ttiiiiniiUL juist uw artikel nieuws. INGEZONDEN. De Conferentie in Den Haag. Wegenverbetering in 2uid- Holland. Verkiezing Tweede Kamer. De volgorde der lijsten. De voorzitter van het Centraal Stembureau voor de verkiezingen van ieden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal brengt der openbare kennis, dat het Centraal Stembureau van aolle hoofdstembureaux mede- deeling heeft ontvangen, welke gel dige lijsten zijn ingeleverd. De voor de kiezers toegankelijke zitting, waarin het Cehtraal Stem bureau de ingeleverde geldige lijsten van candidaten zal nummeren in de volgorde door het Itot aangewezen, zal worden gehouden op Zaterdag 17 Juni 's namiddags ten 2 uur in het lokaal van het gemeentehuis, voor been voor ve gaderingen van den raad van 's Gravenhage bestemd. Overtuigt het publiek dat het in zijn belang is te koopen Het publiek moet er telkens weer op gewezen worden, dat het in zijn belang is uw artikel te koopej» De „Nieuwe Haarlemsche Courant" heeft een zeer ruime verspreiding. TELEGRAMMEN VAN ONlöi BRAABL00ZEN DIENST. KUNST EN KENNIS. Voor de» Inhoud dezer rubriek stelt ér Redactie zioh niet aansprakelijk. DE HETZE TEGEN DE OVERHEID. betalei REDACTIE. Het rapport der Conferentie van Bankiers. Engeland en het memorandum van Poincaré. Zes personen in een Zweedsch fjord verdronken. De herdenking van Pasteur. De Iersche kwestie. fn een dergelijke ernstige verbran ding kunt U uit den aard der zaak weinig doen, 't eenigste is tijdens het wachten op Dokter of ambulance U pat. wat opwekkends te drinken geeft, zorgt voor gematigde warme tempera tuur en alle afkoeling vermijdt. Nu rest mij ten slotte nog slechts een kleine waarschuwing voor U zelf. KORTE BERICHTEN. Groote steur. Een visscher uit Hardingsveld heeft in het Hojlandsch Diep een steur van 120 pond gevan gen. Een goudkarper. Te Montfoort heeft de heer G. J. J. Wiegerinck met den hengel in den IJsel, een goud karper gevangen, die ruim 4 pond woog. Het zeldzame dier, dat veel peleek op een reu$achtigen goudvisch, heeft heel wat bekijks gehad. Branden. Te Krabbendam (N.H.) zijn een schuur van den heer P., en een huis, bewoond door den onder wijzer V. en het gezin B., afgebrand. De oorzaak is onbekend. De heer V. verloor hiermede zijn boekerij en nog 450 aan contanten. Te Dalen (Drente) is het café van den heer J. Zwiers door onbeken de oorzaak tot den grond toe afge brand. Te Gieten (Drente) is de woning, bewoond door H. Hilballing, geheel afgebrand. Niets werd gered. Verdronken. Te Heïnkenszand waren Vrijdagmiddag twee jongens aan het zwemmen in een wiel, toen plotseling de 19-jarige C. K. in de diepte verdween. De andere jongen kon niet voldoende zwemmen om hem te redden, waardoor K. verdronk. Ziekenverpleging in huis. Heden wil ik eens met u vertoej ven op een u bekend terrein, en za ik u misschien een en ander vertellen wat ge reeds bij ondervinding weet, doch laat 't dan een opfrissching zijn van het geheugen, en ge zult dan zeker rustig en bewust op kun nen treden als een meer of minder ernstig geval van verbranding voor komt. Waar kachels zijn, vuur en licht, is de kans op een dergelijk on geluk nooit uitgesloten, dit leeren ons de couranten vooral in den win tertijd. De storingen die ontstaan door branden onderscheidt men in drie graden. lste graad kenmerkt zich door roodheid en zwelling. Deze hebben we allen wel eens meegemaakthet door de zon verbranden is een vorm van den eersten graad dikwijls her haald, verkleurt de huid en krijgt een bruine tint. Ook ontmoet men die eigenaardige huidverkleuring wel eens aan de dijen en beenen bij oud jes, die te veel en van te heete sto ven gebruik maken. Deze gevolgen zijn niet gevaarlijk en zoudt u aldus lste gr. verbranden geringschatten echter is de ernst ook daarbij niet uitgesloten als de uitgebreidheid groot is, ja zelfs doo- delij!als ongeveer de helft van de lichau.ns oppervlakte wordt inge