltjes boven
de wenkbrauwen en langs de mond
hoeken. Haar blik bleef rusten op zijn
kin, waar eens de volle donkere baard
geweest was en waar nu 'n kleine bloed-
schram aan het beulswerk van dien
morgen herinnerde. Een man van veer
tig jaar. 'n Ouwe vrijgezel, de broer van
Mies 1 En ze kon er niets aan doen, maar
dat prikkelde haar zoo geweldig dat
ze lachen moest, lachen, dat de keuken
er van daverde 1
Deemoedig stond hij daar, 't papier
waarin de schoenen gezeten hadden
kreukelend tusschen de vinge;s. Hij
had 't al begrepen.
Leentje werd weer ernstig.
„Hoor eens Bert, je moet 't me niet
kwalijk nemen, dat ik lach, maar nee.,
't is toch wel 'n beetje gek, dat zul je
zelf erkennen. Je kon mijn vader wel
zijn. En bovendien ik zal je
eens iets laten kijken, maar zul je 't
aan niemand vertellen
Hij slikte een brok weg uit zijn keel
en knikte. Toen haalde ze uit 'n hoek
van de keukenkast 'n klein pakje,
maakte 't open. 'n Portret kwam
er uit. Met wazige oogen keek Bert naar
den frisschen jongemannenkop met
blinkende oogen en kort geknipt snor
retje.
„Dat is mijn aanstaande, Zondag
komt ie hier om met de ouwe lui te
praten. Hij heeft 'n mooie positie in
de stad en 't is zoo'n nette jongen.
Dat vertel ik jou nou, omdat
omdat ik je goed vertrouwen
Bert ging weer heen, het geld voor
de schoenreparatie tusschen zijn eeltige
vingers geklemd.
Mies zag hem aankomen, keek met
onbewust medelijden naar zijn gezicht,
dat er nu nog kaler, onnoozeler uitzag
dan vanmorgen.
„Bert, je had dien mooien baard
nooit moeten afscheren."
„Och Mies, avoor 'n keer is 't wel
'ns goed, maar .ik,laat 'm nou weer
staan hoor
Deze brief als afgesproken, gaat over
tanden en tandjes! Ik. zal probeeren U ^n
denkbeeld te geven hoe 'n Doesoen zijn
tanden behandelt. Daar ie ook mensch is
zal ie ook wel 32 kiezen en tanden in zijn
bakkes" hebben. Als u hem beleefd zou
vragen om zijn mondje te openen, opdat
U 'm 'us bekijken kunt, zal hij uw verzoek
niet inwilligen. Hij zou vast zijn b....
pardon: zijn mond niiet opendoen. Maar
als hij grinnekt of schaterlacht of wel zijn
beetje al-te-groote pruim met moeite ver
rolt van den eenen naar den anderen
mondhoek moet U de kans waarnemen
om zijn tanden of stoppels te bekijken!
Vooreerst zal ik U waarschuwen dat er
tusschen den eenen en anderen Doesoen-
schen mond net zoo'n groot verschil is
als tusschen de Groote Kerik en Louwtje.
In de eene plaats is het zus, in een andere
zoo en elders weer anders.
Er zijn Doesoens met witte tanden
doch geen oude luitjes. Een paar van het
opkomende geslacht laten hun tanden zoo
nis ze groeien en bemoeien zich er niet
mee. Doch de echte gewoonte was om
zich er wel mee te bemoeien en moeder
naluur niet haar eigen weg te laten gaan.
