a 0 9 Woensdag 16 Augustus 1922 45 e Jaargang No. 14222 Het 50-jarig Priesterfeest van Z. D. H. Mgr. A. J. CALLIER, Bisschop van Haarlem. Z. D. H. benoemd tot Comtr^ndeur in de orde van den Ned. Leeuw. Voor de Seminarie-kapel was tot gisteren bijeen ongeveer {130.000. J. J. WEBER ZOON. Opticiens Fabrikanten. Koningstraat 10 Haarlem. De Receptie. Dt abonnementsprijs be draagt voor Haarlem en Agentschappen! Per Kwartaal 3.25 Per Week 0-25 Franco per post p. kwart, bij vooruitbet. 3.57 Vi Bureaus: Nassaulaan 49 Haarlem. Xelefoonnutiiiiers: 1426, 2741 en 1748. Postrekening No. 5970 Advertenfïén 35 cents per regel - Bij contract belangrijke korting. Advertentiën tusschen den tekst als ingezonden me- dedeeling: 60 cents pei regel. Vraag- en Aanbod- advcrtentiën 14 regels 60 cents per plaatsing; elke regel meer 15 cent, bij vooruitbetaling. Sandfort, pastoor Boogmans, rector Aal- berse, pastoor Reynenberg en pastoor Schrandt, allen uit Haarlem. Heel zacht ruischen dan harmonium klanken over de bogen van het hoofd; koor en de Schola Oantorum jubelde in Gregoriaanschen zang het „Goudea- mus" uit „Gaudeanus" „Verheugen wij ons". Hoe toepasselijk is deze op dit feestgetij. Maar plots viel dan het Kathedraal' "jen hadden bijna twee honderd geestelij- or£el bespeeld door den heer Henri! ken in witte rochette op het hoogkoor Pielage, en machtig klonk het „Kyrie" plaats genomen en voor eiken priester van Ph. Loots' Missa Festiva. knielde een koorknaap in roode toga. Opeens lichtten, na dezen smeakzang, Het was ontroerend schoon. alle electrische lichten in het hoogkoor Wij schreven dat de Bisschop om- op, een wijde, volle zee van blank, wit ringd was door allen, die hem eeren licht valt af op de witte leliën en wilden. roode violieren en vult de bogen; de En dat was zoo. toppen van—koorhek en kanunnikenbank In de Sacramentskapel knielden de zijn getooid als met vurige rozen. Het gouden priesterjubeltij van onzen Bisschop nog eens in gedachten te her leven, is ook voor den verslaggever een innige vreugd. Haec diesl Deze schoone Maria dag, dubbel zwaar van priestergoud en gouden zonneglans, zal voor Haarlem na lange jaren nog on- vergeten zijn. Laten wij ons dadelijk verplaatsen in de jubelstemming, welke allen beving, die gisterenmorgen voortschreden onder de wijde, hooge hallen van onze wonder mooie kathedraal, waarvan de muren en gewelven gisteren hun eigen loflied aan hun bouwheer schenen te zingen door hun nieuwe schoonheid, welke plebaan Wes- terwoudt door zijn kunstzinnige versie ring openbaarde. Wisten wij, Haarlemmers, dat onze kathedraal zóó mooi is? Laten wij niet reppen van de maanden lange voorbereiding tot dit feest, zoo minutieus verzorgd in alle onderdeden, zooals nu bleek en toch zoo stil, (omdat het een verrassing moest blijven!) dat het ons wel eens hard viel daarvan niets te uogen vertellen in onze courant. In de stad. Reeds Maandagavond boog uit menige pui het dundoek als een kleurige heraut, verkondend het a.s. bisschopsfeest en vele- oogen richtten zich naar den koepel van Sint Baaf, die daar lichtte in onge- wonen lichtglans. Er werd generale repe tities van den zang gehouden voor het feest van Dinsdag en tevens werd de schitterende electrische verlichting ge probeerd. In den verren omtrek werd al dus het Bisschopsfeest aangekondigd. En Dinsdagmorgen bolden honderden vlaggen in den stijven Noordcryvind langs Haarlem's straten; ja, de Haarlemmers hebben goed gevlagd, ter eer.e van hun bisschop! De firma Rietfort op den