BUITENLAND.
Tweede Blad, - 15 September 1922
N®g eenige persstemmen over het nieuwe Ministerie.
Jouhaux ie Berlijn.
Onschuldig veroordeeld
De verantwoordelijkheid van
Amerika.
Duifsch materiaal voor hei
herstel der verwoeste
gebieden.
De lersehe kwestie.
Een overwinning van de rebellen,
Gevecht tusschen troepen en
rebellen.
De overgebleven Grieksche troe
pen In Klein-Azië.
DEM. BUITINL. BERICHTEN.
KERK EN SCHOOL
De Missis's der Minder
broeders.
FEUILLETON
Hij hoopte van de veroordeelde,
Jeanne Fortier, inlichtingen te krijgen,
welke den waren schuldige op het
spoor zouden brengen. Evenwel is hij
er nog niet in geslaagd die vrouw te
vinden.
Paul Harmant had dit alles aange
hoord.
Hoe kan dat vroeg hij bijna
heftig. De veroordeelde moet in de ge
vangenis zijn.
Ongeveer twee maanden geleden
is Jeanne Fortier uit het hoofdgebouw
Clermont ontvlucht.
Ontvluchtvroeg de gewe-
meesterknecht.
- Het is zeer waarschijnlijk, dat
men haar spoedig op het spoor zal
zijn.... ging Georges voort. Heden
morgen wist Lucien nog niet, dat
Jeanne Fortier ontvlucht was. Ik heb
hem dat zoo juist medegedeeld, want
hij heeft mij gevraagd een onderzoek
naar die zaak in te stellen. Hij is on
troostbaar.Hij had al zijn hoop
gesteld op'een onderhoud met deze
vrouw.
Maar, bracht de millionnair in
het midden, wat wil hij beginnen te
gen een misdaad, die gedekt is door
verjaring
Pardon, mijnheer. Hij zou zeer
veel kunnen doen. Als de moordenaar,
dank zij het gestolen geld tot aanzien
zou zijn gekomen, zou hij hem kun
nen treffen /oor een schandaal uit
te lokken. In sommige gevallen staat
het openbaar brandmerken gelijk met
een veroordeeling en laat den schul
dige slechts één uitweg over, de zelf
moord.
O riep Mary uit, ik hoop, dat mijn
heer Lucien mag slagen en zijn vader
zal wreken.
Paul Harmant wankelde. Bij het
uitspreken dezer woorden boog hij
onwillekeurig het hoofd. Georges Da-
rier ging voort
De droom van Lucien is, met
werken en spaarzaamheid een som
bijeen te brengen, welke hem in staat
zal stellen om de ateliers van wijlen
zijn vader op hetzelfde terrein te doen
heropbouwen. Hij zou zoodoende de
grondlegger van zijn eigen fortuin
worden.
Daaraan ligt een mooie gedachte
ten grondslag riep Mary uit. Mijnheer
Lucien Labroue, verdient, dat hij dit
levensdoel mag bereiken en vroeg of
laat zal hem dat ook gelukken. Als
u wilt meewerken, vader, zou hij daar
toe aanstonds kunnen geraken.
Hoe dat vroeg Paul Harmant.
Enkele dagen geleden hebt u mij
gesproken over de kolossale uitbreiding
welke uwe onderneming nam. Uhebt
me toen gezegd, dat u genoodzaakt
zoudt zijn spoedig een tweede fabriek
op te richten, en alleen in Cour-
bevoie de ateliers voor spoorwegmate
riaal te houdenMijnheer La
broue zou uw nieuwe fabriek op
uitstekende wijze leiden.
Ik reken bij die plannen op hem.
Welnu, associeer u dan met hem.
Met groeiende belangstelling luister
den Georges Darier en Etienne Castel
naar hetgeen het jonge meisje vertelde»
Maarbegon de gewezen
meesterknecht.
Er valt niet te maren....
U bent rijk genoeg om den fi
nancieelen steun van mijnheer Lucien
die een talentvolle jonge man is, te
kunnen missen. Hij is jong en vol moed
D&t zegt'watIk wil er niet eens over
spreken, dat het onze plicht is, wij, die
rijk zijn, te rijk, den zoon van mijnheer
Labroue de positie te helpen terug
winnen, waartoe hij krachtens zijne
geboorte is bestemd.
Wat een edel hartdacht Etien
ne Castel.
Dat is een edelmoedige gedachte,
die U eer aandoet, juffrouw, zeide
Georges Darier, maar ik kan me best
voorstellen, dat uw vader daarover
nog wenscht na te denken.
Waarom nadenken antwoordde
Mary.
Mijnheer Labroue zal ongetwijfeld
wegens zijn verdienste een oer eerste
worden in de industrie. In alle op
zichten kanjdus eene associatie slechts
iets voordeeligs voor u zijnKom
aan, vader, wat zegt u daarop?
Als ik nu mijn meening zei, ant
woordde Paul Harmant, zou ik licht
vaardig handelen, wat niet mijn ge
woonte is. Ik moet dat eens rustig over
wegen, maar in principe heb ik er
absoluut niets tegen.
