aandacht te treKKen en Doosaardige op
merkingen uit te lokken
Opeens stonden zij voor een groote
poort, die zorgvuldig gesloten was ter
wijl daarnaast hooge muren, voorzien
van dreigende schietgaten zich verhie
ven
Hoe waren zij daar gekomen Made
leine's hart had als gids gediend en dat
van miss Percy had zich laten verteede
ren Nu schrikte de goede vrouw van
haar zwakheid, zij gevoelde haar plicht
verzaakt te hebben maar ze had lijde
lijk gehoorzaamd aan het gebiedend
verlangen dat het longe meisje haar
zwijgend had te kennen gegeven, want
in haar bijna grenzeniooze goedhartig
heid was ze niet In staat haar te weer
staan
,,Dit is de gevangenis.' zei ze toen
ze uit haar mijmering opschrikte Wat
klonk dit woord somber m haar ooren
en wat deed het haar eerlijk hart ont
stellen
Madeleine gaf een bevestigend tee
ken met het hoofd, terwijl ze mompel
de
„Daar is hij!Daar is hij!'
Dit bezoek was het doel van haar
tocht nu ze den volgenden dag zouden
gaan vertrekken Hem niet meer te kun
nen zien hem geen vaarwel te kunnen
toeroepen hem niet te kunnen bemoe
digen, zijn tranen niet kunnen drogen
was a hartzeer genoeg
Zij wilde tenminste een oogenblik de
ze akelige gevangenis zien waartoe de
toegang haar verboden was
O wat gal deze pelgrimstocht haar
een smartel ijken troost Zij had dien
volbracht, zooals men naar het kerkhof
gaat om op het graf zijner geliefden
bloemen te brengen er te bidden er
tranen te storten
Miss Percy begreep dit alles zonder
dat Madeleine haar er over sprak, tenzij
met de oogen die een taai spraken
waarin de harten elkaar ontmoetten
terwijl de uppen gesloten bleven
De Engeische wilde verder gaan uit
vrees dat Madeleine zou worden gezien.
„Nog een oogenblik. Percy fluister
de Madeleine zoo zacht mogelijk.
Nog eens net de gouvernante zich
vermurwen Zij staarde het jonge meis
je met droevige blikken aan
Madeleine stond daar zwijgend, onbe
weeglijk eenigszins voorovergebogen
als een blank marmeren standbeeld dat
over de tombe gebogen gekromd
schijnt door de smart Het werd nood
zakelijk haar aan haar droeve over
peinzingen te ontrukken, want in de
nauwe straat die tot nog toe verlaten
was geweest deed zich het geraas van
een naderend rijtuig hooren
Gebroken bijna bezwijmend greep
Madeleine den arm der gouvernante,
terwijl ze nog fluisterde „God zal hem
redden.'
De beide vrouwen verwijderden zich
in de richting eener naburige kerk. Ma
deleine wilde daar binnen gaan om zich
te herstellen van haar ontroering, haar
tranen te drogen en voor Gilbert te bid
den
Toen het jonge meisje een half uur la
ter weer thuis was. greep zij de beide
handen der gouvernante, omhelsde
haar met aandoening als in de jaren
der jeugd en sprak met bijna verstikte
stem
„O Percy, wat ben ik je dankbaar I'
De Engelsche glimlachte droevig
Madeleine had haar alles bekend zonder
iets te zeggen Dit was de eenige beken
tenis die de gouvernante in haar positie
kon aannemen.
XIV.
Volgens voorspelling der pessimisten
zou het heerlijke lenteweer slechts kort
duren Baron Volcaster, zijn dochter en
miss Percy kwamen te Parijs aan onder
hevige regenbuien, die meer in overeen
stemming waren met de droevige stem
ming van Madeleine
De oude barones was zeer verheugd
haar zoon en kleindochter terug te
zien Zij vond evenwei Madeleine zeer
verbleekt en aarzelde niet haar kwij
nend uitzicht toe te schrijven aan het
weinig opgewekte 'even dat zij in die
akelige provinciestad geleid had.
Zij wilde zich er mee belasten de
wangen van net neve Kina weer te aoen
opfleuren door haar de verstrooiingen
te verschaffen waarop men op haar
'eeftijd aanspraak heeft.
