mzrwx *^]praaolooze telefoonj
Onschuldig veroordeeld
De Turksche kwestie.
De gebeurtenissen te Smyrna.
Be Velkenbondsyergadering.
Haverstein te Berlijn terug.
Ernstig ongeluk.
De mijnramp in New-York.
Bijeenkomst van den Fran
sehen ministerraad.
GELENGD NIEUWS.
gëARKTNIEUWS.
FEUILLETON
Paul Harmant aarzelde. Hij kon
niet antwoorden
Omdat hier de zoon is van den man,
dien ik heb vermoord en als jij ook
hier was, voortdurend met hem in
aanraking, zou een onvoorzichtig
heid van jou kant, een woord ondoor
dacht uitgesproken, voldoende kun
nen zijn om het verleden voor hem
te onthullen.
«Waarom niet, herhaalde Ovide.
„Omdat ik het niet wil....", ant
woordde de industrieel kortaf. Boven
dien behoet ik me niets van je aan
te trekken. In Amerika heb ik je
eischen ingewilligd. Ik heb je een ver
mogen in handen gegeven. Het is niet
mijn schuld dat je dat nie beter
hebt bewaard.
„Die woorden zeggen niets! zeide
Ovide. Wat je gedaan hebt, heb je
moeten doen. Als je mijn eischen hebt
ingewilligd, gebeurde dat, omdat er
geen ontkomen was voor je.
„Dus, je wilt daarmee te kennen
I geven, dat ik thans, nog meer dan in
Amerika, aan je genade ben overge
leverd. Je zet me het mes op de keel,
juist als in New York.
„Ho, ho, neef, dat gaat te ver. Het
ligt niet in mijn bedoeiing je te be
dreigen. Ik breng je alleen eenige
zaken in herinnering.
„Jij zegt bij je zelf: ik weet alles
van hem. Hij zal altijd angst voor mij
hebben en uit vrees alles toestaan, wat
ik wil."
„Daar is iets van waar, neefMeen
je misschien, dat ik geen gelijk heb
„Ik noem het onbeschaamd, om mij
tot slachtoffer van een dergelijke
chantage te maken."
„Kom, kom, niet zulke dikke woor
den. De Fransche lucht maakt je
lastig. In Amerika was je veel aardi
ger."
Jacques Garaud werd woedend.
Laten we geen grapjes maken," reide
hij. „Ik ben minder bang, dan je wel
meent."
„Werkelijk, neef?"
„Eén woord kan voldoende zijn
om mij kwijt te raken. Maar wat voor
nut heeft dat? Geloof ie werkelijk,
Uit den dienst.
Men schrijft aan het „Vad."
Eenige dagen geleden kwam er bij
hetregiment infanterie, liggende
in D.H. een schrijven binnen van den
Minister van Oorlog,inhoudende het
verzoek te onderzoeken of er bij dat
regiment een zekere V. G. diende, en
zoo ja, of hij het ook was wel.
's Morgens negen uur.
„V.G.
„Present, sergeant."
„Bent u V. G.
„Jawel, sergeant."
„Bent u heusch V. G.
„Ja zeker, sergeant."
„Wilt uidan dadelijk bij den kap'tein
komen
„Ja, sergeant."
Bij den kapitein.
„Is u V. G.
„Ja kapitein."
„Kunt u bewijzen, dat u V. G. wel
zijt ?"-
„Ja, ik ben V. G."
„Hoe zijn uw voornamen?"
„Adriaan Leonardus."
„Geboren
„18 Maart 1899."
„Hoe heet uw vader."
',Van G"
„Voornamen
„Pieter Johannes."
„En uw moeder?"
„Johanna Maj;ia."
Hoe heet ze van zichzelf
V. G. noemt een naam. Klopt.
„U heeft gediend in.....
„Oldenbroek en D. H.
„En in Werkendam 1"
In Werkendam Nooit geweest
„Jawel dat staat hieru hebt in
Werkendam gediend."
„Ja, maar neemt u me niet kwalijk,
kapitein in de militaire administratie
kan ook wel eens een vergissing plaats
hebben."
„Zoo
„Ja, misschien is de administratie
spaak geloopen, toen met dien brand
in de Oranjekazerne, wat juist viel
onder mijn diensttijd."
„Nu, u bent dus niet in Werkendam
geweest
„NooitKaptein."
„Wat heeft u in D. H. gedaan
Ik ben op het bureau werkzaam ge
weest."
„Op welk bureau, waar'stond dat?"
Dat en dat, daar en daar. Ook goed.
„Wat waren die werkzaamheden?"
„Ik bediende de telefoon."
„Wie stond er aan het hoofd."
„Een sergeant-majoor."..
„Hoe heette die sergeant-majoor
„Ja ziet u zijn eigenlijke naam is me
ontschoten, ik weet zelfs niet of ik
hem ooit bij zijn waren naam gekend
dat ik tijdens mijn leven een schan
daal zou dulden Bij de eerste geruch
ten zou ik me voor het hoofd schieten
en van mijn fortuin zou je geen cen
time krijgen, want mijn heele vermo
gen behoort mijn dochter toe. Het is
dus in je eigen belang mij te sparen.