nomen. Een dergelijk geval doet zich voor, bij voorbeeld, als een kind een em mer of ketel kokend water omtrekt of in een te heet bad. Daarom is het zoo onvoorzichtig de badwarmte te bepalen door het insteken van de hand. Wat aan de hand niet te heet voelt is daarom nog niet uit te houden aan het geheele lichaam. Wat u zoudt kunnen doen indien zich een derge lijk ongeluk in uw omgeving voor doet Zorg u in uw bezit te hebben een flinkenpot met boorzalf en bestrijk alles wat rood ziet zeer vlug met de zalfhebt ge die niet in voorraad, zorg dan voor een groote doos met talkpoeder, en bepoeder alles dik, wikkel het kind daarna in een even verwarmd laken en zend onmid dellijk een boodschap met vermelding van het ongeval naar den dokter, dié u verdere aanwijzing geven zal. Bij zonverbranding, boven ge noemd, is eveneens invetten of be poederen aangeraden. Bij tweede graad verbranding is blaarvorming aanwezig. Allereerst zou ik u op het hart willen drukken, knip nooit de blaren stuk; want ze zijn de beste beschut ting tegen verontreiniging van bui ten af. kfiten we eens even ons een geval indte'nkerr waarcfoör die graad van verbranden kan ontstaan. Gesteld iemand is met een licht ontbrandbare japon dicht bij een kachel gekomen of, zooals ik eenmaal een patiënte had, die theevisite on derhield en pratend met den rug naar de theetafel, waarop de brandende bouilloir, door tocht of bewegen plot seling in brand stond. Haar dun zij voile kleedje had vlam gevat. Het ongelukkige jonge mevrouwtje ver telde mi] later in het zieken huis de geheele toedracht. Herin nert u, dat een vlam lucht noodig heeft en men dus door dezen af te sluiten de vlam dooft. Wikkel onmiddelijk de brandende in een karpet, tafelkleed, of dekens; zijn er heeren aanwezig, dan zijn er ook jas sen in het direct bereik. Is de vlam gebluscht, begint men voorzichtig de kleeren te verwijderen, knip of snijd ze los, want de klééren veroorzaken nog meer pijn en smeulen met hun hitte doorontzie de blaren, en waar de kleergn aan stukjes onver hoopt al aan de huid vastgekleefd zitten, moogt ge dit niet los maken maar er voorzichtig om heen los knippen en laat het stukje goed maar zitten. Natuurlijk is er al iemand naar een dokter gesneld, en kunnen wij nog slechts in afwachting verlichting aanbrengen door; bedekkend ver band. Geldt 't groote lichaams oppervlak te dan drenkt u doeken in olie of bestrijkt dan de lichte doeken met va seline. Het allerbeste is als ge in uw apo theekje 'n flesch brandolie in voorraad hebt, en geef ik U daarvan, hierbij het receptje op Lijnolie 1000 gr. Sesamolie 1000 gr. Kalkwater 2000 gr. Lysol 25 gr. Natuurlijk kan het voorkomen dat een der huisgenooten arm of been in tweeden graad verbrandt. Ge legt dan na behandeling als boven, n.l. verwij dering van kleeding stuk, compressen met die brandolie en daarover heen ga zen zwachtel of lapjes hydrophiel- gaas, die u reeds voor uw wondbehan- cleling aangeschaft hebt. Verder zijn er verkrijgbaar Bardele- ben's brandwindsels, die onmiddelijk aangewend, het wondvocht tot een korst doen indrogen. Ze zijn voorzien van gebruiksaanwijzing en zeer ge makkelijk. Neemt u dus daarvan een stuk of 3 in voorraad, ze zijn niet duur. Klaagt de pat. over drukking waar de blaren zitten, dan ziin deze hoog gespannen door vocht en moogt get ze wel een weinig ontlasten door me een naald, steriel gemaakt in een vlam even met de punt te prikken in dc blaar, zoodat iets van het vocht weg" vloeit, wat ge met een schoon watje wegveegt, doch laat verder de blaa' rustig zitten. Nu gaan we over tot derden graad verbranding, waarbij het verbrande gedeelte afsterft of geheel verkoolt. Soms is het maar een oppervlakkige Ihuidlaag die verkoolt, doch 't is ook mogelijk dat'n geheel lid of het geheele elukkige slachtoffer *en vronde '4 GEMENGD NIEUWS. Hoe „koloniën" werkt. Een treffende genezing. ALGEMEEN VEILIMt. Terwijl in de eerste