Reeds had zij nog voor dienzelfden
dag de familie Mochelier ten eten ge
noodigd n de hoop hiermede haar
zoon genoegen te doen. die den bankier
onder zijn beste vrienden telde, en even
eens haar kleindochter aangenaam te
zijn die in weerwil van gemis aan be
haagzucht toch niet geheei onverschil
iig kon blijven voor Fernand's bekende
galanterie.
Madeleine kon niet huichelen en haar
grootmama voor haar ijverige zorg
bedanken Ze vond het zelfs ver van
aangenaam vroeger nog dan zij ver
wacht had blootgesteld te worden aan
de hofmakerij van een jongen man die
haar onverschillig was en die door de
omstandigheden haar zelfs antipathiek
werd
De barones merkte wel op, dat het be
richt haar kleindochter weinig genoe
gen deed.
Het lag echter niet in haar plan daar
mede rekening te houden. Zij hield zich
dus alsof zij er niets van bemerkt had.
Madeleine die er in haar elegant reis-
costuum zeer bevallig uitzag, haastte
zich naar haar vertrekken te gaan
waar miss Percy haar reeds was voor
gegaan
De baron en zijn moeder bleven dus
alleen
Dadelijk veranderde de barones van
toon
Met een vertrouwelijk, bijna geheim
zinnig gebaar sprak zij fluisterend uit
vrees van gehoord te worden„Ik
heb ie groot nieuws te vertéllen."
De baron zag verschrikt op
„O. verontrust ie niet. Antoine, wees
kalm
Het is goed nieuws, ten minste gerust
stellend,' hernam de barones met een
fijnen glimlach
k ben volkomen kalm. mama
„Ja weet ik, je bent de koelbloedig
heid ii. persoon het is de koelbloedig
heid van mijn vader zaliger, die je
schijnt geërfd te hebben...."
De barones vond er genoegen in
haar zoon te vleien door hem te verge
lijken met haar vader, met haar en met
haar echtgenoot den rijken reeder,
wiens koelbloedigheid gezegevierd had
over alle moeilijkheden zelfs in de
vreeselijkste stormen die hij op den
Oceaan had moeten doorstaan
De baron was ongeduldig geworden
en zou de vleierij zijner moeder kort
afgesneden hebben toen de douairière
zonder eenige verdere inleiding her
nam
.Fernand Mochelier wil de zaak door
zetten Hij houdt bepaald veel van
Madeleine."
De baron fronste de wenkbrauwen.
„Als je het goedvindt, Antoine.
kan het huwelijk in het voorjaar geslo
ten worden
,,U gaat wel een beetje haastig te werk
mama U zult ernstigen tegenstand bij
Madeleine ontmoeten ik waarschuw u."
„Mijn hemel dat weet ik wel
Maar wij zullen er samen we) in slagen
dezen tegenstand te overwinnen want
je zult me daarin steunen niet waar
Het gaat hier om een schitterend huwe
lijk. dat je dochter gelukkig zal maken
en haar zoo mogelijk nog op een hooge-
ren trap in de maatschappij zal plaat
sen."
De baron zweeg.
„Je antwoordt niet, Antoine," zei
de barones ongerust.
En angstig ging zij voort„Zijn je
ideën daar ginds op het platteland
misschien gewijzigd
„Laat die veronderstelling toch ach
terwege mama Sedert wanneer acht
u mij vatbaar voor invloed van welken
kring of omgeving ook Sedert wanneer
schijnt mijn verstand u niet meer onaf
hankelijk en sterk genoeg om richting
te geven aan mijn denkbeelden."
vroeg de baron fier.
„O. je moet mij niet verkeerd be
grijpen.
't Was eenvoudig scherts. Je energie
ke wil heeft altijd mijn bewondering
gewekt Alleen je vertroetelt Made
leine. en wie zou je daarvan een verwijt
maken Ze is je eenige dochter en zoo
DemmnenjK. zneaaar ecnxer juist waar
om je haar een schitterende toekomst
moet verzekeren, zooals zij verdient."
„We moeten ook haar gezondheid
ontzien, haar zenuwen. Madeleine is
niet sterk."