Wat je tegen mij zoudt beginnen,
is tot je eigen nadeel."
Ovide voelde, dat zijn gewaande
neef waarheid sprak. Als hij de lijn
tjes te strak aan zou trekken, liep
hij gevaar voor altijd de brandkast
van Harmant voor hem te zien dicht
gaan, waaruit hij nog zooveel hoopte
te trekken. Het was dus geraden, met
meer zachtheid te werk te gaan. Ovide
sloeg daarom aanstonds een milderen
toon aan
„Koaan, ie bent een goed mensch
en hebt een te goed hart, om een bloed
verwant in de" misere te laten."
„Dat is geenszins mijn plan. Ik zal
je in staat stellen behoorlijk te kunnen
leven."
„Ver van hier?"
„Ja, ik sta er op, dat we elkaar zoo
min mogelijk zien."
„Dat is niet erg aardig maar
goed. ik ben de kwaadste niet. Ik zal
neb, maar zijn scheldnaam weet ik nog
wel."
„Hoe is die dan?"
„Schoppen-boer."
Dat klopt, de bewuste sergeant-ma
joor moet net zoo'n gezicht hebben als
de schoppenboer in het kaartspel.
„Waren daar nog meer miliciens
werkzaam
„Jawel kap'tein, twee."
„Teeken het bureau eens uit."
Nu kan men niet van iedereen ver
wachten, dat hij teekenen kan, maar
V. G. bracht het er tamelijk goed af
„Wijs me nu eens aan waar je geze
ten hebt."
Dat was fout, daar hing de telefoon
niet.
O. m. is nu de sergeant-majoor bin
nengekomen, die V. G. aangeduid heeft
met den naam van schoppenboer.
„Wijs nu den sergeant-majoor eens
aan onder wien je gediend hebt."
Dat gaat V. G. niet al te best af.
„Nu, zegt Schoppenboer, „ik sta
toch bekend als Schoppenboer," en
toen eensklaps
„Hoe gaat het met je vader
„Och, dat weet u toch wel."
Wat weet ik toch wel
„Dat ik me niet met mijn vader be-
mo ei."
„Waarom niet
„De ouderlijke macht is mijn vader
toch ontnomen."
Dat allemaal klopt precies.
„Zet ereis je handteekening."
„Ja maar, waar is dat toch allemaal
voor, u maakt me zenuwachtig met al
dat gevraag. Ik wil met plezier mijn
handteekening zetten, maar u moet
niet denken, dat hij precies met de
vorige overeen zal stemmen nu ik zoo
zenuwachtig ben."
V. G. zet zijn handteekening, met
de opmerking dat hij toch V.G. is. On
der den bedrijve is het zoowat drie uur
in den middag geworden.
Dan treden miliciens A. en B. bin
nen.
,Zeg eens, V. O. zijn dat nu A. en B.
„Ja kap'tein, dat zijn zedat is A.
en dat is B."
„Ja," zeggen A. en B„ „maar jij
bent V. G. niet, met jou hebben we
niet gewerkt."
Nu Heeren," zegt V. G„ „ik zal
het maar zeggen, ik ben de knecht van
V. G. en voor mijn baas onder de wape
nen."
Tableau.
De pseudo V. G. werd oogenblikke-
lijk naar huis toegestuurd en zijn baas,
de werkelijke V. G- zal jhem moeten
komen vervangen. Het is een jong
expediteur uit A. en diens verrader
heeft blijkbaar niet geslapen. Omdat
dit zoo'n uitzondering is het komt
misschien wel eens meer voor dat een
knecht voor zijn baas dient, doch dan
kwam het niet uit, maar sinds men-
schenheugenis is zoo'n geval nooit
openbaar gemaakt zal V. G. (de
ware) geen zwaren douw krijgen doch
hij zal toch wat zijn knecht aan eten
opgegeten heeft, omgerekend in geld
en wat hem aan traktement is uitbe
taald moeten nadienen.
De knecht was al van verleden week
Maandag af onder de wapenen. Hij
heeft zich in het kruisvuur van vragen
kranig gehouden, mijn petje af voor
zoo'n knecht.
Maatregelen bij eventueele
spoorwegstaking.
Een sensationeels gesehie-
ORDE EN ARBEID.
Het groote vraagstuk der bedrijfs
organisatie.
ROTTERDAM, Maandag 18 Sept.
Binnenlandsche Granen. Tarwe,
met ruimer aanbod, flauw en onver
kocht, puike uitgezochte 10.40
10.75, overigens naar qual. 9—10.25.
Rogge 8.759.25. Gerst Chevalier
9.7510, Winter en Zomer niet ge
toond. Haver onveranderd 8.25
9.75. Erwten kleine groene minder ter
markt en hooger in prijs.
Zaden. Lijnzaad. Voer- 1819,
zaai- 2023, mosterdzaad bruin
4548, karwiizaad 8590, kana-
riezaad 18—20.
