Cnder dat er een woord gesproken bi] de open deur boven aan de trap die pakte nog vóórdat zijn zachtgeschoeide op de plaats waar u aan wal gaat, werd. Al had ik echter ook iets geweten op mijn hut uitkwam, daarna gingen voeten den vloer der hut hadden be- Zoodra de vloed komt, gaan wij zee in! of gehoord, dan zou het toch van geen zij verder en een moment later was treden. Mijn adem kwam in felle stoo- Ik hoop dat u en de jonge dame veilig of weinig beteéi*enis geweest zijn in alles weer even stil als tevoren. Maar ten, maar het antwoord op mijn plot- thuiskomen." vergelijking met hetgeen ik onmiddel- in die stilte, boven het zacht, nauwe- selingen aanval was even kalm en koel „Hartelijk dank!" bracht ik nog lijk daar zagiets dat mij plotseling lijks hoorbare klotsen van het water als de avond van een mooien herfstdag, uit. Toen, mij herinnerend, dat ik nog bijna ziek maakte van een ontzettende tegen de wanden van het jacht, hoorde „Kunt u roeien eenig geld bij mij had, stak ik de hand vrees en mij van het hoofd tot d voe- ik het zware bonzen van mijn hart, Ik zal nooit vergeten welk een gees- in mijn vestzak, nam er eenige geld- ten deed beven als een riet. en het verwonderde mij toen niet, telijke douche mij werd toegediend stukken uit en wrong ze den man in De slanke, keurig uitziende Chinees evenmin als nu, en nog minder schaam door die duidelijk en toch nauwelijks zijn klauw-achtige vingers. Ik hoorde die tot dusver bijna onbeweegelijk, en ik mij over de angst die dat bonzen verstaanbaar gefluisterde woorden, ver- hem zachtjes lachen, toen verdween alleen af en toe aan zijn sigaar trekkend, veroorzaakte. Het was duidelijk, dat, gezeld door een spookachtig lachje zijn hoofd achter de reeling, en ik aan de andere zijde van de tafel had wat de Chinees er ook mee beoogde, van verborgen vroolijkheid. Mijn greep stootte de boot af, en boog mij in de gestaan, werd plotseling, maar onhoor- als Baxter en de Franschman bedwelmd werd losser en in het licht der sterren eerstvolgende oogenblikken over de baar, actief, toen de beide andere man- waren, iets wat ik stellig geloofde, staarde ik mijn bezoeker aan. Lo Chuh riemen met een kracht en inspanning nen, blijkbaar in het bestudeeren der juffrouw Raven en ik volkomen waren Fen zooals ik die vroeger zeker nooit bij papieren verdiept, zich over de lesse- overgeleverd aan de genade van enkele „Ja!" antwoordde ik, mijn stem eenigen arbeid had getoond. Juffrouw naar bogen Met een ongeloofelijk Chineesche avonturiers die waarschijn- vastheid gevend en op even zachten Raven greep zwijgend het roer en snelle beweging schoten zijn lange lijk voor niets zouden terugdeinzen, toon als hij gesproken had. „Ja, dat stuurde de boot in een rechte lijn naar smalle vingers in zijn vestzak eeven De vraag waarmede ik mij nu bezig- kan ik!" de plaats die de Chinees ons had aan snel kwamen zij weer daaruit te voor- hield, was echterwat was hun doel Hij wees zwijgend op de deur der geduid. Het mag vreemd schijnen, schijn en schoten toen met een bliksem De Chinees in de helkleurige pyama hut waarin juffrouw Raven zich be- maar geen van ons beiden sprak een snelle beweging naar de op tafel staande had zich ongetwijfeld gevoegd bij zijn vond. woord, totdat na een half uur stevig glazen. In twee daarvan wierp de Chi- landgenooten in het vooronder en zij „Maak de juffrouw wakker zoo roeien, de kop van de boot in het zand nees een klein, wit voorwerpeen ta- waren op dit oogenblik natuurlijk bij- zacht mogelijk," fluisterde hij. „Zeg stootte. Ik sprong eruit, met een gevoel biet of pil, dat kon ik niet zien dat een tot het smeden van het een