tmmm mm.
LEVENSDURF
DE KLOVE
lakbbouw en vissbrerij.
Mag dat zoo maar
SINNENLANDSCH NIEUWS.
De nieuwe Minister van Marine.
De Katholieke Kamerclub.
De landbouw-aangelegenheden.
Het banderolle-systeem in de
Tabakswet
Het voorzitterschap der Tweede
Kamer.
De terugkomst van de Koningin
en den Prins.
Hollands zeeweringen en Hol-
landsche bezuiniging.
Aansporing tot zuinig beheer.
Ujt onze Oost.
Vreeselijk ongeluk op Malabar.
KUNST EN KENNIS.
„Die Sevenste Bliscap Onser
Vrouwen".
1
4
V f
Het laatste slachtoffer der Chl-
neezenreletjes.
Door gas gedood.
Een inboedel voor f 1.86.
Een nieuwe „Brandaris".
De geluidsproeven bij Oldenbrock.
Eindelijk geknipt.
Een nieuwe truc. -
Dienstweigering.
Drie villa's afgebrand.
„Luis" bij kippen.
SPORT IN SPEL.
0. H. V. B. 4 v
VOETBAL. - V
KMtKTBEÜWS,
De Notenkraker, het pamfletarisch bij
voegsel van „Het Volk", geeft een schimp-
plaatie van de reis van H. M. de Koningin
naar Skandinavië.
Er boven staat: „Onze eerste filmac-
trice in Scandinavië", en er onder: „De
belastingbetaler: „Wat een geestdrift!
Wat mij betreft kunnen ze haar voor de
helft van het honorarium daar in 't Noor
den engageeren!"
De reis van H. M. de Koningin is een
belang, een economisch belang en mis
schien meer dan dat, voor ons land.
Daartegenover weet „Het Volk" niet
beter te doen dan zijn lezers een schimp-
plaatje voor te zetten over Haar, die
grondwettelijk aan het hoofd staat van
ons land.
Mag dat zoo maar?
(.JDagbl. v, N. Br.")
Woensdag heeft aan 't departement
van Marine de voorstelling plaats ge
had aan der. nieuw opgetreden minis
ter, den heer Westerveld, van alle
subalterne officieren, ingenieurs en
ambtenaren tot den rang van commies,
werkzaam aan het departement.
Jn de vergadering van de Katho
lieke Kamerclub is het aftredende be
stuur herkozen, nl. dr. W. H. Noleais,
voorzitter; mr. M. J. C. M. Kolkman,
onder-voorzitter; ir. M. C. E. Bon-
jjherts, secretaris; dr. L. N. Deckeirs,
penningmeester en C. J. Kuiper, 2e
secretaris.
Naar wij vernemen, heeft de tijde
lijke voorzitter van den ministerraad,
de minister van Binnenl. Zaken, aan
zijn ambtgenooten verzocht alle aan
gelegenheden, hun departement betref
fende, waarbij rechtstreeks of zijde
lings de landbouw kan betrokken zijn,
niet tot een beslissing te brengen,
alvorens overleg' zal zijn gepleegd met
den minister, aan wien de behartiging
van de landbouwaangelegenheden in
het bijzonder is toevertrouwd.
Te 'sGravenhage is een protestver
gadering gehouden tegen de Tabaks
wet en vooral tegen het banderolle
systeem. Deze vergadering was belegd
door de besturen van den Eersten Nedl.
Bond van Kieinfabrikanten, te Am
sterdam; den Ned. Bond van Kiein
fabrikanten, te Rotterdam; het Agi
tatie-Comité van Kieinfabrikanten, te
Dordrecht en de Ned. Vereen, van
Tabakshandelaren, te Amsterdam.
Voorzitter was de heer Ch. Levit,
secr. der Ned. Vereeniging. De voor
zitter zeide, dat deze Tabakswet on
mogelijk te torsen is door de kiein
fabrikanten. Financieel en moreel wor
den zij ten gronde gericht. Spreker
hoopte, dat men als één man achter
het comité van actie zou staan, nu
men 31/, maand de lasten van deze
wet had te dragen gehad.