AardappelenZeeuwsche blauwe
2.30—2.70, dito bonte 2.40—2.90,
poters 0.90—1.30, Zeeuwsche eigen
heimers 1.50—1.80, spuische dito
1.80—2.20, blauwe 1.80—2.10,
blauwpitten 1.80—2.50.
Eieren. Zeeuwsche en Overmaasche
8.50—10.50.
Vlas. Aangevoerd 3960 K.G. blauw
1.502, 6000 K.G. Groningsch 1.40
—1.65, 6000 K.G. Wit 1.15—1.40,
2250 K.G. dauwroot 1.201.30.
Vee. Heden waren aangevoerd
398 vette runderen, 302 vette en gras
kalveren, 1393 schapen of lammeren,
627 varkens. De prijzen waren als
volgt: Koeien le qual. 1.351.40,
2e 1.251.15, 3e 1.050.95, ossen
le qual. 1.30—1.37%, 2e1.20—1.10
3e 10.90, kalveren le qual. 1.20—
140, 2e 1.10—1, 3e /0.90—0.80,
sc.hapen le qual. 0.80—0.90, 2e 0.70
0.60, 3e 0.50, lammeren /0.65—
0.95, varkens le qual. 1.041.09
2e 1.02—0.98, 3e 0.95—0.85, licht
SOort 1—0.90 per K.G. Vet vee en
vette kalveren in alle qualiteiten ma
tig verhandeldprima qualiteiten
stationnair. Schapen en lammeren met
matigen handel bij redelijken aanvoer.
Varkens bij den aanvang der markt
met matigen handel wegens hoQge
vraagprijzen. Prijzen waren over het
algemeen hooger dan de vorige week.
AMSTERDAM, 18 Sept. Vee. Ter
markt waren heden aangevoerd 497
vette koeien, waarvan de prijzen wa
ren le qual. 1.15—1.40, 2e qual.
0.90—1, 3e qual. ƒ0.700.80 per
K.G.90 melk- en kalf koeien 350—
600'per stuk 59 graskalveren 40—
90 35 nuchtere kalveren 1423, 276
schapen 25—45 per stuk 533 vette
varkens le qual. 1.28, 2e qual. 1.2b,
spekvarkens 1.24 per K.G. schoon-
gCAMSTERDAM, 18 Sept. (Bericht
v lac. Knoop.) Aardappelen. Zeeuw
sche bonte 2.90—3.25, idem blauwe
2.75—2.80, idem eigenheimers 1.70
i .80, idem blauwe eigenheimers
j.90-1-2, Noord Hollandsche blauwe
2.20—2.30, idem bonte 2.50—2.60,
Zeeuwsche Eigenheimer poters 1.20
1.50, Hillegommer zandaardap-
pelen 3.50—4.50, schoolmeester?
2 40—2.60 per hectoliter.
AMSTERDAM, 18 Sept. Boter.
(Centrale Botermijn). Hoogste prijs
ƒ2.40, middelprijs ƒ2.15, laagste prijs
1.72.
AXEL, 16 Sept. Granen. Ter graan
markt van heden waren de prijzen:
Tarwe 10, rogge 8.50, gerst 9.50
erwten 17.75.
BROEK OP LANGENDIJK, 16
Sept. (Weekbericht Langendijker
Groentenveiling.) Deze week werden
aangevoerd 149.000 stuks bloemkool.
De prijzen zijn vrij goed te noemen,
zelfs nog iets hooger dan vorige op
gave, voor het soort Leéerf werd be
steed van ƒ5.10 tot 11.50 en voor
Langendijksche soort 1.407.10 de
100 stuks van deze laatste|soort zal
volgend jaar wel zeer weinig geplant
worden, daar ze door Le cerf zijn ver
drongen. Roode kool, pr. 0.40—2.50,
gele kool ƒ0.40—2.60, witte kool
1.201.80, aanvoer resp. 589,
299. 800 en 675.000 K.G. of 156 wa
gons. Witte kool per wagon van
10.000 K.G. brachten 122129 op
per wagon. Boswortelen worden duur
der, doch er werd ook slechts 1770
bos aangevoerd, prijs ƒ2.50—3.80.
Losse wortelen (peen), aanvoer 13.150
K.G. prijs 6.90—2 per 100 K.G.
Nep, aanvoer 17.300 K.G., waarvan
de handel vlug, prijzen iets hooger dan
vorige opgaaf, n.l. zilvernep 9.20—
10.40, gele nep ƒ4—6.20, drielingen
2.50—3.60 per 100 K.G. Uien, aan
voer 59.460 K.G., prijs 2.304.20
per 100 K.G. Een paar partijtjes ram
menas werden geveild en brachten
ƒ2.50—6.80 op per 100 K.G. Sla-
boonen aanvoer 4172 K.G., prijs
ƒ7.10—12.70; van dit artikel wordt
nu nog heel wat geplukt. Snijboonen
een paar partijtjes gingen voor 20—
28.40 de 100 K.G. Aardappelen, aan
voer 152.000 K.G., waarvan de prij
zen Schotsche muizen 1.904.70,
schoolmeesters 1.504.10, blauwe
ƒ2.80—4.20, eigenheimers 1.10—3,
graafjes 6.80—7, due 1.50—2.30,
kriel 1.50—1.60, alles per 100 K.G.