of haar dat zij zich gereed moet maken van dankbaarheid dat moeilijk te be- terstond zonk en bijna even spoedig ander misdadig complot. Zouden zij kom aan dek en maak vooral geen schrijven is en sprak toen onwille- in de whiskey oploste. Dat alles was den Franschman en Baxter vermoor- gerucht. Alles is voor u gereed keurig weer, tengevolg van een bijna gebeurd in veel minder tijd dan noodig den, teneinde in het bezit te komen daarna kunt u aan wal gaan en ver- komische oorzaak, is om 't te vertellen toen een of twee van den kostbaren buit die nu veilig dwijnen, begrijpt u Het is niet goed „Lieve deugd riep ik uit. „Ik heb minuten later Baxjer en de Fransch- aan boord van het jacht geborgen was voor u, langer hier te blijven." mijn schoenen in de hut achtergelaten man zich weer omwendden, na het Het was mogelijk in elk geval zou „Er is toch geen gevaar voor Ondanks den vreemden toestand waar- boek en de papieren weder in de lesse- het niet de eerste roofmoord zijn haar vroeg ik. in wij ons nog steeds bevonden kreeg naar geborgen te hebben, rookte hun Ongetwijfeld was de voornaamste on- „Voor niemand uwer, als u doet juffrouw Raven's gevoel voor humor makker even kalm en onverschillig der de vier Chineezen een zeer sluw wat ik u zeg," antwoordde hij. „Alles weer een oogenblik de overhand; jij als eerst zijn sigaar en goot den inhoud en scherpzinnig man, en onze vriend is gereed u hebt niets anders te lachte. van zijn glas door zijn keel Lo Chuh Fen was waarschijnlijk niet doen dan spoedig aan dek te komen, „Uw schoenen zeide zij, „wat Het was mij op dat oogenblik vol- minder. De beide anderen zouden niet voorop, in de boot te stappen en te wilt u nu doen Zie eens naar die stee- komen onverschillig of ik al dan niet noodig zijn. En als van deze twee, vertrekken. Vlug nu nen En dan de lange weg naar huis onder bewaking stond. Ik bleef waar zooals juffrouw Raven hoopte en ik Zonder verder nog een woord te spre- „Er zijn andere dingen waarom wij ik was en mijn oogen bleven spiedend wel mogelijk geacht had, de dienaar ken sloop hij onhoorbaar de trap weer eerst moeten denken," hernam ik. op de beide openingen gevestigd. Want van dokter Lorrimore, Wing, er een op en verdween. Eenige seconden stond „Het is nog steeds nacht, laten wij het scheen mij toe dat de „nette" was, dan was er inderdaad sluwheid ik besluiteloos. Was het een valstrik? dat niet vergeten. En nu deze boot Chinees daarbinnen opzettelijk zijn en slimheid voldoende en te over voor Zouden wij veilig zijn op het dek of denkt u mij te kunnen helpen om ze metgezellen trachtte te bedwelmen, het beramen en uitvoeren van het een een mikpunt voor Chineesche kogels, een eind deze beek in te trekken opdat hij daardoor het een of ander of ander plan. Terwijl ik daar lag. of slachtoffers voor Chineesche messen Wij slaagden erin, de vrij lichte boot duister doel zou kunnen bereiken. En zweetend en bevend van angst, ik zijn? Het kon zijn en toch.... op een goed beschutte plek te verber- wat zou er in dat geval worden van een machteloos, kalm, vredelievend Ik nam plotseling een besluit; het gen, dicht bij het bosch. In het onzeke- juffrouw Raven en mijzelf Een enkei man, die nauwelijks het eene einde was maar één stap naar de deur van re licht want er was geen maan, en oogenblik dacht ik erover om door de eener revolver van het andere onder- de binnenste hut en ik krabde zacht sinds wij het jacht verlaten hadden, andere hut Baxter te bereiken en hem scheiden kon, begon het mij waar- tegen de paneelen. De deur werd ter- waren de sterren verdwenen onder te zeggen wat ik zooeven gezien had ichijnlijk voor te komen, dat