Advertentiën. Haaflemsche Bankvereeniging Mulder s Lammerse dagblad rijke mijnstree c. L. W. RUYS weder te SONSULTEERtH. Gebr. P. J. Schuuring Bruine Jacoba Inmaakpotten 6R0ITE AFfiRAAKVEILINB DE RESIDENTIEBODE m m m i tui Barrevoetestraat le huis Botermarkt bbeühhhhhjshb ELCK WAT WILS Cornelis van Veen Dr. M i. F. SCHUTTE mFWEZIG. Alóm bekend en soiled adres van alle soorten MEUBELEN, BEDDEN, LEDIKANTEN ENZ. Eigen Meubelmakerij en Stoffeerderij A Concurrentie onmogelijk Komt, ziet en overtuigt U J. VAN OPZEELAND, WAAROM verwervsn tstor-producttii steeds meer vrienden 7 OMDAT isloi-pieditlm en het woord BETROUWBAAR ÉÉN rijn. PLUIMVEE Te Koop Een koopje. f1 is voor publiciteit ia OVERVEEtt. VELSEN. VACANTIE LANGS DEN WEG. BRAMMETJE. Of het nooit droog weer wordt!? We gaan naar Zand voort. hij 't wist Hoe het verkeer onveilig wordt. EEN AVONTUUR VAN EEN SCHUTTERSCOMMANDANT, T. STEENMAN J. v. MAANEN FRITS Is tot en met 3 September STOLBERGSTRAAT 20 dÊr Koopt Uwïjk J^SCHOENWERKbli^t B. JONCKüLOEDTB II BARTELJORISSTR. 27 gg Haarlem Aalsmeer - Beverwijk - Bloemendaal Edam - Hillegom Hoofddorp - Lelden Lisse - Purmerend - IJmuiden - Zandvoort MAANDSTAAT OP 31 JULI 1922 CREDIT. Wij zetten onze Zomer Opruiming voort, en noteeren nog steeds als Maak- loon en Fournituren f45,00 p. Costuum, Mantel of Demie f40,00 Dames- en Heerenkleermakers Kamperstraat 20-22 Teief.2474 v# Glas, Porcelein, Aardewerk, Ge ëmailleerde en Huishoudelijke Artikelen ZIJLSTRAAT 26 en 28, HAARLEM. Teleph. 2615 Braakenburg en Buve, Telephoon TALISMAN rijwielen lohmann, Anthoniestr63-65 DAMSTRAAT 17. BALKEN, PLANKEN, Een groote partij brandhout enz WOENSDAG 16 AUGUSTUS 10 UUR. Levering van alle soorten Direct leverbaar circa 4G0 kuikens a f 0.40 p. st., f 38.- per 100 stuks. A. CLEMENS IJWEG, Nieuw Vennep. WEGEMS VERBOUWING TE KOOP Biljartballen. t ADVERTENTIE»! bestemd voor DEN HAAG en omliggende gemeenten alsook voor SCHEVENIN GEN, Het WEST LAND enz. BOELSTRAAT 2 en 2a avnMHMBM! Vraag en Aanbod Ad vertentiën Nette Meisjes R.-K. Dienstbode GEVRRAGD EEN Boerenknechtje Zijspanwagen Te Koop Kosthuis aangeboden Platte Wagen R.-K. Uilvoerder het aangewezen blad, Vra gratis proefnummers aan Administratie te Heerlen. Jubileum. Onze bekende dorps genoot Jan Schreur, overweg-wissel- wnchter, of in moderne terminologie te spreken arbeider-rangeerder, hoopt den 4en Sept. a.s. den dag te her denken, dat hij vóór 25 jaar als zoo danig aan het Overveensclie Station in dienst trad. Schreur is een te algemeen bekende persoonlijkheid, om 't bij dit korte berichtje te laten. Binnenkort hopen we hier dus op terug te komen. ondertrouwd: A. v. d. Wal en C. E. v. d. Mey. P. J. van Breugel en F. Visser. C. Kok en G. Schoon. W. J van Es en M. Lammers. P. Alders en H. Bosman. - J. R. Huiscr en M. J. Voogt. L. J. Oli vier en C. C. M. Mors. P. Blom cn A. tto schar. F. van Rooyen en C. Zuider duin. Getrouwd: K. Hollander en G. W. Vis- ser. —F. J. Koek en R. Rademakers. C. Duyn en E. A. Hermans. F. van Ga len en F. J. de Graaf. A. Amse en J. G. Eenhoorn. Geboren: d. van N. Bakker-Schellevis. d.