Dit nummer bestaat uit twee bladen. - Eerste blad Woensdag 14 Juni 1922 45sfö Jaargang No. 14166 BRAVO Aan den Middenstand. UIT DEN OMTREK DAMIAATJES HAARLEM. „Spaarhuis." Tegenslag. Een gelukskind. J. Th. Cretner. Aanbieding gedenkraam. Frans Halsmuseum. Vischwedstrijd „De Lustige Hengelaar." Prov. Staten van Noord-Holland. De Precario-verordening. Aanvullings-Agenda voor den Gemeenteraad. Giften. Het verzoek der Haarlemsche Orkest-Vereeniging. Statuten. De Processie naar den Briel. „Trou moet Blycken." De Haar/. Orkestvereeniging De Typografen en de Werk- loozenuitkeering. J. J. WEBER ZOON. Koningstraat 10 Haarlem. Opticiens Fabrikanten. L. A. Laurey, 80 Jaar. Bargei-Hlke Stand. De abonnementsprijs be draagt voor Haarlem ea Agentschappen: Per Kwartaal 3.25 Per Weck0.25 Franco per post p. kwart, bij vooruitbet. 3.5714 Bureaux: Nassaulaan 49 Haarlem. Telefoonnummers: 1426, 27<1 en 1748. Postrekening No. 5970 Advertentiën 35 cents per regel. .- Bij contract belangrijke korting. Advertentiën tusschen den tekst ls ingezonden me- dedeeling: 60 cents per regel Vraag- en aanbod- advertentiën 14 regels 60 cents per plaatsing; elke regel meer 15 cent, bij vooruitbetaling. In verschillende Katholieke bladen lezen wij de volgende verklaring: Gehoor gevend aan den dringenden wensch van het Doorluchtig Episcopaat, verklaar ik hiermede mijn Candidatuur voor de Tweede Kamer niet te willen handhaven. Ik verzoek daarom aan alle R.-K. Kiezers (mannen en vrouwen) op 5 Juli a.s. hun stem op mij niet te willen uit brengen, zullende bij eventueele verkie zing een Kamerzetel toch niet door mij worden aanvaard. W. J. B. VAN LIEMT. Haarlem, 12 Juni 1922. Deze verklaring werd ons niet toege zonden, terwijl toch iedereen zal beamen dat zij in onze courant op de eerste plaats thuis behoorde. Van terzijde vernamen wij, dat de heer van Liemt meende, onze redactie te kun nen passeeren, omdat wij aanvankelijk besloten hadden de N. K. P. dood te zwijgen. Hoe dit zij, wij voor ons zetten gaarne alle gevoeligheid op zij ter wille van het groote belang, dat bij boven staande verklaring van den heer van Liemt betrokken is. Oprecht en van ganscher harte verheugen wij ons aan onze lezers in Haarlem en in den wijden omtrek te mogen verkondigen: de eerste candidaat van de lijst der N. K. P. heeft zich teruggetrokken! Wij hebben in heel de treurige historie der N. K. P., zooals zij thans achter ons ligt, zooveel mogelijk het persoonlijke geweerd en het zakelijke laten gelden. Thans willen wij echter een persoonlijke noot doen hooren en wel deze, dat wij ten volle beseffen, wat de daad van den heer van Liemt beteekent ook voor hem. Wij begrijpen, dat hij een zwaren strijd met zich zelf gevoerd moet hebben, maar daarom te meer waardeeren wij het, dat in dien tweestrijd de Katholiek van Liemt, zooals Haarlem hem al zooveel jaren kent, het pleit gewonnen heeft; wij waardeeren het zoo ten vollen, dat zijn verklaring begint met de woorden: „ge. hoor gevend aan den dringenden wensch van het Doorluchtig Episcopaat!" Zoo iets siert den man, den christen en doet ons opnieuw de kostbaarheid inzien van het bezit, dat wij Roomschen in het Kerkelijk gezag hebben. Of wie is er zoo vermetel te durven zeggen, dat hij in zijn leven geen oogenblikken van zwarten twijfel heeft? Is de nu gelukkig voorbije strijd in het Katholieke kamp niet op nieuw een bewijs geweest van onze menschelijke onvolkenheid aan beide kanten? En is het dan niet gelukkig in zulke oogenblikken in het Kerkelijk ge zag een veilige baken in zee te bezitten? De heer van Liemt heeft de beteekenis van het Bisschoppelijk communiqué, op den