BUITENLAND.
Onschuldig veroordeeld
Tweede Blad
25 Augustus 1922
KUNST EN KENNIS.
Beieren en het Rijk.
Donkere voorspellingen.
De toestand in Ierland.
Het Amerikaansche leger.
De stakingen in de Ver. Staten.
Een communistische samenzwering
ontdekt.
Frankrijk en Duitschland.
Het proces de Beuckeiaere.
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
De verliezen van Turkije in den
wereldoorlog.
„Roeping".
KERK ER SCHOOL
Een Bisschop-luchtvaart
enthousiast.
FEUILLETON
Woensdagmiddag werd te Munchen een
uitvoerige officieele uiteenzetting van de
besprekingen tusschen Beieren en het Rijk
gepubliceerd, waarin zeer uitvoerig op de
.voorgeschiedenis wordt ingegaan en tot
slot het resultaat der jongste besprekingen
te Berlijn op 19 en 20 Augustus wordt sa
mengevat. Aan deze uiteenzetting is het
yolgende ontleend:
Bij het Staatsgerechtshof wordt een
Zuid-Duitsche senaat gevormd. In de ge
vallen, waarin deze Zuid-Duitsche senaat
competent is, zal het recht van gratie den
rijkspresident, in overeenstemming met de
landsregeering of op voorstel van deze,
worden uitgeoefend. Er wordt opnieuw
met nadruk op gewezen, dat het verwij
zen van strafzaken naar de gewone recht
banken regel zal zijn. Het bondsstaats-ka
rakter van het rijk en de staatspersoon-
lijkheid en souvereiniteit van de'bonds
staten worden opnieuw werkend. Er
wordt herhaaldelijktoegezegd, dat het rijk
het souvereine recht der bondsstaten zon
der verandering der grondwettige bevoegd
heid van het rijk niet tot zich wenscht te
trekken. Bovendien wordt gewaarborgd,
dat de rijksregeering van haar nog over
blijvende bevoedheden niet zonder nood
zaak en niet zonder toestemming van den
rijksraad gebruik zal maken en dat zij
niet wenscht de tegenwoordige taak van
de bondsstaten in het bestuur van het rijk
door nieuwe rechtsmiddelen op zich te
aemen
In het slotwoord wordt dan o.a. ge-
cegd: Wanneer men het verloop der be
sprekingen en het eindresultaat samenvat,
dan kan men niet loochenen, dat thans
Beieren ter bescherming van zijn zelfstan
digheid en souvereiniteit zekere waarbor
gen heeft gekregen. De beschermingswet-
ten moeten natuurlijk nog steeds worden
Verworpen: volle bevrediging kan slechts
door opheffing van deze wetten worden
verkregen. Erkend wordt echter, dat nu
het staatsgerechshof, welks spoedige op
heffing dringend noodzakelijk schijnt, in
zijn inrichting zeer veel verbeterd is en
dat ook op het gebied van het politiewe
zen de Beiersche wenschen voor zoover
de wet dit toelaat volkomen zijn vervuld.
Onder deze omstandigheden bestaat er
dus voor Beieren geen reden meer, aan
zijn buitengewone verordening vast te
houden, zoodat deze weldra zal worden
opgeheven.
Het „Berl. Tagebl." vernam uit Mun
chen, dat de Beiersche regeering de ver
ordening gisteren in den loop van den
dag zou opheffen. In een gesprek met
een journalist verklaarde de Beiersche
minister-president, dat de Beiersche regee
ring haar toestemming tot de aanvulling
van de Berlijnsche overeenkomst in over
leg met de coalitiepartijen heeft gegeven
daar zij daarbij in de eerste plaats reke
ning heeft gehouden met de gebeurtenis
sen in de buitenlandsche politiek, die
thans meer dan ooit een politiek een
heidsfront van het rijk en de bondsstaten
lischen.
De bekende Amerikaansche bankier
Frank A. Vanderlip heeft op zijn doorreis
te Parijs eenige mededeelingen gedaan aan
de „Information" over den toestand in
Europa.
Volgens hem wordt de kern van de
kwestie niet gevormd door de schadever
goedingen of de intergeallieerde schulden,
maar wel door de economische eenheid
van Europa; het probleem is samenge
steld, want Europa heeft meer inwoners
dan het voeden kan; het moet derhalve
goederen uitvoeren, maar het vrije ruil
verkeer bestaat niet meer.
De daling der wisselkoersen moet naar
het oordeel van Vanderlip noodzakelijker
wijs tot een ramp leiden.
In Oostenrijk is de daling van den wis
selkoers zoodanig onafgebroken geweest,
dat de bevolking zich heeft afgevraagd of
men per slot van rekening niet de oogen
kon sluiten voor de depreciatie van de
kroon en zoo goed en zoo kwaad als het
gaat zou voortleven ondanks de sombere
voorspellingen van sommigen. Maar laat
men zich niet vergissen, aldus de heer
Vanderlip; Oostenrijk heeft steenkool en
graan noodig, dat l^et in het buitenland
moet koopen en dezen winter zullen de
toestanden in dat land buitengewoon kri
tiek zijn. De totale ineenstorting staat t-e
wachten, die tot een buitengewone ellen
de zal leiden. Dat die ineenstorting zich
nog niet eerder heeft voorgedaan, komt,
doordat Oostenrijk tot dusver van liefda
digheid heeft geleefd, zoodat de ontbin
ding langzaam is geweest; 13 millioen pond
sterling zijn letterlijk aan Oostenrijk ge
schonken. Bovendien moet men niet ver
geten, dat het gaat om een bevolking van
slechts 6K millioen zielen.