de Chi- stond geopend. zware wolkenmassa's die uit het zuid maar ik bedacht spoedig dat ik daar neezen hun Franschen en Engelschen „Ja?" fluisterde juffrouw Raven, oosten waren komen opzetten scheen mede wellicht een tooneel van moord makker zouden aanvallen, zoo moge- Ik herinnerde mij dat zij zoo noodig het bosch zwart en ondoordringbaar, en bloed zou veroorzaken waarbij lijk zich van hen ontdoen, den buit zonder vragen doen zou wat ik haar „Wij zullen hier moeten wachten vier Chineezen tegenover drie anderen voor zichzelf behouden en met het zeggen zou. tot het dag wordt," merkte ik op. zouden staan Van deze ldatsten was jacht naar ja waarheen gaan Maar „Kleed u terstond en kom naar bui- „In deze duisternis kunnen wij geen er dan bovendien nog een ikzelf in dat geval. wat*zou er dan geworden tenzeide ik „Vlugweg vinden door het boschik kan die niet alleen niet gewapend, maar van mijn gezellin en mijzelf? Het „Ik ben gekleed gaan slapen," ant- mijzelf den weg niet meer herinneren, zeer waarschijnlijk geheel onbruikbaar was niet zeer waarschijnlijk dat deze woordde zij. als er tenminste een weg was was als het op geweld gebruiken aan- Oosterlingen, ons met dezelfde hoffe- „Des te beter, kom dan terstond," waarlangs zij ons van de ruïne hierheen kwam. Neen. het eenige wat mij te lijkheid zouden behandelen die wij beval ik haar. gebracht hebben. U doet het best, doen stond, was wachten en dat deed ondervonden hadden van den excen- Zij kwam dadelijk de hut uit en stond met in de boot te gaan zitten en het u ik dan ook, met zwaar bonzend hart trieken Netherfield Baxter. naast mij n de duisternis Ik legde daar zoo aangenaam mogelijk te maken en strak gespannen zenuwen. Ik veronderstel dat er bijna een uur mijn hand op haar arm met bemoedi- met deze dekens. Het is in elk geval De eerstvolgende oogenblikken ge- verliep het kon meer, maar ook min- genden druk welwillend van hen, ons die mee te beurde e niets bizonders. Baxter der geweest zijn. Wel weetik dat het Wees niet bang,' fluisterde ik. geven!" dronk zijn glas in één teug leeg de langzaam verstrijken van den tijd mij „Volg mij naar het dek. Wij vertrek- Zij zette zich weer in de boot en ik Franschman deed over het zijne twee eenig denkbeeld gaf van wat een be- ken." wikkelde een der dekens om haar langzame teugen. Daarna legden beiden schuldige voelen zal als hij wacht op „Vertrekken?" herhaalde zij ver schouders, een andere om haar knieën, zich op een bank neder trokken de het vonnis dat over hem zal worden baasd. „Gaan wij weg „En u vroeg zij. dekens over zich heen en vielen voor geveld. Eens of tweemaal dacht ik „Ja, kom vlug!" zeide k. „Ik moet mij eerst bezig houden zoover ik dat zien kon, bijna terstond erover om alles erop te wagen, juffrouw Ik ging haar voor op de trap en met het maken van een paar schoenen," in slaap. De Chinees echter was zorg Raven te wekken en een poging tot naar het voordek. De nacht was bui- antwoordde ik glimlachend. „Deze vuldiger en meer punctuee'. Hij gunde ontv uchten te doen met de boot die tengewoon helder; de sterren fonkel- derde deken zal ik in repen scheuren zich den tijd om rustig zijn sigaar op te langszij van het jacht lag. Maar een den aan het firmament. De strook wa- en die om mijn voeten wikkelen ik rooken en zijn whiskey te drinken, oogenblik nadenken deed mij inzien ter tusschen het jacht en de kust lag kan niet over steenen. doornen en nam daarna uit een handkoffer een dat zulk een wanhopige laad slechts kalm en donker vóór ons. Wij konden distels loopen, om maar niets te zeggen pyama van geelgestreepte ijde en tengevolge kon hebben dat zoowel zelfs de