Ze deden en doen graag „asa an" tanden
slijpen. Van scharen en messen slijpen
meer van gehoord, doch voor tanden slij
pen moet men in Borneo zijn,
Zoo gauw de melktandjes pjaats ge
maakt hebben voor de echte en deze hard
genoeg zijn beginnen de jongens en meis
jes hun tanden te slijpen. Ieder slijpt zijn
eigen en dat zonder spiegel of iets derge
lijks te gebruiken. Een steen werd gezocht
een harde ruwe kiezelsteen want
niet alle hout is timmerhouten dan
beginnen ze. Een paar dagen lang. Ze slij
pen alleen de vier snijtanden en de twee
oogtanden, de kiezen laten ze zooals ze
zijn. Het enamel slijpen ze weg en ook
iets van 't tandbeen zelf. Is 't ver genoeg
naar hun zin dnn worden ze met een stuk
je gedroogde sagobladSstengeil glad gewre
ven. Is het effen genoog dan is het nog
niet klaar, want witte tanden vinden ze
leelijk (tenminste verreweg de meesten en
allen die nog niet beschaving ontmoet heb
ben!) Waarom witte tanden niet mooi
zijn? Joost mag het weten, doch ze zeg
gen dat varkens en honden en ratten en
ander gespuis witte tanden hebben, en dus
willen zij nu zwarte! Moeder Natuur helpt
hen genoeg, slooft zich bijna uit voor
hen, doch dèt niet en daarom moeten zij
ze zelf zwart maken. Nu denki u direct
aan nooten en pruimen doch dat is van
■weinig beteekenis. De Sirih pruim verft
hun lippen en tong rood en na langen tijd
donkerbruin tegen het zwarte af, doch om
de tanden gitzwart te maken moet Iets an
ders aangewend worden. Zoo gauw de
tandjes geslepen zijn nemen ze wat schors
van zekeren boom en verbranden dat. Een
paar binden van de „guava" („biabas' D.
woord) worden fijn gestampt en met de
asch van de schors vermengd.
Deze pastei wordt op de tanden ge
smeerd en er goed op gewreven. Het speek
sel zou het natuurlijk spoedig afweken en
daarom wordt een streepje van een banana
blad er opgelegd en tusschen de tanden
geduwd. Dit lalen ze zoo dertig uur netjes
ritten heel voorzichtig met eten en
drinken, zoodat het verband er niet af
komt. Nu wordt de huid van 'n kluisplant
(timbahung) gedroogd en fijngestampt en
dit melk kalk vermengd. Het verband
wordt weggenomen en dit mengsel goed
en flink over de tanden gewreven en
droog blijven ze gitzwart, 't Is 'n lange be
werking, doch „mode" ziet niet op tijd en
offers ook dochleren Evaas par
don want Adam's zonen doen bier ook
mee.
't Zou 'n wonder zijn zoo de Doesoens
niet zouden profiteeren van de voordeden
die „Beschaving" in het land brengt. Wie
heeft het hun geleerd? Is hel l jeval? Doch
het feit blijft dat tegenwoordig Doesoens
„olangan" koopen in de stad kopervi
triool dit druppelen ze op hun mes of
'n sfuk ijzer samen met gestampte penang-
noot cn het biitsel roet noemt de Doe
soen 't smeeren ze op hun tanden. Ze
worden en blijven zwart. Dit is veel ge
makkelijker en even doeltreffend. Ze mo
gen U wijsmaken wat ze willen. Ze mogen
beweren dat het vijlen „zoo maar" ge
daan wordt, ik geloof het niet. Er zit meer
achter, maar wit? want ze mogen
hun tanden alleen op zekere tijden vijlen
en dat in preparatie voor hun grootste, al
ler grootste feest. Er schijnt verband fe
bestaan tusschen de twee. Dat feest komt
weinig voor, ongeveer iedere tien jaar op
een plaals. Als U aan 'n dame vraagt hoe-
vele malen zij haar tanden reeds sleep,
weet U haar ouderdom. Doch dat vragen
is ook hier tegen de beleefdheid!
Doch die slijperij laat tenminste bijna de
hecle kruin aan de tand. 't Misvormt den
mond niet, maar die andere gewoonte,
och erm! Tagas schijnen de volgende
onoogelijke mode schoon te vinden. Die
slaan hun tanden uil. Huwbare meisjes en
jongens ook slaan de kronen van de snij-
en oogtanden van de bovenkaak. Natuur
lijk niet ruwweg. Ze maken geen gebruik
van 'n voorhamer! Doch ze breken de
tand af. Aldus. Met 'n fijn boortje dun
ner dan 'n breinaald, boren ze twee gaat
jes door de tand juist boven het tand-
vleesch. Ze doen het zelf. Het boortje
wordt op de tand gezet en tusschen de
twee handen heen en weer gedraaid. Zijn
de gaatjes er door dan tikken ze de tand
uit en scherpe hoeken en punten worden
met een steen bijgeslepen. Sommige slij
pen de heele tand met 'n steen weg.