.Van verscheidene afdeelingen, die
niet vertegenwoordigd waren, waren
sympathiebetuigingen ingekomen.
Met algemeene stemmen werd ten
6lotte de volgende motie aangenomen:
„De vergadering, gehoord de bespre
kingen betreffende de banderolleering
der sigaren, overtuigd zijnde, dat de
kleinindustrie daardoor geheel zal ver
dwijnen, verzoekt Uwe Excellentie het
daarheen te willen leiden, dat de
Tabakswet in dier voege wordt gewij
zigd, dat de belasting geheven wordt
bij de bron (ruwe tabak) of door een
progressief vergunningsrecht.
Hierdoor kunnen een belangrijk aan
tal tabakshandelaren, welker zaken .op
deze kieinfabrikanten zijn aangewezen,
hen bedrijf voortzetten."
Bij Kon. Besluit is benoemd tot voor
zitter van de Tweede Kamer voor de te
genwoordige zitting Mr. D. A. P. N. Koo
ien, lid van deze Kamer.
Precies op den aangegeven tijd, 6 mi
nuten voor achten, stopte voor het Paleis-
perron te Apeldoorn de extra Koninklij
ke expres, waarmede de Koningin en de
Prins op Het Loo terugkeerden uit 't bui
tenland. Even voor de aankomst van den
trein had de Prinses het Paleis verlaten
en begroette haar ouders toen deze wa
ren uitgestegen. Langs een lange rij van
belangstellenden, die bij wijze van wel-
konj hoera's riepen, wandelden de Konin
gin, de Prins en de Prinses naar het Pa-,
leis. In de vestibule werd het echtpaar
door de Koningin-Moeder verwelkomd.
I Man schrijft uit Zuid-Zype:
De waterstaatkundige toestand van
Holland moge aan velen duidelijk zijn;
velen mogen weten dat de Noordzee
spiegel tweemaal in de 24 uren stijgt tot
boven de hoofden van Hollands bevol
king verreweg de meesten weten niet,
welke kostbare werken noodig zijn, om
ons land „uit wier en dras geweld"
vrij van het zeewater te houden.
Onze duinenreeks, die sedert eeuwen,
proefondervindelijk bestand Ï3 gebleken,
niet alleen tegen hooge waterstanden,
maar ook tegen het woeste geweld der
golven bij den hevigsten stormvloed, is
slechts daar betrouwbaar, waar zij een
groote breedte heeft. Die" voldoende
breedte wordt gemist in Delfland, bij
's-Gravenzande en tusschen Oamp en Pet
ten. Sedert jaren worden daar kostbare
verdedigingswerken, bestaande in steen-
glooiïngen en honderden strandhoofden
onderhouden om het woedende element
te beteugelen. Tonnen gouds zijn daar
voor jaarlijks noodig, want al heeft de
bekwame technicus hier wetten gesteld,
de Noordzee toont zich altijd de meer
dere en vernietigt soms in enkele uren,
wat met veel moeite en groote kosten
werd uitgevoerd.
De kracht der golven wreekt zich het
meest op de uiteinden der zoo even
genoemde strandhoofden, omdat deze ge
deelten aan de ongebroken kracht in
eersten aanval hebben weerstand te bie
den. Daarom worden deze einden zóó
gebouwd, dat bazaltblokkea van 500 tot
1000 E.G. zoo dicht triogelijk mét leen
vrij effen oppervlak naast elkaar ge
plaatst worden. Op 't oog lijkt dit ge
heel onverwoestbaar, maar de ondervin
ding bewijst, dat één stormvloed dik
wijls voldoende is, alles uit elkaar' te
slaan en de zware blokken als knikkers
voort te rollen.
Daarom heeft men getracht andere
[middelen te beproeven en men schijnt
daarin geslaagd te zijn.
De technische ambtenaar bij den R.