bosschen aan de kust zeer van het karrespoor over de heide, begon zich vervolgens op zijn gemak iuffrouw Raven als ik eenige kogels duidelijk zien en aan den rand daarvan zonder eenige bedekking voor mijn te ontkleeden Die bezigheid vorderde door het lichaam zouden krijgen, een lichtende streep de beek die in voeten. ruim twintig nvnuten, en zelfs daarna Toen berekende ik mijn kansen om zee uitmondde. En ook kon ik aan Ik nam mijn zakmes en begon, op treuzelde hij nog, zijn pyama in de ongezien langs het dek op handen en den boeg van het vaartuig dat wij op den rand van de boot zittend, mijn plooien leggend en deze glad strijkend, voeten naar boven te kruipen en dan het punt stonden te verlaten, eenige ongewone taak eenige minuten lang Terwij! hij heen en weer ging in de hut, aan het luik te luisteren naar wat schaduwen onderscheiden waar- sloeg mijn gezellin mij zwijgend gade. wierp hij van tijd tot tijd een blik op er beneden verhandeld werd maar schijnlijk de Chineezen die ons wilden „Wat beteekent dit alles vroeg Baxter en den Franschman en ik opnieuw bracht eenig nadenken mij zien vertrekken zij eindelijk. „Waarom hebben zij ons maakte uit zijn tevreden kalmen glim- tot de slotsom dat zulk een waagstuk Een dier gestalten was evenwel dui- laten gaan lach op dat beide mannen n diepen stellig moest eindigen met eenige een- delijk te herkennen Lo Chuh Fen was „Daarvan heb ik niet het minste Slaap verzonken lagen Eindelijk stak timeters staal in mijn lichaam. En zoo daar, op ons wachtend, de armen ge- vermoeden," antwoordde ik. „Maar hij zijn voeten in een paar even hel lag ik daar. de zenuwen met eiken mi vuld met dekens. Zwijgend wenkte hij sedert ons onderhoud met Baxter zijn als zijn pyama gekleurde pantoffels, nuut strakker gespannen en badend ons, hem te volgen, ging ons voor langs er vreemde dingen gebeurd. Luister en plotseling met een greep van zijn in het zweet van vrees en plotseling, de zijde van het jacht naar de roeiboot- En ik vertelde haar toen alles wat er eigenaardig gevormde vingers, sloop zonder door het minste gerucht erop Hij ging er zelf het eerst in, hielp ons gebeurd was op het jacht na den terug hij door de deur naar boven in de duis- te zijn voorbereid, zag ik de gestalte toen naar beneden, klom daarna weer keer van den Franschman en zijn Chi- ternis. En ook ik gleed toen zachtjes van een man in de opening van de op het jacht en boog toen zijn geel ge- neeschen metgezel. „Wat moet men terug naar mijn kussens en dekens. deur bovenaan de trap scherp zich zicht naar mij over. daar nu van denken besloot ik mijn afteekenend tegen den hemei. „Roei maar rechtuit," mompelde hij. verhaal Lijkt het er niet op alsof TWEE EN TWINTIGSTE Het was niet door een plotselinge „Er is recht vóór u een groote lan- de Chineezen met deze twee mannen HOOFDSTUK. dapperheid daar ben ik volkomen dingsplaats, en ook op het strand is het valsch spel willen spelen?" zeker van maar uitsluitend door nu droog. De morgen zal spoedig aan- „Bedoelt u, dat zij voornemens zijn, Een bloedige dageraad. vrees dat ik. voor ik eigenlijk goed breken, dan kunt u door het bosch hen te vermoorden vroeg zij angstig wist wat ik deed. de dekens en kussens een goed heenkomen zoeken." fluisterend. ,Neen toch Ik hoorde stappen, zicht ais dwarre van mij afgeworpen had, opsprong, „En de boot vroeg ik. „Ik geloot dat iemand, die een leven lende sneeuwvlokken, boven mij op met één stap de ruimte tusschen ons „Die hebben wij niet meer noodig.' zooals dat van Baxter geleid heeft, het dekeen oogenblik hielden zij op wegnam en den indringer bij de armen antwoordde hij. „Laat ze maar achter