Als u of ik het probeerde zou de zenuw
tegen prut leien en zich geducht laten voe
len. 'n Doesoen die heel wat ziekten en
pijn kent erg kleinzeerig kent kies
pijn niet! Dat is vreemd. Algemeen wordt
verondersteld dat de Sirihpruim het voor
behoed of pijnstillend middel is. Zelf heb
ik die pruim ook geprobeerd men doet
al wat om de menschen plezier te doen
doch ajakkes! Eéns maar nooit weerl
Misschien wil een of andere lezer wel pro
beeren, ik geef daarom hier de ingrediën
ten:
Een stuik zware pruimtabak.
Een stuk peperblad met kalk besmeerd
en rondom een stukje pefiangnoot gewik
keld (hazelnoot ook goed!)
Kauw flink 'n uur of drie. Voila tout!
t.t J. STAAL
Pr. Miss.
Inabong 1 Mei '22.
Te Rome werd in de laatste week een
Missie-Congres gehouden ter gelegen
heid van het derde eeuwfeest der Con
gregatie der Propaganda. De zeer inte
ressante bijeenkomst handelde geduren
de drie dagen over verschillende Mis-
siebelangen en aanhoorde met belang
stelling de rapporten van verschillende
missionarissen die hun wedervaren en
hunne behoeften uiteenzetten.
Vervolgens werden in 't bizonder de
werken van de priestermissievereeni-
ging besproken en de noodzakelijkheid
deze priestervereeniging over alle bis
dommen uit te breiden om onder de
geloovigen een heilzame liefde voor de
missiën aan te wakkeren.
Z. H. de Paus hield Zondag van Pink
steren een Capella Papale of plechtige
Pausmis in St Pieter, waaronder Z. H.
een homelie of predikatie hield over de
missiën en hunne noodwendigheden. De
H. Vader sprak langdurig over de nood
zakelijkheid voor allen, om de missiën te
steunen, daar waar allen met overvloed
van middelen de dwaalleer gaan verkon
digen onder de heidenen. De propaganda
noemde de H. Vader een nieuw Cennakel,
waaruit de Apostelen vertrekken tot de
verspreiding van het Geloof over geheel
de wereld. Het was een indrukwekkende
plechtigheid, welke bijgewoond werd E. H. Kan. Luytgaerens, volksvertegen-
door talrijke Kardinalen, Bisschoppen en
duizenden geloovigen.
Den dag tevoren had de Paus de con
gressisten-priesters in plechtige audiën
tie ontvangen en hen op treffende wijze
toegesproken over de noodzakelijkheid
de missionarissen en missiën op alle
mogelijke wijzen ter hulp te komen.
De laatste gebeurtenissen, het Con
gres en de groote belangstelling van den
H. Vader zullen zeker de missiën zeer
ten goede komen.
DE BELGISCHE BOERENBOND.
Men schrijft ons uit Leuven:
De jaarlijksche Algemeene Vergadering
van den Belgischen Boerenbond had plaats
als naar gewoonte te Leuven op Maandag,
2en Sinxendag.
Meer dan 2000 leden, afgevaardigd door
560 gilden uit alle gewesten van het land
waren opgekomen.
Ter gelegenheid van het derde Eeuw
feest van den H. Isidorus, patroon der
landbouwers, werd in de Kerk van 0. L.
Vr. der Predikheeren, een plechtige Mis op
gedragen, waaronder de Z. E. H. Theunis-
sen. Deken van Tongeren, een aaneriiocn-
de lofrede hield van den groolen Heilige,
die de nederige landbouwer Isidorus was.
In de ruime feestzaal van St. Pieterscol-
lege had de ochtendzifting plaats.
Aan hel bureel hadden plaats genomen:
Staatsminister Helleputte, Hoofddeken, Z.
woordigers Remaekers, Thlbauf, Van den
Eynde, Van Dievoet, Brussclmans, sena
tor Carnoy, Z. E. HH. Theunissen en
Huydts, EÉ. HH. Tyck, Raeymaekers, Pro
fessor Frateur, M. Hermans-Au sloos, leden
van den Hoofdraad, adovcaat \an de Y el-
de van Genl.
