aandacht te treKKen en Doosaardige op merkingen uit te lokken Opeens stonden zij voor een groote poort, die zorgvuldig gesloten was ter wijl daarnaast hooge muren, voorzien van dreigende schietgaten zich verhie ven Hoe waren zij daar gekomen Made leine's hart had als gids gediend en dat van miss Percy had zich laten verteede ren Nu schrikte de goede vrouw van haar zwakheid, zij gevoelde haar plicht verzaakt te hebben maar ze had lijde lijk gehoorzaamd aan het gebiedend verlangen dat het longe meisje haar zwijgend had te kennen gegeven, want in haar bijna grenzeniooze goedhartig heid was ze niet In staat haar te weer staan ,,Dit is de gevangenis.' zei ze toen ze uit haar mijmering opschrikte Wat klonk dit woord somber m haar ooren en wat deed het haar eerlijk hart ont stellen Madeleine gaf een bevestigend tee ken met het hoofd, terwijl ze mompel de „Daar is hij!Daar is hij!' Dit bezoek was het doel van haar tocht nu ze den volgenden dag zouden gaan vertrekken Hem niet meer te kun nen zien hem geen vaarwel te kunnen toeroepen hem niet te kunnen bemoe digen, zijn tranen niet kunnen drogen was a hartzeer genoeg Zij wilde tenminste een oogenblik de ze akelige gevangenis zien waartoe de toegang haar verboden was O wat gal deze pelgrimstocht haar een smartel ijken troost Zij had dien volbracht, zooals men naar het kerkhof gaat om op het graf zijner geliefden bloemen te brengen er te bidden er tranen te storten Miss Percy begreep dit alles zonder dat Madeleine haar er over sprak, tenzij met de oogen die een taai spraken waarin de harten elkaar ontmoetten terwijl de uppen gesloten bleven De Engeische wilde verder gaan uit vrees dat Madeleine zou worden gezien. „Nog een oogenblik. Percy fluister de Madeleine zoo zacht mogelijk. Nog eens net de gouvernante zich vermurwen Zij staarde het jonge meis je met droevige blikken aan Madeleine stond daar zwijgend, onbe weeglijk eenigszins voorovergebogen als een blank marmeren standbeeld dat over de tombe gebogen gekromd schijnt door de smart Het werd nood zakelijk haar aan haar droeve over peinzingen te ontrukken, want in de nauwe straat die tot nog toe verlaten was geweest deed zich het geraas van een naderend rijtuig hooren Gebroken bijna bezwijmend greep Madeleine den arm der gouvernante, terwijl ze nog fluisterde „God zal hem redden.' De beide vrouwen verwijderden zich in de richting eener naburige kerk. Ma deleine wilde daar binnen gaan om zich te herstellen van haar ontroering, haar tranen te drogen en voor Gilbert te bid den Toen het jonge meisje een half uur la ter weer thuis was. greep zij de beide handen der gouvernante, omhelsde haar met aandoening als in de jaren der jeugd en sprak met bijna verstikte stem „O Percy, wat ben ik je dankbaar I' De Engelsche glimlachte droevig Madeleine had haar alles bekend zonder iets te zeggen Dit was de eenige beken tenis die de gouvernante in haar positie kon aannemen. XIV. Volgens voorspelling der pessimisten zou het heerlijke lenteweer slechts kort duren Baron Volcaster, zijn dochter en miss Percy kwamen te Parijs aan onder hevige regenbuien, die meer in overeen stemming waren met de droevige stem ming van Madeleine De oude barones was zeer verheugd haar zoon en kleindochter terug te zien Zij vond evenwei Madeleine zeer verbleekt en aarzelde niet haar kwij nend uitzicht toe te schrijven aan het weinig opgewekte 'even dat zij in die akelige provinciestad geleid had. Zij wilde zich er mee belasten de wangen van net neve Kina weer te aoen opfleuren door haar de verstrooiingen te verschaffen waarop