BUITENLAND. Onschuldig veroordeeld Tweede Blad 25 Augustus 1922 KUNST EN KENNIS. Beieren en het Rijk. Donkere voorspellingen. De toestand in Ierland. Het Amerikaansche leger. De stakingen in de Ver. Staten. Een communistische samenzwering ontdekt. Frankrijk en Duitschland. Het proces de Beuckeiaere. GEM. BUITENL. BERICHTEN. De verliezen van Turkije in den wereldoorlog. „Roeping". KERK ER SCHOOL Een Bisschop-luchtvaart enthousiast. FEUILLETON Woensdagmiddag werd te Munchen een uitvoerige officieele uiteenzetting van de besprekingen tusschen Beieren en het Rijk gepubliceerd, waarin zeer uitvoerig op de .voorgeschiedenis wordt ingegaan en tot slot het resultaat der jongste besprekingen te Berlijn op 19 en 20 Augustus wordt sa mengevat. Aan deze uiteenzetting is het yolgende ontleend: Bij het Staatsgerechtshof wordt een Zuid-Duitsche senaat gevormd. In de ge vallen, waarin deze Zuid-Duitsche senaat competent is, zal het recht van gratie den rijkspresident, in overeenstemming met de landsregeering of op voorstel van deze, worden uitgeoefend. Er wordt opnieuw met nadruk op gewezen, dat het verwij zen van strafzaken naar de gewone recht banken regel zal zijn. Het bondsstaats-ka rakter van het rijk en de staatspersoon- lijkheid en souvereiniteit van de'bonds staten worden opnieuw werkend. Er wordt herhaaldelijktoegezegd, dat het rijk het souvereine recht der bondsstaten zon der verandering der grondwettige bevoegd heid van het rijk niet tot zich wenscht te trekken. Bovendien wordt gewaarborgd, dat de rijksregeering van haar nog over blijvende bevoedheden niet zonder nood zaak en niet zonder toestemming van den rijksraad gebruik zal maken en dat zij niet wenscht de tegenwoordige taak van de bondsstaten in het bestuur van het rijk door nieuwe rechtsmiddelen op zich te aemen In het slotwoord wordt dan o.a. ge- cegd: Wanneer men het verloop der be sprekingen en het eindresultaat samenvat, dan kan men niet loochenen, dat thans Beieren ter bescherming van zijn zelfstan digheid en souvereiniteit zekere waarbor gen heeft gekregen. De beschermingswet- ten moeten natuurlijk nog steeds worden Verworpen: volle bevrediging kan slechts door opheffing van deze wetten worden verkregen. Erkend wordt echter, dat nu het staatsgerechshof, welks spoedige op heffing dringend noodzakelijk schijnt, in zijn inrichting zeer veel verbeterd is en dat ook op het gebied van het politiewe zen de Beiersche wenschen voor zoover de wet dit toelaat volkomen zijn vervuld. Onder deze omstandigheden bestaat er dus voor Beieren geen reden meer, aan zijn buitengewone verordening vast te houden, zoodat deze weldra zal worden opgeheven. Het „Berl. Tagebl." vernam uit Mun chen, dat de Beiersche regeering de ver ordening gisteren in den loop van den dag zou opheffen. In een gesprek met een journalist verklaarde de Beiersche minister-president, dat de Beiersche regee ring haar toestemming tot de aanvulling van de Berlijnsche overeenkomst in over leg met de coalitiepartijen heeft gegeven daar zij daarbij in de eerste plaats reke ning heeft gehouden met de gebeurtenis sen in de buitenlandsche politiek, die thans meer dan ooit een politiek een heidsfront van het rijk en de bondsstaten lischen. De bekende Amerikaansche bankier Frank A. Vanderlip heeft op zijn doorreis te Parijs eenige mededeelingen gedaan aan de „Information" over den toestand in Europa. Volgens hem wordt de kern van de kwestie niet gevormd door de schadever goedingen of de intergeallieerde schulden, maar wel door de economische eenheid van Europa; het probleem is samenge steld, want Europa heeft meer inwoners dan het voeden kan; het moet derhalve goederen uitvoeren, maar het vrije ruil verkeer bestaat niet meer. De daling der wisselkoersen moet naar het oordeel van Vanderlip noodzakelijker wijs tot een ramp leiden. In Oostenrijk is de daling van den wis selkoers zoodanig onafgebroken geweest, dat de bevolking zich heeft afgevraagd of men per slot van rekening niet de oogen kon sluiten voor de depreciatie van de kroon en zoo goed en zoo kwaad als het gaat zou voortleven ondanks de sombere voorspellingen van sommigen. Maar laat men zich niet vergissen, aldus de heer Vanderlip; Oostenrijk heeft steenkool en graan noodig, dat l^et in het buitenland moet koopen en dezen winter zullen de toestanden in dat land buitengewoon kri tiek zijn. De totale ineenstorting staat t-e wachten, die tot een buitengewone ellen de zal leiden. Dat die ineenstorting zich nog niet eerder heeft voorgedaan, komt, doordat Oostenrijk tot dusver van liefda digheid heeft geleefd, zoodat de ontbin