Hetzelfde zou niet op Duitschland kun
nen worden toegepast: daar is het vraag
stuk veel uitgebreider en, laat ons er bij
voegen, doen dezelfde humanitaire mo
tieven zich in mindere mate géiden. De
ineenstorting van Duitschland zal, als zij
zich voordoet, dus noodzakelijkerwijs
sneller gaan dan die van Oostenrijk.
In Italië en Hongarije is de toestand
eveneens moeilijk, maar in Duitschland is
hij het meest kritiek. Dat is het meest
urgente vraagstuk van Europa. Niemand
betwist, zoo verklaarde de heer Vander
lip, de billijkheid der Fransche eischen,
maar het is duidelijk, dat Duitschland
Biet onmiddellijk dé sommen kan betalen,
die men er van eischt. Of de val der Mark
opzettelijk is of niet, Duitschland nadert
het oogenblik, waarop het er het losgeld
voor moet betalen. Het wordt bedreigd
'door een finandeele instorting. De daling
der Mark zal een industrieele depressie,
werkloosheid, een prijsstijging in het bin
nenland en ernstige sociale ongeregeldhe
den te weeg brengen.
Vanderlip herhaalde dat de houding van
Frankrijk en de kwestie der schadevergoe-
'ingpii volkomen begrijpelijk was, maar
door veel te vragen, loopt Frankrijk gevaar
minder te ontvangen, want een geruineerd
Dmtsctdand zou een aanstese'ij's voorbeeld
zijn vror zijn grooten nierman evenals
r gebeft1 Europa.
u vooruitzichten v.or een internatio
nale k'cnir.g achtte Van.;erlv> moeilijker
dan vroeger, daar de toestand van Duitsch-
andoor de daling van de mark verer*
gvi'. is
Ten rir.t'.e spiekend over de inlergcal-
lcerJe s* hulden, verklaar Je hij, lat de
hC'UUTig van Europa door de V.S. zeer slecht
vqr-lt ontvangen. Amerika .s van oordeel,
lal ziji, aandeel aan den oorlog belangrijk
gen fg is geweest, dat men niet gc
gr .iidt betwist van de teen'ng-m welke het
heeft toegestaan. Als nu nog zijn debi
teuren gezegd hadden: „Ik kan niet be
talen, ziehier hoe mijn toestand is," dan
zouden de voorwaarden van- terubetaling
zeker clemenfer zijn geweest en zouden er
zelfs nieuwe leeningen hebben kunnen ge
geven worden. Maar de discussie, die in
Europa is gerezen over de schulden, heeft
de openbare meening in de V.S. aanzien
lijk verkoeld, want daarbij werd het altruis-
me van Amerika in twijfel getrokken. Men
moet trouwens niet overdrijven; de Euro-
peesche landen hebben, mei uitzondering
van Engeland, geenerlei voorziening in hun
begroofingen getroffen voor de terugbe
taling hunner schuilden aan Amerika, zoo
dat men niet kan zeggen, dat de kwestie
der schulden thans de sleutel is van den
toestand. i
De heer Vanderlip eindigde met de pes
simistische conclusie, dat hij geen genees
middel zag voor de moeilijkheden van
Europa en dat de horizon met wolken be
dekt blijft
De dood van Collins.
Bij het stoffelijk overschot van Collins,
dat te Cork op het praalbed lag, hadden
roerende tooneelen .plaat®. Hel lichaam
werd later overgbr.icht naar oen schip, dal
het naar Dublin zal vervoeren. Een der
slippendragers was generaal Gallon. Hij
droeg een mol bl-oed besmeurde uniform,
dezelfde die hij droeg toen Collins in zijn
armen overleed. Rouwende menigten wa
ren getuige van -het voorbijtrekken van
den lijkstoet, aan riet hoofd waarvan de
bisschop van Cork en tallooze andere
geestelijken gingen. Een toeschouwer die
in het bezit werd gevonden van een bom,
werd h'hin gelyncht.
De paus over den moord op Collins.
De móórd op Collins heeft, evenals over
al elders in de wereld, uit alle deelen waar
van synipa Ihielelgrammen bij da provisio-
neele regeering binnenkomen, ook op den
paus diepen indruk gemaakt. „De epidemie
van poilieke moorden, die den laatsten
tijd plaats hadden, zoo zeide de paus, „in
het bijzonder die op veldmaarschalk Wil
son en thams die o-p generaal Collins, wijst
op dé noodzaak, dat de massa terugkeert
tot de leeringen van het Christendom van
liefde en vrede onder de volken en dat 'zij
inziet, dat geweld in geen enkele zaak tot
overwinning voert."