Katholiekendag uitgegeven, onmid dellijk aangevoeld. Nog vóór de vergade ring der leiders van de N. K. P. die j.l. Maandag te Utrecht werd gehouden, had hij zijn besluit genomen. De liquidatie der N. K. P. zal er des te gemakkelijker om gaan, nu No. 1 van de lijst zich heeft teruggetrokken. Wij zijn daar als Haar lemmers in zekeren zin trotsch op. Im mers, de actie der N. K. P. is in Haar lem begonnen en is weer in Haarlem het eerst stop gezet. Geachte heer van Liemt, wij zijn u daar dankbaar voor. Laat ons het gemeste kalf slachten en ons ver heugen, dat wij weer broeders zijn ge worden. Laten wij elkaar weer de hand reiken en als van ouds samenwerken in het belang van de Katholieke zaak en van onze goede stad Haarlem! i. De verordening tot heffing van een be lasting voor het in gebruik nemen van openbaren gemeentegrond of openbaar gemeentewater, of terzake daarvan door de gemeente bewezen diensten, deze verordening, kortweg „precario" ge noemd, heeft mij dezer dagen wederom de mentaliteit getoond van een groot gedeelte van den Middenstand en noopt mij eenige woorden, voornamelijk tot het handeldrijvende en industrieele deel te richten, omdat het om meer dan een reden van waarachtige waarde is, vooral in deze dagen, dat wij elkaar begrijpen. Meen niet dat ik de waarheid zal sparen, zelfs als deze hard mocht schijnen. Allereerst de aanleiding tot deze uitingen: de zonneschermenbelasting. De vergissing, voortgekomen uit de revisie van het ontwerp der vierde afdeeling door het Bureau van Openbare Werken de miszetting van een paar woorden, staat nu vast. De snoodaard, genaamd Wethouder van Belastingen, de naam alleen is grie zelig, is niet zoo snood als wij dachten. Desniettemin moet gij hem voortdurend en nauwlettend in de gaten houden, Middenstanders! 't Is allemaal heel mooi, dat „stemt de Roomsche officieele lijst," maar de Aartsbisschop begrijpt in Nijme gen niet de fatale moeilijkheid voor een Haarlemsch winkelier, wijl No. 1 van be doelde lijst in deze kieskringen een Haarlemmer is, die onzen stand op belas tinggebied volledig wil uitzuigen. Bij alle zonneschermen! Het wordt ons wel hoogst moeilijk gemaakt hem te stemmen! De gedachte, in deze woorden Vervat, heeft dezer dagen weer opgeld gedaan. De gesprekken liepen er over. Inge zonden stukken hoonden de nieuwste nieuwigheid en mannen, waarvan men 't allerminst kon denken, op grond van hun vroeger verleden, maakten stemming tegen dezen nieuwen aanslager op dien zelfden stand, die zoo juist aan de ver nietigende asphaltbelasting ontkomen is. Toch is het voor den Middenstand, en voor den R.-K. Middenstand in het bijzonder, van vitaal belang zijn ware Vrienden te kennen en zich niet te ver gissen in de strekking aller maatregelen en de eischen des tijds. Tegen alle critiek, die geen onder grond heeft dan deze: dat alle belastin gen hoog zijn voor iedereen, durf ik staande houden, met de stukken in de band en de motieven in hoofd en hart, dat mij geen enkel gemeentebestuur bekend is in eenige stad van aanbelang hetwelk zoozeer mede de belangen van den neringdoenden Middenstand diende, als het Haarlemsche in de moeilijke crisis- en „vredes"-jaren die achter ons liggen. Het zoude een der feiten zijn waarom ik mij gelukkig zou prijzen van dat College van B. en W. deel te hebben uitgemaakt sinds 1917. Als deel van dat geheel heb ik in de rantsoeneeringstijden van gas en stroom, als wethouder van Bedrijven in twee uiterst zorgvolle jaren den Middenstand teergevoelig ontzien en ik heb den winkelier voor schade behoed gelijk ik de gansche burgerij (een excep tie in heel Holland) redde uit de ellende van lichtlooze