W. S., de heer J. H. Kuiper, te Petten,
heeft een constructie uitgevoerd in ge
wapend beton, waardoor blokken verkre
gen werden van 25.000 K. G. Deze
z.g. caissons werden op de zeewering ge-
maaktfc over zwaarspoor naar het eind
van het hoofd vervoerd, daar, onder
■tfater, door middel van aangebrachte
trechters met beton gevuld en vervolgens
stevig verankerd. Genoemde technische
ambtenaar is hiermee in 1919 begonnen
en de einden der hoofden, die de nieu
we bewerking ondergingen hebben in al
die jaren niet de minste schade geleden.
Het voornaamste dezer vinding is de
aanmerkelijke kostenbesparing; het aan-
brehgen dezer betonblokken kost per
strandhoofd ongeveer f 10,000, terwijl de
gewone wijze van werken met rinkstuk
ken en bazaltsteen een uitgave vordert
van ongeveer f 50,000 per hoofd en niet
afdoende blijkt.
De nieuwe vinding wordt tot nog toe
alleen toegepast bij de zeeweringen, die
onder het toezicht van den R. W. S.
staan, de besturen van Delfland en de
Hondsbossche te Petten gaan met de
oude werkwijze voort en maken daar
door jaarlijks een rekefling, die aan
zienlijk hooger is dan bij de Rijkswerken.
Als men in Noord- en Zuid-Holland
hoort klagen over de hooge belastingen,
die de ingelanden der hoogheemraad
schappen moeten betalen voor het onder
houd van de honderden strandhoofden, is
men geneigd te vragen, waarom da Slaat,
die volgens hoofdstuk 9 der Grondwet
het oppertoezicht heeft over de zeewe
ringen, gedoogt, dat deze belangrijke
werken van nationaal belang worden be
heerd door polderbesturen, of waarom de
Staat niet een bezuiniging van zoo groe
ten omvang aan de betrokken polder
besturen voorschrijft.
De minister van Binnenlandsche Za
ken heeft de volgende circulaire tot de
commissarissen der Koningin in de on
derscheidene provinciën gericht:
„De nood der tijden noopt mij, hoe
wel mogelijk overbodig, uwe bijzondere
aandacht te vragen voor de uitnemende
belangen, welke met een uiterst zuinig
beheer van de gemeente-financiën zijn
gemoeid.
Hoewel de overgroote meerderheid der
gemeentebesturen zich voldoende hier
van doordrongen betoont, is er toch vol
doende aanleiding voor de vrees, dat de
betrekkelijke ruimte van middelen, welke
hier en daar aan gemeenten zijn toe
gevloeid, tot min oordeelkundig beheer
kan leiden.
Het is vooral met het oog hierop,
dat ik U.H.B.G. verzoek de burgemees
ters van uw gewest te wijzen op de
noodzaak om elke uitgaaf, hoe gering
ook, nauwgezet te toetsen, zich zooveel
mogelijk schrap te zetten als de on
vermijdelijkheid niet blijkt, en, mocht
hun verzet in den boezem van het ge
meentebestuur niet tot de gewensohte uit
komst leiden, zich te wenden tot hoo
ger gezag. Zoo noodig kan dan art.
70, tweede lid, Gemeentewet worden toe
gepast.
Wat de beslissingen van Gedep. Sta
ten inzake Gemeente-financiën aangaat,
reeds vroeger mocht ik te allen over
vloede, hun medewerking tot een spaar
zaam beheer inroepen. De opgedane om
dervinding maakt het onnoodig dit be
roep te herhalen; maar bet spreekt van
zelf, dat wanneer er eens een besluit
zou kunnen vallen, dat niet aan de zui-
nigheid6eisch beantwoordt, ik van U. H.
E. G. toepassing van artikel 32, 2de
lid der Provinciale wet verwacht.
Eindelijk zou het mijnen embtgtenoo-
ten en mij niet anders dan aangenaam
zijn, wanneer mijn aandacht werd ge
vestigd op maatregelen van hooger hand,
welke geldelijke gevolgen voor de plaat
eelijke kassen meebrengen, zonder dat
hetzij hert gewestelijk, hetzij het ge-
meentelijk bestuur de onvermijdelijkheid
erkent. Ik zal dan niet verzuimen met
den minister, onder wiens verantwoor
delijkheid zoodanige maatregel is geno
men, in overleg te treden.
