BUITENLAND. Tweede Blad 16 Augustus 1922 Onschuldig veroordeeld DE CONFERENTIE TE LONDEN. FEUILLETON ,,En toch kan ik er gerust heengaan antwoordde op cynischen toon de vroegere meesterknecht, die zijn koel bloedigheid terugkreeg in 't gezicht van 't gevaar. Ik heb van de justitie "J j duchten. Ik zei immers straks ab dat er verjaring bestaat." l-,ra, la la antwoordde Ovide bent-H "^et schijnt, datje niet wilt iar,-„;lpen' ouwe jongen. Er is ver- dat hg V-?°r dicfstal, moord, brand, hpt ^let ie eens. maar niet voor net misbruiken van den naam Paul institi»"- i. er een klacht bij de i»n V 'ukomt over het feit> dat gij een valschen naam hebt aangenomen, - dat zij zich aaanstonds met |e §L r bemoeien, niet alleen wat be- het tegenwoordige, maar ook Voor het verleden." „En zou jij die klacht indienen?' vroeg Jacques. „Dat hangt er van af. Als je niet doet zeg, ja. Doe je, wat ik van je vraag, dan gebeurt er niets. Hoor nu eens hier, vriend Ik weet nu al een heele poos, wie je bent. Dat da teert al van den tijd, toen je bent ge trouwd. Heb ik je verraden Heeft iemand ooit iets er van geweten Absoluut niet. Ik heb me stil gehou den en gewerkt, net als gij." Jacques Garaud luisterde. „Zie je, ik ben lang genoeg onder geschikte geweest. Ik wil ook wel eens baas worden. Dus, geef mij de fabriek en veertig duizend dollar bedrijfs kapitaal. Anders vertel ik aan ieder een, die 't hooren wil, dat Paul Har- mant, de geachte en gevierde indus trieel, niemand anders is dan Jacques Garaud, een schurk.... en dat zal ik bewijzen ook Dat zal je dochtertje niet zoo prettig vinden 1 Dat was nog al tamelijk brutaal van je, toen je dsestijds op de boot tusschen Sout hampton en New York zedemeestertje over me wilde spelen. De grootste boef v/as ons beiden was jijVoor 't overige nette lui! Maar om kort te gaan, laat ons vrienden en neven blijven zooals voorheen als je ge schikt bent, zal ik je niet in den weg staan, om gelukkig te worden." J ac^ueji was opgestaan, Hij ging De schulden van Engeland aan de Ver. Staten. De toestand iri Ierland. De deportaties uit Elzas-Lotharin- cen. De mijnwerkersstaking in de Ver. Staten. BUITENL. BEIRIGHTEN. d'Annunzio. BINNENLANDSCH NIEUWS» Afschaffing portvrijdom. Berekening van het port. Het vangen van kaaimannen. Kardinaal van Rossum in ons land. Invoer van vleeschwaren. De Minister van Arbeid vestigt er de aandacht van de belanghebbenden op, dat de datum waarop de bepalin gen van het Koninklijk besluit van 6 Juli 1922 regelende den invoer van vleeschwaren uit het buitenland,, ten volle in werking zullen treden, aan vankelijk bepaald op 1 September 1922, nader is vastgesteld op 1 No vember 1922. Geen collectieve paspoorten voor De consul van België te Breda ver zoekt ons te melden dat van af heden ieder Nederlander, die zich naar België wil begeven, moet voorzien zijn van een regelmatig Nederlandsch pas poort. Collectieve paspoorten en dergelijke zijn thans vervallen. Deze maatregel is getroffen wegen6 het veelvuldig voorkomen van mis bruik. (D. v. N.-B.) Wetboek van Strafvordering. Door het „Vad." wordt gemeld, dat binnenkort een Kon. besluit zou zijn te verwachten waarbij bepaald wordt, dat het nieuwe wetboek van strafvordering met 1 September aanst. in werking zal treden. De „N. Ct." merkt op, dat dit bericht niet juist kan zijn, omdat de datum van inwerking treding van het wetboek van strafvordering bij de wet moet worden vastgesteld, en daar de Staten-Generaal deze maand niet meer vergaderen, kan dus de datum niet op 1 September worden bepaald. Huldebetooging Koninklijke Familie. In een te Groningen door vertegen woordigers van ongeveer 50 vereeni- gingen van allerlei aard gehouden vergadering is besloten, meldt het „Hbd.", Maandag 28 Augustus een huldebetooging te houden voor de leden van het Koninklijk Huis, die dan op het bordes van het stadhuis zullen zijn, waar zij eene aubade van duizenden schoolkinderen zullen aan- hooren. De betooging der vereeni- gingen zal het karakter van een bloe mencorso krijgen. De verjaardag van H. M. de Koningin. Geen parade. In verband met de geringe sterkte, waarmede de verschillende korpsen te 's Hage in garnizoen, zouden kunnen deelnemen aan de parade ter eere van den verjaardag van Ha,re Majes teit .de Koningin op 31 Aug'ustus a.s. zal de parade op dien dag niet gehou