ttiiiiniiUL
juist uw artikel
nieuws.
INGEZONDEN.
De Conferentie in Den Haag.
Wegenverbetering in 2uid-
Holland.
Verkiezing Tweede Kamer.
De volgorde der lijsten.
De voorzitter van het Centraal
Stembureau voor de verkiezingen van
ieden van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal brengt der openbare
kennis, dat het Centraal Stembureau
van aolle hoofdstembureaux mede-
deeling heeft ontvangen, welke gel
dige lijsten zijn ingeleverd.
De voor de kiezers toegankelijke
zitting, waarin het Cehtraal Stem
bureau de ingeleverde geldige lijsten
van candidaten zal nummeren in de
volgorde door het Itot aangewezen,
zal worden gehouden op Zaterdag
17 Juni 's namiddags ten 2 uur in het
lokaal van het gemeentehuis, voor
been voor ve gaderingen van den
raad van 's Gravenhage bestemd.
Overtuigt het publiek dat het in zijn belang is
te koopen
Het publiek moet er telkens
weer op gewezen worden,
dat het in zijn belang is
uw artikel te koopej»
De „Nieuwe Haarlemsche Courant" heeft een
zeer ruime verspreiding.
TELEGRAMMEN VAN ONlöi BRAABL00ZEN DIENST.
KUNST EN KENNIS.
Voor de» Inhoud dezer rubriek stelt ér
Redactie zioh niet aansprakelijk.
DE HETZE TEGEN DE OVERHEID.
betalei
REDACTIE.
Het rapport der Conferentie van
Bankiers.
Engeland en het memorandum
van Poincaré.
Zes personen in een Zweedsch
fjord verdronken.
De herdenking van Pasteur.
De Iersche kwestie.
fn een dergelijke ernstige verbran
ding kunt U uit den aard der zaak
weinig doen, 't eenigste is tijdens het
wachten op Dokter of ambulance U
pat. wat opwekkends te drinken geeft,
zorgt voor gematigde warme tempera
tuur en alle afkoeling vermijdt.
Nu rest mij ten slotte nog slechts een
kleine waarschuwing voor U zelf.
KORTE BERICHTEN.
Groote steur. Een visscher uit
Hardingsveld heeft in het Hojlandsch
Diep een steur van 120 pond gevan
gen.
Een goudkarper. Te Montfoort
heeft de heer G. J. J. Wiegerinck met
den hengel in den IJsel, een goud
karper gevangen, die ruim 4 pond
woog. Het zeldzame dier, dat veel
peleek op een reu$achtigen goudvisch,
heeft heel wat bekijks gehad.
Branden. Te Krabbendam (N.H.)
zijn een schuur van den heer P., en
een huis, bewoond door den onder
wijzer V. en het gezin B., afgebrand.
De oorzaak is onbekend. De heer V.
verloor hiermede zijn boekerij en nog
450 aan contanten.
Te Dalen (Drente) is het café
van den heer J. Zwiers door onbeken
de oorzaak tot den grond toe afge
brand.
Te Gieten (Drente) is de woning,
bewoond door H. Hilballing, geheel
afgebrand. Niets werd gered.
Verdronken. Te Heïnkenszand
waren Vrijdagmiddag twee jongens
aan het zwemmen in een wiel, toen
plotseling de 19-jarige C. K. in de
diepte verdween. De andere jongen
kon niet voldoende zwemmen om
hem te redden, waardoor K. verdronk.
Ziekenverpleging in huis.
Heden wil ik eens met u vertoej
ven op een u bekend terrein, en za
ik u misschien een en ander vertellen
wat ge reeds bij ondervinding weet,
doch laat 't dan een opfrissching
zijn van het geheugen, en ge zult
dan zeker rustig en bewust op kun
nen treden als een meer of minder
ernstig geval van verbranding voor
komt. Waar kachels zijn, vuur en
licht, is de kans op een dergelijk on
geluk nooit uitgesloten, dit leeren
ons de couranten vooral in den win
tertijd.
De storingen die ontstaan door
branden onderscheidt men in drie
graden.
lste graad kenmerkt zich door
roodheid en zwelling. Deze hebben
we allen wel eens meegemaakthet
door de zon verbranden is een vorm
van den eersten graad dikwijls her
haald, verkleurt de huid en krijgt
een bruine tint. Ook ontmoet men
die eigenaardige huidverkleuring wel
eens aan de dijen en beenen bij oud
jes, die te veel en van te heete sto
ven gebruik maken.
Deze gevolgen zijn niet gevaarlijk
en zoudt u aldus lste gr. verbranden
geringschatten echter is de ernst
ook daarbij niet uitgesloten als de
uitgebreidheid groot is, ja zelfs doo-
delij!als ongeveer de helft van de
lichau.ns oppervlakte wordt inge
nomen.
