BUITENLAND. Tweede Blad, - 15 September 1922 N®g eenige persstemmen over het nieuwe Ministerie. Jouhaux ie Berlijn. Onschuldig veroordeeld De verantwoordelijkheid van Amerika. Duifsch materiaal voor hei herstel der verwoeste gebieden. De lersehe kwestie. Een overwinning van de rebellen, Gevecht tusschen troepen en rebellen. De overgebleven Grieksche troe pen In Klein-Azië. DEM. BUITINL. BERICHTEN. KERK EN SCHOOL De Missis's der Minder broeders. FEUILLETON Hij hoopte van de veroordeelde, Jeanne Fortier, inlichtingen te krijgen, welke den waren schuldige op het spoor zouden brengen. Evenwel is hij er nog niet in geslaagd die vrouw te vinden. Paul Harmant had dit alles aange hoord. Hoe kan dat vroeg hij bijna heftig. De veroordeelde moet in de ge vangenis zijn. Ongeveer twee maanden geleden is Jeanne Fortier uit het hoofdgebouw Clermont ontvlucht. Ontvluchtvroeg de gewe- meesterknecht. - Het is zeer waarschijnlijk, dat men haar spoedig op het spoor zal zijn.... ging Georges voort. Heden morgen wist Lucien nog niet, dat Jeanne Fortier ontvlucht was. Ik heb hem dat zoo juist medegedeeld, want hij heeft mij gevraagd een onderzoek naar die zaak in te stellen. Hij is on troostbaar.Hij had al zijn hoop gesteld op'een onderhoud met deze vrouw. Maar, bracht de millionnair in het midden, wat wil hij beginnen te gen een misdaad, die gedekt is door verjaring Pardon, mijnheer. Hij zou zeer veel kunnen doen. Als de moordenaar, dank zij het gestolen geld tot aanzien zou zijn gekomen, zou hij hem kun nen treffen /oor een schandaal uit te lokken. In sommige gevallen staat het openbaar brandmerken gelijk met een veroordeeling en laat den schul dige slechts één uitweg over, de zelf moord. O riep Mary uit, ik hoop, dat mijn heer Lucien mag slagen en zijn vader zal wreken. Paul Harmant wankelde. Bij het uitspreken dezer woorden boog hij onwillekeurig het hoofd. Georges Da- rier ging voort De droom van Lucien is, met werken en spaarzaamheid een som bijeen te brengen, welke hem in staat zal stellen om de ateliers van wijlen zijn vader op hetzelfde terrein te doen heropbouwen. Hij zou zoodoende de grondlegger van zijn eigen fortuin worden. Daaraan ligt een mooie gedachte ten grondslag riep Mary uit. Mijnheer Lucien Labroue, verdient, dat hij dit levensdoel mag bereiken en vroeg of laat zal hem dat ook gelukken. Als u wilt meewerken, vader, zou hij daar toe aanstonds kunnen geraken. Hoe dat vroeg Paul Harmant. Enkele dagen geleden hebt u mij gesproken over de kolossale uitbreiding welke uwe onderneming nam. Uhebt me toen gezegd, dat u genoodzaakt zoudt zijn spoedig een tweede fabriek op te richten, en alleen in Cour- bevoie de ateliers voor spoorwegmate riaal te houdenMijnheer La broue zou uw nieuwe fabriek op uitstekende wijze leiden. Ik reken bij die plannen op hem. Welnu, associeer u dan met hem. Met groeiende belangstelling luister den Georges Darier en Etienne Castel naar hetgeen het jonge meisje vertelde» Maarbegon de gewezen meesterknecht. Er valt niet te maren.... U bent rijk genoeg om den fi nancieelen steun van mijnheer Lucien die een talentvolle jonge man is, te kunnen missen. Hij is jong en vol moed D&t zegt'watIk wil er niet eens over spreken, dat het onze plicht is, wij, die rijk zijn, te rijk, den zoon van mijnheer Labroue de positie te helpen terug winnen, waartoe hij krachtens zijne geboorte is bestemd. Wat een edel hartdacht Etien ne Castel. Dat is een edelmoedige gedachte, die U eer aandoet, juffrouw, zeide Georges Darier, maar ik kan me best voorstellen, dat uw vader daarover nog wenscht na te denken. Waarom nadenken antwoordde Mary. Mijnheer Labroue zal ongetwijfeld wegens zijn verdienste een oer eerste worden in de industrie. In alle op zichten kanjdus eene associatie slechts iets voordeeligs voor u zijnKom aan, vader, wat zegt u daarop? Als ik nu mijn meening zei, ant woordde Paul Harmant, zou ik licht vaardig handelen, wat niet mijn ge woonte is. Ik moet dat eens rustig over wegen, maar in principe heb ik er absoluut niets tegen. Terwijl hij dit zeide, was Jacques Garaud opgestaan, zijn dochter daar mee te kennende gevende, dat hij weg w ilde gaan. Hij zag dit onderhoud gaar ne spoedig ten einde loopen. Vóór ik heenga, zeide Mary, wil ik nog een plannetje verklappen. Ik ben van plan eene kleine verzameling schilderijen aan te leggen. Nu verzoek ik mijnheer