ding langzaam is geweest; 13 millioen pond sterling zijn letterlijk aan Oostenrijk ge schonken. Bovendien moet men niet ver geten, dat het gaat om een bevolking van slechts 6K millioen zielen. Hetzelfde zou niet op Duitschland kun nen worden toegepast: daar is het vraag stuk veel uitgebreider en, laat ons er bij voegen, doen dezelfde humanitaire mo tieven zich in mindere mate géiden. De ineenstorting van Duitschland zal, als zij zich voordoet, dus noodzakelijkerwijs sneller gaan dan die van Oostenrijk. In Italië en Hongarije is de toestand eveneens moeilijk, maar in Duitschland is hij het meest kritiek. Dat is het meest urgente vraagstuk van Europa. Niemand betwist, zoo verklaarde de heer Vander lip, de billijkheid der Fransche eischen, maar het is duidelijk, dat Duitschland Biet onmiddellijk dé sommen kan betalen, die men er van eischt. Of de val der Mark opzettelijk is of niet, Duitschland nadert het oogenblik, waarop het er het losgeld voor moet betalen. Het wordt bedreigd 'door een finandeele instorting. De daling der Mark zal een industrieele depressie, werkloosheid, een prijsstijging in het bin nenland en ernstige sociale ongeregeldhe den te weeg brengen. Vanderlip herhaalde dat de houding van Frankrijk en de kwestie der schadevergoe- 'ingpii volkomen begrijpelijk was, maar door veel te vragen, loopt Frankrijk gevaar minder te ontvangen, want een geruineerd Dmtsctdand zou een aanstese'ij's voorbeeld zijn vror zijn grooten nierman evenals r gebeft1 Europa. u vooruitzichten v.or een internatio nale k'cnir.g achtte Van.;erlv> moeilijker dan vroeger, daar de toestand van Duitsch- andoor de daling van de mark verer* gvi'. is Ten rir.t'.e spiekend over de inlergcal- lcerJe s* hulden, verklaar Je hij, lat de hC'UUTig van Europa door de V.S. zeer slecht vqr-lt ontvangen. Amerika .s van oordeel, lal ziji, aandeel aan den oorlog belangrijk gen fg is geweest, dat men niet gc gr .iidt betwist van de teen'ng-m welke het heeft toegestaan. Als nu nog zijn debi teuren gezegd hadden: „Ik kan niet be talen, ziehier hoe mijn toestand is," dan zouden de voorwaarden van- terubetaling zeker clemenfer zijn geweest en zouden er zelfs nieuwe leeningen hebben kunnen ge geven worden. Maar de discussie, die in Europa is gerezen over de schulden, heeft de openbare meening in de V.S. aanzien lijk verkoeld, want daarbij werd het altruis- me van Amerika in twijfel getrokken. Men moet trouwens niet overdrijven; de Euro- peesche landen hebben, mei uitzondering van Engeland, geenerlei voorziening in hun begroofingen getroffen voor de terugbe taling hunner schuilden aan Amerika, zoo dat men niet kan zeggen, dat de kwestie der schulden thans de sleutel is van den toestand. i De heer Vanderlip eindigde met de pes simistische conclusie, dat hij geen genees middel zag voor de moeilijkheden van Europa en dat de horizon met wolken be dekt blijft De dood van Collins. Bij het stoffelijk overschot van Collins, dat te Cork op het praalbed lag, hadden roerende tooneelen .plaat®. Hel lichaam werd later overgbr.icht naar oen schip, dal het naar Dublin zal vervoeren. Een der slippendragers was generaal Gallon. Hij droeg een mol bl-oed besmeurde uniform, dezelfde die hij droeg toen Collins in zijn armen overleed. Rouwende menigten wa ren getuige van -het voorbijtrekken van den lijkstoet, aan riet hoofd waarvan de bisschop van Cork en tallooze andere geestelijken gingen. Een toeschouwer die in het bezit werd gevonden van een bom, werd h'hin gelyncht. De paus over den moord op Collins. De móórd op Collins heeft, evenals over al elders in de wereld, uit alle deelen waar van synipa Ihielelgrammen bij da provisio- neele regeering binnenkomen, ook op den paus diepen indruk gemaakt. „De epidemie van poilieke moorden, die den laatsten tijd plaats hadden, zoo zeide de paus, „in het bijzonder die op veldmaarschalk Wil son en thams die o-p generaal Collins, wijst op dé noodzaak, dat de massa terugkeert tot de leeringen van het Christendom van liefde en vrede onder de volken en dat 'zij inziet, dat geweld in geen enkele zaak tot overwinning voert." Kolonel Repington treft in de „Daily Te- legraph" een vergelijking tusschen het En gelsche en het Amerikaansche verdedi- ginsStelsel te land. Hij betoogt, dat ter wijl Engeland na den oorlog terugkeerde tot zijn „achtiend'eeuwsclie légertype" van vrijwilligers en inderdaad een instrument in het leven riep, dat nog veel minder waard'is dan dat van 1914, Amerika met succes een poging beeft gedaan om zijn oorlogsorganisatie in stand te houden, althans het gereed te houden voor den dag der