Dit nummer bestaat uit twee bladen. - Eerste blad
Woensdag 14 Juni 1922
45sfö Jaargang No. 14166
BRAVO
Aan den Middenstand.
UIT DEN OMTREK
DAMIAATJES
HAARLEM.
„Spaarhuis."
Tegenslag.
Een gelukskind.
J. Th. Cretner.
Aanbieding gedenkraam.
Frans Halsmuseum.
Vischwedstrijd „De Lustige
Hengelaar."
Prov. Staten van Noord-Holland.
De Precario-verordening.
Aanvullings-Agenda voor den
Gemeenteraad.
Giften.
Het verzoek der Haarlemsche
Orkest-Vereeniging.
Statuten.
De Processie naar den Briel.
„Trou moet Blycken."
De Haar/. Orkestvereeniging
De Typografen en de Werk-
loozenuitkeering.
J. J. WEBER ZOON.
Koningstraat 10 Haarlem.
Opticiens Fabrikanten.
L. A. Laurey, 80 Jaar.
Bargei-Hlke Stand.
De abonnementsprijs be
draagt voor Haarlem ea
Agentschappen:
Per Kwartaal 3.25
Per Weck0.25
Franco per post p. kwart,
bij vooruitbet. 3.5714
Bureaux: Nassaulaan 49
Haarlem.
Telefoonnummers: 1426,
27<1 en 1748.
Postrekening No. 5970
Advertentiën 35 cents
per regel. .- Bij contract
belangrijke korting.
Advertentiën tusschen den
tekst ls ingezonden me-
dedeeling: 60 cents per
regel Vraag- en aanbod-
advertentiën 14 regels
60 cents per plaatsing;
elke regel meer 15 cent,
bij vooruitbetaling.
In verschillende Katholieke bladen
lezen wij de volgende verklaring:
Gehoor gevend aan den dringenden
wensch van het Doorluchtig Episcopaat,
verklaar ik hiermede mijn Candidatuur
voor de Tweede Kamer niet te willen
handhaven.
Ik verzoek daarom aan alle R.-K.
Kiezers (mannen en vrouwen) op 5 Juli
a.s. hun stem op mij niet te willen uit
brengen, zullende bij eventueele verkie
zing een Kamerzetel toch niet door mij
worden aanvaard.
W. J. B. VAN LIEMT.
Haarlem, 12 Juni 1922.
Deze verklaring werd ons niet toege
zonden, terwijl toch iedereen zal beamen
dat zij in onze courant op de eerste
plaats thuis behoorde.
Van terzijde vernamen wij, dat de heer
van Liemt meende, onze redactie te kun
nen passeeren, omdat wij aanvankelijk
besloten hadden de N. K. P. dood te
zwijgen. Hoe dit zij, wij voor ons zetten
gaarne alle gevoeligheid op zij ter wille
van het groote belang, dat bij boven
staande verklaring van den heer van
Liemt betrokken is. Oprecht en van
ganscher harte verheugen wij ons aan
onze lezers in Haarlem en in den wijden
omtrek te mogen verkondigen: de eerste
candidaat van de lijst der N. K. P. heeft
zich teruggetrokken!
Wij hebben in heel de treurige historie
der N. K. P., zooals zij thans achter ons
ligt, zooveel mogelijk het persoonlijke
geweerd en het zakelijke laten gelden.
Thans willen wij echter een persoonlijke
noot doen hooren en wel deze, dat wij
ten volle beseffen, wat de daad van den
heer van Liemt beteekent ook voor hem.
Wij begrijpen, dat hij een zwaren strijd
met zich zelf gevoerd moet hebben, maar
daarom te meer waardeeren wij het, dat
in dien tweestrijd de Katholiek van
Liemt, zooals Haarlem hem al zooveel
jaren kent, het pleit gewonnen heeft; wij
waardeeren het zoo ten vollen, dat zijn
verklaring begint met de woorden: „ge.
hoor gevend aan den dringenden wensch
van het Doorluchtig Episcopaat!" Zoo
iets siert den man, den christen en doet
ons opnieuw de kostbaarheid inzien van
het bezit, dat wij Roomschen in het
Kerkelijk gezag hebben. Of wie is er zoo
vermetel te durven zeggen, dat hij in zijn
leven geen oogenblikken van zwarten
twijfel heeft? Is de nu gelukkig voorbije
strijd in het Katholieke kamp niet op
nieuw een bewijs geweest van onze
menschelijke onvolkenheid aan beide
kanten? En is het dan niet gelukkig in
zulke oogenblikken in het Kerkelijk ge
zag een veilige baken in zee te bezitten?