Een dergelijk geval doet zich voor,
bij voorbeeld, als een kind een em
mer of ketel kokend water omtrekt
of in een te heet bad.
Daarom is het zoo onvoorzichtig
de badwarmte te bepalen door het
insteken van de hand.
Wat aan de hand niet te heet voelt
is daarom nog niet uit te houden aan
het geheele lichaam. Wat u zoudt
kunnen doen indien zich een derge
lijk ongeluk in uw omgeving voor
doet
Zorg u in uw bezit te hebben een
flinkenpot met boorzalf en bestrijk
alles wat rood ziet zeer vlug met de
zalfhebt ge die niet in voorraad,
zorg dan voor een groote doos met
talkpoeder, en bepoeder alles dik,
wikkel het kind daarna in een even
verwarmd laken en zend onmid
dellijk een boodschap met vermelding
van het ongeval naar den dokter,
dié u verdere aanwijzing geven zal.
Bij zonverbranding, boven ge
noemd, is eveneens invetten of be
poederen aangeraden.
Bij tweede graad verbranding is
blaarvorming aanwezig.
Allereerst zou ik u op het hart
willen drukken, knip nooit de blaren
stuk; want ze zijn de beste beschut
ting tegen verontreiniging van bui
ten af.
kfiten we eens even ons een geval
indte'nkerr waarcfoör die graad van
verbranden kan ontstaan.
Gesteld iemand is met een licht
ontbrandbare japon dicht bij een
kachel gekomen of, zooals ik eenmaal
een patiënte had, die theevisite on
derhield en pratend met den rug naar
de theetafel, waarop de brandende
bouilloir, door tocht of bewegen plot
seling in brand stond. Haar dun zij
voile kleedje had vlam gevat. Het
ongelukkige jonge mevrouwtje ver
telde mi] later in het zieken
huis de geheele toedracht. Herin
nert u, dat een vlam lucht noodig
heeft en men dus door dezen af te
sluiten de vlam dooft. Wikkel
onmiddelijk de brandende in een
karpet, tafelkleed, of dekens; zijn er
heeren aanwezig, dan zijn er ook jas
sen in het direct bereik.
Is de vlam gebluscht, begint men
voorzichtig de kleeren te verwijderen,
knip of snijd ze los, want de klééren
veroorzaken nog meer pijn en smeulen
met hun hitte doorontzie de blaren,
en waar de kleergn aan stukjes onver
hoopt al aan de huid vastgekleefd
zitten, moogt ge dit niet los maken
maar er voorzichtig om heen los
knippen en laat het stukje goed maar
zitten.
Natuurlijk is er al iemand naar een
dokter gesneld, en kunnen wij nog
slechts in afwachting verlichting
aanbrengen door; bedekkend ver
band.
Geldt 't groote lichaams oppervlak
te dan drenkt u doeken in olie of
bestrijkt dan de lichte doeken met va
seline.
Het allerbeste is als ge in uw apo
theekje 'n flesch brandolie in voorraad
hebt, en geef ik U daarvan, hierbij het
receptje op
Lijnolie 1000 gr.
Sesamolie 1000 gr.
Kalkwater 2000 gr.
Lysol 25 gr.
Natuurlijk kan het voorkomen dat
een der huisgenooten arm of been in
tweeden graad verbrandt. Ge legt dan
na behandeling als boven, n.l. verwij
dering van kleeding stuk, compressen
met die brandolie en daarover heen ga
zen zwachtel of lapjes hydrophiel-
gaas, die u reeds voor uw wondbehan-
cleling aangeschaft hebt.
Verder zijn er verkrijgbaar Bardele-
ben's brandwindsels, die onmiddelijk
aangewend, het wondvocht tot een
korst doen indrogen. Ze zijn voorzien
van gebruiksaanwijzing en zeer ge
makkelijk. Neemt u dus daarvan een
stuk of 3 in voorraad, ze zijn niet
duur.
Klaagt de pat. over drukking waar
de blaren zitten, dan ziin deze hoog
gespannen door vocht en moogt get
ze wel een weinig ontlasten door me
een naald, steriel gemaakt in een vlam
even met de punt te prikken in dc
blaar, zoodat iets van het vocht weg"
vloeit, wat ge met een schoon watje
wegveegt, doch laat verder de blaa'
rustig zitten.
Nu gaan we over tot derden graad
verbranding, waarbij het verbrande
gedeelte afsterft of geheel verkoolt.
Soms is het maar een oppervlakkige
Ihuidlaag die verkoolt, doch 't is ook
mogelijk dat'n geheel lid of het geheele
elukkige slachtoffer *en vronde
'4
GEMENGD NIEUWS.
Hoe „koloniën" werkt.
Een treffende genezing.
ALGEMEEN
VEILIMt.