beproeving, zoodat Engeland evenveel tijd zou noodig hebben als vroc ger om een nationaal leger op de been te brengen, terwijl de Amerikaansche gene rale staf naar zijn zeggen fn zes maanden tijds klaar kan zijn. Amerika heeft zich, betoogt Repington klaarblijkelijk met .in stemming, de les van 19171918 ten nutte gemaakt. Het is weliswaar, evenals Bri- tannië, teruggekomen tot het kleine ac tieve leger in vredestijd, doch is klaar om het, zoo de nood nijpt, te versterken mat zooveel miliciens als het noodig heeft. De Amerikaansche Verdedigingswet van 1920 n.l. voorziet in twee linies achter hei ac tive leger, met name de „nationale garde" en de „georganiseerde reserves", die, al dus ligt in de bedoeling, georganiseerd worden naar het voorbeeld der gevechts divisies in den grooten oorlog, welker aantallen, groepeeringen, geest en tradi ties Amerika wenscht leve.nd te houden. Het plan, zegt Repington, is veel om vangrijker dan de meesten in Engeland beseffen. Het actieve leger omvat 9 infan- terie-divisies, de nationale garde 18 en de georganiseerde reserves 27, dus in totaal 54 divisies, waarbij nog komen pioniers, cavalerie en luchtmacht. Al deze divisies hebben hun aangewezen plaats, zoodat in tijd van nood alles kant en klaar is. sïemm'ng ïüsscSen DuRscfiTand en Frank rijk aanbeveelt om Europa te herstellen. Ludendorff vraagt, dat Frankrijk den eer sten stap zal doen oan de Duitsche ani mositeit tegen Frankrijk te doen verdwij nen. Hij verklaarde, dat de Duitsche ge heime organisaties gericht zijn niet tegen Frankrijk, maar tegen het sociale gevaar in het binnenland. Het Representantenhuis nam met 29 tegen 55 stemmen een door de regeering ingediend wetsontwerp aan voor de in stelling van een Bondscommisie, die alle op de steenkoolindustrie betrekking heb bende feiten verzamelt en waarin zoowel de mijnwerkers als de mijneigenaars zul len zijn vertegenwoordigd. Het vooruitzicht van een oplossing van de spoorwegstaking scheen laat in den namiddag verminderd. Het meerendeel der spoorwegbesturen verliet de plaats der conferentie, terwijl hun woordvoer ders verklaarden dat zij nog altijd stonden op hun voeger standpunt dat de ancienni- teitsrechten der stakers niet konden wor den hersteld. Een paar spoorwegbesturen uit het westelijk deel van Amerika echter doen nog steeds pogingen om den toestand te verbeteren. In officieele kringen wordt medege deeld, dat de arrestatie van zeventien communisten te Michigan het bestaan aan het licht heeft gebracht van een samen zwering tot organisatie van communisti sche troepen bij leger en vloot ,en de in stelling van een militante actie door de communisten in de Vereenigda Staten. Verder wordt beweerd, dat er een defini tief verband is tot stand gekomen tus schen de Amerikaansche communisten en de bolsjewisten. De „Echo de Paris" publiceert een In terview met Ludendorff, die een overeen- De doodstra/ geëischt. Gisteren is het proces-de Beuekelaere voortgezet met het requisitoir en plei dooi. Aan het verslag in de ,,N. RRott. Ot»" ontleenen wij het volgends: Honderden menschen maakten vanoch tend file voor het gebouw van don krijgs raad om tot de openbare tribune te wor den toegelaten, zoodat spoedig het heele zaaltje, ook met journalisten en advo caten, volliep en de menschen er in dichte rijen op sikaar stonden geperst. Men wachtte immers, dat dit ophefma kend proces heden nog zou afloopen on het was dan ook met gespannen aan dacht, dat men na het verschijnen van dr. de Beuckeiaere, zijn verdedigers en de leden van den krijgsraad, mr. Stie, auditeur-militair, aanstalten zag maken om het requisitoir uit te spreken. Dit viel echter reeds van meet af tegen. Deels wegens het gebrek aan samenhang en logisch verband feitelijk was het requisitoir niet anders dan een aange dikte herhaling van de acte van be schuldiging deels ook omdat men slechts met de grootste inspanning het gebrekkige Nederlandsch van den audi teur kon verstaan. Af en toe hield hij een poosje op, alsof hij weer op adem wou komen, om dan met de lezing van een of ander document voort tegaan. Al leen wanneer hij een in de Fransche taal geredigeerd stuik voorlas, ging het vlot. Na anderhalfj uur had hij nog geen enkel feit ten laste van de Beuckeiaere aangehaald en toen de ochtendzitting te 12 u. 30 moest worden geschorscht, was hij nog niet klaar met zijn requisitoir; dat in de middagzitting werd voortgezet. Mr. Stie begon met te comtateeren, dat het Duitsche documenten zijn, die aanlei ding gaven lot het proces de Beuckeiaere. Reeds tijdens den oorlog werd vermoed, dat hij deelnam