-van L. A. H. Kool-Schimmelpfennig. t. van C. Veldman-van Strien. .ia het eten om twaalf uur, was Bram- metje haastig weggevlucht. Het wachten was natuurlijk weer geweest op Wiesje die too langzaam at en geen jan-in-de-zak lustte; Moeder deed al een paar borden in elkaar en 'hoopvol keek Brammetje naar Vader: die zou nu wel gaan „danken." Even zat hij nog, zich bedwingend, met gevouwen handjes en gesloten oogen, maar toen hij vaders stem net als alle middagen ,amen" hoorde zeggen en „wel bekome het je", liet hij zich dade lijk met een klein aanzetje voorzichtig van zijn stoel glijden en liep recht naar de kamerdeur, niet al te vlug, want an ders zouden ze 't misschien bemerken. Maar in 't gangetje: rats-rats schoot hij, zoo gauw hij kon zijn klompjes aan en holde de straat op. Onder 't loopen voel de hij met zijn oene hand op zijn kiel tje waar die voor zijn buik bolde boven de elastiekrand: de vork was er nog. Hij btgon nu langzamer en hajaWe voorzich tig het ijzeren ding met de scherpe pun ten uit zyn „bloes." Hij bekeek hem even en het leek hem een heel andere vork als waarmee hij zoo pas de „jan- in-de-zak" gegeten had; er waren roest- vlekjes op de steel en één van de pun ten was erg afgesleten. Als Moeder het maar niet ontdekken zou nuu ze de ta fel afruimde en al het eetgerij wasschen ging. Meteen sloeg er angstig iets door zijn hoofd of het wel eerlijk was wat hij deed. Mocht je een vork meenemen al was die. van je eigen moeder? Stilletjes meenemen?? Als de politie hem daarvoor kwam halen? Hij dacht aan de veldwach ter die Schut heette en een groote snor hadMaar in de verte, bij 't kanaal, zag hij Attie al en Kees Pukkie en een heele troep groote jongens; dadelijk ontzonken hem al zijn angstige gedach ten; er was „flauw visch". Waardoor het kwam, wist Brammetje niet, maar de vischjes die anders diep on der H water verborgen zaten, dreven .nu allemaal naar boven met hun wit-schub- bige buikjes en je kon ze, als je een net je had maar zoo uit het kanaal opschep pen of anders ze prikken met een vork. Brammetje zou al zijn zakken vol voor Moeder meenemen naar huis en dam óók zeggen: hier is de vork terug, daar heb ik ze mee gevangen. K Mijn zakdoekmag ik Koes Pukkie had zijn voifc op een lan ge boonestok en in zijn pet droeg hij al vier visschen, flinke dikke; ze waren niet dood, maar alleen „flauw" en je kon ze nog fijn braden en opeten. Brammetje kroop wanhopig van den wa terkant, heel dicht bij den waterkant, prik te hij met zijn korte armpjes uit de ver te naar de voorbijdrijvende vischjes. Het was moeilijker dan hij gedacht had. De zon scheen stekeud-warm op zijn rug en hij werd' even een beetje duizelig van het blinkende water vóór hem. Voorzichtig schoof hij nog een eindje vooruit in het gras; de vischjes ware% heel, heel dicht bij, maar telkens prikte hij tevergeefs. Had hij ook maar een stok om zijn vork op,vast te binden, Kees Pukkie had er ai weer een visch, een „snoek" zei hij. Brammetje kroop wanhopig van den waterkant terug. Vol bewondering keek hij naar de groote jongens uit de hoogste klas die de visschen soms maar zoo met hun handen grijpen konden of ze met een stokslag omverwacht-vlug uit het water in het gras wierpen. Alles wat ze vingen, deden ze in een groote emmer en de heele bodem daarvan was al bedekt. Bramme tje, op zijn hurken met de handen op zijn knieën, boog zijn hoofd behoedzaam