a
0
9
Woensdag 16 Augustus 1922
45 e Jaargang No. 14222
Het 50-jarig Priesterfeest
van Z. D. H. Mgr. A. J. CALLIER,
Bisschop van Haarlem.
Z. D. H. benoemd tot Comtr^ndeur in de orde van den
Ned. Leeuw.
Voor de Seminarie-kapel was tot gisteren bijeen ongeveer
{130.000.
J. J. WEBER ZOON.
Opticiens Fabrikanten.
Koningstraat 10 Haarlem.
De Receptie.
Dt abonnementsprijs be
draagt voor Haarlem en
Agentschappen!
Per Kwartaal 3.25
Per Week 0-25
Franco per post p. kwart,
bij vooruitbet. 3.57 Vi
Bureaus: Nassaulaan 49
Haarlem.
Xelefoonnutiiiiers: 1426,
2741 en 1748.
Postrekening No. 5970
Advertenfïén 35 cents
per regel - Bij contract
belangrijke korting.
Advertentiën tusschen den
tekst als ingezonden me-
dedeeling: 60 cents pei
regel. Vraag- en Aanbod-
advcrtentiën 14 regels
60 cents per plaatsing;
elke regel meer 15 cent,
bij vooruitbetaling.
Sandfort, pastoor Boogmans, rector Aal-
berse, pastoor Reynenberg en pastoor
Schrandt, allen uit Haarlem.
Heel zacht ruischen dan harmonium
klanken over de bogen van het hoofd;
koor en de Schola Oantorum jubelde
in Gregoriaanschen zang het „Goudea-
mus" uit „Gaudeanus" „Verheugen wij
ons". Hoe toepasselijk is deze
op dit feestgetij.
Maar plots viel dan het Kathedraal'
"jen hadden bijna twee honderd geestelij- or£el bespeeld door den heer Henri!
ken in witte rochette op het hoogkoor Pielage, en machtig klonk het „Kyrie"
plaats genomen en voor eiken priester van Ph. Loots' Missa Festiva.
knielde een koorknaap in roode toga. Opeens lichtten, na dezen smeakzang,
Het was ontroerend schoon. alle electrische lichten in het hoogkoor
Wij schreven dat de Bisschop om- op, een wijde, volle zee van blank, wit
ringd was door allen, die hem eeren licht valt af op de witte leliën en
wilden. roode violieren en vult de bogen; de
En dat was zoo. toppen van—koorhek en kanunnikenbank
In de Sacramentskapel knielden de zijn getooid als met vurige rozen.
Het gouden priesterjubeltij van onzen
Bisschop nog eens in gedachten te her
leven, is ook voor den verslaggever een
innige vreugd.
Haec diesl
Deze schoone Maria dag, dubbel zwaar
van priestergoud en gouden zonneglans,
zal voor Haarlem na lange jaren nog on-
vergeten zijn.
Laten wij ons dadelijk verplaatsen in
de jubelstemming, welke allen beving,
die gisterenmorgen voortschreden onder
de wijde, hooge hallen van onze wonder
mooie kathedraal, waarvan de muren en
gewelven gisteren hun eigen loflied aan
hun bouwheer schenen te zingen door hun
nieuwe schoonheid, welke plebaan Wes-
terwoudt door zijn kunstzinnige versie
ring openbaarde. Wisten wij, Haarlemmers,
dat onze kathedraal zóó mooi is?
Laten wij niet reppen van de maanden
lange voorbereiding tot dit feest, zoo
minutieus verzorgd in alle onderdeden,
zooals nu bleek en toch zoo stil, (omdat
het een verrassing moest blijven!) dat het
ons wel eens hard viel daarvan niets te
uogen vertellen in onze courant.
In de stad.
Reeds Maandagavond boog uit menige
pui het dundoek als een kleurige heraut,
verkondend het a.s. bisschopsfeest en
vele- oogen richtten zich naar den koepel
van Sint Baaf, die daar lichtte in onge-
wonen lichtglans. Er werd generale repe
tities van den zang gehouden voor het
feest van Dinsdag en tevens werd de
schitterende electrische verlichting ge
probeerd. In den verren omtrek werd al
dus het Bisschopsfeest aangekondigd.
En Dinsdagmorgen bolden honderden
vlaggen in den stijven Noordcryvind langs
Haarlem's straten; ja, de Haarlemmers
hebben goed gevlagd, ter eer.e van hun
bisschop!