Kolonel Repington treft in de „Daily Te-
legraph" een vergelijking tusschen het En
gelsche en het Amerikaansche verdedi-
ginsStelsel te land. Hij betoogt, dat ter
wijl Engeland na den oorlog terugkeerde
tot zijn „achtiend'eeuwsclie légertype" van
vrijwilligers en inderdaad een instrument
in het leven riep, dat nog veel minder
waard'is dan dat van 1914, Amerika met
succes een poging beeft gedaan om zijn
oorlogsorganisatie in stand te houden,
althans het gereed te houden voor den
dag der beproeving, zoodat Engeland
evenveel tijd zou noodig hebben als vroc
ger om een nationaal leger op de been te
brengen, terwijl de Amerikaansche gene
rale staf naar zijn zeggen fn zes maanden
tijds klaar kan zijn. Amerika heeft zich,
betoogt Repington klaarblijkelijk met .in
stemming, de les van 19171918 ten nutte
gemaakt. Het is weliswaar, evenals Bri-
tannië, teruggekomen tot het kleine ac
tieve leger in vredestijd, doch is klaar om
het, zoo de nood nijpt, te versterken mat
zooveel miliciens als het noodig heeft. De
Amerikaansche Verdedigingswet van 1920
n.l. voorziet in twee linies achter hei ac
tive leger, met name de „nationale garde"
en de „georganiseerde reserves", die, al
dus ligt in de bedoeling, georganiseerd
worden naar het voorbeeld der gevechts
divisies in den grooten oorlog, welker
aantallen, groepeeringen, geest en tradi
ties Amerika wenscht leve.nd te houden.
Het plan, zegt Repington, is veel om
vangrijker dan de meesten in Engeland
beseffen. Het actieve leger omvat 9 infan-
terie-divisies, de nationale garde 18 en de
georganiseerde reserves 27, dus in totaal
54 divisies, waarbij nog komen pioniers,
cavalerie en luchtmacht. Al deze divisies
hebben hun aangewezen plaats, zoodat in
tijd van nood alles kant en klaar is.
sïemm'ng ïüsscSen DuRscfiTand en Frank
rijk aanbeveelt om Europa te herstellen.
Ludendorff vraagt, dat Frankrijk den eer
sten stap zal doen oan de Duitsche ani
mositeit tegen Frankrijk te doen verdwij
nen. Hij verklaarde, dat de Duitsche ge
heime organisaties gericht zijn niet tegen
Frankrijk, maar tegen het sociale gevaar
in het binnenland.
Het Representantenhuis nam met 29
tegen 55 stemmen een door de regeering
ingediend wetsontwerp aan voor de in
stelling van een Bondscommisie, die alle
op de steenkoolindustrie betrekking heb
bende feiten verzamelt en waarin zoowel
de mijnwerkers als de mijneigenaars zul
len zijn vertegenwoordigd.
Het vooruitzicht van een oplossing van
de spoorwegstaking scheen laat in den
namiddag verminderd. Het meerendeel
der spoorwegbesturen verliet de plaats
der conferentie, terwijl hun woordvoer
ders verklaarden dat zij nog altijd stonden
op hun voeger standpunt dat de ancienni-
teitsrechten der stakers niet konden wor
den hersteld. Een paar spoorwegbesturen
uit het westelijk deel van Amerika echter
doen nog steeds pogingen om den toestand
te verbeteren.
In officieele kringen wordt medege
deeld, dat de arrestatie van zeventien
communisten te Michigan het bestaan aan
het licht heeft gebracht van een samen
zwering tot organisatie van communisti
sche troepen bij leger en vloot ,en de in
stelling van een militante actie door de
communisten in de Vereenigda Staten.
Verder wordt beweerd, dat er een defini
tief verband is tot stand gekomen tus
schen de Amerikaansche communisten en
de bolsjewisten.
De „Echo de Paris" publiceert een In
terview met Ludendorff, die een overeen-
De doodstra/ geëischt.
Gisteren is het proces-de Beuekelaere
voortgezet met het requisitoir en plei
dooi. Aan het verslag in de ,,N. RRott.
Ot»" ontleenen wij het volgends:
Honderden menschen maakten vanoch
tend file voor het gebouw van don krijgs
raad om tot de openbare tribune te wor
den toegelaten, zoodat spoedig het heele
zaaltje, ook met journalisten en advo
caten, volliep en de menschen er in
dichte rijen op sikaar stonden geperst.
Men wachtte immers, dat dit ophefma
kend proces heden nog zou afloopen on
het was dan ook met gespannen aan
dacht, dat men na het verschijnen van
dr. de Beuckeiaere, zijn verdedigers en
de leden van den krijgsraad, mr. Stie,
auditeur-militair, aanstalten zag maken
om het requisitoir uit te spreken. Dit
viel echter reeds van meet af tegen.
Deels wegens het gebrek aan samenhang
en logisch verband feitelijk was het
requisitoir niet anders dan een aange
dikte herhaling van de acte van be
schuldiging deels ook omdat men
slechts met de grootste inspanning het
gebrekkige Nederlandsch van den audi
teur kon verstaan. Af en toe hield hij
een poosje op, alsof hij weer op adem
wou komen, om dan met de lezing van
een of ander document voort tegaan. Al
leen wanneer hij een in de Fransche taal
geredigeerd stuik voorlas, ging het vlot. Na
anderhalfj uur had hij nog geen enkel feit
ten laste van de Beuckeiaere aangehaald
en toen de ochtendzitting te 12 u. 30 moest
worden geschorscht, was hij nog niet klaar
met zijn requisitoir; dat in de middagzitting
werd voortgezet.
Mr. Stie begon met te comtateeren, dat
het Duitsche documenten zijn, die aanlei
ding gaven lot het proces de Beuckeiaere.
Reeds tijdens den oorlog werd vermoed,
dat hij deelnam aan de frontbeweging en
schuld had aan de desertie van Vlaamsche
soldaten. De Beuckeiaere werd na zijn ge
vangeneming te Gent en elders in burger
(deeding gezien.