den worden, Een bezuinigingsmaatregel. De werkloosheid onder de Europeanen. Bezuiniging. Demonstratie van Spoorweg personeel. Invordering Tabaksaccijns. GEMENGD NIEUWS. Kwestie over een fonds op Ovide toe, met opengespalkte- oogen en samengeknepen vuisten. „En als ik je nu eens doodde zeide hij. Ovide begon te lachen en rolde met een verbluffende koelbloedigheid zijn tweede cigaret. „Daarmee zou je niet veel berei ken," antwoordde hij. „Mijn testa ment berust bij een notaris hier in New York. Hij weet alles van je de bewijsstukken zijn er bij overgelegd. Als ik dood was, zou men meteen weten, wie jij bent." „Ha," brulde Jacques wanhopig, „je hebt me in je macht." „Drommels, ieder op zijn beurt, neef. Mag ik nu je besluit hooren?" „Kom met me mee," zeide hij. „Waar breng je me heen „Naar Nicolaas Davidson, mijn bankier. Binnen een uur ben je eige naar van de fabriek bovendien zal ik je veertig duizend dollar uitbeta'"V „Bravo, neef, dat is nu eens vi^^ t- dig. Nu wij weten, hoe wij tegenover elkaar staan, geloof ik werkelijk, dat het noodzakelijk is, dat wij uit elkaar gaan. Ik hoop echter, dat wij schrif telijk onze goede betrekkingen zullen aanhouden/s Nog denzelfden avond was de fa briek het eigendom van Ovide. Acht dagen later scheepten Paul Harmant en Mary zich in voor Havre en vóór het einde der maand hadden beiden zich gevestigd in een mooi hotel bij het park Monceau. De gewezen compagnon van James Mortimer had vele relaties in Parijs met groote bankiershuizen en industri- eelen, waarvan enkele hem zelfs be zocht hadden in New York. Waar hij als vermogend man bekend stond en een reputatie genoot boven elke ver denking verheven, stonden alle deuren voor hem open en kwamen velen hem bezoeken. Het was in zekere kringen een gebeurtenis, toen vernomen werd, dat hij zich voorstelde een enorme fabriek in de omstreken van Parijs te vestigen, om er de uitvindingen te exploiteeren, die hem in Amerika rijk en beroemd hadden gemaakt. Jacques Garaud zocht naar een geschikt terrein. Hij vond bij de Seine, te Courbevoie tienduizend meter. Het stuk grond stond hem buitengewoon goed aan en hij aarzelde dan ook niet het te koopen. Met een bekend archi tect was hij reeds in onderhandeling .over de bouwplannen, toen plotseling een proces over een doorgang werd aanhangig gemaakt. Om zoo spoedig mogelijk uit dit proces te geraken, waarop alles moest wachten, was een goed advocaat noo dig. Jacques wendde zich tot zijn bankier en vroeg hem advies inzake de keuze van een advocaat. De bankier antwoordde „Voor een zaak van erfdienstbaar heid, heb je geen advocaat noodig met een nam, die bovendien zich niet gaarne met deze zaak zou be- lastgn, maar een handige, verstandige, knappe jongen. Ik kan u een jongen man aanbevelen wiens ijver en talent mij vaak van nut zijn geweest. U zult ook over hém tevreden zijn. Wilt u zijn adres .Gaarne, ik ga er onmiddellijk heen" De batikier schreef naam en adres op „Georges Darier, advocaat, Bona partestraat 19." „Ik dank u zeer," zeide Jacques, „ik ga er meteen heen." Georges, het aangenomen kind van mevrouw Darier, door pastoor Laugier aan Etienne Castel toevertrouwd, had carrière gemaakt en de verwachtingen verwezenliikt, welke zijn aanleg had-i den gewekt. Over eenige maanden zou hij vijf en twintig jaar worden. Het was een flinke, goed gebouwde jonge man, met ros haar en donker blauwe oogen. Sinds twee jaar was hij ingeschreven op de lijst van advocaten te Parijs en had zich als een bekwaam pleiter doen kennen. Hij bewoonde een apartement op de tweede verdieping in de Bonapar-, testraat No 19. In zijn werkkamer gemeubileerd in eikenhout, waren twee voorwerpen niet in overeen stemming met den strengen eenvoud van het geheel. Eerstens een kleine mahoniehouten bibliotheek, vol boe ken, een aandenken aan den goeden pastoor Laugier. Vervolgens in een hoek een ebbenhouten statief, waarop een houten paardje stond. Georges bewaarde dit eenvoudig stuk speel goed als een relikwie en meende, dat het een geschenk was van zijn moedetu mevrouw Darier. Zonder overeenstemming uit eengegaan. De conferentie der geallieerden is Maan dag gesloten zonder dat er eenige defini tieve overeenkomst is bereikt. Poincaré bleek tegenover de overige geallieerde mi nisters te staan en verklaarde, dat het noodzakelijk was overleg te