over den emmer-rand en keek er in met ontzag maar Toon Porre, een héél groote jongen al in een lange broek, duwde hem met een stomp er bij weg; Brammetje was bij-, na gevallen en wreef zwijgend zijn arm. „We moeten een net maken, jongens," zei Toon, „het schiet zoo niet op," en hij schudde de emmer om de visschen te tellen, „nog maar acht." Acht, dacht Brammetje, acht als hij zóóveel had; en hij keek naar de vork in zijn hand; zou hij het nog eens probeeren? Toon had al een stuk ijzerdraad rond gebogen en boven aan zijn stok vastge maakt stevig en vlug zooals een groot mensch dat doet, en ..wie heeft nu een zakdoek?" vroeg hij, „maar 't moet een groote zijn." De jongens stonden allemaal in 't rond en hier en daar kwam er al een zakdoek, inééngefrotnmeld, klein en vuil. Bram metje voélde ook in zijn zak; hij had juist een groote, een van Vader, vanmorgen haastig door Moeder gegeven. Schuchter liet hij hem zien. „Dèt is een beste," zei Toon opeens en Brammetje was zijn doek al kwijt vóór Toen het netje klaar was, gang het vis schen prachtig en alle jongens deden op getogen mee; bij drieën, vieren schepte Toon de vischjes op en de emmer werd voller en voller 't Werd intusschen tijd om naar de middagschool te gaan: de meesters waren er al lang, en voorzichtig waagde Bram metje: krijg ik. „Je krijgt," zei Toon m de drukte van zijn werk en er was iets van vriendschap in zijn stem die Brammetjes trots maak te ,jo krijgtnou laat ik zeggen: de helft van alles wat we vangen." Brammetje bloosde van schrik en ook omdat alle jongens hem aankeken; toen borg hij zijn vork maar weer onder zijn kieltje. Bijna was hij dien middag te laat in de school gekomen. Zongvuldig had- hij nog gezien hoe de jongens het net en al de visch geborgen hadden achter Toon's huis en toen was het op een holletje gegaan en toen was het op een holletje gegaan naar het schoolplein even vóórdat do bel ging; als 't vier uur was zouden ze nog veel meer vangen, Brammetje zat nu achter in de klas te soezen over zijn leesboekje alle letters die hij zag werden vischjes een zee van visch, jes al maar meer. Toen gebeurde het. Hij wist niet hoé het precies ging, maar ergens op de voorste banken was een kind geweest met een vieze neus en allemaal moesten ze op-eens hun zakdoeken iaten zien. „Neem hem maar in de hand en houd hem in de hoogte," zei de juffrouw, en overal boven de hooden kwamen de doe ken, witte en roode en mooie-met-bloe- men en de juf voor de klas ging op het bankje staan en rekte haar hals om ze alle le kunnen zien. Brammetje kromp in-een van angst, klein zakte hij weg in zijn bankje en het zweet brak hem uit. Wat moest hij doen? Zijn handen wroetelden zenuwachtig tus- schen zijn kieltje en zijn broek, en op eens: hij bedacht zich niet, maar met een ruk trok hij zijn hemmetje omhoog en hield het zooveT hij kon boven dé bank, stevig in zijn knuistje. Iets van hoop-op-redding tintelde door zijn har tje en toen hij de stem van de juffrouw hoorde: „En jij Brammetje?" trok hij het witte hemd nog hooger uit en riep triom fantelijk: „Hier, juf." „Hóóger, jongen! FSink omhoog F arm!"' en Brammetje trok weer en weer, wanhopig nu, tot hij zijn billetjes naakt voelde in zijn broek. Toen ontzonk hem de moed, want