uren. Ook heb ik, hoezeer de klappen overal vielen, in schier alle steden, met geweldige nadeelige saldi op de bedrijven, toen nog, alléén uit de Gasfabriek een half millioen winst ge sleept, vallende op een gloeiende plaat. In heel den distributietijd, vol kopzorg, is de winkelier en zijn bedrijf nauwlet tend door het Haarlemsche Gemeente bestuur ontzien. Bij de afschaffing van den Bakkersnachtarbeid en bij de win kelsluiting en tal van maatregelen, die op de Rijksregeering vooruit liepen in die jaren, is de Middenstand ruim gehoord en in overleg met den belanghebbende gehandeld en uitgevoerd, to make the best of it. Deze gedragslijn zit de bestuurders als het ware in het politieke bloed. Zij zou den niet anders kunnen dan reke ning houden met alle standen en hiervan de neringdoende hen niet het minst lief is. Althans zóó voel ik het. Ik hoorde Mgr.'s woorden op den Delftschen katho liekendag, toen mr. R. Regout het woord gevoerd had en ik heb die nooit verge ten. Mogelijk is het alweder een zestien jaren geleden. Maar nog geen zestien dagen geleden hoorde en zag ik wederom onzen Mgr. Callier te Nijmegen in de avondvergade ring van den tweeden Pinksterdag al vorens Chr. Janssen het woord nam en ik heb de vergadering verlaten om peripa thetisch in den tuin der Vereeniging te overwegen of ik sinds Delft tot heden soms één daad gesteld had, niet over eenkomende met het warme gevoel van genegenheid dat onze bisschop aan zijn Middenstand toedraagt en hoewel ik weet jegens niemand objectiever te oor deelen dan jegens mijzelf, omdat ik mijzelf niet kan uitstaan, heb ik al mijn daden te Haarlem en elders de revue laten passeeren en ik ben mij niet be wust van eenige onrechtvaardige beje gening, integendeel, meermalen betrapte ik mijzelf op het omgekeerde: gerechte twijfel rees of ik niet te vaak, mogelijk onbewust, want liefde is blind, dezen stand te veel bevoorrecht had. Ik wil die twijfelingen in een volgend artikeltje aan u voorleggen, doch wil gaarne deze regelen besluiten met in uw herinnering terug te roepen de kiosken historie, mogelijk reeds vergeten, zelfs door vele critici die „zooiets" van een rechtsch College van B, en W. en zeker niet van Katholieke Wethouders ver wacht hadden. Toch was ook die zaak volkomen juist gezien in het belang van den Haarlem- schen Middenstand. Afgezien van de vraag of wij dit moderne stadsverschijn sel te Haarlem zouden kunnen tegen gaan, wilden wij juist in casu een vrij spheer van ontzien der Middenstandsbe- langen, niet achteraf verdedigd, maar aanstonds zóó begrepen en dit begrip ligt vast, hoe vaag ook, in getuigenissen. Dat is altijd pleizierig. De stenograaf is mijn beste verdediger, Mr. BOMANS. In de d.d. 8 dezer gehouden vergade ring van commissarissen werd besloten aan de Algemeene Vergadering van aan deelhouders voor te stellen de balans en verlies- en winstrekening over 1921 goed te keuren en het dividend vast te stellen op 5 pet. Een woningbouwvereeniging wie het zeker niet medeloopt met het bouwen, is wel de Woningbouwvereeniging „De Voor zorg". Werd kort geleden voor de dgrde maal het bouwen van 62 perceelen aanbesteed, nadat het bouwwerk eenige maanden had stilgelegen, wegens faillissement van den aannemer, nu is gebleken, dat de onder- balken niet goed zijn, n.l. door de zon ge heel opengebarsten. Naar wij vernemen zijn inplaats van Amerikaansch grenen, Duitsche grenen balken gebruikt, welke van minder kwali teit zijn. Bouw- en Woningtoezicht heeft zich dan ook genoodzaakt gezien deze balken af te keuren. Een bewoner van het Amsterdamsche kwartier was de gelukkige bezitter van een 1/20 lot, waarop