plegen met zijn regeering. Intusschen verneemt men, dat het vraagstuk van het moratorium voor Duitschland teruggaat naar de commissie van herstel, welke volgens art. 234 van net verdrag van Versailles tot de behan- dehng daarvan bevoegd is. Voorts verzekert men thans, dat er een nieuwe bijeenkomst der geallierden ge houden zal worden tegen het eind des jaars om den toestand onder het oog te zien, zooals die zich dan zal voordoen. Maandagochtend stond de zaak er zoo Voor, dat de deskundigen geen overeen stemming hadden kunnen bereiken inza ke het toezicht op de Duitsche staats- bosschen en mijnen. Het Engelsche stand punt, dat door allen, behalve den Fran- schen afgevaardigde werd gedeeld, was dat alleen Duitsche mijnwerkers voor de productie der mijnen zorg kunnen dragen en dat rechtstreeks beheer al leen moeilijkheden zou baren. Hetzelfde zou met de bossclien het geval zijn. Toen men in dit slop geraakt was, heeft Schan- zer Zondag voorgesteld de heele zaak te verdagen, totdat de verschillende regeérin- gen gereed waren gekomen met hun on derhandelingen met de Vereenigde Sta ten over het fundeeren hunner schulden en dat daarna, op een nader te bepalen datum, de conferentie weer bijeen zou komen. Men zeide, dat Poincaré hierin Zondag in gesprekken met Schanzer en Theunis had toegestemd. Toen de zaak echter te berde werd gebracht in de ver- gaderinig van Maandag zei Poincaré, dat hij dit voorste] alleen kon aanvaarden, in dien aan Duitschland intusschen geen moratorium werd verleend. Alle andere geallieerden achtten Poincaré's- voorwaar de onuitvoerbaar. Schanzer stelde een mo ratorium voor van twee maanden, doch Poincaré weigerde opnieuw elk moratori um zonder de noodige waarborgen. Lloyd George zei, dat Engeland nooit de nood zakelijkheid voor het houden dezer con ferentie had ingezien en volkomen bereid was de heele zaak van het moratorium over te laten aan de commissie van her stel, welke in het verdrag van Versailles uitdrukkelijk gemachtigd is tot de oplos sing van dergelijke moeilijkheden. Lloyd George herhaalde, dat Engeland bereid was, ten le den vorm van verdaging, voor gesteld door Schanzer te aanvaarden, ten 2e het vraagstuk van het moratorium aan de comnjissie 'van herstel over te laten, ten 3e overeen te komen, dat de waar borgen welke de waarborgcommissie reeds heeft geëischt en de Duitsche regeering aangenomen, onmiddellijk zullen worden toegepast, en ten 4e geen aanspraken te maken op de interest of de hoofdsom van haar vorderingen op de geallieerden tot de bijeenkomst aan het einde des jaars, welke Schanzer had voorgesteld. Deze En gelsche aanbiedingen werden aanvaard en door alle afgevaardigden, met uitzonde ring van Poincaré, ten krachtigste ge steund. De Fransche premier zei, dat Frankrijk in geen moratorium wilde toestmmen zon der nieuwe panden en waarborgen. Op deze verklaring van Poincaré, zei Lloyd George, dat hij niet kon toestem men in een verdaging zonder een beslis sing inzake het moratorium, daar zulks gelijk zou gtaan met een opdracht aan de commissie van herstel om geen mbrato- rium toe te staan. De heele reden van be staan dezer conferentie was de algemeene overtuiging dat Duitschland voor het oogenblik zijn betalingen niet vol kan houden. De Engelsche regeering was al tijd van meening geweest, dat dit een zaak was voor de commissie van herstel en dat de conferentie der geallieerden niet had mogen worden gehouden, voordat de aanbevelingen dezer commissie bekend waren. De gonferentie heeft over nieuwe panden en waarborgen beraadslaagd in de veronderstelling van de noodzakelijkheid van een moratorium. Engeland was van oordeel, dat de panden en waarborgen, voorgesteld door de waarborgcommissie, volkomen voldoende waren en keurde de nieuwe, voorgesteld door Poincaré, af, niet uit eenig gevoel van teederheid voor Duitschland, maar omdat het gelooft, dat dergelijke verdergaande maatregelen hun doel zouden voorbijschieten. Nadat hij de bezwaren tegen het beheer der mijnen en bosschen had opgesomd, wees Lloyd Ge orge op moeilijkheden welke de Duitsche regeering ondervonden heeft in den Rijks dag voor het aanvaarden van de waar borgen, welke de waarborgcommissie heeft geëischt. Nieuwe maatregelen, welke niet de versteviging van de Duitsche financiën fen doel hebben, doch eerder strekken zouden als sancties