buitenland! BINNENLAND. Tweede Blad. 5 September 1922 Onschuldig veroordeeld De conferentie over de oorlogs schulden. Britsche persstemmen over de nota van Poincaré aan Balfour. Oe Dultsch-Belgische regeling in zake de vergoeding. FEUILLETON r~ TWEEDE DEEb I Den volgenden morgen was Paul Harmant vroegtijdig in zijn bureau, waar hij eenige orde bracht in zijn papieren, om daarna de tijdens zijne afwezigheid ingekomen correspon dentie na te zien. Daaronder bevond zich ook een brief uit Amerika. Hij opende hem haastig, daar hij aan het adres het handschrift van Övide Soliveau had herkend „Waarde neef, „Sinds je vertrek ondervind ik wreede teleurstellingen. De zaken van „het huis James Mortimer en Paul „Harmant, waarvan ik de opvolger „ben, gaan met den dag achteruit. „Je vertrek heeft aan de fabriek een „gevoeligen slag toegebracht en als „het zoo doorgaat vrees ik het ergste „voor de toekomst. „Het spijt me nu, dat ik niet dade- „lijk met je meegereisd ben naar De vergadering van den Volken bond. Het compromis. „Frankrijk. Daarbij spreekt de band „des bloeds meer, dan ik had vermoed ,en het valt me inderdaad zwaar je ',te moeten missen. Wie weet Mis- '.schien zien we elkaar spoediger terug „dan we denken. „Geloof me, Je toegenegen neef Ovide Soliveau.' Bij het lezen van dezen brief was Paul Harmant bleek geworden. Woe dend frommelde hij het papier ineen. „Die ellendeling," mompelde Hj, „richt een huis ten gronde, dat hij mij op zoo'n lage manier heeft weten te ontfutselen. Ovide Soliveau ban kroetier En hoe De hartstocht voor het spel verklaart alles. De ongelukki ge speelt en verliest. Hij maakt een vorstelijk vermogen zoek met de kaart. Weldra zal hij zonder hulpmiddelen zijn. De fabriek van James Mortimer, een der machtigste van de Vereenigde Staten, op het groene laken verdob beld. En terwijl ik meende voor goed van dezen schurk bevrijd te zijn, dreigt hij, mij te komen opzoeken en opnieuw zal ik moeten gelooven aan zijn gewetenlooze oplichterij." De valsche Paul Harmant wierp GEM. BUITENL BERICHTEN. Ongeregeldheden te Charlotten burg. De Missieweek te Aken. Het vergaan van de „Egypt". Overstrooming van de Ganges. De toestand in Britsch-Indië. den brief van zijn zoogenaamden neef in het vuur en hervatte zijn werk zaamheden, maar de somberste voor gevoelens hielden zijn geest bezig en diepe rimpels kwamen op zijn voor hoofd. Mary was dien morgen al even vroeg op als haar vader. Zij maakte vlug toilet, belde den huisknecht en zeide tot hem „Die mijnheer, die gisterenmorgen hier geweest is, met een brief van mijnheer Darier, je weet wel „Ja, juffrouw." „Die zal om half tien aanstonds terugkomen. Breng hem bij mij in de kleine salon daar zal ik hem wachten. Mary ging naar de salon. In plaats van te gaan zitten, bleef zij bij het venster staan, dat op 't voorplein uitzag en van uit haar hoekje kon zij het hek zien met het poortje, dat op de straat uitkwam. Met ongeduld wachtte zij op het oogenblik, waarop het poortje zou opengaan en Lucien zou binnen schrijden. Het sloeg half tien. Lucien was stipt op tijd. De dochter van Paul Harmant was aangedaan. Lucien trad binnen en de huisknecht sloot de deur achter hem dicht. Mary deed al het mogelijke HET ZONDERLINGE SLOT. BIKNF.NLANDSCH MIIUWS. De Kabinetsvorming. Het Middenstands-congres. om zich te beheerschen en zeide met eenigszins trillende stem „Mijn vader is terug, mijnheer Lu cien ik zal u straks aan hem kunnen voorstellen. „Hebt u hem reeds over mij ge sproken, juffrouw?" vroeg de zoon van Jules Labroue. „Neen., ik heb hem niets gezegd.. Ik weet alleen dat er nog niemand be noemd is.. Ik wilde die zaak in uwe tegenwoordigheid behandelen.. U kunt op mij rekenen." Zij verliet met Lucien de kleine sa lon en liet hem wachten in de kamer, grenzende aan het bureau van haar vader. „Wilt u hier even wachten zeide zij. „Houd den brief van uw vriend Georges Darier gereed." Het jonge meisje klopte even aan de deur van het bureau en ging daarna binnen. „Zoo, lief kind, ben je al op „Zeker, vadertje. Zou ik om half tien nog niet op zijn „Je komt me zeker halen voor het ontbijt „Neen, straks gaan wij aan tafel. Ik kom nu over zaken praten met u." „Over zaken? Wat zeg je dat op