De heer van Liemt heeft de beteekenis
van het Bisschoppelijk communiqué, op
den Katholiekendag uitgegeven, onmid
dellijk aangevoeld. Nog vóór de vergade
ring der leiders van de N. K. P. die j.l.
Maandag te Utrecht werd gehouden, had
hij zijn besluit genomen. De liquidatie der
N. K. P. zal er des te gemakkelijker om
gaan, nu No. 1 van de lijst zich heeft
teruggetrokken. Wij zijn daar als Haar
lemmers in zekeren zin trotsch op. Im
mers, de actie der N. K. P. is in Haar
lem begonnen en is weer in Haarlem het
eerst stop gezet. Geachte heer van Liemt,
wij zijn u daar dankbaar voor. Laat ons
het gemeste kalf slachten en ons ver
heugen, dat wij weer broeders zijn ge
worden. Laten wij elkaar weer de hand
reiken en als van ouds samenwerken in
het belang van de Katholieke zaak en
van onze goede stad Haarlem!
i.
De verordening tot heffing van een be
lasting voor het in gebruik nemen van
openbaren gemeentegrond of openbaar
gemeentewater, of terzake daarvan door
de gemeente bewezen diensten, deze
verordening, kortweg „precario" ge
noemd, heeft mij dezer dagen wederom
de mentaliteit getoond van een groot
gedeelte van den Middenstand en noopt
mij eenige woorden, voornamelijk tot het
handeldrijvende en industrieele deel te
richten, omdat het om meer dan een
reden van waarachtige waarde is, vooral
in deze dagen, dat wij elkaar begrijpen.
Meen niet dat ik de waarheid zal sparen,
zelfs als deze hard mocht schijnen.
Allereerst de aanleiding tot deze
uitingen: de zonneschermenbelasting. De
vergissing, voortgekomen uit de revisie
van het ontwerp der vierde afdeeling
door het Bureau van Openbare Werken
de miszetting van een paar woorden,
staat nu vast.
De snoodaard, genaamd Wethouder
van Belastingen, de naam alleen is grie
zelig, is niet zoo snood als wij dachten.
Desniettemin moet gij hem voortdurend
en nauwlettend in de gaten houden,
Middenstanders! 't Is allemaal heel mooi,
dat „stemt de Roomsche officieele lijst,"
maar de Aartsbisschop begrijpt in Nijme
gen niet de fatale moeilijkheid voor een
Haarlemsch winkelier, wijl No. 1 van be
doelde lijst in deze kieskringen een
Haarlemmer is, die onzen stand op belas
tinggebied volledig wil uitzuigen. Bij alle
zonneschermen! Het wordt ons wel
hoogst moeilijk gemaakt hem te
stemmen!
De gedachte, in deze woorden
Vervat, heeft dezer dagen weer opgeld
gedaan.
De gesprekken liepen er over. Inge
zonden stukken hoonden de nieuwste
nieuwigheid en mannen, waarvan men 't
allerminst kon denken, op grond van hun
vroeger verleden, maakten stemming
tegen dezen nieuwen aanslager op dien
zelfden stand, die zoo juist aan de ver
nietigende asphaltbelasting ontkomen is.
Toch is het voor den Middenstand, en
voor den R.-K. Middenstand in het
bijzonder, van vitaal belang zijn ware
Vrienden te kennen en zich niet te ver
gissen in de strekking aller maatregelen
en de eischen des tijds.
Tegen alle critiek, die geen onder
grond heeft dan deze: dat alle belastin
gen hoog zijn voor iedereen, durf ik
staande houden, met de stukken in de
band en de motieven in hoofd en hart,
dat mij geen enkel gemeentebestuur
bekend is in eenige stad van aanbelang
hetwelk zoozeer mede de belangen van
den neringdoenden Middenstand diende,
als het Haarlemsche in de moeilijke
crisis- en „vredes"-jaren die achter ons
liggen. Het zoude een der feiten zijn
waarom ik mij gelukkig zou prijzen van
dat College van B. en W. deel te hebben
uitgemaakt sinds 1917. Als deel van dat
geheel heb ik in de rantsoeneeringstijden
van gas en stroom, als wethouder van
Bedrijven in twee uiterst zorgvolle jaren
den Middenstand teergevoelig ontzien en
ik heb den winkelier voor schade behoed
gelijk ik de gansche burgerij (een excep
tie in heel Holland) redde uit de ellende
van lichtlooze uren. Ook heb ik, hoezeer
de klappen overal vielen, in schier alle
steden, met geweldige nadeelige saldi
op de bedrijven, toen nog, alléén uit de
Gasfabriek een half millioen winst ge
sleept, vallende op een gloeiende plaat.