Z. E. H. Kan Luytgaerens, algemeen
Secretaris, opent de vergadering met liet
gebed en brengt dadelijk verslag uit over
de werkzaamheden van den Boerenbond.
In den loop van bet jaar 1921 steeg het
aantal bij den Boerenbond aangesloten gil
den cn leden, even zoovele huisgezinnen
vertegenwoordigend, onderscheidenlijk tot
1042 en 02.884.
Op dit oogenblik bezit haast elke lande
lijke parochie in Vlnamsch Beleië haar
hoerengilde en is de werking van lieverlede
zelfs in Wnalsrh Brabant en in de streek
Mnlmedv-St. Vith doorgedrongen.
Met den steun van den Boerenbond ben
ben de Arrondisemenlsverhond van noe-
rennilden, elk binnen bun kring, voor be-
naalde gewestelüke belangen met goed ge.
volg kunnen ontreden. Wat bun p'-lilie <e
werking betreft, het onberisoelöke hunner
houding tildens de Jongste verkiezingen
wordt algemeen erkend, f,orbeid on
zen ze op de bedrijvigheid der eerste
hoeren verteeen woordigers in Kamers en
provincieraden.
On godsdienstig-zedeliik gebied beett de
Boerenbond verder den strüd volgehoud-n
tegen bet ondrineen van de burgerluke
moraal in bet leeer onderwijs, tegen de
verbreiding van tiet onzedig voreenieincs-
leven en voor bet behoud en de verkloe-
king van bet ware KrtstoRShe rleleleven
der buitenbevolking. Vet nadruk waar
schuwde hii de Vlanmsche boeren tegen on-
kodorhte uifv.'ükin" naar Frankrük.
Met het nog on de algemeene verstande-
Hike opleiding en grondiger bedrbfsbc-
kwaming tiet de gror-knad riet mjo dan
2399 voordrachten bouden. riek He Ti" leer
gangen, studiedagen en congressen in
wekte de be'angstettirm 7üner leden voor
het boekhouden ou de booVP en ontwiern
te hunnen gerieve zelf twee even eenvou
dige als praetiselie stelsels: hii liet een
..Landbouwalmanak verschünen en sonnde
zich iiverig in voor de deaeH'ke inrichting
van het landbouwonderwüs in de lagere
school en de verspreiding van bet landelijk
bcroensonderriebt in 't algemeen.
De Bechtskundlne dienst voor kostelonze
raadplegingen gaf niet minder dan 500
schriftelijke en ruim 650 mondelinge ad-
viezen.
Voor alle vragen van niet-techmsehen
aard stond zijn Documentatiedienst be
zoekers en briefwisselaars te woord. Aan
denzelfden dienst werd in hoofdzaak de
werking inzake belastingen opgedragen.
Naast het toepassen der wet in een geest
van tegemoetkoming en het voorkomen
van overbelasting was het bemoedigend
gevolg van deze werking het erkennen
door bel helleer van de vereeniging der
belanghebbenden en van haar recht op
medezeggenschap bij het leggen der belas
tingen.
Het jaar 1021 bracht biina volledig den
terugkeer tot den vriien handel. De Boeren
bond meent tot <lez»n uitslag door den
striid dien h'< met dit doel onafgebroken
voerde ruim ziin aandeel te hebben biige-
drngen. Waar, zonals dit het gevat was
met de melkpritzen. den uitvoer voor aard
appelen, het opeiscben der broodgranen,
het slaehfen van runderen, het vervoer
van vee de vri'lieid onnoodi" nou tekort
werd gedaan, bleef de Boerenbond kracht
dadig en doorgaans met bevredigenden uit
slag bare rerbtenonei-eben.
Vermelding dient hier nog het aankoo-
pen door den Boerenbond van het ver
maarde 400 H.A. groote Buggenhoutbosch
dat in kavels werd gelegd en aan de boe
ren der streek tegen zeer gunstige voor
waarden voortverkooht.
Onder de „Technische Diensten" voor
draineerwerken, electricJtcitsaan gelegenhe
den en voor veeverzekering breidden voor
al beide lantsf-n bun bedrijvigheid aan
merkelijk uit. Einde 1921 op minder
dan twee jaar waren 96 veebonden ge
slicht en aangesloten.