hoek van de Nieuwe Gracht en Kruisweg had in een keur van groen en bloemen, geflankeerd door rijke kerkgewaden, het borstbeeld van Mgr. Callier te pronk gezet. En onder een nog sombere strakke lucht, die echter veel schoons op den dag beloofde, stroomden duizenden geloovi- gen ten Kathedrale, om daar met hun bisschoD God danken, In de Kathedraal, De versiering. Reeds onder de H. Mis van acht uur veroverden bezoekers zich plaatsen op stoelen en in banken, die zij niet meer voor het einde der plechtigheid zouden afstaan, en om 9 uur, een half uur dus voor den aanvang der plechtigheid, vul den reeds duizenden en duizenden het massale kerkgebouw. De aanblik was om nooit te vergeten. Het parochiale altaar., vóór het priester koor, was gemaskeerd, weggewerkt door groen en bloemen. Op dezen dag verloor Sint Bavo zijn karakter van parochie kerk geheel en moest allereerst zijn: Ka thedraal, de kerk van den Bisschop, de kerk van het bisdom. De firrfia J. N. Barnhoorn van Overveen, had op deze plaats een voornaam middenstuk gebouwd een zacht-groen, natuurlijk gazon met bloemperken, waarin leliën en rozen en heliotropen, op losse manier verwerkt, opbloeiden en al hun luister bijzetten aan het feest. Zoo was Sint Baaf, wat zij ook eigen lijk is: Kathedraal. Vanuit de rozetten in den top der ge welven en in den hoogen koepelnok en in alle kapellen en nissen straalde de zachte glans van duizend kaars sterke getemperde electrische lampen. De firma Gebr. Bosse had hier in enkele dagen een mooi staatje van electrischen gelei- dingaanleg gewrocht, zoodat de kathe draal den glans weerkaatste van rmnl twintig duizend kaars electrisch licht. En in het hoogkoor, dat door de fir ma's Randoe uit Haarlem en Lasance uit Amsterdam met vorstelijke kleurige ta pijten was belegd had de firma Preyde, Flora's tooverstaf gezwaaid. In de trifbna van den kooromgang wuifden palmen en schitterden dahlia's, violieren en smet- telooze leliën in een zee van goud licht, dat door tallooze verdoken electrische lampen als zonneglanzen in de bogen werd geworpen, terwijl het zachte afhangend groen de trotsche lijnen van het koor nog meer accentueerde. Met fraaie planten groepen bij de zwartgranieten pilasters, waartusschen rozen en dahlia's en fraaie bloemstukken boven de Kanunnikenban- ken werd deze schitterende, sober ge houden bloemversiering volmaakt. En in deze schitterende omgeving trok alles wat onzen bisschop eeren wilde zich samen. Lu het hoogkoor de clergé van het Bisdom met in de kanunnikenbanken de voornaamste gasten. Daar zat allereerst de ZeerEerw. heer Cornelius, een pa ter Franciscaan uit Eecloo België), eigen broeder van Monsigneur, daar had ook plaats genomen kolonel F. J- H. Evers, hoofdaalmoezenier van Leger en Vloot in het schitterend tenue van eere kapelaan der Malthezer-ridders; daar za ten voorts do HoogEerw. heeren paters Provinciaal van verschillende klooster orden: pater Paulus Stein 0. F. M., provinciaal der Franciscanen, pater Dr. Raaymakers provinciaal der Jezuïten, Pater van Rijn. provinciaal der paters ■^■ngustijnen. de HoogEerw. heeren ka nunniken, voor zoover zij niet assistecr- •f biï den H. Dienst: Mgr. Stoffels, deken van HVriem, Mgr. Wijtenburg, oud-deken van den Haag, Mgr. Thier, deken van R Ur.d m, Mgr. Dr A. H. L. Hensen, directeur van liet Ned. Ilist- Instituut te Rome, deken Zondag van Vogelenzang, deken Waare, van Bever wijk, deken Schraag, van Schiedam del- n Hollenberg, van Purine end, delen Boom van Ouderkerk, Regent Ebbinhhu