F TAFELZILVER a LiQUKUMI SEMINARIE HAGEVELD BISDOM HAARLEM 4* m AHE CrANC 36 (ac) yfé- 6*. Bladzijde 6 woordigheid wenschten bij een feestelijk herdenken Steeds vond men hem bereid, ondanks lichamelijk lijden, ondanks het klimmen der jaren, door zijn persoonlijke aanwezigheid, door zijn vriendelijk en vaderlijk woord, luister bij te zetten aan het feest. Eene vergadering met Mgr. Callier was en is het glanspunt van een Haarlemsch Katholiek jubileum. Moge het nog la«g zoo blijven. Moge de bekende figuur van onzen grijzen, maar in zijn hart nog zoo krachtigen Bisschop nog lang geteld worden onder de ingezetenen onzer stad. Ik weet hiermede een hartewensch uit te spreken van tal rijke Haarlemsche Katholieken, van katholieken niet alleen. 2 Augustus 1922. J. HEERKENS THIJSSEN. Onze Doorluchtige Jubila ris en de R. K. Arbeiders beweging. Toen wij als schooljongens in de zesti ger jaren van de vorige eeuw in de „St. Jacobskerk" van de Schelde-stad de godsdienstoefeningen bijwoonden wer den wij (hoe jeugdig ook nog) in den va- cantietijd meermalen getroffen door de stichtende godsvrucht van een jongen Seminarist, den zoon van een loods bij het Belgische Loodswezen, die door ons, Roomsche, Vlissingsche jongens, volgens Belgisch gebruik heel familiaar werd genoemdGuuste Callier. Wie onzer jongelui had toen kunnen vermoeden dat hij bijna 60 jaren later zou worden uit- genoodi&d door deze Redactie om een bij die hulde ook onzen oprechten harte- lijken en kinderlijken dank, voor den krachtigen steun en medewerking, welke wij van onzen jubileerenden Beschermheer vele jaren achtereen hebben mogen ont vangen. Wat deed het ons goed, Mgr.bij het aanvaarden van het Beschermheerschap, in den stadsschouwburg te Amsterdam te hooren spreken van Mijn Volksbond!" Hoe krachtig toonde Mgr. de nood zakelijkheid aan van onze R. K. organi satie, toen hij op onze Centrale Raads vergadering in 1916 de volgende heer lijke woorden sprak :„Als de goede God mij nog eenige jaren het leven laat, dan hoop ik te aanschouwen, dat er geen enkele plaats in mijn Diocees is, die daarvoor in aanmerking komt, waar de Volksbond ontbreekt." En öf de een of andere plaats daarvoor in aanmerking kwam, (wij mogen dit wel verklappen) liet Mgr. volstrekt niet altijd aan anderen ter beslissing over, maar gaf, als het noodig bleek, zelf daar toe uitdrukkelijk zijn verlangen te kennen Wat deed het ons goed, Mgr. een woord van dank te hooren spreken tot den Heer Pastoors z.g. op onze Centr. raadsver gadering in 1902 bij zijn aftreden als Centraal Presidenten tevens een woord van gelukwensch tot zijn opvolger Welk een heerlijk bewijs van meeleven van een Bisschop met zijn volk Wij waagden het bij die gelegenheid Mgr. eerbiedig te verzoeken, s'/eds op den steun en de medewerking van Z.D.H. te mogen re kenen evenals Pastoors z.g., die vele jaren had ontvangen. En wij stellen er prijs op te verklaren, komen bij Uw zilveren feest, om U te huldigen, en U dank te zeggen voor het vele goede dat gij in die 25 jaar in mijn bisdom door Uwen bond hebt gedaan, en ik stel uwen arbeid gaarne ten voor beeld aan de andere standen, opdat ook zij zich spoedig krachtig zullen organi seeren." En toen Mgr. bij die gelegenheid een onzer het kruis „Pro Ecclesia et Pontifice" op de borst hechtte, legde Mgr. er weder om den nadruk op, dat deze onderschei ding vooral moest worden beschouwd, als blijk van waardeering van het Hoogste Kerkelijk gezag, voor den arbeid