In 1920 kwamen getuigen verklaren dat
De Beuckeiaere destijds te Goettingen als
vertegenwoordiger der frontpartij
ontvangen en in 1921 werden documenten
gepubliceerd, waarin de naam van De
Beuckeiaere voorkwam. Toen werd hot
tijd om in te grijpen. Men heeft ons ver
weten, dat het onderzoek te lang h®®ft
geduurd De Beuckeiaere bleef negen
maanden in preventieve hechtenis maar
zulks dient geweten aan beklaagde zelf,
die systematisch weigerde op de hem g®'
stelde vragen te antwoorden en de onbe
trouwbaarheid aan te toonen van de
Duitsche documenten, waarop de beschul
diging steunt. Het onderzoek heeft plaats
gehad, voor en tegen De Beuckeiaere. Wij
hebben niets nagelaten ten gunste van be
klaagde. Al de verklaringen van de getui
gen werden met zorg opgenomen, zoodat
ons in dit opzicht niets kan worden ver
weten, Mijn militaire en beroepseerlijkheid
kan niet in twijfel worden getrokken,
maar het is opvallend, dat zekere getui
gen hun eerste verklaringen later hebben
verloochend. Ik oordeel niet, ik constateer
De Beuckeiaere heeft steeds gewei
gerd te bewijzen, dat de Duitsche do
cumenten, waarvan hier sprake is, vals®*1
zouden zijn. Had hij zulks wel gedaan,
dan zou hij niet verder vervolgd zijn.
Vervolgens weidt de auditeur uit over
de frontbeweging, welke hij voortdurend
frontpartij noemt, aldus herhaaldelijk
verwarrend wat tijdens en na den oor
log is gebeurd, en beweert hij dat de
betoogingen aan het front op touw
werden gezet door een geheime Vlaam
sche organisatie. Men heeft hier ver
klaard, zegt hij, dat het tegenoverge
stelde waar zou zijn, maar een der
gelijke verklaring i® in strijd met het
Belgische karakter, want, als twee Bel
gen bijeen zijn, wordt een sociëteit
opgericht en een president gekozen (hi
lariteit). De autoriteiten zijn er niet
in geslaagd de leiders op heeterdaad
te betrappen Maar .men kent de uit
wendige teekenen der beweging, welke
van defaitistischen en revolutionnairen
aard was. Het legercomité voerde een
verderfelijke actie. In den brief aan
den koning staat immers onder meer
te lezen: „Wij hebben geen vertrou
wen in de regeering'', en in 'n brief
aan kardinaal Mercier: „Wij hebben 'n
opstandigen geest tegen U voelen op-,
komen".
De auditeur spreekt vervolgens van d<
de geheïmë örg'anïsaBe tot overloopèn
aangespoord zijn, wat blijkt uit de re
devoeringen door den deserteur van
Santé in bezet België uitgesproken. De
overloopers hebben gewichtige militaire
inlichtingen aan den vijand, verstrekt en
zijn politiek met pen en woord ge
diend. Te kwart over elven komt de
auditeur aan het vierde punt, namelijk
de feiten ten laste van dr. de Beuc
keiaere. Eerst wordt de zitting gedu
rende een tiental minuten geschorst,
om het openbaar ministerie toe te la
ten eenige orde te brengen in zijn ver
uit elkaar gespreide nota's, waarna de
auditeur zijn beschuldigingen staaft, als
volgt: „De overheid is niet in staat
geweest de leiders te ontdekken. De ge
ruchten wezen de Beuekelaere als de
hoofdleider aan. Legenden, zegt de ver
dediger. Dat is gemakkelijk gezegd. Dus
zou de legeroverheid willekeurig onder
de 150 duizend man van het leger de
Beuckeiaere hebben aangewezen. Heeft
Borms zelf niet de Beuckeiaere aan
gewezen als het hoofd der frontpartij f
In zijn brief spreekt Rosseeuw van het
stichten van een frontpartij te Goettin
gen, als voortzetting van de frontpartii
in het leger. De Beuekelaere heeft daar
niet in wilton treden, schijnt het, maar
alleszins blijkt ook daaruit, dat hij de
hoofdleider der beweging aan het front
was
Trouwens het Duitsche stuk 6910 van
hauptmann Staehle bevestigt, dat De
Beuekelaere de hoofdleider van de front
beweging wa«. Dat is zeker ook legen
de en ingegeven door de Belgische
overheid aan Staehle. De Beuekelaere
zelf heeft bekend, dat hij hoorde van
het gerucht, dat hem een onthaal wacht
te te Goettingen als hoofdleider. Menig
getuige heeft hier verklaard, dat de
geruchten De Beuekelaere aanwezen als
hoofdleider der beweging, zij hadlen er
de zedelijke overtuiging van. Herinnert
u het getuigenis van Vandervelde. Het
is geen zuiver toeval, dat de heer Cau-
welaert beklaagde heeft uitgekozen als
een der best gesehikten om de regee
ring voor te lichten in zake den toe
stand aan het front» Het iswel peen
bewijs, maar toch een zwaar vermoe
den.