en. ,J M. M. Höppener, Regent der kweek school te Beverwijk en ve'e anderen. D* HoogEerw. pater Kronenburg, provin ciaal der Redemplorisien had zich laten verontschuldigen, dear bij verhinderd was door de komst in ons land v.in Z.Em. Kardinaal van Rossum. En in dubbele vertegenwoordigers van de Diocesane en plaatselijke organisaties en hun vaandels en banieren rijden zich om de pijlers van middenschip en zijbeuken en sier den de kolommen van het hoogkoor. Daar waren vaandels uit Haarlem en omstre ken, uit Amsterdam, Rotterdam, den Haag, Delft, Leiden, Zaand m, Nicuwen- dam en andere plaatsen. Ook de we reldlijke autoriteiten gaven door hun te genwoordig blijk van medeleven in dit bisschoppelijk feest. We zagen in de voor ste rijen, behalve de familieleden van Mgr., den Commissaris der Koningin in de Provincie Noordholland, Mr. Dr. A. Roëll, den burgemeester van Haarlem, den heer 0. Maarschalk en echtgenoote, Mr. A. Wesstra, secretaris der gemeen te .Haarlem, Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen, en Mr. A. Bruch, wethouders, voorts de Leden der Tweede Kamer, de heeren Michielsen en Fruytier, het lid der Provinciale Staten, den heer Th. G. G. Hooy, het lid van Gedep. Staten den heer J. N. Hendrix, de leden van den gemeenteraad de heeren Dr. v. d. Berg, M. L. A. Klein, pn J. H. Visser. Verder de heeren Jos. Cuypsrs, die als architect der Kathedraal wel moet ge noten hebben van de indrukwekkende versiering; Jan Stuyt, architect van het nieuwe seminarie en Dr. Proot, lijfarts van Mgr. En achter alle deze min of meer officiëele personen duizenden ge- loovigen. De Tribune achter in de kerk was afgescheiden in twee helften, waar van de eene bestemd was voor genoodigde onderwijzers en onderwijzeressen, de an dere voor de religieusen uit Haarlem en omstreken. Daar zag men, behalve onze bekende echool- en z'ekenhiiis-zus- ters, onze „Juliaantjes" en ook de Zus ters van het Bloemendaalsche Bethanie in hun witte gewaden en wat deden die weesmeisjes, wier figuur silhouetteerde in de ronde vensteropening van de ma- jestuense rozotte, het mooi. Een grootsch gezicht was het die, tot den nok ge vulde kathedraal. Wat verstaat onze goede Plebaan de kunst onze indrukwekkende liturgische plechtigheden nieuwen luister bij te zet ten. Wat zullen velen hem dankbaar zijn dat hij hun de schoonheid van het Roomsche kerkgebouw in zulk een glans heeft laten zien. „Mijn Kathedraal" noemt Mgr. onze Sint Bavo zoo gaarne en Mgr. heeft gisteren „zijn Kathedraal" in al den rijkdom van haar plastieke schoonheid gezien. Dat was het werk van den Plebaan, die de versiering tot in onderdeelen heeft gevolgd. De Plechtigheid. En plots zweiten de tonen van het orgel op te midden van het geruisch en gesuis en geschuivel dat duizenden menschen die in spanning wachten, veroorzaken. Zilveren zang van kinderstemmen, rein en fijn welt op: „Hosanna." Het is half tien. Mgr. is in aantocht. Een ecrewacht van meer dan 160 koor knapen in roode toga met witte superpli vormt in het middenpad een haag, die zachtkens palmen wuift, terwijl Mgr. al zegenend voortschrijdt en heel de groote menigte deinsend neerknielt om den bis schopszegen te ontvangen. Juichend zingt het koor den Bisschop tegemoet: Hosanna! Zwaait uw palmen, kinderscharen, laat uw lied ten hemel varen. Kom, o volk, uw Bisschop groeten, juichend in dit blij ontmoeten. Hosanna! Goudomglansd gaat hij verschijnen in het midden van de zijnen: Kom, Sint Baaf, met d'engefen reien hem te gulden Mis