Castel twee dingen. Welke, juffrouw, vroeg de artist glimlachend. Ten eerste het voorrecht een zij ner eigen werken daaronder te tellen en tweedens zijne gewaardeerde voor lichting bij de keuze der andere doe ken. Ik ben gaarne tot uw dienst, juf frouw. Vader en dochter gingen daarop heen. Beste voogd, zeide Georges, weet ge wat ik ontdekt heb gedurende deze visite Wat dan, informeerde Etienne. Dat de beminnelijke dochter van Paul Harmant met een meer dan gewo ne warmte de zaak van onzen vriend Lucien bepleit. De „Christ. Hist. Nederlander" begint zijn artikel over het Tweede Kabinet- Buys als volgt: „Het is niet gemakkelijk de gevoe lens te. ontleden, welke ons vervullen, nu wij ons opmaken tot begroeting van het tweede Ministerie, waarmede de heer Buys de Beerenbrouck het Nederland - eche volk verrast. Wij gelooven deze gevoelens het best te kunnen vergelijken met de ge moedsstemming van den trouwen vriend, die van zijn makker na diens eerste huwelijk vol zorgen en een korten we- duwnaarsstaat de mededeeling ont vangt van zijn aanstaand tweede huwe lijk. Het. ia in het hart van den vriend, zijn ouden makker onmiddellijk reeht hartelijk de hand te gaan drukken en hem. jaren van geluk en voorspoed te wensehen. Maar, als hij in de mede deeling, den naam leest van de aan staande echtgenoot vertraagt hij 'n oogen- blik zijn gang, en moet hij met zorg naar de juiste woorden zoeken. De bruid, toch, is de vier-jaar-oudere zuster van de eerste vrouw. De vriend kent het gezinde kinderen, niet jong meer, zijn lastige knapen; geldzorgen bemoeilijken, het bewaren van den goe den geest in huis; de kinderen zijn niet erg op de tante gesteld. Bovendien, een tweede huwelijk is altijd moeilijk. Een krachtige jonge vrouw, met veel opti misme, had in het moeilijk gezinsleven mogelijk veel kunnen ten goede keerem Maar dat nu de oudere tante tweede moeder wordt! Hoe zal dat gaan! De heer Buys de Beerenbrouck duide ons de ietwat gewaagde vergelijking niet ten kwade; maar zijne Excellentie zal zelf toestemmen, dat hij het zijn en vrienden niet gemakkelijk maakt hem en de zijnen met geestdrift en blijdschap te begroeten. Het mag als bekend ondersteld, dat fle „Nederlander" geen B. K. Kabinets formateur wenscht. Het blad vervolgd dan „Wij hebben in de eerste weken, na 5 Juli, niet verheeld, dat wij niet aan- etonds verrukt waren over de opdracht tot Kabinetsformatie aan den heer Buys de Beerenbrouck. Ongetwijfeld behoorde de heer Buys tot de staatslieden, die voor een opdracht tot Kabinetsformatie in de eerste plaats in aanmerking kwa men. Maar het' feit, dat het vorig Ka binet stond onder Boomsche leiding degansche loop der verkiezing en de toestand des lands gaven ons reden tot de verwachting; dat voor den leider van het Ministerie ditmaal de keuze zou vallen op een nieuw man, een protes tant en een financier. Het liep echter anders; de heer Buys is aftredend pre mier, hij is Boomsch en hij is niet in de eerste plaats financier. Het ver nemen van zijn opdracht gaf aanvan kelijk een gevoel van telleurstelling." Nadat Buys echter eenmaal als for mateur was aangewezen en opgetreden, gelooft het blad dat de Ohr.-Hist. Ka- merclub volkomen terecht zich in be ginsel bereid verklaarde het tweede- Ka- binet-Euys te steunen. Maar dat het nieuwe Kabinet vrijwel een cop ie zou zijn van het vorig ministerie, alleen vier jaar ouder dat had het blad niet kunnen denken. „Tijdens de crisis verschenen vele be richten omtrent een ccitwerp-Begeerings- program en de daaromtrent verkregen overeenstemming. Wij kunnen den in houd van dit program niet beoordeelen, daarvoor zullen de Openingsrede van Dinsdag a.s. en de Staat.sbogrooting af gewacht moeten worden. Maar wij hech ten aan zoodanige overeenkomsten niet zoo heel Veel. Het is nauwelijks constitutie neel; en bovendien wie telt de onver wachte omstandigheden, die zich in drie jaren kunnen voordoen? Meer hechten wij aan de personen der Ministers. Wij hadden gehoopt op meer nieuwe frissche krachten. Daar naar vraagt een volk in zoo zwaren tijd. De samenstel ling van 't Kabinet geeft niet datgene waarop gehoopt werd. De heer Buys maa.ke het zijn vrienden niet gemak kelijk. Dit neemt niet weg, dat wij het tweede Kabinet-Buys met vertrouwen en vriendschap tegemoet treden. Wij ho pen oprecht, dat wij het Ministerie steeds en van ganscher harte zullen