In de namiddagzitting is het requisitoir
voortgezet. Auditeur Stie haalt nogmaals
als bezwarend feit aan dat de Beuckeiaere
te Gent in burgerkleeding werd gezien
in gezelschap van den aclivistischen leider
dr. Daussy. Hij herhaalt eveneens ten
tweeden male, dat dr. Borms in een brief
de Beuckeiaere aanwees als hel hoofd van
de frontpartij. Hij laat het aan den krijgs
raad over te oordeelen of de Beuckeiaere
als de leider der beweging aan het front
moet worden beschouwd en eischt ten
slotte de doodstraf tegen beklaagde. (Be-
weging in de zaal. Het publiek is oiijk-
baar onder den indruk van dezen vrij
onverwachten elsch, maar toomt zijn ver
ontwaardiging in, daar mr. van Dieren
uit naam van de verdediging onmiddellijk
het woord neemt.) De bekende Vlaamsche
advocaat is heden weer eens op zijn best.
Er wordt met aandacht naar hem geluis
terd. Geen der officieren, leden van den
krijgsraad, vertrekt echter een spier.
Ik spreek, aldus zijn aanhef, met een
gevoel van angst, van droefheid en ver
ontwaardiging. Het gevoel van veront
waardiging zult gij begrijpen. Ik zal me
eenvoudig uitdrukken, want de toestand
is ernstig en zwaar van mogelijkheden.
Het oogenblik is gewichtig. Het is nu on
geveer 4 jaar na den oorlog. Kan men het
.met het gezond verstand vereenigen, dat
'men, nu de kalmte en rust in het land
komen, al de wonden weer openrijt? Wij
pleiten geen verzachtende omstandighe
den, want dat ware schuld bekennen. In
dien ge hier voor u hebt een eenvoudig
korporaal, toch hebt gij ook voor u een
man, die gekozen is geworden door een
gedeelle van het volk voor zijn gedachten.
Zekere bladen noemen deze zaak „la
trahison du, frontpartij"; ik behoor niet
tot de partij van beklaagde, ook tal van
getuigen niet. Zoo mr. van Cauwelaert,
toch heeft van Cauwelaert, hoewel ge
kwetst door ons woord solidariteit, ge
zegd: De Beuckeiaere js een eerlijk man.
Dat is ook gezegd door priesters. Waar
om? Zijn zijn overtuigd, dat deze man
getroffen wordt om zijn gedachten. Mijn
woorden zullen niet ophitsen. Wie een ge
vaar aanwijst schept het niet! Maar door
processen als dit wordt in ons land oen
zeer gevaarlijke toestand geschapen.. Mr.
van Cauwelaert heeft ^pzegd: Wil ik mor
gen 500 man, hij wou zeggen 5000, jproe
pen om dit gebouw te bestormen, ik zou
er in slagen. Dat is de invloed van den
intellectueel. Een genster (vonk) is vol
doende. Alle middelen zijn voor den audi
teur goed. Hij zegt niet aan welke feiten
hij zich bij bet overloopen vastklampt,
welke zijn de afgezanten? Hoeveel waren
er? de auditeur is niet duidelijk. Houdt
gij u aan een overlooper, dan zijn al de
argumenten steunende op 2 of 3 te niet.
Gij moet kiezen, mijnheer de auditeur! Gij
moet zeggen Dé Beuckeiaere heeft er zoo
veel opgezonden en gij moet het bewijzen.
Dat hebt gij niet. Gij hebt geen rekenschap
gehouden met de verhooren. Uw requisi
toir is slechts een nieuwe uitgave van uw
akte van beschuldiging. Van deze blijft er
na de verhooren niet veel meer over. Gij
hebt misschien een overtuiging, maar zij
is niet voldoende om een vonnis door
anderen uit te Ioklten.
Begrijpt gij niet. dat, wanneer de jongens I De bootwerkersstoking ïe Havre
hun leven gaven, dat het niet alleen was
wegens hel politiek begrip in België, maar
ook omdat Vlaanderen in België ligt? Het
Vlaanderen van hun taal en van hun hart?
Toen de jongens er wat beweging maak
ten was het in alle trouw. Zoovelen zijn
gesneuveld met het woord Vlaanderen op
hun lippen, de ontrouwen zijn zoo zeld
zaam geweest, en toch stelt het requisitoir
de Vlamingen voor als overioopers. Iets
rots was er in hel leger volgens den au
diteur, en toch, geen ander leger stond
zoo eerlijk!
Zie hef Fransche, het Engelsche, het
Russische, het Italiaansche. Wat is daar
niet geschied? Bij ons zijn slechts 134
overloopers geweest. Er waren bandieten
onder de onvermoeide, uitgeputte Walen.
Hoeveel zijn er bij, die voor de Vlaam
sche beweging overliepen? Enkele, drie of
vier. Mr. Picard zal u bewijzen, dat zelfs
hun daad niet aan de Vlaamsche bewe
ging mag worden toegeschreven, wel aan
persoonlijke omstandigheden. Hei is niet
goed, dat het buitenland denkt, dat ons
leger rot was. Het is niet goed, dat men
bewere, dat aan den Yzer een frontbewe
ging bestond.
Mr. van Dieren komt terug op het do
cument Staele en herinnert er aan, dat
„Flamenpolitik" niet heeft geantwoord
op de vraag of 't de door hem afgedrukte
documenten niet met geld heeft weten te
bemachtigen. Voor geld zal de Duitscher,
die hem ze ter hand stelde wel documen
ten hebben geleverd naar het hart en de
ziel van degenen die er gebruik, of beter
nog misbruik, wenschten van te maken.
Vergeel niet dat Wullus met een bepaalde
opdracht van bladen naar Duitschland is
gegaan. Wie betaald heeft, weet ik niet,
maar ik denk wel, dat gij de rekening er
van kunt vinden in de papieren van een
der Belgische dagbladen (beweging).