geleien. Hosanna! Zegen ons met milde handen Zeeg'ne God uw offerande: Stijg' ten alaar in ons midden, laat ons danken, laat ons bidden. Hosanna! Wij meenen diepe ontroering te bespeu ren op het gelaat van onzen Bisschop. Tn plechtigen stoet van koorknapen, se minaristen, priesters en-assistenten bij den H. Dienst trekt de stoet tot bij het hoofd koor. Daar zondert Mgr. zich af, en gaat, slechts vergezeld van Mgr. MöIImann, Mgr. Bosman en Mgr. Taskin een wijle in aanbidding neerknielen voor de sacra mentskapel om, dan het hoofdkoor te betreden, waar de plechtigheden een aan vang nemen met het omhangen der litur gische gewaden. De Schola Cantorum, seminaristen van Warmond, zingen hun bisschop het: bacerdos et Pontifex toe; het zang koor, versterkt met zangers van alle kerk koren in Haarlem, zingt daarop treffend het Ave Maria van Fr. Witt. En nadat ook de assistenten hun pur peren gewaad heb'jea ver wisse'd voor het op dezen daag zoo passende goud- brocaat, begint het H. Misoffer ouder ademlooze stilte. Mgr. Möllmann, vicaris-generaal van het Bi-dom, assisteerde als presbyter- nssist.ns; diakens van de Mis zijn Mgr. Bosman, Proest van het Kapittel (dia ken) en Mgr. Taskin, praeses van War mond (sub-diaken); troor:diakens de eere- kanuniiik Deken Dessens en Prof. Aen- genent; de overige functies verdee d on der de Zeereerw. heeren rector Kok, rector de Hoef, rector Sondaaf, pastoor Pauselijken Zegen te geven met vollen aflaat. Hierna gaf Mgr. aan de geknielde menigte, op de gebruikelijke wijze den Pauselijken Zegen. Het H. Misoffer werd daarop voortge zet met de heerlijke aandoenlijke H. Com munie; het smeekgebed van Pater Noster en den ruischenden zang ran het Agnus Dei, wiegend op van wierrook zwangere luchten. Na de H. Mis even nog een aandoen lijke plechtigheid. Mgr. vormde twee oud-oom-zegstertjes van hem. Onder de dankzegging van Z. D. H. voerden de zangers in de kapel het „Jesu, dulcis memoria" uit van B. Kothe. Dat was een machtig mooi en treffend mo ment De eerewacht van koorknapen vormde weer een haag om Mgr. uitgeleide te doen. Zegenend verliet Mgr. de kathedraal, der naburige huizen en vanuit electrische masten en lantaarnpalen bleek de belang stelling voor deze aubade- Op den kerk omgang had de fanfare der Sint Jozefsgezelten plaats genomen. Twee herauts wachtten op de tribune om de komst van Mgr. door bazuingeschal aan te kondigen. Vier andere herauteri met op hun borst de schilden der steden waarvan Mgr. een burger was of is ni. Vlissingen, Amsterdam, den Haag en Haarlem, hadden post gevat in den Angelus-toren om het singnaal hunner makkers beneden over te nemen en ver der te brengen. Even over het aangegeven uur ver scheen Mgr., omringd door het hoog waardig kapittel, waarvan verschillende leden het paars habijt droegen, en nam plaats op den troon te midden van zijn familieleden. Een groot aantal Eerw. hee ren Geestelijken had eveneens plaats ge nomen op de tribune. De Kathedraal van boven uit een der nissen gezien op het oogenblik, dat Mgr. Callier den Pauselijken zegen geelt. Dat is het oogenblik, waarop Mgr. zijn lofzang aan God aanheft: Gloria in Excelsis". En het koor zette den zang door en zwellend en bruischend, en donderend en ruischend, klonk af wisselend de forsche mannenzang, onder leiding van den heer P. J. van Kessel, zoodat de toehoorders er koud van wer den, tot alle forschheid van zang zich weer oploste in de smeekbede van den Bisschop: „Dominus Vobiscum". Na het Evangelie verscheen Mgr. in al den glans