Terwijl in de eerste dagen na de
totnoodiging van den Italiaanschen
minister-president tot bijwoning der
Haagsclie conferentie de toezeggingen
der afzonderlijke stalen vrij snel bin
nenkwamen, betrachten de uitgenoo-
digden in den laatsten tijd zulk een
stilzwijgendheid, dat het Ministerie
Van Buitenlandsche Zaken van ons
land, absoluut nog geen zekerheid
heeft, in welken getale de verschil
lende landen op de conferentie ver
tegenwoordigd zullen zijn.
Naar het „Yad." van welingelichte
diplomatische zijde verneemt, vindt
dit zijn oorzaak in het feit, dat sedert
Frankrijk heeft besloten voor het po
litieke gedeelte der Haagsche confe
rentie, n.l. de voorbereidende beraad
slagingen der niet-Russiscke staten,
zijn gezant te 'sGravenhage af te vaar
digen, een aantal andere belangrijke
staten op hun oorspronkelijk genomen
besluit teruggekomen zijn en in plaats
van bijzondere? gedelegeerden naar Den
Haag te zenden, thans het plan koes
teren, hun gezanten, resp. zaakgelas
tigden te 's Gravenhage op de confe
rentie van deskundigen als hun ver
tegenwoordigers te doen optreden.
Deze oplossing wordt in het bijzon
der overwogen door 5 stalen, onder
wie één zijn ook in Den Haag geaccre-
dileenden maar meestal te Londen re-
sideerenden gezant ter vertegenwoor
diging wil ai'vaaM'gcn. De definitieve
beslissing hieromtrent zal vermode-
lijk eerst op den l.lden of in den
loop van den 1 Iden Juni genomen
WordenJ zoodat een desbetreffend de
finitief bericht wel niet vóór den 14en
in Den Hang bekend zal zijn. Er wor
den op het oogenblik tusschen Frank*,
rijk, Engeland en voornamelijk Bel
gië onderhandelingen gevoeld, van
wier resultaat ook de omvang der de
legaties van de. 5 bovenbedoelde an
dere staten ten zeerste afhankelijk
zal zijn. Het feit, dat België bij de
eerste staten behoorde, die hunne de
legaties benoemden zonder eerst het
voorbeeld van de groote mogendheden
af te wachten, heeft in Parijs een
onaangenamen indruk gemaakt, temeer
daar België een omvangrijke vertegen
woordiging door eerste politieke per
soonlij kheden heeft samengesteld. Hoe
wel niet waarschijnlijk, is het toch
nog mogelijk, dat de Belgische dele-
galie onder deze omstandigheden nog
gewijzigd zal worden.
Gedeputeerde Staten van Zuid-Hol
land hebben aan de Provinciale Staten
een Voorstel doen toekomen in zake ver
betering van het wegennet in die pro
vincie.
Na een zeer uitvoerige uiteenzetting
stellen ped. Staten ten slotte voor, in
beginsel te besluiten:
A. voor rekening van de provincie te
doen verbeteren voor zooveel noodig
aan te leggen de volgende groote ver
keerswegen:
lo. weg Rijswijkde Vink (Leiden);
2o. weg Rijswijk (Hoornbrug)Wate
ringenkoele van Holland, met zijtak
tiaar Delft;
3o. weg RotterdamGouda;
4o. weg LeidschendamMoordrecht;
5o. weg DelftZégwaart;
6o. weg HiilegersbergKruisweg;
7o. weg GoudaBodegraven;
8o. Barendrechtsche weg;
9o. Boons weg;
lOo. Rhoon-Hoqgvliet;
llo. weg Spijkenisse-Heenvliet-Voorn-
sche Kanaal—^Brielle;
12o. weg GoudaBergstoepsche Veer;
13o. weg Bergstoepsche VeerSlie-
drecht,
onder voorwaarde, dat de localiteit in
de kosten van verbetering zoo noodig
aanleg een bijdrage verleent van 50
pet., tot een voor eiken weg nader vast
te stellen maximum.
B. Ten behoeve van deze verbetering
zoo noodig aanTcg in eigendom, be
heer en ondcrl vjd over te nemen de on
der A gemelde wegen, met de daarin ge
legen kunstwerken, onder voorwaarde,
dat de localiteit in de jaarlijksche onder
houdskosten 50 pet. bijdraagt.
C. Ged. Staten te machtigen, defini
tieve voorstejlen aan haar te doen om
trent de verbetering zoo noodig aan
leg van elk der onder A genoemde
Wegen in het bijzonder.
D. Ged. Staten diligent te verklaren
ten aanzien van de door B. en W. van
Noordwijkerhout, en van Zoeterwoude tot
de St uen gerichte verzoeken, om een
provinciaal subsidie in de jaarlijksche
onderhoudskosten van de door deze ge
meenten onderhouden wegen.