Uit Bandoeng, d.d. 21 Augustus aan het
Bat. Nbld.:
Zaterdagmiddag, toen dr. de Groot op
het radio-station Malabar op het punt
stond voor het eerst met het volle ver
mogen naar Holland te seinen, is vermoe
delijk door een breuk van een lasch, de
draagkabel van de antenne losgeschoten,
waardoor deze neerstortte.
Er zijn twee dooden en vijf zwaar ge.
wonden, waarvan één ernstig, benevens
vele lichtgewonden, allen inlanders.
Dr. de Groot keerde eerst om twee uur
's nachts naar Bandoeng terug en was diep
onder den indruk daar een inlander vlak
naast hem door den neerstortenden ka
bel werd doodgeslagen. Hij zelf is als
door een wonder ontkomen.
De kabel is twee kilometer lang. Over
de" oorzaak bestaan nog vermoedens
waaromtrent voorloopig niets kan worden
uitgelaten.
Is het eene vermoeden juist, dan kan
de antenne binnen 14 dagen weer gesped
zijn.
De gezondheidsdienst te Bandoeng func
tioneerde buitengewoon slecht en kwam
eerst eenige uren na het ongeval op de
plaats des onheils, terwijl in plaats van
den dokter slechts een verpleger was
gestuurd. De dokter was aan het winke
len, terwijl ettelijke gewonden lagen te
kreunen van pijn.
Met geestdrift spreken nog zij, die in
1913 te 's-Hertogenbosch de Nationale
Tentoonstelling van Oude Kerkelijke
Kunst bezochten en niet verzuimden de
opvoering van het vijftiend'eeuwsche
mysteriespel „Die Sevenste Bliscap On
ser Vrouwen" bij te wonen, over de reine
en schoone sensaties, die zij bij het aan
schouwen van dit spel beleefden.
Mag bet daarom niet een goede ge
dachte fieeten, rÖaï men, nü té ürechT een
ujtgelezen schare van roomsche Neder
landers en de verdienstelijkste missie
ijveraars uit het buitenland te samen ko
men, dit teedere mysteriespel wederom
ten tooneele gaat brengen en daarmee
wil bereiken, dat niet alleen hij, die door
zijn studie in dagelijksch contact komt
met de oude en al lang vergeten schat
ten onzer Duitsche letterkunde, van zoo'n
parel onder de parelen kan genieten,
doch ook de breede volksmenigte, voor
welke een gang naar het theater veelal
de ontdekking is van rijkdommen, die
tot dan toe voor haar verborgen Waren?
De opvoering van dit mysteriespel be
oogt allerminst het bieden van leeg
„amusement", doch het onder de aan
dacht brengen, in plastischen, spreken
den vorm, van de schoonste waarheden
en waarachtige schoonheden, de won
derbaarste geheimen, die het katholicis
me bezit.
De wezenlijke roeping van het tooneel,
den mensch het beeld van zijn eigen ziel
te toonen en uit den voortgang der ge
beurlijkheden te brengen tot een klaarder
kennis van het goede, van de eeuwige
waarheden, wordt wel nergens beter vol
bracht dan in de middeleeuwsche spelen,
die van ongeforceerde vroomheid vol zijn
en toch als volmaakt-menschelijk en waar
aandoen.
Waar dan velen te samen zijn om
God's zaak te dienen, mocht een oude
traditie niet verloochend worden. De
„ommegang" is hier vervangen door een
tentoonstelling en vergaderingen, het too
neel in de open lucht, het marktplein,
door den intiemen Utrechtschen schouw
burg; nog minder geniet de heer Hermus
het voorrecht, dat Reinhardt te Salzburg
ten deel viel. Maar ondanks die wijziginen
der conjucturen bestaat er ook thans nog
in een oude stede toewijding en liefde
voor 'n schoone uitbeelding van een zin
rijk spel.