Juf kwam al tusschen de rijen door, recht opr hem af; hij zag haar nader komen, ieder keer een stap, en hij liet zijn hand zak ken: zijn hemdje hing slap nu naast zijn broek, een rare witte lap, en de kinderen begonnen te kijken en te lachen Plotseling groeiden, de narigheid en de schaamte in hem tot iets dat hem ramp zalig overweldigde: met zijn hoofd op de gekruiste armen wierp hij zich over het blad van zijn bank cn schreide het uit, on bedaarlijk Na dé schooltijd moést hij even blijven en hij hoorde zelf zeggen dat het toch niet eerlijk van hem geweest was, dat hij ronduit had moeten zeggen: „ik heb geen zakdoek," en dat hij geen leugenaar mocht worden. Voor zijn straf kreeg hij een papier mee waarop hij vijftig keeren moest schrijven: „Ik mag niet liegen en bedriegen." Toen was hij vrij en op het schoolplein stond hij even alleen, gek verdwaald in de leegheid en de stilte want de andere kin deren waren al weg. Maar dadelijk dacht hij weier aan de vischjes en op een draf liep hij naar het huis van Toon. De groote jongens waren juist bezig te verdeden; elk kreeg een zoodje visch in zijn pet en Toon zelf het meest. Voorzichtig scharrelde Brammetje tusschen al die grooten door. „En ik?.... Mijn zakdoekvroeg hij zachtjes. „O ja," zei Toon, „ja natuurlijk mórgen; we gaan nog meer vangen." Morgen pas? Morgenl En hij wou nu zoo graag bij Moeder thuis komen met al zijn visch, juist nu om dat van het straf werk weer goed te maken. Morgen? Brammetje geloofde het ook niet heelemaal meer, want de jongens lachten zoo raar. Hij voelde de tranen weer in zijn oogen komen, zijn keel werd droog cn hii stotterde: „Geef me dan.... mijn zakdoek.... maar terug." Maar Toon was al weg; hij liep als een reus, de emmer in de hand en over zijn schouder de stok met het net; de witte zakdoek wapperde bovenaan als een bolle vlag. Brammetje zag hem aan wanhopig. In zijn kieltje woog zwaar nog de ijzeren vork en in zijn hand hield hij potlood en papier: „Ik mag niet liegen en bedriegen." (Utr. Dgbld.) Mr. F. C. A. M. Tilman te Breda schrijft aan de „Msb." Bestuurders van rijwielen, motorrijtuigen en andere voertuigen zijn bij het inhalen van rijwielen en motorrijtuigen verplicht links uit te wijken en degenen, die inge haald wordt, behoeft niet uit te wijken, tenzij de snellere rijder hem anders niet kan passeeren en hem behoorlijk waar schuwt. In dat geval wijkt hij, die inge- hoald wordt, naar rechts uit. Op dezen regel bestaat maar een uit zondering en wel als het volgende geval zich voordoet; een wielrijder of motorrij der wordt door een andere ingehaald: le op een rijwielpad langs een rijweg loo pend; 2e. dit rijwielpad ligt te hunpen op zichte links van den weg en 3e de breed te van het pad Iaat niet tpe, dat men el kander op het pad passeert. Dan, doch dan alleen, moet de snellere rijder van het pad af, hij moet dus bij het inhalen rechts passeeren. En dit is logisch gedacht, want ware het anders, dan zouden alle bezadigde wielrijders gedwongen zijn om voor iederen sneller, vaak wild en woest rijdenden, evenmensch het pad te verlaten, zoöals terecht wordt opgemerkt in de toe lichting op het Motor- en Rijwielreglement er zoude anders een premie op snel rij den zijn gesteld. Bovenstaande