moeilijk anders dan een gewelddadig einde verwachten kan," antwoordde ik. „Ja, dat meen ik zeker. Ik denk dat de Chineezen willen trachten, zich van de beide anderen te ontdoen om zich daar na met den buit uit de voeten te ma ken." „Vreeselijkmompelde zij. „Ja, maa toch was er niets anders te verwachten," hernam ik. „Wij heb ben de laatste uren voortdurend in een atmosfeer van., zulke dingen ge leefd en mogen ons gelukkig achten dat wij er bijtijds aan onikomen zijn." Zij bleef zwijgen, terwijl ik voortging met mijn werk, lk bond destrooken om mijn voeten en enkels en bevestigde ze op de manier van puttees om mijn beenen. „Ik begrijp het nietriep zij uit, nadat verscheidene minuten waren verloopen. „Die mannen moeten toch weten dat wij zoodra wij vrij waren, hen terstond zouden doen vervolgen." „Ik begrijp er in't geheel niets van," antwoordde ik. „Maar wij hebben ook slechts den buitenkant der dingen ge zien. Die wellevende schurk die ons geholpen heeft om het jacht te verla ten, zeide dat zij spoedig zee zouden kiezen, slechts wachtten totdat het water daarvoor hoog genoeg zou zijn. En vergeet niet dat zij ver weg kunnen zijn, naar het noorden, oosten of zui den, voor wij hen de politie op het spoor hebben kunnen zetten. Veronder stel eens dat zij zich ontdoen van Bax ter en den Franschman, wat zou hen dan verhinderen om over de Noordzee de wijk te nemen naar bijvoorbeeld de een of andere Russische haven Zij hebben een lading aan boord die overal verkoopbaar is en ongetwijfeld zullen zij die in klinkende mun hebben om gezet voor er veel tijd verloopen is." Weer zweeg zij eenigen tijd, en toen zij weer sprak was 't op beslisten toon I „Neen, ik denk in 't geheel niet dat dat erachter zit," zeide zij met nadruk. „Zij zijn afhankelijk van weer en wind, en zoo groot zijn de zeeën niet, dat zij met behulp van door ons gegeven in lichtingen niet achterhaald zouden worden. Ik ben er van overtuigd dat het om iets anders gaat." „Wat denkt u dan?" vroeg ik nieuws- 8ierig' „Ik heb een vaag idee, antwoordde zij met een lachje dat duidelijk te ken nen gaf dat zij zelf niet veel vertrouwen had in haar zienswijze, „veronderstel eens dat deze Chineezen, van wie u zegt, dat zij zoo buitengewoon slim en scherpzinnig zijn, een complot gesmeed hebben om den Franschman en Baxter aan de politie uit te leveren, met den geroofden rnhat Wat denkt u daar van Ik was juist met mijn ongewonen ar beid gereed en sprong plotseling op mijn vreemdsoortig „geschoeide" voe ten met een uitroep die ditmaal niet het gevolg was van een onaangename aanraking met de scherpe steenen. „Wel verduiveld riep ik uit. „Dat idee is nog niet zoo slechtZoo geheel onmogelijk is dat niet „Wij dachten dat Wing zich aan boord van het jacht bevond," ging zij voort. „Als dat inderdaad het geval is, geloof ik de veronderstelling van zoo even wel te mogen maken. Laten wij eens aannemen dat Wing in aanraking kwam met deze lieden toen hij naar Londen gingdat hij in hun dienst trad in de hoop daardoor achter hun geheim te komen dat hij verder de andere Chineezen heeft weten over te halen, om zich van Baxter en den Franschman meester te maken, kort om dat hij, de rol van detective gespeeld heeft Zou dat niet de ver klaring kunnen zijn van het feit dat zij ons teruggezonden hebben „Misschien gedeeltelijk, wellicht ook geheel." zeide ik, nog bezig met dit nieuwe idee te verwerken. „Maar waar en wanneer zou het hun bedoeling zijn, die uitlevering te doen plaats hebben, als uw theorie tenminste iuist zou blij ken te zijn „Dat is toch werkelijk gemakkelijk genoeg,' antwoordde zij sneL „Zij behoeven niets anders te doen