en een uitbreiding van de buitenlandsche inmenging in het oeco- nomisch bestel van Duitschland, zouden onvermijdelijk een ernstigen terugslag heb ben op den politieken en oeconomischen toestand in Duitschland. Dit is de reden waarom de Engelsche regeering zich ge dwongen ziet dit standpunt in te nemen. Zij wil, dat Duitschland in een staat ko- me, welk het in staat zal stellen tot we zenlijke betalingen, wat het mogelijk acht, en om vlug het tijdstip te bereiken, dat Duitschland een leening kan sluiten, welke het verslrekken van groote bedra gen aan de geallieerden mogelijk zal ma ken. Hij vreesde echter, dat een vergelijk onmogelijk zou blijken. Bij gebreke van Cen vergeliik. zou de Engelsche regeering zich houden aan het verdrag van Versail les, dat de zaak van het moratorium vol gens art. 234 naar de commissie van her stel verwijst. Indien ook daar een verge lijk onbereikbaar zou zijn, moest men zijn toevlucht nemen tot den volkenbond vol gens art. 13 en 14 van het verdrag. Als al deze middelen faalden, moest men het er over eens zijn niet tot een vergelijk te kunnen komen. Met uitzondering van Poincaré waren alle afgevaardigden het met Lloyd Ge orge's zienswijze eens. Poincaré zei, dat hij den toestand met zijn regeering zou moeten overwegen. Hierop ging de conferentie uitaen. De conferentie heeft op een punt over eenstemming bereikt, n.l. door de aanbe veling der deskundigen te aanvaarden, dat Duitschland de betaling ter compensatie (van de particuliere schulden) van 2 mil- loen pond sterling, welke 15 Augustus ver vallen, binnen vier weken zal moeten vol doen en dat daarna nieuwe regelingen met Duitschland zullen worden getroffen door de verschillende landen afzonderlijk, nopens de toekomstige betalingen, welke regelingen door de commissie van herstel dienen te worden goedgekeurd. In den loop van den middag heeft de Oostenrijksche gezant te Londen bij de conferentie de nota over den toestand in Oostenrijk ingediend. Deze nota verzoekt den geallieerden een nieuwe leening voor de Oostenrijksche regeering te waarbor gen, ten bedrage van 15 millioen pond sterling, bij gebreke waarvan de Oosten rijksche regeering niet langer in staat zou zijn haar taak te volbrengen. De conferentie heeft deze nota van avond nog in een voltallige bijeenkomst behandeld. Lloyd George zei, dat het moeilijk was te zitn wat de geallieerden nog meer zouden kunnen doen. Hij wees er op, dat Engeland reeds 12 K miljoen pond sterling heeft voorgeschoten. Poin caré en Schanzer verklaarden, dat Frank rijk en Italië overeenkomstig credieten hebben verschaft/ Frankrijk 55 miljoen franken dit jaar, en Italië 280 miljoenf?) lire. Men was het er algemeen over eens, dat geen enkele geallieerde regeering zijn belastingbetalers kon verzoeken een nieu wen last voor Oostenrijk op hun schou ders te nemen, voordat de toestand daar wat meer op den keper is beschouwd. Alle afgevaardigden hechtten waarde aan een dergelijk onderzoek. Aan den anderen kant was men het er over eens, dat de groote mogendheden de ineenstorting van Oostenrijk niet onverschillig mochten aan zien. Poincaré stelde daarop voor, dat waar de volkenbond zich al bezig hield met een onderzoek naar de omstandig heden in Oostenrijk, men hem zou ver zoeken dit volledig te maken. Dit voorstel is aangenomen. De Commissie van Herstel. Het antwoord van de commissie van herstel op Duitschland's verzoek om een moratorium ah Mermindering van den bij slag op de particuliere schulden is Maandagochtend te Parjjs aan den Duit- schen zaakgelastigde overhandigd. De commissie voor het herstel heeft met algemeene stemmen besloten, aan de Duitsche regeering een brief te zenden, waarin zij verklaart,' dat het onmogelijk is vóór 15 Augustus haar beslissing mede te deelen nopens de Duitsche memorie van 12 Juli. De commissie zal die zeer spoedig be kend maken, en tegelijkertijd de Duitsche regeering inlichten over de kwestie van het verval op 15 Augustus, dat opgeschort wordt tot die beslissing. Wat zal Frankrijk doen? De Fransche ministerraad zal heden, Woensdag te Parijs den toestand nagaan, welke gesdhapen is door de oneenigheid onder de geallieerden over de opdracht, te geven aan hun vertegenwoordigers in de commissie van herstel, aangaande het Duitsche verzoek om een moratorium. Poincaré zal Dubois opnieuw opdracht