In heel den distributietijd, vol kopzorg,
is de winkelier en zijn bedrijf nauwlet
tend door het Haarlemsche Gemeente
bestuur ontzien. Bij de afschaffing van
den Bakkersnachtarbeid en bij de win
kelsluiting en tal van maatregelen, die op
de Rijksregeering vooruit liepen in die
jaren, is de Middenstand ruim gehoord
en in overleg met den belanghebbende
gehandeld en uitgevoerd, to make the
best of it.
Deze gedragslijn zit de bestuurders als
het ware in het politieke bloed. Zij zou
den niet anders kunnen dan reke
ning houden met alle standen en hiervan
de neringdoende hen niet het minst lief
is. Althans zóó voel ik het. Ik hoorde
Mgr.'s woorden op den Delftschen katho
liekendag, toen mr. R. Regout het woord
gevoerd had en ik heb die nooit verge
ten. Mogelijk is het alweder een zestien
jaren geleden.
Maar nog geen zestien dagen geleden
hoorde en zag ik wederom onzen Mgr.
Callier te Nijmegen in de avondvergade
ring van den tweeden Pinksterdag al
vorens Chr. Janssen het woord nam en ik
heb de vergadering verlaten om peripa
thetisch in den tuin der Vereeniging te
overwegen of ik sinds Delft tot heden
soms één daad gesteld had, niet over
eenkomende met het warme gevoel van
genegenheid dat onze bisschop aan zijn
Middenstand toedraagt en hoewel ik
weet jegens niemand objectiever te oor
deelen dan jegens mijzelf, omdat ik
mijzelf niet kan uitstaan, heb ik al mijn
daden te Haarlem en elders de revue
laten passeeren en ik ben mij niet be
wust van eenige onrechtvaardige beje
gening, integendeel, meermalen betrapte
ik mijzelf op het omgekeerde: gerechte
twijfel rees of ik niet te vaak, mogelijk
onbewust, want liefde is blind, dezen
stand te veel bevoorrecht had.
Ik wil die twijfelingen in een volgend
artikeltje aan u voorleggen, doch wil
gaarne deze regelen besluiten met in uw
herinnering terug te roepen de kiosken
historie, mogelijk reeds vergeten, zelfs
door vele critici die „zooiets" van een
rechtsch College van B, en W. en zeker
niet van Katholieke Wethouders ver
wacht hadden.
Toch was ook die zaak volkomen juist
gezien in het belang van den Haarlem-
schen Middenstand. Afgezien van de
vraag of wij dit moderne stadsverschijn
sel te Haarlem zouden kunnen tegen
gaan, wilden wij juist in casu een vrij
spheer van ontzien der Middenstandsbe-
langen, niet achteraf verdedigd, maar
aanstonds zóó begrepen en dit begrip ligt
vast, hoe vaag ook, in getuigenissen. Dat
is altijd pleizierig. De stenograaf is mijn
beste verdediger,
Mr. BOMANS.
In de d.d. 8 dezer gehouden vergade
ring van commissarissen werd besloten
aan de Algemeene Vergadering van aan
deelhouders voor te stellen de balans en
verlies- en winstrekening over 1921 goed
te keuren en het dividend vast te stellen
op 5 pet.
Een woningbouwvereeniging wie het
zeker niet medeloopt met het bouwen, is
wel de Woningbouwvereeniging „De Voor
zorg".
Werd kort geleden voor de dgrde maal
het bouwen van 62 perceelen aanbesteed,
nadat het bouwwerk eenige maanden had
stilgelegen, wegens faillissement van den
aannemer, nu is gebleken, dat de onder-
balken niet goed zijn, n.l. door de zon ge
heel opengebarsten.
Naar wij vernemen zijn inplaats van
Amerikaansch grenen, Duitsche grenen
balken gebruikt, welke van minder kwali
teit zijn.
Bouw- en Woningtoezicht heeft zich
dan ook genoodzaakt gezien deze balken
af te keuren.