De barones zweeg nadenkend.
„Het is jammer dat het dwaze kind
haar hart op dat jongmensch heeft
gezetfluisterde zij spijtig.
„Wien bedoelt u," vroeg de baron
haastig.
„Wel, Gilbert de Marsan!.... Ik
schreef je immers nietwaar over deze
neiging, die men aan Madeleine toe
schreef zei de barones en een straal
van vreugde vloog over haar gelaat.
„Wat komt het er op aan Gil
bert de Marsan is van een gruwelijke
misdaad beschuldigd en het is lang
niet zeker dat hij zich van die beschul
diging zuiveren kan."
„Denk je, dat hij veroordeeld zal
worden
„Dat hangt van de jury af en van nog
veel andere dingen. Niemand kan voor
zien in welken zin het oordeel uitvat."
De baron zweeg even en ging toen
voort
„Maar zeg mij eens, mama, wie heeft
u over de neiging van Madeleine voor
de Marsan gesproken
„Mochelier zelf. Anselme Géroux
had hem geschreven, zei hij."
„Die oude verrader," mompelde de
baron vol walging
I k was er zeer ontsteld over, want
mevrouw Mochelier verontrustte zich
zeer over dit bericht. Ik heb haar ech
ter verzekerd, dat dit niets was dan
kinderachtigheid."
„Dat is gauw gezegd I Enfin, het is
diplomatiek Hebt u mij niets anders
te zeggen mama," vroeg de baron
plotseling
„Ja toch wel," antwoordde de ba
rones. verdrietig wordend onder dat
gemis aan vertrouwen bij haar zoon.
En terwijl ze kort bij hem kwam.
fluisterde zij hem in het oor
„Mevrouw Mochelier heeft mij ver
teld dat haar man kort geleden een
ongeteekenden brief heeft ontvangen
waarvan hij Charles Hublay verdenkt
de schrijver te zijn
Later is echter gebleken dat deze
verdenking ongegrond was."
De bar®n werd nadenkend hij was
getroffen door de overeenkomst.
„Ik heb ook een naamloos schrijven
ontvangen." zei hij onverschillig en
met een spottenden glimlach.
De barones schrikte hevig.
„Daar heb je me niets van gezegd
,,'t Was de moeite niet waard."
„Maar
Het is een onnoozele, die meent mij
bang te kunnen maken of zich op mijn
kosten te kunnen amuseeren."
„En waarmee hebben ze je gedreigd?"
„Mij in de luchtte laten vliegen door
dynamiet of mij te worgen in het don
ker op een of andere eenzame plaats,"
zei de baron ironisch.
De barones huiverde.
„Dynamiet.' mompelde zij. „Dan
zijn het dus anarchisten en geen per
soonlijke vijanden
„Waarom Die machines kan ieder
een gebruiken," spotte de baron.
„En heb je geen maatregelen getrof
fen
„Alle maatregelen zijn genomen om
mijn veiligheid te verzekeren."
„En de onze Die van je dochter en
van je moeder
„Die worden niet bedreigd, noch
de eene noch de andere."
„Wij wonen onder hetzelfde dak.
De anarchisten zijn vijanden van het
kapitaal of liever van degenen, die
het hun onthouden."
„Ik betwijfel geen oogenblik, dat
zij er in betrokken zijn, maar ik maak
mij niets ongerust Het is eenvoudig
grootspraak, waar men het best doet
geen acht op te slaan."
Maar de baron had deze woorden zon
der gloed of overtuiging gesproken.
Verre van zijn mama gerust te stel
len, scheen haar deze gemaakte onver
schilligheid zeer gevaarlijk.
Het was volgens haar meening wijzer
geweest die bedreigingen als ernst op te
vatten en niets te verzuimen om de uit
voering te verhinderen.
„re groot vertrouwen heeft ment-
geen in het verderf gestort," zeide zij,
„wees dus op je hoede."
Ondanks de koele minachting die hij
ten toon spreidde, kon de baron een
zeker gevoel van bekommering niet
onderdrukken, getroffen als hij nog
steeds was door het tragisch einde van
Anselme Géroux.