men op haar 'eeftijd aanspraak heeft. Reeds had zij nog voor dienzelfden dag de familie Mochelier ten eten ge noodigd n de hoop hiermede haar zoon genoegen te doen. die den bankier onder zijn beste vrienden telde, en even eens haar kleindochter aangenaam te zijn die in weerwil van gemis aan be haagzucht toch niet geheei onverschil iig kon blijven voor Fernand's bekende galanterie. Madeleine kon niet huichelen en haar grootmama voor haar ijverige zorg bedanken Ze vond het zelfs ver van aangenaam vroeger nog dan zij ver wacht had blootgesteld te worden aan de hofmakerij van een jongen man die haar onverschillig was en die door de omstandigheden haar zelfs antipathiek werd De barones merkte wel op, dat het be richt haar kleindochter weinig genoe gen deed. Het lag echter niet in haar plan daar mede rekening te houden. Zij hield zich dus alsof zij er niets van bemerkt had. Madeleine die er in haar elegant reis- costuum zeer bevallig uitzag, haastte zich naar haar vertrekken te gaan waar miss Percy haar reeds was voor gegaan De baron en zijn moeder bleven dus alleen Dadelijk veranderde de barones van toon Met een vertrouwelijk, bijna geheim zinnig gebaar sprak zij fluisterend uit vrees van gehoord te worden„Ik heb ie groot nieuws te vertéllen." De baron zag verschrikt op „O. verontrust ie niet. Antoine, wees kalm Het is goed nieuws, ten minste gerust stellend,' hernam de barones met een fijnen glimlach k ben volkomen kalm. mama „Ja weet ik, je bent de koelbloedig heid ii. persoon het is de koelbloedig heid van mijn vader zaliger, die je schijnt geërfd te hebben...." De barones vond er genoegen in haar zoon te vleien door hem te verge lijken met haar vader, met haar en met haar echtgenoot den rijken reeder, wiens koelbloedigheid gezegevierd had over alle moeilijkheden zelfs in de vreeselijkste stormen die hij op den Oceaan had moeten doorstaan De baron was ongeduldig geworden en zou de vleierij zijner moeder kort afgesneden hebben toen de douairière zonder eenige verdere inleiding her nam .Fernand Mochelier wil de zaak door zetten Hij houdt bepaald veel van Madeleine." De baron fronste de wenkbrauwen. „Als je het goedvindt, Antoine. kan het huwelijk in het voorjaar geslo ten worden ,,U gaat wel een beetje haastig te werk mama U zult ernstigen tegenstand bij Madeleine ontmoeten ik waarschuw u." „Mijn hemel dat weet ik wel Maar wij zullen er samen we) in slagen dezen tegenstand te overwinnen want je zult me daarin steunen niet waar Het gaat hier om een schitterend huwe lijk. dat je dochter gelukkig zal maken en haar zoo mogelijk nog op een hooge- ren trap in de maatschappij zal plaat sen." De baron zweeg. „Je antwoordt niet, Antoine," zei de barones ongerust. En angstig ging zij voort„Zijn je ideën daar ginds op het platteland misschien gewijzigd „Laat die veronderstelling toch ach terwege mama Sedert wanneer acht u mij vatbaar voor invloed van welken kring of omgeving ook Sedert wanneer schijnt mijn verstand u niet meer onaf hankelijk en sterk genoeg om richting te geven aan mijn denkbeelden." vroeg de baron fier. „O. je moet mij niet verkeerd be grijpen. 