Een bewoner van het Amsterdamsche
kwartier was de gelukkige bezitter van een
1/20 lot, waarop de vorige week de
f 100,000 is gevallen, terwijl hij in de
voorgaande loterij op 1/10 lot een prijs
van 25.000 kreeg.
Fortuna is hem dus niet ongenegen,
daar hij in 2 loterijen ruim 6.300 won.
Dar de man geen bevoorrechte positie
bekleedt, is het geld hem dus dubbel wel
kom.
De heer J. Th. Cremer bevestigt ons be
richt, dat hij den wensch heeft te kennen
gegeven niet meer voor een herbenoeming
als Eerste Kamerlid in aanmerking te wil
len komen, zulks in verband met zijn leef
tijd, reden waarom hij ook bedankt heeft
ais administrateur van de Suez Kanaal
Maatschappij.
De heer Cremer werd in 1884 gekozen
tot lid van de Tweede Kamer, welke func
tie hij waarnam tot 1897 toen hij benoemd
werd tot minister van Koloniën, welk
ambt de heer Cremer bekleedde tot 1901.
Van 1901 tot 1905 makte hij daarna weder
deel uit van de Tweede Kamer.
Van 1907 tot 1912 was de heer Cremer
president der Nederlandsche HandelMaat-
schappij.
Van iaatstgenoemd jaar af heeft hij zit
ting als lid van de Eerste Kamer. In deze
periode viel het verblijf van November
1918 tot Mei 1920 van den heer Cremer in
Amerika als Harer Majesteits gezant al
daar.
Zaterdagmiddag a.s. 3 uur, zal- in de
Groote Kerk de aanbieding plaats hebben
van het gedenkraam aan den heer Joh.
de Breuk.
Verschenen is het verslag van den
toestand van het Erans Hals-museum
over 1921.
In het algemeen overzicht wordt ge
wezen op den vooruitgang van het aan
tal bezoekers. Het museum werd het
vorige jaar door 13.889 personen bezocht,
tegen 11.393 in 1920, waarvan 7374 be
talende en 6515 niet betalende.
Verschillende schenkingen en legaties
werden ontvangen.
De voorwerpen der verzamelingen van
Archief en Boekerij verkeerden in zoo
goed mogelijken toestand, uitgezonderd
de nog niet gereinigde Halsen en en
kele schilderijen, die een nieuwe vernis
laag behoeven.
De tötale uitgaven van het museum
bedroegen f28.174.53.
Door verschillende scholen en vereenu-
gingen werden ook in 1921 weer excur
sies naar hot museum gemaakt.
Zondag heeft het vischcollege „De
Lustige Hengelaar" haar eersten -wed
strijd gehouden in de wateren bij
Aalsmeer. Niet minder dan 20 henge
laars namen aan den strijd deel
Per auto ging het naar Aalsmeer
•waar met veel animo werd gehengeld.
De uitslag van dezen kaswedatriid
is als volgt:
le prijs G. Stoof; 2e J. Stoof; 3e
A. Jansen; 4e J. Buurman; 5e Steen
hoven; 6e v. d. Aar; 7e Hoonhoul;
8e Willekens; 9e Boerée; 10e Tanger
man; 11e NVicherink; 12e v. Egdom;
13e Zonneveld; 14e J. Prins; 15e Her
sens; 16e C. Blok; 17e P. Prukel; 18e
Bleeman; 19e De Bonte; 20e Heij-
boom.
De heer Buurman, voorzitter van
de vereeniging reikte in het clublo
kaal de prijzen uit.
weelderige aanvrage niet weigeren.
Ik herinner mij nog in die dagen aan een j Dg SCflOOlgeldrCgÊlltlg lil HaanGU
fel opposant gezegd te hebben: Laat die 611 de buitengemeenten.
van honderd gulden bovendien te wachten
is.
Een en ander heeft in de betrokken
kringen ernstige consternatie teweegge
bracht, naar wij vernemen, zelfs van dien
aard dat reeds eenige ouders voornemens
zijn hun kinderen terstond van de H.B.S.
te doen. We kunnen ons zulks vorkomen
indenken, vooral wanneer men weet, dat
bedragen van f 200 en f 300 schoolgeld
per leerling en per jaar door de menschen
absoluut niet kan worden betaald en door
he'. gemeentebestuur van Schoten ten deze
nog geen regeling is getroffen; doch we
raden hierbij ernstig aan niemand van de
school te nemen en voorloopig kalm te
blijven toezien. Het is ons namelijk be
kend dat nog in den loop dezer week po
gingen worden aangewend te Schoten tot
het voeren eener gezamenlijke actie bij de
bevoegde autoriteiten.