De voorzitter maant het public tot
kalmte aan en de advocaat besluit: „In de
Fransche zaak Anspach zijn tal van val-
sche Duitsche stukken vervaardigd. Heeft
Anspach ook de stukken voor Wullus ge
maakt? Onder de documenten van Anspach
waren er honderden, die zelfs in de Fran
sche Kamer werden gebruikt.
Men geloofde ook daar aan de echtheid
ervan. Ze waren valsch. Ze waren betaald.
Uit een feit, dat zich dezen ochtend voor
deed in de raadkamer zou men misschien
wel kunnen besluiten van waar de stukken
komen. Is 't trouwens niet teekenend, dat
twee Duitsche soldaten, die werden opge
roepen om onder eede te komen getuigen,
hier den drempel niet mochten overschrij
den? Zal dan hier wel een geschreven ver
klaring van een onbekenden Duitscher kun
nen gelden om een Belg te doen veroordee-
len, van wien zijn eigen militaire over
heden getuigen, dat hij een der schitte
rendste soldaten was. Ik vertrouw, dat uw
antwoord ontkennend zal luiden.
Terwijl een goedkeurend gemompel uit
het publiak opstijgt, wordt overeengeko
men mr. Picard, dr. de Beuckelaere's twee
den verdediger, morgenochtend aan het
woord te laten komen.
Daarna repliceert de auditeur en zal be
klaagde zeer waarschijnlijk ook -nog een
verklaring afleggen, zoodat het vermoede
lijk wel laat in den namiddag zal worden,
alvorens de uitspraak zal bekend zijn.
Blijkens een onlangs gepubliceerde sta
tistiek heeft Turkije in den oorlog 50.000
officieren en soldaten verloren; 35.000
officieren en soldaten zijn in de hos
pitalen aan hun wonden overleden en
240.000 aan ziekten. Het aantal dooden
bedraagt derhalve 325.000. Het aantal
invaliden is 400.000. Bij het begin van
de mobilisatie, in 1914, telde hetTurk-
sche leger 150.000 man. Het werd op
780.000 man gebracht en later opge
voerd tot 2.850.000 man.
Naar gemeld wordt, zou uit de
officieele statistiek der Russische com
munistische partij blijken, dat het aan
tal leden der partij, dat het vorige jaar
nog een half millioen bedroeg, thans
tot 300.000 is geslonken. Als bolwer
ken van het communisme worden ge
noemd de gouvernementen ^Moskou, St.
Petersburg, Jaroslaf, Nizjni-Nowgorod,
Wladimir en de steden Toela, Bjyansk
en Iwanowo-Woznesensk- In deze gou
vernementen en steden wonen te zamen
79.997 actieve leden der partij en on
geveer 100.000 candidaat-leden. Van de
in Moskou wonende communisten heb
ben 2.5 procent hooger onderwijs geno
ten; maar 70.6 procent zijn volkomen
onontwikkeld, Wat de beroepen aan
gaat, behooren 49.6 proeent dier Mos-
kousche partijleden tot den werkmans
stand en 33.9 procent tot de ambte
naren.
Naar uit Moskou gemeld wordt,
zal het hooge revolutionaire tribunaal
zich dezer dagen naar Bakoe begeven,
om daar de behandeling aan te van
gen van de zaak tegen de sociaal-revo
lutionairen die beschuldigd worden den
onlangs plaats gehad hebbenden brand
van de Bakoesche petroleum-velden te
hebben aangestoken-
Mr. van Dieren toont verder aan, dat de
auditeur de psychologie van dr. De Beu
ckelaere en de Vlamingen in het algemeen
niet begrijpt. Het is niet goed, dat de Vla
ming als Vlaming, steeds wordt verdacht.
De Vlaming ook heeft zijn land lief. Hi
heeft het bewezen in den oorlog, waar zijn
toestand zwaarder was dan voor den
Waal. In 1913 waren er 67 procent Vla
mingen in het leger, in 1914 door de om-
was de laatste dagen zeer u: 1 a'.s
protest tegen de schorsing van !en bur
gemeester als hoofd der politie. Na een
conferentie met den prefekt van het
departement der Beneden-Seine is de
functie van den burgemeester in haw
vollen omvang hersteld.
De onderhandelingen over het
loongeschil in den Zweedschen landbouw
hebben een gunstigen keer genomen.
Naar Stockholm draadloos meldt is er
alle kans op een spoedig vergelijk.
De koning en de koningin van
Denemarken komen den zilveren brui
loft van prins en prinses Karei van
Zweden bijwonen- De feestelijkheden
worden gehouden in het zomerverblijf
Pridhen bij Norrköping.
Tusschen da Duitsche mijnwerkers
bonden en de mijneigenaars is thans een
overeenkomst omtrent de lcon-verhooging
getroffen, volgens welke, met terugwer
kende kracht tot 16 Augustus, de loo-
nen met 96 mark per man en per dag,
van 1 September af met eenzelfde
bedrag zullen worden verhoogd, zoodat
de geheele verhooging 192 mark ba-
draagt. Mede in verband met de ver
hoogde prijzen van het voor de mijnen
benoodigde hout en de verhooging der
overige kosten, zal van 1 September af
de kolenprijs opnieuw met ongeveer 100
mark per ton moeten worden verhoogd.