De Koningin en de Prins naar Skandinavië. Het feest van de Purmer. Ter gelegenheid van de feesten we gens het 300-jarig bestaan van de Purmer beschrijft de heer J. F. M. Sterck te Heemstede in „Buiten" een buitenplaats, Wolvenhoeck" die in de 17e eeuw op den Oosterweg heeft bestaan. Een eenzaam houten hek herinnert aan dat lusthuis, een der vele die rijke Amsterdammers aanlegden in het nieuw verworven land. De eigenaar en stichter van deze hofstede was Pieter de Wolf, en zijn echtgenoot was Suzanna van Hoeck. In elk geval is „Wolvenhoeck" geesti ger en beter te verdedigen dan een naam door een opkomeling aan zijn villa gegeven, die niet beter wist te bedenken dan de eerste lettergrepen der namen van vrouw en dochters tot één woord saam te voegen, zoodat hij boven zijn deur kon zetten Ca-Li- Ma-Cor, Calimacor, omdat de dames Catharina, Lize, Maria, en Cornelia heetten 1 Dit deed den schrijver denken aan een gezegde van Napoleon, toen hij bij zijn intocht in Holland op verschil lende huizen buiten Amsterdam na men las als „Nooit gedacht," „Lang verwacht" enz., en verklaarde een geringen dunk te hebben gekregen van de energie der bewoners, die blijk baar niet verwacht hadden dat ze ooit zulk een huis zouden kunnen be wonen Maar Pieter de Wolf was van een geheel ander geslacht. Zijn ouders en grootouders hadden in de eerste helft der 17de eeuw door kennis van zaken en onvermoeiden arbeid een groot ver mogen in den zijdehandel verworven en hem nagelaten, terwijl hij door goed op zijn zaken te passen, dit fortuin nog belangrijk had vermeer derd. Pieter de Wolf bewoonde te Amster dam een groot heerenhuis op de Hee rengracht over de Driekoningenstraat. Hij was de kleinzoon van Clementia van den Vondel, de zuster van Joost, onzen grootsten dichter, en van Hans de Wolf. Zijn vader was Hans de Wolf de Jong, gehuwd met Cornelia Block. Pieter is geboren in 1646 en stierf in 1691. Hij was ook zijdehandelaar, trouwde in 1665 met Clementia van der Veght, die in 1677 sterft, en in tweeden echt met Suzanna van Hoeck, die in 1693 overleden is en hem twee zonen schonkPieter en Jan. Nu wij den Heer van Wolvenhoeck, zooals hij zich liet noemen, van nabij kennen als een spruit uit den Vondel- stam, zal ook de geschiedenis van zijn merkwaardige hofstede in de Purmer dubbel onze belangstelling opwekken. Zijn grootmoeder Clementia van den Vondel heeft er den grond voor ge kocht. In 1635 verwierf zij van Lau rens Cornelisz van Ankeveen 20 mor gen land in de Purmer, die in 1622 was drooggemalen. Toen stond daarop reeds een huis met boomgaard en „dependentien." Er waren wagens, paarden, en gereedschappen voor den landbouw., het was dus een boerderij, die vermoedelijk verpacht werd, en waar Clementia, met hare kinderen wel een zomerverblijf zal gehad hebben, toen zij zich in 1637 uit haren zijde handel in de Warmoesstraat had teruggetrokken en haar zoon Hans de Jonge de leiding ervan had overgeno men. Ook de oude Sara Cranen, de moeder van Joost en Clementia van den Von del, die bij de laatste inwoonde, zal wel eenige zomers op de boerderij heb ben doorgebracht. Althans in haar testament van 28 Augustus 1636 vermaakt zij „aen Mayken in de Purmereens f 50vermoedelijk de boerin bij wie zij gelogeerd had. Zij stierf in Mei 1637. De tijd waarin de oranjebroeikas- sen en later het huis Wolvenhoeck door Pieter de Wolf zijn gebouwd, valt nog wel aan te wijzen, zooals wij hieronder zullen zien. Clementia had de eigenaardige be paling gemaakt in haar testament van 1641 (het jaar van haar overlijden) „dat hare kinderen ende erfgenamen ende derselver nacomelingen zoo lange hiernae geseyt zal werden zullen moe ten laten onder hen in 't gemeen ende onverdeelt het landt, bogaert, huys metten dependenties ende aeicleve van die gelegen in de Purmer, bij haer testatrice indien jare 1635 aengekocht, met al 't hyusraet en de inboedel, item wagens, paerden ende al 't gereedschap van de Hoffstede, op haer testatrices .overlijden daerop synde., ende dat gedurende cieselve gemeenschap, de vruchten daervan jaerlijx procedeeren- de, onder hare erfgenamen prorato van de gedane institutie zal werden gedeelt, soolange ymant van hare testatrices kinderen ofte kintskinderen