Op de Alkmaarsche Land- en Tuin
bouwtentoonstelling behaalde de
Langendijker Groenten Centrale voor
haren stand deze week de gouden
medaille.
ENKHUIZEN, 16 Sept. Aardap
pelen. Blauwe /|1.101.30 (middel-
markt "1.18),^blauwbonte 1.05 per
baal (50 k.g.). Peren Williams 5.90—
6.25, Beurré d'Amalis ƒ4.75—5.15,
Beurré de Mérode ƒ4.85, Cons, de la
Cour 3.35—3.60, Zom'ersistermain
2.40, Durandeau 4.40, Beurré Har
dy 7.85, Bonne Louise ƒ12.50 per
100 pond. Slaboonen f 0.751.75 peP
zak (30 pond). Pruimen blauwe 3—
5 ct„ roode 4—10 ct., gele 5 ct. peP
pond.
GOUDA. Bloemenveiling 18 Sept.
Dahlia's 545 ct.; Rozen 10—25 et.j
Anjers 10—15 ct.; Heliantus 20 ct.;
Plox 3—10 ct.; Gladiolen 10—20 ct.;
Asters 2—6 cent per 10 stuks.
mijn mond wel houden. Alleen zou
ik zoo nu en dan in de Murillostraat
je willen opzoeken, om mijn nicht te
zien, waarvan ik dol veel houd, hoe
wel zij niet van mij houdt."
„Later."
„Goed, ik zal wachten. Vertel me
nu, wat je denkt te doen voor me."
„Ik zal je twaalf duizend franken
per jaar betalen."
„Duizend franken per maand
zeide Ovide met verachtelijken blik,
hoewel hij inderdaad best tevreden
was. „Het is niet veel, maar enfin,
ik zal mijn behoeften weten in te
krimpen."
Ik zal je bovendien nu dadelijk nog
vijfduizend franken geven om je in
te richten en de eerste maandelijk-
sche termijn van duizend franken er
bij eeven."
„Ik kriiv dus nu zes duizend fran
ken en elke maand kan ik dan mijn
billet van duizend franken komen
halen."
„Niet hier," antwoordde de indu
strieel. „Het geld wordt je toegezon
den."
„Bij mij thuis, dus in de woning die
ik zal saan betrekken. Als ie niet
wilt, dat ik bij jou kom, hoop ik in
elk geval, dat je tenminste bij mij
eens komt inloopen."
„Dat wil ik wel doenbedenk
evenwel, dat ik al je eischen direct
heb ingewilligd en als ge met nieuwe
zoudt komen of nog erger met bedrei
gingen, zou je ongeluk brengen over
ons beiden."
Hierop ontsloot Paul Harmant zijn
brandkast, nam er een bundel bank
papier uit en reikte aan zijn gewezen
compagnon zes briefjes van duizend
toe.
„Dank je wel, neef!" zeide-Ovide
en liet het geld in zijn binnenzak ver
dwijnen. „Nu zou ik het aardig vin
den, als we samen de lunch gebruik
ten, we kunnen dan een glas drinken
op het wederzien."
„Dat is vandaag onmogelijk. Zoo
dra je een vast adres hebt, zal ik je
komen opzoeken."
„In orde. Altijd goede vrienden
Ik zeg maar, je zult je niet te bekla
gen hebben over mij. Mocht je me
soms noodig hebben voor 't een of
ander, ik ben tot je dienst."
Er werd even geklopt ei\ de bedien
de, bij wien Ovide gewacht had, trad
binnen.
„Wat is er," vroeg de industrieel.
„Mijnheer Lucien Labroue zou u
willen spreken."
Bij het hooren van dien naam spit
ste Ovide de ooren en nam den jongen
man bij het binnenkomen scherp op.
„Ik wil u niet langer ophouden,
mijnheer Harmant," zeide hij ver vol
gens. „Ik reken op de belofte mij ge
daan."
„Wees daar gerust op."
Terwijl Ovide terugwandelde naaP
de tram, dacht hij bij zich zelf:
„Die jongen zei duidelijk Labroue
en de ingenieur door Jacques Garaud
vermoord en bestolen heette ook La
broue. De zoon van het slachtoffer
in dienst van den moordenaar. Dat
is al bijzonder merkwaardig. Toch
moet 't wel zoo zijn en nu wordt he*
mij duidelijk, waarom mijn dierban
neef niet wilde, dat ik in de fabriek
kwam. Daar zit wat achter, dat
Jacques dien jongen man in dienst
genomen heeft. Wat, ik weet het niet,,
maar daar kom ik wel achter."