Terwijl hij dit zeide, was Jacques
Garaud opgestaan, zijn dochter daar
mee te kennende gevende, dat hij weg
w ilde gaan. Hij zag dit onderhoud gaar
ne spoedig ten einde loopen.
Vóór ik heenga, zeide Mary, wil
ik nog een plannetje verklappen. Ik
ben van plan eene kleine verzameling
schilderijen aan te leggen. Nu verzoek
ik mijnheer Castel twee dingen.
Welke, juffrouw, vroeg de artist
glimlachend.
Ten eerste het voorrecht een zij
ner eigen werken daaronder te tellen
en tweedens zijne gewaardeerde voor
lichting bij de keuze der andere doe
ken.
Ik ben gaarne tot uw dienst, juf
frouw.
Vader en dochter gingen daarop
heen.
Beste voogd, zeide Georges, weet
ge wat ik ontdekt heb gedurende deze
visite
Wat dan, informeerde Etienne.
Dat de beminnelijke dochter van
Paul Harmant met een meer dan gewo
ne warmte de zaak van onzen vriend
Lucien bepleit.
De „Christ. Hist. Nederlander" begint
zijn artikel over het Tweede Kabinet-
Buys als volgt:
„Het is niet gemakkelijk de gevoe
lens te. ontleden, welke ons vervullen,
nu wij ons opmaken tot begroeting van
het tweede Ministerie, waarmede de heer
Buys de Beerenbrouck het Nederland -
eche volk verrast.
Wij gelooven deze gevoelens het best
te kunnen vergelijken met de ge
moedsstemming van den trouwen vriend,
die van zijn makker na diens eerste
huwelijk vol zorgen en een korten we-
duwnaarsstaat de mededeeling ont
vangt van zijn aanstaand tweede huwe
lijk.
Het. ia in het hart van den vriend,
zijn ouden makker onmiddellijk reeht
hartelijk de hand te gaan drukken en
hem. jaren van geluk en voorspoed te
wensehen. Maar, als hij in de mede
deeling, den naam leest van de aan
staande echtgenoot vertraagt hij 'n oogen-
blik zijn gang, en moet hij met zorg
naar de juiste woorden zoeken.
De bruid, toch, is de vier-jaar-oudere
zuster van de eerste vrouw. De vriend
kent het gezinde kinderen, niet jong
meer, zijn lastige knapen; geldzorgen
bemoeilijken, het bewaren van den goe
den geest in huis; de kinderen zijn niet
erg op de tante gesteld. Bovendien, een
tweede huwelijk is altijd moeilijk. Een
krachtige jonge vrouw, met veel opti
misme, had in het moeilijk gezinsleven
mogelijk veel kunnen ten goede keerem
Maar dat nu de oudere tante tweede
moeder wordt! Hoe zal dat gaan!
De heer Buys de Beerenbrouck duide
ons de ietwat gewaagde vergelijking niet
ten kwade; maar zijne Excellentie zal
zelf toestemmen, dat hij het zijn en
vrienden niet gemakkelijk maakt hem en
de zijnen met geestdrift en blijdschap
te begroeten.
Het mag als bekend ondersteld, dat
fle „Nederlander" geen B. K. Kabinets
formateur wenscht.
Het blad vervolgd dan
„Wij hebben in de eerste weken, na
5 Juli, niet verheeld, dat wij niet aan-
etonds verrukt waren over de opdracht
tot Kabinetsformatie aan den heer Buys
de Beerenbrouck. Ongetwijfeld behoorde
de heer Buys tot de staatslieden, die
voor een opdracht tot Kabinetsformatie
in de eerste plaats in aanmerking kwa
men. Maar het' feit, dat het vorig Ka
binet stond onder Boomsche leiding
degansche loop der verkiezing en de
toestand des lands gaven ons reden tot
de verwachting; dat voor den leider van
het Ministerie ditmaal de keuze zou
vallen op een nieuw man, een protes
tant en een financier. Het liep echter
anders; de heer Buys is aftredend pre
mier, hij is Boomsch en hij is niet
in de eerste plaats financier. Het ver
nemen van zijn opdracht gaf aanvan
kelijk een gevoel van telleurstelling."
Nadat Buys echter eenmaal als for
mateur was aangewezen en opgetreden,
gelooft het blad dat de Ohr.-Hist. Ka-
merclub volkomen terecht zich in be
ginsel bereid verklaarde het tweede- Ka-
binet-Euys te steunen. Maar dat het
nieuwe Kabinet vrijwel een cop ie zou
zijn van het vorig ministerie, alleen
vier jaar ouder dat had het blad
niet kunnen denken.
„Tijdens de crisis verschenen vele be
richten omtrent een ccitwerp-Begeerings-
program en de daaromtrent verkregen
overeenstemming. Wij kunnen den in
houd van dit program niet beoordeelen,
daarvoor zullen de Openingsrede van
Dinsdag a.s. en de Staat.sbogrooting af
gewacht moeten worden. Maar wij hech
ten aan zoodanige overeenkomsten niet zoo
heel Veel. Het is nauwelijks constitutie
neel; en bovendien wie telt de onver
wachte omstandigheden, die zich in drie
jaren kunnen voordoen? Meer hechten
wij aan de personen der Ministers.