van zijn bisschoppelijke waardigheid op den ambo en sprak on geveer als volgt: Toespraak van Mgr. A. J. Callier. Ik ben uitermate getroffen en vor- heugd, dat gij in zoo groot aantal hier zijt samengekomen om niet Mij God dank te zeggen voor alles wat Hij Mij in de 50 jaren van Mijn priesterschap gegeven heeft. Welk een eer, priester te zijn. Maar ook welk een verantwoor delijkheid. Telkens als Ik als priester het H. Misoffer opdraag en het H- Lichaam en Bloed nuttig, moet Ik tot God zeggen: „Quid Retribuam Domino". Wat zal Ik don Heer weergeven voor al hetgeen Ik van Hem ontvangen heb en hoeveel meer ben Ik aan God ver schuldigd nu Ik met 50 jaren priester schap zoo hoogst begenadigd ben geweest. Daarom kan Ik God niet genoeg dan ken voor alles wat Hij aan Mij ge daan heeft en daarom dank Ik ook u, dat gij zijt gekomen om met Mij God dank te brengen. J Maar dank zeggen is niet genoeg, Mijne geliefden. Het is slechts 't klein ste bewijs van dankbaarheid. Daarvoor is noodig, dat wij aan Gods genade be antwoorden. En als Ik denk aan de vele heilige mannen en vrouwen die ge meend hebben door hun vele daden van heiligheid nog niet genoeg aan Gods genaden te hebben beantwoord, dan moet Ik wel overtuigd zijn dat Ik niet ge noeg heb beantwoord aan de Genaden, die God Mij in Mijn langdurig leven heeft geschonken. Daarom vraag Ik u allen voor Mij te bidden, opdat God Mij genadig zij. Opdat Ik ten volle moge volbrengen, wat Hij van Mij ver langt en aldus moge beantwoorden aan Zijne buitengewone gaven. Om eenigszins goed te maken de vele gebreken, die Mij aankleven en als Mijn gebed geen voldoende dankbaarheid heeft; om eenigszins te vergoeden al de gebeden, die gij voor Mij stort en waarvoor Ik u niet genoeg dankbaar zijn kan, verheug Ik Mij, dat Ik u door een bijzondere gunst van Z.H. den Paus iets terug kan geven. Mij is door Z.H. den Paus de gunst verleend u op dezen dag dan gaande voorbij de Mariakapel door het zijpad rechts naar achteren om langs het linkerzijpad de parochiale sacristie te be reiken. Onderwijl zong het zangkoor en de ge- loovigen het volgende feestlied op de wijze van: Aan U, O Koning der Eeuwen, gedicht door Deken Dessens. Nu vijftig priesterjaren U het gemijterd hoofd Met eene kroon versieren, Die diamant verdooft; Nu Haarlem's Kerk haar Bisschop In gouden luister ziet Van vijftig priesterjaren, Rijst blij ons jubellied. O Vader wat een zegen Voor tijd en eeuwigheid, Werd voor half een eeuwkring Op dezen dag bereid. Als Gods gezalfde priester Zijt Gij toen opgegaan, Om eens als Hoogepriester Voor God en Volk te staan. Sint Bavo's kind'ren zingen Van oost, west, noord en zuid, Voor al Uw zorg en arbeid Hun dank nu jub'lend uit. Zij smeeken voor den Bisschop, Dien hun Gods goedheid gaf. Gods licht, Gods kracht, Gods wijsheid In milde stro omen af. Waar met Uw staf Gij voorgaat, Daar volgen we op den voet En lnist'ren naar Uw roepstem, O Herder, sterk en goed. Geleid met vaste hand ons Naar 's Hemels schaapskooi heen, Ons weidend op Gods weide Nog jaren achtereen. De huldiging buiten de Kathedraal. Aan de zuidzijde van de Kathedraal verzamelde zich nu al spoedig een dui zendkoppige menigte. Alweer door de goede zorgen van Plebaan Westerwoudt was hier een groot terrein afgepaald om daarin de kinderen van Haarlem en omgeving, leerlingen der drie en vier hoogste klassen der scholen te ontvangen. Masten met wimpels en vlaggen en groen-slingers paalden de ruimten af. Boven den tuin der pastorie was een ruime tribune