Wij komen binnen'.; nt hierop nader
terug.
Gedep. Staten van Noord-Holland stel
len voor aan de afd. Amsterdam van
de Maatschappij tot Bevordering der
Toonkunst, ten behoeve van haar Con
servatorium, met ingang van 1922 een
bijlage te verleenen van ten hoogste
f2400 per jaar; aan de gemeente Am
sterdam, ten behoeve van hare Vorm
school voor onderwijzeressen aan voor
bereidende scholen, met ingang van 1922
een bijdrage van hoogstens f 1150 per
jaar;
zij stellen voor afwijzend te beschik
ken op het verzoek der Heilige Land
stichting hij Nijmegen om een jaarlijk-
sche subsidie van f 500, op grond dat
geen bepaald belang der provincie bij
het doel dezer stichting is betrokken;
eveneens afwijzend te beschikken op het
verzoek van het bestuur der vereeniging
Kunst aan het Volk", om een subsi
die in de kosten van het houden eener
internationale theatertentoonstelliug te
Amsterdam, op grond dat het belang
der provincie bij het houden dezer ten
toonstelling niet betrokken is geweest.
De heer v. d. Kamp schrijft den ge
meenteraad van Haarlem;
Op de Raadsagenda van Woensdag 14
Juni a.s. komt o.m. voor (punt 22) een
voorstel van B. en W. om de rechten, loo-
nen en andere gelden ter zake van het ge
bruik of genot van particuliere werken
en inrichtingen onder, op of boven den
openbaren gemeentegrond of het open
baar gemeen tewater, te verhoogen.
Om geen harder of scherper woord te
gebruiken, komt het ondergeteekende
voor, dat de voorgestelde (belasting) ver
hoogingen zeer belangrijk zijn, en kan
het zijn nut hebben de behandeling van
dit onderwerp uit te stellen, opdat be
langhebbenden rustig kunnen kennis ne
men, eventueel uitspreken, over deze
zaak, weshalve hij voorstelt:
De Raad besluit: „De behandeling van
punt 22, gedrukt stuk 168 (1922) aan te
houden tot eene volgende vergadering".
Het ligt in het voornemen van de wnd.
voorzitter van den Raad, den wnd. burge
meester, Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijs
sen in de op 14 Juni a.s. te houden
raadsvergadering alsnog aan de orde te
stellen:
Punt 7a. Voorstel B. en W. vaststelling
6e suppletoire kohier plaatselijke belas
ting dienst 1920/212.
Punt 9a. Voorstel Van Lïemt-Miezérus
intrekking raadsbesluit tot invoering
eenrV zakelijke belasting op het bedrijf,
gedrukt stuk No. 184.
zaak met vertrouwen aan ons over en
wat ik u bidden mag maak er geen
reclame voor door een felle campagne.
Het duurt geen twee jaar. Zeker niet.
Mijn Middenstander geloofde mij niet,
maar hij had eenig vertrouwen en zweefc.
Later mocht ik van hem hooren: „U heeft
ze fijn den nek omgedraaid"! Wat onjuist
is, gansch onjuist, de kiosken zijn haar
natuurlijken dood gestorven. De opzet
was al ziekelijk. En het was niet onze
roeping ze nieuw leven in te blazen.
Neen, zelfs deze daad, de eenige twijfe
ling die ik had in den tuin van de Ver
eeniging te Nijmegen, is opgezet in een
Men schrijft ons uit Schoten:
Door den gemeente-ontvanger van Haar-
j lem zijn aan ingezetenen dezer gemeente
I aan ouders of voogden van leerlingen
van een 3 of 5 j. gemeentelijken H. 8- S
te Haarlem, uitnoodigingen verzonden lot
betaling vóór 6 Juli a.s. eener voorloopige
storting van twee honderd gulden op ver.
schul'digd schoolgeld, over den cursus 1921
1922, welk bedrag nd vaststelling van
het schoolgeld kohier nader met den aan
slag zal worden verrekend. Dit laatste wil
dus zéggen dat wanneer de Haarlemsche
schoolgeld-verordening van het Middel
baar Onderwijs door de Kroon wordt
goedgekeurd en het schoolgeld voor leer
lingen eener buitengemeente op f 300.
wordt vastgesteld, daa nou aei\ hittere pil
Voor de Weensche Priesters 2.550
van N. N. te Velsen Wijkeroog.