door den Bond in de afgeloopen 25 laren tot heil van Kerk en maatschappij verricht. Wat 'n woorden van bemoediging en kracht voor ons, leiders en bestuurders, die dag aan dag bloot stonden aan laster en verdachtmaking, en niet zelden ook strijd hadden te voeren tegen onze eigen broeders in het geloot. Wat 'n genot en aanmoediging in den Socialen strijd, als men zoo zijn Bisschop hoorde spreken 1 Blijkt uit dat alles hoezeer onze bond zich mocht verheugen in de belang stelling eu de sympathie van zijn Bis schop, het herinnert ons ook opnieuw aan onzen plicht van oprechte dankbaar heid, kinderlijke liefde, en trouwe ge hoorzaamheid, aan onzen Doorl. Be schermheer Wij zijn dan ook vast overtuigd, na mens al onze leden en bestuurders, zot. wel van de vak- als standorganisatie ir. ons bisdom te spreken, als w.j onren met Goud gesierden Bisschop bij uernieuw.ng, de esthetische, en last not least de prac- tische overwegingen. Om bij deze laatste te beginnen wordt het duidelijk, dat aan een kapel voor een klein Seminarie eigenaardige eischen worden gesteld, geheel afwijkend van die welke bij een parochiekerk gelden. In verband met het groot aantal priesters wat daar 's mor gens in korten tijd de H. Mis moet kun nen lezen, moet er plaats gevonden wor den voor tal van altaren. Deze altaren moeten echter zoodanig gerangschikt worden, dat de celebranten onderling ongehinderd kunnen gaan en komen en celebreeren, terwijl de communieteits- mis, waaraan alle studenten tegelijk deel nemen, gesierd moet worden met alle ontwikkeling van liturgische plechtig heid. die daarvoor wordt gewenscht. De oplossing is hier gevonden door in de kapel op den beganen grond slechts een Hoofdaltaar te plaatsen. De twee kleine altaren, die zich nog in de kapel bevinden, doen slechts bij uitzondering in zeer bijzondere gevallen dienst. De overige altaren, elf in getal, bevinden zich in een crypta onder het hoogkoor en zijn direct van uit de sacristie bereik baar, terwijl tot deze sacristie toegang wordt geVonden zonder dat men c oor de kapel behoeft te gaan. Wanneer processie wordt gehouden, gaat men dadelijk van uit de kapel door het huis naar ren tuin. zoodat processiegangen en daarvoor zij beuken in dit gevai niet worden vereischt. Deze omstandigheid kwam ook ten roede aan den anderen zeer redelijken eisch, dat alle studenten onbelemmerd uit- ziclP 'o 'eb hebben n i bet 'oof 'altaar. Een transept was in verbaan niet dit wit gehouden, terwijl in het midden van het koepelgewelf een groot schilderstuk het culminatiepunt vormt van de deco ratieve versiering, die verder in de kruis wegstaties en de wanden van het Hoog koor gelegenheid heeft tot uiting te wor den gebracht. Tot zoover de verklaring. Mogen de Katholieken van Haarlem's diocees op dezen jubeldag van hun beminden Bis schop beseffen, dat deze kapel in dit Seminarie niet gemist mag worden; mo gen zij door hun milde bijdragen de tot standkoming van dezen kleinen, kost baren tempel verwezenlijken en daar door dezen feestdag voor onzen Door- luchtigen Bisschop tot een onverge- telijken maken is een onzer specialiteiten Onze prijzen zijn zeer billijk en de modellen bijzonder mooi. Wij ver oopen dan ookïafe- zilver met stijgend ucces JUWELIER MONSEIGNEUR CALLIER ALS HAARLEMMER. Het jubileum van Z.D.H. Monseigneur Callier is een feest voor het gansche diocees, maar inzonderheid een feest voor Haarlem. De residentie des Bisschops is nu eenmaal Haarlem en dit feit