't Was eenvoudig scherts. Je energie ke wil heeft altijd mijn bewondering gewekt Alleen je vertroetelt Made leine. en wie zou je daarvan een verwijt maken Ze is je eenige dochter en zoo DemmnenjK. zneaaar ecnxer juist waar om je haar een schitterende toekomst moet verzekeren, zooals zij verdient." „We moeten ook haar gezondheid ontzien, haar zenuwen. Madeleine is niet sterk." De barones zweeg nadenkend. „Het is jammer dat het dwaze kind haar hart op dat jongmensch heeft gezetfluisterde zij spijtig. „Wien bedoelt u," vroeg de baron haastig. „Wel, Gilbert de Marsan!.... Ik schreef je immers nietwaar over deze neiging, die men aan Madeleine toe schreef zei de barones en een straal van vreugde vloog over haar gelaat. „Wat komt het er op aan Gil bert de Marsan is van een gruwelijke misdaad beschuldigd en het is lang niet zeker dat hij zich van die beschul diging zuiveren kan." „Denk je, dat hij veroordeeld zal worden „Dat hangt van de jury af en van nog veel andere dingen. Niemand kan voor zien in welken zin het oordeel uitvat." De baron zweeg even en ging toen voort „Maar zeg mij eens, mama, wie heeft u over de neiging van Madeleine voor de Marsan gesproken „Mochelier zelf. Anselme Géroux had hem geschreven, zei hij." „Die oude verrader," mompelde de baron vol walging I k was er zeer ontsteld over, want mevrouw Mochelier verontrustte zich zeer over dit bericht. Ik heb haar ech ter verzekerd, dat dit niets was dan kinderachtigheid." „Dat is gauw gezegd I Enfin, het is diplomatiek Hebt u mij niets anders te zeggen mama," vroeg de baron plotseling „Ja toch wel," antwoordde de ba rones. verdrietig wordend onder dat gemis aan vertrouwen bij haar zoon. En terwijl ze kort bij hem kwam. fluisterde zij hem in het oor „Mevrouw Mochelier heeft mij ver teld dat haar man kort geleden een ongeteekenden brief heeft ontvangen waarvan hij Charles Hublay verdenkt de schrijver te zijn Later is echter gebleken dat deze verdenking ongegrond was." De bar®n werd nadenkend hij was getroffen door de overeenkomst. „Ik heb ook een naamloos schrijven ontvangen." zei hij onverschillig en met een spottenden glimlach. De barones schrikte hevig. „Daar heb je me niets van gezegd ,,'t Was de moeite niet waard." „Maar Het is een onnoozele, die meent mij bang te kunnen maken of zich op mijn kosten te kunnen amuseeren." „En waarmee hebben ze je gedreigd?" „Mij in de luchtte laten vliegen door dynamiet of mij te worgen in het don ker op een of andere eenzame plaats," zei de baron ironisch. De barones huiverde. „Dynamiet.' mompelde zij. „Dan zijn het dus anarchisten en geen per soonlijke vijanden „Waarom Die machines kan ieder een gebruiken," spotte de baron. „En heb je geen maatregelen getrof fen „Alle maatregelen zijn genomen om mijn veiligheid te verzekeren." „En de onze Die van je dochter en van je moeder „Die worden niet bedreigd, noch de eene noch de andere." „Wij wonen onder hetzelfde dak. De anarchisten zijn vijanden van het kapitaal of liever van degenen, die het hun onthouden." „Ik betwijfel geen oogenblik, dat zij er in betrokken zijn, maar ik maak mij niets ongerust Het is eenvoudig grootspraak, waar men het best doet geen acht op te slaan." Maar de baron had deze woorden zon der gloed of overtuiging gesproken. Verre van zijn mama gerust te stel len, scheen haar deze gemaakte onver schilligheid zeer gevaarlijk. Het was volgens haar meening wijzer geweest die bedreigingen als ernst op te vatten en niets te verzuimen om de uit voering te verhinderen. „re groot vertrouwen heeft ment- geen in het verderf gestort," zeide zij, „wees dus op je hoede." Ondanks de koele minachting die hij ten toon spreidde, kon de baron een zeker gevoel van bekommering niet onderdrukken, getroffen als hij nog steeds was door het tragisch einde van Anselme Géroux. De oude barones was buitengewoon ontsteld door deze anonyme bedrei gingen. die als een zwaard van Damoc les zouden blijven hangen boven het hoofd van haar zoon Ze kon de gedachte ook niet uit haar