De oude barones was buitengewoon
ontsteld door deze anonyme bedrei
gingen. die als een zwaard van Damoc
les zouden blijven hangen boven het
hoofd van haar zoon
Ze kon de gedachte ook niet uit haar
hoofd bannen, dat ieder oogenblik een
ontploffing plotseling het huis en zijn
bewoners in de lucht kon doen vlie
gen.
Haar rust was weg en weken lang
vond zij de kalmte niet terug, zonder
welke alle genot vergald wordt.
XV.
Na het ontbijt ging Madeleine met
miss Percy uit om eenige inkoopen te
doen Zij wilde tegelijk mevrouw de
Marsan bezoeken om haar zoo spoedig
mogelijk een bewijs van sympathie te
geven.
Daar zij vreesde niet ontvangen te
zullen worden had zij zich aangediend
in woorden, die geen twijfel overlieten
omtrent haar toestand en haar gevoe
lens.
Toen mevrouw de Marsan het briefje
van het jonge meisje las, had haar een
zekere verrassing getroffen. Zeker, zij
was niet onbekend metde wederzijdsche
genegenheid tusschen haar zoon en de
dochter van baronVoicaster.Gilbert had
haar zijn hart blootgelegd, te voren ze
ker,dat hij de goedkeuring zijner moeder
zou verkrijgen, terwijl hij geen redenen
had zooals Madeleine om te zwijgen.Het
meisje had Gilbert's moeder niet meer
dan twee of driemaal ontmoet bij
mevrouw Richeroy. Mevrouw de Mar
san ging weinig uit en kwam niet in
gezelschappen.
„Madeleine.... Beste Madeleine,"
had zij met diepe ontroering gefluisterd,
en dadelijk had zij met het oog op de
komst van het ionge meisje haar beve
len gegeven
Mevrouw de Marsan was luist her
stellend van een zware ziekte die haar
leven in gevaar gebracht had.
In deze omstandigheid had men de
gevangenneming van Gilbert zorg
vuldig voor haar verborgen gehouden.
De jonge man had zijn moeder geschre
ven, dat een gewichtige zaak hem ver
plichtte te Louville te blijven. En de
inhoud van dit schrijven door den heer
Richeroy bevestigd, gaf geen aanleiding
tot éenigen twijfel wijl Gilbert's positie
hem meermalen noodzaakte afwezig
te zijn en soms langen tijd
Toen de geneesheer het echter toe
stond meende men haar het schrikkelijk
nieuws te moeten meedeelen.
Het was mevrouw Richeroy. die zich
er mee belast had de arme moeder deze
vreeseiijke tijding over te brengen, en
zij had zich met den meesten tact van
deze moeilijke zending gekweten. Toch
trof de arme moeder die tijding als een
donderslag. Verscheidene uren lang bleef
zij onbeweeglijk en versuft zitten of
staarde met verwilderden blik voor
zich uit
Men vreesde zelfs voor haar verstand,
voor haar leven,
Gelukkig kwam eindelijk de heilzame
reactie in een stroom van tranen, die
haar hart verlichtte, dat onder den
vreeselijken slag als verpletterd was.
De smart evenwei bleef in al zijn
felheid, tot eindelijk een straal van
hoop in haar hart doordrong.
Zij had verscheidene vrienden, die
het haar niet aan troost lieten ontbre
ken, maar het was vooral bij God, dat
zij troost en opbeuring zocht en vond.
In de lange eenzame uren van den nacht
vooral vroeg zij God om kracht en be
rusting. Ook bad zij voor haar zoon,
dat de vreeselijke dwaling mocht opge
helderd worden. Wanneer ondanks haar
groot vertrouwen als christin en moeder
ze een oogenblik dreigde te wankelen
onder den zwaren last van het ver
driet wanneer zij, ontzenuwd door het
lange wachten en de vreeselijke angsten
twijteiae 01 me ocproevmg zou einafgen,
of de vreeselijke verdenking van Gil
bert zou weggenomen worden, dan
vooral gevoelde zij behoefte om den
blik naar Boven te wenden.