opgericht en daarop een troon, gedrapeerd door de firma Randoe. i)nderwijl Mgr. het ontbijt nuttigde in te pastorie, stelde de groepen kinderen, rnder leiding der onderwijzeressen, on- dertusschen zich op. Daarachter plaatsten ^ch in halven cirkel de ruim honderc vaandels en banieren van vereenigingen, uie in de kerk waren geplaatst geweest een kleurig; kostbare omlijsting van een risch, druk gewemel van kinderen, waar aan de meisjes o, aardige attentie! witte en paarse bouquetten in de hand en paarse strikken in het haar hadden, ren «eweldige massa hoofden vormde het ach terplan van dit gehe«i- En vanuit vensters Mgr. werd door de jeugd en de dui zenden toeschouwers ontvangen met een ovatie. De fanfare liet zich van haar beste zij de hooren en dan beklom de heer J. J. van Kessel den dirigeerstoel. Met bege leiding van koperwerk bracht de kinder schaar haar aubade. Frisch en krachtig klonk het nit den mond van ruim twee duizend kinderen: Gegroet, Monseigneur, van Uw kind'ren, Uw Bisdom, dat juicht in ons lied. Gegroet op den dag, die zoo stralend Het goud van Uw Priesterschap ziet! Met goud is gekroond nu de Wijsheid, Die God uit den hoogen U zendt. Gesierd met een krans is de sterkfa Van 't Geloof, dat geen weifelen kent, In honderde kerken wordt heden, Een dankoffer Gode bereid Voor U, die zoo talrijke tempels Met 't heiligend kruis hebt gewijd; En gansch een geslacht, door Uw handen Gezalfd met den Heiligen Geest, Deelt, sterk door het ge'oof, in den jubel, Die juicht op Uw Priesterlijk feest. Een leger van mannen en vrouwen Gevormd en geschoold door Uw werk. Geleid door het kruis der banieren- Staat hier als de weermacht der Kerk; Zij voeren tot U hunne kind'ren, Opdat hen Uw zegen behoud', Uw zegen op hen en hun scholen Door herderlijk zorgen gebouwd! Uw Priesters, volhardend in trouwe, Tot arbeid en offer bereid, Zij sterken hun kracht aan Uw voorbeeld, Dat biddend en werkend hen leidt, Zij smeeken voor jaren vol zegen Met al Uwe zonen te zaam: „Hij sta en Hij wei ie in sterkte Tot roem van Gods'Heiligen Naam." Mgr. zag cj bijzonder opgewekt uit in deze oogenblikken. Dan werden de vaandeldragers door Plebaan Westerwoudt die alles keurig regelde, opgeroepen om te defileeren. Ónder de tonen van een opwekkenden marsch defileerden de organisaties, ver tegenwoordigd door haar banieren. Soms gaf het aanleiding tot koddige momenten als de friseche Noorderbries een vaandel te pakken - kreeg en den drager er van veel last bezorgde. Voor Mgr. bracht elk vaandel het vaandel-saluut. Het was een grootsche manifestatie. Namens Mgr. bracht plebaan Wester woudt, gewapend met een scheepsroeper dank aan de jeugd voor de gebrachte aubade en aan de organisaties „die trouw de wacht houden rondom de jeugd. De heer v. Kessel werd uitmenoodigd bij Mgr. te komen. Deze onderhield zich eenige oogenblikken met hom. En dan schalde tot besluit uit duizen den monden het „Roomsche Blijdschap", Barometerstand 768 m.M. Vooruit, OPGAVE VAN: gezongen gezamenlijk door Mgr., de gees telijkheid en de verzamelde Katholieken, een symbool van de eenheid die allen tesamen houdt. Een aardig moment was nog toen Ple baan Westerwoudt de toeschouwers voor stelde» „Pater Cornelius, een eigen broer van den jubilaris" en „taAte Charlotte, een eigen zuster van Mgr." Beiden werden met ovaties begroet. Langzaam gingen de duizenden uiteen en men vertelde en verzekerde elkaar, dat het „schitterend", dat het .indruk wekkend", dat het iels onvergetelijks" was geweest. En zoo