De firma Rietfort op den hoek van de
Nieuwe Gracht en Kruisweg had in een
keur van groen en bloemen, geflankeerd
door rijke kerkgewaden, het borstbeeld
van Mgr. Callier te pronk gezet.
En onder een nog sombere strakke
lucht, die echter veel schoons op den dag
beloofde, stroomden duizenden geloovi-
gen ten Kathedrale, om daar met hun
bisschoD God danken,
In de Kathedraal,
De versiering.
Reeds onder de H. Mis van acht uur
veroverden bezoekers zich plaatsen op
stoelen en in banken, die zij niet meer
voor het einde der plechtigheid zouden
afstaan, en om 9 uur, een half uur dus
voor den aanvang der plechtigheid, vul
den reeds duizenden en duizenden het
massale kerkgebouw.
De aanblik was om nooit te vergeten.
Het parochiale altaar., vóór het priester
koor, was gemaskeerd, weggewerkt door
groen en bloemen. Op dezen dag verloor
Sint Bavo zijn karakter van parochie
kerk geheel en moest allereerst zijn: Ka
thedraal, de kerk van den Bisschop, de
kerk van het bisdom. De firrfia J. N.
Barnhoorn van Overveen, had op deze
plaats een voornaam middenstuk gebouwd
een zacht-groen, natuurlijk gazon met
bloemperken, waarin leliën en rozen en
heliotropen, op losse manier verwerkt,
opbloeiden en al hun luister bijzetten aan
het feest.
Zoo was Sint Baaf, wat zij ook eigen
lijk is: Kathedraal.
Vanuit de rozetten in den top der ge
welven en in den hoogen koepelnok en
in alle kapellen en nissen straalde de
zachte glans van duizend kaars sterke
getemperde electrische lampen. De firma
Gebr. Bosse had hier in enkele dagen
een mooi staatje van electrischen gelei-
dingaanleg gewrocht, zoodat de kathe
draal den glans weerkaatste van rmnl
twintig duizend kaars electrisch licht.
En in het hoogkoor, dat door de fir
ma's Randoe uit Haarlem en Lasance uit
Amsterdam met vorstelijke kleurige ta
pijten was belegd had de firma Preyde,
Flora's tooverstaf gezwaaid. In de trifbna
van den kooromgang wuifden palmen en
schitterden dahlia's, violieren en smet-
telooze leliën in een zee van goud licht,
dat door tallooze verdoken electrische
lampen als zonneglanzen in de bogen werd
geworpen, terwijl het zachte afhangend
groen de trotsche lijnen van het koor nog
meer accentueerde. Met fraaie planten
groepen bij de zwartgranieten pilasters,
waartusschen rozen en dahlia's en fraaie
bloemstukken boven de Kanunnikenban-
ken werd deze schitterende, sober ge
houden bloemversiering volmaakt.
En in deze schitterende omgeving trok
alles wat onzen bisschop eeren wilde
zich samen.
Lu het hoogkoor de clergé van het
Bisdom met in de kanunnikenbanken de
voornaamste gasten. Daar zat allereerst
de ZeerEerw. heer Cornelius, een pa
ter Franciscaan uit Eecloo België),
eigen broeder van Monsigneur, daar had
ook plaats genomen kolonel F. J- H.
Evers, hoofdaalmoezenier van Leger en
Vloot in het schitterend tenue van eere
kapelaan der Malthezer-ridders; daar za
ten voorts do HoogEerw. heeren paters
Provinciaal van verschillende klooster
orden: pater Paulus Stein 0. F. M.,
provinciaal der Franciscanen, pater Dr.
Raaymakers provinciaal der Jezuïten,
Pater van Rijn. provinciaal der paters
■^■ngustijnen. de HoogEerw. heeren ka
nunniken, voor zoover zij niet assistecr-
•f biï den H. Dienst: Mgr. Stoffels,
deken van HVriem, Mgr. Wijtenburg,
oud-deken van den Haag, Mgr. Thier,
deken van R Ur.d m, Mgr. Dr A. H.