aan de frontbeweging en schuld had aan de desertie van Vlaamsche soldaten. De Beuckeiaere werd na zijn ge vangeneming te Gent en elders in burger (deeding gezien. In 1920 kwamen getuigen verklaren dat De Beuckeiaere destijds te Goettingen als vertegenwoordiger der frontpartij ontvangen en in 1921 werden documenten gepubliceerd, waarin de naam van De Beuckeiaere voorkwam. Toen werd hot tijd om in te grijpen. Men heeft ons ver weten, dat het onderzoek te lang h®®ft geduurd De Beuckeiaere bleef negen maanden in preventieve hechtenis maar zulks dient geweten aan beklaagde zelf, die systematisch weigerde op de hem g®' stelde vragen te antwoorden en de onbe trouwbaarheid aan te toonen van de Duitsche documenten, waarop de beschul diging steunt. Het onderzoek heeft plaats gehad, voor en tegen De Beuckeiaere. Wij hebben niets nagelaten ten gunste van be klaagde. Al de verklaringen van de getui gen werden met zorg opgenomen, zoodat ons in dit opzicht niets kan worden ver weten, Mijn militaire en beroepseerlijkheid kan niet in twijfel worden getrokken, maar het is opvallend, dat zekere getui gen hun eerste verklaringen later hebben verloochend. Ik oordeel niet, ik constateer De Beuckeiaere heeft steeds gewei gerd te bewijzen, dat de Duitsche do cumenten, waarvan hier sprake is, vals®*1 zouden zijn. Had hij zulks wel gedaan, dan zou hij niet verder vervolgd zijn. Vervolgens weidt de auditeur uit over de frontbeweging, welke hij voortdurend frontpartij noemt, aldus herhaaldelijk verwarrend wat tijdens en na den oor log is gebeurd, en beweert hij dat de betoogingen aan het front op touw werden gezet door een geheime Vlaam sche organisatie. Men heeft hier ver klaard, zegt hij, dat het tegenoverge stelde waar zou zijn, maar een der gelijke verklaring i® in strijd met het Belgische karakter, want, als twee Bel gen bijeen zijn, wordt een sociëteit opgericht en een president gekozen (hi lariteit). De autoriteiten zijn er niet in geslaagd de leiders op heeterdaad te betrappen Maar .men kent de uit wendige teekenen der beweging, welke van defaitistischen en revolutionnairen aard was. Het legercomité voerde een verderfelijke actie. In den brief aan den koning staat immers onder meer te lezen: „Wij hebben geen vertrou wen in de regeering'', en in 'n brief aan kardinaal Mercier: „Wij hebben 'n opstandigen geest tegen U voelen op-, komen". De auditeur spreekt vervolgens van d< de geheïmë örg'anïsaBe tot overloopèn aangespoord zijn, wat blijkt uit de re devoeringen door den deserteur van Santé in bezet België uitgesproken. De overloopers hebben gewichtige militaire inlichtingen aan den vijand, verstrekt en zijn politiek met pen en woord ge diend. Te kwart over elven komt de auditeur aan het vierde punt, namelijk de feiten ten laste van dr. de Beuc keiaere. Eerst wordt de zitting gedu rende een tiental minuten geschorst, om het openbaar ministerie toe te la ten eenige orde te brengen in zijn ver uit elkaar gespreide nota's, waarna de auditeur zijn beschuldigingen staaft, als volgt: „De overheid is niet in staat geweest de leiders te ontdekken. De ge ruchten wezen de Beuekelaere als de hoofdleider aan. Legenden, zegt de ver dediger. Dat is gemakkelijk gezegd. Dus zou de legeroverheid willekeurig onder de 150 duizend man van het leger de Beuckeiaere hebben aangewezen. Heeft Borms zelf niet de Beuckeiaere aan gewezen als het hoofd der frontpartij f In zijn brief spreekt Rosseeuw van het stichten van een frontpartij te Goettin gen, als voortzetting van de frontpartii in het leger. De Beuekelaere heeft daar niet in wilton treden, schijnt het, maar alleszins blijkt ook daaruit, dat hij de hoofdleider der beweging aan het front was Trouwens het Duitsche stuk 6910 van hauptmann Staehle bevestigt, dat De Beuekelaere de hoofdleider van de front beweging wa«. Dat is zeker ook legen de en ingegeven door de Belgische overheid aan Staehle. De Beuekelaere zelf heeft bekend, dat hij hoorde van het gerucht, dat hem een onthaal wacht te te Goettingen als hoofdleider. Menig getuige heeft hier verklaard, dat de geruchten De Beuekelaere aanwezen als hoofdleider der beweging, zij hadlen er de zedelijke overtuiging van. Herinnert u het getuigenis van Vandervelde. Het is geen zuiver toeval, dat de heer Cau- welaert beklaagde heeft uitgekozen als een der best gesehikten om de regee ring voor te lichten in zake den toe stand aan het front» Het iswel peen bewijs, maar toch een zwaar vermoe den. In de namiddagzitting is het requisitoir voortgezet. Auditeur Stie haalt nogmaals als bezwarend feit aan dat de Beuckeiaere te Gent in