^.Wordt vervdgdOi
-a ~"%'4
-A
a»/> Vm.*'J
•Ill
Besluiten der Engelsche
regeering.
LONDEN, 18 September. Het vraagstuk
van het naburige Oosten is vandaag nauw
gezet overwogen in twee bijeenkomsten
van den ministerraad met de hooiden van
het leger, vloot en luohtvaart. Met name
zijn de maatregelen besproken die noodig
zijn om de vrijheid van de zeeëngte te
waarborgen, bij aldien de Kemalisten deze
ernstig mochten bedreigen.
Voorzieningen zijn getroffen om alle
drie militaire diensten te versterken. Zoo
noodig zullen versterkingen uit Engeland
worden gezonden, ofschoon de regeeringen
te Australië en Nieuw-Zeeland hulp heb
ben toegezegd. Verschillende strijdkrach
ten in Engeland worden reeds geconsig
neerd gehouden.
Een openlijke verklaring omtrent de
maatregelen, die de Engelsche regeering
zal nemen, indien de Turksohe nationa
listen de onzijdige strook aan de zeeëngten
mochten schenden en trachten den oorlog
naar Europa over te brengen, zal naar
men hoopt en verwacht voldoende zijn
oon de Turken van zulke agressieve daden
te weerhouden.
De conferentie was van oordeel, dat een
waarschuwing langs dipJomatdeken weg
aan de Turken, die opgetogen zijn over
hun overwinning op de Grieken, niet kan
worden beschouwd als een voldoende
waarborg, wanneer zulke groote belangen
als de vrijheid der zeeëngten op het spel
staan.
Hier verluidt, dat sommige raadslieden
van Moestafa KemaL hem hebben aange
spoord de onzijdige strook binnen te ruk
ken en de vijandelijkheden op Europeesch
gebied voort te zetten. Enkele toesjyaken
van Kemal zijn bovendien niet van een
aard, die vertrouwen kan wekken in het
zelfbedwang der Turksche nationalisten.
Daarom zijn de Engelsche ministers tot
de slotsom gekomen, dat het voor alle
partijen het beste is en 't meest bevorder
lijk voor het behoud van den vrede, als
het vaste voornemen wordt geuit om be
slissende maatregelen te nemen, ingeval
de Turken de waarschuwing der Geallieer
den m den wind mochten slaan.
Het is echter van belang, dat geen mis
verstand ontstaat over de bedoelingen van
de Engelsche regeering indien zij tot deze
maatregelen mocht overgaan. Het zijn
doortastende maatregelen met een vreed
zame bedoeling, die in werking zullen
treden ingeval de Turksche nationalisti
sche strijdkrachten, die op korten afstand
van de onzijdige strook staan, door een
onberaden actie een emstigen staat van
zaken mochten uitlokken.
Te Londen verwacht men niet dat. het
tot uiting zal komen en men wenscht dat
nog minder. De bladen melden, dat Kemal
heeft verklaard Engeland niet als vijand
te beschothven en Engeland wenscht stel
lig geen vijandelijkheden met de Turken.
De maatregelen door de Engelsche re
geering getroffen, zijn louter voorzorgs
maatregelen en men hoopt en vertrouwt,
dat Kemal zich zal onthouden van een
aanval, die den oorlog zou ontketenen.
Lord Curzon, de Engelsche minister van
buitendandsche zaken, vertrekt morgen
naar Parijs om met Poincaré te co-nferee-
ren over den poldtieken toestand, vóór
deze zijn rondreis door Zuid-Frankrijk
begint.
De Evening Standard schrijft over den
toestand in den Levant: De Engelsche re
geering heeft besloten haar standpunt on
omwonden te kennen te geven, omdat de
Kemalistisohe Turken blijkbaar een krasse
waarschuwing noodig hebben.
'De Pall Mall Gazette zegt: Daar het in
het hoogste belang van Europa is de
ramp van een nieuwen oorlog te voorko
men, moeten de Geallieerden het hun
plicht achten te beletten, dat vuur en
zwaard van het eene vasteland op het
andere overslaan.
LONDEN, 18 September. Thans is uit
gemaakt, dat lord Curzon morgen naar
Parijs gaat om met Poincaré den p'oli-
tieken toestand te bespreken.
Reuter verneemt uit gezaghebbende
bron, dat er geen sprake van is, dat
het Engelsche kabinet ook maar iets zou
ondernemen in den geest van een nieu
wen oorlog. De zaak is eenvoudig, dat
de geallieerde troepen in de onzijdige
streken voor elk mogelijk gevaar be
schermd moeten worden en niet het
ontketenen van een oorlog tegen wien
ook. Indien Kemal de onzijdige streken
niet schendt, zal er niet gevochten wor-
nen, doch in het andere geval schijnt
geen andere keus dan toe te geven of
te vechten.