dan het jacht bijvoorbeeld in de haven van Berwick te brengen en de politie aan boord te halen. Een eenvoudige zaak „Ik twijfel er nog aan of 't werkelijk zoo is," hernam ik peinzend. „"Het is mogelijk, maar in elk geval, als wij hier blijven, tot het dag wordt en de vloed opkomt, kunnen wij zien welke richting het jacht neemt." „Het is tusschen vijf en zes uur hoog water," merkte zij op. „Althans, gis terenmorgen tusschen vier en vijf uur was het hoog water bij Ravensdene Court dat nu zoo ver weg, in een andere wereld schijnt te zijn „Hebt u honger vroeg ik. „In het geheel niet," antwoordde zij. „Maar het is een heele tijd sinds gisterenmiddag, en wij hebben heel wat beleefd en gezien sinds dien tijd." „Wij hebben althans den heer Ne therfield Baxter gezien," merkte ik op. „Een merkwaardig man!" zeide zij met een lachje. „Hij is van het soort dat men onder andere omstandigheden gaarne in gezelschap ontmoeten zou." „Ja." stemde ik toe. „Hij heeft althans een goede tong en is een onder houdend prater. Ik geloof wel, dat er vrouwen zijn die door zulk een man zouden worden aangetrokken." „En veel," antwoordde zij. „Ik zeide zooeven reeds dat hij een merk waardig man is." „Ah zeide ik een weinig spottend. „Gisteravond had ik er reeds eenig vermoeden van dat hij uw belangstel ling had opgewekt." „Dat wil echter niet zeggen dat ik zijn daden niet zou afkeuren of veraf schuwen," hernam zij. „Intusschen op het oogenblik heb ik meer belang stelling voor uw gebrek aan schoenen," ging zij voort. „Maar daar u erin ge slaagd schijnt te zijn om die eenigszins te vervangen, zou ik u willen vragen of u het niet wenschelijk acht om ons huiswaarts te begeven Is het noodig dat wij door het bosch gaan Waarom zouden wij de kust niet volgen „Ik twijfel eraan of wij wel in staat zullen zijn, het zuidelijke punt van de zen inham om te komen," antwoordde ik. „Gistermiddag keek ik van het dek van het jacht hierheen en zag toen daar een soort van rotsmuur die recht uit de zee in loopt. En als de vloed op komt.." „Welnu, dan maar door het bosch," viel zij mij in de rede. „Wij kunnen in elk geval ons daarin een weg banen, en het zal binnen een uur wel beginnen te dagen." „Als u het probeeren wilt om door het bosch te dringen," antwoordde ik. „Maar het zal er donkerder zijn en het gaan is er zeker moeilijker dan u denkt. Echter. Juist op dat oogenblik en nog voor zij eigenlijk tot een definitief besluit gekomen was, werd ons beider aan dacht plotseling van ons onderwerp afgeleid. Over de strook water ter breed te van ongeveer driekwart mijl die ons scheidde van onze voormalige gevan genis, kwam duidelijk en onmisken baar het geluid van een revolverschot, onmiddellijk door een tweede gevolgd. Juffrouw Raven, die opgestaan was, ging plotseling weer zitten. Een derde schot klonk, een vierde en een vijfde. Wij zagen duidelijk de vuurstralen, die ongetwijfeld van het dek van het jacht kwamen. „Schieten," mompelde juffrouw Ra ven. ,Een gevecht natuurlijk," zeide ik. „Dat is juist.Luister eens 1" Een half dozijn losbrandingen, scherp en hard, volgden zeer snel op elkander, toen twee of drie bijna gelijktijdig. De echo's volgden met een akelig ge luid uit het bosch en van de rotsen. Bijna even snel als de vuurstralen het duister scheurden, stierf het geluid der schoten weg, en er volgde een lood zware,fsombere stilte. „Dat is juist wat vroeg mijn gezellin kalm. „Wel, zoo niet geheel, dan toch ge deeltelijk wat ik verwachtte" antwoord de ik. „De gedachte was reeds bij mij opgekomen, dat, als het verdoovings- middel dat de Chinees in de glazen van Baxter en den Franschman geworpen had, niet zoo