dagen na de totnoodiging van den Italiaanschen minister-president tot bijwoning der Haagsclie conferentie de toezeggingen der afzonderlijke stalen vrij snel bin nenkwamen, betrachten de uitgenoo- digden in den laatsten tijd zulk een stilzwijgendheid, dat het Ministerie Van Buitenlandsche Zaken van ons land, absoluut nog geen zekerheid heeft, in welken getale de verschil lende landen op de conferentie ver tegenwoordigd zullen zijn. Naar het „Yad." van welingelichte diplomatische zijde verneemt, vindt dit zijn oorzaak in het feit, dat sedert Frankrijk heeft besloten voor het po litieke gedeelte der Haagsche confe rentie, n.l. de voorbereidende beraad slagingen der niet-Russiscke staten, zijn gezant te 'sGravenhage af te vaar digen, een aantal andere belangrijke staten op hun oorspronkelijk genomen besluit teruggekomen zijn en in plaats van bijzondere? gedelegeerden naar Den Haag te zenden, thans het plan koes teren, hun gezanten, resp. zaakgelas tigden te 's Gravenhage op de confe rentie van deskundigen als hun ver tegenwoordigers te doen optreden. Deze oplossing wordt in het bijzon der overwogen door 5 stalen, onder wie één zijn ook in Den Haag geaccre- dileenden maar meestal te Londen re- sideerenden gezant ter vertegenwoor diging wil ai'vaaM'gcn. De definitieve beslissing hieromtrent zal vermode- lijk eerst op den l.lden of in den loop van den 1 Iden Juni genomen WordenJ zoodat een desbetreffend de finitief bericht wel niet vóór den 14en in Den Hang bekend zal zijn. Er wor den op het oogenblik tusschen Frank*, rijk, Engeland en voornamelijk Bel gië onderhandelingen gevoeld, van wier resultaat ook de omvang der de legaties van de. 5 bovenbedoelde an dere staten ten zeerste afhankelijk zal zijn. Het feit, dat België bij de eerste staten behoorde, die hunne de legaties benoemden zonder eerst het voorbeeld van de groote mogendheden af te wachten, heeft in Parijs een onaangenamen indruk gemaakt, temeer daar België een omvangrijke vertegen woordiging door eerste politieke per soonlij kheden heeft samengesteld. Hoe wel niet waarschijnlijk, is het toch nog mogelijk, dat de Belgische dele- galie onder deze omstandigheden nog gewijzigd zal worden. Gedeputeerde Staten van Zuid-Hol land hebben aan de Provinciale Staten een Voorstel doen toekomen in zake ver betering van het wegennet in die pro vincie. Na een zeer uitvoerige uiteenzetting stellen ped. Staten ten slotte voor, in beginsel te besluiten: A. voor rekening van de provincie te doen verbeteren voor zooveel noodig aan te leggen de volgende groote ver keerswegen: lo. weg Rijswijkde Vink (Leiden); 2o. weg Rijswijk (Hoornbrug)Wate ringenkoele van Holland, met zijtak tiaar Delft; 3o. weg RotterdamGouda; 4o. weg LeidschendamMoordrecht; 5o. weg DelftZégwaart; 6o. weg HiilegersbergKruisweg; 7o. weg GoudaBodegraven; 8o. Barendrechtsche weg; 9o. Boons weg; lOo. Rhoon-Hoqgvliet; llo. weg Spijkenisse-Heenvliet-Voorn- sche Kanaal—^Brielle; 12o. weg GoudaBergstoepsche Veer; 13o. weg Bergstoepsche VeerSlie- drecht, onder voorwaarde, dat de localiteit in de kosten van verbetering zoo noodig aanleg een bijdrage verleent van 50 pet., tot een voor eiken weg nader vast te stellen maximum. B. Ten behoeve van deze verbetering zoo noodig aanTcg in eigendom, be heer en ondcrl vjd over te nemen de on der A gemelde wegen, met de daarin ge legen kunstwerken, onder voorwaarde, dat de localiteit in de jaarlijksche onder houdskosten 50 pet. bijdraagt. C. Ged. Staten te machtigen, defini tieve voorstejlen aan haar te doen om trent de verbetering zoo noodig aan leg van elk der onder A genoemde Wegen in het bijzonder. D. Ged. Staten diligent te verklaren ten aanzien van de door B. en W. van Noordwijkerhout, en van Zoeterwoude tot de St uen gerichte verzoeken, om een provinciaal subsidie in de jaarlijksche onderhoudskosten van de door deze ge meenten onderhouden wegen. De totale kosten van verbetering en