Het Ameri.kaansche s.s. „Philadel
phia" van de New Yorksche-Napels-
stoomvaartmaat chapplj is op verschile de
plaatsen in brand gestoken. De beman
ning en de zich aan boord bevindende
Italiaansche emigranten werden naar het
politie-bureau gebracht De brand, die
uitbrak terwijl het schip in de haven
lag, werd gebluscht.
De oorrespondent van het „Petit
Journal" te Tulle maakt melding van
een ware invasie van uilen in de bossehen
in het oosten van het departement Cor-
rèze. De vogels, die uitgehongerd zijn,
waarschijnlijk omdat de droogte zooveel
insecten vernietigd heeft, dringen ia de
dorpen door tot in de woningen der
menschen. Zoo wordt, volgens den cor
respondent van h'et Parijsche blad, uit
Lapleau gemeld, dat de roofvogels vaak
worden aangetroffen in keukens, ja, zelfs
in slaapkamers.
De politie van Windhoek (Z.-W.
Afrika) arresteerde een aantal Bosch'ea-
mannen, die schuldig zijn aan den de
zer dagen gepleegden moord op magi
straat Van Rijneveld, die doodelijk werd
gewond door een vergiftigde pijl. Zes
Boschjesmannen, die tegenstand boden bij
de arrestatie, werden gedood. De pohti»
ontkwam ternauwernood.
Twee mannen, die het vorig jaar
bij New York een posttrein aanhiel
den en er voor een waarde van 2Vz mil
lioen dollar aan contanten en effecten
uit stalen, zijn tot 25 jaar gevangenis
straf veroordeeld.
Volgens de „Geld." is thans de uit
gave van „Roeping", tijdschrift voor lit
teratuur en kunst, onder redactie van dr.
H. Moller verzekerd; het eerste nummer
zal einde September verschijnen. Het tijd
schrift, dat per maand ongeveer tochtig
bladzijden druks geeft, zal behalve aan
litteratuur, ook gewijd zijn aan beelden
de kunst, architectuur en muziek en ge
ïllustreerd verschijnen.
Ook zou de medewerking van Vlamin
gen verzekerd zijn.
Vlaamsoke deserteurs. Deze zouden door standigheden is dat^80 procent geworden.
Te Boulogne aan zee Ai'n
dag op klaarlichten dag bgndieten bin
nengedrongen in een hulppostkant orje,
waarvan zij tie juffrouw, die er htet
werk doet. vermoord hebben met be
hulp van haar schaar- Diefstal is de
beweegreden tot de misdaad gewees
De juffrouw was 23 jaar oudde door
de moordenaars gestolen som gelds is
gering. De, daders zijn tot dusver met
gepakt.
Dezer dagen arriveerde aan hét Mis
siehuis te Roosendaal Mgr. Geary, Bis
schop in Nieuw-Zeeland.
Vermeldenswaardig is, dat deze prelaat
die een zeer moeilijk te bereizen diocees
heeft, dat in hoofdzaak bewoond wordt
door Maori-stammen, zijn Bisschoppelijke
reizen per watervliegtuig maakt.
Gedurende den oorlog was Mgr. Cle-
ary een tijdlang aalmoezenier in de om
streken van Reims en belast met den
zielzorg der Maori's, die aldaar vochten.
Deze wilden bleken echter van de mo
derne oorlogvoering zoo weinig begrip te
hebben, dat zij voor den aanval uit de
loopgraven sprongen en hun krijgsdansen
uitvoerden.
Gevolg was, dat de meeste dansers
reeds neergeschoten waren, voordat de
aanval begon
De Engelsche regeering plaatste de
Maori's spoedig over naar Mesopotamië,
waar zij uitsluitend graafwerk te verrich
ten hadden en waarheen Mgr. Geary zijn
menschen volgde.
Na den oorlog vertrok hij weder als
missionaris naar Nieuw-Zeeland.
Dat Mgr Geary niet enkel in zijn mis
siegebied enthousiast is voor de vlieg
sport, bewijst wel het feit, dat hij ook nu
de reis van Londen naar Parijs per vlieg
tuig maakte.
Mgr. is van Roosendaal uit naar NoorO-
Frankrijk vertrokken, om de slagvelden
rondom Reims te bezoeken.
59
Wij hebben Jeanne Eortier verlaten,
gehuld in kloosterkleeren, in de sneeuw,
vlak in 't gezicht van de hoofddeur van
het hoofdgebouw. De portier, die in de
vaste meening verkeerds dat hij Zuster
Philomena had uitgelaten, had met zijn
zware sleutels de deur gesloten. Jeanne
liep eenige schreden op den weg die
stadawaarts leidde, bewoog zich vervol
gens snel in de richting der stad voort,
en verdween te midden van een- dool
hof van nauwe en donkere steegjes, wier
winkels, op enkele uitzonderingen na, in
dit vroege morgenuur, nog gesloten wa
ren.
Reeds lang had Jeanne zich zelf de
gedragslijn voorgeschreven, waaraan zij
zich te houden zou hebben, als het haar
gelukte te ontvluchten. Na gedurende een
kwartier zeer vlug te hebben geloopen
verminderde zij de snelheid van baren
gang en zag onlettend om zich heen.
Haar aandacht werd getrokken door een
winkel dia juist geopend werd, in 't tuid
en der straat. Het was een magazijn
van witte goederen en van gemaakte
kleeren. In den winkel brandden twee
gaslichten. Jeanne trad binnen. Een juf
frouw, reeds bejaard, was bezig met het
opbergen van stoffen.
„Wat wenscht u. zuster?" vroeg zij.