In Wesl-Vlaanderen heeft de Boeren
bond de taak welke hij zich ten bate der
getcisterden ter vervulling had gesteld tot
een goed einde kunnen brengen. Op 31
December had de Belgische Heidemaat
schappij er 8855 Ha. verwoeste gronden
aan den landbouw teruggeschonken. De
Middenkredietkas had op hetzelfde tijdstip
rechtstreeks of door de bij haar aangeslo
ten kassen voor een bedrag van 48.509.066
fr. voorschotten toegestaan.
Op 4 September bracht een grootsehe
huldebelooging te Roeselnre den dank der
geleislerden voor de reusachtige taak wel
ke de Roerenbond zóó onbaatzuchtig te
hunnen bate ondernomen had.
In een reeks druk gevolgde Studiedagen
gehouden met ingang van Januari 1922
onderzocht de Boerenbond, wien het voor
taan eerder om steviger inrichting dan om
verder uitbreiding gaat, op welke wijze de
wederzijdsche wenking van moederinrich
ting en plaatselijke gilde dient opgevat om
in elk opzicht op de voortreffelijkste wijze
„Maar zeg 's Bert, wat ga je nou
beginnen
„Stil nou, Mies, niet te dicht bij me
komen, dan snij ik me
,,'t Is't is zonde
Bert grinnikte, ging langzaam voort
het scherpe mes met korte rukjes voort
te schuiven over de vet bezeepte kin.
't Kraste en schuurde en het vlekkige
spiegeltje van de scheerdoos weer
kaatste een pijnlijk vertrokken gezicht.
Mies bleef haar hoofd schudden, keek
met bezorgd gezicht toe. Hoe kwam
haar broer er toe zijn mooien baard
af te scheren Die stond hem zoo knap,
paste zoo goed bij zijn frisch gezicht
en flink postuur. Wat bezielde hem,
dat ie met zijn veertig jaren nog zoo'n
gekheid uithaalde Als daar maar
nietï achter stak
Bert zeepte zich voor den tweeden
keer in en Mies greep de gelegenheid
aan om haar vraag te herhalen.
„Vertel me nou 's, waarom je dat
doet Je ziet er uit as'n gek zoo zonder
baard, ledereen zal je uitlachen. Je
lijkt nou net 'n kwajongen
„'t Staat erg jong zoo, hè grin
nikte hij weer.
De rimpel in het voorhoofd van
Mies werd dieper. Wat wilde hij dan
Waarom moest hij er jong uitzien?
Warempel, hij had iets in den zin
„Kan je begrijpen," vinnigde ze,
„je wordt er tien jaar ouder door
„Au," schreeuwde hij en hield het
scheermes met 'n ruk ver van zijn ge
zicht, alsof hij bang was zijn hals af
te snijden. Een kleine roode bloed
druppel welde op uit het kinvlak en
kleurde de zeepschuim rose.
„Dat komt er van, als jij achter m'n
rug staat te kletsen," viel hij uit.
„Ik e niet achter je rug, ik zeg
't maar lunduit in je gezicht", gaf zijn
zuster kwaad terug. Ze draaide zich
om, liep naar de keuken en roffelde
noodeloos hard met den pook door den
kachelrooster, 't Vonkend neerdalen
van den vurigen kooltjesregen in den
aschbak scheen haar goed te doen.
Terwijl ze. staande voor de tafel, de
aardappelen begon te schillen, gluurde
ze door de kierende keukendeur de
huiskamer binnen. Ze had nooit ge
weten, dat haar broer zoo'n ijdeltuit
was! Kijk nou 's aan! Daar stond ie
voor den spiegel zijn gezicht op te
poetsen en hij draaide met zijn hoofd
als 'n coquet juffertje. En wat 'n on-
noozel gezicht zoo zonder baard
Warempel, ze had 't er niet op
Bert deed 'n stap terug en bekeek
nog eens zijn spiegelbeeld, 't Stond
wel vreemd, als je gewoon was steeds
tegen 'n baard aan te kijken en nu
niets dan zoo'n onnoozele gladde kin.
Hè, 't schrijnde geweldig.... Heel
even voelde hij spijt, dat hij zich van
zijn sieraad beroofd had.