aanleg van de over te nemen wegen heeft de hoo."ingenieur van den provincialen waterstaat geraamd op f 5.469.000. Na aftrek van de bijdrage van de localiteit ad 10 pet., bïiift dan ten laste van de provincie f 4.922.100 of rond f 5.000.000. Verdeelt men de uitvoering van deze werken over 4 jaren dan zal per jaar verwerkt worden voor rond f 1.250.000 Wordt in het midden van 1923 met de uitvoering begonnen, dan zal in dat jaar voor de wegenverbetering zijn te reke nen op een uitgave van 6 pet. rente van de helft van 1,250,000, vermeerderd met de helft van 50 pet. van de kosten van onderhoud der in den loop van dat jaar reeds dr.or de provincie in onder hond over te' nemen wegen. Voor dat jaar zal vermoedelijk 50,000 a 60,000 noodig zijn. Na de voltooiing van de werken na het hiervoren bedoeld vierjarig tijdvak, zal de provinciale begrooting bezwaard wor den met een uitgave, bestaande liit pl.m. 6 pet. rente van het totaal verwerkte be drag, geraamd op rond 5,000,000 is 300,900 en een percentage van b.v. 214 voor aflossing is 125,000 aangeno men wordt, dat met de aflossing van de opgenomen gelden begonnen wordt, nadat de verheierings- en aanlegswer- ken geheel zijn voltooid, als mede met de helft der onderhoudskosten van de overgenomen wegen, welke helft is ie^ ramen op pl.m, 71 500. In totaal zal dus na vier iaren hiervoor een som van rond 509.000 noodig zijn, welke som, ter gevolge van de aflossing, daarna jrnriijks zal verminderen met rond J 19,900, om ten slotte te dalen tot pl.m. 71.500. Ged. Staten stellen zich voor te zijner tijd nadere voorstellen te doen omtrent de ten behoeve van de uitvoering van deze wer* en door de provincie aan te gane leenin^en en omtrent de wij waarop in de bestrijding dar ten las van de provincie komende jaarlijksche uitgaven moet worden voorzien. In ver bard biermede wijzen zij er op, dat bij iïet colRce in onderzoek is de vraag of voor bedoelde .uitgayenbeptrijding o.m. in aanmerking behoort te komen een door de provincie te beffen wegbelasting van de gebruikers der wegen. Ten slotte laten zij ten einde een denkbeeld te ver krijgen omtrent de verhooging van de volgens haar daarvoor in aanmerking komende wegen, nog volgen een staatje van de in de ontwerp-provinciale begroo ting voor 1923 door haar geraamde op brengst van 1 opcent op de verschillende rijksbelastingen, t.w.: 1 opcent gebouwd is rond 9880, 1 opcent ongebouwd is rond 39,180, 1 opcent personeele be lasting is 72,140, 1 opcent vermogens belasting is 30,000, 1 opcent rijksin komstenbelasting is 260 000. Prof. Pr. Kamerlingh Onnes. Prof. Dr. H. Kamerlingh Onnes is benoemd tot correspondeerend lid van de Academie van Wetenschappen te Berlijn en tot eerlid van de Société des Ingénieurs, sortis de l'Ecole de Liège. Geachte Redactie, Wanneer de heer Pielage mijn stukje zou weerlegd hebben, had ik met hém kunnen debatteeren. Maar dat doet bij niet. Laat hij dat eerst eens doen, dan kan ik onder- tusschen zijn vragen eens overwegen. De hoofdzaak komt hierop neer, dat er een hetze tegen de ambtena ren bestaat. Wie zal het op goede gronden kunnen ontkennen? In casu ging het over een bepaald geval: de advertentie in het spoor boekje. De heer Pielage meent dat U een juist onderschrift onder mijn stukje geplaatst hadt; ik dacht, dat U er niets van begrepen hadt. Ik neem U dat, als buitenstaander en wetende hoe vlug de journalist moet werken, niet kwalijk. Er is door den Minister van Arbeid (alweer Aalberse!) een advertentie ge plaatst op den omslag van het nieuwe spoorboekje en nu beweert men, dat dié advertentie f 12 000 kost Het kan best waar zijn. Mijn meening is, dat de voorstelling alsof hier met geld gesmeten zoude zijn, onjuist is, omdat het Rijk toch het tekort op de Spoorwegen moet bijpassen. Of de advertentie 6, 12 of 21 mille kost, maakt in dit geval m. i. geen practisch verschil zij kost feite lijk niets. Hoe men in dit geval