geven zich tegen het verleenen van een moratorium te verzetten en het is niet onmogelijk, aldus verwacht men te Parijs, dat de Belgische afgevaardigde een soort gelijke opdracht zal ontvangen, wat, als Engeland en Italië bij hun standpunt blijven, een staken der stemmen in de commissie zou beteekenen, daar de Ame- rikaansche afgevaardigde niet meer offi cieel aan de zittingen deelneemt. Dubois' stem als voorzitter zou dan den doorslag moeten geven ten gunste van het hand haven der Duitsche betalingen, gelijk die 13 Maart zijn vastgesteld. In het tegen overgestelde geval zal Frankrijk ongetwij feld de maatregelen onder de oogen zien, welke het noodig acht, rtfs aan het Duitsche Rijk een moratorium wordt verleend, daar het zich volkomen vrijheid van handelen heeft voorbehouden. Poincaré heeft elke verkla ring dienaangaande geweigerd. Zelfs in geval de stem van Dubois niet den doorslag zou geven, zou het meestem men van België met Frankrijk de verwer ping van het moratorium tengevolge heb ben, daar besluiten met meerderheid van stemmen moeten worden genomen. In dat geval zou dus de bestaande toestand ge handhaafd blijven. Het vertrek der gedelegeerden. De buitenlandsche gedelegeerden ter conferentie, hebben Londen gisterpchtend verlaten. Theunis vertrok reeds vroeg. Daarna Poincaré en Schanzer, die naar het station werden begeleid door Sir Ed- word Grigg, als vertegenwoordiger van Lloyd George, Sir Robert Home, kanselier van de schatkist, en Sir William Tyrrill, BI lï als vertegenwoordiger van Lord Curzon. Vóór zijn vertrek legde Poincaré een krans op het graf van den Oubekenden Soldaat in den Westminster Abdy. Lloyd George vertrok vroeg naar Wales. Fransche persstemmen over de conferentie te Londen. De Fransche bladen zoeken algemeen de oorzaak van het mislukken van de conferentie in de onbegrijpelijke onverzet telijkheid van Lloyd George ten opzichte van de onderpanden. Zij keuren de hou ding van Poincaré ten volle goed, en wij zen op het bij uitstek tegemoetkomende van die houding. De bladen zijn van oor deel, dat Poincaré Lloyd George niet had kunnen volgen zonder Frankrijks belan gen te verraden. De Petit Parisien betreurt het, dat Frankrijk en Engeland, die over het doel, dat zij nastreven en ten opzichte van tal van groote feiten het eens zijn, aan de wereld hebben getoond, dat zij het over de te volgen methode niet eens konden wor den. Gaulois en Eclair zien de verklaring van de koppigheid van Lloyd George in de omstandigheid, dat de nota van Balfour hem- tot onverzettelijkheid dwong. Voor de Matin is de houding van Lloyd George het gevolg van zijn overtuiging, dat Frankrijk de combinaties van Engelands algemeene politiek in den weg staat, die Europa wil koloniseeren. De Figaro verklaart, dat de geheele ge- dachtenwisseling te Londen niet anders is geweest dan een strik van Lloyd George, die het van te voren met Duitschland al eens was betreffende een moratorium zonder onderpanden. Lloyd George heeft bekend .gemaakt, dat de kanselier van de schatkist, Home naar Washington zal gaan tot het voeren van onderhandelingen over de consolidee ring van de Engelsche schuld. Na den te rugkeer van Home in Engeland zal Enge land waarschijnlijk tegen November een conferentie bijeenroepen ter bespreking van de oorlogssohulden. Men treft dat dan de Ver. Staten daaraan zullen kunnen dcel- Een laatste beroep van Collins op de Valera. Michael Coliris Veft naar aanleiding van den dood van Griffith—verklaard, dat als degenen, die thans tegen de Vrijstaters zijn alsnog naar voren komen en de door de regeering aangeboden voorwaarden aan vaarden, alle geschillen kunnen worden bijgelegd. Het is, zoo voegde Collins er bij, niet te Iaat voor de Valera en hen, die met hem zijn om het heengaan van een groot patriot te eeren door nu te verwe zenlijken waar de patriot zijn leven voor heeft gegeven een eendrachtig Ierland en een eendrachtige Iersohe natie. Collins wenschte niet verkeerd begrepen te wor den .Militair gesproken is de positie der regeering aldus, dat zij het geloof wettigt, dat haar tegenstanders in een hopelooze positie verkeeren. De lilea'e .Manchester Guardian" oefent scherpe critiek op de deportatie, door d,e Franse hen, van Duitschers uit Elzas-Lotharingen. De onmenschelijkheid der Fransche represailles, aldus het blad, treft