mzrwx *^]praaolooze telefoonj Onschuldig veroordeeld De Turksche kwestie. De gebeurtenissen te Smyrna. Be Velkenbondsyergadering. Haverstein te Berlijn terug. Ernstig ongeluk. De mijnramp in New-York. Bijeenkomst van den Fran sehen ministerraad. GELENGD NIEUWS. gëARKTNIEUWS. FEUILLETON Paul Harmant aarzelde. Hij kon niet antwoorden Omdat hier de zoon is van den man, dien ik heb vermoord en als jij ook hier was, voortdurend met hem in aanraking, zou een onvoorzichtig heid van jou kant, een woord ondoor dacht uitgesproken, voldoende kun nen zijn om het verleden voor hem te onthullen. «Waarom niet, herhaalde Ovide. „Omdat ik het niet wil....", ant woordde de industrieel kortaf. Boven dien behoet ik me niets van je aan te trekken. In Amerika heb ik je eischen ingewilligd. Ik heb je een ver mogen in handen gegeven. Het is niet mijn schuld dat je dat nie beter hebt bewaard. „Die woorden zeggen niets! zeide Ovide. Wat je gedaan hebt, heb je moeten doen. Als je mijn eischen hebt ingewilligd, gebeurde dat, omdat er geen ontkomen was voor je. „Dus, je wilt daarmee te kennen I geven, dat ik thans, nog meer dan in Amerika, aan je genade ben overge leverd. Je zet me het mes op de keel, juist als in New York. „Ho, ho, neef, dat gaat te ver. Het ligt niet in mijn bedoeiing je te be dreigen. Ik breng je alleen eenige zaken in herinnering. „Jij zegt bij je zelf: ik weet alles van hem. Hij zal altijd angst voor mij hebben en uit vrees alles toestaan, wat ik wil." „Daar is iets van waar, neefMeen je misschien, dat ik geen gelijk heb „Ik noem het onbeschaamd, om mij tot slachtoffer van een dergelijke chantage te maken." „Kom, kom, niet zulke dikke woor den. De Fransche lucht maakt je lastig. In Amerika was je veel aardi ger." Jacques Garaud werd woedend. Laten we geen grapjes maken," reide hij. „Ik ben minder bang, dan je wel meent." „Werkelijk, neef?" „Eén woord kan voldoende zijn om mij kwijt te raken. Maar wat voor nut heeft dat? Geloof ie werkelijk, Uit den dienst. Men schrijft aan het „Vad." Eenige dagen geleden kwam er bij hetregiment infanterie, liggende in D.H. een schrijven binnen van den Minister van Oorlog,inhoudende het verzoek te onderzoeken of er bij dat regiment een zekere V. G. diende, en zoo ja, of hij het ook was wel. 's Morgens negen uur. „V.G. „Present, sergeant." „Bent u V. G. „Jawel, sergeant." „Bent u heusch V. G. „Ja zeker, sergeant." „Wilt uidan dadelijk bij den kap'tein komen „Ja, sergeant." Bij den kapitein. „Is u V. G. „Ja kapitein." „Kunt u bewijzen, dat u V. G. wel zijt ?"- „Ja, ik ben V. G." „Hoe zijn uw voornamen?" „Adriaan Leonardus." „Geboren „18 Maart 1899." „Hoe heet uw vader." ',Van G" „Voornamen „Pieter Johannes." „En uw moeder?" „Johanna Maj;ia." Hoe heet ze van zichzelf V. G. noemt een naam. Klopt. „U heeft gediend in..... „Oldenbroek en D. H. „En in Werkendam 1" In Werkendam Nooit geweest „Jawel dat staat hieru hebt in Werkendam gediend." „Ja, maar neemt u me niet kwalijk, kapitein in de militaire administratie kan ook wel eens een vergissing plaats hebben." „Zoo „Ja, misschien is de administratie spaak geloopen, toen met dien brand in de Oranjekazerne, wat juist viel onder mijn diensttijd." „Nu, u bent dus niet in Werkendam geweest „NooitKaptein." „Wat heeft u in D. H. gedaan Ik ben op het bureau werkzaam ge weest." „Op welk bureau, waar'stond dat?" Dat en dat, daar en daar. Ook goed. „Wat waren die werkzaamheden?" „Ik bediende de telefoon." „Wie stond er aan het hoofd." „Een sergeant-majoor.".. „Hoe heette die sergeant-majoor „Ja ziet u zijn eigenlijke naam is me ontschoten, ik weet zelfs niet of ik hem ooit bij zijn waren naam gekend dat ik tijdens mijn leven een schan daal zou dulden Bij de eerste geruch ten zou ik me voor het hoofd schieten en van mijn fortuin zou je geen cen time krijgen, want mijn heele vermo gen behoort mijn dochter toe. Het is dus in je eigen belang mij te sparen. Wat je tegen mij zoudt beginnen, is tot je eigen nadeel." Ovide