Ons tooneel, van hooge geboorte, want
ontloken aan den bloesemenden boom van
de liturgie der Kerk, heeft vanouds de
liefde der katholieken. De nieuwe loot
moest van den boom gescheiden worden,
wilde men den geest der liturgie niet scha
den; maar, met "reden gebannen uit het
Godshuis, stond nu de weg naar alle dra
matische mogelijkheden voor het jonge
„tooneel" open. Dat men in onzen tijd
van die hooge geboorte wel nauwelijks
iets bemerkt, is aan velerlei oorzaken te
wijten.' Zouden dan zij geen apostolaat
verrichten, die het volk herinneren aan
de schoone taak, de uitbeelding der ge
heimen van ons H. Geloof, die het too
neel had in do middeleeuwen, de middel
eeuwen, die de volledige ontplooiing waar
borgden der eigenschappen van ons door
het calvinisme gedrukte volkskarakter?
Het Is wel waar, dat in de eerste plaats
het „mysteriespel" deze taak vervulde
doch ook het „abel-spel" en bijzonder de
„moraliteit" waren zeer edel van houding.
En letterkundige beschouwing, die hand
in hand gaat met geschiedenis-vorsching,
zal te eeniger tijd weten te bewijzen, dat,
hetgeen er te vrij was in de „sotterniën",
geen alleszins getrouw beeld van de ge
woonten des dagelijkschgn levens in dien
tijd mag worden genoemd.
Nu dan tooneel-minnende en voor het
goede doel voelende inwoners en inwone
ressen van Utrecht, onder de alleszins be
kwame leiding van den regisseur Cor
Hermus, „Die Sevenste Bliscap" weer en
kele opvoeringen wenschen te bezorgen,
zij hier waardeering en belangstelling
voor dit pogen gevraagd. Wie de Missie-
week gaat bezoeken, verzujme niet een
gang naar den Stadsschouwburg te ma
ken, om zich daar te stichten aan de
hoog-dichterlijke en innig-vrome Marla-
vereering, die onze middeleeuwsche voor
vaderen bezaten.
De twee oudste JTederlandsche myste
riespelen, die voor het nageslacht be
waard bleven zijn: „Die Eerstte Bliscap
Onser Vrouwen" en „Die Sevenste Blis
cap Onser Vrouwen".
Dr. H. Moller (van wiens hoog-be-
kwame hand de inleiding hij Teuling's
uitgave ter lezing zeer verdient te wor
den aanbevolen) ie van meening, dat
de Eerste Bliscap te Brussel is ver
toond in het jaar 1448, na den Omme
gang ter eere van O. L. Vrouw van Za
vel, van welken ommegang in dat jaar
het eerste eeuwfeest word gevierd. De
Brusselsche stadsregeering besloot, „dat
men alle jaren een spel spélen zal op
de dag van den ommegang, te beginnen
om twee uur na de noen, op de Groote;
Markt; en dat deze spelen zullen zijn
van Onze-Lieve-Vrouwe VII Blyscappen;
waarvan men alle jaren zal spelen d'ene,
en altijd 'n andere, "tot de tijd toe, dat
de zeven jaren voorbij zullen zijn; en
aan 'et einde van de zeven jaren zal
men wederom de spelen van dezelfde
zeven Blyecapen van nieuws beginneti;
en dat de stad Brussel daarvoor eens
vooral zal doen maken 'n stelling, waar
men 'et spel jaarliks op spelen zal".
Dr. O. G. N. de Vooys is minder po
sitief en schat pl.m. 1444, terwijl L.
Simons in „Het Drama en het Tooneel
in hun Ontwikkeling" volstaat met mede
te deelen, dat tusschen 1439 en 1468
de dateeringen uiteenloopen. De Brus
selsche Rederijkerskamer „Het Koren
bloemken" schijnt de eerste opvoerster
te zijn geweest.
De „Eerste Bliscap", behandelend de
Boodschap des Engels aan Maria en al
wat daarmee reeds in het oude Testa
ment samenhing, openbaart den toe
schouwer God's oneindige barmhartigheid.
De Sevenste Bliscap" is de geschiedenis
van Maria's tenhemelopneming.