de verbreiding zelfs nog krachtiger' dan de blijkbare onwettigheid er van. Duitschland heeft ten aanzien van depor taties hetzelfde, en erger gedaan, tij dens den oorlog, maar een handelwijze van dezen aard vindt zijn weerga niet' onder beschaafde volken in vredestijd. Welke zonden de huidige Duitsche re geering ook moge begaan hebben en de zonde, waarom het hier gaat, als het er een is, kan pas morgen worden ge pleegd, schreef het blad d.d. 14 Au gustus er kan geen excuus voor zijn om daarvoor individueele Duitschers te laten boeten, die toevallig op Fransch grondgebied wonen. Zoolang de geest van wraak de Fransche politiek bezielt, kan er geen vrede zijn in Europa. Lewis, de mijnwerkersleider, heeft na mens de arbeiders in de anthraciet-mij- nen de uitnoodiging der mijneigenaars aanvaard, om op 16 Augustus te Phila delphia te vergaderen, ten einde de mij nen weer open te stellen op de oude loonsvoorwaarden en de toekomstige loons- en andere geschillen te laten uit maken door arbitrage. d'Annunzio heeft bij 'n ogeluk in zijn tuin. een leelijken val gedaan en zich daarbij vrij ernstig aan het hoofd ver wond. Zijn toestand geeft op het oogenblik geen reden tot bezorgdheid, al behouden zich de geneesheeren hun oordeel nog voor. Het bulletin omtrent den toestand van d'Annunzio luidt: Er zijn duide lijke teekenen van een, waarschijnlijk niet groote, schedelbreuk, bij de rech- teroogkas, gepaard met een hersen schudding, die schijnt af te nemen. De zieke is bewusteloos. Er zijn geen teekenen van hersenbeleediging, men heeft geen enkele bewegings- of gevoelsstoomis geconstateerd. Pols 67, ademhaling 25, temperatuur 37.8. De geneesheeren behouden zich hun diag nose nog voor. Na de vele koningen en keizers, die in de laatste jaren achtereenvol gens ten val zijn gebracht, zal nu ook de Parijsche „Reine des Reines" klak keloos worden „afgeschaft". Men weet dat elk jaar bij het Carnavalsfeest te Parijs een meisje uit den werkenden stand tot den troon wordt verheven, meestal wegens geen andere doch de stellig niet te onderschatten verdienste dan een lief uiterlijk. De tijden zijn echter thans blijk baar niet meer geschikt voor zulke vermaken, en de menschen missen den eenvoud van -ziel. Het is n.l. geble- en dat de „koningin", na eenige da gen haar hooge waardigheid te heb ben bekleed, zich in-den regel niet meer geschikt acht om tot haar een voudig emplooi van modiste of fa brieksarbeidster terug te keeren. Zij wil het „groote leven" in, wordt filmactrice of duikt in de half-mon- daine wereld onder. Vandaar het besluit, om geen nieuwe koninginnen meer te kiezen, hetgeen voor Parijs een aantrekkelijkheid van historische traditie te minder zal zijn. Vier matadors, die op verzoek van de vereeniging tot bestrijding van dierenmishandeling gcrechte'ijk wer den vervolgd, zijn te Bordeaux ver oordeeld tot een boete van 15 fr. (sub. 1 dag hechtenis) en tot het betalen van duizend francs aan ge noemde vereeniging, wegens het doo- den van vier stieren tijdens een stie rengevecht te Bordeaux, den 14en Ju li j.l. De personen, die het feest hadden georganiseerd, werden ook tot duizend francs boete veroordeeld, doch de re cettes, welke zij hadden gemaakt, over troffen verre dit bedrag. De kosten van het levensonder houd in Oostenrijk zijn van 15 Juli tot 14 Augustus gestegen met 124 pet. Bij de Tweede Kamer zijn ingediend een aantal wetsontwerpen tot aanvulling en verhooging van de verschillende hoofd stukken der Staatsbegrooting voor 1922. Aan de Memorie van Toelichting wordt ontleend, dat door den Minister van Wa terstaat bij schrijven van 29 December 1921 aan den voorzitter van de Tweede Kamer werd medegedeeld, dat de af schaffing van den portvrijdom voor stuk ken, den openbaren dienst betreffende, zou worden uitgesteld tot nader te be palen datum. Dit uitstel hield verband met het voornemen om vooraf met de verschillende departementen bij supple- toire begrootingen de bedragen te doen vaststellen, welke ter zake aan 't Staats bedrijf van de Posterijen en Telegrafie en de Telefonie zullen zijn uit te kee ren. Voor de kwijting van de frankeer- kosten voor stukken, den openbaren dienst betreffende, zal in hoofdzaak gelden de regeling, welke bij schrijven van 28 No vember 1921 door den Minister van Wa terstaat, ter kennis van de leden, der Staten-Generaal