voelde, dat zijn gewaande neef waarheid sprak. Als hij de lijn tjes te strak aan zou trekken, liep hij gevaar voor altijd de brandkast van Harmant voor hem te zien dicht gaan, waaruit hij nog zooveel hoopte te trekken. Het was dus geraden, met meer zachtheid te werk te gaan. Ovide sloeg daarom aanstonds een milderen toon aan „Koaan, ie bent een goed mensch en hebt een te goed hart, om een bloed verwant in de" misere te laten." „Dat is geenszins mijn plan. Ik zal je in staat stellen behoorlijk te kunnen leven." „Ver van hier?" „Ja, ik sta er op, dat we elkaar zoo min mogelijk zien." „Dat is niet erg aardig maar goed. ik ben de kwaadste niet. Ik zal neb, maar zijn scheldnaam weet ik nog wel." „Hoe is die dan?" „Schoppen-boer." Dat klopt, de bewuste sergeant-ma joor moet net zoo'n gezicht hebben als de schoppenboer in het kaartspel. „Waren daar nog meer miliciens werkzaam „Jawel kap'tein, twee." „Teeken het bureau eens uit." Nu kan men niet van iedereen ver wachten, dat hij teekenen kan, maar V. G. bracht het er tamelijk goed af „Wijs me nu eens aan waar je geze ten hebt." Dat was fout, daar hing de telefoon niet. O. m. is nu de sergeant-majoor bin nengekomen, die V. G. aangeduid heeft met den naam van schoppenboer. „Wijs nu den sergeant-majoor eens aan onder wien je gediend hebt." Dat gaat V. G. niet al te best af. „Nu, zegt Schoppenboer, „ik sta toch bekend als Schoppenboer," en toen eensklaps „Hoe gaat het met je vader „Och, dat weet u toch wel." Wat weet ik toch wel „Dat ik me niet met mijn vader be- mo ei." „Waarom niet „De ouderlijke macht is mijn vader toch ontnomen." Dat allemaal klopt precies. „Zet ereis je handteekening." „Ja maar, waar is dat toch allemaal voor, u maakt me zenuwachtig met al dat gevraag. Ik wil met plezier mijn handteekening zetten, maar u moet niet denken, dat hij precies met de vorige overeen zal stemmen nu ik zoo zenuwachtig ben." V. G. zet zijn handteekening, met de opmerking dat hij toch V.G. is. On der den bedrijve is het zoowat drie uur in den middag geworden. Dan treden miliciens A. en B. bin nen. ,Zeg eens, V. O. zijn dat nu A. en B. „Ja kap'tein, dat zijn zedat is A. en dat is B." „Ja," zeggen A. en B„ „maar jij bent V. G. niet, met jou hebben we niet gewerkt." Nu Heeren," zegt V. G„ „ik zal het maar zeggen, ik ben de knecht van V. G. en voor mijn baas onder de wape nen." Tableau. De pseudo V. G. werd oogenblikke- lijk naar huis toegestuurd en zijn baas, de werkelijke V. G- zal jhem moeten komen vervangen. Het is een jong expediteur uit A. en diens verrader heeft blijkbaar niet geslapen. Omdat dit zoo'n uitzondering is het komt misschien wel eens meer voor dat een knecht voor zijn baas dient, doch dan kwam het niet uit, maar sinds men- schenheugenis is zoo'n geval nooit openbaar gemaakt zal V. G. (de ware) geen zwaren douw krijgen doch hij zal toch wat zijn knecht aan eten opgegeten heeft, omgerekend in geld en wat hem aan traktement is uitbe taald moeten nadienen. De knecht was al van verleden week Maandag af onder de wapenen. Hij heeft zich in het kruisvuur van vragen kranig gehouden, mijn petje af voor zoo'n knecht. Maatregelen bij eventueele spoorwegstaking. Een sensationeels gesehie- ORDE EN ARBEID. Het groote vraagstuk der bedrijfs organisatie. ROTTERDAM, Maandag 18 Sept. Binnenlandsche Granen. Tarwe, met ruimer aanbod, flauw en onver kocht, puike uitgezochte 10.40 10.75, overigens naar qual. 9—10.25. Rogge 8.759.25. Gerst Chevalier 9.7510, Winter en Zomer niet ge toond. Haver onveranderd 8.25 9.75. Erwten kleine groene minder ter markt en hooger in prijs. Zaden. Lijnzaad. Voer- 1819, zaai- 2023, mosterdzaad bruin 4548, karwiizaad 8590, kana- riezaad 18—20. AardappelenZeeuwsche blauwe 2.30—2.70, dito bonte 2.40—2.90, poters 0.90—1.30, Zeeuwsche eigen heimers 1.50—1.80, spuische dito 1.80—2.20, blauwe 1.80—2.10, blauwpitten 1.80—2.50. Eieren. Zeeuwsche en Overmaasche 8.50—10.50. Vlas. Aangevoerd 3960 K.G. blauw 1.502, 6000 