in leven sullen werden bevonden 1" De hofstede is inderdaad 36 jaar onverdeeld gebleven, totdat in 1677 de erfgenamen overeenkwamen, de bezitting in vier parten te verdeelen, waarvan Pieter de Wolf er een kreeg Herinneren wij ons nu, dat zijn eerste vrouw in ditzelfde jaar overleden is, en hij dus wellicht kort daarop reeds, hertrouwd is met Suzanna van Hoeck, dan is de veronderstelling niet gewaagd dat hij toen den naam Wolvenhoeck heeft gegeven aan het huis, dat hij liet bouwen bij, of in de plaats van de oude boerderij ofschoon de broei kassen reeds in 1672 bestonden, dus toen de gronden nog onverdeeld waren. Het is waarschijnlijk dat Pieter na derhand ook de drie overige deelen heeft aangekocht, en nog een groote bezitting in den Purmer verwierf. Pieter de Wolf was bijzonder be vriend met zijn oudoom Joost van den Vondel. Deze sympathie was hem ingeboezemd door zijn vader Hans de Wolf de Jonge, die den ouden Vondel steeds voorbeeldig had ver zorgd en bijgestaan in diens moeilijke financieele omstandigheden. De oude dichter had dit reeds vergolden door zijn verzen. In 1649 plantte hij een „Mayboom" voor Joan de Wolf en Agnes Block, toen deze zijn tweede vrouw huwde. Maar nog hartelijker klonk zijn zang toen hij in 1665 de bruiloft van Pieter de Wolf en Clemen tia van der Veght vierde. Het geheele, dichtstuk leeft van lente en bloe- menvreugde en wijst er op, dat al is het huwelijk in den winter (3 Novem ber) gesloten, Pieter zijn bruid heeft leeren kennen in een landelijke omge ving. vermoedelijk in de Purmer, waar beider families, volgens de beschik king van Clementia van den Vondel, van de hofstede genoten. Dat Pieter den dichter hoogschatte, blijkt uit drie portretten van Joost van den Vondel in zijn nalatenschap, even als uit de werken van den dichter, die hij bezat in zijn rijke bibliotheek j Vondels Ovidius Horatius en Virgilius, zoowel als de „Altaergeheimenissen" en de „Heerlijckheid der Kercke," alsmede de twee deelen Poëzy in 1682 uitgegeven, drie deelen Tragediën en Spelen. Verder kwamen er in voor j Huygens, Korenbloemen., Oudaen's Roomsche Mogentheid., Rosini, Anti- quitates Romanae, Lugd. Bat, 1663., Officium Beatae Mariae Virginis, Ant werpen 1652 „(afgeset") Historia delle guerre contra Turchi da Contarini, 1645., voorts werken van Grotius, Tasso's Verlost Jerusalem, Albertus Magnus, Erasmus, een wegwijzer doof Italië, Gulden kleynoot der kinderen GodtsBosi, Roma sotterranea, Ro ma 1632. Blijkbaar heeft Pieter de Wolf dus ook een reis door Italië gemaakt. Ook het portret van Clementia van den Vondel wordt in den inventaris- vermeld. In de Amsterdamsche Courant van 1 Mei 1694 wordt per advertentie aan gekondigd de veiling der oranjeboomen op Wolf en Hoeck, „de vermaerde Orangerie van den Heer Pieter de Wolf zalr." De eindscheiding had plaats op 25 April 1700 voor notaris van der Groe te Amsterdam. Als erf genamen kwamen op Pieter de Wolf, mondig door huwelijk en Jan de Wolf nog onmondig. Tevens werd de erfenis van Sara de Wolf, een ongehuwde oud tante, aan die beide zoons toebedeeld. Het aandeel van het geheel was voof iederen zoon f 188.000 voor die dagen een enorme som, waarvan de grondslag was gelegd door Vondel's zuster Cle mentia, de schrandere koopvrouw. Het leed, dat zij Vondel had aange daan door hem een toevlucht te wei geren, toen hij vervolgd werd om Pala medes, is ruim vergoed door de uitnemende zorgen en den steun, den ouden dichter bewezen door haren zoon en kleinzoon. Vreemde arbeiders hier te lande. een ernstigen toon „Het is ook ernstig." „Welnu, ik luister." Mary zette zich naast haar vader en begon „Ik heb een ideetje Belooft u mij, toe te staan, wat ik u vraag „Heb ik je ooit iets geweigerd Als het mogelijk is, zal het gebeuren." „Nu, luister! Ik zou de eerste, die u voor de nieuwe fabriek in dienst neemt, zelf aan u willen voorstellen." „Wat zeggen wil, dat ge iemand on der je hooge besche ming hebt geno men en dat ge die iemand bij mij wilt aanbevelen.' „Heel juistU hebt me gezegd, dat u heel spoedig 'n directeur noodig hebt, die toezicht kan houden op het teekenatelier, dat u gaat inrichten. U moet een flink, knap en practisch man hebben, waarop u kunt rekenen als