de vorige week de f 100,000 is gevallen, terwijl hij in de voorgaande loterij op 1/10 lot een prijs van 25.000 kreeg. Fortuna is hem dus niet ongenegen, daar hij in 2 loterijen ruim 6.300 won. Dar de man geen bevoorrechte positie bekleedt, is het geld hem dus dubbel wel kom. De heer J. Th. Cremer bevestigt ons be richt, dat hij den wensch heeft te kennen gegeven niet meer voor een herbenoeming als Eerste Kamerlid in aanmerking te wil len komen, zulks in verband met zijn leef tijd, reden waarom hij ook bedankt heeft ais administrateur van de Suez Kanaal Maatschappij. De heer Cremer werd in 1884 gekozen tot lid van de Tweede Kamer, welke func tie hij waarnam tot 1897 toen hij benoemd werd tot minister van Koloniën, welk ambt de heer Cremer bekleedde tot 1901. Van 1901 tot 1905 makte hij daarna weder deel uit van de Tweede Kamer. Van 1907 tot 1912 was de heer Cremer president der Nederlandsche HandelMaat- schappij. Van iaatstgenoemd jaar af heeft hij zit ting als lid van de Eerste Kamer. In deze periode viel het verblijf van November 1918 tot Mei 1920 van den heer Cremer in Amerika als Harer Majesteits gezant al daar. Zaterdagmiddag a.s. 3 uur, zal- in de Groote Kerk de aanbieding plaats hebben van het gedenkraam aan den heer Joh. de Breuk. Verschenen is het verslag van den toestand van het Erans Hals-museum over 1921. In het algemeen overzicht wordt ge wezen op den vooruitgang van het aan tal bezoekers. Het museum werd het vorige jaar door 13.889 personen bezocht, tegen 11.393 in 1920, waarvan 7374 be talende en 6515 niet betalende. Verschillende schenkingen en legaties werden ontvangen. De voorwerpen der verzamelingen van Archief en Boekerij verkeerden in zoo goed mogelijken toestand, uitgezonderd de nog niet gereinigde Halsen en en kele schilderijen, die een nieuwe vernis laag behoeven. De tötale uitgaven van het museum bedroegen f28.174.53. Door verschillende scholen en vereenu- gingen werden ook in 1921 weer excur sies naar hot museum gemaakt. Zondag heeft het vischcollege „De Lustige Hengelaar" haar eersten -wed strijd gehouden in de wateren bij Aalsmeer. Niet minder dan 20 henge laars namen aan den strijd deel Per auto ging het naar Aalsmeer •waar met veel animo werd gehengeld. De uitslag van dezen kaswedatriid is als volgt: le prijs G. Stoof; 2e J. Stoof; 3e A. Jansen; 4e J. Buurman; 5e Steen hoven; 6e v. d. Aar; 7e Hoonhoul; 8e Willekens; 9e Boerée; 10e Tanger man; 11e NVicherink; 12e v. Egdom; 13e Zonneveld; 14e J. Prins; 15e Her sens; 16e C. Blok; 17e P. Prukel; 18e Bleeman; 19e De Bonte; 20e Heij- boom. De heer Buurman, voorzitter van de vereeniging reikte in het clublo kaal de prijzen uit. weelderige aanvrage niet weigeren. Ik herinner mij nog in die dagen aan een j Dg SCflOOlgeldrCgÊlltlg lil HaanGU fel opposant gezegd te hebben: Laat die 611 de buitengemeenten. van honderd gulden bovendien te wachten is. Een en ander heeft in de betrokken kringen ernstige consternatie teweegge bracht, naar wij vernemen, zelfs van dien aard dat reeds eenige ouders voornemens zijn hun kinderen terstond van de H.B.S. te doen. We kunnen ons zulks vorkomen indenken, vooral wanneer men weet, dat bedragen van f 200 en f 300 schoolgeld per leerling en per jaar door de menschen absoluut niet kan worden betaald en door he'. gemeentebestuur van Schoten ten deze nog geen regeling is getroffen; doch we raden hierbij ernstig aan niemand van de school te nemen en voorloopig kalm te blijven toezien. Het is ons namelijk be kend dat nog in den loop dezer week po gingen worden aangewend te Schoten tot het voeren eener gezamenlijke actie bij de bevoegde autoriteiten. Wij