Zouden ze hem uitlachen Yyat
drommel, daar gaf ie toch niet om, als
Leentje maar vroolijk verrast zou kij
ken om zijn verjongd gezicht.
Ja, Leentje. die had 't gedaan. Hij
keek anders weinig meer naar meisjes,
sinds hij eenmaal 'n blauwtje geloopen
had, dat hem jaren later nog heugde.
Hij had zijn werk, zijn drukke schoen
makerij, die hem in beslag nam, en
Mies zorgde er voor dat 't hem aan
niets ontbrak.
Waarom zou ie zich nog zorg aan 't
hoofd Jjalen
Nuleefde hij tevreden, rustig, en ziin
zuster die ook niet meer aan een man
dacht, zou hem slecht kunnen missen.
Maar Leentje.... Voor enkele jaren
was ze nog zoo'n speelsch ding, 'n kind
haast, en toen ging ze dienen in de
stad. Nu was ze weer thuis gekomen
en hij had zich de oogen uitgekeken
aan haar aardig snoetje en mooi fi
guurtje. En 't meisje had hem toege
lachen met 'n lach zoo warm als zonne
schijn in Mei. Toen was 't Bert ook
warm om 't hart geworden.
Gisteren had ze hem schoenen ge-
al de lïeTangen zonïïer onderscheid van
den landbouwer te dienen.
De „Belgische Boerinnenbond" mocht
zich in een uitzonderlijken bijval verheu
gen. Op het vorig jaar boekt hij een aan
winst van 11S nieuw geslichte gilden met
11703 leden zoodat hij, einde 1921, 314
gilden telt met samen 32.864 leden. In 't
geheel werden door zijn toedoen 929
voordrachten in de gilden gehouden. In
drie verschillende provinciën belegde hij
..Boerinnendagen" welke telkens duizen
den boerinnen vereenigden. Over allerlei
onderwerpen van huishoudkundigen aard
richtte hij zeer geslaagde reeksen lessen in,
ging voort in verschillende eentra leer
gangen te geven voor het vormen van
ziekenverpleegsters-bezoeksters, en wekte
door het stichten van hoenderbonden en
het houden van studiedagen met tentoon
stelling de belangstelling der boerinnen op
voori aangepaster voeding der hen en voor
samenverkoop der eieren.
„De Algemeene Hoveniersbond" gaf 146
lessen en voordrachten, belegde een tuin-
bouwcongres te Leuven en richtte 8 ge
westelijke tentoonstellingen in. Met het
doel zijn leden te overtuigen van de voor
deden van veredelde plantaardappelen,
legde hij in 81 gilden proefvelden aan. De
uilslagen waren doorslaande; er werd dan
ook voor meer dan 1 millioen verbeterde
plantaardappelen gekocht. Voor rekening
zijner leden verhandelde hij met het bui
tenland voor 228.814.05 en met het bin
nenland voor 118 222.66, samen voor
407.036.71 fr. allerlei groenten en fruit;
zelf leverde hij hun voor 1.747.012.13 fr.
zaden, plantgoed en verdere benooiigdbe-
den.
Het kantoor te Mechelen verkocht voor
1.939.190.55 fr. aardappelen en groenten.
„De Aan- en Verkoopvennootsohap" be
leefde haar drukste jaar. Zij leverde aan
de leden 57.409.987 K.G. meststoffen zijn
de voor 19.351.212.60 fr.; 56.550.526 K.G.
veevoeders voor een bedrag van
36.369.176,66 fr. en 9.882.545 K.G. verschil
lende waren voor 1.078.501.87 fr. (Haar
afdeeling „lanbhouwmachinis" geeft een
nfzetcijfer aan van 243.161.89 fr
De vennootschap heeft een aandeel In
de winst uitgekeerd aan de plaatselijke
afdeelingen naar verhouding van het be
drag der bestelde waren.
„Het Zuivelconsulcntschap" ijverde voor
de uitbreiding der cooperatiegedachte in
de melknijverheid en hield toezicht over de
157 aangesloten samenwerkende melke-
rijen.