is, m.i.. voldoende duide lijk, voor wio onbevooroordeeld de wet leest, te vinden in artikelen 3, 32 en 35 van bedoeld reglement. Omdat echter de A. N. W. B. speciaal in zijn orgaan de Kampioen zijn leden vóórhoudt, dat het niet zoo is en dat men -ook op een pad van voldoende breedte naar links moet als men wordt ingehaald en naar rechts (of wel van het pad af?) als men zelf inhaalt, werd ten overvloede ,een strafzaak aanhangig gemaakt om de kwestie delinitief te beslissen. Dit was te meer noodzakelijk, omdat blijkbaar een aantal lezers van de Kampioen zich ging houcfen aan Keï onlogisch1 en óhjülsï acf- vies hun in dat bad gegeven, terwijl het overige publiek juist anders handelt met het gevolg, dat reeds meer dan één aan rijding heft paats gehad. Ons hoogste rechtscollege besliste op 24 April 1922 in overeenstemming met het vonnis der Brc- dasche Rechtbank, dat inderdaad alleen dan de snellere rijder rechts ment uit wijken als het rijwielpad te smal is om daarop te passeeren en voegde aan die uitspraak toe „dat een uitlegging, wel ke op een rijwielpad als bedoeld" (leen voldoende breed rijwielpad) „den inha- lenden bestuurder steeds tot naar rechts uitwijken, dus rechts voorbijrijden, zou nopen, met de eischen van het verkeer niet vereenigbaar is." De redactie van de Kampioen is met deze beslissing in kennis gesteld. Mlon zou nu denken, dat deze redactie mlaft voortvarendheid haaar onjuiste stelling, herroept, de lezers van het blad in licht en aan den inderdaaad door haar in het leven geroepen ongoragelden toe stand een einde tracht te maken het groot publiek immers rijdt en blijft rijden, in dit opzicht, juist zooals de Kampioen het niet wilde, en zooals de wet het wél voorschrijft. Doch niets daarvan; men vindt In tegendeel het beter de beslissing niet inde „Kampioen" te publiceeren en dit, terwijl het handboekje 1922 van den A. N. W. B. op blz. 189—190 de onjuiste uitlegging der wet vermeldt. Intusschen rijden in werkelijk voor komende gevallen motorrijders en fietsers, verschillende regelingen vol gend, tegen elkander en houden tegen elkander stokstijf vol, dat zij goed uitweken en dat de andere de re gels van den weg niet kent. Aan wie de fout? Is het niet nood zakelijk dat de beslissing door anderen dan de „Kampioen" wèl gepubliceerd wordt? EEN REISGIDS UIT HET JAAR 1811. Hoezeeer het reizen van vroeger ver schilde hij het reizen van nu, bewijst wel een reisgids uit het jaar 1811, welke door een medewerker van „le Petit Parisian" aan een der Seine-ka- den werd ontdekt. Als reishenoodigdheden werden aller eerst opgegeven: EeiE leeren koffer om boven op de dilligence te zetten, een groote vierkante tasch van runderleer om het allernoodzakelijkste in mee te dragen; verder een handtasch, en twee hertevellen om op de doorgaans vuile matrassen in de herbergen te leggen. Bovendien moest men meeenemen: la kens, een oorkussen, en.... een goed, ge makkelijk kussen, waarop men kan zit ten, om pijn te vermijden. Om des zomers immuun te zijn tegen de beten en verdere onvriendelijkheden van 'n zeker soort beeestjes, die men zelf in de beste herbergen" ontmoet, moet men zich voorzien van een essence van. kruidnagels of van kamfer, die men in I sachetten aan de vier hoekon