kunnen steunen. Naar zijn program zijn wij zeer benieuwd." De „Standaard" is van oordeel, dat er geen aanleiding is om veel over het nieuwe Kabinet te zeggen. Twee Mi nisters gingen heen, twee anderen wer den in. het Kabinet opgenomen. De overige bleven. „Dit heeft zijn voor en zijn tegen. Er vóór pleit, dat Buys uit ervaring weet wat hij aan zijn ambtgenootén heeft Er tegen piéit, dat het voor deze ambs- dragers wel heel zwaar moet vallen een gansch anderen koers te sturen dan tot nu toe gevolgd werd; gedeeltelijk met eigen hand te moeten afbreken wat met veel zorg en inspanning werd opge bouwd. Wij zijn niet zonder vreeze dat dit nog wél eens tot moeilijkheden aan leiding zou kunnen geven. Want bij aanvang, voortgang en einde zal de werkzaamheid van dit Kabinet in het toeken staan van gestadig drukken der uitgaven, omdat de inkomsten gedurende den ganschen levensduur van het Mi nisterie geregeld door achteruit zullen gaan. Intusschen, wij zijn er van over tuigd dat de formateur dat alles ge wikt en gewogen heeft en dat de ar gumenten „pro" meer gewicht in de schaal hebben gelegd dan die „contra". Wij begroeten het Kabinet en elk zij ner leden dan ook met vertrouwen. De tijden zijn buitengewoon moeilijk. Be- geeren, nimmer een lust, is thans een bijna ondraagelijke last. En reeds daar om verdienen de opgetreden Ministers den dank der natie. Hun pad, dat kan met zekerheid gezegd, gaat niet over rozen i Smaak en ondank zal hun loon zijn. Daarom vragen wij van ons volk dankbaarheid en... steun." De „Eesidentiebode" acht het in onze parlementaire geschiedenis een ongekend feit dat een Kabinet na vier jaar re geering, zulk een reusachtige meerder heid achter zich kreeg, dat het weer vier jaren bij kon teekenen. Het blad acht 'dit wel. een bewijs, dat het voor zijn taak berekend is. „We begroeten dit nieuwe Kabinet zoo als wij het oude hebben ingehaald, met ingenomenheid. Deze dignitarissen heb ben bewezen, de. rechte mannen op de rechte plaats te zijn. En al kunnen wij ons hegrijpen, dat menigeen hunner er liever het biljet hij had neergelegd, nu ze eenmaal hun woord gegeven hebben zullen ze, ook in de allermoeilijkste tij den, die aanstaande zijn, even^ krachtig regeeren als in de verloópen vier jaren. Wat het ook brengen zal, het zal in zee moeten onder de leusbezuiniging over heel de linie. Aleen reeds daar door zal het velen moeten ontstemmen, maar dat kan, mannen van karakter, die tei algemeen landsbelang op het oog heb ben, niet tegenhouden." De vroegere minister-president van Ita- Nitti, heeft in het „Rerl. Tag." een artikel geschreven over: „De verantwoor ding van Amerika." De verwarring in Europa, begonnen met den oorlog in 1914 van de Entente tegen het Duitsche imperialisme, is na dien, schrijft Nitti, steeds grooter gewor den, nadat uit de Entente een systeem van politiek geweld is ontstaan, waardoor veel erger dingen zijn begaan, dan die welke het imperialistische Duitschland werd ver weten. Indien men alleen nagaat, wat na den wapenstilstand gebeurd is, dan slaat ons de schrik om het hart voor de katastrofe die ons te wachten staat, niet alleen economisch, maar vóóral moreel. Frankrijk ligt onder den ban van een imperialistisehen droom en denkt meer aa zijn expansie dan zijn verdediging. 7A\n financiën worden met den dag slechter, maar zijn aspiraties nemen toe. Engeland en Italië beginnen, in zekeren z.in, de taal van den vrede fe spreken; Frankrijk al leen nog die van het geweld. Nadat het vredesverdrag gesloten was, gaat Nitti voort, weigerde de Amerikaan- sehe Senaat dit goed té keuren, omdat het in flagranten strijd was met de 14 punten van Wilson. Niets is meer te prij zen., dan de weigering van Amerika om onder deze voorwaarde tot den Volken bond toe te (reden, die dat is thans be wezen, niets anders is dan een „heilige alliantie der overwinnaars", tot verdedi ging van hun daden, die er ver van ver wijderd zijn een garantie voor den vrede te geven. Maar Amerika kan dit niet rustig blijven aanzien, want uit dezen toestand ontwik kelen zich nieuwe gewelddaden, die niet alleen voor Europa, maar ook voor de welvaart voor andere beschaafde volke ren funest zijn. Amerika is thans de eenige groote poli tieke eenheid onder de Arische volken Het moet zijn wil opleggen, het heeft daartoe de kracht en de plicht. Want de ruineering van Europa zal