krachtig werken zou als zijn bedoeling was en de beide mannen bij een te vroeg ontwaken uit hun slaan zouden bemerken dat er verraad in het spel was, dat er dan welnu, wat denkt u dat er dan gebeuren zou „Dan zou er natuurlijk gevochten worden veronderstelde zij. „U is niet bepaald overdreven teer gevoelig zeide ik schertsend. „Er zou een bloedig moordtooneel gevolgd zijn. HCin leven of dat van de anderen. En ik zou denken dat de dood op het oogenblik in dat onzalig vaartuig rond waart." Zij antwoordde niet en wij staarden geruimen tijd, scherp luisterend, naar de donkere massa die bewegingloos op het grijze watervlak rustte. Ik spande mijn ooren in om het geluid van in het water slaande roeiriemen op te vangen het zou immers wel kun nen zijn, dat er van de mannen die zich aan boord van het jacht bevon den, de kust zouden trachten te berei ken om aan een dreigenden dood te ontkomen. Maar de diepe stilte duurde onver- broken voort. Wij spraken er nu niet meer over om ons gereed te maken voor de thuisreis de nieuwsgierigheid naar wat er ginds gebeurd was, hield ons geboeid aan de plek en deed ons slechts fluisterend spreken. De tijd verliep, en bijna vóór wij ons ervan bewust waren dat de nacht voorbij ging, bemerkten wij plotseling een lange streep van zwak-gee) licht bo ven den verren horizon „De dageraadmompelde ik. Op dat oogenblik hoorden wij een zwak geluid. Ergens buiten de baai, maar toch blijkbaar dicht bij de kust, door kliefde een door stroom gedreven vaar tuig met gevaarlijke snelheid de golven. DRIEËNTWINTIGSTE HOOFDSTUK. De vierde Chinees. Terwijl wij daar stonden, turend over de wijde watervlakte, veranderde de lange, zacht-gele lichtstreep aan den horizon plotseling van kleur eerst in een zacht rose, daarna in een warm rood. Het tooneel om ons heen, hemel, zee en land verhelderde als bij tbo- verslag. En even plotseling schoot van achter den hoek van 't zuidelijk einde der inham, zich scherp afteekenend tegen den rooden horizon, de langwer pige, laag op het water liggende romp van een vaartuig, een donker, onheil spellend voorwerp, waarin k terstond een torpedo-vernieler herkende. De boot voer met volle snelheid en zou, dat was dadelijk te zien, spoedig uit het gezicht verdwenen zijn. En ik vroeg mijzelf nieuwsgierig af, of vanaf het dek de inham en het daar voor anker bggende jacht zichtbaar zouden zijn, toen de snelheid van de boot plotseling verminderde de boot zijwaarts wend de en na een groote boog beschreven te hebben, langzaam op de baai toe voer, daarbij, zooals een fox-terrier snuffelt aan een ratten- of muizenhol, spiedend vóór de lijn van onderzee sche klippen aan de inham Tot op dat oogenblik hadden juf rouw Raven en ik de onverwachte verschijning van de boot zwijgend ga degeslagen toen ik mij omwendde zag ik dat dezelfde gedachte die in mijn brein was opgekomen ook haar bezighield .Denkt u dat die boot naar het jacht zocht?" vroeg zij. „Het is een kanon neerboot, of iets van dien aard, niet waar k .Een torpedo-vernieler van het nieuwste type," antwoordde ik „En wat u eerst vroeg, was juist waaraan ik dadelijk dacht toen de boot in zicht kwam Het is zeer wel moge ijk dat den autoriteiten iets omtrent het jacht ter oore gekomen is en dat men den torpedo-vernieler van de meest nabij zijnde ooriogshaven gezonden heeft om de kust af te zoeken. Misschien heeft men het iacht reeds bemerkt, maar men kan de klippen nog niet passeeren De vloed komt toch wei snel op, merkte mijn gezellin op. naar de vóór ons gelegen kust wijzend. Het water zal onze boot ook spoedig bereikt heb ben," Ik zag dat zij gelijk had, en dat de boot binnen enkele