Mevrouw de Marsan boezemde ieder
een een diep medelijden in en een ver
eering, die gerechtvaardigd werd door
haar grootheid van ziel en de gelaten
heid waarmede zij haar leed droeg
Ze was een vrouw van ongeveer vijf
tig jaren, groot en nog slank van gestal
te. Ze moest vroeger schoon geweest
zijnzij had den adel der geboorte en
de bekoorlijkheid der van nature beval
lige vrouw bewaard, een bekoorlijkheid,
die de verdrijving van meer vergankelij
ke aantrekkelijkheden had overleefd
Sedert zij de vreeselijke waarheid had
vernomen, die haar een nog vreeselijker
leugen toescheen, had zij een marteling
verduurd, die al de smarten van haar
leven in hevigheid te boven ging.
„Schuldig Hij, schuldig Als hij
het zelf verklaard had. als hij er de
meest overtuigende bewijzen van had
gegeven, zou zij nog geweigerd hebben
het te gelooven om hem nog altijd te
kunnen liefhebben.
O, zeker, hij was onschuldig. De schul
digen waren zijn rechters, die moesten
gestraft worden
En toch ze was zoo goedhartig met
haar echt vrouwelijke smart en moeder
lijke teederheid, die zoo verheven
sprak uit haar blik en uit den droevigen
glimlach, die haar verwelkte trekken
nu en dan verlevendigde en haar een
treffende schoonheid verleendede
schoonheid der ziel.
Illusies? Zij had ze nog, de arme
moeder, ze bewaarde ze ondanks de
opgedane ervaring, de teleurstellingen
en moedig doorstane beproevingen.
Zij bewaarde ook het vertrouwen en
de hoop, gezellinnen der liefde, de
schitterende deugden, die de meest
sombere toekomst verlichten met een
straal van Boven.
„Neen, Gilbert kan niet veroordeeld
worden, dat zou een wettiging zijn
van het gruwelijkste onrecht. Moge
de mensch aan dwaling onderhevig
zijn en zoo dikwijls zich vergissen in
zijn oordeel, God weet in Zijn Eeuwige
Rechtvaardigheid vroeg of laat dit
oordeel te wijzigen."
Zoo dacht de moeder. En dit ver
trouwen op God hield haar staande te
midden van de vreeselijke smart. Dit
maar ook dit alleen was de oorzaak, dat
zij niet onder haar leed bezweek.
't Was treurig in haar huis. Hoeveel
droeviger moest het echter in de cel
van Gilbert wel zijn. Arm kind, wat
had hij toch gedaan om zoo streng door
het leven behandeld te worden, hij
het toonbeeld van een zoon, die
zijn moeder ondersteunde en zich
opofferde met een zeldzame kinderlijke
liefde.
Zij zag hem in haar geest in de wieg,
zij zag hem de eerste schreden doen.
Ze doorleefde in haar gedachten heel
zijn jeugd opnieuw.
O, ze was nu ver weg, deze zoete her
innering, en toch zoo nabij, omdat ze
rustte op den bodem van haar hart dat
nooit vergeet I
Betooverd door deze herinneringen,
scheen haar het tegenwoordige minder
moeilijk te dragen. Zij zou daardoor zijn
aanstaanden terugkeer kunnen af
wachten.
Verdiept in deze gedachten, die zoo
smartelijk en troostend tevens waren
hoorde zij een rijtuig voor de deur harer
woning stilhouden.
„Wacht mij een oogenblik, lieve
Percy,' zei Madeleine, terwijl zij uit
het rijtuig stapte.
Volgens de bevelen van mevrouw de
Marsan. die door het aangekondigde
bezoek bizonder getroffen was, werd
het jonge meisje onmiddellijk bij haar
binnengelaten.
Toen zij haar zag binnentreden
kwam mevrouw de Marsan haar met
uitgestrekte armen tegemoet, "terwijl
haar gelaat een hevige en toch zoete
ontroering verried.
„O Madeleine, hoe zal ik je danken",
riep zij, terwijl zij het jonge meisje aan
haar hart drukte, alsof het haar doch
ter was.
Wordt voortgezet.