B. en W. stellen den Raad voor, in
verband met den stand der gemeente-fi-
nanciën, het verzoek van de Haarlem
sche Orkestvereeniging om subsidie-ver
hooging van de handd te wijzen.
De „Staatscourant" bevat de statuten
van „De Houthandel" alhier.
De Haarlemsche processie naar den
Briel gaat dit jaar Donderdag 20 Juli
per extra-trein en extra-boot. De plaats
bewijzen zullen ongeveer 25% goedkooper
zijn dan het vorige jaar.
Zondagavond 16 Juli zal in de St..
Josephskerk een plechtig Lof met preek
ter voorbereiding der bedevaart gehouden
worden.
Bij gelegenheid der opening van het
nieuwe sociëteitsgebouw is den leden van
„Trou moet Blycken" een gedenkboek
aangeboden, samengesteld door den fac
tor, jhr. O. van Lennep.
In zijn voorbericht erkent de schrij
ver, dat dit boek geen aanspraak maakt
op oorspronkelijkheid en verwijst verder
o.a. naar het welbekende boekwerk van
Dr. E. II. von Baumhauer, in 1880 kei
zer der sociëteit, die ter gelegenheid van
de opening van het voormalige gebouw
een gedenkschrift samenstelde, hetwelk
thans opnieuw door den heer Van Len
nep is bewerkt en waar noodig aange
vuld.
Als stichtingsjaar der Kamer wordt het
jaar 1503 aangenomen. Tot ongeveer het
midden der 17de eeuw heeft zij het ka
rakter van rederijkerskamer behouden
Gedurende de 18de eeuw was „Trou"
een vriendenkring.
Dan geeft de schrijver een uitvoerig
en interessant overzicht over de 17de
eeuw. Na 1780 kwamen er supernume
raire leden bij, die bij een vacature van
gewoon lid het eerst in aanmerking kwa
men.
Van het begin der 19de eeuw dateert
het besluit het aantal gewone leden van
„Trou" onbeperkt te laten.
Na -te oprichting der buiten-sociëteit
1825 werd aan de ingezetenen in de zo-
Het bestuur van de Haarlemsche
Orkestvereenignig slaakt 'n noodkreet
in den vorm van een adres aan den
gemeenteraad, om over het loopemde
jaar het te haren behoeve verleende
subsidie van f 30.000 tot f 40.000 te
verhoogen. Het bestaan van ons Haar
lemsche Orkest is in gevaar. De vol
gende maand zelfs zouden de sala
rissen aan de musici niet meer kun
nen uitbetaald worden, als dit ver
hoogd subsidie niet wordt toegestaan.
Het blijft dus nog maar steeds tob
ben met ons Haarlemsch Muziekkorps.
Even in den tijd dat de heer
Mr. J. H. Thiel de leiding der H.O.V.
had scheen het alsof het leed ge
leden was. De vereeniging leefde en
fleurde op. Het ging, de omstandig
heden in aanmerking genomen, goed.
Met den heer Thiel schijnt ook weer
de stijgende lijn uit de vereeniging
te zijn getrokken.
Wat er ook van zij, de door velen
gevoede hoop dat het korps er dit
jaar met de f 30.000 toegestane subsi
die zou komen, is niet verwezenlijkt
en thans dient een beslissing te wor
den genomen of de gemeente f 10.000
aan dit subsidie zal toevoegen.
De beslissing is moeilijk. Het gaat
om het bestaan van de H.O.V. Daar
tegenover staat dat wel grondig dient
te worden overwogen, wat de gevol
gen van deze subsidie-verhooging
kunnen zijn. Wanneer met deze
f 10.000, als uitkeering ineens, het
voortbestaan van ons muziekkorps
verzekerd zou zijn we gelooven
niet dat één raadslid, dat vroeger
voor de f 30.000 stemde nu zijn
stem aan deze f 10.000 niet zou wil
len geven. Maar het is de vraag of Ide
f 30 000, die nu f 40.000 zouden wor
den, straks niet zullen stijgen tot
f50.000 en f 60.000. Waar is de grens?
Waar dienen de remmen te worden
aangezet? Is dat bij f 30.000 bii
Of 40.000 of f f 60.000?