weer een wapen tegen de Overheid of tegen de ambtenaren heeft weten te sme den, is mij een raadsel. De vinding rijkheid is wel erg groot. Hoogachtend en dankend, Haarlem. MICHIELSEN. Naschrift. De Chef der afdee- ling publiciteit der Nederlandsche Spoorwegen schreef ons, naar aan leiding van het eerste ingezonden stuk van den heer Michielsen, onder meer het volgende: ,,'t Ligt niet op mijn Weg, u thans in te lichten, hoeveel 't wèl kost, maar 't bedrag van 12000 gld. is absurd! Eenvoudig reusachtig overdreven." Voor ons is hiermee de zaak uit. Want de heer Michielsen moge betoo- gen, dat het geen practisch verschil uitmaakt, of de advertentie 6, 12 of 24 mille kost, op dit bedrag komt het o.i. juist wèl aan. Wanneer de Staat ten behoeve der reclame voor de Vrijwillige Ouderdomsverzekering een advertentie plaatst, dan moet zulks in het algemeen als een daad van ver standig beleid geprezen worden. Maar wanneer voor zulk een an nonce een fabelachtige prijs wordt betaald aan de Spoorwegmaatschap pijen onder het motief: ,,'t komt er niet op aan; wij moeten het tekort tóch betalen", dan behoeft men niet de „vlugge" hersens van een jour nalist te hebben, om het foutieve hiervan in te zien. Wanneer een zakenman verschillen de filialen heeft, waarvan één met een reusachtig tekort werkt, doet hij dan verstandig, wanneer hij een deel van zijn goederenvoorraad in dat nood lijdend filiaal onderbrengt, zonder dat onderdeel van zijn bedrijf met ide inkoopwaarde dier goederen te belas ten? Iets dergelijks zou de Staat doen, wanneer hij wat gelukkig niet het geval blijkt te zijn in den geest ▼an den heer Michielsen zou rede neeren: al kost een annonce in den Spoorweggids ook een millioen gulden, 't komt er niet op aan, ik moet het tekort toch betalen. Wij wcnschen absoluut niet mee te doen aan een Hetze tegen de amb tenaren; wij zijn in die kringen zeer goed bekend en weten de uitmun tende krachten te waardeeren. Maar mogen wij daarom zwijgen, wanneer wij een zoo ernstige den Mout aan treffen, als in het stukje van den heer Michielsen Door zoo iets te laten passieeren, zouden wij juist den ambtenaarastand meer in discrodict brengen. Want nul i 'ijkt, dat men'er aan het D^arte- -icnt van Arbeid niet aan gedacht heeft, zulk een „absurd" bedrag te FRANSCHE PERSSTEMMEN. PARIJS, 11 Juni. De bladen keuren algemeen goed, dat Sergent het rapport dor bankiersconferentie niet heeft ge- teekend, dat naar de meening der pers, slechts tot gevolg kan hebben, dat Duitsohland wordt aangemoedigd, om zijn verplichtingen niet na te komen. Voorts betreurt de pers het, dat het rapport het vraagstuk der verwoeste ge bieden in het geheel niet aanroert. Het „Petit Journal" is van meening, dat het resultaat der besprekingen van de bankiers de moeilijkheden voor een normale regeling der schadeloosstelling waarschijnlijk nog zullen verhoogen, en betreurt het, dat de bankiers onder de voorwaarden voor do internationale lee ning de erkenning van de absolute prio riteit van het herstal der verwoeste ge bieden vergeten hebben. De „Matin" vindt het zonderling, dat in het rapport eerst gezegd wordt, dat uit achting voor Frankrijk zekere on derwerpen niet zullen worden aange roerd, doch dat deze ten slotte toch af gehandeld worden, en alleen vermeden wordt, het cijfer van de verlaging der Duitsche schadeloosstelling te n-emen. Hetzelfde blad constateert, dat de Duit sche industrie en landbouw den ban kiers meer schijnen te interesseoren, dan het lot van de industrie en den landbouw ran Frankrijk, op de ruïne waarvan Duitschland floreert. PARIJS, 11 Juni. liet antwoord van de Britsche regeering op liet memoran dum van Poincaré van 1 Juni is op hst ministerie van Buitenlandsche Za ken overhandigd. Be tekst van dit ant woord is reeds te Londen gepubliceerd. STOCKHOLM, 9 Juni. Bij een roei partij op de Presto Fjord is een roei boot met 11 personen omgeslagen; van deze