Wat zielkundige diepgang aangaat
overtreft de schrijver van de Eerste Blis
cap die van de Sevenste. De eerste groef
dieper in het menschenhart, wist de
roerselen die de personen drijven tot
hun daden aannemelijker te maken eri
schiep hen tot vollediger menschen. De
tweede echter, met zijn kalmer voort
schrijden der handeling en zijn betrek
kelijk gemis van boeiend conflict in ieder
op-zich-zelfstaand tooneel, is veel ge-
resigneerder van ziening en rustiger van
beelding. Hij vermijdt eentonigheid door
een naieve afwisseling van rustige en
bewogen tafereelen. En zijn taal is zoo
nobel, zoo zuiver-lyrisch, zoetgevooisd en
ontroerend-liefelijk, dat men telkenmale
verwonderd staat over de sublieme vond
sten.
„Het is zegt Dr. Moller geen in
gewikkeld spel van strijd en streving,
zoals later de hogere toneelkunst ons in
de grote meesterstukken te tonen weet.
Inwendige strijd openbaart zich bijna niet;
geen hartstochten die in onderlinge kamp
'et menselik hart ontstellen, en 'n angstige
spanning veroorzaken, wie de zege zal
behalen. We krijgen geen diep inzicht in
'n menseziel, waar de stormen der driften
doorheen waaien, die ons doen sidderen,
omdat we voelen dat die strijd is ons
eigen strijd, 'n strijd van 'n mensch, zooals
wij, tegen zich zelf, tegen z'n eigen be
geren, dat 'en weerstrijdt in z'n streving
naar betere, naar hoger. Wie dat zoekt
in 'n middeleeuws mysteriespel, wordt
teleurgesteld, onvermijdelijk.. Toch ligt er
in dit eenvoudige schijnbaaj ylakke
ïonëelsïufc 'n ëcKï menselike schoon
heid, door de zuiverheid van de ziening,
de werkelijkheid van 't gevoel, de on-
middelijkheid van de uiting." „Die
klare handeling, houdt ons vast tot 't
einde toe; we voelen die zoo echt
menselik waar on werkelijk, in al de
personen die er in optreden. Dit is voor
'n wezenlik toneelspel, immers 'n ver
beelde voorstelling van uitwendig men
selik gebeuren ontspringend uit inwendig
zieleleven, 'n natuurnoodzakelike eis.
Is aan die eis voldaan, dan is de eigen
lijke voorwaarde van toneelkunstig
werk vervuld.7
Die natuurlijk-gewelde verzen, zoo een
voudig en van zoo simpele zegging: ze
zijn toch wonder-rijk en vol van metapho-
ren, zoo schoon als geen hedendaagsche
dichter ze uit zijn onderbewustzijn zou
opdelven. Hoort dit stukje lyriek van den
apostel Thomaes:
1
X
Sï
Lof, onbesmette
Reyn violette,
Maria Vrouwe,
Maegt ende moeder,
Daer ons behoeder
En rusten wouwe.
Uut shemels douwe
Reyn kersouwe,
Sidi gegroyt
Tot onsen behouwe
Altoes getrouwe -
Met ons gemoyt. -
Is biddu, fonteyne, die overvloyt
Van graciën, reyne maegt Marië,
Vergeeft mi, want my seere vernoyf,
Dat ic bi u niet was te tye.
God kint, dat ics nu seere vermyo
Vor alle mijn brueders, groet en smal.
Doch willic bi hen gaen, wats gescië,
En doen soe dingel my beval.
Ic hopicse tsamen vinden sal.
Maar ook vol sprekende plastiek kun
nen ze zijn, zooals die, welke de Joden
zeggen en de Vianten (duivels). Waar de
schrijver de duivels laat spreken is hij
volmaakt een kind van zijn tijd: in de
naieve opvatting van de verleidingspogin
gen der helsche geesten, die vooraf eens
duchtig met elkander hebben gediscus
sieerd, argumenteerend als de menschen
argumenteeren. En wie zou drastischer
beeld vinden dat dit, dat hij een der
Joden Iaat gebruiken:
Wie geeter voren,
Siet toe, en make hem niet te breet,
Want, serteyn, si sijn seer wreet;
Ic duchte, als wise willen verlasten,
Si sullen ons na ons scaduwe tasten;
Si hebbent som tanderen tiden gedaen,
Dat ic wel weet.