L. Hensen, directeur van liet Ned. Ilist-
Instituut te Rome, deken Zondag van
Vogelenzang, deken Waare, van Bever
wijk, deken Schraag, van Schiedam del- n
Hollenberg, van Purine end, delen Boom
van Ouderkerk, Regent Ebbinhhu en. ,J
M. M. Höppener, Regent der kweek
school te Beverwijk en ve'e anderen. D*
HoogEerw. pater Kronenburg, provin
ciaal der Redemplorisien had zich laten
verontschuldigen, dear bij verhinderd was
door de komst in ons land v.in Z.Em.
Kardinaal van Rossum. En in dubbele
vertegenwoordigers van de Diocesane en
plaatselijke organisaties en hun vaandels
en banieren rijden zich om de pijlers
van middenschip en zijbeuken en sier
den de kolommen van het hoogkoor. Daar
waren vaandels uit Haarlem en omstre
ken, uit Amsterdam, Rotterdam, den
Haag, Delft, Leiden, Zaand m, Nicuwen-
dam en andere plaatsen. Ook de we
reldlijke autoriteiten gaven door hun te
genwoordig blijk van medeleven in dit
bisschoppelijk feest. We zagen in de voor
ste rijen, behalve de familieleden van
Mgr., den Commissaris der Koningin in
de Provincie Noordholland, Mr. Dr. A.
Roëll, den burgemeester van Haarlem,
den heer 0. Maarschalk en echtgenoote,
Mr. A. Wesstra, secretaris der gemeen
te .Haarlem, Mr. J. N. J. E. Heerkens
Thijssen, en Mr. A. Bruch, wethouders,
voorts de Leden der Tweede Kamer, de
heeren Michielsen en Fruytier, het lid
der Provinciale Staten, den heer Th.
G. G. Hooy, het lid van Gedep. Staten
den heer J. N. Hendrix, de leden van
den gemeenteraad de heeren Dr. v. d.
Berg, M. L. A. Klein, pn J. H. Visser.
Verder de heeren Jos. Cuypsrs, die als
architect der Kathedraal wel moet ge
noten hebben van de indrukwekkende
versiering; Jan Stuyt, architect van het
nieuwe seminarie en Dr. Proot, lijfarts
van Mgr. En achter alle deze min of
meer officiëele personen duizenden ge-
loovigen. De Tribune achter in de kerk
was afgescheiden in twee helften, waar
van de eene bestemd was voor genoodigde
onderwijzers en onderwijzeressen, de an
dere voor de religieusen uit Haarlem
en omstreken. Daar zag men, behalve
onze bekende echool- en z'ekenhiiis-zus-
ters, onze „Juliaantjes" en ook de Zus
ters van het Bloemendaalsche Bethanie
in hun witte gewaden en wat deden die
weesmeisjes, wier figuur silhouetteerde
in de ronde vensteropening van de ma-
jestuense rozotte, het mooi. Een grootsch
gezicht was het die, tot den nok ge
vulde kathedraal.
Wat verstaat onze goede Plebaan de
kunst onze indrukwekkende liturgische
plechtigheden nieuwen luister bij te zet
ten. Wat zullen velen hem dankbaar zijn
dat hij hun de schoonheid van het
Roomsche kerkgebouw in zulk een glans
heeft laten zien. „Mijn Kathedraal"
noemt Mgr. onze Sint Bavo zoo gaarne
en Mgr. heeft gisteren „zijn Kathedraal"
in al den rijkdom van haar plastieke
schoonheid gezien. Dat was het werk
van den Plebaan, die de versiering tot
in onderdeelen heeft gevolgd.
De Plechtigheid.
En plots zweiten de tonen van het orgel
op te midden van het geruisch en gesuis en
geschuivel dat duizenden menschen die in
spanning wachten, veroorzaken.
Zilveren zang van kinderstemmen, rein
en fijn welt op: „Hosanna."
Het is half tien. Mgr. is in aantocht.
Een ecrewacht van meer dan 160 koor
knapen in roode toga met witte superpli
vormt in het middenpad een haag, die
zachtkens palmen wuift, terwijl Mgr. al
zegenend voortschrijdt en heel de groote
menigte deinsend neerknielt om den bis
schopszegen te ontvangen.
Juichend zingt het koor den Bisschop
tegemoet:
Hosanna!
Zwaait uw palmen, kinderscharen,
laat uw lied ten hemel varen.
Kom, o volk, uw Bisschop groeten,
juichend in dit blij ontmoeten.
Hosanna!
Goudomglansd gaat hij verschijnen
in het midden van de zijnen:
Kom, Sint Baaf, met d'engefen reien
hem te gulden Mis geleien.