Men kent onze gevoelens voor ons
Haarlemsch Muziekkorps; we wenschen
in geen enkel opzicht onder te doen
in waardeering voor de uitnemende pres
taties van dat korps, vooral onder den
dirigent Gerharzwe hebben vroeger
meermalen betoogd hoe noodig een
goed muziekkorps voor Haarlem is, hoe
veel prijs wij dienen te stellen op het
behoud van de H.O.V. en met klem
hebben wij het toestaan van de f 30000
subsidie bepleit.
De ietwat luchthartige wijze echter,
waarop het bestuur en de propaganda-
commissie de. verhooging van het subsidie
tot f 40000 bepleiten, doet velen echter
onsympathiek aan. Dat het rekest
en het artikel (zie de „N.H.Ort. van
Donderdag en Zaterdag j.l.) in aUe
onderdeelen met den noodigen ernst zijn
behandeld, kan niet worden gehijgd.
Het argument dat van hun salarissen
de musici gezamenlijk f 3000 aan gemeen
telijke belasting opbrengen en dat „dus"
de gemeente Haarlem niet f 30000 sub
sidie, maar slechts f27000 subsidie geeft
is niet ernstig te noemen en zal ook
geen enkel raadslid overtuigen dat de
gemeente dus maar aan da H.O.V. meer
subsidie moet geven. Het gebruik van
zulke argumenten er zijn er nog
mee rvan deze kracht!! bewerkt, dat
de ernst van het geheele artikel, van
de geheele actie zelfs in twijfel wordt
getrokken. Ook het aplomp, waarmede
het wordt voorgesteld alsof de gemeente
Haarlem tot op zekere hoogte aan haar
meenten Heemstede, Bloemendaal c. a.,
Spaarndam, c. a. en Spaarnwoude ver
gund als temporaire honoraire buitenle
den opgenomen te worden.
In den loop der tijden zijn andere
regelingen omtrent de buitenleden vast
gesteld, die evenals in andore plaatsen
evenzeer toegang tot de binnen-sociëteitj
verkregen. Ook hun contributie werd her
haaldelijk verhoogd. Toen later de geld
nood der sociëteit steeds dringender]
werd, werd ten slotte besloten de be
woners dor gemeente Bloemendaal en
Heemstedo voortaan alleen als gewone
leden aan te nemen met behoud der
verkregen rechten van bestaande bui
tenleden. Maart 1911.
Als overblijfsel en herinnering aan de
oude Rhetorijkkamer heeft het bestuur
onder en collectieven naam van hoof
den steeds de titels gevoerd van Keyser,
Prins, Eiscaal, Vinders (3 in getal) ven-
drig en secretaris, beide laatst ge
noemde betrekkingen vroeger verschil
lend, zijn in den loop der 18de eeuw
vereenigd.
Het gedenkboek bevat ten slotte nog
hoofdstukken omtrent het sociëteitsleven
en de gebouwen van „Trou".
Door den Ned. R.-K. Graf. Bond is het
volgende adres gericht aan den Raad der
gemeente Haarlem:
Geven met verschuldigden eerbied te
kennen, J. J. van Kolk en C. J. Selhorst,
te dezen optredende als voorzitter en
secretaris van den Ned. R.-K. Grafischen
Bond, afdeeling Haarlem, en domicilie
kiezende ten huize van den tweeden ge
noemde, Rollandstraat 33,
Dat door Zijne Excellentie den Minis
ter van Binnenlandsche Zaken aan de
gemeentebesturen een schrijven is ge
richt met verzoek de steunverleening
uitgetrokken werkloozen typografen te
beëindigen en voor zooverre ondersteu
ning niet kan worden gemist, deze moe
ten worden verstrekt overeenkomstig de
armenwet;
dat zij met leedwezen hebben kennis
genomen van een schrijven van het
Burgerlijk Armbestuur van Haarlem d.d.
9 Juni 1922, waaruit blijkt, dat de ge
meente Haarlem aan het verzoek van
den Minister gevolg heeft gegeven;
dat door deze regeling de betrokkenen
belangrijk finantieel nadeel ondervinden;
verplichtingen tegenover de H.O.V. te
kort zou zijn geschoten, doet onsympa
thiek aan.
Met kracht willen wij stelling nemen
tegen de voorstelling van het bestuur
dat de H.O.V. moet worden beschouwd
als een gemeentelijk orkest door par
ticulieren, ten bate van de gemeente,
tegen een te lage vergoeding en met
eene verplichting om de concerten ge
heel gratis of tegen een zeer laag
entree te geven, moet geëxploiteerd wor
den.