hoofd bannen, dat ieder oogenblik een ontploffing plotseling het huis en zijn bewoners in de lucht kon doen vlie gen. Haar rust was weg en weken lang vond zij de kalmte niet terug, zonder welke alle genot vergald wordt. XV. Na het ontbijt ging Madeleine met miss Percy uit om eenige inkoopen te doen Zij wilde tegelijk mevrouw de Marsan bezoeken om haar zoo spoedig mogelijk een bewijs van sympathie te geven. Daar zij vreesde niet ontvangen te zullen worden had zij zich aangediend in woorden, die geen twijfel overlieten omtrent haar toestand en haar gevoe lens. Toen mevrouw de Marsan het briefje van het jonge meisje las, had haar een zekere verrassing getroffen. Zeker, zij was niet onbekend metde wederzijdsche genegenheid tusschen haar zoon en de dochter van baronVoicaster.Gilbert had haar zijn hart blootgelegd, te voren ze ker,dat hij de goedkeuring zijner moeder zou verkrijgen, terwijl hij geen redenen had zooals Madeleine om te zwijgen.Het meisje had Gilbert's moeder niet meer dan twee of driemaal ontmoet bij mevrouw Richeroy. Mevrouw de Mar san ging weinig uit en kwam niet in gezelschappen. „Madeleine.... Beste Madeleine," had zij met diepe ontroering gefluisterd, en dadelijk had zij met het oog op de komst van het ionge meisje haar beve len gegeven Mevrouw de Marsan was luist her stellend van een zware ziekte die haar leven in gevaar gebracht had. In deze omstandigheid had men de gevangenneming van Gilbert zorg vuldig voor haar verborgen gehouden. De jonge man had zijn moeder geschre ven, dat een gewichtige zaak hem ver plichtte te Louville te blijven. En de inhoud van dit schrijven door den heer Richeroy bevestigd, gaf geen aanleiding tot éenigen twijfel wijl Gilbert's positie hem meermalen noodzaakte afwezig te zijn en soms langen tijd Toen de geneesheer het echter toe stond meende men haar het schrikkelijk nieuws te moeten meedeelen. Het was mevrouw Richeroy. die zich er mee belast had de arme moeder deze vreeseiijke tijding over te brengen, en zij had zich met den meesten tact van deze moeilijke zending gekweten. Toch trof de arme moeder die tijding als een donderslag. Verscheidene uren lang bleef zij onbeweeglijk en versuft zitten of staarde met verwilderden blik voor zich uit Men vreesde zelfs voor haar verstand, voor haar leven, Gelukkig kwam eindelijk de heilzame reactie in een stroom van tranen, die haar hart verlichtte, dat onder den vreeselijken slag als verpletterd was. De smart evenwei bleef in al zijn felheid, tot eindelijk een straal van hoop in haar hart doordrong. Zij had verscheidene vrienden, die het haar niet aan troost lieten ontbre ken, maar het was vooral bij God, dat zij troost en opbeuring zocht en vond. In de lange eenzame uren van den nacht vooral vroeg zij God om kracht en be rusting. Ook bad zij voor haar zoon, dat de vreeselijke dwaling mocht opge helderd worden. Wanneer ondanks haar groot vertrouwen als christin en moeder ze een oogenblik dreigde te wankelen onder den zwaren last van het ver driet wanneer zij, ontzenuwd door het lange wachten en de vreeselijke angsten twijteiae 01 me ocproevmg zou einafgen, of de vreeselijke verdenking van Gil bert zou weggenomen worden, dan vooral gevoelde zij behoefte om den blik naar Boven te wenden. Mevrouw de Marsan boezemde ieder een een diep medelijden in en een ver eering, die gerechtvaardigd werd door haar grootheid van ziel en de gelaten heid waarmede zij haar leed droeg Ze was een vrouw van ongeveer vijf tig jaren, groot en nog slank van gestal te. Ze moest vroeger schoon geweest zijnzij had den adel