zijn er 6, waaronder 5 meisjes verdronken. PARIJS, 9 Juni. De Kamer heeft besloten om 2 millioen beschikbaar te stellen voor de deelneming van den Staat aan het eeuwfeest te Straatsburg ter .eere van Pasteur. LONDEN, li Juni. De verdero con- f eren tien tusschen de partijen, inzake het Engelsch-Iersche verdrag verloopen be vredigend. Lloyd George verklaarde gis teren aan de „Sunday Times" dat hij zeer verheugd was over de gemaakte vor deringen. In het „Soer. Hbld." schrijft Abr. Exodus over de „vlotte" wijze, waarop 't xdepartement van Koloniën in Den Haag de meest onbenullige zxaakjes afhandelt. Hij heeft op het bordes van het de partement een verlofganger ontmoet, wiens klacht door hem aldus wordt (on geveer) weergegeven „Ik ben in Augustus 1920 naar Euro pa vertrokken. Ik heb gedeclareerd. Toen ik goed èn wel ia Holland zat, hoorde ik van een gouvernementsbesluit van 31 Juli 1920 no. 30. Volgens dat besluit kon ik opbrengen wat ik werkelijk had uitgegeven. Ongeveer een jaar later aan Koloniën weten ze nu eenmaal niets was ik op de hoogte van deze fon kelnieuwe declaratie-techniek. En in Au gustus 1921 giag mijn verzoekschrift (op zee!) in zee aan bet betrokken Indi sche departementshoofd. Of ik asjeblief mocht ontvangen, waarop ik recht had. Waarom dit op zegel gevraagd moet wor den, waarom ik om te ontvangen, wat me toekomt, eerst in den vorm van dat zegel een fooi aan den staat moet ge ven, is me niet duidelijk. Dat departement had z'n onderheb benden blijkbaar onder appèl. Althans, reeds den lOen October ging mijn ver zoek met gunstig advies naar het Kan toor voor Reiswezen. Dat fe een bui tengewoon bureau! Dat bureau werkt ver ontrustend hard. Want den 16en December d.i. na 2 maanden, werd door het hoofd van die reisbeweging en een hoofdcommies garandeerde, dat hij het goed heeft over- egschreven een besluit „geslagen", ~m machliging te verleenen (aan wien staat er niet bij) mij een kleine honderdvijf tig uit te betalen. Nadat ik den postbode eerst weer f 1.50 voor het zegel had betaald tweede „gapperij" van den staat kreeg ik precies den eersten Maart, d.i. na drie en een halve maand hier in Den Haag een afschrift. Met dat dure afschrift ben ik naar den rijksontvanger gefietst tien cent voor de juffrouw, die daar op de fiet sen past. De rijksontvanger schudde z'n grijze hoofd. Op dat papier kon ik geen geld ontvangen. Eerst een mandaat! Ik wees beleefd op het feit, dat het hoofd van het Kantoor voor Reiswezen machtiging had verleend. De grijze ontvanger liet, even be leefd, doorschemeren, dat bedoeld hoofd en diens machtiging hem onberoerd lie ten. Eerst een mandaat! Waar? Bij „Koloniën." Bij wien?. Bij meneer Dinges, referendaris, ka mer zooveel. 's Mdidags fietste ik naar „Koloniën". Ken je den portier van die instelling? De man heeft altijd een pijp in z'n mond, doet gewichtiger dan de secretaris generaal, maat je ternauwernood te woord, en is een volkomen vlegel. Ik moe3t naar kamer 52, tweede ver dieping. Bodenkamer. Ik ging, klopte, groette beleefd. Drie typen in opperste luiheid op en over stoelen geslingerd, pijpen in hun mond. „Meneer Dinges op z'n kamer?" „Tja, mot u meneer Dinges hebben?" „Ja, wilt u me even aandienen?" „Waarom mot u bij meneer Dinges zijn „Moet u dat weten?" De man fclee frustig, lurkte sappig aan z'n pijp. „Meneer Dinges wil niet over alles lastig gevallen worden." „Neemaar moet u voor een man daat wezen?" „Gaat u niet aan. Diient u me aan of niet?" De pijpe-artiest stond langzaam op. En slofte voor. Ik wou alleen maar vragen, waarom dergelijke onwellevende, bovendien onzin delijke typen worden gehandhaafd als dorpelwa hfers van simpele referendaris- ies en onbeduidende ambtenaartjes? En wiens sobuld het is, dat dergelijke men- schen als beambte gehandhaafd blijven? Want: vrijwel iedere verlofganger, die op „Koloniën" iets moet vragen of zoe ken, klaagt hierover. Is het onmogelijk