ook Amerika ten schade komen, daar het niet alleen zijn grootste afzetgebied zal vefliezcn, maar ook moreel zal verstompen. Zijn prestige van democratisch volk is begonnen zich te laten gelden bij de pu- biikatie van Wilson's 14 punten, die ten tijde, dat zij verkondigd werden, ds opinie van geheel Amerika weergaven. Van dat tijdstip af begon de verzwakking van Duitschland en zijn bondgenooten. Toen echter de vredesverdragen gesanc tioneerd werden, en alle voormalige prin cipes der Entente en de 14 punten werden gf.ioochenstraft, trok Amerika zich terug. Maar wat wil zulk een zich terugtrekken beteekenen, als rondom de vlammen hoog oplaaien? Is ook niet Amerika moreel voor een groo-t deel mede verantwoordelijk voor deze verdragen, al onlhield ook de Senaat zijn toestemming? Immers ook Amerika he«ft troepen naar den Rijn ge zonden en ïs een nnvefsc'i'bige getuige van de smadelijke aanwezigheid der zwarte tioepen! Maar Amerika heeft evenzoo den vrede in handen, als het de beslissing van den oorlog in handen had: Alleen Amerika kan de groote waarheid uitspreken en helpen haar te verwezenlijken. Zijn machtige stem kan Frankrijk doen herinneren, dat men geen imperialisme mag volgen tot schade der overwonnenen, als de over winning boven alles in naam der gerech tigheid en der democratie werd bevochten! Amerika is schufldeiscker en zijn schulde naars kunnen niet betalen en hebben cre- diet noodig. Ieder Amerikaanse!! finan cier weet, dat noch Frankrijk noch Italië kapitaal en interest kunnen betalen, en toch volhardt Frankrijk cr in Duitschland betalingen te laten doen, die 'niet alleen niet met zijn betalingsmogelijkheid, maar ook niet met het gezonde menschelijke verstand te rijmen vallen. Wanneer Amerika hij Frankrijk, Enge land en Italië zou aaniringm op betaling cn na hun onvermijdelijke verklaring van insolvabiliteit, zou eischen, dat zij lot ver effening vam hun schulden tegenover Amerika, afstand moeten doen van hun vorderingen tegenover Duitschland, en dat de geallieerde troepen het Rijnland zouden moeten verlaten, dan zou het Europeesche vraagstuk met één slag de oplossing nabij zijn. Met deze daald van gezonde energie kan Amerika Europa weer in evenwicht brengen. Alle ellende van het oogenblik is een gevolg van het doo- delijk misverstand ten opzichte van het herstel. Van een misverstand, dat ge- wenscht, gewild en in stand gehouden wordt, om Duitschland ten gronde te rich ten, en een catastrophale situatie te ver oorzaken, die weer een nieuwe mogelijk heid voor het imperialisme geeft. Wanneer Amerika dit van de Entente zou eischen, zelfs op straffe van weigering van crcdiet, dan zou het de overwinning van den vrede wegdragen, gelijk het de overwinning van den oorlog had. Ik weet, besluit Nitti, dat ik uit naam van alle gezonde democratische machten van Europa spreek, wanneer ik van Ame rika een beslissende daad tot onze redding eisch, voor zijn eigen toekomst en voor de cuituur der wereld. BERLIJN, 14 Sept. De voorzitter van het Fransche vakvereenigingsverbond, Jouhaux is gisteren te Berlijn aangekomen. Hij is op weg naar Amsterdam voor een inter nationale conferentie, doch wil met de leiders der Duitsche vakvereenigingen te Berlijn de quacstie van een eventucelc medewerking der Duitsche vakvereenigin gen aan den wederopbouw der verwoeste gebieden in Noord-Frankrijk bespreken. In April 1921 werd op een congres van bewoners der verwoeste gebieden besloten, een comité van actie te benoemen, dat tot taak had, practische middelen te vinden voor de bespoediging van den wederop bouw der verwoeste gebieden en meer in het bijzonder om besprekingen aan te knoopen met de Duitsche arbeidersorgani saties inzake de levering van materialen en van de noodige arbeidskrachten voor den wederopbouw. Sedert een jaar staat dit comité in verbinding met bet „Verband Sozialer Baubetriebe" te Berlijn en de algemeene secretaris van het comité, "de heer Doucedame, lid van den algemeenen raad van de Aisne, heeft te Frankfort be sprekingen gehouden met vertegenwoordi gers dezer Duitsche vereeniging. Tot dus ver had men niet tot overeenstemming kunnen komen, daar de goedkeuring der Fransche regeering ontbrak. Niettemin werden de stappen voortgezet en den 3ten Mei deed het Verband Sozialer Baube triebe definitieve aanbiedingen voor leve ring van materialen. Na het sluiten der