komen binnen'.; nt hierop nader terug. Gedep. Staten van Noord-Holland stel len voor aan de afd. Amsterdam van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst, ten behoeve van haar Con servatorium, met ingang van 1922 een bijlage te verleenen van ten hoogste f2400 per jaar; aan de gemeente Am sterdam, ten behoeve van hare Vorm school voor onderwijzeressen aan voor bereidende scholen, met ingang van 1922 een bijdrage van hoogstens f 1150 per jaar; zij stellen voor afwijzend te beschik ken op het verzoek der Heilige Land stichting hij Nijmegen om een jaarlijk- sche subsidie van f 500, op grond dat geen bepaald belang der provincie bij het doel dezer stichting is betrokken; eveneens afwijzend te beschikken op het verzoek van het bestuur der vereeniging Kunst aan het Volk", om een subsi die in de kosten van het houden eener internationale theatertentoonstelliug te Amsterdam, op grond dat het belang der provincie bij het houden dezer ten toonstelling niet betrokken is geweest. De heer v. d. Kamp schrijft den ge meenteraad van Haarlem; Op de Raadsagenda van Woensdag 14 Juni a.s. komt o.m. voor (punt 22) een voorstel van B. en W. om de rechten, loo- nen en andere gelden ter zake van het ge bruik of genot van particuliere werken en inrichtingen onder, op of boven den openbaren gemeentegrond of het open baar gemeen tewater, te verhoogen. Om geen harder of scherper woord te gebruiken, komt het ondergeteekende voor, dat de voorgestelde (belasting) ver hoogingen zeer belangrijk zijn, en kan het zijn nut hebben de behandeling van dit onderwerp uit te stellen, opdat be langhebbenden rustig kunnen kennis ne men, eventueel uitspreken, over deze zaak, weshalve hij voorstelt: De Raad besluit: „De behandeling van punt 22, gedrukt stuk 168 (1922) aan te houden tot eene volgende vergadering". Het ligt in het voornemen van de wnd. voorzitter van den Raad, den wnd. burge meester, Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijs sen in de op 14 Juni a.s. te houden raadsvergadering alsnog aan de orde te stellen: Punt 7a. Voorstel B. en W. vaststelling 6e suppletoire kohier plaatselijke belas ting dienst 1920/212. Punt 9a. Voorstel Van Lïemt-Miezérus intrekking raadsbesluit tot invoering eenrV zakelijke belasting op het bedrijf, gedrukt stuk No. 184. zaak met vertrouwen aan ons over en wat ik u bidden mag maak er geen reclame voor door een felle campagne. Het duurt geen twee jaar. Zeker niet. Mijn Middenstander geloofde mij niet, maar hij had eenig vertrouwen en zweefc. Later mocht ik van hem hooren: „U heeft ze fijn den nek omgedraaid"! Wat onjuist is, gansch onjuist, de kiosken zijn haar natuurlijken dood gestorven. De opzet was al ziekelijk. En het was niet onze roeping ze nieuw leven in te blazen. Neen, zelfs deze daad, de eenige twijfe ling die ik had in den tuin van de Ver eeniging te Nijmegen, is opgezet in een Men schrijft ons uit Schoten: Door den gemeente-ontvanger van Haar- j lem zijn aan ingezetenen dezer gemeente I aan ouders of voogden van leerlingen van een 3 of 5 j. gemeentelijken H. 8- S te Haarlem, uitnoodigingen verzonden lot betaling vóór 6 Juli a.s. eener voorloopige storting van twee honderd gulden op ver. schul'digd schoolgeld, over den cursus 1921 1922, welk bedrag nd vaststelling van het schoolgeld kohier nader met den aan slag zal worden verrekend. Dit laatste wil dus zéggen dat wanneer de Haarlemsche schoolgeld-verordening van het Middel baar Onderwijs door de Kroon wordt goedgekeurd en het schoolgeld voor leer lingen eener buitengemeente op f 300. wordt vastgesteld, daa nou aei\ hittere pil Voor de Weensche Priesters 2.550 van N. N. te