op u zelf. Dat hebt u toch gezegd, nietwaar „Zeer zeker. Kun je me misschien zoo'n man bezorgen „Ja, en die man moet u op mijne aan beveling en op die van mijnheer Darier in dienst nemen." „Zoo, is mijn advocaat ook in de zaak betrokken „Het is een vriend van George Darier, een intieme vriendeen schoolkameraad. Mijnheer Darier staat voor hem in, als voor zich zelf. Als u hem aanneemt, moet uwe nieuwe onderneming slagen en wij hebben een gnede daad verricht. De bescher meling van mijnheer Darier en mij heeft groote rampen gehad in de fa milie. Ik heb dat gemerkt aan enkele woorden, die hij zich heeft laten ont vallen. Hij behoort een positie te heb ben, in overeenstemming met zijn aanleg en verdienste en die positie zult u hem geven in uw onderneming, niet waar De millionnair trok zijn dochte» naar zich toe en omhelsde haar ander maal. „Je bent een waardig leerling van mijn advocaat, zeide hij lachende. Je pleit met een overtuiging, welke je alle processen zal doen winnen. Is dit dus gewonnen vroeg Mary Het staat volgens de „Evening Stan dard" w«l vast, dat Britannia het Fransche voorstel zal aanvaarden om in den herfst een conferentie te houden over de oorlogs schulden en de schadevergoedingen. Deze opvatting werd Zaterdag in officieele kringen te Londen gehuldigd ofschoon, door de afwezigheid buiten de stad van de ministers, de mededeeling van Poincaré nog niet officieel is overwogen. De Brit- sche officieele meening is het, zoo voegt het blad er aan toe, gelijk van zelf spreekt niet eens met zekere aspecten van de Fransche nota. In sommige kringen bestaat geneigdheid er een zet in te zien in de richting van een verzoek aan Britannië om de schuld van Frankrijk aan Engeland te annulee- ren. De bewering van Poincaré, dat wat En geland aan Frankrijk in rekening heeft gebracht voor de levering van oorlogsbe- noodigdheden onbillijk zou zijn, wordt van de hand gewezen; in elk geval zou het verschil, dat uit een herziening zou voortvloeien, slechts een druppel in een emmer z(jn- Men meent, dat er in ieder geval van beide zijden een herziening moet plaats hebben en dit wat Frankrijk in rekening heeft gebracht voor oorlogs- benoodigdheden en diensten eveneens op nieuw moet worden nagezien. In officieele kringen wordt er dan ver der nog op gewezen, dat voor het eerst sedert de onderteekening van het verdrag van Versailles Frankrijk vaag op de mo gelijkheid zinspeelt van een nieuwe over weging van het totale bedrag van Duitsch- lands verplichtingen. Frankrijk vraagt om een conferentie, hetgeen nimmer te voren gedurende het régime van Poincaré als een populair mid del is beschouwd om moeilijkheden uit den weg te ruimen. Voorts wordt er op gewezen, dat Frankrijk voor de eerste maal de quaestie aan de orde stelt van de kosten door Engeland pan Frankrijk in rekening gebracht voor oorlogsleverin gen. Men acht het niet duidelijk, zelfs al ware het mogelijk, hoe Engeland zou kunnen besluiten de schuld van Frankrijk te annuleeren zonder onderscheid te maken met de behandeling der andere geallieerden. Duitschland is aan Engeland schuldig 1.450.000.000 pd.st. Rusland 650.000.000 pd.st., Frankrijk 584.000.000 pd.st. Italië 503.000.000 pd.st. en andere mogendheden 213.000.000 pd.st., totaal 3.400.000.000. Aan Amerika is Engeland 850.000.000 ver schuldigd, terwijl de Russische en de ge allieerde schulden aan Frankrijk 560.000.000 pd.st. bedragen. Van Engelsche officieele zijde wordt de kostenberekening aan Frankrijk, gelijk deze in Poincaré's nota werd uiteengezet, als juist erkend, maar men acht haar vol komen billijk. Wat de door Frankrijk aan Engeland in rekening gebrachte kosten aangaat, worden van Engelsche zijde als kosten, die herzien zouden dienen te wor den, genoemd de spoorwegkosten voor het vervoer van Britsche troepen naar Fransche sectoren om Fransche posities te verdedigen, de kosten voor huisvesting .van Britsche troepen achter de linie en de havenkosten in Havre, Boulogne en .Calais. De perscommentaren op Poincaré's nota zijn meer gericht tegen de bewoordingen dan tegen den inhoud zelf. De „Daily Chronicle" noemt de nota een „borstelig", >,stekelig" document. De „Daily Mail" zegt dat de passages, .waarin onderscheid