Wij hadden gehoopt op meer nieuwe
frissche krachten. Daar naar vraagt een
volk in zoo zwaren tijd. De samenstel
ling van 't Kabinet geeft niet datgene
waarop gehoopt werd. De heer Buys
maa.ke het zijn vrienden niet gemak
kelijk.
Dit neemt niet weg, dat wij het tweede
Kabinet-Buys met vertrouwen en
vriendschap tegemoet treden. Wij ho
pen oprecht, dat wij het Ministerie steeds
en van ganscher harte zullen kunnen
steunen. Naar zijn program zijn wij zeer
benieuwd."
De „Standaard" is van oordeel, dat
er geen aanleiding is om veel over het
nieuwe Kabinet te zeggen. Twee Mi
nisters gingen heen, twee anderen wer
den in. het Kabinet opgenomen. De
overige bleven.
„Dit heeft zijn voor en zijn tegen.
Er vóór pleit, dat Buys uit ervaring
weet wat hij aan zijn ambtgenootén heeft
Er tegen piéit, dat het voor deze ambs-
dragers wel heel zwaar moet vallen een
gansch anderen koers te sturen dan tot
nu toe gevolgd werd; gedeeltelijk met
eigen hand te moeten afbreken wat met
veel zorg en inspanning werd opge
bouwd. Wij zijn niet zonder vreeze dat
dit nog wél eens tot moeilijkheden aan
leiding zou kunnen geven. Want bij
aanvang, voortgang en einde zal de
werkzaamheid van dit Kabinet in het
toeken staan van gestadig drukken der
uitgaven, omdat de inkomsten gedurende
den ganschen levensduur van het Mi
nisterie geregeld door achteruit zullen
gaan. Intusschen, wij zijn er van over
tuigd dat de formateur dat alles ge
wikt en gewogen heeft en dat de ar
gumenten „pro" meer gewicht in de
schaal hebben gelegd dan die „contra".
Wij begroeten het Kabinet en elk zij
ner leden dan ook met vertrouwen. De
tijden zijn buitengewoon moeilijk. Be-
geeren, nimmer een lust, is thans een
bijna ondraagelijke last. En reeds daar
om verdienen de opgetreden Ministers
den dank der natie. Hun pad, dat kan
met zekerheid gezegd, gaat niet over
rozen i Smaak en ondank zal hun loon
zijn. Daarom vragen wij van ons volk
dankbaarheid en... steun."
De „Eesidentiebode" acht het in onze
parlementaire geschiedenis een ongekend
feit dat een Kabinet na vier jaar re
geering, zulk een reusachtige meerder
heid achter zich kreeg, dat het weer
vier jaren bij kon teekenen. Het blad
acht 'dit wel. een bewijs, dat het voor
zijn taak berekend is.
„We begroeten dit nieuwe Kabinet zoo
als wij het oude hebben ingehaald, met
ingenomenheid. Deze dignitarissen heb
ben bewezen, de. rechte mannen op de
rechte plaats te zijn. En al kunnen wij
ons hegrijpen, dat menigeen hunner er
liever het biljet hij had neergelegd, nu
ze eenmaal hun woord gegeven hebben
zullen ze, ook in de allermoeilijkste tij
den, die aanstaande zijn, even^ krachtig
regeeren als in de verloópen vier jaren.
Wat het ook brengen zal, het zal in
zee moeten onder de leusbezuiniging
over heel de linie. Aleen reeds daar
door zal het velen moeten ontstemmen,
maar dat kan, mannen van karakter, die
tei algemeen landsbelang op het oog heb
ben, niet tegenhouden."
De vroegere minister-president van Ita-
Nitti, heeft in het „Rerl. Tag." een
artikel geschreven over: „De verantwoor
ding van Amerika."
De verwarring in Europa, begonnen
met den oorlog in 1914 van de Entente
tegen het Duitsche imperialisme, is na
dien, schrijft Nitti, steeds grooter gewor
den, nadat uit de Entente een systeem van
politiek geweld is ontstaan, waardoor veel
erger dingen zijn begaan, dan die welke
het imperialistische Duitschland werd ver
weten. Indien men alleen nagaat, wat na
den wapenstilstand gebeurd is, dan
slaat ons de schrik om het hart voor de
katastrofe die ons te wachten staat, niet
alleen economisch, maar vóóral moreel.
Frankrijk ligt onder den ban van een
imperialistisehen droom en denkt meer aa
zijn expansie dan zijn verdediging. 7A\n
financiën worden met den dag slechter,
maar zijn aspiraties nemen toe. Engeland
en Italië beginnen, in zekeren z.in, de taal
van den vrede fe spreken; Frankrijk al
leen nog die van het geweld.
Nadat het vredesverdrag gesloten was,
gaat Nitti voort, weigerde de Amerikaan-
sehe Senaat dit goed té keuren, omdat
het in flagranten strijd was met de 14
punten van Wilson. Niets is meer te prij
zen., dan de weigering van Amerika om
onder deze voorwaarde tot den Volken
bond toe te (reden, die dat is thans be
wezen, niets anders is dan een „heilige
alliantie der overwinnaars", tot verdedi
ging van hun daden, die er ver van ver
wijderd zijn een garantie voor den vrede
te geven.