der geboorte en de bekoorlijkheid der van nature beval lige vrouw bewaard, een bekoorlijkheid, die de verdrijving van meer vergankelij ke aantrekkelijkheden had overleefd Sedert zij de vreeselijke waarheid had vernomen, die haar een nog vreeselijker leugen toescheen, had zij een marteling verduurd, die al de smarten van haar leven in hevigheid te boven ging. „Schuldig Hij, schuldig Als hij het zelf verklaard had. als hij er de meest overtuigende bewijzen van had gegeven, zou zij nog geweigerd hebben het te gelooven om hem nog altijd te kunnen liefhebben. O, zeker, hij was onschuldig. De schul digen waren zijn rechters, die moesten gestraft worden En toch ze was zoo goedhartig met haar echt vrouwelijke smart en moeder lijke teederheid, die zoo verheven sprak uit haar blik en uit den droevigen glimlach, die haar verwelkte trekken nu en dan verlevendigde en haar een treffende schoonheid verleendede schoonheid der ziel. Illusies? Zij had ze nog, de arme moeder, ze bewaarde ze ondanks de opgedane ervaring, de teleurstellingen en moedig doorstane beproevingen. Zij bewaarde ook het vertrouwen en de hoop, gezellinnen der liefde, de schitterende deugden, die de meest sombere toekomst verlichten met een straal van Boven. „Neen, Gilbert kan niet veroordeeld worden, dat zou een wettiging zijn van het gruwelijkste onrecht. Moge de mensch aan dwaling onderhevig zijn en zoo dikwijls zich vergissen in zijn oordeel, God weet in Zijn Eeuwige Rechtvaardigheid vroeg of laat dit oordeel te wijzigen." Zoo dacht de moeder. En dit ver trouwen op God hield haar staande te midden van de vreeselijke smart. Dit maar ook dit alleen was de oorzaak, dat zij niet onder haar leed bezweek. 't Was treurig in haar huis. Hoeveel droeviger moest het echter in de cel van Gilbert wel zijn. Arm kind, wat had hij toch gedaan om zoo streng door het leven behandeld te worden, hij het toonbeeld van een zoon, die zijn moeder ondersteunde en zich opofferde met een zeldzame kinderlijke liefde. Zij zag hem in haar geest in de wieg, zij zag hem de eerste schreden doen. Ze doorleefde in haar gedachten heel zijn jeugd opnieuw. O, ze was nu ver weg, deze zoete her innering, en toch zoo nabij, omdat ze rustte op den bodem van haar hart dat nooit vergeet I Betooverd door deze herinneringen, scheen haar het tegenwoordige minder moeilijk te dragen. Zij zou daardoor zijn aanstaanden terugkeer kunnen af wachten. Verdiept in deze gedachten, die zoo smartelijk en troostend tevens waren hoorde zij een rijtuig voor de deur harer woning stilhouden. „Wacht mij een oogenblik, lieve Percy,' zei Madeleine, terwijl zij uit het rijtuig stapte. Volgens de bevelen van mevrouw de Marsan. die door het aangekondigde bezoek bizonder getroffen was, werd het jonge meisje onmiddellijk bij haar binnengelaten. Toen zij haar zag binnentreden kwam mevrouw de Marsan haar met uitgestrekte armen tegemoet, "terwijl haar gelaat een hevige en toch zoete ontroering verried. „O Madeleine, hoe zal ik je danken", riep zij, terwijl zij het jonge meisje aan haar hart drukte, alsof het haar doch ter was. Wordt voortgezet. DE WRAAK VAN EEN GROOTEN MEESTER Het landhuis Steenpark bij Antwer pen was in het jaar 1620 een prachtig, vorstelijk verblijf meer een slot dan een villa De bezitter was dan ook een der rijkste mannen van Vlaanderen, een der machtigste diplomaten, een levens lustige epicurist en een der meest ge niale kunstenaars. Het was niemand minder dan Peter Paul Rubens Steenpark was het zomerverblijf van den grooten meester, zijn museum, zijn Üevelingsbezit, een