burgerkleeding werd gezien in gezelschap van den aclivistischen leider dr. Daussy. Hij herhaalt eveneens ten tweeden male, dat dr. Borms in een brief de Beuckeiaere aanwees als hel hoofd van de frontpartij. Hij laat het aan den krijgs raad over te oordeelen of de Beuckeiaere als de leider der beweging aan het front moet worden beschouwd en eischt ten slotte de doodstraf tegen beklaagde. (Be- weging in de zaal. Het publiek is oiijk- baar onder den indruk van dezen vrij onverwachten elsch, maar toomt zijn ver ontwaardiging in, daar mr. van Dieren uit naam van de verdediging onmiddellijk het woord neemt.) De bekende Vlaamsche advocaat is heden weer eens op zijn best. Er wordt met aandacht naar hem geluis terd. Geen der officieren, leden van den krijgsraad, vertrekt echter een spier. Ik spreek, aldus zijn aanhef, met een gevoel van angst, van droefheid en ver ontwaardiging. Het gevoel van veront waardiging zult gij begrijpen. Ik zal me eenvoudig uitdrukken, want de toestand is ernstig en zwaar van mogelijkheden. Het oogenblik is gewichtig. Het is nu on geveer 4 jaar na den oorlog. Kan men het .met het gezond verstand vereenigen, dat 'men, nu de kalmte en rust in het land komen, al de wonden weer openrijt? Wij pleiten geen verzachtende omstandighe den, want dat ware schuld bekennen. In dien ge hier voor u hebt een eenvoudig korporaal, toch hebt gij ook voor u een man, die gekozen is geworden door een gedeelle van het volk voor zijn gedachten. Zekere bladen noemen deze zaak „la trahison du, frontpartij"; ik behoor niet tot de partij van beklaagde, ook tal van getuigen niet. Zoo mr. van Cauwelaert, toch heeft van Cauwelaert, hoewel ge kwetst door ons woord solidariteit, ge zegd: De Beuckeiaere js een eerlijk man. Dat is ook gezegd door priesters. Waar om? Zijn zijn overtuigd, dat deze man getroffen wordt om zijn gedachten. Mijn woorden zullen niet ophitsen. Wie een ge vaar aanwijst schept het niet! Maar door processen als dit wordt in ons land oen zeer gevaarlijke toestand geschapen.. Mr. van Cauwelaert heeft ^pzegd: Wil ik mor gen 500 man, hij wou zeggen 5000, jproe pen om dit gebouw te bestormen, ik zou er in slagen. Dat is de invloed van den intellectueel. Een genster (vonk) is vol doende. Alle middelen zijn voor den audi teur goed. Hij zegt niet aan welke feiten hij zich bij bet overloopen vastklampt, welke zijn de afgezanten? Hoeveel waren er? de auditeur is niet duidelijk. Houdt gij u aan een overlooper, dan zijn al de argumenten steunende op 2 of 3 te niet. Gij moet kiezen, mijnheer de auditeur! Gij moet zeggen Dé Beuckeiaere heeft er zoo veel opgezonden en gij moet het bewijzen. Dat hebt gij niet. Gij hebt geen rekenschap gehouden met de verhooren. Uw requisi toir is slechts een nieuwe uitgave van uw akte van beschuldiging. Van deze blijft er na de verhooren niet veel meer over. Gij hebt misschien een overtuiging, maar zij is niet voldoende om een vonnis door anderen uit te Ioklten. Begrijpt gij niet. dat, wanneer de jongens I De bootwerkersstoking ïe Havre hun leven gaven, dat het niet alleen was wegens hel politiek begrip in België, maar ook omdat Vlaanderen in België ligt? Het Vlaanderen van hun taal en van hun hart? Toen de jongens er wat beweging maak ten was het in alle trouw. Zoovelen zijn gesneuveld met het woord Vlaanderen op hun lippen, de ontrouwen zijn zoo zeld zaam geweest, en toch stelt het requisitoir de Vlamingen voor als overioopers. Iets rots was er in hel leger volgens den au diteur, en toch, geen ander leger stond zoo eerlijk! Zie hef Fransche, het Engelsche, het Russische, het Italiaansche. Wat is daar niet geschied? Bij ons zijn slechts 134 overloopers geweest. Er waren bandieten onder de onvermoeide, uitgeputte Walen. Hoeveel zijn er bij, die voor de Vlaam sche beweging overliepen? Enkele, drie of vier. Mr. Picard zal u bewijzen, dat zelfs hun daad niet aan de Vlaamsche bewe ging mag worden toegeschreven, wel aan persoonlijke omstandigheden. Hei is niet goed, dat het buitenland denkt, dat ons leger rot was. Het is niet goed, dat men bewere, dat aan den Yzer een frontbewe ging bestond. Mr. van Dieren komt terug op het do cument Staele en herinnert er aan, dat „Flamenpolitik" niet heeft geantwoord op de vraag of 't de door hem afgedrukte documenten niet met geld heeft weten te bemachtigen. Voor geld zal de Duitscher, die hem ze ter hand stelde wel documen ten hebben geleverd naar het hart en de ziel van degenen die er gebruik, of beter nog misbruik, wenschten van te maken. Vergeel niet dat Wullus met een bepaalde opdracht van bladen naar Duitschland is