DE WRAAK VAN EEN
GROOTEN MEESTER
Het landhuis Steenpark bij Antwer
pen was in het jaar 1620 een prachtig,
vorstelijk verblijf meer een slot dan
een villa De bezitter was dan ook een
der rijkste mannen van Vlaanderen, een
der machtigste diplomaten, een levens
lustige epicurist en een der meest ge
niale kunstenaars. Het was niemand
minder dan Peter Paul Rubens
Steenpark was het zomerverblijf
van den grooten meester, zijn museum,
zijn Üevelingsbezit, een waar kleinood
van bouwkundige schoonheid van
kostbare verzamelingen van alle soort,
van schilderijen en van vorstelijke
weelde, en vol van geschenken die de
aanzienlijksten van alle landen, den
grootsten schilder van zijn tijd hadden
vereerd En het slot zelf Hoe zal men
dat beschrijven Die gevels, die in
kleuren uitgevoerde erkers die ven
sters door arabesken omgeven met de
prachtige gordijnen en het eheei aan
twee zijden begrensd door diepgroen,
stil water waarover slechts aan één
kant een brug voerde en verder een
boschachtig, dicht en goed onderhou
den park met wuivende reuzenboomen
en geurige boschages
Aan een der ramen, die op den groe
nen overvloed van een door den zomer
wind bewogen reusachtigen linde
boom uitzagen, leunde de statige man
zelf met den licht gekroesden baard,
het glanzende volle hoofdhaar het
donkergroene, rijke en gemakkelijke flu-
weelen kleed, en hij las een met zegels
en vergulde randen voorzien perka
ment.
Naast hem zat in een breeden leun
stoel een verblindend schoone jonge
vrouw in een wit atlaskleed met wijde
plooien en gekroesd gouden haar op het
voorhoofd Rijke kant bedekten schou
ders en polsen. Zij had de oogen half
gesloten en bewoog langzaam met de
rechterhand een waaier door het vlie-
gengezoem van het siëstauurtje. Met
welbehagen ademde zij den geur van
den jasmijnbloesem in en alles aan
haar toonde genoegen, behaaglijkheid
en geluk En het was of zij een spiegel
vormde, die van den statigen man te
genover haar al deze eigenschappen
weerkaatste. Beide waren ook inder
daad één. Peter Paul Rubens en zijn
beminde, om haar schoonheid be
roemde, levenslustige echtgenoote He
lena Froman
De meester echter las van het ver
sierde perkament„Carolus, door Gods
genade koning van Groot-Brittanje.
Frankrijk en Ierland, verdediger van
het Geloof, enz. aan alle koningen,
prinsen, hertogen, markiezen, graven,
baronnen grooten des rijks, heeren en
edelen wien deze brief onder de oogen
komen zal, groet
Wijl de mensch niets schooners kan
doen dan verdienste waardig te beloo-
nen en onze rijkdom niets hooger ver
mag dan dit te kunnen, daarom hebben
wij uitgekozen den besten en edelsten
onder allen den heer Petrus Paulus
Rubens uit Antwerpen, secretaris van
den bijzonderen raad in Vlaanderen,
raadsman van den koning van Spanje,
cavalier in dienst der Infante Isabella
Clara Eugenia, onzen hooggeëerden
en verdienstelijken vriend, die ons
bijzonder lief en waardig is en ook
in zeden, wijsheid en kennis een schit
terend voorbeeld voor ons geheele hof
die zich ook zeer verdienstelijk heeft
gemaakt door den vrede tusschen ons
en zijn koning tot stand te brengen Wij
verleenen daarom den genoemden Pe
trus Paulus Rubens naast zijn vroege
ren adel nog de waardigheid van ridder
en geven hem gaarne dezen titel, die
hem toekomt, en vereeren hem tevens
den degen waarmede wij hem tot rid
der geslagen hebben Ook hebben wij
besloten, opdat hij zijn nakomelingen
een duidelijk teeken onzer gunst zal
kunnen nalaten, het wapen van gezeg
den meester te vergrooten met schilde
ringen aan ons eigen koninklijk wapen
ontleend, zooals een gouden leeuw op
een rood veld, gelijk bij dit schrijven is
gevoegd en bepalen, dat genoemde
Petrus Paulus KuDens en zfjn nako
melingen uit een wettig huwelijk zich
voor alle tijden van dit wapen mogen
bedienen
Gegeven in ons paleis van Westmin
ster in het 6e jaar onzer regeering in
1620. Carolus. koning.
Rubens keek zijn vrouw glimlachend
aan en deze liet den waaier zakken en
glimlachte eveneens. Hij kon niet fier
der worden dan hij reeds was. want eer
en lof en de hoogste gunsten regenden
als het ware dagelijks 'op hem af als
lentebloesem Dit koninklijk schrijven
echter was een rijker glans dan er ge
woonlijk in het leven eens kunstenaars
valt.