overeenkomst-Luber- sacStinnes ziet het comité de mogelijk heid de gewenschte goedkeuring der Fran sche regeering te verkrijgen. Na een dele gatie der Fransche federatie van bouw vakarbeiders te hebben gehoord, heeft het comité dezer dagen besloten, het Duitsche voorstel in beginsel aan te nemen en de betrokken Duitsche organisaties uit te noodigen afgevaardigden naar Parijs te zenden, teneinde met het comité een rege ling te treffen voor een levering van de noodige materialen aan vereenigingen van bewoners der geteisterde gebieden of af zonderlijke personen. Deze regeling zou dan onverwijld aan de goedkeuring der Fransche regeering worden onderworpen. De heer Doucedame zal binnenkort worden ontvangen door den minister der bevrijde gebieden, den heer Reibel. LONDEN, 14 Sept. De rebellen verover den Zaterdagmorgen, naar eerst thans be kend wordt, Kenmare, in het graafschap Kerry. Het Vrijstaatsche garnizoen moest zich overgeven. De rebellen bezetten de stad. Twee Nationalisten werden gedood. LONDEN, 14 Sept. De rebellen, die Ken- mare veroverden, waren sterk in getal. De strijd duurde van Zaterdagochtend vroeg tot twee uur in den namiddag, toen de Vrijstaters gedwongen waren zich over te geven. Brigadier O'Connor, die het Vrij- staatsch commando voerde, werd toen hij tc bed lag verrast. Hij weigerde zich over te geven, waarop hij met een kolf van een geweer werd neergeslagen. Zijn broer snelde hem te hulp. Beiden werden in de daarop volgende worsteling gedood. De strijd bereikte zijn climax om twaalf uur, toen de Vrijstaters een hevige fusillade on derhielden als een laatste krachtsinspan ning. Zij moesten echter voor de over macht zwichten, honderdtwintig man als gevangenen in de handen der rebellen la tend. LONDEN', il Sept. Nadere Berichten Be treffende de verovering van Kenmare door de rebellen melden dat de gevangenen op tien mijl buiten Kenmare werden vrijge laten. LONDEN, 14 Sept. De rebellen hebben Kenmare na plundering weer ontruimd. LONDEN, 14 Sept. Nationale troepen omsingelden een groep rebellen in ile streek Van Blarney. In het gevecht dal ontstond werden zes rebellen gedood. De nationalen hadden geen verliezen. LONDEN, 14 Sept. Een telegram uit Athene meldt, dat officieel aangekondigd wordt, dat het achttiende regiment uit Aidin veilig te Tsjesjme (ten W. van Smyrna) is aangekomen teneinde daar te worden ingescheept. De vijftiende divisie, welke tot het noor delijke leger behoorde en vermist werd, is in goede orde te Dikeli, ten Noorden van Smyrna, aangekomen. De „Daily Mail" onlhult een „ko per-schandaal". Het blad beweert, dat de „Disposal Board", het regeerings- lichaam, dat oorlogsvoarraden op ruimt, onder contract op 28 Septem ber 1921 aan de British Metal Corpo ration Ltd. een hoeveelheid koper heeft verkocht tegen een gemiddelden prijs van 24 pond 6 shilling en 8 penoe per ton, terwijl de Board op dien datum een gemiddelden prijs van 35 pond per ton kon bedingen, met het gevolg, dat 'n bedrag van 1.500.000 pond voor de schatkist is verloren gegaan. Toen de British Metal Cor poration het contract geteekend bad, begon zij onverwijld met de versche ping van het koper naar de Metall- GesellschaJt te Frankfort, haar bond genoot de American Metal Company en haar geassocieerde Aron Hirsch, te Halberstadt. Tusschen het teeke nen van het contract en het eind van 1921 bedroeg het gewicht aan koper aan de Metal-Gesellschaft en haar ge associeerden verkocht, minstens 30.000 ton, terwijl in totaal 90.000 ton het land Is uitgegaan. Het blad dringt aan op een open baar onderzoek te dezer zake en vraagt: Wanneer, en onder welke voorwaarden, werd het contract met de Duitschers gesloten? Hoe kwam de British Metal Corporation aan het koper? Heeft de Corporation ook nog andere contracten van de regeering verkregen? Wat is de qualiteit en quantiteit van het koper, dat de Cor poration uit de arsenalen heeft ge haald en naar Duitschland heeft ge zonden De kanselier van de schatkist, Sir Robert Horne, heeft geweigerd, een onderzoek in te stellen. De „Daily Mail" waagt, om welke reden de „Disposal Board" en de schatkist in September 1921 gemeen schappelijk besloten hebben, de wet op de industrie van niet-ijzerhouden- de metalen (tot een doode letter te maken en of de firma, die het con tract kreeg, toen reeds wist, dat zii het koper weer naar Duitschland mocht