De Middenkredietkas. Met de 51
nieuwe plaatselijke Spaar- en leenkassen
welke in 1921 tot stand kwamen stijgt het
gezamenlijk aantal aangesloten kassen tot
784 (hot dubbele van liet cijfer van 1914).
Het zakencijfer klom tot 1,627,171,284 fr.
Voor uitleeningen aan hun leden wer
den aan de plaatselijke ksasen 72 krediet-
openingen toegestaan voor een bedrag van
4,252,280 fr. Het spaargeld verhoogde met
97,564,311,48 fr. tot 326,370,760,84 fr. Op
grondkrediet werden 85 leeningen toege-
stan voor een gezamenlijke som van
1,497,100 fr. Aan voorschotten op oorlogs
schade was op 51,197,009,99 fr. welke ver
leend waren op 31 December 1921
49.874,595,03 fr. uitbetaald.
De Dienst voor Toezicht. Bij het ge
woon propagandawerk en het nazien van
de gilden en hun afdeelingen had deze
dienst zich in 1922 nog ter beschikking te
stellen van de leden in de vele moeilijk
heden welke het regelen der oorlogsschade
en het vestigen der belastingen meebrach
ten; van de Arrondissementsbonden voor
het behartigen van bepaalde gewestelijke
belangen en voor het doorvoeren der
standsvertegenwoordiging bij de verkie
zingen.
De Belaische Onderlinge Brandverzeke
ring. Het aantal polissen steeg met
11752 tot 41907; de verzekerde waarde met
496,644.030,50 fr. tot 1,236.878.536,30 fr.
De premieontvangst bedroeg 2.663.595,lOfr.
Als vergoeding voor brandrampen werd
893,931,34 fr. uitgekeerd. 15 pCt. der pre
mie wordt in de vrije reservekas gestort.
Bij verdeeling komt het bedrag hiervan
aan verzekerden ten goede naar verhou
ding hunner premie.
Vermelden we slechts de Hagel- en Le
vensverzekering en de Vee- en Paardenhcr-
verzekeringen.
De Ongevallenverzekeringen boeken bel
de een belangrijke zakenaanwinst.
De Onderlinge Belgische Boerenoerzeke-
ring telt einde 1921 8746 polissen,
2.183.610,28 fr. premiën en vergoedde 2,476
ongevallen. DeLandbouwverzckering bracht
haar polissenaantal op 27.663 en haar
orcmic-onlvnngst op 1,202.187,08 fr. 3409
Ongevallen moesten worden vergoed. Bei
de verzekeringen konden 15 pCt. der pre
miën op dc reserverekeningen der verze
kerden schrijven.
De Belgische Heidematschappij wijdde
zich verder an het herstel der verwoeste
gronden in West-Y'laanderen. In 1921 ver
effende ze 3,886 H. A. gelegen in de ergst-
gehavende sectoren en herstelde 25 K.M.
waterloopen. In de drukste maanden wa
ren meer dan 7000 arbeiders aan 't werk
'Samen werd voor 14,772,096,82 fr. loon
uitbetaald.
Sedert het. begin harer werking in YVest-
Vlaanderen vereffende de Heidemaatschap
pij er 8855 H.A. en herstelde ze bij de 200
K.M. waterloopen.
Buiten de frontstreek voerde zij onlgin-
nings- of beplantines-werken uit over een
gezamenlijke oppervlakte van 714 H.A. en
ruimde ze 27 K.M. waterloopen.
Op den middag bezochten de aanwe
zigen met werkelijke belangstelling de
rijke tentoonstelling van hoenders, hoen
dervoeder, zaden en insectenbeslrijdings-
middclenop den binnenkoer van den Boe
renbond ingericht.
In de namiddag-zitting onthulde Staats
minister Helleputte, Hoofddeken van den
Boerenbond, een prachtig drieluik voor
stellend de jeugd, het werk en de verheer
lijking van den H. Isidoor. Een werkelijk
kunstwerk van de hand van kunstschil
der Caeyman. In geestdriftige bewoor
dingen bracht de gevierde redenaar hul
de aan het nederige maar zoo volmaakte
leven van den groolen beschermheilige.