Lloyd George heeft aan de eerste mi
nisters van Australië en Nieuw Zeeland
geseind: „Uw prompt antwoord op ons
verzoek inzake troepen voor het afwij
zen van eiken aanslag tegen de vrijheid
van de zeeëngten en de heiligheid van
Galipoli is hier met geestdrift ontvan
gen. Het Rijk kan geerf opoffering van
de resultaten van de overwinning van
zijn zonen op het Oostelijk oorlogstoo-
neel veroorloven.
De hulp der dominions.
MELBOURNE, 18 September. De voor
naamste generaals zijn er van overtuigd,
dat de oud-strijders in geval van nood
weer dienst zullen nemen. Generaal Mo-
nash, die de Australiërs heeft aan
gevoerd in Frankrijk in 1918, zegt dat
binnen drie of vier weken een brigade
ter inscheping gereed zou staan. Van
alle kanten komen verzoeken om dienst
te mogen nemen.
WELLINGTON, 18 September. In heel
Nieuw-Zeeland stroomen de vrijwilligers
toe naar de werfkantoren.
Tegenstrijdige berichten.
LONDEN, 18 September. Reuter ver
neemt, dat de jongste telegrammen uit
Smyrna, welke van Zaterdag gedateerd
zijn, de alarmeerende berichten over het
groot aantal dooden niet bevestigen. Er
is slechts één Engelschman vermoord.
Men verzekert nu ook, dat het Italiaan-
sche consulaat ook niet beschadigd is,
evenmin als de Engelsche en Fransche
spoorwegen. Men schat, dat er alleen in
Smyrna 200.000 vluchtelingen zijn, in
hoofdzaak Grieken en Armeniërs. Het
Amerikaansche roode kruis voedt dage
lijks 15.000 lieden, in afwachting, dat zij
afgehaald zullen worden.
MALTA, 18 September. Men schaf,
dat er te Smyrna 100.000 christenen zijn
vermoord. Dichte menigten vluchtelingen
zijn met machinegeweren in de bran
dende stad teruggedreven.
ATHENE, 18 September. De Amieen-
sche metropoliet te Smyrna, wiens ver
moording gemeld was, is te Athene aan
gekomen.
GENèVE, 18 September. De volken
bondsvergadering heeft vaïldaag opnieuw
een algemeene bijeenkomst gehouden.
Voorzitter Edwards deelde mee, dat van
den koning van Spanje een telegrafische
dankbetuiging was ingekomen voor de
gelnkAvenschen bij het derde eeuwfeest
van de eerste reis om de wereld. Jhr.
Loudon bracht als voorzitter van de zes
de commissie verslag uit, strekkende tot
toelating van Hongarije tot den bond.
Osuski (Tsjecho-Slowakije) merkte op,
dat de Hongaarsche regeering niet ten
volle de bepalingen van het verdrag van
Trianon inzake ontwapening en minder
heden nakomt. Graaf Banffy heeft ech
ter namens zijn regeering plechtig op
zich genomen alle internationale verplich
tingen na te komen, welke voortvloeien
uit de verdragen en de nadien geslo
ten overeenkomsten. Wegens deze plech
tige verklaring hebben de Tsjecho-Slo-
waksche, Roemeensche en Zuid-SlaviSche
afgevaardigden in de zesde commissie
de toelating van Hongarije aanbevolen.
Daarop is Hongarije, bij de voorgeschre
ven hoofdelijke stemming, met algemeene
stemmen door de algemeene vergadering
tot den bond toegelaten.
De voorzitter wenschte het nieuwe lid
geluk met zijn toelating en verzocht de
Hongaarsche afgevaardigden in de ver
gadering zitting te nemen.
Mej. Bonnevie (Noorwegen) bracht
verslag uit over den handel in opium en
andere bedwelmende middelen. De ver
gadering besloot bij alle regeeringen aan
te dringen op de volstrekte noodzake
lijkheid om zonder verwijl het stelsel
van de in- en uitvoer-certificaten te aan
vaarden. De vergadering besloot voorts
den raad aan te bevelen een dringend:
uitnoodiging te richten aan de regeering
van de Vereenigde Staten om een af
gevaardigde te benoemen in de opium
commissie van den Bond. Lord Chelms
ford (Eng. Indië) sprak de wenschelijk-
heid uit, dat alle regeeringen de be
sluiten van de opium-commissie zonden
toepassen.
Dr. Nansen las een telegram voor van
den toegevoegden hoogen commissaris
voor do Russische vluchtelingen te Kon-
stantinopel, waarin deze dringend ver
zoekt de organisatie van het commissa
riaat in het werk te mogen stellen voor
het redden van de duizenden Grieksche
en Armeensche vluchtelingen nit Smyrna
en Broessa. De vergadering besloot, dat
do vijfde commissie (voor de vraagstuk
ken van. naastenliefde) vandaag nog zou
nagaan welk gevolg aan dit verzoek moet
worden gegeven.
Nansen s telde bovendien een motie voor
om den Raad uit te noodigen onverwijld
maatregelen tegen den dreigenden toe
stand van oorlog te overwegen, welke
ter onderzoek aan de bommissie van ini
tiatief zijn toegezonden.