Hosanna!
Zegen ons met milde handen
Zeeg'ne God uw offerande:
Stijg' ten alaar in ons midden,
laat ons danken, laat ons bidden.
Hosanna!
Wij meenen diepe ontroering te bespeu
ren op het gelaat van onzen Bisschop.
Tn plechtigen stoet van koorknapen, se
minaristen, priesters en-assistenten bij den
H. Dienst trekt de stoet tot bij het hoofd
koor.
Daar zondert Mgr. zich af, en gaat,
slechts vergezeld van Mgr. MöIImann,
Mgr. Bosman en Mgr. Taskin een wijle
in aanbidding neerknielen voor de sacra
mentskapel om, dan het hoofdkoor te
betreden, waar de plechtigheden een aan
vang nemen met het omhangen der litur
gische gewaden.
De Schola Cantorum, seminaristen van
Warmond, zingen hun bisschop
het: bacerdos et Pontifex toe; het zang
koor, versterkt met zangers van alle kerk
koren in Haarlem, zingt daarop treffend
het Ave Maria van Fr. Witt.
En nadat ook de assistenten hun pur
peren gewaad heb'jea ver wisse'd voor
het op dezen daag zoo passende goud-
brocaat, begint het H. Misoffer ouder
ademlooze stilte.
Mgr. Möllmann, vicaris-generaal van
het Bi-dom, assisteerde als presbyter-
nssist.ns; diakens van de Mis zijn Mgr.
Bosman, Proest van het Kapittel (dia
ken) en Mgr. Taskin, praeses van War
mond (sub-diaken); troor:diakens de eere-
kanuniiik Deken Dessens en Prof. Aen-
genent; de overige functies verdee d on
der de Zeereerw. heeren rector Kok,
rector de Hoef, rector Sondaaf, pastoor
Pauselijken Zegen te geven met vollen
aflaat.
Hierna gaf Mgr. aan de geknielde
menigte, op de gebruikelijke wijze den
Pauselijken Zegen.
Het H. Misoffer werd daarop voortge
zet met de heerlijke aandoenlijke H. Com
munie; het smeekgebed van Pater Noster
en den ruischenden zang ran het Agnus
Dei, wiegend op van wierrook zwangere
luchten.
Na de H. Mis even nog een aandoen
lijke plechtigheid.
Mgr. vormde twee oud-oom-zegstertjes
van hem.
Onder de dankzegging van Z. D. H.
voerden de zangers in de kapel het „Jesu,
dulcis memoria" uit van B. Kothe. Dat
was een machtig mooi en treffend mo
ment
De eerewacht van koorknapen vormde
weer een haag om Mgr. uitgeleide te doen.
Zegenend verliet Mgr. de kathedraal,
der naburige huizen en vanuit electrische
masten en lantaarnpalen bleek de belang
stelling voor deze aubade-
Op den kerk omgang had de fanfare der
Sint Jozefsgezelten plaats genomen. Twee
herauts wachtten op de tribune om de
komst van Mgr. door bazuingeschal aan
te kondigen. Vier andere herauteri
met op hun borst de schilden der
steden waarvan Mgr. een burger was of
is ni. Vlissingen, Amsterdam, den Haag
en Haarlem, hadden post gevat in den
Angelus-toren om het singnaal hunner
makkers beneden over te nemen en ver
der te brengen.
Even over het aangegeven uur ver
scheen Mgr., omringd door het hoog
waardig kapittel, waarvan verschillende
leden het paars habijt droegen, en nam
plaats op den troon te midden van zijn
familieleden. Een groot aantal Eerw. hee
ren Geestelijken had eveneens plaats ge
nomen op de tribune.
De Kathedraal van boven uit een der nissen gezien op het oogenblik, dat Mgr. Callier den
Pauselijken zegen geelt.
Dat is het oogenblik, waarop Mgr.
zijn lofzang aan God aanheft: Gloria
in Excelsis". En het koor zette den
zang door en zwellend en bruischend,
en donderend en ruischend, klonk af
wisselend de forsche mannenzang, onder
leiding van den heer P. J. van Kessel,
zoodat de toehoorders er koud van wer
den, tot alle forschheid van zang zich
weer oploste in de smeekbede van den
Bisschop: „Dominus Vobiscum".