K.G. Groningsch 1.40 —1.65, 6000 K.G. Wit 1.15—1.40, 2250 K.G. dauwroot 1.201.30. Vee. Heden waren aangevoerd 398 vette runderen, 302 vette en gras kalveren, 1393 schapen of lammeren, 627 varkens. De prijzen waren als volgt: Koeien le qual. 1.351.40, 2e 1.251.15, 3e 1.050.95, ossen le qual. 1.30—1.37%, 2e1.20—1.10 3e 10.90, kalveren le qual. 1.20— 140, 2e 1.10—1, 3e /0.90—0.80, sc.hapen le qual. 0.80—0.90, 2e 0.70 0.60, 3e 0.50, lammeren /0.65— 0.95, varkens le qual. 1.041.09 2e 1.02—0.98, 3e 0.95—0.85, licht SOort 1—0.90 per K.G. Vet vee en vette kalveren in alle qualiteiten ma tig verhandeldprima qualiteiten stationnair. Schapen en lammeren met matigen handel bij redelijken aanvoer. Varkens bij den aanvang der markt met matigen handel wegens hoQge vraagprijzen. Prijzen waren over het algemeen hooger dan de vorige week. AMSTERDAM, 18 Sept. Vee. Ter markt waren heden aangevoerd 497 vette koeien, waarvan de prijzen wa ren le qual. 1.15—1.40, 2e qual. 0.90—1, 3e qual. ƒ0.700.80 per K.G.90 melk- en kalf koeien 350— 600'per stuk 59 graskalveren 40— 90 35 nuchtere kalveren 1423, 276 schapen 25—45 per stuk 533 vette varkens le qual. 1.28, 2e qual. 1.2b, spekvarkens 1.24 per K.G. schoon- gCAMSTERDAM, 18 Sept. (Bericht v lac. Knoop.) Aardappelen. Zeeuw sche bonte 2.90—3.25, idem blauwe 2.75—2.80, idem eigenheimers 1.70 i .80, idem blauwe eigenheimers j.90-1-2, Noord Hollandsche blauwe 2.20—2.30, idem bonte 2.50—2.60, Zeeuwsche Eigenheimer poters 1.20 1.50, Hillegommer zandaardap- pelen 3.50—4.50, schoolmeester? 2 40—2.60 per hectoliter. AMSTERDAM, 18 Sept. Boter. (Centrale Botermijn). Hoogste prijs ƒ2.40, middelprijs ƒ2.15, laagste prijs 1.72. AXEL, 16 Sept. Granen. Ter graan markt van heden waren de prijzen: Tarwe 10, rogge 8.50, gerst 9.50 erwten 17.75. BROEK OP LANGENDIJK, 16 Sept. (Weekbericht Langendijker Groentenveiling.) Deze week werden aangevoerd 149.000 stuks bloemkool. De prijzen zijn vrij goed te noemen, zelfs nog iets hooger dan vorige op gave, voor het soort Leéerf werd be steed van ƒ5.10 tot 11.50 en voor Langendijksche soort 1.407.10 de 100 stuks van deze laatste|soort zal volgend jaar wel zeer weinig geplant worden, daar ze door Le cerf zijn ver drongen. Roode kool, pr. 0.40—2.50, gele kool ƒ0.40—2.60, witte kool 1.201.80, aanvoer resp. 589, 299. 800 en 675.000 K.G. of 156 wa gons. Witte kool per wagon van 10.000 K.G. brachten 122129 op per wagon. Boswortelen worden duur der, doch er werd ook slechts 1770 bos aangevoerd, prijs ƒ2.50—3.80. Losse wortelen (peen), aanvoer 13.150 K.G. prijs 6.90—2 per 100 K.G. Nep, aanvoer 17.300 K.G., waarvan de handel vlug, prijzen iets hooger dan vorige opgaaf, n.l. zilvernep 9.20— 10.40, gele nep ƒ4—6.20, drielingen 2.50—3.60 per 100 K.G. Uien, aan voer 59.460 K.G., prijs 2.304.20 per 100 K.G. Een paar partijtjes ram menas werden geveild en brachten ƒ2.50—6.80 op per 100 K.G. Sla- boonen aanvoer 4172 K.G., prijs ƒ7.10—12.70; van dit artikel wordt nu nog heel wat geplukt. Snijboonen een paar partijtjes gingen voor 20— 28.40 de 100 K.G. Aardappelen, aan voer 152.000 K.G., waarvan de prij zen Schotsche muizen 1.904.70, schoolmeesters 1.504.10, blauwe ƒ2.80—4.20, eigenheimers 1.10—3, graafjes 6.80—7, due 1.50—2.30, kriel 1.50—1.60, alles per 100 K.G. Op de Alkmaarsche Land- en Tuin bouwtentoonstelling behaalde de Langendijker Groenten Centrale voor haren stand deze week de gouden medaille. ENKHUIZEN, 16 Sept. Aardap pelen. Blauwe /|1.101.30 (middel- markt "1.18),^blauwbonte 1.05 per baal (50 k.g.). Peren Williams 5.90— 6.25, Beurré d'Amalis ƒ4.75—5.15, Beurré de Mérode ƒ4.85, Cons, de la Cour 3.35—3.60, Zom'ersistermain 2.40, Durandeau 4.40, Beurré Har dy 7.85, Bonne Louise ƒ12.50 per 100 pond. Slaboonen f 0.751.75 peP zak (30 pond). Pruimen blauwe 3— 5 ct„ roode 4—10 ct., gele 5 ct. peP pond. GOUDA. Bloemenveiling 18 Sept. Dahlia's 545 ct.; Rozen 10—25 et.j Anjers 10—15 ct.; Heliantus 20 ct.; Plox 3—10 ct.; Gladiolen 10—20 