Het Haarlemsche Orkest is geen ge
meentelijk orkest en was het niet. En
indien Haarlem een gemeentelijk orkest
moet hebben of krijgen (een punt,
waarover te twisten valt), dan zou dunkt
ons, allerminst deze tijd, die op zoo
gespannen voet staat met de gemeente
lijke financiën, het meest geschikt zijn
om tot zulke proefnemingen over ta
gaan.
Alle uitgaven van het Haarlemsch Or
kest kan de gemeente zeker niet voor
haar rekening nemen, althans in dezen
zuini en tijd niet.
Aan de uitgaven voor Haarlem s Or
kest zijn dus grenzen.
Welke zijn die grenzen?
Naar onze meening is er reden
voor, alvorens die grenzen in cijfers
uit te drukken, te doen onderzoeken,
door een commissie dednoods, in hoe
ver Haarlem's Orkest levensvatbaar
heid heeft behouiden.
Er wordt geklaagd in het request
en in het artikel over de zware
eischen, die de gemeente aan het
korps stelt in ruil voor het gegeven,
subsidie. Te onderzoeken zou zijn of
deze eischen welke vooral bestaan'
in het te geven groot aantal concer
ten zoodanig kunnen verlicht wor
den, dat de mogelijkheid om op an
dere wijze in den financieelen achter
stand te voorzien, geschapen wordt
Laat zulk een commissie de geheele
rechtsverhouding tusschen orkest en
gemeente onder de oogen zien, ook
de financieele positie van het korps
en laat zij rapporteeren of en zoo
ja met welke veranderingen in de
verhouding tusschen korps en gemeen
te het korps te behouden zou zijn.
Blijkt dat het orkest met deze
f 10.000 en de nóodige verlichtingen
in de door de gemeente opgelegde
eischen te redden is, laat het hé-
staan van ons uitmuntend korps, dat
Haarlem op zoovele en velerlei ma
nieren tot eere en voordeel strekt,
niet van die f 10.000 afhangen.
Moet de verhooging van dit subsi
die slechts het begin zijn van een'
geleidelijke stijging van het subsidie,
zonder dat zelfs maar uit te maken
is hoever die stijging zal gaan, dan
achten wij het nutteloos en onverant
woord om deze f 10.000 verhooging
toe te staan.
Tenzij men aanstuurt op een ge
meentelijk orkest.
Maar daartegen moeten wij ons,
behalve op andere gronden, ten sterk
ste verzetten met het oog op de al
gemeen gevoelde noodzakelijkheid omi
de openbare zuinigheid niet alleen
in woord maar ook metterdaad te
betrachten.
De tijd leent zich niet tot vorming
van een stedelijk orkest.
Wat de toekomst brengen zal, daar
over spreken we later.
We hopen echter dat een regeling
mogelijk is, door wedcrzijdsche tege
moetkoming door gemeente en H.O.V,
zoodat, zonder al te groote financieele
offers door de gemeente te brengen,
onze onvolprezen H.O.V. voor de ge
meente behouden blijft.
Barometerstand: 761. Neiging: Vooruit,
OPGAVE VAN;
verzoeken uwen Raad, beleefd doch
dringend, de beslissing in dezen onge
daan te maken en de voorheen geldend»
regelir,! weder in te voeren.
Onder zeer voed blijken van belangstel
ling herdacht gister de welbekende heer
L. A. Laurey, oud-directeur van de druk
kerij St Jacobsgodshuis, zijn 80sten ver
jaardag.
Gistermorgen 8 uur werd in de St Jo«
sephskerk door den Weleerw. heer A. W,
J. Lühn een plechtig gezongen H. Mis op
gedragen, bijgewoond door den heer Lau
rey en familie en verscheidene belangstel
lenden.
Ten zijnen huize mocht de heer Laurey,
vele gelukwenschen ontvangen. O.m.
kwam het college van regenten van het
St. Jacobs Godshuis hem feliciteeren. Tele
grammen, brieven en kaartjes getuigden
voorts van de sympathie, welke de heet
Laurey in ruimen kring heeft weten te
verwerven.
Getrouwd: 13 Juni( J. Smit en J. Gf
M. E. Negrijn.
Geboren: 9 Juni, z. van S. Zuidam-
Spruijt. 11 Juni, z. van E. Schouten-
Visser. 13 Juni, d, van C. M, Felix-
Sillevis,