Hij besluit zijn rede met een treffende
uiteenzetting over den toestand en de
toekomst van den landbouw, welke, hoe
kommervol die ook schijne, door de ver
bonden inspanning aan het eigen weten
schappelijk werk van den boer en de
werking en de leiding van een steeds
machtigen Boerenbond onbetwistbaar
worden tegemoet gezien.
E. H. Colpaert, landbouwingenieur, in
zijn toespraak: „Hoe de Vereeniging onzen
landbouw kan steunen en vooruitbrengen
levert daarvan omstandig en glashelder het
geruststellende bewijs.
E. H. Van Olmen, landbouwscheikun-
dige, hield een merkwardige rede over de
inrichting van het landbouwonderwijs in
verband met de toekomst van den land
bouw en legde in dien zin enkele wenschen
ter stemming welke eenparig door de ver
gadering aangenomen worden.
Op voorstel van den voorzitter brengt
de vergadering hulde aan kunstschilder
Caeyman en besluit een dankbrief te stu
ren aan de Z. E. H. Karsseleers, lid van
den Hoofdraad, aan wiens vriendschap de
Boerenbond het prachtige schilderij dankt.
De zitting werd geheven onder het zin
gen van het Boerenbondslied.
HET DUITSCHE CACAOVERBRUIK.
Onder het opschrift het Duitsche
cacaoverbruik deelt de Frf. Ztg. o.m.
het volgende mede. Aan de spits der
cacaoverbruikenae landen stonden in
1921Amerika met 124.416 ton en Duitsch-
land met 100.000 ton. Groot-Britt nië,
dat op de derde plaats staat voerde
slechts 47.164 ton in. Vergelijkt men de
cijfers van 1921 met die van 1913, dan
blijkt dat het verbruik in Amerika tot
184.1. pet., dat van Duitschland tot 195
pet en dat van Groot Brittanië tot 171
pet. gestegen is, terwijl de invoer in Ne
derland slechts 95.9.in Zwitserland slechts
62.3 bedroeg van de hoeveelheid van 1913
Dit laatste is niet zoozeer toe te schrijven
aan een vermindering van de binnen-
landsche consumptie in Nederland en
Zwitserland, dan wel aan een verminde
ring van de door den hoogen wisselkoers
bemoeilijkten uitvoer van cacaoproduc-
ten. Het groote verbruik in Amerika
(in 1920 bedroeg dit zelfs 142.776 ton) is,
behalve aan een verhooging van den le
vensstandaard, toe te schrijven aan het
alcoholverbod. Dat Duitschland, ondanks
de verlaging van het levenspeil, toch 100
duizendton invoerde eischt een nadere ver
klaring. De uitvoer is hierin niet betrok
ken, want de invoer van bewerkte cacao-
producten is aanzienlijk grooter geweest,
dan de uitvoer daarvan (voor de
maanden Mei-December 1921 een invoer
van 5816 en een uitvoer van 1062 ton.)
De verhooging is dan ook in een vermeer
dering van de binnenlandsche comsump-
tie te zoeken. Maar wel is hierbij te
bedenken dat de invoer van cacao in de
voorafgaande jaren uiterst gering was
(in 1920: 45.059, in 1919 11.700 en in
1918 O tonnen,) zoodat er geheel geen
voorraden waren. Toch blijft de ver-
bruiksvermeerdering verbazingwekkend.
Het Centraal Stembureau voor de ver
kiezing van leden der Tweede Kamer
heeft de rapporten van alle hoofdstem-
bureaux ontvangen en zal Zaterdag 17
Juni een openbare zitting houden, waar
in de ingeleverde eandidatenlijst door lo
ting zullen worden genummerd.
Uitvoer van mijnhout. Met ingang
van 12 Juni a.s. is dispensatie verleend
van het verbod van uitvioér van mijn-
hout.
De voorzitter der Eerste Kamer. t
Luit-generaal J. baron van Voorst tof
Voorst is thans zooverre hersteld, dat hij
zijn werkzaamheden als voorzitter der
Eerste Kamer weer zal kunnen waar
nemen, meldt het ,,Vad."
De Fransche pantserkruiser „Jeanna
d'Are" te Amsterdam aangekomen.
Dr. J. Kraus wenscht niet voor ©en
herbenoeming als Eerste Kamerlid in
aanmerking te komen, meldt het „Vad."
„Niks."