of ambtenlijk ongewenscht, om deze men- schen te vervangen door beleefde beamb ten,d ie bun plaats begrijpen? Maar ik ben aangediend. Liet m'n besluit lezen. De refendaris keek ernstig. Tjaop dit besluit kan niet uit betaald wordenDaarvoor moest in Indië eerst een betaÜDgsstaat worden opge maakt en wanneer die staat hier aan kwam, werd een mandaat geslagen en dan dan mocht de ontvanger beta len. Dat zo unog wel een paar maanden duren! Dus een jaar, nadat ik het mij toekomende vroeg, wordt mij uitbetaald, waaro pik recht hebRenteten ba te van den Staat. Zegelsten bate van den Staat. En al het schrijfwerk, al de bureaucra i olie beslommeringen, welke dit eene domme verzoekschrift je voor dit eene domme bedragje meebrengt die komen natuurlijk ook ten bate van den staat. In de Annalen van O. L. Vr. van het H. Hart wordt melding gemaakt van een tref fende genezing, verkregen op voorspraak van den heldhaftigen missiebisschop Mgr. S. H. Verius. Reeds vroeger werd in de Annalen de merkwaardige genezing gemeld van pater H. Linckens, die lijdende was aan een kwaadaardige kankerziekte. De Eerw. Zuster Hildegonda, Dochter van O. L. Vrouw van het H. Hart, doet in een brief aan hare medezusters te Tilburg, een uitvoerig verhaal van de haar ten deel ge vallen gunst, waaraan wij het volgende ontleenen: Al lang vóór de operatie leed ik veel rijn aan de maag en de ingewanden; ik klaag- J« maar niet meer. want ik dacht: dat he.^i. wat het eigenlijk wet uon zijn, gai me al lerlei medicijnen, maar geen enkele hielp. Ik bleef met mijn werk doorgaan totdat Onze Lieve Heer daar een e ind aan maakte. Ik kreeg hevige crisissen, zoodat ik naar bed moest. De dokter raadde mij aan, eens naar de Rio de Janeiro te gaan, en me met X-stra- len te laten onderzoeken. Moeder Reniée vond het goed, en zoo besloten we daar dus toe. Aldaar gekomen, oordeelde de dokter het dadelijk noodig een operatie te doen aan den blinden darm. Ik was daar blij mee, in de hoop, daar na geheel genezen te zuilenzijn. Zes dagen na aankomst geschiedde de operatie; ik leed daarna veel pijn, maar ik troostte mij met de gedachte, dat dit slechts eenige dagen duren zou. Doch ik werd hoe langer hoe minder, want ik kon tenslotte niets meer gebruiken. Ik vroeg den dokter wat dat zijn kon; die vreesetij- ke pijn en de onmogelijkheid om te eten. „Ja zuster", zeide hij, „ik wil het u wel zeggen. Wij hebben bij de operatie treuri ge ontdekkingen gedaan. Maag en inge wanden zijn geheel met tuberculose-bacil- len doortrokken. Kondt ge nu goed eten. dan zoudt ge wellicht nog genezen, zoo 't Gods wil is. Doch geneesmiddelen zijn er niet meer voor u." Na drie weken ..ïochten we de terugreis naar Alfenas ondernemen; alleen de moed hield me in leven, want ik leed veel. Ik bleef eenige dagen op mijn bed om uit te* rusten van mijn reis, en Maandag daarna moest ik mijn beloften her nieuwen. Ik was bedroefd, want ik dacht: nu is het voor 't laatst, en ik kan de woorden haast niet uitspreken. Daarna moest ik vlug naar bed, want ik was zwaar ziek. Met eiken dag nam de ziekte toe. zoodat ik schrikkelijk leed reeds 3 maanden, en de laatste maand zelfs niets meer kon gebrui ken dan water. De dokter gaf geen genees middelen meer, en zeide dat ik zachtjes uit zou teren. Men beurde mij op met de gedachte aan den hemel, en dat verheugde mij zoo, dat ik niets meer verlangde dan er spoedig heen te gaan. 17 Januari voelde ik mij heel slecht, en zeide zelf dat ik ging sterven. Men moe digde mij aan en zeide dat het met waar was. Maar ik bereidde mij goed voor, want ik gevoelde 't goed. De dokter, die kwam, gaf geen hoop meer. 