„Dat zal weer opzien baren in de
stad," zei de schoone vrouw niet
trotsch maa vergenoegd. „Dezen ko
ninklijken brief moet je vandaag het
geheele gezelschap voorlezen. Pieter."
„Er komen velen naar Steenpark,"
sprak de meester tevreden, terwijl hij
den brief open op de tafel legde.
„Zeker wel dertig,' antwoordde
Helena en zette zich onbewust in nog
meer gracieuse houding, terwijl zij het
hoofd naar achteren boog, zooals zij
wist, dat haar schilder het gaarne zag.
„Is dit niet een schoone dag En be
ijvert heel Antwerpen zich niet om zijn
Rubens te huldigen Acht men het niet
een bizonder voorrecht in het heerlijke
park van zijn villa een zomernamid
dag door te brengen
„Er is ook inderdaad geen lieflijker
plekje in het land.' zei Rubens, ter
wijl hij naar buiten in het groen keek.
„De planten schijnen zich te verheugen
dat zij hier bloeien en dringen over
vloedig op de bloemen geuren hier
zoeter dan ergens anders, zou men
meenen. En de menschen, die uit de
stad hierheen komen zijn de voornaam-
sten die daar wonen Het is ook een
vroolijk gezicht als de rijke koetsen
en draagstoelen op de plaats in het
rond staan en de rijen trekpaarden in
de stallen hinniken, als de gegalonneer
de bedienden der gasten onder de groo
te linde aan de poort hun vroolijken
wachttijd doorbrengen
„En niet alleen Antwerpen zendt ons
zijn gasten,' sprak Helena glimlachend.
„Zij komen uit alle landen Wie komt
uit Spanje, uit Frankrijk, uit Engeland
hier in de nabijheid, die het slot van
meester Rubens niet bezocht Die niet
een vriend zocht om hem hier in te lei
den en voor te stellen opdat hij
zijn lofuitingen kon doen hooren."
„En jou zijn huldiging/'voltooide Ru
bens. Dit was geen vleierij in zijn mond.
En Helena nam die woorden dan ook
op als sprak het van zelf Zij was niet
ijdel in de ongunstige beteekenis van het
woord. Zij had een hart en een ziel als
een zomerdag zoo klaar, zoo onbewolkt.
Als een prachtige vlinder over een land
schap, zoo leefde zij vroolijk daarheen,
evenals haar echtgenoot Want ook
zijn bestaan was zonder schaduw. Het
leven opende zich voor hem gelijk een
geurende roos in haar hoogsten bloei.
Nu stond vrouwe Helena op. Zij
had de stemmen harer dienstmaagden
uit de groote keuken gehoord en moest
haar bevelen geven omtrent het maal.
Rubens ging weer naar het raam en
zette zich in de breede vensterbank.
Daar klonken stemmen buiten.
Aha. dat was de stem van den jon
gen Franschen schilder René Savien,
die met den wakkeren van Bree van
daag reeds vroeg naar Steenpark was
gekomen, en dien de meester als gast
had vastgehouden, want de eenigszins
teruggetrokken jonge man met zijn
eerlijken oogopslag beviel hem, te meer
wijl hij nooit ijdele woorden sprak.
Rubens leunde nxet het hoofd tegen
het vensterkozijn en was onwillekeurig
getuige van hun gesprekken.
„Dus houdt u meester Rubens niet
voor den grootsten meester die er
leeft," vroeg mijnheer van Bree met
zijn zware stem.
„Voor den grootsten meester, die
er leeft Misschien," sprak een zachte,
diepe stem.