ct.; Asters 2—6 cent per 10 stuks. mijn mond wel houden. Alleen zou ik zoo nu en dan in de Murillostraat je willen opzoeken, om mijn nicht te zien, waarvan ik dol veel houd, hoe wel zij niet van mij houdt." „Later." „Goed, ik zal wachten. Vertel me nu, wat je denkt te doen voor me." „Ik zal je twaalf duizend franken per jaar betalen." „Duizend franken per maand zeide Ovide met verachtelijken blik, hoewel hij inderdaad best tevreden was. „Het is niet veel, maar enfin, ik zal mijn behoeften weten in te krimpen." Ik zal je bovendien nu dadelijk nog vijfduizend franken geven om je in te richten en de eerste maandelijk- sche termijn van duizend franken er bij eeven." „Ik kriiv dus nu zes duizend fran ken en elke maand kan ik dan mijn billet van duizend franken komen halen." „Niet hier," antwoordde de indu strieel. „Het geld wordt je toegezon den." „Bij mij thuis, dus in de woning die ik zal saan betrekken. Als ie niet wilt, dat ik bij jou kom, hoop ik in elk geval, dat je tenminste bij mij eens komt inloopen." „Dat wil ik wel doenbedenk evenwel, dat ik al je eischen direct heb ingewilligd en als ge met nieuwe zoudt komen of nog erger met bedrei gingen, zou je ongeluk brengen over ons beiden." Hierop ontsloot Paul Harmant zijn brandkast, nam er een bundel bank papier uit en reikte aan zijn gewezen compagnon zes briefjes van duizend toe. „Dank je wel, neef!" zeide-Ovide en liet het geld in zijn binnenzak ver dwijnen. „Nu zou ik het aardig vin den, als we samen de lunch gebruik ten, we kunnen dan een glas drinken op het wederzien." „Dat is vandaag onmogelijk. Zoo dra je een vast adres hebt, zal ik je komen opzoeken." „In orde. Altijd goede vrienden Ik zeg maar, je zult je niet te bekla gen hebben over mij. Mocht je me soms noodig hebben voor 't een of ander, ik ben tot je dienst." Er werd even geklopt ei\ de bedien de, bij wien Ovide gewacht had, trad binnen. „Wat is er," vroeg de industrieel. „Mijnheer Lucien Labroue zou u willen spreken." Bij het hooren van dien naam spit ste Ovide de ooren en nam den jongen man bij het binnenkomen scherp op. „Ik wil u niet langer ophouden, mijnheer Harmant," zeide hij ver vol gens. „Ik reken op de belofte mij ge daan." „Wees daar gerust op." Terwijl Ovide terugwandelde naaP de tram, dacht hij bij zich zelf: „Die jongen zei duidelijk Labroue en de ingenieur door Jacques Garaud vermoord en bestolen heette ook La broue. De zoon van het slachtoffer in dienst van den moordenaar. Dat is al bijzonder merkwaardig. Toch moet 't wel zoo zijn en nu wordt he* mij duidelijk, waarom mijn dierban neef niet wilde, dat ik in de fabriek kwam. Daar zit wat achter, dat Jacques dien jongen man in dienst genomen heeft. Wat, ik weet het niet,, maar daar kom ik wel achter." ^.Wordt vervdgdOi -a ~"%'4 -A a»/> Vm.*'J •Ill Besluiten der Engelsche regeering. LONDEN, 18 September. Het vraagstuk van het naburige Oosten is vandaag nauw gezet overwogen in twee bijeenkomsten van den ministerraad met de hooiden van het leger, vloot en luohtvaart. Met name zijn de maatregelen besproken die noodig zijn om de vrijheid van de zeeëngte te waarborgen, bij aldien de Kemalisten deze ernstig mochten bedreigen. Voorzieningen zijn getroffen om alle drie militaire diensten te versterken. Zoo noodig zullen versterkingen uit Engeland worden gezonden, ofschoon de regeeringen te Australië en Nieuw-Zeeland hulp heb ben toegezegd. Verschillende strijdkrach ten in Engeland worden reeds geconsig neerd gehouden. Een openlijke verklaring omtrent de maatregelen, die de Engelsche regeering zal nemen, indien de Turksohe nationa listen de onzijdige strook aan de zeeëngten mochten schenden en trachten den oorlog naar Europa over te brengen, zal naar men hoopt en verwacht voldoende zijn oon de Turken van zulke agressieve daden te weerhouden. De conferentie was van oordeel, dat een waarschuwing langs dipJomatdeken weg aan de Turken, die opgetogen zijn over hun overwinning op de Grieken, niet kan worden