wordt gemaakt tus- schen de waarde van de Britsche en de Amerikaansche hulp, een verkillend effect moeten hebben. De „Westminster Gazette" meent, dat in de nota zoowel hoffelijkheid als discretie ontbreken. De „Daily Telegraph" noemt de nota een welkom stuk, maar betreurt zekere passages. De „Morning Post" haalt opnieuw Bal- fours nota aan en zegt dat scherpe nota's neiging hebben scherpe antwoorden te Verwekken. De „Daily News" vindt de nota nauwe lijks openhartig of edelmoedig. De „Times" keurt het uitweiden over bijzaken af, welke de hoofdzaken verduis teren. Amerika houdt zich stil, maar de cor respondenten leggen er den nadruk op, dat Amerika afzijdig blijft tot de mogelijkheid rijst een conferentie bijeen te roepen te Washington of elders, waar Amerika gastheer is. Naar uit Londen geseind wordt, zal Lloyd George spoedig de gelegenheid aan grijpen, om de nota Poincaré met zijn collega's in het ministerie te bespreken en cal er wellicht einde dezer week een kabinetsraad over worden gehouden. Volgons den Parijsohen correspondent van de „Times" verklaarde sir John Bradbury, die Zaterdagavond uit En geland naar Parijs terugkeerde, dat er weinig twijfel is of de regelingen voor de dekking der Duitsche schatkistbil jetten zal binnen enkele dagen voltooid zijn ten genoege van Berlijn en Brus sel. De correspondent verneemt, dat er besprekingen over dit onderwerp zijn ge voerd tijdens het jongste bezoek van leden der Commissie van Herstel aan Duitschland en toen hij in Londen was i f heeft Bradbury het succes der operatie zoo goed als verzekerd. Toen de Eran- schen instemden met het gemeenschap pelijke Belgisch-Italiaansche voorstel, wisten zij niet precies hoe de biljetten, die men op het oog had, konden wor den gedisconteerd. Bradbury, die vol gens den correspondent wellicht de ©eni ge Europeesche financieel© deskundige is, in staat de zaak tot een goed einde te brengen, als hoedanig hij ook in Frankrijk wordt beschouwd, had zes of zeven verschillende combinaties om de Duitsche b'lietten aameme'ijk te maken, geheel gereed en men gelooft, dat de methode, welke gekozen is, er eene is, die slechts ten deele een dekking vraagt, door de zoogenaamde D-banken (de Deutsche Bank, de Dresdner Bank en de Diskonto-Gesellschaft. De correspondent voegt er aan toe, dat de methode een r egeling mee brengt, in welke Groot-Brittanniö een belangrijke rol speelt. De eenig moge lijke mislukking van het plan zou zich voordoen door een recalcitrante houding van Duitschland, Duitschland heeft zoo vaak het verkeerde gedaan, en heeft op het verkeerde oogenblik tegenstand geboden, dat er toch nog wel eenige bezorgdheid dient gekoesterd te worden, dat het zich weer dwaas zal gedragen en zal trachten te kibbelen over de voor waarden. In verband mot de vergadering van en Volkenbond, die heden te Geneva geopend wordt, heeft blijkens een draad loos N. T. A.-bericht uit Londen, Bal four, met het oog op de behandeling der Oostenrijksche quaestie, om deskun digen geseind van de Britsche depar tementen van buitonlandsche zaken en van financiën. Mevrouw Coombe Tennant, een nar Britsche gedelegeerden heeft van net Britsche kabinet de volgende opdracht gekregen; De Britsche regeering heeft besloten, dat de Britsche delegatie zou worden versterkt met een vooraanstaan de vrouw, die in staat zal zijn advies uit te brengen over quaesties, die de positie der vrouw in het algemeen ra ken en het speciale standpunt der vrou wen van Groot-Brittanniö te vertegen woordigen. De aartsbisschop van Canterbury heeft in de kathedraal van Genève voor een talrijke menigte gepredikt. In zijn preek behandelde hij de noodzakelijk heid en de waarde van den Volken bond als een geestelijke kracht en een leidinggevend organisme ten aanzien van de zaken der wereld. De „Daily Chronicle" zegt naar aan leiding van de opening der vergadering van den Volkenbond: „Ofschoon wij ons allen bewust zijn van de besprekingen van een lichaam waarin noch de V. 8. noch Duitschland, noch Rusland zijn opgenomen, doen wij goed te erkennen, dat het bouwwerk, een gabouw, reeds iets is wat alle vroegere pogingen ver overtreft. Door er mee voort te gaan en niet door terug te gaan hebben wij de meeste