Maar Amerika kan dit niet rustig blijven
aanzien, want uit dezen toestand ontwik
kelen zich nieuwe gewelddaden, die niet
alleen voor Europa, maar ook voor de
welvaart voor andere beschaafde volke
ren funest zijn.
Amerika is thans de eenige groote poli
tieke eenheid onder de Arische volken
Het moet zijn wil opleggen, het heeft
daartoe de kracht en de plicht. Want de
ruineering van Europa zal ook Amerika
ten schade komen, daar het niet alleen
zijn grootste afzetgebied zal vefliezcn,
maar ook moreel zal verstompen.
Zijn prestige van democratisch volk is
begonnen zich te laten gelden bij de pu-
biikatie van Wilson's 14 punten, die ten
tijde, dat zij verkondigd werden, ds opinie
van geheel Amerika weergaven. Van dat
tijdstip af begon de verzwakking van
Duitschland en zijn bondgenooten.
Toen echter de vredesverdragen gesanc
tioneerd werden, en alle voormalige prin
cipes der Entente en de 14 punten werden
gf.ioochenstraft, trok Amerika zich terug.
Maar wat wil zulk een zich terugtrekken
beteekenen, als rondom de vlammen hoog
oplaaien? Is ook niet Amerika moreel voor
een groo-t deel mede verantwoordelijk
voor deze verdragen, al onlhield ook de
Senaat zijn toestemming? Immers ook
Amerika he«ft troepen naar den Rijn ge
zonden en ïs een nnvefsc'i'bige getuige
van de smadelijke aanwezigheid der zwarte
tioepen!
Maar Amerika heeft evenzoo den vrede
in handen, als het de beslissing van den
oorlog in handen had: Alleen Amerika kan
de groote waarheid uitspreken en helpen
haar te verwezenlijken. Zijn machtige
stem kan Frankrijk doen herinneren, dat
men geen imperialisme mag volgen tot
schade der overwonnenen, als de over
winning boven alles in naam der gerech
tigheid en der democratie werd bevochten!
Amerika is schufldeiscker en zijn schulde
naars kunnen niet betalen en hebben cre-
diet noodig. Ieder Amerikaanse!! finan
cier weet, dat noch Frankrijk noch Italië
kapitaal en interest kunnen betalen, en
toch volhardt Frankrijk cr in Duitschland
betalingen te laten doen, die 'niet alleen
niet met zijn betalingsmogelijkheid, maar
ook niet met het gezonde menschelijke
verstand te rijmen vallen.
Wanneer Amerika hij Frankrijk, Enge
land en Italië zou aaniringm op betaling
cn na hun onvermijdelijke verklaring van
insolvabiliteit, zou eischen, dat zij lot ver
effening vam hun schulden tegenover
Amerika, afstand moeten doen van hun
vorderingen tegenover Duitschland, en
dat de geallieerde troepen het Rijnland
zouden moeten verlaten, dan zou het
Europeesche vraagstuk met één slag de
oplossing nabij zijn. Met deze daald van
gezonde energie kan Amerika Europa weer
in evenwicht brengen. Alle ellende van
het oogenblik is een gevolg van het doo-
delijk misverstand ten opzichte van het
herstel. Van een misverstand, dat ge-
wenscht, gewild en in stand gehouden
wordt, om Duitschland ten gronde te rich
ten, en een catastrophale situatie te ver
oorzaken, die weer een nieuwe mogelijk
heid voor het imperialisme geeft.
Wanneer Amerika dit van de Entente
zou eischen, zelfs op straffe van weigering
van crcdiet, dan zou het de overwinning
van den vrede wegdragen, gelijk het de
overwinning van den oorlog had.
Ik weet, besluit Nitti, dat ik uit naam
van alle gezonde democratische machten
van Europa spreek, wanneer ik van Ame
rika een beslissende daad tot onze redding
eisch, voor zijn eigen toekomst en voor de
cuituur der wereld.
BERLIJN, 14 Sept. De voorzitter van het
Fransche vakvereenigingsverbond, Jouhaux
is gisteren te Berlijn aangekomen. Hij is
op weg naar Amsterdam voor een inter
nationale conferentie, doch wil met de
leiders der Duitsche vakvereenigingen te
Berlijn de quacstie van een eventucelc
medewerking der Duitsche vakvereenigin
gen aan den wederopbouw der verwoeste
gebieden in Noord-Frankrijk bespreken.
In April 1921 werd op een congres van
bewoners der verwoeste gebieden besloten,
een comité van actie te benoemen, dat tot
taak had, practische middelen te vinden
voor de bespoediging van den wederop
bouw der verwoeste gebieden en meer in
het bijzonder om besprekingen aan te
knoopen met de Duitsche arbeidersorgani
saties inzake de levering van materialen
en van de noodige arbeidskrachten voor
den wederopbouw. Sedert een jaar staat
dit comité in verbinding met bet „Verband
Sozialer Baubetriebe" te Berlijn en de
algemeene secretaris van het comité, "de
heer Doucedame, lid van den algemeenen
raad van de Aisne, heeft te Frankfort be
sprekingen gehouden met vertegenwoordi
gers dezer Duitsche vereeniging. Tot dus
ver had men niet tot overeenstemming
kunnen komen, daar de goedkeuring der
Fransche regeering ontbrak. Niettemin
werden de stappen voortgezet en den 3ten
Mei deed het Verband Sozialer Baube
triebe definitieve aanbiedingen voor leve
ring van materialen.