Velsen Wijkeroog. B. en W. stellen den Raad voor, in verband met den stand der gemeente-fi- nanciën, het verzoek van de Haarlem sche Orkestvereeniging om subsidie-ver hooging van de handd te wijzen. De „Staatscourant" bevat de statuten van „De Houthandel" alhier. De Haarlemsche processie naar den Briel gaat dit jaar Donderdag 20 Juli per extra-trein en extra-boot. De plaats bewijzen zullen ongeveer 25% goedkooper zijn dan het vorige jaar. Zondagavond 16 Juli zal in de St.. Josephskerk een plechtig Lof met preek ter voorbereiding der bedevaart gehouden worden. Bij gelegenheid der opening van het nieuwe sociëteitsgebouw is den leden van „Trou moet Blycken" een gedenkboek aangeboden, samengesteld door den fac tor, jhr. O. van Lennep. In zijn voorbericht erkent de schrij ver, dat dit boek geen aanspraak maakt op oorspronkelijkheid en verwijst verder o.a. naar het welbekende boekwerk van Dr. E. II. von Baumhauer, in 1880 kei zer der sociëteit, die ter gelegenheid van de opening van het voormalige gebouw een gedenkschrift samenstelde, hetwelk thans opnieuw door den heer Van Len nep is bewerkt en waar noodig aange vuld. Als stichtingsjaar der Kamer wordt het jaar 1503 aangenomen. Tot ongeveer het midden der 17de eeuw heeft zij het ka rakter van rederijkerskamer behouden Gedurende de 18de eeuw was „Trou" een vriendenkring. Dan geeft de schrijver een uitvoerig en interessant overzicht over de 17de eeuw. Na 1780 kwamen er supernume raire leden bij, die bij een vacature van gewoon lid het eerst in aanmerking kwa men. Van het begin der 19de eeuw dateert het besluit het aantal gewone leden van „Trou" onbeperkt te laten. Na -te oprichting der buiten-sociëteit 1825 werd aan de ingezetenen in de zo- Het bestuur van de Haarlemsche Orkestvereenignig slaakt 'n noodkreet in den vorm van een adres aan den gemeenteraad, om over het loopemde jaar het te haren behoeve verleende subsidie van f 30.000 tot f 40.000 te verhoogen. Het bestaan van ons Haar lemsche Orkest is in gevaar. De vol gende maand zelfs zouden de sala rissen aan de musici niet meer kun nen uitbetaald worden, als dit ver hoogd subsidie niet wordt toegestaan. Het blijft dus nog maar steeds tob ben met ons Haarlemsch Muziekkorps. Even in den tijd dat de heer Mr. J. H. Thiel de leiding der H.O.V. had scheen het alsof het leed ge leden was. De vereeniging leefde en fleurde op. Het ging, de omstandig heden in aanmerking genomen, goed. Met den heer Thiel schijnt ook weer de stijgende lijn uit de vereeniging te zijn getrokken. Wat er ook van zij, de door velen gevoede hoop dat het korps er dit jaar met de f 30.000 toegestane subsi die zou komen, is niet verwezenlijkt en thans dient een beslissing te wor den genomen of de gemeente f 10.000 aan dit subsidie zal toevoegen. De beslissing is moeilijk. Het gaat om het bestaan van de H.O.V. Daar tegenover staat dat wel grondig dient te worden overwogen, wat de gevol gen van deze subsidie-verhooging kunnen zijn. Wanneer met deze f 10.000, als uitkeering ineens, het voortbestaan van ons muziekkorps verzekerd zou zijn we gelooven niet dat één raadslid, dat vroeger voor de f 30.000 stemde nu zijn stem aan deze f 10.000 niet zou wil len geven. Maar het is de vraag of Ide f 30 000, die nu f 40.000 zouden wor den, straks niet zullen stijgen tot f50.000 en f 60.000. Waar is de grens? Waar dienen de remmen te worden aangezet? Is dat bij f 30.000 bii Of 40.000 of f f 60.000? Men kent onze gevoelens voor ons Haarlemsch Muziekkorps; we wenschen in geen enkel opzicht onder te doen in waardeering voor de uitnemende pres taties van dat korps, vooral onder den dirigent Gerharzwe hebben