De totale kosten van verbetering en
aanleg van de over te nemen wegen heeft
de hoo."ingenieur van den provincialen
waterstaat geraamd op f 5.469.000. Na
aftrek van de bijdrage van de localiteit
ad 10 pet., bïiift dan ten laste van de
provincie f 4.922.100 of rond f 5.000.000.
Verdeelt men de uitvoering van deze
werken over 4 jaren dan zal per jaar
verwerkt worden voor rond f 1.250.000
Wordt in het midden van 1923 met de
uitvoering begonnen, dan zal in dat jaar
voor de wegenverbetering zijn te reke
nen op een uitgave van 6 pet. rente van
de helft van 1,250,000, vermeerderd
met de helft van 50 pet. van de kosten
van onderhoud der in den loop van dat
jaar reeds dr.or de provincie in onder
hond over te' nemen wegen. Voor dat jaar
zal vermoedelijk 50,000 a 60,000
noodig zijn.
Na de voltooiing van de werken na het
hiervoren bedoeld vierjarig tijdvak, zal
de provinciale begrooting bezwaard wor
den met een uitgave, bestaande liit pl.m.
6 pet. rente van het totaal verwerkte be
drag, geraamd op rond 5,000,000 is
300,900 en een percentage van b.v. 214
voor aflossing is 125,000 aangeno
men wordt, dat met de aflossing van de
opgenomen gelden begonnen wordt,
nadat de verheierings- en aanlegswer-
ken geheel zijn voltooid, als
mede met de helft der onderhoudskosten
van de overgenomen wegen, welke helft
is ie^ ramen op pl.m, 71 500. In totaal
zal dus na vier iaren hiervoor een som
van rond 509.000 noodig zijn, welke
som, ter gevolge van de aflossing, daarna
jrnriijks zal verminderen met rond
J 19,900, om ten slotte te dalen tot pl.m.
71.500.
Ged. Staten stellen zich voor te zijner
tijd nadere voorstellen te doen omtrent
de ten behoeve van de uitvoering van
deze wer* en door de provincie aan te
gane leenin^en en omtrent de wij
waarop in de bestrijding dar ten las
van de provincie komende jaarlijksche
uitgaven moet worden voorzien. In ver
bard biermede wijzen zij er op, dat bij
iïet colRce in onderzoek is de vraag of
voor bedoelde .uitgayenbeptrijding o.m. in
aanmerking behoort te komen een door
de provincie te beffen wegbelasting van
de gebruikers der wegen. Ten slotte
laten zij ten einde een denkbeeld te ver
krijgen omtrent de verhooging van de
volgens haar daarvoor in aanmerking
komende wegen, nog volgen een staatje
van de in de ontwerp-provinciale begroo
ting voor 1923 door haar geraamde op
brengst van 1 opcent op de verschillende
rijksbelastingen, t.w.: 1 opcent gebouwd
is rond 9880, 1 opcent ongebouwd is
rond 39,180, 1 opcent personeele be
lasting is 72,140, 1 opcent vermogens
belasting is 30,000, 1 opcent rijksin
komstenbelasting is 260 000.
Prof. Pr. Kamerlingh Onnes. Prof.
Dr. H. Kamerlingh Onnes is benoemd
tot correspondeerend lid van de Academie
van Wetenschappen te Berlijn en tot
eerlid van de Société des Ingénieurs,
sortis de l'Ecole de Liège.
Geachte Redactie,
Wanneer de heer Pielage mijn stukje
zou weerlegd hebben, had ik met
hém kunnen debatteeren.
Maar dat doet bij niet. Laat hij dat
eerst eens doen, dan kan ik onder-
tusschen zijn vragen eens overwegen.
De hoofdzaak komt hierop neer,
dat er een hetze tegen de ambtena
ren bestaat. Wie zal het op goede
gronden kunnen ontkennen?
In casu ging het over een bepaald
geval: de advertentie in het spoor
boekje.
De heer Pielage meent dat U een
juist onderschrift onder mijn stukje
geplaatst hadt; ik dacht, dat U er
niets van begrepen hadt.
Ik neem U dat, als buitenstaander
en wetende hoe vlug de journalist
moet werken, niet kwalijk.
Er is door den Minister van Arbeid
(alweer Aalberse!) een advertentie ge
plaatst op den omslag van het nieuwe
spoorboekje en nu beweert men, dat
dié advertentie f 12 000 kost Het kan
best waar zijn.
Mijn meening is, dat de voorstelling
alsof hier met geld gesmeten zoude
zijn, onjuist is, omdat het Rijk toch
het tekort op de Spoorwegen moet
bijpassen.
Of de advertentie 6, 12 of 21 mille
kost, maakt in dit geval m. i. geen
practisch verschil zij kost feite
lijk niets.
Hoe men in dit geval weer een
wapen tegen de Overheid of tegen
de ambtenaren heeft weten te sme
den, is mij een raadsel. De vinding
rijkheid is wel erg groot.