werd gebracht. Nochtans zal, met afwijking van het geen in dat schrijven werd medegedeeld, de berekening van het port voor dienst- stukken, waarvan de frankeering in af rekening plaats vindt, op geheel de zelfde wijze geschieden als voor dienst- stukken, welke door middel van dienst- zegels worden gefrankeerd. Aldus is voor alle dienststukken een zeer eenvoudige postberekening verkregen, waardoor de aanvankelijk tegen de portbetaling aan gevoerde bezwaren geheel worden onder vangen. Derhalve zal het port voor alle gewone dienststukken bedragen: voor elk stuk van een gewicht van niet meer dan 100 gram 10 oent; boven 100 gram tot en met 1000 gram 20 oent; boven 1000 tot en met 2000 gram 30 cent. Het port der gedrukte dienststukken, die niet meer wegen dan 500 gram, zal bedragen: voor elk stuk van een gewicht van niet meer dan 100 gram 2 cent, boven 100 gram tot en met 500 gram 6 cent. Op gedrukte stukken, meer dan 500 gram wegende, zal worden toegepast het port der gewone dienststukken. Naar aan de „Loc." uit Pekalongan wordt gemeld is aldaar een zevenjarig meisje bij het baden in de kali Sragi door een boewaja (kaaiman) .gegrepen en meegesleurd. Later werd haar lijk, zwaar verwond, gevonden. Van het naburige Oeloedjami uit werd een z.g.n. toekang al'ir, d.w.z. een man, die er zijn beroep van maakt krokodillen te vangen, geroepen en dezen gelukte het na een paar dagen het monster te vangen met behulp van een paar doode eenden als lokaas aan een sterke haak met niet minder sterk touw bevestigd. Omtrent dit vangen' van krokodillen worden in genoemd blad nog de volgende bijzonderheden medegedeeld: De krokodillen hebben in een bepaalde kali elk hun eigen jachtterrein, zich voe dende met krengen 'van doode dieren, vïsschen, krabben enz., dulden op dat terrein geen mededingers, zijn daarop baas. Nu doet het zich wel eens voor dat een vreemde krokodil in een kali, waar hij niet thuds hoort, terecht komt, deze wordt dan nergens geduld, overal ver jaagd en vergrijpt zich dan ten slotte, hongerig, aan ander dan zijn gewone voed sel, met name aan levenoe dieren, als geiten, kippen enz., en kan het zijn ook aan menschen. In het algemeen is de be volking voor de krokodillen in de kaM's niet bang en hoogst zelden hoort men dan ook dat zij menschen of dieren ver slinden. Alleen dergelijke eenzame krokodillen laten zich met een lokaas vangen en een toekang, alir, als bovenaangegeven, kan dan ook alleen dergelijke exemplaren be machtigen en geen andere. De kunst van krokodillen-vangen gaat meestal van va der op zoon over en dat daar wel bizon- dere hypnotische krachten bij te pas ko men bewijst o.a. dat de brokodillenvanger niet alleen garandeert dat hij het verlangd de dier zal krijgen, doch dat hij het mon ster bovendien, eenmaal aan zijn haak heb bende geheel alleen, terwijl het zich vol komen rustig houdt op den kant van de kali trekt, waar het zich gewillig een ste vige strik om den grooten muil laat leggep en bovendien heel gewillig de pooten laat binden. Eerst dan komt er hulp aan te pas om het zware monster per kar te vervoeren. Z.Em. Kardinaal van Rossum is Zon dagmiddag incognito reizend, in ons land aangekomen. Hij was vergeze'd van zijn secretaris pater J. Drehmam en ver» liet 5 Augustus Rome om zich te Ge nua in te schepen op den „Prins der Nederlanden" welk schip gistervoormid dag in do Amsterdamsc'ae haven binnen liep. Aan boord werd de Kardinaal, die de korte zeereis goed doorstond, dcor pater Kronenburg, Provinciaal yan de Nederland ohe Provincie der Congregatie van den -Allera. Verlosser, welkom ge- keeten. Kardinaal van Rossum nam zijn intrek in het klooster der Redemptoris ten op de Keizer-gracht. 