Het was die van den jongen Franschen
schilder. „Misschien is hij het Maar
niet voor den grootsten meester, die
leven kon Kijk, zijn schilderstukken
zijn prachtig en grootsch van opvatting
van uitwerKing en Kleuren. Aiies is
in zijn volle pracht, in zijn weelderigsten
glans Er ontbreekt hun echter ik
weet zelf niet hoe ik het uitdrukken zal,
wat hun ontbreekt of wat zij te veel
hebben. Of het een gebrek of een over
vloed is. wie zal dat bepalen
U hebt in Brugge wei het beeld der
Madonna met het Goddelijk kind van
Michel Angelo gezien Het Kind Je
zus staat op de buitenste plooien van
het kleed Zijner Moeder Hij schijnt de
menschen in de diepte onder hem te
beschouwen, die Hem eens aanbidden
zullen Met één handje echter houdt Hij
zich aan zijn moeder vast De H Maagd
heeft het echte Oostersche type Zij is
ernstig en schijnt de smarten der toe
komst te vermoeden zij overweegt die
en onderwerpt zich daaraan geheel.
Over het geheele meesterwerk ligt
een adem der eeuwigheid En meester
Rubens Meester Rubens zou iets
dergelijks kunnen scheppen misschien
Zijn historische schilderijen ter eere
van Maria de Medicis en ai de ude
helden zijn het meest grootsche wat
men kent dat is zoo Deze reusachtigs
beelden zijn onvergelijkelijk in kracht,
compositie en kleur Ha het prachtige
mengsel van Olympische goden en
gepantserde helden, koninginnen, hove
lingen. tritonen en najaden gravinnen
die in fluweel bijna verdrinken o,
deze stroom van gloeiende kleu en,
deze buigingen der kolossale figuren
ja, Rubens is de grootste der levende
meesters
Rubens had deze woorden, die hem
niets nieuws verkondigden, ongeveer
zoo gehoord zooals men een of ander
dof geruisch hoort. Toen de sprekenden
zich verwijderden, sliep hij reeds vast.
II.
Hij werd gewekt door een vroolijk.
gelach en heeren en dames omringden
hem
De gasten begonnen zich te verzame
len en spoedig was Steenpark vol lust
en vroolijkheid. Het gezelschap geleek
een caleidoscoop met telkens afwisselen
de beelden In de kamers, op het terras
en in het park bewoog zich het onge
dwongen vroolijke volkje Het kasteel
van den meester was een tooverslot
waar alles anders was dan daar buiten
veel schooner, rijker, vrijer, zorgeloo-
zer en lichter
Geen hart kon zwaar blijven in deze
lichte atmosfeer, waar zooveel schoon
heid. vreugde en geest samenkwamen.
Zelfs de vele Spanjaarden in hun don
kere hofkleedij wierpen met hun deftig
heid een hoogeren glans op de Neder-
landsche vroolijkheid.
In purperen gloed neigde zich de zon
ten ondergang
Een bediende gaf de dame des huizes
een teeken, dat hij een boodschap voor
den heer had. Een paar gefluisterde
woorden van vrouwe Helena deden
Rubens zich van een in het as gele
gerde musiceerende groep afscheiden
en op het leege terras komen Hier volg
de hem de bediende, die hem een pas
aangekomen bericht overreikte
Toen Rubens deze las, schitterde zijn
schoon gelaat in een zeldzamen glans.
Het was echter niet het zon'icht, dat een
vriendelijk landschap overstroomt, het
was als het gloeien van een brand, die
zich in een diep water spiegelt
Een oogenblik sloot de meester de
oogen en hield het blad in de onbeweeg
lijke hand Het was alsof hij een verren
weg in het verleden moest afleggen, als
of een lang verwacht en gehoopt uur
gekomen was,dat hem had overweldigd.
En toch was het papier, dat Rubens
in de hand had. een eenvoudige bood
schap voor hem. als een lid van het ge
recht van Antwerpen, dat voor het
oogenblik het opzicht over de gevange
nissen der stad had.
Het was de aankondiging, dat de
graaf van Mondecar, de majoor der
Spaansche ruitergarde, die Vlaanderen
aan Frankrijk had willen verraden en
verkoopen eindelijk in zijn schuil
plaats in een klein plaatsje aan de
Schelde gevonden, gevangen genomen
en in de gevangenis van Antwerpen op
gesloten was Aan Pieter Paul Rubens
was nu de taak bevelen te geven voor