was het! In het Bisschoppelijk paleis werd des middags van half drie tot vijf uur een drukke receptie gehouden. Honder den hebben van de gelegenheid gepro fiteerd. Mgr. persoonlijk geluk te wen- scben. f* Door de firma's Duyn en Van Em merik waren eenige zalen voor deze gelegenheid gedrapeeerd en met planten- versiering opgesmukt. Receptie der geestelijkheid. Om half drie werd de geestelijkheid van het Bisdom ontvangen. Maar 4de komst van Mgr. werd even vertraagd door de plotselinge komst van Mgr. Ór- senigo, pauselijk internuntius in Dea Haag, die, met zijn secretaris, Z. D. H. persoonlijk kwam gelukwenschen. Bij de receptie der geestelijkheid voer de Mgr. Möllmann het woord en sprak als volgt: Toespraak Mgr. M'óllmcrm, Monseigneur 1 Toen wij hedenochtend in den ,n«. troitus werden aangespoord, ons tel verheugen in den Heer over de ver heffing der H. Moedermaagd, moes ten wel onze gedachten tevens uit gaan naar den hoogen Feestdag, dien wij priesters zoo innig met n medevieren, Uw Gouden Priesterfeest, Veel meer dan de geloovigen besef fen wij, die met U het H. Priester schap deelen, wat overvloed van wel daden God een halve eeuw lang over U uitstortte, hoe in U ten volle bewaar heid werd, wat bij uwe heilige wij ding werd gebeden: „dat God Zijn' hemelsche gaven over U zou verme nigvuldigen; dat Hij U zou achtervol gen met de voortdurende gulheid Zij ner geschenken". j Het is dan ook natuurlijk, dat onza feesttoon hooger en dieper klinkt dart die der geloovigen en dat wij uw, eigen priesters, seculiere en reguliers voor ons het recht durven op- eischen, U, D.H. vóór alle anderen plechtig onzen gelukwensch aan te bieden. Ons recht, maar ook onze plicht: want onze wenscli moet samenvloeien met eene vurige dankzegging aan den goeden God, Wiens Voorzienigheid aan Haarlem's Bisdom een herder gaf, die, zoolang hij priester was, priesters vormde, priesters bestuurde! Zeventien der eerste twintig jaren van uw priesterlijk leven velen onzer herdenken het met groote er kentelijkheid - was het uw dagelijk- sche zorg, de jeugdige levieten op te voeren tot wetenschap en deugd, ter wijl in de volgende dertig jaren de leiding, het bestuur, de verzorging uwer Priesters de voornaamste plicht was van uw verheven Ambt. In hoogeren zin meer nog dan door het stichten uwer kathedraal en door den bouw van het nieuwe Semi narie achten wij op U.D.H. toepas selijk de schoone Schriftuurwoorden* „Ziedaar de Hoogepriester, die in zijn leven steun gaf aan het huis (Gods)! en die in zijne dagen „den tempel" de uitverkoren dienaren van het H. Altaar heeft versterkt". Voor dit alles, Monseigneur, op uw Gouden Feest onzen diepgevoelden dank! Het is ons onmogelijk, heden wenschen te uiten, die niet tegelijk strekken tot ons eigen geestelijk heiL Blijf slerk naar geest en lichaam; nog lang ons weiden in Gods kracht! „Ovilis ille Pastor et Rector gregis", bereid ons door uw herderlijk woord het levensvoedsel! Open ons door uw voorbeeld de heilige bron nen, waarin wij de frischlieid drinken, om als „cooperatores providi" onder en met U opgewekt te kunnen ar beiden! „Vitae recludit pascua et fon- tes sacros'. Waarschuw ons voor onze vijanden en dat niemand onzer zich van U, den Herder, vervreemde, „Ovesque servat creditos, arcet lu- pos"„Wat zullen wij U aan bieden?" Monseigneur, van nu af zal onk dagelijksche bede pro Antistiete nostra Augustino nog met meer aandrang gefluisterd worden tot den goddelijken

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 1