waar kleinood van bouwkundige schoonheid van kostbare verzamelingen van alle soort, van schilderijen en van vorstelijke weelde, en vol van geschenken die de aanzienlijksten van alle landen, den grootsten schilder van zijn tijd hadden vereerd En het slot zelf Hoe zal men dat beschrijven Die gevels, die in kleuren uitgevoerde erkers die ven sters door arabesken omgeven met de prachtige gordijnen en het eheei aan twee zijden begrensd door diepgroen, stil water waarover slechts aan één kant een brug voerde en verder een boschachtig, dicht en goed onderhou den park met wuivende reuzenboomen en geurige boschages Aan een der ramen, die op den groe nen overvloed van een door den zomer wind bewogen reusachtigen linde boom uitzagen, leunde de statige man zelf met den licht gekroesden baard, het glanzende volle hoofdhaar het donkergroene, rijke en gemakkelijke flu- weelen kleed, en hij las een met zegels en vergulde randen voorzien perka ment. Naast hem zat in een breeden leun stoel een verblindend schoone jonge vrouw in een wit atlaskleed met wijde plooien en gekroesd gouden haar op het voorhoofd Rijke kant bedekten schou ders en polsen. Zij had de oogen half gesloten en bewoog langzaam met de rechterhand een waaier door het vlie- gengezoem van het siëstauurtje. Met welbehagen ademde zij den geur van den jasmijnbloesem in en alles aan haar toonde genoegen, behaaglijkheid en geluk En het was of zij een spiegel vormde, die van den statigen man te genover haar al deze eigenschappen weerkaatste. Beide waren ook inder daad één. Peter Paul Rubens en zijn beminde, om haar schoonheid be roemde, levenslustige echtgenoote He lena Froman De meester echter las van het ver sierde perkament„Carolus, door Gods genade koning van Groot-Brittanje. Frankrijk en Ierland, verdediger van het Geloof, enz. aan alle koningen, prinsen, hertogen, markiezen, graven, baronnen grooten des rijks, heeren en edelen wien deze brief onder de oogen komen zal, groet Wijl de mensch niets schooners kan doen dan verdienste waardig te beloo- nen en onze rijkdom niets hooger ver mag dan dit te kunnen, daarom hebben wij uitgekozen den besten en edelsten onder allen den heer Petrus Paulus Rubens uit Antwerpen, secretaris van den bijzonderen raad in Vlaanderen, raadsman van den koning van Spanje, cavalier in dienst der Infante Isabella Clara Eugenia, onzen hooggeëerden en verdienstelijken vriend, die ons bijzonder lief en waardig is en ook in zeden, wijsheid en kennis een schit terend voorbeeld voor ons geheele hof die zich ook zeer verdienstelijk heeft gemaakt door den vrede tusschen ons en zijn koning tot stand te brengen Wij verleenen daarom den genoemden Pe trus Paulus Rubens naast zijn vroege ren adel nog de waardigheid van ridder en geven hem gaarne dezen titel, die hem toekomt, en vereeren hem tevens den degen waarmede wij hem tot rid der geslagen hebben Ook hebben wij besloten, opdat hij zijn nakomelingen een duidelijk teeken onzer gunst zal kunnen nalaten, het wapen van gezeg den meester te vergrooten met schilde ringen aan ons eigen koninklijk wapen ontleend, zooals een gouden leeuw op een rood veld, gelijk bij dit schrijven is gevoegd en bepalen, dat genoemde Petrus Paulus KuDens en zfjn nako melingen uit een wettig huwelijk zich voor alle tijden van dit wapen mogen bedienen Gegeven in ons paleis van Westmin ster in het 6e jaar onzer regeering in 1620. Carolus. koning. Rubens keek zijn vrouw glimlachend aan en deze liet den waaier zakken en glimlachte eveneens. Hij kon niet fier der worden dan hij reeds was. want eer en