beschouwd als een voldoende waarborg, wanneer zulke groote belangen als de vrijheid der zeeëngten op het spel staan. Hier verluidt, dat sommige raadslieden van Moestafa KemaL hem hebben aange spoord de onzijdige strook binnen te ruk ken en de vijandelijkheden op Europeesch gebied voort te zetten. Enkele toesjyaken van Kemal zijn bovendien niet van een aard, die vertrouwen kan wekken in het zelfbedwang der Turksche nationalisten. Daarom zijn de Engelsche ministers tot de slotsom gekomen, dat het voor alle partijen het beste is en 't meest bevorder lijk voor het behoud van den vrede, als het vaste voornemen wordt geuit om be slissende maatregelen te nemen, ingeval de Turken de waarschuwing der Geallieer den m den wind mochten slaan. Het is echter van belang, dat geen mis verstand ontstaat over de bedoelingen van de Engelsche regeering indien zij tot deze maatregelen mocht overgaan. Het zijn doortastende maatregelen met een vreed zame bedoeling, die in werking zullen treden ingeval de Turksche nationalisti sche strijdkrachten, die op korten afstand van de onzijdige strook staan, door een onberaden actie een emstigen staat van zaken mochten uitlokken. Te Londen verwacht men niet dat. het tot uiting zal komen en men wenscht dat nog minder. De bladen melden, dat Kemal heeft verklaard Engeland niet als vijand te beschothven en Engeland wenscht stel lig geen vijandelijkheden met de Turken. De maatregelen door de Engelsche re geering getroffen, zijn louter voorzorgs maatregelen en men hoopt en vertrouwt, dat Kemal zich zal onthouden van een aanval, die den oorlog zou ontketenen. Lord Curzon, de Engelsche minister van buitendandsche zaken, vertrekt morgen naar Parijs om met Poincaré te co-nferee- ren over den poldtieken toestand, vóór deze zijn rondreis door Zuid-Frankrijk begint. De Evening Standard schrijft over den toestand in den Levant: De Engelsche re geering heeft besloten haar standpunt on omwonden te kennen te geven, omdat de Kemalistisohe Turken blijkbaar een krasse waarschuwing noodig hebben. 'De Pall Mall Gazette zegt: Daar het in het hoogste belang van Europa is de ramp van een nieuwen oorlog te voorko men, moeten de Geallieerden het hun plicht achten te beletten, dat vuur en zwaard van het eene vasteland op het andere overslaan. LONDEN, 18 September. Thans is uit gemaakt, dat lord Curzon morgen naar Parijs gaat om met Poincaré den p'oli- tieken toestand te bespreken. Reuter verneemt uit gezaghebbende bron, dat er geen sprake van is, dat het Engelsche kabinet ook maar iets zou ondernemen in den geest van een nieu wen oorlog. De zaak is eenvoudig, dat de geallieerde troepen in de onzijdige streken voor elk mogelijk gevaar be schermd moeten worden en niet het ontketenen van een oorlog tegen wien ook. Indien Kemal de onzijdige streken niet schendt, zal er niet gevochten wor- nen, doch in het andere geval schijnt geen andere keus dan toe te geven of te vechten. Lloyd George heeft aan de eerste mi nisters van Australië en Nieuw Zeeland geseind: „Uw prompt antwoord op ons verzoek inzake troepen voor het afwij zen van eiken aanslag tegen de vrijheid van de zeeëngten en de heiligheid van Galipoli is hier met geestdrift ontvan gen. Het Rijk kan geerf opoffering van de resultaten van de overwinning van zijn zonen op het Oostelijk oorlogstoo- neel veroorloven. De hulp der dominions. MELBOURNE, 18 September. De voor naamste generaals zijn er van overtuigd, dat de oud-strijders in geval van nood weer dienst zullen nemen. Generaal Mo- nash, die de Australiërs heeft aan gevoerd in Frankrijk in 1918, zegt dat binnen drie of vier weken een brigade ter inscheping gereed zou staan. Van alle kanten komen verzoeken om dienst te mogen nemen. WELLINGTON, 18 September. In heel Nieuw-Zeeland stroomen de vrijwilligers toe naar de werfkantoren. Tegenstrijdige berichten. LONDEN, 18 September. Reuter ver neemt, dat de jongste telegrammen uit Smyrna, welke van Zaterdag gedateerd zijn, de alarmeerende