Na het sluiten der overeenkomst-Luber-
sacStinnes ziet het comité de mogelijk
heid de gewenschte goedkeuring der Fran
sche regeering te verkrijgen. Na een dele
gatie der Fransche federatie van bouw
vakarbeiders te hebben gehoord, heeft het
comité dezer dagen besloten, het Duitsche
voorstel in beginsel aan te nemen en de
betrokken Duitsche organisaties uit te
noodigen afgevaardigden naar Parijs te
zenden, teneinde met het comité een rege
ling te treffen voor een levering van de
noodige materialen aan vereenigingen van
bewoners der geteisterde gebieden of af
zonderlijke personen. Deze regeling zou
dan onverwijld aan de goedkeuring der
Fransche regeering worden onderworpen.
De heer Doucedame zal binnenkort
worden ontvangen door den minister der
bevrijde gebieden, den heer Reibel.
LONDEN, 14 Sept. De rebellen verover
den Zaterdagmorgen, naar eerst thans be
kend wordt, Kenmare, in het graafschap
Kerry. Het Vrijstaatsche garnizoen moest
zich overgeven. De rebellen bezetten de
stad. Twee Nationalisten werden gedood.
LONDEN, 14 Sept. De rebellen, die Ken-
mare veroverden, waren sterk in getal. De
strijd duurde van Zaterdagochtend vroeg
tot twee uur in den namiddag, toen de
Vrijstaters gedwongen waren zich over te
geven. Brigadier O'Connor, die het Vrij-
staatsch commando voerde, werd toen hij
tc bed lag verrast. Hij weigerde zich over
te geven, waarop hij met een kolf van
een geweer werd neergeslagen. Zijn broer
snelde hem te hulp. Beiden werden in de
daarop volgende worsteling gedood. De
strijd bereikte zijn climax om twaalf uur,
toen de Vrijstaters een hevige fusillade on
derhielden als een laatste krachtsinspan
ning. Zij moesten echter voor de over
macht zwichten, honderdtwintig man als
gevangenen in de handen der rebellen la
tend.
LONDEN', il Sept. Nadere Berichten Be
treffende de verovering van Kenmare door
de rebellen melden dat de gevangenen op
tien mijl buiten Kenmare werden vrijge
laten.
LONDEN, 14 Sept. De rebellen hebben
Kenmare na plundering weer ontruimd.
LONDEN, 14 Sept. Nationale troepen
omsingelden een groep rebellen in ile
streek Van Blarney. In het gevecht dal
ontstond werden zes rebellen gedood. De
nationalen hadden geen verliezen.
LONDEN, 14 Sept. Een telegram uit
Athene meldt, dat officieel aangekondigd
wordt, dat het achttiende regiment uit
Aidin veilig te Tsjesjme (ten W. van
Smyrna) is aangekomen teneinde daar te
worden ingescheept.
De vijftiende divisie, welke tot het noor
delijke leger behoorde en vermist werd,
is in goede orde te Dikeli, ten Noorden
van Smyrna, aangekomen.
De „Daily Mail" onlhult een „ko
per-schandaal". Het blad beweert, dat
de „Disposal Board", het regeerings-
lichaam, dat oorlogsvoarraden op
ruimt, onder contract op 28 Septem
ber 1921 aan de British Metal Corpo
ration Ltd. een hoeveelheid koper
heeft verkocht tegen een gemiddelden
prijs van 24 pond 6 shilling en 8
penoe per ton, terwijl de Board op
dien datum een gemiddelden prijs van
35 pond per ton kon bedingen, met
het gevolg, dat 'n bedrag van 1.500.000
pond voor de schatkist is verloren
gegaan. Toen de British Metal Cor
poration het contract geteekend bad,
begon zij onverwijld met de versche
ping van het koper naar de Metall-
GesellschaJt te Frankfort, haar bond
genoot de American Metal Company
en haar geassocieerde Aron Hirsch,
te Halberstadt. Tusschen het teeke
nen van het contract en het eind van
1921 bedroeg het gewicht aan koper
aan de Metal-Gesellschaft en haar ge
associeerden verkocht, minstens 30.000
ton, terwijl in totaal 90.000 ton het
land Is uitgegaan.
Het blad dringt aan op een open
baar onderzoek te dezer zake en
vraagt: Wanneer, en onder welke
voorwaarden, werd het contract met
de Duitschers gesloten? Hoe kwam
de British Metal Corporation aan het
koper? Heeft de Corporation ook nog
andere contracten van de regeering
verkregen? Wat is de qualiteit en
quantiteit van het koper, dat de Cor
poration uit de arsenalen heeft ge
haald en naar Duitschland heeft ge
zonden
De kanselier van de schatkist, Sir
Robert Horne, heeft geweigerd, een
onderzoek in te stellen.