gegaan. Wie betaald heeft, weet ik niet, maar ik denk wel, dat gij de rekening er van kunt vinden in de papieren van een der Belgische dagbladen (beweging). De voorzitter maant het public tot kalmte aan en de advocaat besluit: „In de Fransche zaak Anspach zijn tal van val- sche Duitsche stukken vervaardigd. Heeft Anspach ook de stukken voor Wullus ge maakt? Onder de documenten van Anspach waren er honderden, die zelfs in de Fran sche Kamer werden gebruikt. Men geloofde ook daar aan de echtheid ervan. Ze waren valsch. Ze waren betaald. Uit een feit, dat zich dezen ochtend voor deed in de raadkamer zou men misschien wel kunnen besluiten van waar de stukken komen. Is 't trouwens niet teekenend, dat twee Duitsche soldaten, die werden opge roepen om onder eede te komen getuigen, hier den drempel niet mochten overschrij den? Zal dan hier wel een geschreven ver klaring van een onbekenden Duitscher kun nen gelden om een Belg te doen veroordee- len, van wien zijn eigen militaire over heden getuigen, dat hij een der schitte rendste soldaten was. Ik vertrouw, dat uw antwoord ontkennend zal luiden. Terwijl een goedkeurend gemompel uit het publiak opstijgt, wordt overeengeko men mr. Picard, dr. de Beuckelaere's twee den verdediger, morgenochtend aan het woord te laten komen. Daarna repliceert de auditeur en zal be klaagde zeer waarschijnlijk ook -nog een verklaring afleggen, zoodat het vermoede lijk wel laat in den namiddag zal worden, alvorens de uitspraak zal bekend zijn. Blijkens een onlangs gepubliceerde sta tistiek heeft Turkije in den oorlog 50.000 officieren en soldaten verloren; 35.000 officieren en soldaten zijn in de hos pitalen aan hun wonden overleden en 240.000 aan ziekten. Het aantal dooden bedraagt derhalve 325.000. Het aantal invaliden is 400.000. Bij het begin van de mobilisatie, in 1914, telde hetTurk- sche leger 150.000 man. Het werd op 780.000 man gebracht en later opge voerd tot 2.850.000 man. Naar gemeld wordt, zou uit de officieele statistiek der Russische com munistische partij blijken, dat het aan tal leden der partij, dat het vorige jaar nog een half millioen bedroeg, thans tot 300.000 is geslonken. Als bolwer ken van het communisme worden ge noemd de gouvernementen ^Moskou, St. Petersburg, Jaroslaf, Nizjni-Nowgorod, Wladimir en de steden Toela, Bjyansk en Iwanowo-Woznesensk- In deze gou vernementen en steden wonen te zamen 79.997 actieve leden der partij en on geveer 100.000 candidaat-leden. Van de in Moskou wonende communisten heb ben 2.5 procent hooger onderwijs geno ten; maar 70.6 procent zijn volkomen onontwikkeld, Wat de beroepen aan gaat, behooren 49.6 proeent dier Mos- kousche partijleden tot den werkmans stand en 33.9 procent tot de ambte naren. Naar uit Moskou gemeld wordt, zal het hooge revolutionaire tribunaal zich dezer dagen naar Bakoe begeven, om daar de behandeling aan te van gen van de zaak tegen de sociaal-revo lutionairen die beschuldigd worden den onlangs plaats gehad hebbenden brand van de Bakoesche petroleum-velden te hebben aangestoken- Mr. van Dieren toont verder aan, dat de auditeur de psychologie van dr. De Beu ckelaere en de Vlamingen in het algemeen niet begrijpt. Het is niet goed, dat de Vla ming als Vlaming, steeds wordt verdacht. De Vlaming ook heeft zijn land lief. Hi heeft het bewezen in den oorlog, waar zijn toestand zwaarder was dan voor den Waal. In 1913 waren er 67 procent Vla mingen in het leger, in 1914 door de om- was de laatste dagen zeer u: 1 a'.s protest tegen de schorsing van !en bur gemeester als hoofd der politie. Na een conferentie met den prefekt van het departement der Beneden-Seine is de functie van den burgemeester in haw vollen omvang hersteld. De onderhandelingen over het loongeschil in den Zweedschen landbouw hebben een gunstigen keer genomen. Naar Stockholm draadloos meldt is er alle kans op een spoedig vergelijk. De koning en de koningin van Denemarken komen den zilveren brui loft van prins en prinses Karei van Zweden bijwonen- De feestelijkheden worden gehouden in het zomerverblijf Pridhen bij Norrköping. Tusschen da Duitsche mijnwerkers bonden en de mijneigenaars is thans een overeenkomst omtrent de lcon-verhooging getroffen, volgens welke, met terugwer kende kracht tot 16 Augustus, de loo- nen met 96 mark per man en per dag, van 1 September af met eenzelfde bedrag zullen worden verhoogd, zoodat de geheele verhooging 192 mark ba- draagt. Mede in verband met de ver hoogde prijzen van het voor de mijnen benoodigde hout en de verhooging der overige kosten, zal van 1 September af de kolenprijs opnieuw met