verkoopen. Het blad zegt, dat de Britsche smelterijen gaarne het ko per zouden hebben opgekocht om het, ten voordeele van den Britsclien handel en de werklooze metaalarbei ders, te bewerken. Intusschen houden de metaalhande- laavs te Londen en Birmingham pro- tositvergaderingen tegen de regeering en eischen een onderzoek. Dezer dagen deelde mrs. Clare Sheridan in de „New York World" mede, dat de bekende schrijver Rudyard Kip ling in een interview had verklaard, dat de Vereenigde Staten twee jaar, ze ven maanden en vier dagen te laat in den oorlog waren gekomen en dat de Vereenigde Staten de geallieerden had den gedwongen, bij de eerste de beste gelegenheid vrede te sluiten in plaats van er op aan te dringen, dat zij naar Berlijn zouden opmarcheeren en dat Amerika den dag van den wapenstilstand er tusschen uittrok zonder den afloop af te wachten. l'n antwoord op deze verwijten, heeft de Amerikaansche minister van oorlog, Weeks, na eerst te hebben verklaard, dat hij niet kan begrijpen, dat een man als Kipling een verklaring kan afteggen, in een of andere zaak zonder zich eersb behoorlijk van de feiten op de hoogte te hebben gesteld, het volgende medege deeld: „Alle aanwijzingen leeren, dat de Britsche én Fransche leiders verantwoor delijk zijn voor den wapenstilstand. Er werd tot dien wapenstilstand over gegaan ten spijt van do protesten der verantwoordelijke militaire en civiele ver tegenwoordigers van de Vereenigde Sta ten on Frankrijk." Kipling heeft ook nog gezegd, dat de Ver. Staten nu „de duiten hebben," maar dat Engeland in den oorlog „zijn ziel heeft gered." Ook daarop antwoordt minister Wesks. Hij schrijft, dat de Ver. Staten,, be halve wat zij aan leeningen te vorde ren hebben, in den oorlog bijna 20.000.000.000 hebben uitgegeven, waar voor zij niets hebben teruggekregen. Thans komt de „Times" echter mede- deelen, dat Rudyard Kipling geen in terview aan mrs. uiare Sheridan neeft toegestaan en niet verantwoordelijk- is voor de uitlatingen, die hem in den mond worden gelégd. De „Chicago Tribune'" herinnert eraan, dat, wanneer, zooals de geruchten al ge meld hebben, koning Konstantijn van zijn wankelenden troon afstand doet, er kans zou bestaan dat een Amerikaansche dame koningin van Griekenland zou worden. Koning Konstantijn's jongste broeder, prins Christoffel, die naar het blad meldt, in Athene nog het meest populair is en daarom het meeste kans np den troon zou hebben, is in 1920 getrouwd met de schat rijke mevrouw Leeds, die sedert prinses Anast.isia heet. Ze vertoeven op 't oogen blik le Londen en waren eenigen tijd ge- led" c voornemens naar Amerika te ver trekken, maar toen opeens de onrustba rende berichten uit Smyrna en Athene kwamen, hebben ze hun reis opgegeven en hun reeds genomen passnsebiljetten weer ingewisseld. Te Londen kijken ze nu de kat uit den boom. Het denkbeeld om een Amerikaansche tot koningin te krijgen lacht, volgens de „Chicago Tribune", de Grieksche staats lieden wel toe, omda' zij meenen dat daar door de vriendsehappetiike betrekkingen tusschen Amerika en Griekenland beter zouden worden en het land er door uit de moeilijkheden zou geraken. Bovendien zou het persoonlijk vermogen van prinses Anastasia, dat oo veertig millioen dollars wordt geschat, haar koninklijken echtge noot een stevigen financieelen grondslag geven. Deze dollarprinses is zeer populair aan het Grieksche hof. De grondwettelijke regelen betreffende de Grieksche troonopvolging voorzien niet in de mogelijkheid van een Amerikaan sche' koningin. Hoewel morganatische vrouwen niet op den troon mogen zete len, meent men dat de positie van prin ses Anastasia zoodanig veranderd zou kun nen worden, dat dit bezwaar werd opge heven. Haar maatschappelijke positie is be langrijk versterkt door het huwelijk van haar zoon met prinse» Xenia, een nicht van koning Konstantijn. Voor de vrouw van den ontijdig over leden Griekschen koning Alexander, die met een Grieksch meisje, mejuffrouw Ma nos gehuwd was, hebben de overwegin gen niet gegolden. Men achtte Mfer niet hof-fabig. Maar die had ook geen veer tig millioen dollar. De Engelsehe luchtvaart doet een stoute poging om in het bezit te komen van de meeste internationale regeerings- tropheeën. De Napier marinevliegboot heeft reeds den Schneider-beker voor En geland gewonnen en op 30 Sentember zal de Napier Mars