GENèVE, 18 September. In de ver
gadering van vandaag heeft Nansen, na
de voorlezing van het telegram van
zijn plaatsvervanger te Konstantinopel,
ook nog gevraagd of de Volkenbond
niet, volgens art. 2 van zijn statuut,
maatregelen moet nemen om metterdaad
den vrede der volken te bewaren in 't
geschil dat tengevolge van den emsti
gen toestand in Klein-Azië dreigt uit
te barsten. Hij vroeg toestemming voor
het indienen van een motie inzake
daartoe strekkende stappen en om den
Raad uit te noorligen onmiddellijk maat
regelen onder het oog te zien om aan
de vijandelijkheden een einde te maken.
Dit voorstel is aan de initiatief-com
missie toegezonden, evenals een motie
van lord Robert Cecil over de Arme
niërs.
MELBOURNE, 18 Sept. Hughes heeft
den Australischen afgevaardigde bij den
Volkenbond opdracht gegeven onmiddel
lijk de Oostersche kwestie ter tafel te
brengen, ten einde den vrede te vor-
zekeren.
BERLIJN, 18 Sept. Verscheidene bla
den meenen uit den snellen terugkeer
van Havenstein uit Londen te mogen
besluiten, dat de onderhandelingen met
de Bank van Engeland gunstig afge-
loopen zijn.
BERLIJN, l'i .opt. Na afloop van
de bespreking tan den uitslag van Ha-
venstein's zending door het kabinet, zal
onmiddellijk de Belgische nota beant
woord worden, en wel, volgens hetBer
liner Tageblatt, waarschijnlijk nog in
den loop van deze week.
BERLIJN, 18 Sept. Naar Wolff ver
neemt is Havenstein, de president van
de Rijksbank, uit Londen teruggekeerd
en heeft vanochtend den rijkskanselier
verslag uitgebracht over zijn besprekin
gen daar. Vanmiddag komt het rijks
kabinet bijeen ter beraadslaging over
het schadevergoedingsvraagst.uk.
HAMBURG, 19 Sept. In de nabu
rige stad Wandsbeck is de nieuwe aan
bouw van het verkoophuis Carsthat in
gestort. Tot nu toe zijn 3 dooden ge
borgen. Een vierde doode ligt nog on
der de puinhoopen. Verscheidene perso
nen zijn bovendien gewond.
NEW-YORK, 18 Sept. Na 32 dagen
hard werken is een reddingsbrigade er
in geslaagd in de mijn door te drin
gen, waar een aantal arbeiders tenge
volge van een brand zijn omgekomen.
Men hoopte nog eenige slachtoffers te
vinden.
PARIJS, 18 Sept. De ministerraad zal
niet Donderdag, zooals oorspronkelijk was
vastgesteld, doch reeds Dinsdag bijeen
komen.
79
„Wie."
„A. en B."
Het „Weekblad van de Nederl. Vereeni-
ging van Spoor- en Tramwegpersoneel"
zegt bijzonderheden te kunnen geven over
de maatregelen, die de regeering alreeds
met bel oog op een mogelijke staking van
het spoorwegpersoneel genomen heeft.
Volgens het biad kunnen, zoodra een
spoorwegstaking zal zijn uilgebroken alle
plaatselijke commandanten op vertoon
van een legitimatie-kaart ter bestrijding
van de voorloopige kosten beschikken
over een bedrag van 2000.
Een ander voorschrift is, dat onmiddel
lijk tot het vorderen van auto'§ kan wor
den overgegaan. De plaatselijke comman
danten kunnen zelfstandig de bedragen
vaststellen die als vergoeding zullen wor
den gegeven. Deze bedragen zijn 10,
15, 20 en zelfs meer per dag. Alle
slijtage komt voor rekening van de regee
ring. De verrekening geschiedt met het
ministerie van oorlog, dat de gelden voor
schiet om ze ia (er op de rekening van
andere departementen te bryigen.
Aan de militairen, die in het geweer
komen, zullen de volgende vergoedingen
toegekend worden: een majoor ontvangt
13.39 per dag als traktement, plus een
bijslag van f 6 en. indien hij gehuwd is,
nog eens f 2; een gewoon soldaat 3.56
traktement, 4 bijslag en, zoo gehuwd,
ook 2 perdag. Zoo noodig kan admini
stratieve hulp tegen een vergoeding van
10 daags aangenomen worden.
De geheele organisatie treedt in werking
na ontvangst van een telegram dat luidt:
Verwacht vervoer.
Een vreemde geschiedenis wordt in Ber
gen (N.-H.) de laatste paar dagen bespro
ken. Zij komt hierop neer: In een pen
sion aldaar woont sinds geruimen tijd een
dame, een niet geheel toerekenbare vrouw,
met haar twee kinderen. Een zeer hoog
pensiongeid werd daarvoor betaald door
de rijke familie. De leidster van heUpen
sion, een verpleegster, kon het niet te
best vinden met den zoon dezer dame, en,
hoewel het hoofd der U. L. O.-school
verklaarde, dat hij een zijner beste leer
lingen was, wist zij een paar doctoren
over te halen, te bewerken, dat de jongen
in een inrichting voor zwakzinnigen te
Apeldoorn zou worden geplaatst. De be
doeling zou zijn, dat vóór zijn meerder
jarigheid de ontoerekenbaarverklaring van
den jongen werd uitgesproken. Ter voor
bereiding van die opzending werd de jon
gen reeds voor een week in zijn kamer op
gesloten.