vroeger meermalen betoogd hoe noodig een goed muziekkorps voor Haarlem is, hoe veel prijs wij dienen te stellen op het behoud van de H.O.V. en met klem hebben wij het toestaan van de f 30000 subsidie bepleit. De ietwat luchthartige wijze echter, waarop het bestuur en de propaganda- commissie de. verhooging van het subsidie tot f 40000 bepleiten, doet velen echter onsympathiek aan. Dat het rekest en het artikel (zie de „N.H.Ort. van Donderdag en Zaterdag j.l.) in aUe onderdeelen met den noodigen ernst zijn behandeld, kan niet worden gehijgd. Het argument dat van hun salarissen de musici gezamenlijk f 3000 aan gemeen telijke belasting opbrengen en dat „dus" de gemeente Haarlem niet f 30000 sub sidie, maar slechts f27000 subsidie geeft is niet ernstig te noemen en zal ook geen enkel raadslid overtuigen dat de gemeente dus maar aan da H.O.V. meer subsidie moet geven. Het gebruik van zulke argumenten er zijn er nog mee rvan deze kracht!! bewerkt, dat de ernst van het geheele artikel, van de geheele actie zelfs in twijfel wordt getrokken. Ook het aplomp, waarmede het wordt voorgesteld alsof de gemeente Haarlem tot op zekere hoogte aan haar meenten Heemstede, Bloemendaal c. a., Spaarndam, c. a. en Spaarnwoude ver gund als temporaire honoraire buitenle den opgenomen te worden. In den loop der tijden zijn andere regelingen omtrent de buitenleden vast gesteld, die evenals in andore plaatsen evenzeer toegang tot de binnen-sociëteitj verkregen. Ook hun contributie werd her haaldelijk verhoogd. Toen later de geld nood der sociëteit steeds dringender] werd, werd ten slotte besloten de be woners dor gemeente Bloemendaal en Heemstedo voortaan alleen als gewone leden aan te nemen met behoud der verkregen rechten van bestaande bui tenleden. Maart 1911. Als overblijfsel en herinnering aan de oude Rhetorijkkamer heeft het bestuur onder en collectieven naam van hoof den steeds de titels gevoerd van Keyser, Prins, Eiscaal, Vinders (3 in getal) ven- drig en secretaris, beide laatst ge noemde betrekkingen vroeger verschil lend, zijn in den loop der 18de eeuw vereenigd. Het gedenkboek bevat ten slotte nog hoofdstukken omtrent het sociëteitsleven en de gebouwen van „Trou". Door den Ned. R.-K. Graf. Bond is het volgende adres gericht aan den Raad der gemeente Haarlem: Geven met verschuldigden eerbied te kennen, J. J. van Kolk en C. J. Selhorst, te dezen optredende als voorzitter en secretaris van den Ned. R.-K. Grafischen Bond, afdeeling Haarlem, en domicilie kiezende ten huize van den tweeden ge noemde, Rollandstraat 33, Dat door Zijne Excellentie den Minis ter van Binnenlandsche Zaken aan de gemeentebesturen een schrijven is ge richt met verzoek de steunverleening uitgetrokken werkloozen typografen te beëindigen en voor zooverre ondersteu ning niet kan worden gemist, deze moe ten worden verstrekt overeenkomstig de armenwet; dat zij met leedwezen hebben kennis genomen van een schrijven van het Burgerlijk Armbestuur van Haarlem d.d. 9 Juni 1922, waaruit blijkt, dat de ge meente Haarlem aan het verzoek van den Minister gevolg heeft gegeven; dat door deze regeling de betrokkenen belangrijk finantieel nadeel ondervinden; verplichtingen tegenover de H.O.V. te kort zou zijn geschoten, doet onsympa thiek aan. Met kracht willen wij stelling nemen tegen de voorstelling van het bestuur dat de H.O.V. moet worden beschouwd als een gemeentelijk orkest door par ticulieren, ten bate van de gemeente, tegen een te lage vergoeding en met eene verplichting om de concerten ge heel gratis of tegen een zeer laag entree te geven, moet geëxploiteerd wor den. Het Haarlemsche Orkest is geen ge meentelijk