's Avonds om 6 uur kreeg ik n vreeseli.i- ke crisis, zoodat allen bij elkaar geroepen werden, en mij dadelijk de H.H. Sacramen- ten werden toegediend. O, wat was ik ge lukkig dierbare medezusters, ik had wei dadeliik naar O. L. Heer willen vliegen. Na de bediening kwam ik weder wat bij, al leed ik nog veel, ik had het met meer benauwd. Daarna kreeg ik bezoek van pater N. van Rooyen, die mij aanraadde eens een noveen te beginnen voor mgr. Venus. Nu dat was goed. Wij alten, paters, zusters, en allen die in huis wflren, begonnen nog dienzelfden dag met vollen moed. De eerste dagen werd ik weer wat be ter maar Zaterdag van dezelfde week, toen de Eerw. Paler J. van Rooyen mij kwam bezoeken, voelde ik mij weer zeer slecht; hij sprak mij over den hemel, en zeide mij, dat ik geen schrik moest hebben voor den dood, want dat er geen gelukki ger plaats was dan de hemei. Ik bereidde mij dan ook goed voor en had nergens meer schrik voor. Na den middag, om half twee, kreeg ik weer een schrikkelijke be nauwdheid, zoodat allen weer geroepen moesten worden. Het bleef niet bij één crisis, maar de een volgde op de ander; de dokter gaf me zes inspuitingen tegelijk: maar niets hielp. De dokter zei dan ook, dat ik er *s avonds om negen uur niet meer zou zijn. Ik leed verschrikkelijk en verzuchtte, dat ik niet meer kon: „Och lieve Jezus, kom mij toch halen, ik verlang toch zoo naar U." Er waren twee paters om me op den dood voor te bereiden. Padre José bad de gebeden der stervenden en Padre Joa gaf mij de laatste absolutie. Dat verschrikke lijk lijden duurde twee dagen en twee nachten, zoodat ik geheel was afgetobd Dag en nacht bleef er een pater in huis, omdat het doodsgevaar niet week. De dokter begreep er niets van. Hij zei de dat, als ik niet in een crisis bleef, ik toch niet langer meer dan veertien dagen zou leven. Ik werd na dat verschrikkelijk lijden iets kalmer, en allen meenden dat ik nu ging sterven; ik zelf ook. Den 8en dag echter van de noveen ge voelde ik mij geheel anders, ik gevoelde eetlust en begon iets te gebruiken en den 9en dag gevoelde ik mij geheel genezen; geen pijn meer en flinken honger. Maar ik zeide er niets van aan de zus ters. Toen zij om 12 uur naar de kapel gingen om het rozenhoedje te bidden, stond ik op, kleedde me geheel aan en ging in een stoel zitten. U moet weten, daags te voren kon ik geen voet verzetten. Toen de zusters uit de kapel kwamen, vonden zii mii zoo zitten. U kunt begrijpen welk 'n blijdschap dit was! Zij konden haar oogen niet gelooven. Terstond werd M. Renée opgebeld; ik zelf groette haar per telefoon. Ook zij kon het niet geloo ven; ik was werkelijk een wonderbaar iets. Daarna ging ik naar de kapel om Jezus en Maria te bedanken voor zoo'n groote wel daad, op de voorspraak van Mgr. Verius aan mij en aan de congregatie bewezen. Ik schreide van blijdschap, want ik voelde dat ik een groote weldaad had ont vangen. Den volgenden morgen woonde ik de H. Mis bij: ik gevoelde niets meer. Ik kon alles weer eten, zelfs zware spijzen, niets hindert mij meer. Ik kan ook goed slapen. Alleen ben ik nog wat zwak. Maar lederen dag wordt ik sterker. De dokters staan verstomd. Nog nooit hebben zij een wonder gezien. Zij noemen mii een wonderkindje, en velen komen eens zien. Wie weet, dierbare zusters, waarvoor de lieve Jezus dit gedaan beeft; wellicht om dezen menschen hier weder het geloof te geven. Er zijn, er al geweest, die om een noveen kwamen vragen van Mgr. Verius. Mgr. Verius zal nu werk gaan k rij gent Moge hij snoedig zalig verklaard worden. En U. dierbare medezusters, vraag ik, het H. Hart van Jezus en onze goede Moeder Maria met ons te danken voor zoo'n groote genade. Wat gevoel ik mij gelukkig I Ik had m geloften op bed gedaan, maar nu mag !k ze in de kapel hernieuwen. Ik had graag naar den hemel gegaan, want ik was goed voorbereid, maar nu ben ik toch weer blij. wat te mogen werken voor de Congregatie. WOENSDAG 14 JUNI a.s. 's morgens 10 uur van GRASGEWAS en VERHURING van ETGROEN van landerijen, gele gen te Haarlemmerliede en Spaara- woude in den Waarderpolder aan den Waarderweg en erkweg en tg Heemstede aan den Brousteeweg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 3