noopt hem, in Haarlem te wonen en dus Haar lemmer te zijn. Is onze Bisschop Haarlemmer gewor den in de lange jaren, dat onze stad hem herbergt Uit volle overtuiging zeg ik ja. Mgr. Callier is een burger van Haarlem en een van de voornaamste burgers van Haarlem. Als zoodanig leeft hij met het wel en wee van onze stad mede, stelt belang in onze stedelijke instellingen en wijdt een meer bijzondere zorg aan de kerkelijke instellingen binnen onze grens palen en aan de vele Katholieke vereeni- gingen, welke in den loop der jaren met zijne goedkeuring en dikwijls met zijne aanmoediging hier zijn ontstaan. Vroeger kon men in de straten onzer stad vaak den Bisschop tegen komen, als eenvoudig geestelijke gekleed, meestal alleen. Maar de menschen wisten het wel, ook niet-katholiekenen stieten elkaar aan, bleven even staan, en dan gingen onwillekeurig de hoeden af, want daar ging een man voorbij, op wiens ingezetenschap de gansche stad trotsch is, wiens aanwezigheid een bijzonderen stempel op Haarlem drukt. En dan de Katholieke vereenigingen. Wanneer deden ze ooit vergeefs een be roep op Mgr. Callier, als ze zijne tegen- bijdrage te leveren voor een feestnummer ter gelegenheid van het vijftigjarig Pries terschap van dien toen nog jeugdigen student maar dan niet alleen Priester Godsmaar reeds vele jaren Prins der Kerk! het hoogste Kerkelijk gezag uitoefe nend in het Bisdom van Haarlem en even zoo vele jaren de Doorluchtige Beschermheer van den in 1888 opgerich- ten Ned. R.K.Volksbond. En toch, die toen niet te vermoeden en hoogst vereerende uitnoodiging moch ten wij ontvangen niet omdat wij stad genoot waren van Mgr. Callierniet ook omdat wij evenals Mgr. in de ,,St. Jacobs kerk" het H. Doopsel mochten ontvangen en onze le H. Communie mochten doen, maar omdat wij eenige jaren deel hebben mogen nemen aan de leiding van den Ned. R.K.Volksbond in zijn Bisdom, en daar door van nabij bekend zijn, met het vele goede wat Mgr. eerst reeds als Vicaris- Generaal, en later als Bisschop en be schermheer voor den Ned. R.K.Volks bond en daardoor voor de geheele R. K. arbeidersbeweging in Zijn Bisdom heeft gedaan; omdat wij weten, hoezeer Mgr. de organisatie een warm hart toedraagt, en den bloei, zoo wel van de vak- als stands organisatie steeds krachtig heeft bevor derd. Het is daarom dan ook, dat het voor ons een zeer vereerende taak is, onzen beminden Bisschop en Doorluchtigen Beschermheer, op den dag van zijn gouden Priesterfeest, in dit feestnummer, eer biedig de hulde en gelukwenschen te mogen aanbieden van de geheele R. K. arbeidersbeweging in ons Bisdom, en dat wij die hulp en steun steeds van Mgr. in ruime mate hebben mogen ondervin den zoo zeer zelfs, dat wij zonder dien steun, met onzen arbeid alleen, nimmer onzen bond tot dien bloeienden toestand hadden kunnen opvoeren, als waarin wij ons thans mogen verheugen, en dat we menige moeilijkheid, die zich in een of andere van de 117 afdeelingen we) eens voordoet, nimmer tot zulk een gunstige oplossing hadden kunnen brengen, als wij daarbij niet steeds krachtig waren ter zijde gestaan, door onzen Doorl. Be schermheer. Dat Mgr boven alles zeer bezorgd was, voor onze geestelijke en Godsdienstig- zedelijke belangen, dat ook is ons meer malen overtuigend gebleken. Wanneer wij op verzoek van een ot andere afdeeling Mgr.'s toestemming verzochten, voor de oprichting van een of andere onderafdeeling van vermaak, waarin Mgr. gevaar aanwezig achtte voor de