orkest en was het niet. En indien Haarlem een gemeentelijk orkest moet hebben of krijgen (een punt, waarover te twisten valt), dan zou dunkt ons, allerminst deze tijd, die op zoo gespannen voet staat met de gemeente lijke financiën, het meest geschikt zijn om tot zulke proefnemingen over ta gaan. Alle uitgaven van het Haarlemsch Or kest kan de gemeente zeker niet voor haar rekening nemen, althans in dezen zuini en tijd niet. Aan de uitgaven voor Haarlem s Or kest zijn dus grenzen. Welke zijn die grenzen? Naar onze meening is er reden voor, alvorens die grenzen in cijfers uit te drukken, te doen onderzoeken, door een commissie dednoods, in hoe ver Haarlem's Orkest levensvatbaar heid heeft behouiden. Er wordt geklaagd in het request en in het artikel over de zware eischen, die de gemeente aan het korps stelt in ruil voor het gegeven, subsidie. Te onderzoeken zou zijn of deze eischen welke vooral bestaan' in het te geven groot aantal concer ten zoodanig kunnen verlicht wor den, dat de mogelijkheid om op an dere wijze in den financieelen achter stand te voorzien, geschapen wordt Laat zulk een commissie de geheele rechtsverhouding tusschen orkest en gemeente onder de oogen zien, ook de financieele positie van het korps en laat zij rapporteeren of en zoo ja met welke veranderingen in de verhouding tusschen korps en gemeen te het korps te behouden zou zijn. Blijkt dat het orkest met deze f 10.000 en de nóodige verlichtingen in de door de gemeente opgelegde eischen te redden is, laat het hé- staan van ons uitmuntend korps, dat Haarlem op zoovele en velerlei ma nieren tot eere en voordeel strekt, niet van die f 10.000 afhangen. Moet de verhooging van dit subsi die slechts het begin zijn van een' geleidelijke stijging van het subsidie, zonder dat zelfs maar uit te maken is hoever die stijging zal gaan, dan achten wij het nutteloos en onverant woord om deze f 10.000 verhooging toe te staan. Tenzij men aanstuurt op een ge meentelijk orkest. Maar daartegen moeten wij ons, behalve op andere gronden, ten sterk ste verzetten met het oog op de al gemeen gevoelde noodzakelijkheid omi de openbare zuinigheid niet alleen in woord maar ook metterdaad te betrachten. De tijd leent zich niet tot vorming van een stedelijk orkest. Wat de toekomst brengen zal, daar over spreken we later. We hopen echter dat een regeling mogelijk is, door wedcrzijdsche tege moetkoming door gemeente en H.O.V, zoodat, zonder al te groote financieele offers door de gemeente te brengen, onze onvolprezen H.O.V. voor de ge meente behouden blijft. Barometerstand: 761. Neiging: Vooruit, OPGAVE VAN; verzoeken uwen Raad, beleefd doch dringend, de beslissing in dezen onge daan te maken en de voorheen geldend» regelir,! weder in te voeren. Onder zeer voed blijken van belangstel ling herdacht gister de welbekende heer L. A. Laurey, oud-directeur van de druk kerij St Jacobsgodshuis, zijn 80sten ver jaardag. Gistermorgen 8 uur werd in de St Jo« sephskerk door den Weleerw. heer A. W, J. Lühn een plechtig gezongen H. Mis op gedragen, bijgewoond door den heer Lau rey en familie en verscheidene belangstel lenden. Ten zijnen huize mocht de heer Laurey, vele gelukwenschen ontvangen. O.m. kwam het college van regenten van het St. Jacobs Godshuis hem feliciteeren. Tele grammen, brieven en kaartjes getuigden voorts van de sympathie, welke de heet Laurey in ruimen kring heeft weten te verwerven. Getrouwd: 13 Juni( J. Smit en J. Gf M. E. Negrijn. Geboren: 9 Juni, z. van S. Zuidam- Spruijt. 11 Juni, z. van E. Schouten- Visser. 13 Juni, d, van C. M, Felix- Sillevis,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 1