kans ten slotte de toetreding te verkrijgen van degenen, die zich tot- dusver afzijdig houden, tot dit groote stuk internationale samenwerking tegen den oorlog. De „Daily Telegraph" zegt, dat het bekleeden van den Volkenbond met vol doende bevoegdheden om het uitbreken van een oorlog te voorkomen of hem te doen ophouden als hij begonnen is, langzaam zal voortgaan zooals dit geldt voor alle menschelijke instellingen, die de hoedanigheid van hechtheid en duur zaamheid bezitten. Maar hij groeit gesta dig in gezag en bruikbaarheid en juist het feit, dat Europa zoo langzaam her stelt van de verwoesting van den wereld oorlog door zuiver nationale of nati- onal'stisohe m'ddelen maakt de openbare me&ning geneigd zich te wenden tot het beschikbare internationale organisme in de hoop dat het zal slagen waar ande ren hebben gefaald. Het „Journal des Débats", dat de jong ste beslissing van de Commissie van Her stel bepreekt, zegt dat men een fout zou begaan om de beraadslaging, welke heeft plaats gehad, als een soort van strijd voor te stellen en de beslissing als een over winning voor den een en een nederlaag voor den ander. In werkelijkheid zijn er geen overwinnaars, noch overwonnenen. De gedelegeerden hebben tot eiken prijs een breuk willen vermijden en zich het hoofd gebroken om een compromis te vinden, dat niemand geheel kon bevredi gen, doch dat den tijd naar iets anders te zoeken. Indien men uiteen was gegaan na «en breuk, zouden de gevolgen buiten gewoon ernstig zijn geweest, daar hetzij Frankrijk, hetzij Groot-Brittanndë zich uit de Commissie zou hebben teruggetrokken. Dit zou dus het einde van de Commissie en het prijsgeven van het verdrag van Versailles hebben beduid. Hoe weinig schitterend de gevallen beslissing ook is, zoo gelooft het blad niet, dat men dege nen, die zich er als een uiterste redmiddel bij hebben neergelegd, moet laken. Het blad bespreekt de beteekenis der ge- nomen beslissing en zegt dat voortaan al het streven der Fransche regeering er op gericht moet zijn om Frankrijk uit het warnet té helpen, waarin het zich sedert drie jaren bevindt. Met dit doel moeten, met het terzijde stellen van Amerika, de kwestie der intergeallieerde schulden en die der schadevergoeding gemeen schappe lijk worden geregeld. Poincaré weet dat hierin alleen de oplossing ligt besloten, daar hij een plan heeft opgesteld, waarover men reeds weken spreekt. Laat hij zich haasten dit in al zijn bijzonderheden be kend te maken, ten einde aldus het initia tief te hervatten dat hij zich op de confe rentie te Londen heeft laten ontnemen. Het zoo juist gesloten compromis zou zich slechts rechtvaardigen wanneer men be sloten is niet langer te wachten om tot de groote intergeallieerde liquidatie over te gaan. Wanneer deze zal hebben plaats ge had, zal Frankrijk in de beste positie ver- keeren om den gestadigen druk op Duitsch land uit te oefenen, zonder welken dit geen zijner verplichtingen vervullen kan. Zaterdagmiddag zijn in Charlottenburg ernstige ongeregeldheden ontstaan. De communistische partij had dien dag de oommunistische arbeidsjeugd opgeroepen om tegen den levenBmiddelenwoeker te demonstreeren Na afloop van de demon stratie vormden ongeveer duizend leden van den Communistischen Jeugdbond 'n optocht, die in Charlottenburg het ver keer van voertuigen en trams belemmer de. Beambten van de veiligheidspolitie wilden de demonstranten naar de rech terzijde van den weg leiden, waartegen de demonstranten zich echter verzetten. Een van de jongens, die op een tram wagen gesprongen was en tot tegenstand tegen de bevelen der politie aanspoor de, werd tenslotte gearresteerd. Dat was het signaal voor zijn medestanders om zich op de politie te werpen en te trachten den gearresteerde te bevrijden. Het gelukte de politie echter hem naar het politiebureau te brengen. Nu tracht ten de communisten het politiebureau te bestormen. Om dit te verhinderen was de politie genoodzaakt van de schietwapens gebruik te maken. Eerst werd in de lucht geschoten en toen dit niet hielp vo'gde een salvo met scherp. Een der voornaamste schreeuwers kreeg een schot in de knie; drie anderen werden ongevaarlijk gewond. Zondag is te Aken de groote missie- week