vaq het bed meet ophangen. In het hotel is het wenschelijk „zijn bed tegen de deur te zetten in het midden van de kamer, en 't licht aan te houden, om ongelegen bezoek te ver mijden, „want men kan niet weten, wie in deze herbergen vertoeven." Het is ook geraden een grendel met zich mee te nemen, waarmee men zelf de deur kan afsluiten; ook neme men oen paar goede pistolen mee, die men om de vcorfiërf daigêh opnieuw moet iad dat het kruit niet zal bederven." Ten slotte eenige raadgevingen voor „geval men aangevallen wordt door ben? dieten, wat altijd kan gebeuren." Indien er in de diligence genoeg dap pere mannen zijn om met de wapens ta antwoorden op een onbeschaamd onder zoek, is het geraden zich in dé beschut ting van de koels te houden en slechta op den buik vau zijn tegenstander ta mikken, zoodra men het wit van zijn oogen ziet. Op deze manier zult gij niet missen..." En dit alles kon gedrukt worden slechts 110 jaar geleden, onder de regee- j ring van Napoleon den Groote! Een heer, die pas tot den hoogen rang van majoor der schutterij bepoamd en niet overladen was met militaire kennis, moest voor het eerst eene parade kom mandeeren en ging zich daarom wat oefe nen. Het exercitieveld was eene opkamer, waarheen een trap van acht treden leid de. De majoor stelde zich in militaire houding, trok het zwaard en komman deerde, tegelijk manoeuvreerende: „Geeft achtl Eerst drie pas achterwaarts en dan linksaf marsch." Öp eens hoorde men in huis een gewel digen val. Zijne vrouw kwam beangst toe schieten en vroeg, toen zij zag, dat de ma joor in 't vuur van het kommandement niet aan de trap had gedacht en beneden op den vloer lag: Manlief, wat is er? Hebt ge u be zeerd? Vrouw antwoordde de getuimelda held blijf maar waar ge zijt Gij be grijpt die manoeuvres toch niet! DE STRIJD OM 't BESTAAN. Veldwachter: Weet je niet, dat hier niet moogt vechten? Landlooper: Hoe moet men zich dan' door 't leven slaan, als men niet vechten kan? EEN ZWENKING. Een advocaat, zeer knap en zeer Wel sprekend, maar die overtollige drukte had en daardoor eenigszins verstrooid, moes* eens pleiten voor een boef. Hij begon: De man, dien gij daar ziet, is eek der laagste, een der gemeenste, een deit meest ploertige schurken, die gij, Edel- achtbaren, vóór uw vierschaaar zult ge zien hebben Hier trok hem de kliënt aan zijn toga, hetgeen den advocaat weer in 't goede spoor bracht. althans zoo zou U het O. M. wel gaarne hebben willen toeroepen maar ik vraag U, mijnheeren is er wel één wer kelijk gode en braaf mensch geweest, die niet gelasterd werd. BESCHOUWING. In onzen tijd behoeft men zoo weinig te zijn om iets te zijn, dat men al recht heeft, zich voor iets te houden, als men niets is. TOCH IETS NIEUWS ONDER DE ZOV Te Sprockhovel (Duitschland) is tenv einde in eene „dringende behoefte" té voorzien eene „Neuzenvereniging" ge sticht. Als leden worden enkel zij aange nomen, die zonderling gevormde en heel forsch ontwikkelde neuzen hebben; min stens moeten zij in 't bezit van reukorga nen zijn, die door roode of blauwe tin ten het bewijs leveren, dat de eigenaars er van groote liefhebbers van snuif of Sterken drank zijn. ONBREEKBAAR. Wat doet die kanonskogel daar In A. kamer? O, dat is Frans zijn speelgoed. Al