De „Daily Mail" waagt, om welke
reden de „Disposal Board" en de
schatkist in September 1921 gemeen
schappelijk besloten hebben, de wet
op de industrie van niet-ijzerhouden-
de metalen (tot een doode letter te
maken en of de firma, die het con
tract kreeg, toen reeds wist, dat zii
het koper weer naar Duitschland
mocht verkoopen. Het blad zegt, dat
de Britsche smelterijen gaarne het ko
per zouden hebben opgekocht om
het, ten voordeele van den Britsclien
handel en de werklooze metaalarbei
ders, te bewerken.
Intusschen houden de metaalhande-
laavs te Londen en Birmingham pro-
tositvergaderingen tegen de regeering
en eischen een onderzoek.
Dezer dagen deelde mrs. Clare
Sheridan in de „New York World" mede,
dat de bekende schrijver Rudyard Kip
ling in een interview had verklaard,
dat de Vereenigde Staten twee jaar, ze
ven maanden en vier dagen te laat in
den oorlog waren gekomen en dat de
Vereenigde Staten de geallieerden had
den gedwongen, bij de eerste de beste
gelegenheid vrede te sluiten in plaats
van er op aan te dringen, dat zij naar
Berlijn zouden opmarcheeren en dat
Amerika den dag van den wapenstilstand
er tusschen uittrok zonder den afloop
af te wachten.
l'n antwoord op deze verwijten, heeft
de Amerikaansche minister van oorlog,
Weeks, na eerst te hebben verklaard,
dat hij niet kan begrijpen, dat een man
als Kipling een verklaring kan afteggen,
in een of andere zaak zonder zich eersb
behoorlijk van de feiten op de hoogte te
hebben gesteld, het volgende medege
deeld:
„Alle aanwijzingen leeren, dat de
Britsche én Fransche leiders verantwoor
delijk zijn voor den wapenstilstand.
Er werd tot dien wapenstilstand over
gegaan ten spijt van do protesten der
verantwoordelijke militaire en civiele ver
tegenwoordigers van de Vereenigde Sta
ten on Frankrijk."
Kipling heeft ook nog gezegd, dat de
Ver. Staten nu „de duiten hebben," maar
dat Engeland in den oorlog „zijn ziel
heeft gered."
Ook daarop antwoordt minister Wesks.
Hij schrijft, dat de Ver. Staten,, be
halve wat zij aan leeningen te vorde
ren hebben, in den oorlog bijna
20.000.000.000 hebben uitgegeven, waar
voor zij niets hebben teruggekregen.
Thans komt de „Times" echter mede-
deelen, dat Rudyard Kipling geen in
terview aan mrs. uiare Sheridan neeft
toegestaan en niet verantwoordelijk- is
voor de uitlatingen, die hem in den
mond worden gelégd.
De „Chicago Tribune'" herinnert eraan,
dat, wanneer, zooals de geruchten al ge
meld hebben, koning Konstantijn van zijn
wankelenden troon afstand doet, er kans
zou bestaan dat een Amerikaansche dame
koningin van Griekenland zou worden.
Koning Konstantijn's jongste broeder,
prins Christoffel, die naar het blad meldt,
in Athene nog het meest populair is en
daarom het meeste kans np den troon zou
hebben, is in 1920 getrouwd met de schat
rijke mevrouw Leeds, die sedert prinses
Anast.isia heet. Ze vertoeven op 't oogen
blik le Londen en waren eenigen tijd ge-
led" c voornemens naar Amerika te ver
trekken, maar toen opeens de onrustba
rende berichten uit Smyrna en Athene
kwamen, hebben ze hun reis opgegeven
en hun reeds genomen passnsebiljetten
weer ingewisseld. Te Londen kijken ze nu
de kat uit den boom.
Het denkbeeld om een Amerikaansche
tot koningin te krijgen lacht, volgens de
„Chicago Tribune", de Grieksche staats
lieden wel toe, omda' zij meenen dat daar
door de vriendsehappetiike betrekkingen
tusschen Amerika en Griekenland beter
zouden worden en het land er door uit
de moeilijkheden zou geraken. Bovendien
zou het persoonlijk vermogen van prinses
Anastasia, dat oo veertig millioen dollars
wordt geschat, haar koninklijken echtge
noot een stevigen financieelen grondslag
geven. Deze dollarprinses is zeer populair
aan het Grieksche hof.
De grondwettelijke regelen betreffende
de Grieksche troonopvolging voorzien niet
in de mogelijkheid van een Amerikaan
sche' koningin. Hoewel morganatische
vrouwen niet op den troon mogen zete
len, meent men dat de positie van prin
ses Anastasia zoodanig veranderd zou kun
nen worden, dat dit bezwaar werd opge
heven.
Haar maatschappelijke positie is be
langrijk versterkt door het huwelijk van
haar zoon met prinse» Xenia, een nicht
van koning Konstantijn.
Voor de vrouw van den ontijdig over
leden Griekschen koning Alexander, die
met een Grieksch meisje, mejuffrouw Ma
nos gehuwd was, hebben de overwegin
gen niet gegolden. Men achtte Mfer niet
hof-fabig. Maar die had ook geen veer
tig millioen dollar.