ongeveer 100 mark per ton moeten worden verhoogd. Het Ameri.kaansche s.s. „Philadel phia" van de New Yorksche-Napels- stoomvaartmaat chapplj is op verschile de plaatsen in brand gestoken. De beman ning en de zich aan boord bevindende Italiaansche emigranten werden naar het politie-bureau gebracht De brand, die uitbrak terwijl het schip in de haven lag, werd gebluscht. De oorrespondent van het „Petit Journal" te Tulle maakt melding van een ware invasie van uilen in de bossehen in het oosten van het departement Cor- rèze. De vogels, die uitgehongerd zijn, waarschijnlijk omdat de droogte zooveel insecten vernietigd heeft, dringen ia de dorpen door tot in de woningen der menschen. Zoo wordt, volgens den cor respondent van h'et Parijsche blad, uit Lapleau gemeld, dat de roofvogels vaak worden aangetroffen in keukens, ja, zelfs in slaapkamers. De politie van Windhoek (Z.-W. Afrika) arresteerde een aantal Bosch'ea- mannen, die schuldig zijn aan den de zer dagen gepleegden moord op magi straat Van Rijneveld, die doodelijk werd gewond door een vergiftigde pijl. Zes Boschjesmannen, die tegenstand boden bij de arrestatie, werden gedood. De pohti» ontkwam ternauwernood. Twee mannen, die het vorig jaar bij New York een posttrein aanhiel den en er voor een waarde van 2Vz mil lioen dollar aan contanten en effecten uit stalen, zijn tot 25 jaar gevangenis straf veroordeeld. Volgens de „Geld." is thans de uit gave van „Roeping", tijdschrift voor lit teratuur en kunst, onder redactie van dr. H. Moller verzekerd; het eerste nummer zal einde September verschijnen. Het tijd schrift, dat per maand ongeveer tochtig bladzijden druks geeft, zal behalve aan litteratuur, ook gewijd zijn aan beelden de kunst, architectuur en muziek en ge ïllustreerd verschijnen. Ook zou de medewerking van Vlamin gen verzekerd zijn. Vlaamsoke deserteurs. Deze zouden door standigheden is dat^80 procent geworden. Te Boulogne aan zee Ai'n dag op klaarlichten dag bgndieten bin nengedrongen in een hulppostkant orje, waarvan zij tie juffrouw, die er htet werk doet. vermoord hebben met be hulp van haar schaar- Diefstal is de beweegreden tot de misdaad gewees De juffrouw was 23 jaar oudde door de moordenaars gestolen som gelds is gering. De, daders zijn tot dusver met gepakt. Dezer dagen arriveerde aan hét Mis siehuis te Roosendaal Mgr. Geary, Bis schop in Nieuw-Zeeland. Vermeldenswaardig is, dat deze prelaat die een zeer moeilijk te bereizen diocees heeft, dat in hoofdzaak bewoond wordt door Maori-stammen, zijn Bisschoppelijke reizen per watervliegtuig maakt. Gedurende den oorlog was Mgr. Cle- ary een tijdlang aalmoezenier in de om streken van Reims en belast met den zielzorg der Maori's, die aldaar vochten. Deze wilden bleken echter van de mo derne oorlogvoering zoo weinig begrip te hebben, dat zij voor den aanval uit de loopgraven sprongen en hun krijgsdansen uitvoerden. Gevolg was, dat de meeste dansers reeds neergeschoten waren, voordat de aanval begon De Engelsche regeering plaatste de Maori's spoedig over naar Mesopotamië, waar zij uitsluitend graafwerk te verrich ten hadden en waarheen Mgr. Geary zijn menschen volgde. Na den oorlog vertrok hij weder als missionaris naar Nieuw-Zeeland. Dat Mgr Geary niet enkel in zijn mis siegebied enthousiast is voor de vlieg sport, bewijst wel het feit, dat hij ook nu de reis van Londen naar Parijs per vlieg tuig maakte. Mgr. is van Roosendaal uit naar NoorO- Frankrijk vertrokken, om de slagvelden rondom Reims te bezoeken. 59 Wij hebben Jeanne Eortier verlaten, gehuld in kloosterkleeren, in de sneeuw, vlak in 't gezicht van de hoofddeur van het hoofdgebouw. De portier, die in de vaste meening verkeerds dat hij Zuster Philomena had uitgelaten, had met zijn zware sleutels de deur gesloten. Jeanne liep eenige schreden op den weg die stadawaarts leidde, bewoog zich vervol gens snel in de richting der stad voort, en verdween te midden van een- dool hof van nauwe en donkere steegjes, wier winkels, op enkele uitzonderingen na, in dit vroege morgenuur, nog gesloten wa ren. Reeds lang had Jeanne zich zelf de gedragslijn voorgeschreven, waaraan zij zich te houden zou hebben, als het haar gelukte te ontvluchten. Na gedurende een kwartier zeer vlug te hebben geloopen verminderde zij de snelheid van baren gang en zag onlettend om zich heen. Haar aandacht werd getrokken door een winkel dia juist geopend werd, in 't tuid en der straat. Het was een magazijn van witte goederen en van gemaakte kleeren. In den winkel brandden twee gaslichten. Jeanne trad binnen. Een juf frouw, reeds bejaard, was bezig met het