5 Het verb'ijf hier te lande, waarheen hij zich begaf voor het bespreken van verscheidene interne aangelegenheden de Congregatie van den Allerh. Verlosser' betreffende, zal incognito blijven. Goeo enkel bezcek za! dan ook tijdens het oponthoud in de hoofdstad, dat vermoe delijk tot a.s. Vrijdag zal duren, wor den afgelegd. Wel heeft Dinsdag, op den feestdag van O.L. Vrouw Hemel vaart Z.Em, in do Redemptoristenkerk aan de Keizersgracht, pontifica'iter ge assisteerd bij de plechtige Hoogmis ten 10 ure. Tegen het einde dear week zal de Kardinaal zich naar Wittum begeven, om a'dsar in het stille klooster zijner Congregatie een week te vertoeven. Daarna volgt een vacantie van enkele weken in Zwitserland. In September hoopt de Kardinaal naar Rome terug te keeren, ten einde zijn werkzaamheden te hervatten. Naar het irU. D.' verneemt, ligt het in de bedoeling van de directie der Neder- landsche Spoorwegen om lokaliteiten in het Centraal Station te Amsterdam, die niet noodig zijn voor den dienst der spoorwegen, te verhuren als kantoor ruimten. Aneta seint uit Weltevreden d.d. 14 Augustus Een enquête van het Arbeidskantoor inzake de werkloosheid onder Europea nen wijst uit, dat circa duizend Europea nen werkloos zijn. Plannen zijn in be werking om de werkloozen te steunen en den kleinen landbouw door middel van gemakkelijk verkrijgbaar te stellen perceelen. Enkele jaren geleden is het departe ment van koloniën aan de achterzijde uit gebreid door optrekking van een nieuw gebouw, dat door lange gangen met het oude departement is verbonden. Die gangen waren aanvankelijk wit gepleis terd, maar dit beviel aldus de „Res. Bode" den heeren niet en daarom werden het vorige jaar deze muren be schilderd, wat een tamelijk kostbaar kar- wijtje was. Thans heeft men deze beschilderde muren opnieuw bepleisterd en gewit en verder opgesierd met witte tegels. De „Res. Bode" hoorde vertellen, dat deze gril van een of anderen hoofdambte naar de schatkist niet minder dan 60.000 kost. Het blad heeft geïnformeerd, waarom deze pasbeschilderde muren nu wee» werden gewit en betegeld. Het antwoord luidde Men vond, dal deze beschilderde muren zoo'n somberen indruk gaven aan de gangen. Te Utrecht heeft Zondag een demon stratie van de Nederlatjdsche Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel plaats gehad tegen de verslechtering der ar beidsvoorwaarden. De heer Moltmaker, voorzitter der Nederl. Vereeniging wees er o. m. op, dat de Centrale Bond van P. T. T.-personeei evenals de Ned. Ver. van Spoor- en Tramwegpersoneel he* lijdelijk verzet in zijn vaan heeft geschre ven. Een motie werd aangenomen, waar in op daadwerkelijk verzet wordt aan gedrongen. De Minister van Financiën deelt in do „St.-Ct." mede, dat op I September a.s. de accijns verschijnt van de tabaksfabri katen, waarvan overeenkomsten art. 83 der Tabakswet aangifte is gedaan. Voor hen, die het verschuldigde niet vóór of op dien datum in zijn geheel wenschen te betalen, wordt de gelegen heid geopend dit in zes gelijke maande- lijksche termijnen te voldoen, mits zij schriftelijk verklaren gen oegen te nemen met bijberekening van rente van 1 Sept. af over het onbetaald gebleven gedeelte, naar den maatstaf van zes ten honderd 's jaars. De eerste termijn verschijnt dan 1 Sept., ieder volgende termijn tel kens een maand later. Bij het niet voldoen van een termijn en van de daarop verschuldigde rente vóór of op den vervaldag vervalt deze regeling en is de geheele schuld, zonder nadere sommatie, in eens vorderbaar. Belangehbbenden, die van deze rege ling wenschen gebruik te maken, kunnen zich daartoe, van 19 dezer af, wenden tot den ontvanger der accijnzen. Een eigenaardige kwestie, die naar vo ren is gekomen bij de vereeniging der gemeenten Stad-enAmbt-Doetinchem op 1 Januari 1920 is in een acuut stadium ge komen. In de voormalige gemeente Stad-Doetin- chem bestond sinds eeuwen een Gasthuis fonds, waarvan de stichtingsbrief verlo ren is geraakt. Het londs stond steeds onder beheer van den magistraat van Stad-Doetinchem, in casu B. en W. die het fonds als administrateuren beheerden. Het laatste college van B. en W. van Stad-Doetinchem, bestaande uit de hee ren E. G. C. de Groot van Embden, Mr. J. J. van Gorkom en H. D. Muller, heeft in zijn laatste regeeringsdagen de bepa lingen van dit fonds gewijzigd en het ge rangschikt onder fondsen, die overeen komstig art. 2c. der Armenwet door bij zondere personen worden bestuurd. De drie heeren hielden het beheer vaö het fonds aan zich, onder bepaling, dat bij een vacature de raad der nieuwe ge meente Doetinchem daarin zon voorzien uit een door administrateuren op te ma ken voordracht. Mocht de raad weigeren dan zouden administrateuren zich zei* aanvullen. Noch B. en W. noch de raad der nieuwe gemeente Doetinchem namen genoegen met dezen nieuw geschapen toestand en er werd een raadscommissie benoemd, be- (Wordt vervolgd),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 5