„Ik wensch eon warm kleed te koo
pen, antwoordde de weduwe van Pierre
Foftier.
Het moet dienen voor een arme
vrouw, die ik ga bezoeken. Zij is onge
veer zoo groot als ik."
„Ik zal u iets laten zien, wat u wel
geschikt zult vinden, zuster. Ziehier een
rok van zware grijze molton. Iets dat
warnier kleedt is niet te vinden."
„De kleur bevalt mij wel. Ik zal deza
rok nemen."
„Dan wilt u zeker nog een kleed in
't genre caraco, nietwaar zuster? Hier
heb ik er een van zoo'n stof."
„Legt i bet maar bij den rok. Nu
een linnen muts."
Binnen enkele minuten was Jeanne
klaar. Zij kocht nog een groote linnen
halsdoek, liet zich al het gekochte in
pakken en betaalde.
„U hebt zeker haast, zuster, zei de
koopvrouw, terwijl zij geld, teruggaf. 0
vertrekt misschien met den trein naar
Parijs. Er gaat er geen voor 7,43."
Na door een kijkgat boven de kassa
getuurd te hebben voegde zij er aan
toe:
„U hebt nog een kwartier tijd."
Jeanne bedacht, dat zij voorzichtig
moest wezen, antwoordde;
„Ja ik heb haast, omdat ik bang ben
niot op tijd op de plaats mijner bestem
ming te zullen zijn, maar ik blijf »n
de stad."
Zij nam haar geld en haar pak en
ging de deur uit. Plotseling zag zij een
open deur, e n daar achter een don
kere gang. Zij spoedde zich er heen.
Aan Ihet einde van de gang was een
trap. Op de bovenverdieping van h®t
huis, waartoe de trap toegang gaf,
heersehto diepe stilte.
De vluchtelinge ging naar boven, deed
snel de rok aan en het kleed, die zij
zoo juist gekocht had, zette de linnen
muts op, waarbij zij zorg droeg, heur
haren boven de slapen te strijken. Na
de halsdoek om haar hals geknoopt te
hebben, maakte zij een pakje van het
zuster-costuum, nam dat onder den arm
en liep de gang uit, waarna zij de rich
ting naar het station insloeg. Zij had
nu het voorkomen van een landarbeidster.
Toen zij op het punt stond, het station
te bereiken, hoorde zij een klok slaan.
Zij versnelde haar schreden en ging de
wachtkamer binnen.
„Voor ParijsP vroeg zij, half buiten
adem aan een treinbeanibte, die haar
naar een der loketten wees en zeide:
„Daar,.. Haast u. De trein staat op
't punt om te vertrekken."
Jeanne rende nnar het loket en had
nog juist den tijd om in te stappen.
Zij zat in een coupé 3e klasse, waarin
zij twee vrouwen aantrof, een jong meis
je met haar moeder.
Het fluitje klonk en de trein zette
zich in beweging.
Nu begon Jeanne na te denken. Zij
overdacht een nieuw plan, daar zij wel
begreep, dat haar ontvluchting heel gauw
zou ontdekt worden. Hierin bedroog zij
zich dan ook niet.
In het hoofdgebouw zigen de zieken
verpleegsters haar niet op het gewone uur
bij het schoonmaken der zalem Zij ver
keerden in den waan, dat zij nog te
bed lag. Een barer ging naar haar ka
mer. Teen zij daar niet was, veronder
stelde men, dat de een of andere ge
beurtenis haar tegenwoordigheid in een
andere afdeeling van het gebouw ver-
eischte.
De Overste kwam met de andere zus
ters terug en was zeer verwonderd, zus
ter Philoména niet met baar gezellinnen
ia de kerk te hebben gezien.
Zij liet onmiddellijk een onderzoek in
stellen naar de oorzaak van haar af
wezigheid.
Toen kwam men tot de ontdekking;
van betgeen geschied was. Zuster Phi
lomena lag in een zwaren slaap ver
zonken, waaruit het onmogelijk was haar
te doen ontwaken. In haar kamer la
gen, inplaats van haar zustergewaad.de
kleeren van Jeanne. De portier ver
klaarde, dat hij de deur voor zuster
Philomena geopend had.
De ontvluchting werd direct vastge
steld. Een uur daarna wist geheel
Clermont, dat een tot levenslange op
sluiting veroordeelde ontsnapt was, ver
momd als religieuse. De koopvrouw die
de kleeren aan Jeanne verkookt bad,
was een der eersten, die het nieuwtje
hoorden en kwam vol ijver aangeloopen,
om getuigenis van het geval af te lög-
é?gd
Een nader onderzoek bracht aan het
licht, dat Jeanne van kleeren verwisseld
had en met den trein was vertrok
ken. Maar vanaf het oogenblik harer
ontvluchting, was er slechts één teein
vertrokken. De vluchtelinge bevond zich
dus op weg naar Parijs.
Daarom vertrok een inspecteur der
veiligheidspolitie met den meesten spoed
naar het Noorderstotion. Op het oogen
blik dat de politie op het perron ver
scheen, kwam de trein uit Clermont aan.
Jeanne echter was het gelukt, zich aan
de nasporingei* te onttrekken. De
vrouwelijke reizigers konden gemakkelijk
haar identiteit aantoonen en verklaar
den tevens, dat zij aan 't station geen
enkele vrouw gezien hadden, die er
uitzag als een vluchtelinge.
t-Wordl vervolgd.)