hel andere maakt hij dadelijk stuk! R Heden overleed mijn beste Broeder en onze Oom in den ouderdom van 85 jaar. Uit aller naam, CATHARINA VAN VEEN. Haarlem. Hazepaterslaaa 4. li Augustus 1922. Volstrekt eenige kennisgeving Geen bezoek. De teraardebestelling zal plaats hebben Maandag 14 Augustus as te 1 uur op de Algemeen® Begraafp,aats t® He a lem, ingang Khverlaan. V e r 1 o o I d: en Z. B, Spaarne 154. Spaarne 97. De heer en mevrouw F. H. J. iiUDWIGROOZEKRANS geven kennis van de geboorte van hun zoon Bentveld, 11 Augustus 1922. ruiRi ipft Uitsluitend SoliedJ^ fabrikaat. DEBET. Fondsen in Leendepót 3 172.900.— Kas 976.113.70. Coupons, Vreemd Bank en Munt en Buiten- landsche Wissels 238.067.17 Bankiers-Debiteuren Eigen saldi 1.453.683.16 Saldi van derden 515.145.04 1.968.828.20 Effecten 323.828.04 Prolongatie gegeven 1.234.995. Disconto 3.698.350.51 'A Rekening-Courant-Debiteuren 14.368.235.88 Gebouwen 906.500.08 Totaal 26.887.818.58 Kapitaal 4.050.000.— Reserve 100.000.— Buitengewone Reserve 1.625.000. Pensioen- en Ondersteuningsfonds 180.000. Leendepót 3.172.900— Deposito's op langen termijn 2.027.605.— Deposito's op korten termijn 6.383.391.28 Rekening-Courant-Crediteuren 4.147.579.37 Idem vooi gelden in het Buitenland 515.145.04 4.662.724.41 Bankiers-Crediteuren 655.883.03 Prolongatie genomen 3.602.500.— Diverse rekeningen 427.814.86^ Totaal26.887.818.68K AANBEVELEND STERIUSEERARTIKELEN. posteleinflesschen. Astor-Oliën - Vetten - Teerproducten Kantoor: Zïjtweg 92, Magazijn ZIJIweg 123 VANAF F tOO. Mel volle garantie Eigen fabrikaat Sterk en shel Drs. Med. J. H. van Grafhorst, arte. Verliulslstraai 79. Den Haag, zendt U jp aanvrage gratis en franco zijne brochure ovet Granuline, het middel iepen#tuberculose en scrofulose (klierziekte of klicrluberculosek, 6 stoelen, buffet, salontafel. Adref ZANDVOÖRTSCHELAAN 20. Een mooi goed onderhouden bin nenpui, van gebrand glas in lood, met 2 schuifdeuren waarin geëtste spiegelruiten. ANEGANG 9, Haar-i lem. Eenfige stellen gebruikte biljart ballen te koop. CORNELISSTEEG 9. plaatst men het best in 'a-GRAVENHAGE - 0 Vnan an Annhnri Hl 1-4 regels p. plaatsing f 0.60 Elke regel meer f 0.15 toll vooruitbetaling niet ouder dan 15 jaar, kunnen direct geplaatst worden voor de afdeeling binderij bij EMRIK B1NGER. Aanmelding bij den por der, ingang fabriek Stoofsteeg. 1 Sept GEVRAAGD een flinke zelfst. alle huiselijke bezigheden kunnende verrichten. Mevr. W, J. y. BUCHEM, Spekstraat 6. goed kunnende melken. Br. onder nr.- 3665 bureau v. d. blad. voor rijwiel. Prima staat, billijk en driepita gasstel le koop. VELSER- STIRAAT 62 zwart Nieuwe divans vanaf 2'2.50. Kapok1 bedstel vanaf f 52.60. ZIJLWEG 67 Overveen. aan net R- K. persoon. Brieven on» der nr. 3661 bur. v. d. blad. Door overcompleet als nieuw 4 stoelen en 2 faut., Gr. eiken spiegel en 2 dito schilderijen, tusschen 710 uur. LEEMAN, Kampersim gel nn 34. TE KOOP een platte wagen. 2 bokkenwagens, RObLANDSTRAAT nr. 55. c biedft zich aan, voor alle voork» mende bouwwerken. Mijn laatste bouw bestond ia plm. 150 woningen voor een R.K« vereeniging. De beste referenties slaan ten' dienste. Br. onder nr. 6530 bur. v, d blad. f t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 5