Het zijn slechts enkéle los-weg gegre
pen voorbeelden; epn dieper-gaande stu
die dan deze uiteraard-vluchtige beschou
wing zou kunnen wijzen op ontelbare van
deze en andere schoonheden van de taal.
Wie .„Die Sevenste Bliscap" gaarne
zien zou, behoeft zich door het feit, dat
het gespeeld wordt in het middel-Neder-
landsch, niet te laten afsohriklcen. Een
uitgebreide, speciale idiomatische studie
behoeft men, tot goed begrip, niet te ma
ken. De handeling spreekt duidelijk ge
noeg en men zal spoedig met de aan
plastiek zoo rijke taal vertrouwd raken.
Wat het spel aangaat: de voorbereiding
kon sleohts kort zijn, misschien te kort,
maar er is hard en onvermoeid gewerkt
om een schoon resultaat te bereiken.
Hopen we dat dit resultaat het publiek de
edele schoonheidsemoties zal geven, die
„Die Sevenste Bliscap" kan schenken. En
dat de spelers aan hun kant zich mogen
verheugen in zulke belangstelling, die dit
mysteriespel waard is en hun moeite
beloont.
De leiding van het muzikale gedeelte,
in handen van Joh. Winnubst, die alles in
het werk stelde om zijn composities bij
den geest van het spel volmaakt mogelijk
te doen aansluiten, waarborgt voor dit
deel een uitvoering, die veel voortreffelijks
in kan hebben.
Op naar de Utrechtsche Missieweek!
Op ook naar „Die Sevenste Bliscap
Onser Vrouwe"!
E.
Oorspronkelijke roman d. H. B. v. D. Sande
Prijs gebondenf 4.50, franco p. p. f 4.75
Prijs gebrocheerd f 3.—, franco p. p. f 3.25
Het lijk van den 14 Sept. aan de Java-
kade te Amsterdam doodgeschoten Chi
nees Ng Young, zal 6 October met het
ss. Oldekerk, naar China wodren ver
voerd -om aldaar begraven te worden.
Woensdagmorgen zijn in de woning Jan
van Galenstraat 65 te Nijmegen, dood ge
vonden, tengevolge van gasvergiftiging, de
64 jarige H. W. J., gepensioneerd chef van
tractie der spoorwegen en diens 67-jarige
vrouw. Tengevolge van een noodlottige
vergissing was een gascomfoor in de keu
ken open blijven staan.
Te Leerdam heeft een publieke ver-
kooping plaats gehad van huisraad, af
komstig van een onbeheerde nalatenschap.
Volgens onze wetgeving kon een zusier
van een overleden man, die nog al wat
naliet, niet erven. Het Leerdamsche pu
bliek gunde haar echter dit inboedcltje
wel en deed geen bod, zoodat ze voor
enkele dubbeltjes koopster is geworden.
(Vaderl.).
Op de werf der Nederlandsche Scheeps
bouwmaatschappij werd dezer dagen de
kiel gelegd voqr een dubbelschroefmotor-
reddingboot, te bouwen voor de Noord
en Zuid-Hollandsche Reddingsmaatschap
pij, welk vaartuig den „Brandaris", die
eenigen tijd geleden vergaan is, moet ver
vangen. Het schip wordt uitgerust met
twee Kromhout-motoren van 45 P.K. elk.
Deze nieuwe „Brandaris" is een geschenk
van de stichting „Hulp na Onderzoek",
te Amsterdam, aan de Noord- en Zuid-
Hollandsche Reddingmaatschappij.
Omtrent d© ontploffingen in de Le
gerplaats t© Oldenbroek, wordt ons na
der uit Ep© gemeld, dat daar en te
Heesden toch wél in verschillende hui
zen ruiten gesprongen zijn. De burge
meester van Epe heeft den minister
van oorlog dringend verzocht om proe
ven met grootere hoeveelheden ontplof
bare stof te willen verbieden. i
Voor een paar jaren werd te Aken
gearresteerd zekere J. R. uit Keirkrade,
wegens smokkelarij. Later werd hij tot
enkele jaren tuchthuisstraf veroordeeld.