Hoogachtend en dankend,
Haarlem. MICHIELSEN.
Naschrift. De Chef der afdee-
ling publiciteit der Nederlandsche
Spoorwegen schreef ons, naar aan
leiding van het eerste ingezonden stuk
van den heer Michielsen, onder meer
het volgende: ,,'t Ligt niet op mijn
Weg, u thans in te lichten, hoeveel
't wèl kost, maar 't bedrag van 12000
gld. is absurd! Eenvoudig reusachtig
overdreven."
Voor ons is hiermee de zaak uit.
Want de heer Michielsen moge betoo-
gen, dat het geen practisch verschil
uitmaakt, of de advertentie 6, 12 of
24 mille kost, op dit bedrag komt het
o.i. juist wèl aan. Wanneer de Staat
ten behoeve der reclame voor de
Vrijwillige Ouderdomsverzekering een
advertentie plaatst, dan moet zulks
in het algemeen als een daad van ver
standig beleid geprezen worden.
Maar wanneer voor zulk een an
nonce een fabelachtige prijs wordt
betaald aan de Spoorwegmaatschap
pijen onder het motief: ,,'t komt er
niet op aan; wij moeten het tekort
tóch betalen", dan behoeft men niet
de „vlugge" hersens van een jour
nalist te hebben, om het foutieve
hiervan in te zien.
Wanneer een zakenman verschillen
de filialen heeft, waarvan één met een
reusachtig tekort werkt, doet hij dan
verstandig, wanneer hij een deel van
zijn goederenvoorraad in dat nood
lijdend filiaal onderbrengt, zonder dat
onderdeel van zijn bedrijf met ide
inkoopwaarde dier goederen te belas
ten? Iets dergelijks zou de Staat doen,
wanneer hij wat gelukkig niet het
geval blijkt te zijn in den geest
▼an den heer Michielsen zou rede
neeren: al kost een annonce in den
Spoorweggids ook een millioen gulden,
't komt er niet op aan, ik moet het
tekort toch betalen.
Wij wcnschen absoluut niet mee te
doen aan een Hetze tegen de amb
tenaren; wij zijn in die kringen zeer
goed bekend en weten de uitmun
tende krachten te waardeeren. Maar
mogen wij daarom zwijgen, wanneer
wij een zoo ernstige den Mout aan
treffen, als in het stukje van den heer
Michielsen
Door zoo iets te laten passieeren,
zouden wij juist den ambtenaarastand
meer in discrodict brengen. Want nul
i 'ijkt, dat men'er aan het D^arte-
-icnt van Arbeid niet aan gedacht
heeft, zulk een „absurd" bedrag te
FRANSCHE PERSSTEMMEN.
PARIJS, 11 Juni. De bladen keuren
algemeen goed, dat Sergent het rapport
dor bankiersconferentie niet heeft ge-
teekend, dat naar de meening der pers,
slechts tot gevolg kan hebben, dat
Duitsohland wordt aangemoedigd, om zijn
verplichtingen niet na te komen.
Voorts betreurt de pers het, dat het
rapport het vraagstuk der verwoeste ge
bieden in het geheel niet aanroert.
Het „Petit Journal" is van meening,
dat het resultaat der besprekingen van
de bankiers de moeilijkheden voor een
normale regeling der schadeloosstelling
waarschijnlijk nog zullen verhoogen, en
betreurt het, dat de bankiers onder de
voorwaarden voor do internationale lee
ning de erkenning van de absolute prio
riteit van het herstal der verwoeste ge
bieden vergeten hebben.
De „Matin" vindt het zonderling, dat
in het rapport eerst gezegd wordt, dat
uit achting voor Frankrijk zekere on
derwerpen niet zullen worden aange
roerd, doch dat deze ten slotte toch af
gehandeld worden, en alleen vermeden
wordt, het cijfer van de verlaging der
Duitsche schadeloosstelling te n-emen.
Hetzelfde blad constateert, dat de Duit
sche industrie en landbouw den ban
kiers meer schijnen te interesseoren, dan
het lot van de industrie en den landbouw
ran Frankrijk, op de ruïne waarvan
Duitschland floreert.
PARIJS, 11 Juni. liet antwoord van
de Britsche regeering op liet memoran
dum van Poincaré van 1 Juni is op
hst ministerie van Buitenlandsche Za
ken overhandigd. Be tekst van dit ant
woord is reeds te Londen gepubliceerd.
STOCKHOLM, 9 Juni. Bij een roei
partij op de Presto Fjord is een roei
boot met 11 personen omgeslagen; van
deze zijn er 6, waaronder 5 meisjes
verdronken.
PARIJS, 9 Juni. De Kamer heeft
besloten om 2 millioen beschikbaar te
stellen voor de deelneming van den
Staat aan het eeuwfeest te Straatsburg
ter .eere van Pasteur.