De Engelsehe luchtvaart doet een
stoute poging om in het bezit te komen
van de meeste internationale regeerings-
tropheeën. De Napier marinevliegboot
heeft reeds den Schneider-beker voor En
geland gewonnen en op 30 Sentember zal
de Napier Mars tweedekker, algemeen be
kend als Bamel, mededingen met de beste
Fransche en Italiaansehe vliegtuigen in
den wedstrijd die bij Parijs zal plaats heb
ben.
De Bamel heeft de laatste twee jaar
gewonnen in den Engelschen Derby-lucht-
wedstrijd. Hij zal worden bestuurd door
Jimmy James. Een groot aanta! Engel
schen, die veel houden van luehtwedstrij-
den, zullen naar Frankrijk gaan om de
race bij te wonen.
Volgens een bericht in de Temps
hebben Bergmann en Fiseher Woensdag in
de Commissie van Herstel! de oorzaken der
mislukking van de besprekingen in Ber
lijn met de vertegenwoordigers der Bel
gische regeering uiteengezet. Zij vroegen
verder om verlenging der zesmaandswis-
sels voor de beide betalingen aan België.
Daarna hadden zij particuliere besprekin
gen met verschillende leden der Commis
sie van Herstel.
In welingelichte kringen te Parijs houdt
men het er voor. dat een compromis zal
kunnen worden bereikt, volgens hetwelk
de van Duitsche ziide gevraagde prolon
gatie der schatkistwissels zal worden toe
gestaan, doch slechts voor een jaar in
plaats van voor de gevraagde 18 maanden.
De Belgische, Italiaansehe en Engelsehe
gedelegeerden zouden bereid zijn daarin
toe te stemmen en ook van de zijde van
Poincaré zou geen onoverkomelijke tegen
stand xiin fe verwachten.
De Minister van Binnenlandsche
Zaken te Praag, heeft beslist, dat aarts
hertog Jozef Augustus, zoon van Jozef, en
eveens Eugenius, zoon van Karei Ferdi
nand, als leden der oude dynastie verval
len moeten worden verklaard van hun
goederen op Tsjecho-Slovaakseh gebied
en dat die goéderen zonder compensatie
den staat toevallen, zulks in overeenstem
ming met het vredesverdrag en met de
wet op de onteigening.
S. Franciscus had te Florence een
samenkomst met zijn raadsman en boezem
vriend Kardinaal Hugolinus, den lateren
Paus Gregorius. Franciscus sprak tot den
Kardinaal: „Grootelijks ben ik bezorgd,
wijl ik mijn broeders naar verre landen
gezonden heb om daar te blijven." „Waar
om ook, antwoordde de Kardinaal, hebt
ge uw broeders zoo ver weggezonden dat
ze van honger sterven en zooveel andere
ongemakken lijden?" Hierop hernam Fran
ciscus met vuur en in profetischen geest:
„Gelooft of meent gij, dat de Heer de
broeders slechts voor deze provincie's ge
zonden heeft? In waarheid ik zeg u, dat
de Heer de broeders heeft uitgekozen en
gezonden tot geluk en heil der zielen in
de geheele wereld: en zij zullen niet
slechts in de landen der geloovigen, maar
evenzeer in die der ongeloovigen opge
nomen worden, en wanneer zij onderhou
den wat zij den Heer beloofd hebben, zal
de Heer hun het noodige schenken zoowel
in de landen der heidenen als der ge
loovigen."
Duidelijker had Franciscus de aposto
lische roeping zijner Orde niet kunnen
omschrijven. En wat hij in woorden uit
sprak, wilde hij toonen in daden. Ondanks
het herhaaldelijk mislukken zijner pogin
gen om zelf naar de heidenen te gaan,
besloot hij in 1218 opnieuw door zijn
voorbeeld de broeders op te wekken tot
het missiewerk. Zijn besluit drukte hij uit
in deze woorden: „Dierbare broeders! Ik
heb den plicht het voorbeeld aller broe
ders te zijn. Wanneer ik dan mijn broe
ders heenzend tot lijden en smaad, tot
honger en dorst en alle soort ontbering,
dan lijkt het mij billijk, dat ook ik mij
naar een ver land begeve, vooral daarom
opdat mijn broeders de moeilijkheden met
grooter geduld dragen wanneer zij hooren,
dat ik hetzelfde verdraag." En in zijn
Regel schreef hij een apart hoofdstuk
neer „over hen die naar de Saracenen en
andere ongeloovigen willen gaan."
Het is dan ook van zelfsprekend, dat
vanaf de eerste jaren der Orde, de Min
derbroeders den missiearbeid onder de
heidenen met begeestering beoefenden.
De tijd om een volledige geschiedenis der
Franciscaansche missie's te schrijven is
nog niet gekomen: daartoe moet nog veel
pionierswerk verricht worden: wat we
echter nu reeds kennen is voor ons een
onwraakbaar getuigenis dat de Orde in
al de zeven eeuwen van haar bestaan aan
het verlangen van haar H. Vader naar
krachten heeft beantwoord. In onze dagen
niet het minst tracht zij haar ouden mis-
sieroem te handhaven en te bevestigen.
Welk der vijf werelddeelen we ook bezoe
ken, overal vinden we de Zonen van
Franciscus.