Na het Evangelie verscheen Mgr. in
al den glans van zijn bisschoppelijke
waardigheid op den ambo en sprak on
geveer als volgt:
Toespraak van Mgr. A. J. Callier.
Ik ben uitermate getroffen en vor-
heugd, dat gij in zoo groot aantal hier
zijt samengekomen om niet Mij God
dank te zeggen voor alles wat Hij Mij
in de 50 jaren van Mijn priesterschap
gegeven heeft. Welk een eer, priester
te zijn. Maar ook welk een verantwoor
delijkheid. Telkens als Ik als priester
het H. Misoffer opdraag en het H-
Lichaam en Bloed nuttig, moet Ik tot
God zeggen: „Quid Retribuam Domino".
Wat zal Ik don Heer weergeven voor
al hetgeen Ik van Hem ontvangen heb
en hoeveel meer ben Ik aan God ver
schuldigd nu Ik met 50 jaren priester
schap zoo hoogst begenadigd ben geweest.
Daarom kan Ik God niet genoeg dan
ken voor alles wat Hij aan Mij ge
daan heeft en daarom dank Ik ook u,
dat gij zijt gekomen om met Mij God
dank te brengen. J
Maar dank zeggen is niet genoeg,
Mijne geliefden. Het is slechts 't klein
ste bewijs van dankbaarheid. Daarvoor
is noodig, dat wij aan Gods genade be
antwoorden. En als Ik denk aan de
vele heilige mannen en vrouwen die ge
meend hebben door hun vele daden van
heiligheid nog niet genoeg aan Gods
genaden te hebben beantwoord, dan moet
Ik wel overtuigd zijn dat Ik niet ge
noeg heb beantwoord aan de Genaden,
die God Mij in Mijn langdurig leven
heeft geschonken. Daarom vraag Ik u
allen voor Mij te bidden, opdat God
Mij genadig zij. Opdat Ik ten volle
moge volbrengen, wat Hij van Mij ver
langt en aldus moge beantwoorden aan
Zijne buitengewone gaven. Om eenigszins
goed te maken de vele gebreken, die
Mij aankleven en als Mijn gebed geen
voldoende dankbaarheid heeft; om
eenigszins te vergoeden al de gebeden,
die gij voor Mij stort en waarvoor Ik u
niet genoeg dankbaar zijn kan, verheug
Ik Mij, dat Ik u door een bijzondere
gunst van Z.H. den Paus iets terug
kan geven. Mij is door Z.H. den Paus
de gunst verleend u op dezen dag dan
gaande voorbij de Mariakapel door het
zijpad rechts naar achteren om langs het
linkerzijpad de parochiale sacristie te be
reiken.
Onderwijl zong het zangkoor en de ge-
loovigen het volgende feestlied op de
wijze van: Aan U, O Koning der Eeuwen,
gedicht door Deken Dessens.
Nu vijftig priesterjaren
U het gemijterd hoofd
Met eene kroon versieren,
Die diamant verdooft;
Nu Haarlem's Kerk haar Bisschop
In gouden luister ziet
Van vijftig priesterjaren,
Rijst blij ons jubellied.
O Vader wat een zegen
Voor tijd en eeuwigheid,
Werd voor half een eeuwkring
Op dezen dag bereid.
Als Gods gezalfde priester
Zijt Gij toen opgegaan,
Om eens als Hoogepriester
Voor God en Volk te staan.
Sint Bavo's kind'ren zingen
Van oost, west, noord en zuid,
Voor al Uw zorg en arbeid
Hun dank nu jub'lend uit.
Zij smeeken voor den Bisschop,
Dien hun Gods goedheid gaf.
Gods licht, Gods kracht, Gods wijsheid
In milde stro omen af.
Waar met Uw staf Gij voorgaat,
Daar volgen we op den voet
En lnist'ren naar Uw roepstem,
O Herder, sterk en goed.
Geleid met vaste hand ons
Naar 's Hemels schaapskooi heen,
Ons weidend op Gods weide
Nog jaren achtereen.
De huldiging buiten de Kathedraal.
Aan de zuidzijde van de Kathedraal
verzamelde zich nu al spoedig een dui
zendkoppige menigte.
Alweer door de goede zorgen van
Plebaan Westerwoudt was hier een groot
terrein afgepaald om daarin de kinderen
van Haarlem en omgeving, leerlingen der
drie en vier hoogste klassen der scholen
te ontvangen.