LONDEN, li Juni. De verdero con-
f eren tien tusschen de partijen, inzake het
Engelsch-Iersche verdrag verloopen be
vredigend. Lloyd George verklaarde gis
teren aan de „Sunday Times" dat hij
zeer verheugd was over de gemaakte vor
deringen.
In het „Soer. Hbld." schrijft Abr.
Exodus over de „vlotte" wijze, waarop 't
xdepartement van Koloniën in Den Haag
de meest onbenullige zxaakjes afhandelt.
Hij heeft op het bordes van het de
partement een verlofganger ontmoet,
wiens klacht door hem aldus wordt (on
geveer) weergegeven
„Ik ben in Augustus 1920 naar Euro
pa vertrokken. Ik heb gedeclareerd. Toen
ik goed èn wel ia Holland zat, hoorde
ik van een gouvernementsbesluit van 31
Juli 1920 no. 30. Volgens dat besluit
kon ik opbrengen wat ik werkelijk had
uitgegeven. Ongeveer een jaar later
aan Koloniën weten ze nu eenmaal niets
was ik op de hoogte van deze fon
kelnieuwe declaratie-techniek. En in Au
gustus 1921 giag mijn verzoekschrift (op
zee!) in zee aan bet betrokken Indi
sche departementshoofd. Of ik asjeblief
mocht ontvangen, waarop ik recht had.
Waarom dit op zegel gevraagd moet wor
den, waarom ik om te ontvangen, wat
me toekomt, eerst in den vorm van dat
zegel een fooi aan den staat moet ge
ven, is me niet duidelijk.
Dat departement had z'n onderheb
benden blijkbaar onder appèl. Althans,
reeds den lOen October ging mijn ver
zoek met gunstig advies naar het Kan
toor voor Reiswezen. Dat fe een bui
tengewoon bureau! Dat bureau werkt ver
ontrustend hard.
Want den 16en December d.i. na 2
maanden, werd door het hoofd van die
reisbeweging en een hoofdcommies
garandeerde, dat hij het goed heeft over-
egschreven een besluit „geslagen", ~m
machliging te verleenen (aan wien staat
er niet bij) mij een kleine honderdvijf
tig uit te betalen.
Nadat ik den postbode eerst weer f 1.50
voor het zegel had betaald tweede
„gapperij" van den staat kreeg ik
precies den eersten Maart, d.i. na drie
en een halve maand hier in Den Haag
een afschrift.
Met dat dure afschrift ben ik naar
den rijksontvanger gefietst tien cent
voor de juffrouw, die daar op de fiet
sen past.
De rijksontvanger schudde z'n grijze
hoofd. Op dat papier kon ik geen geld
ontvangen. Eerst een mandaat!
Ik wees beleefd op het feit, dat het
hoofd van het Kantoor voor Reiswezen
machtiging had verleend.
De grijze ontvanger liet, even be
leefd, doorschemeren, dat bedoeld hoofd
en diens machtiging hem onberoerd lie
ten.
Eerst een mandaat!
Waar?
Bij „Koloniën."
Bij wien?.
Bij meneer Dinges, referendaris, ka
mer zooveel.
's Mdidags fietste ik naar „Koloniën".
Ken je den portier van die instelling?
De man heeft altijd een pijp in z'n
mond, doet gewichtiger dan de secretaris
generaal, maat je ternauwernood te woord,
en is een volkomen vlegel.
Ik moe3t naar kamer 52, tweede ver
dieping. Bodenkamer.
Ik ging, klopte, groette beleefd. Drie
typen in opperste luiheid op en over
stoelen geslingerd, pijpen in hun mond.
„Meneer Dinges op z'n kamer?"
„Tja, mot u meneer Dinges hebben?"
„Ja, wilt u me even aandienen?"
„Waarom mot u bij meneer Dinges
zijn
„Moet u dat weten?"
De man fclee frustig, lurkte sappig
aan z'n pijp.
„Meneer Dinges wil niet over alles
lastig gevallen worden."
„Neemaar moet u voor een man
daat wezen?"
„Gaat u niet aan. Diient u me aan
of niet?"
De pijpe-artiest stond langzaam op.
En slofte voor.
Ik wou alleen maar vragen, waarom
dergelijke onwellevende, bovendien onzin
delijke typen worden gehandhaafd als
dorpelwa hfers van simpele referendaris-
ies en onbeduidende ambtenaartjes? En
wiens sobuld het is, dat dergelijke men-
schen als beambte gehandhaafd blijven?
Want: vrijwel iedere verlofganger, die
op „Koloniën" iets moet vragen of zoe
ken, klaagt hierover. Is het onmogelijk
of ambtenlijk ongewenscht, om deze men-
schen te vervangen door beleefde beamb
ten,d ie bun plaats begrijpen?