begonnen. De overbrenging van de relikwieën van den H. Franciscus Xave- rius h ad met groote plechtigheid plaats. Daarbij waren behalve den voorzitter van den katholiekendag, vorst Lówenstein, tal rijke bisschoppen aanwezig, o.a. de kar dinaal aartsbisschop van Keulen en de bisschop van Paderbom. Uit het buitenland werd de missie o.a. vertegenwoordigd door den bisschop van Burgos, kardinaal Benloch, den bis schop van Limburg, den bisschop van Noorwegen, mgr. Jan Olav Smit. Z. D. H. de bisschop van 's-Hertogen- bosch werd vcrtegenwoord'gl dcor de prelaten Prinsen en Hermus. Heden zijn de eigenlijke bijeenkomsten van de mis- sieweek aangevangen. Het onderzoek van den Britschen scheepyaartraad naar het verongelukken van het s.s. „Egypt", heeft tot resul taat gehad, dat de kapitein zijn brevet voor zes maanden verliest en de eerste officier een strenge berisping ontvangt, omdat zij hun gezag niet voldoende heb ben doen gelden en onvoldoende maat regelen hebben getroffen voor de hand having der orde en het redden der pas sagiers. Er werd bij de uitspraak in aan merking genomen, dat het niet-Euro- peesche deel door paniek werd aange grepen. Naar uit Londen gemeld wordt, heeft een overstrooming van de Ganges, groo- ter dan in de laatste dertig jaar ooit voorgekomen is, talrijke dorpen over stroomd. De oogst is over een groote uitgestrektheid totaal verloren gegaan en de inwoners zijn dakloos. In Muitan Punjal hebben, in ver band met een Moslimaansch gedenkfeest ernstige ongeregeldheden plaats gehad tusschen Moslims en Hindoo's. Er zijn talrijke dooden gevallen. De Zaterdag in Opper-Silezië ge houden stemming over de vraag: auto nome staat in het rijk of autonome pro vincie in Pruisen, heeft, naar men reeds thans kan zeggen, een overweldigende meerderheid voor het blijven bif Prui sen tot resultaat gehad. De deelneming was goed; zij bedroeg volgens de tot nu toe bekend geworden resultaten 70 k 75 pCt. van de stemgerechtigden, waar van ongeveer 90 pCt. voor het blijven bij Pruisen stemde. Naar aanleiding van den oproep door een aantal politici uit Miinohen aangeplakt tegen een Putsch-poging, meldt de „Vorwarte", dat volgens be richten in de „Münch. Post", te Ro senheim (Opper-Beieren) in de laatste dagen menschen in Beiersche kleeder dracht zijn aangekomen. Volgens hun dialect zijn het echter geen Beieren. Zij .wilden ingekwartierd worden in de zalen van het Real-gymnasium en lie ten inkwartieringspapieren geteskond door generaal Von Möhl, zien. Volgens berichten uit Cork werd Zaterdagmorgen plotseling uit machine geweren, die op motorrijwielen gemon teerd waren, en tegelijk vanaf de da ken der huizen het vuur geopend op niet gewapende nationale troepen die langs het gebouw der „City Club" trokken, om aldaar hun soldij in ont vangst te nemen. Twee man werden gedood en tien gewond. Doordien er ontplofbare ko gels waren gebruikt, werden de slacht offers vreeselijk verminkt. Volgens een officieel communiqué van het hoofdkwartier der regeerings- troepen in Zuid-Ierland hebben drie hon derd opstandelingen met tien machine geweren en twee pantserauto's Zater dagmorgen om vijf uur een aanval ge daan op Macroom. De aanvallers wer den in wanorde teruggedreven en over eenigen afstand achtervolgd. Gedurende het geheele gevecht, dat acht en een half uur duurde, verloren de regee- ringstroepen twee dooden en twee ge wonden. De vijand leed zware verlie zen. Zij vervoerden hun dooden met be hulp van paarden. In deze streek is het thans rustig. Over „het zonderlinge slot" der verkla ring van de vijf Spoorwegorganisaties, waarin gezegd wordt, dat men in gemeen overleg gezamenlijk den strijd tegen de aangekondigde terugduwing van het per soneel zou voeren en dat de organisaties bereid zijn, het verzet van haar leden te gen de verslechtering der arbeidsvoor waarden, indien zulks te zijner tijd nood zakelijk mocht blijken, „daadwerkelijk" tot uiting te brengen, schrijft het Christe lijk Sociaal Weekblad „Patrimonium," on der redactie van den heer C. Smeenk, het volgende: „Op dif oogenblik durft, vermoeden wij, ook de Nederlandsche Vereeniging van Spoorwegpersoneel geen staking aan. Zij vreest de gevolgen. Maar zij zal wel pogen, om straks de