In Europa arbeiden zij altijd nog in de
oude met zooveel martelarenbloed geze
gende missie's van den Balkan, n.l. Bos
nië, Herzogewina, Albanië, Montenegro,
Servië en Constantinopel. (1) Vijf Bis
schoppen, geholpen door 365 Francis
canen werken aan de zielzorg der katho
lieken en de bekeering der Mohamedanea
en Schismatieken.
De grootste uitbreiding hebben üe
heidenmissie's in Azië. In dit werelddeel
liggen de twee aan het Franciscaansch
hart boven allen dierbare missie's van het
H. Land en China. De Custodie van het
H. Land is de eenige missie door den H.
Vader persoonlijk gesticht, door de Orda
ten koste van ontelbare offers zevea
eeuwen lang bewaard en bewerkt. Zij om
vat Armenië, Syrië, Ben eden-Egypte,
Palestina en de eilanden Cyprus en Rho-
dus. Als eerste en voornaamste plicht der
missie in Palestina werd altijd beschouwd
de bewaking der H. Plaatsen, waar Onze
Heer Jezus Christus leefde en stierf. Ea
wat duizenden van kruisvaarders, wat
alle Ridderorden niet bereikt hebben, dat
is gelukt zij het ook ten koste van ont
zettende offers aan Franciscus en da
zijnen: ze hebben de H. Plaatsen voor da
Katholieke Christenheid gered. Voor den
oorlog werkten er in 51 kloosters meee
dan 500 Franciscanen.
Ook in China oefenen de Minderbroe
ders sinds het einde der 13e eeuw hel
missiewerk uit en in 1307 kreeg China zijn
eersten bisschop in den persoon van P.
Johannes a Monte Corvino. Van de 38
Apostolische Vicariaten worden er thans
11 door meer dan 200 Minderbroeders bij
gestaan door een goede 100 inheemsche
priesters bestuurd. Onder leiding vaa
Mgr. Timmer werken in het Vicariaat
Zuid-Shansi 41 Nederlandsche Francis
canen en 11 Chineesche priesters.
Een betrekkelijk kleine missie bezitten
de Duitsche Minderbroeders in Japan,
waar zoovele kinderen van Franciscus hun
bloed hebben vergoten. Op de Filippijnen
leed de Franciscaansche missie veel door
het vertrek der Spaansche missionarissen,
tengevolge van den Spaansch-Amerikaan-
schen oorlog: een honderdtal zet thans
het roemrijk werk voort.
Gaan we nu naar Afrika. Hier treffen
we de Orde aan in Neder-Egypte, dat tot
het H. Land behoort. In Boven-Egypte
arbeiden de missionarissen aan de bekee
ring der Mahomedanen en de terugvoe
ring der schismatieke Kopten in den
schoot der Kerk. Door aanhoudenden ar
beid kon men het in 1892 brengen tot de
oprichting van een Koptisch-Katholiek
Bisdom.
De Mahomedanenmissie van Tripolis,
waar een veertigtal Franciscanen werk
zaam zijn, blijft een der meest moeite
volle en ondankbare missie's. Hetzelfde
moet gezegd worden van Marokko, dat
Franciscaansch missieland sinds de dage®
van Franciscus, die zelf de vijf eerste mis
sionarissen er heen zond. Het zijn deze 5
Minderbroeders, die als eerstelingen der
Orde hun bloed voor Christus offerden.
Ook de oude Franciscaansche missie van
Mozambique is sinds 1898 door de Orde
weer opgenomen.
In Amerika dient men onderscheid te'
maken tusschen missie en missie. Missie
in den strengen zin van het woord ist
het hekeeringswerk in de landen, onder
worpen aan de H. Congregatie van de
Voortplanting des Geloofs, of wellicht nog
juister het werk der heiden-missie's. Ia
dezen zin genomen dan zijn er in Ame
rika betrekkelijk weinig missie's. Ver
staat men onder missie en daar is niet
veel tegen ook het moeizame hekee
ringswerk onder de z.g. katholieken, dan
is het missiegebied heel wat grooter. Dit
laatste missiewerk beoefenen b.v. de Ne
derlandsche en Duitsche Franciscanen m
Brazilië, de Belgische in Chili.
Wij geven hier alleen de heiden missie's
onder de Indianen.
In Noord-Amerika neemt het aantal in
boorlingen van jaar tot jaar af, zoodat de
missie's daar van minder beteekenis zijn.
Toch werkt de Orde zegenrijk onder de
Indianen van Californië, in Arigona,
Nieuw-Mexico, Michigan en Wisconsin.
In Zuid-Amerika is de Indianen-missie
veel uitgestrekter. Zij breidt zich uit
over Peru, Chili, Argentinië, Bolivia en
Brazilië. In Peru verslind het moordend
klimaat aan den Ucayali de beste krach
ten. In Bolivia hebben de missionarissen
behalve de moeilijkheden der missie nog
de tegenwerking der vrijmetselaars-regee
ring, die zelfs de half-heidensche Indianen
tegen hen ophitst. In Argentinië, in de
wilde streken van den Gran Chaco, moe
ten de missionarissen hun Indianen in een
soort reductie's samenbrengen om zoo het
geloof onder hen te bewaren. De Neder
landsche Franciscanen in Brazilië hebben
sinds korten tijd betrekkingen aange-
ÓWordt vervolgd)
A