Maar ik ben aangediend. Liet m'n
besluit lezen.
De refendaris keek ernstig.
Tjaop dit besluit kan niet uit
betaald wordenDaarvoor moest in Indië
eerst een betaÜDgsstaat worden opge
maakt en wanneer die staat hier aan
kwam, werd een mandaat geslagen en
dan dan mocht de ontvanger beta
len. Dat zo unog wel een paar maanden
duren!
Dus een jaar, nadat ik het mij
toekomende vroeg, wordt mij uitbetaald,
waaro pik recht hebRenteten ba
te van den Staat. Zegelsten bate
van den Staat. En al het schrijfwerk,
al de bureaucra i olie beslommeringen,
welke dit eene domme verzoekschrift je
voor dit eene domme bedragje meebrengt
die komen natuurlijk ook ten bate van
den staat.
In de Annalen van O. L. Vr. van het H.
Hart wordt melding gemaakt van een tref
fende genezing, verkregen op voorspraak
van den heldhaftigen missiebisschop Mgr.
S. H. Verius.
Reeds vroeger werd in de Annalen de
merkwaardige genezing gemeld van pater
H. Linckens, die lijdende was aan een
kwaadaardige kankerziekte.
De Eerw. Zuster Hildegonda, Dochter van
O. L. Vrouw van het H. Hart, doet in een
brief aan hare medezusters te Tilburg, een
uitvoerig verhaal van de haar ten deel ge
vallen gunst, waaraan wij het volgende
ontleenen:
Al lang vóór de operatie leed ik veel rijn
aan de maag en de ingewanden; ik klaag-
J« maar niet meer. want ik dacht: dat
he.^i.
wat het eigenlijk wet uon zijn, gai me al
lerlei medicijnen, maar geen enkele hielp.
Ik bleef met mijn werk doorgaan totdat
Onze Lieve Heer daar een e ind aan
maakte.
Ik kreeg hevige crisissen, zoodat ik naar
bed moest.
De dokter raadde mij aan, eens naar de
Rio de Janeiro te gaan, en me met X-stra-
len te laten onderzoeken. Moeder Reniée
vond het goed, en zoo besloten we daar
dus toe.
Aldaar gekomen, oordeelde de dokter
het dadelijk noodig een operatie te doen
aan den blinden darm.
Ik was daar blij mee, in de hoop, daar
na geheel genezen te zuilenzijn.
Zes dagen na aankomst geschiedde de
operatie; ik leed daarna veel pijn, maar ik
troostte mij met de gedachte, dat dit
slechts eenige dagen duren zou. Doch ik
werd hoe langer hoe minder, want ik kon
tenslotte niets meer gebruiken. Ik vroeg
den dokter wat dat zijn kon; die vreesetij-
ke pijn en de onmogelijkheid om te eten.
„Ja zuster", zeide hij, „ik wil het u wel
zeggen. Wij hebben bij de operatie treuri
ge ontdekkingen gedaan. Maag en inge
wanden zijn geheel met tuberculose-bacil-
len doortrokken. Kondt ge nu goed eten.
dan zoudt ge wellicht nog genezen, zoo 't
Gods wil is. Doch geneesmiddelen zijn er
niet meer voor u."
Na drie weken ..ïochten we de terugreis
naar Alfenas ondernemen; alleen de moed
hield me in leven, want ik leed veel.
Ik bleef eenige dagen op mijn bed om
uit te* rusten van mijn reis, en Maandag
daarna moest ik mijn beloften her
nieuwen.
Ik was bedroefd, want ik dacht: nu is
het voor 't laatst, en ik kan de woorden
haast niet uitspreken. Daarna moest ik vlug
naar bed, want ik was zwaar ziek. Met
eiken dag nam de ziekte toe. zoodat ik
schrikkelijk leed reeds 3 maanden, en de
laatste maand zelfs niets meer kon gebrui
ken dan water. De dokter gaf geen genees
middelen meer, en zeide dat ik zachtjes
uit zou teren. Men beurde mij op met de
gedachte aan den hemel, en dat verheugde
mij zoo, dat ik niets meer verlangde dan
er spoedig heen te gaan.
17 Januari voelde ik mij heel slecht, en
zeide zelf dat ik ging sterven. Men moe
digde mij aan en zeide dat het met waar
was. Maar ik bereidde mij goed voor, want
ik gevoelde 't goed. De dokter, die kwam,
gaf geen hoop meer.
's Avonds om 6 uur kreeg ik n vreeseli.i-
ke crisis, zoodat allen bij elkaar geroepen
werden, en mij dadelijk de H.H. Sacramen-
ten werden toegediend. O, wat was ik ge
lukkig dierbare medezusters, ik had wei
dadeliik naar O. L. Heer willen vliegen.