berichten over het groot aantal dooden niet bevestigen. Er is slechts één Engelschman vermoord. Men verzekert nu ook, dat het Italiaan- sche consulaat ook niet beschadigd is, evenmin als de Engelsche en Fransche spoorwegen. Men schat, dat er alleen in Smyrna 200.000 vluchtelingen zijn, in hoofdzaak Grieken en Armeniërs. Het Amerikaansche roode kruis voedt dage lijks 15.000 lieden, in afwachting, dat zij afgehaald zullen worden. MALTA, 18 September. Men schaf, dat er te Smyrna 100.000 christenen zijn vermoord. Dichte menigten vluchtelingen zijn met machinegeweren in de bran dende stad teruggedreven. ATHENE, 18 September. De Amieen- sche metropoliet te Smyrna, wiens ver moording gemeld was, is te Athene aan gekomen. GENèVE, 18 September. De volken bondsvergadering heeft vaïldaag opnieuw een algemeene bijeenkomst gehouden. Voorzitter Edwards deelde mee, dat van den koning van Spanje een telegrafische dankbetuiging was ingekomen voor de gelnkAvenschen bij het derde eeuwfeest van de eerste reis om de wereld. Jhr. Loudon bracht als voorzitter van de zes de commissie verslag uit, strekkende tot toelating van Hongarije tot den bond. Osuski (Tsjecho-Slowakije) merkte op, dat de Hongaarsche regeering niet ten volle de bepalingen van het verdrag van Trianon inzake ontwapening en minder heden nakomt. Graaf Banffy heeft ech ter namens zijn regeering plechtig op zich genomen alle internationale verplich tingen na te komen, welke voortvloeien uit de verdragen en de nadien geslo ten overeenkomsten. Wegens deze plech tige verklaring hebben de Tsjecho-Slo- waksche, Roemeensche en Zuid-SlaviSche afgevaardigden in de zesde commissie de toelating van Hongarije aanbevolen. Daarop is Hongarije, bij de voorgeschre ven hoofdelijke stemming, met algemeene stemmen door de algemeene vergadering tot den bond toegelaten. De voorzitter wenschte het nieuwe lid geluk met zijn toelating en verzocht de Hongaarsche afgevaardigden in de ver gadering zitting te nemen. Mej. Bonnevie (Noorwegen) bracht verslag uit over den handel in opium en andere bedwelmende middelen. De ver gadering besloot bij alle regeeringen aan te dringen op de volstrekte noodzake lijkheid om zonder verwijl het stelsel van de in- en uitvoer-certificaten te aan vaarden. De vergadering besloot voorts den raad aan te bevelen een dringend: uitnoodiging te richten aan de regeering van de Vereenigde Staten om een af gevaardigde te benoemen in de opium commissie van den Bond. Lord Chelms ford (Eng. Indië) sprak de wenschelijk- heid uit, dat alle regeeringen de be sluiten van de opium-commissie zonden toepassen. Dr. Nansen las een telegram voor van den toegevoegden hoogen commissaris voor do Russische vluchtelingen te Kon- stantinopel, waarin deze dringend ver zoekt de organisatie van het commissa riaat in het werk te mogen stellen voor het redden van de duizenden Grieksche en Armeensche vluchtelingen nit Smyrna en Broessa. De vergadering besloot, dat do vijfde commissie (voor de vraagstuk ken van. naastenliefde) vandaag nog zou nagaan welk gevolg aan dit verzoek moet worden gegeven. Nansen s telde bovendien een motie voor om den Raad uit te noodigen onverwijld maatregelen tegen den dreigenden toe stand van oorlog te overwegen, welke ter onderzoek aan de bommissie van ini tiatief zijn toegezonden. GENèVE, 18 September. In de ver gadering van vandaag heeft Nansen, na de voorlezing van het telegram van zijn plaatsvervanger te Konstantinopel, ook nog gevraagd of de Volkenbond niet, volgens art. 2 van zijn statuut, maatregelen moet nemen om metterdaad den vrede der volken te bewaren in 't geschil dat tengevolge van den emsti gen toestand in Klein-Azië dreigt uit te barsten. Hij vroeg toestemming voor het indienen van een motie inzake daartoe strekkende stappen en om den Raad uit te noorligen onmiddellijk maat regelen onder het oog te zien om aan de vijandelijkheden een einde te maken. Dit voorstel is aan de initiatief-com missie toegezonden, evenals