opbergen van stoffen. „Wat wenscht u. zuster?" vroeg zij. „Ik wensch eon warm kleed te koo pen, antwoordde de weduwe van Pierre Foftier. Het moet dienen voor een arme vrouw, die ik ga bezoeken. Zij is onge veer zoo groot als ik." „Ik zal u iets laten zien, wat u wel geschikt zult vinden, zuster. Ziehier een rok van zware grijze molton. Iets dat warnier kleedt is niet te vinden." „De kleur bevalt mij wel. Ik zal deza rok nemen." „Dan wilt u zeker nog een kleed in 't genre caraco, nietwaar zuster? Hier heb ik er een van zoo'n stof." „Legt i bet maar bij den rok. Nu een linnen muts." Binnen enkele minuten was Jeanne klaar. Zij kocht nog een groote linnen halsdoek, liet zich al het gekochte in pakken en betaalde. „U hebt zeker haast, zuster, zei de koopvrouw, terwijl zij geld, teruggaf. 0 vertrekt misschien met den trein naar Parijs. Er gaat er geen voor 7,43." Na door een kijkgat boven de kassa getuurd te hebben voegde zij er aan toe: „U hebt nog een kwartier tijd." Jeanne bedacht, dat zij voorzichtig moest wezen, antwoordde; „Ja ik heb haast, omdat ik bang ben niot op tijd op de plaats mijner bestem ming te zullen zijn, maar ik blijf »n de stad." Zij nam haar geld en haar pak en ging de deur uit. Plotseling zag zij een open deur, e n daar achter een don kere gang. Zij spoedde zich er heen. Aan Ihet einde van de gang was een trap. Op de bovenverdieping van h®t huis, waartoe de trap toegang gaf, heersehto diepe stilte. De vluchtelinge ging naar boven, deed snel de rok aan en het kleed, die zij zoo juist gekocht had, zette de linnen muts op, waarbij zij zorg droeg, heur haren boven de slapen te strijken. Na de halsdoek om haar hals geknoopt te hebben, maakte zij een pakje van het zuster-costuum, nam dat onder den arm en liep de gang uit, waarna zij de rich ting naar het station insloeg. Zij had nu het voorkomen van een landarbeidster. Toen zij op het punt stond, het station te bereiken, hoorde zij een klok slaan. Zij versnelde haar schreden en ging de wachtkamer binnen. „Voor ParijsP vroeg zij, half buiten adem aan een treinbeanibte, die haar naar een der loketten wees en zeide: „Daar,.. Haast u. De trein staat op 't punt om te vertrekken." Jeanne rende nnar het loket en had nog juist den tijd om in te stappen. Zij zat in een coupé 3e klasse, waarin zij twee vrouwen aantrof, een jong meis je met haar moeder. Het fluitje klonk en de trein zette zich in beweging. Nu begon Jeanne na te denken. Zij overdacht een nieuw plan, daar zij wel begreep, dat haar ontvluchting heel gauw zou ontdekt worden. Hierin bedroog zij zich dan ook niet. In het hoofdgebouw zigen de zieken verpleegsters haar niet op het gewone uur bij het schoonmaken der zalem Zij ver keerden in den waan, dat zij nog te bed lag. Een barer ging naar haar ka mer. Teen zij daar niet was, veronder stelde men, dat de een of andere ge beurtenis haar tegenwoordigheid in een andere afdeeling van het gebouw ver- eischte. De Overste kwam met de andere zus ters terug en was zeer verwonderd, zus ter Philoména niet met baar gezellinnen ia de kerk te hebben gezien. Zij liet onmiddellijk een onderzoek in stellen naar de oorzaak van haar af wezigheid. Toen kwam men tot de ontdekking; van betgeen geschied was. Zuster Phi lomena lag in een zwaren slaap ver zonken, waaruit het onmogelijk was haar te doen ontwaken. In haar kamer la gen, inplaats van haar zustergewaad.de kleeren van Jeanne. De portier ver klaarde, dat hij de deur voor zuster Philomena geopend had. De ontvluchting werd direct vastge steld. Een uur daarna wist geheel Clermont, dat een tot levenslange op sluiting veroordeelde ontsnapt was, ver momd als religieuse. De koopvrouw die de kleeren aan Jeanne verkookt bad, was een der eersten, die het nieuwtje hoorden en kwam vol ijver aangeloopen, om getuigenis van het geval af te lög- é?gd Een nader onderzoek bracht aan het licht, dat Jeanne van kleeren verwisseld had en met den trein was vertrok ken. Maar vanaf het oogenblik harer ontvluchting, was er slechts één teein vertrokken. De vluchtelinge bevond zich dus op weg naar Parijs. Daarom vertrok een inspecteur der veiligheidspolitie met den meesten spoed naar het Noorderstotion. Op het oogen blik dat de politie op het perron ver scheen, kwam de trein uit Clermont aan. Jeanne echter was het gelukt, zich aan de nasporingei* te onttrekken. De vrouwelijke reizigers konden gemakkelijk haar identiteit aantoonen en verklaar den tevens, dat zij aan 't station geen enkele vrouw gezien hadden, die er uitzag als een vluchtelinge. t-Wordl vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 5