lof en de hoogste gunsten regenden als het ware dagelijks 'op hem af als lentebloesem Dit koninklijk schrijven echter was een rijker glans dan er ge woonlijk in het leven eens kunstenaars valt. „Dat zal weer opzien baren in de stad," zei de schoone vrouw niet trotsch maa vergenoegd. „Dezen ko ninklijken brief moet je vandaag het geheele gezelschap voorlezen. Pieter." „Er komen velen naar Steenpark," sprak de meester tevreden, terwijl hij den brief open op de tafel legde. „Zeker wel dertig,' antwoordde Helena en zette zich onbewust in nog meer gracieuse houding, terwijl zij het hoofd naar achteren boog, zooals zij wist, dat haar schilder het gaarne zag. „Is dit niet een schoone dag En be ijvert heel Antwerpen zich niet om zijn Rubens te huldigen Acht men het niet een bizonder voorrecht in het heerlijke park van zijn villa een zomernamid dag door te brengen „Er is ook inderdaad geen lieflijker plekje in het land.' zei Rubens, ter wijl hij naar buiten in het groen keek. „De planten schijnen zich te verheugen dat zij hier bloeien en dringen over vloedig op de bloemen geuren hier zoeter dan ergens anders, zou men meenen. En de menschen, die uit de stad hierheen komen zijn de voornaam- sten die daar wonen Het is ook een vroolijk gezicht als de rijke koetsen en draagstoelen op de plaats in het rond staan en de rijen trekpaarden in de stallen hinniken, als de gegalonneer de bedienden der gasten onder de groo te linde aan de poort hun vroolijken wachttijd doorbrengen „En niet alleen Antwerpen zendt ons zijn gasten,' sprak Helena glimlachend. „Zij komen uit alle landen Wie komt uit Spanje, uit Frankrijk, uit Engeland hier in de nabijheid, die het slot van meester Rubens niet bezocht Die niet een vriend zocht om hem hier in te lei den en voor te stellen opdat hij zijn lofuitingen kon doen hooren." „En jou zijn huldiging/'voltooide Ru bens. Dit was geen vleierij in zijn mond. En Helena nam die woorden dan ook op als sprak het van zelf Zij was niet ijdel in de ongunstige beteekenis van het woord. Zij had een hart en een ziel als een zomerdag zoo klaar, zoo onbewolkt. Als een prachtige vlinder over een land schap, zoo leefde zij vroolijk daarheen, evenals haar echtgenoot Want ook zijn bestaan was zonder schaduw. Het leven opende zich voor hem gelijk een geurende roos in haar hoogsten bloei. Nu stond vrouwe Helena op. Zij had de stemmen harer dienstmaagden uit de groote keuken gehoord en moest haar bevelen geven omtrent het maal. Rubens ging weer naar het raam en zette zich in de breede vensterbank. Daar klonken stemmen buiten. Aha. dat was de stem van den jon gen Franschen schilder René Savien, die met den wakkeren van Bree van daag reeds vroeg naar Steenpark was gekomen, en dien de meester als gast had vastgehouden, want de eenigszins teruggetrokken jonge man met zijn eerlijken oogopslag beviel hem, te meer wijl hij nooit ijdele woorden sprak. Rubens leunde nxet het hoofd tegen het vensterkozijn en was onwillekeurig getuige van hun gesprekken. „Dus houdt u meester Rubens niet voor den grootsten meester die er leeft," vroeg mijnheer van Bree met zijn zware stem. „Voor den grootsten meester, die er leeft Misschien," sprak een zachte, diepe stem. Het was die van den jongen Franschen schilder. „Misschien is hij het Maar niet voor den grootsten meester, die leven kon Kijk, zijn schilderstukken zijn prachtig en grootsch van opvatting van uitwerKing en Kleuren. Aiies is in zijn volle pracht, in zijn weelderigsten glans Er ontbreekt hun echter ik weet zelf niet hoe ik het uitdrukken zal, wat hun