oogenblikken drij ven zou. Wij maakten ze vast en trok ken ons toen verder terug van de kust waar wij nu van onder de schaduw eener groep jonge eikenboomen op nieuw den blik naar zee wendden De torpedo-vernieler lag thans werkeloos buiten de rij van onderzeesche klippen Plotseling rees recht achter haar ver weg over de grijze zee de zon aan den gezichteinder terwijl de donkere romp van het vaartuig echter nog een ge deelte van den vurigen bol aan ons oog onttrok Wij zagen nu ook duidelijk eenige gestalten op het dek heen en weer bewegen op 't jacht echter viel geen teeken van leven meer te bespeu ren Op hetzelfde oogenblik evenwei dat wij onzen blik wendden naar onze voormalige gevangenis kwam er weer leven aan boord. Nogmaals k onk een schot, door twee andere snel op elkan der gevolgd. Terwijl wij in de richting van het jacht staarden, ons nieuws gierig afvragend wat deze nieuwe vecht partij mocht beteekenen. zagen wij bij den boeg een boot in het water af laten waarin zich een man bevond die blijkbaar wanhopige pogingen deed om weg te komen. Iemand aan boord van het jacht scheen echter er evenzeer op gesteld te zijn om de ontsnapping te verhinderen. Drie, vier schoten Slon ken en na een daarvan viel de man in de boot voorover met angstwekkende snelheid. Hij is getroffen I" riep ik onwille keurig uit. „Arme duivel Wie hij ook wezen mag I" „Neen!" riep juffrouw Raven uit. „Zie maar, hij staat weer op De gestalte in de boot deed moeite om overeind te komen zelfs op den afstand die tusschen hem en ons ge legen was, konden wij zien hoe moeilijk hem dat viel. Maar de stralen der pas opgekomen zon waren reeds zóó fel en verblindend, dat wij niet konden onderscheiden of de gestalte die van een Engelschman of van een Chinees was in elk geval echter was de man vrij groot. Hij slaagde er nu ook in, op te staan en eén arm te strekken in de richting van het jacht, waarvan hij op dat oogenblik reeds ongeveer twin tig meter verwijderd was. Nog twee, schoten klonken een van het ja:ht en een vanuit de boot. Het scheen mij toe dat de man in de boot wankelde, maar een oogenblik later was hij weer met de riemen bezig. Van het jacht kwam nu geen enkel schot meer en de boot verwijderde zich meer en meer in de richting van een landtong, on geveer drie vierhonderd meter van de plaats waar wij ons bevonden. Er waren hooge rotsen aan de zeezijde van die landtong, en daarachter ver dween de boot. „Dat is althans één dier schurken welke ontsnapt is," mompelde ik, niet zeer aangenaam gestemd door de gedachte dat hij niet ver van ons ver wijderd was. Ik ben benieuwd wie het isMaar ik ben er zeker van. dat hij gewond is, want na een van de scho ten van het jacht viel hij als een blok in de boot neer. Natuurlijk zal hij zijn weg wel door het bosch nemen, en., wij zijn óók daarop aangewezen I" „Nog niet," zeide juffrouw Raven. „Kijk daar eens Zij wees over den inham achter de klippen en ik zag dat van den torpedo-vernieler een boot was afgezet die in snelle vaart toeging op de rij van klippen, welke nu, bij den opkomenden vloed, nog slechts te zien was aan een witte streep schuim. „Zij gaan er op af I" riep ik uit. „Ik ben wel benieuwd wat zij zullen vinden „Lijken natuurlijkantwoordde juffrouw Raven op kalmen toon. „Wat zouden zij na al dat schieten ènders moeten vinden Ik denk dat de man die wij zooeven in de boot za gen, de eenige overlevende is." „Er was een man aan boord van het jacht, die op hem vuurde en op wien hij teruggeschoten heeft," merkte ik op. „Ja. maar die heeft met meer ge vuurd," hernam zij. „Zij zijn stellig oh ij;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 8