Masten met wimpels en vlaggen en
groen-slingers paalden de ruimten af.
Boven den tuin der pastorie was een
ruime tribune opgericht en daarop een
troon, gedrapeerd door de firma Randoe.
i)nderwijl Mgr. het ontbijt nuttigde in
te pastorie, stelde de groepen kinderen,
rnder leiding der onderwijzeressen, on-
dertusschen zich op. Daarachter plaatsten
^ch in halven cirkel de ruim honderc
vaandels en banieren van vereenigingen,
uie in de kerk waren geplaatst geweest
een kleurig; kostbare omlijsting van een
risch, druk gewemel van kinderen, waar
aan de meisjes o, aardige attentie!
witte en paarse bouquetten in de hand en
paarse strikken in het haar hadden, ren
«eweldige massa hoofden vormde het ach
terplan van dit gehe«i- En vanuit vensters
Mgr. werd door de jeugd en de dui
zenden toeschouwers ontvangen met een
ovatie.
De fanfare liet zich van haar beste zij
de hooren en dan beklom de heer J. J.
van Kessel den dirigeerstoel. Met bege
leiding van koperwerk bracht de kinder
schaar haar aubade.
Frisch en krachtig klonk het nit den
mond van ruim twee duizend kinderen:
Gegroet, Monseigneur, van Uw kind'ren,
Uw Bisdom, dat juicht in ons lied.
Gegroet op den dag, die zoo stralend
Het goud van Uw Priesterschap ziet!
Met goud is gekroond nu de Wijsheid,
Die God uit den hoogen U zendt.
Gesierd met een krans is de sterkfa
Van 't Geloof, dat geen weifelen kent,
In honderde kerken wordt heden,
Een dankoffer Gode bereid
Voor U, die zoo talrijke tempels
Met 't heiligend kruis hebt gewijd;
En gansch een geslacht, door Uw handen
Gezalfd met den Heiligen Geest,
Deelt, sterk door het ge'oof, in den jubel,
Die juicht op Uw Priesterlijk feest.
Een leger van mannen en vrouwen
Gevormd en geschoold door Uw werk.
Geleid door het kruis der banieren-
Staat hier als de weermacht der Kerk;
Zij voeren tot U hunne kind'ren,
Opdat hen Uw zegen behoud',
Uw zegen op hen en hun scholen
Door herderlijk zorgen gebouwd!
Uw Priesters, volhardend in trouwe,
Tot arbeid en offer bereid,
Zij sterken hun kracht aan Uw voorbeeld,
Dat biddend en werkend hen leidt,
Zij smeeken voor jaren vol zegen
Met al Uwe zonen te zaam:
„Hij sta en Hij wei ie in sterkte
Tot roem van Gods'Heiligen Naam."
Mgr. zag cj bijzonder opgewekt uit
in deze oogenblikken.
Dan werden de vaandeldragers door
Plebaan Westerwoudt die alles keurig
regelde, opgeroepen om te defileeren.
Ónder de tonen van een opwekkenden
marsch defileerden de organisaties, ver
tegenwoordigd door haar banieren. Soms
gaf het aanleiding tot koddige momenten
als de friseche Noorderbries een vaandel
te pakken - kreeg en den drager er van
veel last bezorgde. Voor Mgr. bracht elk
vaandel het vaandel-saluut. Het was een
grootsche manifestatie.
Namens Mgr. bracht plebaan Wester
woudt, gewapend met een scheepsroeper
dank aan de jeugd voor de gebrachte
aubade en aan de organisaties „die trouw
de wacht houden rondom de jeugd.
De heer v. Kessel werd uitmenoodigd
bij Mgr. te komen. Deze onderhield zich
eenige oogenblikken met hom.
En dan schalde tot besluit uit duizen
den monden het „Roomsche Blijdschap",
Barometerstand 768 m.M. Vooruit,
OPGAVE VAN:
gezongen gezamenlijk door Mgr., de gees
telijkheid en de verzamelde Katholieken,
een symbool van de eenheid die allen
tesamen houdt.
Een aardig moment was nog toen Ple
baan Westerwoudt de toeschouwers voor
stelde» „Pater Cornelius, een eigen broer
van den jubilaris" en „taAte Charlotte,
een eigen zuster van Mgr."
Beiden werden met ovaties begroet.