ontbreekt of wat zij te veel hebben. Of het een gebrek of een over vloed is. wie zal dat bepalen U hebt in Brugge wei het beeld der Madonna met het Goddelijk kind van Michel Angelo gezien Het Kind Je zus staat op de buitenste plooien van het kleed Zijner Moeder Hij schijnt de menschen in de diepte onder hem te beschouwen, die Hem eens aanbidden zullen Met één handje echter houdt Hij zich aan zijn moeder vast De H Maagd heeft het echte Oostersche type Zij is ernstig en schijnt de smarten der toe komst te vermoeden zij overweegt die en onderwerpt zich daaraan geheel. Over het geheele meesterwerk ligt een adem der eeuwigheid En meester Rubens Meester Rubens zou iets dergelijks kunnen scheppen misschien Zijn historische schilderijen ter eere van Maria de Medicis en ai de ude helden zijn het meest grootsche wat men kent dat is zoo Deze reusachtigs beelden zijn onvergelijkelijk in kracht, compositie en kleur Ha het prachtige mengsel van Olympische goden en gepantserde helden, koninginnen, hove lingen. tritonen en najaden gravinnen die in fluweel bijna verdrinken o, deze stroom van gloeiende kleu en, deze buigingen der kolossale figuren ja, Rubens is de grootste der levende meesters Rubens had deze woorden, die hem niets nieuws verkondigden, ongeveer zoo gehoord zooals men een of ander dof geruisch hoort. Toen de sprekenden zich verwijderden, sliep hij reeds vast. II. Hij werd gewekt door een vroolijk. gelach en heeren en dames omringden hem De gasten begonnen zich te verzame len en spoedig was Steenpark vol lust en vroolijkheid. Het gezelschap geleek een caleidoscoop met telkens afwisselen de beelden In de kamers, op het terras en in het park bewoog zich het onge dwongen vroolijke volkje Het kasteel van den meester was een tooverslot waar alles anders was dan daar buiten veel schooner, rijker, vrijer, zorgeloo- zer en lichter Geen hart kon zwaar blijven in deze lichte atmosfeer, waar zooveel schoon heid. vreugde en geest samenkwamen. Zelfs de vele Spanjaarden in hun don kere hofkleedij wierpen met hun deftig heid een hoogeren glans op de Neder- landsche vroolijkheid. In purperen gloed neigde zich de zon ten ondergang Een bediende gaf de dame des huizes een teeken, dat hij een boodschap voor den heer had. Een paar gefluisterde woorden van vrouwe Helena deden Rubens zich van een in het as gele gerde musiceerende groep afscheiden en op het leege terras komen Hier volg de hem de bediende, die hem een pas aangekomen bericht overreikte Toen Rubens deze las, schitterde zijn schoon gelaat in een zeldzamen glans. Het was echter niet het zon'icht, dat een vriendelijk landschap overstroomt, het was als het gloeien van een brand, die zich in een diep water spiegelt Een oogenblik sloot de meester de oogen en hield het blad in de onbeweeg lijke hand Het was alsof hij een verren weg in het verleden moest afleggen, als of een lang verwacht en gehoopt uur gekomen was,dat hem had overweldigd. En toch was het papier, dat Rubens in de hand had. een eenvoudige bood schap voor hem. als een lid van het ge recht van Antwerpen, dat voor het oogenblik het opzicht over de gevange nissen der stad had. Het was de aankondiging, dat de graaf van Mondecar, de majoor der Spaansche ruitergarde, die Vlaanderen aan Frankrijk had willen verraden en verkoopen eindelijk in zijn schuil plaats in een klein plaatsje aan de Schelde gevonden, gevangen genomen en in de gevangenis van Antwerpen op gesloten was Aan Pieter Paul Rubens was nu de taak bevelen te geven voor

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 12