zedelijkheid, dan was het antwoord beslist afwijzend, onder de veelbeteeke nende woorden i „de Volksbond is mij daarvoor te ernstig." Mag ik ten slotte nog herinneren aan de voor ons allen onvergetelijke uren, met Mgr. wederom in ons midden, door gebracht in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam, bij de viering van ons 25- jarig bestaan Welk een voldoening was het voor ons, leiders, bestuurders, en leden, Mgr. te hooren spreken deze woorden „ik ben nu niet in Uw midden om door U gehul digd te worden, zooals weleer in den stadsschouwburg, maar ik ben hier ge- onze trouw, aanhankelijkheid en kinder lijke gehoorzaamheid eerbiedig aanbie den, en Mgr. de verzekering geven, dat wij allen op den dag van zijn gouden Priesterfeest, of op den daaropvolgenden Zondag, de H. Mis en een H. Communie tot zijne intentie aan God zuilen opdra gen, gepaard gaande met een vurig gebed, dat God onzen beminden Bisschop en Doorl. Beschermheer, nog lang in vol komen gezondheid moge sparen, voor de R. K. Kerk in ons Bisdom, en voor het Geestelijk en tijdelijk welzijn, van de leden onzer R. K. arbeidersbeweging. Monseigneur, nogmaals onzen eerbiedi gen gelukwensch, en oprechten dank, op dezen, voor U en voor Uw geheele Dio cees, zoo heerlijken, blijden dag J. W. SMIT. Oud Centr. President van den Ned. R.K Volksbond De Kapel van Hageveld. (Onlangs zijn verschillende teekeningen van het nieuwe Seminarie „Hageveld" gepubliceerd. Een ontwerp van de ka pel werd echter daarbij niet overgelegd. De architect, de heer Jan Stuyt, stelde ons in de gelegenheid onderstaande fraaie teekening met deskundige verkla ring in ons feestnummer te publiceeen.) Bij het ontwerpen van een kerkgebouw zal in het algemeen rekening moeten worden gehouden met overwegingen van drieërlei aard, die met elkander in har monisch verband de compositie zullen beheerschen. Eerstens zijn daar dan de religieus-liturgische, in de tweede plaats laatste ook a! overbodig en zelfs onge- wenscht. In de kapel zelf moest een groot aan tal biechtstoelen plaats kunnen vinden. Eene zaalkerk zou dus de meest directe doch ook tevens de meest nuchtere oplossing van het vraagstuk zijn geweest, doch waar een kapel in een seminarie met honderden studenten ook door haar sierlijkheid op het ontvankelijk gemoed der jeugd mag en moet inwerken, werd hier gezocht naar de schoone belicha ming der hierboven gememoreerde ge dachten en kwam men ten slotte met het ovaal als grondvorm, bij welken vorm het best aan alle eischen bleek te kunnen worden voldaan. Deze vorm had nog dit groote voordeel dat ze in opstand tot de ontwikkeling van een koepel-bouw leidde een koepel die als dominant der uitgestrekte gebouwenreeksen van het Seminarie ook naar buiten op gelukkige wijze de gedachte tot uiting kon brengen, dat de kapel het eerste en voornaamste deel is van dit grootsch geheel, dat rondom de kapel de dienst gebouwen zich scharen, dat de kapel hier het geheel beheerscht. Is hier dus aan de practische en tegelijk aan de reli gieus-liturgische eischen voldaan, wat de esthetische overwegingen betreft, moge hier worden gewezen op het streven de kapel in haar uiterlijke vormen zich te doen aansluiten bij de architectuur van den overigen bouw. Van binnen wordt de kapel, voor zoover de wanden betreft, uitgevoerd in den goudgelen mer gelsteen uit Zuid Limburg. De in caissons verdeelde koepelgewelven zijn geheel O ■■2X3*8

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 6