een motie van lord Robert Cecil over de Arme niërs. MELBOURNE, 18 Sept. Hughes heeft den Australischen afgevaardigde bij den Volkenbond opdracht gegeven onmiddel lijk de Oostersche kwestie ter tafel te brengen, ten einde den vrede te vor- zekeren. BERLIJN, 18 Sept. Verscheidene bla den meenen uit den snellen terugkeer van Havenstein uit Londen te mogen besluiten, dat de onderhandelingen met de Bank van Engeland gunstig afge- loopen zijn. BERLIJN, l'i .opt. Na afloop van de bespreking tan den uitslag van Ha- venstein's zending door het kabinet, zal onmiddellijk de Belgische nota beant woord worden, en wel, volgens hetBer liner Tageblatt, waarschijnlijk nog in den loop van deze week. BERLIJN, 18 Sept. Naar Wolff ver neemt is Havenstein, de president van de Rijksbank, uit Londen teruggekeerd en heeft vanochtend den rijkskanselier verslag uitgebracht over zijn besprekin gen daar. Vanmiddag komt het rijks kabinet bijeen ter beraadslaging over het schadevergoedingsvraagst.uk. HAMBURG, 19 Sept. In de nabu rige stad Wandsbeck is de nieuwe aan bouw van het verkoophuis Carsthat in gestort. Tot nu toe zijn 3 dooden ge borgen. Een vierde doode ligt nog on der de puinhoopen. Verscheidene perso nen zijn bovendien gewond. NEW-YORK, 18 Sept. Na 32 dagen hard werken is een reddingsbrigade er in geslaagd in de mijn door te drin gen, waar een aantal arbeiders tenge volge van een brand zijn omgekomen. Men hoopte nog eenige slachtoffers te vinden. PARIJS, 18 Sept. De ministerraad zal niet Donderdag, zooals oorspronkelijk was vastgesteld, doch reeds Dinsdag bijeen komen. 79 „Wie." „A. en B." Het „Weekblad van de Nederl. Vereeni- ging van Spoor- en Tramwegpersoneel" zegt bijzonderheden te kunnen geven over de maatregelen, die de regeering alreeds met bel oog op een mogelijke staking van het spoorwegpersoneel genomen heeft. Volgens het biad kunnen, zoodra een spoorwegstaking zal zijn uilgebroken alle plaatselijke commandanten op vertoon van een legitimatie-kaart ter bestrijding van de voorloopige kosten beschikken over een bedrag van 2000. Een ander voorschrift is, dat onmiddel lijk tot het vorderen van auto'§ kan wor den overgegaan. De plaatselijke comman danten kunnen zelfstandig de bedragen vaststellen die als vergoeding zullen wor den gegeven. Deze bedragen zijn 10, 15, 20 en zelfs meer per dag. Alle slijtage komt voor rekening van de regee ring. De verrekening geschiedt met het ministerie van oorlog, dat de gelden voor schiet om ze ia (er op de rekening van andere departementen te bryigen. Aan de militairen, die in het geweer komen, zullen de volgende vergoedingen toegekend worden: een majoor ontvangt 13.39 per dag als traktement, plus een bijslag van f 6 en. indien hij gehuwd is, nog eens f 2; een gewoon soldaat 3.56 traktement, 4 bijslag en, zoo gehuwd, ook 2 perdag. Zoo noodig kan admini stratieve hulp tegen een vergoeding van 10 daags aangenomen worden. De geheele organisatie treedt in werking na ontvangst van een telegram dat luidt: Verwacht vervoer. Een vreemde geschiedenis wordt in Ber gen (N.-H.) de laatste paar dagen bespro ken. Zij komt hierop neer: In een pen sion aldaar woont sinds geruimen tijd een dame, een niet geheel toerekenbare vrouw, met haar twee kinderen. Een zeer hoog pensiongeid werd daarvoor betaald door de rijke familie. De leidster van heUpen sion, een verpleegster, kon het niet te best vinden met den zoon dezer dame, en, hoewel het hoofd der U. L. O.