tweedekker, algemeen be kend als Bamel, mededingen met de beste Fransche en Italiaansehe vliegtuigen in den wedstrijd die bij Parijs zal plaats heb ben. De Bamel heeft de laatste twee jaar gewonnen in den Engelschen Derby-lucht- wedstrijd. Hij zal worden bestuurd door Jimmy James. Een groot aanta! Engel schen, die veel houden van luehtwedstrij- den, zullen naar Frankrijk gaan om de race bij te wonen. Volgens een bericht in de Temps hebben Bergmann en Fiseher Woensdag in de Commissie van Herstel! de oorzaken der mislukking van de besprekingen in Ber lijn met de vertegenwoordigers der Bel gische regeering uiteengezet. Zij vroegen verder om verlenging der zesmaandswis- sels voor de beide betalingen aan België. Daarna hadden zij particuliere besprekin gen met verschillende leden der Commis sie van Herstel. In welingelichte kringen te Parijs houdt men het er voor. dat een compromis zal kunnen worden bereikt, volgens hetwelk de van Duitsche ziide gevraagde prolon gatie der schatkistwissels zal worden toe gestaan, doch slechts voor een jaar in plaats van voor de gevraagde 18 maanden. De Belgische, Italiaansehe en Engelsehe gedelegeerden zouden bereid zijn daarin toe te stemmen en ook van de zijde van Poincaré zou geen onoverkomelijke tegen stand xiin fe verwachten. De Minister van Binnenlandsche Zaken te Praag, heeft beslist, dat aarts hertog Jozef Augustus, zoon van Jozef, en eveens Eugenius, zoon van Karei Ferdi nand, als leden der oude dynastie verval len moeten worden verklaard van hun goederen op Tsjecho-Slovaakseh gebied en dat die goéderen zonder compensatie den staat toevallen, zulks in overeenstem ming met het vredesverdrag en met de wet op de onteigening. S. Franciscus had te Florence een samenkomst met zijn raadsman en boezem vriend Kardinaal Hugolinus, den lateren Paus Gregorius. Franciscus sprak tot den Kardinaal: „Grootelijks ben ik bezorgd, wijl ik mijn broeders naar verre landen gezonden heb om daar te blijven." „Waar om ook, antwoordde de Kardinaal, hebt ge uw broeders zoo ver weggezonden dat ze van honger sterven en zooveel andere ongemakken lijden?" Hierop hernam Fran ciscus met vuur en in profetischen geest: „Gelooft of meent gij, dat de Heer de broeders slechts voor deze provincie's ge zonden heeft? In waarheid ik zeg u, dat de Heer de broeders heeft uitgekozen en gezonden tot geluk en heil der zielen in de geheele wereld: en zij zullen niet slechts in de landen der geloovigen, maar evenzeer in die der ongeloovigen opge nomen worden, en wanneer zij onderhou den wat zij den Heer beloofd hebben, zal de Heer hun het noodige schenken zoowel in de landen der heidenen als der ge loovigen." Duidelijker had Franciscus de aposto lische roeping zijner Orde niet kunnen omschrijven. En wat hij in woorden uit sprak, wilde hij toonen in daden. Ondanks het herhaaldelijk mislukken zijner pogin gen om zelf naar de heidenen te gaan, besloot hij in 1218 opnieuw door zijn voorbeeld de broeders op te wekken tot het missiewerk. Zijn besluit drukte hij uit in deze woorden: „Dierbare broeders! Ik heb den plicht het voorbeeld aller broe ders te zijn. Wanneer ik dan mijn broe ders heenzend tot lijden en smaad, tot honger en dorst en alle soort ontbering, dan lijkt het mij billijk, dat ook ik mij naar een ver land begeve, vooral daarom opdat mijn broeders de moeilijkheden met grooter geduld dragen wanneer zij hooren, dat ik hetzelfde verdraag." En in zijn Regel schreef hij een apart hoofdstuk neer „over hen die naar de Saracenen en andere ongeloovigen willen gaan." Het is dan ook van zelfsprekend, dat vanaf de eerste jaren der Orde, de Min derbroeders den missiearbeid onder de heidenen met begeestering beoefenden. De tijd om een volledige geschiedenis der Franciscaansche missie's te schrijven is nog niet gekomen: daartoe moet nog veel pionierswerk verricht worden: wat we echter nu reeds kennen is voor ons een onwraakbaar getuigenis dat de Orde in al de zeven eeuwen van haar bestaan aan het verlangen van haar H. Vader naar krachten heeft beantwoord. In onze dagen niet het minst tracht zij haar ouden mis- sieroem te handhaven en te bevestigen. Welk der vijf werelddeelen we ook bezoe ken, overal vinden we de Zonen van Franciscus. In Europa arbeiden zij altijd nog in de oude met zooveel martelarenbloed geze gende missie's van den Balkan, n.l. Bos nië, Herzogewina, Albanië, Montenegro, Servië