voorstelling aannemelijk te maken, dat het door de houding van an deren niet tot zulk „daadwei f dijk verzet" komt. Men lette eens op, ho zij zal ma noeuvreeren en welk gebm zij zal ma ken van het feit, dat de bol' ode zinsnede door alle organisaties is aanvaard, ook al geeft ieder daaraan een eigen uitlegging. „Ook toepassing van „lijdelijk verzet" is practisch nief wel uitvoerbaar. (Over het moreel-ongeoorloofde spreken wij nu maar nietl) Immers wordt van dat „lijdelijk ver zet" in de eerste plaats het personeel zelf de dupe. Het „dreigement" zal dan ook geen in druk maken. „Maar het is natuurlijk mogelijk, dat men zóó ageert, dat groote groepen van het personeel ten slotte lot dingen komen, die men bij „tienmaal bedenken" wel zou hebben nagelaten. Vandaar onze aanma ning tot voorzichtigheid. Wij betreuren het zeer, dat de actie op deze wijze wordt ingezet. Hopelijk komt men nog op een beteren weg. Hetgeen nu speciaal voor de werkplaat sen is geschied, moet o.i. worden afge keurd. De loonquaestie moet in haar ge heel worden bezien. Is vermindering van loon noodzakelijk, dan moest zij over de geheele lijn worden toegepast. Hoe meer bezuinigingsmaatregelen nu de organisaties kunnen aanwijzen, hoe minder van het te kort door loonsverlaging behoeft te worden gevonden. Daarin moeten ernstige Vakvereenigin- gen thans hun kracht zoeken. Agitatie helpt hoegenaamd niets. Alleen zakelijke gegevens hebben waarde." De „s-Hert. Ct." schrijft: De audiëntie, door de koningin aan mi nister Ruys de Beerenbrouck verleend, hield geen verband met de kabinetscrisis. Het bezoek gold het vaststellen van rege lingen, zegt het Hbld. die uiteraard bij de sluiting van het parlementaire jaar en de daarop volgende opening van de Staten-Ge- neraal moeten worden getroffen, wanneer de koningin, zooals thans, verhinderd is daarbij aanwezig te zijn. Omtrent de kabinetscrisis verneemt het blad, dat op de hoofdzaken overeenstem ming tusschen de drie rechtsche partijen is bereikt en minister Ruys de Beerenbrouck de hem verstrekte opdracht tot vorming van een kabinet zal kunnen vervullen. Hij zal echter hoogstwaarschijnlijk eerst enke le dagen voor het sluiten van het parle mentaire jaar daarmee gereed zijn. Voor het te Zwolle op 6 en 7 dezer te houden Middenstandscongres, waarmede tevens de herdenking van het twintigjarig bestaan van den Ned. Middenstandsbond gepaard gaat, blijkt zeer groote belang stelling te bestaan. Zoo komen uit het bui- land tal van vertegenwoordigers der Mid denstandsbonden er voor over. Voorts hebben de kamers van koophan del te Alkmaar, Amsterdam, Eindhoven, Groningen, den Haag, Haarlem, Heerlen, Hoorn, Leeuwarden, Leiden, Nijmegen, Rotterdam, Utrecht, Veendam, Zaandam en Zwolle bericht gezonden zich officieel op het congres te doen vertegenwoordigen. Van meerdere kamers van koophandel wordt nog bericht verwacht. De Koningin en de Prins vertrokken gis teren per extra-trein die wordt verstrekt met een slaaprijluig uit Duitschland, via Zwolle, Groningen naar Skandinavië. De trein vertrekt té 4.48 van het paleisperron op Het Loo. Op de aanvragen van den heer Hermans betreffende het te werk stellen van buiten- landsche arbeiders in de grensstreken van ons land antwoorden de ministers van Ju stitie en van Arbeid: De maatregel dat voor het afgeven van een visum een verklaring van eeö arbeids beurs wordt vereischt, dat geen geschikte arbeidskrachten hier te lande beschikbaar zijn ,is voor wat betreft metselaars, tim merlieden en stucadoors in het begin van het jaar 1922 buiten werking gesteld; dit geschiedde evenzeer met betrekking tot het afgeven van passen voor grensverkeer in het bewakingsgebied der tweede divisie van de Koninklijke Marechaussee (Limburg en Gelderland ten zuiden van de Waal). Op mijnwerkers was bedoelde maatregel niét van toepassing. Uit het ter zake roorloo- pig ingesteld onderzoek is niet gebleken, dat door tewerkstelling van Duitsche afej beiders Nederlandsche arbeiders, die het zelfde werk kunnen verrichten, worden ontslagen en als werkloozen ondersteund. Voor wat betreft mijnwerkers kan worden medegedeeld, dat bij de Staatsmijnen nóg {Wordt yervolgdL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 5