Na de bediening kwam ik weder wat bij,
al leed ik nog veel, ik had het met meer
benauwd.
Daarna kreeg ik bezoek van pater N.
van Rooyen, die mij aanraadde eens een
noveen te beginnen voor mgr. Venus. Nu
dat was goed. Wij alten, paters, zusters, en
allen die in huis wflren, begonnen nog
dienzelfden dag met vollen moed.
De eerste dagen werd ik weer wat be
ter maar Zaterdag van dezelfde week,
toen de Eerw. Paler J. van Rooyen mij
kwam bezoeken, voelde ik mij weer zeer
slecht; hij sprak mij over den hemel, en
zeide mij, dat ik geen schrik moest hebben
voor den dood, want dat er geen gelukki
ger plaats was dan de hemei. Ik bereidde
mij dan ook goed voor en had nergens
meer schrik voor. Na den middag, om half
twee, kreeg ik weer een schrikkelijke be
nauwdheid, zoodat allen weer geroepen
moesten worden.
Het bleef niet bij één crisis, maar de een
volgde op de ander; de dokter gaf me
zes inspuitingen tegelijk: maar niets hielp.
De dokter zei dan ook, dat ik er *s avonds
om negen uur niet meer zou zijn. Ik leed
verschrikkelijk en verzuchtte, dat ik niet
meer kon: „Och lieve Jezus, kom mij toch
halen, ik verlang toch zoo naar U."
Er waren twee paters om me op den
dood voor te bereiden. Padre José bad de
gebeden der stervenden en Padre Joa gaf
mij de laatste absolutie. Dat verschrikke
lijk lijden duurde twee dagen en twee
nachten, zoodat ik geheel was afgetobd
Dag en nacht bleef er een pater in huis,
omdat het doodsgevaar niet week.
De dokter begreep er niets van. Hij zei
de dat, als ik niet in een crisis bleef, ik
toch niet langer meer dan veertien dagen
zou leven.
Ik werd na dat verschrikkelijk lijden
iets kalmer, en allen meenden dat ik nu
ging sterven; ik zelf ook.
Den 8en dag echter van de noveen ge
voelde ik mij geheel anders, ik gevoelde
eetlust en begon iets te gebruiken en den
9en dag gevoelde ik mij geheel genezen;
geen pijn meer en flinken honger.
Maar ik zeide er niets van aan de zus
ters. Toen zij om 12 uur naar de kapel
gingen om het rozenhoedje te bidden,
stond ik op, kleedde me geheel aan en
ging in een stoel zitten.
U moet weten, daags te voren kon ik geen
voet verzetten.
Toen de zusters uit de kapel kwamen,
vonden zii mii zoo zitten. U kunt begrijpen
welk 'n blijdschap dit was! Zij konden
haar oogen niet gelooven. Terstond werd
M. Renée opgebeld; ik zelf groette haar
per telefoon. Ook zij kon het niet geloo
ven; ik was werkelijk een wonderbaar iets.
Daarna ging ik naar de kapel om Jezus en
Maria te bedanken voor zoo'n groote wel
daad, op de voorspraak van Mgr. Verius
aan mij en aan de congregatie bewezen.
Ik schreide van blijdschap, want ik
voelde dat ik een groote weldaad had ont
vangen.
Den volgenden morgen woonde ik de
H. Mis bij: ik gevoelde niets meer. Ik kon
alles weer eten, zelfs zware spijzen, niets
hindert mij meer. Ik kan ook goed slapen.
Alleen ben ik nog wat zwak. Maar lederen
dag wordt ik sterker. De dokters staan
verstomd.
Nog nooit hebben zij een wonder gezien.
Zij noemen mii een wonderkindje, en velen
komen eens zien.
Wie weet, dierbare zusters, waarvoor de
lieve Jezus dit gedaan beeft; wellicht om
dezen menschen hier weder het geloof te
geven. Er zijn, er al geweest, die om een
noveen kwamen vragen van Mgr. Verius.
Mgr. Verius zal nu werk gaan k rij gent
Moge hij snoedig zalig verklaard worden.
En U. dierbare medezusters, vraag ik,
het H. Hart van Jezus en onze goede
Moeder Maria met ons te danken voor
zoo'n groote genade.
Wat gevoel ik mij gelukkig I Ik had m
geloften op bed gedaan, maar nu mag !k
ze in de kapel hernieuwen.
Ik had graag naar den hemel gegaan,
want ik was goed voorbereid, maar nu ben
ik toch weer blij. wat te mogen werken
voor de Congregatie.
WOENSDAG 14 JUNI a.s. 's morgens
10 uur
van GRASGEWAS en VERHURING
van ETGROEN van landerijen, gele
gen te Haarlemmerliede en Spaara-
woude in den Waarderpolder aan
den Waarderweg en erkweg en tg
Heemstede aan den Brousteeweg.