en Constantinopel. (1) Vijf Bis schoppen, geholpen door 365 Francis canen werken aan de zielzorg der katho lieken en de bekeering der Mohamedanea en Schismatieken. De grootste uitbreiding hebben üe heidenmissie's in Azië. In dit werelddeel liggen de twee aan het Franciscaansch hart boven allen dierbare missie's van het H. Land en China. De Custodie van het H. Land is de eenige missie door den H. Vader persoonlijk gesticht, door de Orda ten koste van ontelbare offers zevea eeuwen lang bewaard en bewerkt. Zij om vat Armenië, Syrië, Ben eden-Egypte, Palestina en de eilanden Cyprus en Rho- dus. Als eerste en voornaamste plicht der missie in Palestina werd altijd beschouwd de bewaking der H. Plaatsen, waar Onze Heer Jezus Christus leefde en stierf. Ea wat duizenden van kruisvaarders, wat alle Ridderorden niet bereikt hebben, dat is gelukt zij het ook ten koste van ont zettende offers aan Franciscus en da zijnen: ze hebben de H. Plaatsen voor da Katholieke Christenheid gered. Voor den oorlog werkten er in 51 kloosters meee dan 500 Franciscanen. Ook in China oefenen de Minderbroe ders sinds het einde der 13e eeuw hel missiewerk uit en in 1307 kreeg China zijn eersten bisschop in den persoon van P. Johannes a Monte Corvino. Van de 38 Apostolische Vicariaten worden er thans 11 door meer dan 200 Minderbroeders bij gestaan door een goede 100 inheemsche priesters bestuurd. Onder leiding vaa Mgr. Timmer werken in het Vicariaat Zuid-Shansi 41 Nederlandsche Francis canen en 11 Chineesche priesters. Een betrekkelijk kleine missie bezitten de Duitsche Minderbroeders in Japan, waar zoovele kinderen van Franciscus hun bloed hebben vergoten. Op de Filippijnen leed de Franciscaansche missie veel door het vertrek der Spaansche missionarissen, tengevolge van den Spaansch-Amerikaan- schen oorlog: een honderdtal zet thans het roemrijk werk voort. Gaan we nu naar Afrika. Hier treffen we de Orde aan in Neder-Egypte, dat tot het H. Land behoort. In Boven-Egypte arbeiden de missionarissen aan de bekee ring der Mahomedanen en de terugvoe ring der schismatieke Kopten in den schoot der Kerk. Door aanhoudenden ar beid kon men het in 1892 brengen tot de oprichting van een Koptisch-Katholiek Bisdom. De Mahomedanenmissie van Tripolis, waar een veertigtal Franciscanen werk zaam zijn, blijft een der meest moeite volle en ondankbare missie's. Hetzelfde moet gezegd worden van Marokko, dat Franciscaansch missieland sinds de dage® van Franciscus, die zelf de vijf eerste mis sionarissen er heen zond. Het zijn deze 5 Minderbroeders, die als eerstelingen der Orde hun bloed voor Christus offerden. Ook de oude Franciscaansche missie van Mozambique is sinds 1898 door de Orde weer opgenomen. In Amerika dient men onderscheid te' maken tusschen missie en missie. Missie in den strengen zin van het woord ist het hekeeringswerk in de landen, onder worpen aan de H. Congregatie van de Voortplanting des Geloofs, of wellicht nog juister het werk der heiden-missie's. Ia dezen zin genomen dan zijn er in Ame rika betrekkelijk weinig missie's. Ver staat men onder missie en daar is niet veel tegen ook het moeizame hekee ringswerk onder de z.g. katholieken, dan is het missiegebied heel wat grooter. Dit laatste missiewerk beoefenen b.v. de Ne derlandsche en Duitsche Franciscanen m Brazilië, de Belgische in Chili. Wij geven hier alleen de heiden missie's onder de Indianen. In Noord-Amerika neemt het aantal in boorlingen van jaar tot jaar af, zoodat de missie's daar van minder beteekenis zijn. Toch werkt de Orde zegenrijk onder de Indianen van Californië, in Arigona, Nieuw-Mexico, Michigan en Wisconsin. In Zuid-Amerika is de Indianen-missie veel uitgestrekter. Zij breidt zich uit over Peru, Chili, Argentinië, Bolivia en Brazilië. In Peru verslind het moordend klimaat aan den Ucayali de beste krach ten. In Bolivia hebben de missionarissen behalve de moeilijkheden der missie nog de tegenwerking der vrijmetselaars-regee ring, die zelfs de half-heidensche Indianen tegen hen ophitst. In Argentinië, in de wilde streken van den Gran Chaco, moe ten de missionarissen hun Indianen in een soort reductie's samenbrengen om zoo het geloof onder hen te bewaren. De Neder landsche Franciscanen in Brazilië hebben sinds korten tijd betrekkingen aange- ÓWordt vervolgd) A

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 5