Gisteren echter gelukte het hem te ont
vluchten, waarna hij toevlucht zocht bij
een in Bergen wonende dame, goed be
kend met zijn familie. Zij riep de hulp
in van een dokter, die terstond een be
kend psychiater met het geval in kennis
stelde. Deze op zijn beurt stelde zich in
verbinding met bovenbedoelde doctoren en
verbood de opneming in een inrichting te
Apeldoorn. De pensionhoudster, op de
hoogte gebracht van het gebeurde, wendde
zich tot een advocaat en bewoog de moe
der van den jongen (die dame staat geheel
onder den invloed der pensionhoudster)
om haar zoon op te eischen. De advocaat
stemde toe in het verblijf voor den eenen
nacht van den knaap ten huize van haar,
waar hij toevlucht had genomen. Later
deed hij het voorstel den jongen te doen
opnemen bij een kennis van de pension
houdster, doch hierop wilde de straks be
doelde dame niet ingaan. Een advocaat in
Alkmaar door haar geraadpleegd, heeft
den officier van justitie in kennis gesteld.
De voogdijraad is bovendien in de zaak
gemengd en heeft reeds een commissie
benoemd, die naar een en ander een on
derzoek zal instellen.
In het dorp wordt de kwestie nogal be
sproken. Velen zien in de handelwijze van
de pensionhoudster een poging om zich
voor langeren duur het verblijf te harer
huize te verzekeren van de* drie personen,
waarvoor zoo goed betaald wordt. Zij
zou bevreesd zijn, dat de jongen bij zijn
meerderjarigheidsverklaring met zijn moe
der en zuster vertrok. Over de behande
ling, die de jongen van haar ondervond,
doen allerlei verhalen de ronde, die echter
moeilijk controleerbaar zijn. Het gerech
telijk onderzoek zal wel uitimalfen wat er
van waar is en of de handelwijze der
pensionhoudster gerechtvaardigd is.
Het Bestuur van de Federatie der Dioc.
R. K. Volks- en Werkliedenbonden in Ne
derland verzoekt ons, naar aanleiding van
het onlangs door het Bureau voor de
R. K. Vakorganisatie in verband met het
verschijnen van het artikel: „Het groote
vraagstuk der Bedrijfsorganisatie" van
Henri Hermans, gepubliceerde commu
niqué om opname van het volgende:
Het bestuur van bovengenoemde Fede
ratie heeft het communiqué en het daarin
.bedoelde schrijven besproken en meent:
le. dat wel niemand vermoed zal heb
ben, dal de heer Hermans zijne artikelen
schrijft in overleg met het bestuur van het
R. K. Vakbureau, evenmin als de Federa
tie met dat bestuur overlegt omtrent het
geen zij door haar brochure-handel wil
verspreiden;
2e. dat op het terrein van sociale we
tenschap geen alleeh-zaligmakende leer
kan worden aanvaard en iedereen dus vrij
blijft er een eigen meening op na te hou
den, ook de heer Hermans, al is deze
voorzitter van de Federatie;
3e. dat het niet in het belang der Ka
tholieke sociale beweging en speciaal van
de arbeidersbeweging zou zijn, de vrije
meeningsuiting op het terrein van eene
vrije wetenschap te onderdrukken, om
dat dit leven en warmte en ontwikkeling
zou beletlen;
4e. dat overleg, zooals door het' Bu
reau-bestuur verlangd, blijkens het slot
van zijn communiqué niet zoo geleid heb
ben tot overeenstemming in welk geval
slechts twee mogelijkheden bleven: óf de
heer Hermans zou afgezien hebben van
zijne publicatie, óf hij zou dit niet hebben
gedaan. In het eerste geval zou eene
vrijheid zijn onderdrukt, die het Federatie
bestuur in het welbegrepen belang der
sociale beweging meent te moeten bescher
men en in het tweede geval zou werkelijk
een conflict geschapen zijn, omdat werd
gehandeld tegen het Bureau-bestuur;
5e. dat de oplossing der kwestie van
de bedrijfsorganisatie van veel verdere
strekking is, dan de regeling der verhou
dingen tusschen werkgever en werknemer;
6e. dat de Federatie niet gebonden is
door den inhoud van geschriften, bij den
brochure-handel der Federatie verschenen,
doch voor dat instituut de vrijheid opvor
dert om te verspreiden die geschriften,
welke het gezichtsveld van ons volk kun
nen verruimen;
7e. dat fiet Vakbureau-communiqué
het Federatie-bestuur noodzaakt langs
denzelfden weg zijne inzichten te publi-
ceeren.