-school verklaarde, dat hij een zijner beste leer lingen was, wist zij een paar doctoren over te halen, te bewerken, dat de jongen in een inrichting voor zwakzinnigen te Apeldoorn zou worden geplaatst. De be doeling zou zijn, dat vóór zijn meerder jarigheid de ontoerekenbaarverklaring van den jongen werd uitgesproken. Ter voor bereiding van die opzending werd de jon gen reeds voor een week in zijn kamer op gesloten. Gisteren echter gelukte het hem te ont vluchten, waarna hij toevlucht zocht bij een in Bergen wonende dame, goed be kend met zijn familie. Zij riep de hulp in van een dokter, die terstond een be kend psychiater met het geval in kennis stelde. Deze op zijn beurt stelde zich in verbinding met bovenbedoelde doctoren en verbood de opneming in een inrichting te Apeldoorn. De pensionhoudster, op de hoogte gebracht van het gebeurde, wendde zich tot een advocaat en bewoog de moe der van den jongen (die dame staat geheel onder den invloed der pensionhoudster) om haar zoon op te eischen. De advocaat stemde toe in het verblijf voor den eenen nacht van den knaap ten huize van haar, waar hij toevlucht had genomen. Later deed hij het voorstel den jongen te doen opnemen bij een kennis van de pension houdster, doch hierop wilde de straks be doelde dame niet ingaan. Een advocaat in Alkmaar door haar geraadpleegd, heeft den officier van justitie in kennis gesteld. De voogdijraad is bovendien in de zaak gemengd en heeft reeds een commissie benoemd, die naar een en ander een on derzoek zal instellen. In het dorp wordt de kwestie nogal be sproken. Velen zien in de handelwijze van de pensionhoudster een poging om zich voor langeren duur het verblijf te harer huize te verzekeren van de* drie personen, waarvoor zoo goed betaald wordt. Zij zou bevreesd zijn, dat de jongen bij zijn meerderjarigheidsverklaring met zijn moe der en zuster vertrok. Over de behande ling, die de jongen van haar ondervond, doen allerlei verhalen de ronde, die echter moeilijk controleerbaar zijn. Het gerech telijk onderzoek zal wel uitimalfen wat er van waar is en of de handelwijze der pensionhoudster gerechtvaardigd is. Het Bestuur van de Federatie der Dioc. R. K. Volks- en Werkliedenbonden in Ne derland verzoekt ons, naar aanleiding van het onlangs door het Bureau voor de R. K. Vakorganisatie in verband met het verschijnen van het artikel: „Het groote vraagstuk der Bedrijfsorganisatie" van Henri Hermans, gepubliceerde commu niqué om opname van het volgende: Het bestuur van bovengenoemde Fede ratie heeft het communiqué en het daarin .bedoelde schrijven besproken en meent: le. dat wel niemand vermoed zal heb ben, dal de heer Hermans zijne artikelen schrijft in overleg met het bestuur van het R. K. Vakbureau, evenmin als de Federa tie met dat bestuur overlegt omtrent het geen zij door haar brochure-handel wil verspreiden; 2e. dat op het terrein van sociale we tenschap geen alleeh-zaligmakende leer kan worden aanvaard en iedereen dus vrij blijft er een eigen meening op na te hou den, ook de heer Hermans, al is deze voorzitter van de Federatie; 3e. dat het niet in het belang der Ka tholieke sociale beweging en speciaal van de arbeidersbeweging zou zijn, de vrije meeningsuiting op het terrein van eene vrije wetenschap te onderdrukken, om dat dit leven en warmte en ontwikkeling zou beletlen; 4e. dat overleg, zooals door het' Bu reau-bestuur verlangd, blijkens het slot van zijn communiqué niet zoo geleid heb ben tot overeenstemming in welk geval slechts twee mogelijkheden bleven: óf de heer Hermans zou afgezien hebben van zijne publicatie, óf hij zou dit niet hebben gedaan. In het eerste geval zou eene vrijheid zijn onderdrukt, die het Federatie bestuur in het welbegrepen belang der sociale beweging meent te moeten bescher men en in het tweede geval zou werkelijk een conflict geschapen zijn, omdat werd gehandeld tegen het Bureau-bestuur; 5e. dat de oplossing der kwestie van de bedrijfsorganisatie van veel verdere strekking is, dan de regeling der verhou dingen tusschen werkgever en werknemer; 6e. dat de Federatie niet gebonden is door den inhoud van geschriften, bij den brochure-handel der Federatie verschenen, doch voor dat instituut de vrijheid opvor dert om te verspreiden die geschriften, welke het gezichtsveld van ons volk kun nen verruimen; 7e. dat fiet Vakbureau-communiqué het Federatie-bestuur noodzaakt langs denzelfden weg zijne inzichten te publi- ceeren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 6