Langzaam gingen de duizenden uiteen
en men vertelde en verzekerde elkaar,
dat het „schitterend", dat het .indruk
wekkend", dat het iels onvergetelijks"
was geweest.
En zoo was het!
In het Bisschoppelijk paleis werd des
middags van half drie tot vijf uur een
drukke receptie gehouden. Honder
den hebben van de gelegenheid gepro
fiteerd. Mgr. persoonlijk geluk te wen-
scben. f*
Door de firma's Duyn en Van Em
merik waren eenige zalen voor deze
gelegenheid gedrapeeerd en met planten-
versiering opgesmukt.
Receptie der geestelijkheid.
Om half drie werd de geestelijkheid
van het Bisdom ontvangen. Maar 4de
komst van Mgr. werd even vertraagd
door de plotselinge komst van Mgr. Ór-
senigo, pauselijk internuntius in Dea
Haag, die, met zijn secretaris, Z. D.
H. persoonlijk kwam gelukwenschen.
Bij de receptie der geestelijkheid voer
de Mgr. Möllmann het woord en sprak
als volgt:
Toespraak Mgr. M'óllmcrm,
Monseigneur 1
Toen wij hedenochtend in den ,n«.
troitus werden aangespoord, ons tel
verheugen in den Heer over de ver
heffing der H. Moedermaagd, moes
ten wel onze gedachten tevens uit
gaan naar den hoogen Feestdag, dien
wij priesters zoo innig met n
medevieren, Uw Gouden Priesterfeest,
Veel meer dan de geloovigen besef
fen wij, die met U het H. Priester
schap deelen, wat overvloed van wel
daden God een halve eeuw lang over
U uitstortte, hoe in U ten volle bewaar
heid werd, wat bij uwe heilige wij
ding werd gebeden: „dat God Zijn'
hemelsche gaven over U zou verme
nigvuldigen; dat Hij U zou achtervol
gen met de voortdurende gulheid Zij
ner geschenken". j
Het is dan ook natuurlijk, dat onza
feesttoon hooger en dieper klinkt dart
die der geloovigen en dat wij uw,
eigen priesters, seculiere en reguliers
voor ons het recht durven op-
eischen, U, D.H. vóór alle anderen
plechtig onzen gelukwensch aan te
bieden.
Ons recht, maar ook onze plicht:
want onze wenscli moet samenvloeien
met eene vurige dankzegging aan den
goeden God, Wiens Voorzienigheid aan
Haarlem's Bisdom een herder gaf,
die, zoolang hij priester was, priesters
vormde, priesters bestuurde!
Zeventien der eerste twintig jaren
van uw priesterlijk leven velen
onzer herdenken het met groote er
kentelijkheid - was het uw dagelijk-
sche zorg, de jeugdige levieten op te
voeren tot wetenschap en deugd, ter
wijl in de volgende dertig jaren de
leiding, het bestuur, de verzorging
uwer Priesters de voornaamste plicht
was van uw verheven Ambt.
In hoogeren zin meer nog dan
door het stichten uwer kathedraal en
door den bouw van het nieuwe Semi
narie achten wij op U.D.H. toepas
selijk de schoone Schriftuurwoorden*
„Ziedaar de Hoogepriester, die in zijn
leven steun gaf aan het huis (Gods)!
en die in zijne dagen „den tempel"
de uitverkoren dienaren van het H.
Altaar heeft versterkt".
Voor dit alles, Monseigneur, op uw
Gouden Feest onzen diepgevoelden
dank! Het is ons onmogelijk, heden
wenschen te uiten, die niet tegelijk
strekken tot ons eigen geestelijk heiL
Blijf slerk naar geest en lichaam;
nog lang ons weiden in Gods
kracht! „Ovilis ille Pastor et Rector
gregis", bereid ons door uw herderlijk
woord het levensvoedsel! Open ons
door uw voorbeeld de heilige bron
nen, waarin wij de frischlieid drinken,
om als „cooperatores providi" onder
en met U opgewekt te kunnen ar
beiden! „Vitae recludit pascua et fon-
tes sacros'. Waarschuw ons voor
onze vijanden en dat niemand onzer
zich van U, den Herder, vervreemde,
„Ovesque servat creditos, arcet lu-
pos"„Wat zullen wij U aan
bieden?"
Monseigneur, van nu af zal onk
dagelijksche bede pro Antistiete nostra
Augustino nog met meer aandrang
gefluisterd worden tot den goddelijken