Hii zat te Aken in de gevangenis. Op!
zekeren dag moest hij voor het gerecht
te Aken gehoord warden als getuige in
een andere smokkelzaak.
Bij dezé gelegenheid wist hij, met
behulp van familieleden per auto te
ontsnappen en veilig over de Duitsche
grens naar Holland Ito komen. Sinds
Roman van denzelfden populairen schrijver
Prijs gebrocheerd f 2.25, franco p. f 2.50
Verkrijgbaar bij den boekhandel en bij de
N.V. DRUKKERIJ „DE.SPAARNESTAD
Nassaulaan 49, HAARLEM.
D
woonde hij in verschillende plaatsen
van ons land en oak verbleef hij in
Antwerpen. Dezer dagen is R. te Rot
terdam gearresteerd wegens het niet-be-
talen van oorlogswinstbelastingen. Hij is
gegijzeld. ,.*i
De politie heeft Dinsdag op het po
litiebureau aan de Lange Torenstraat te
Rotterdam, in bewaring gesteld een ze
keren J. G. Deze was een schoenwin
kel op de Hoogstraat binnengegaan in
gezelschap van een, naar hij bij z'n
verhoor beweerde, hem onbekenden man,
die een paar schoenen kocht en er
zich op een gegeven oagenblik zonder
betaling mede verwijderde.
Toen de juffrouw, die de laarzen ver
kocht had, den koaper achterna wilde
gaan, hield G. haar tegen, zeggend dat
«Hf de schoenen betalen zou. Hij talmde
echter eerst nog een poosje en toen
puntje op paaltje kwam, bleek hij
slechts een paar gulden bij zich ta
hebben. Het andere personage was in-
tusschen nergens meer te zien, waar
op de juffrouw een politieagent waar
schuwde, die G. arresteerde. Men heeft
hier natuurlijk met een vooraf beraamd
plannetje te doen, met een nieuwe op-
iichterstruc, handig belacht, waarvoor
men op z'n hoede zij. ^(„Msb.")
Maandagmiddag weigerde een mili
tair, die in een troep meemarcheorde
op de Torenlaan té Assen, verderen
dienst, meldt de „Asser Ort." Hij leg
de zijn ransel aan den kant, en vol-'
hardde in rijn weigering. Nadat eeni
ge sergeants nog getracht hadden hem
tot rede te brengen, werd bijt naar
de kazerne overgebracht, alwaar de zaak
verder onderzocht wordt. j
Dinsdagmiddag, omstreeks half een
brak door onbekende oorzaak brand uit
in de villa aan den Moerweg te Ber
gen, waarin pension werd gehouden door
den heer J. K. Pilaar. De brand vond
zoo snel voedsel in het met riet bedekte
woningcomplex, dat toen de brandweer
ter plaatse verscheen, niets meer viel
te redden, en zjj zich. slechts moest be
palen tot 't nathouden der belendend»
perceelen. 't Gevaar voor overspringen
van vonken door 't in de lucht geworpen
brandende riet op de naburige villa's
was zoo groot, dat het raadzaam geoor
deeld werd assistentie van de brand
weer te Alkmaar in te roepen, die al
zeer spoedig met motorspuit en man
schappen ter plaatse aankwam; zij be
hoefde echter geon dienst te doen, want
de stortregens beperkten het vuur voor
de omliggende woningen aanzienlijk. Om
streeks half drie was het grootste ge
vaar voorbij. Enkele gevaarlijke muren
en echoorsteenen werden door de brand
weer omvergehaald. De villa van den hser
P. alsmede de middelste villa, bewoond
door mej. v. d. Wiel, en de derde wo
ning, het kinderpension „Vredehof',' van
Zr. B. da Silva Pcrreira, brjmdden tot
den grond toe af. Een gedeelte der in
boedels van den heer P. en van Zr.
da Silva konden nog tijdig in veiligheid
worden gebracht. Mej. v. d. Wiel was
afwezig. Men was steeds bezig de om
liggende villa's te ontruimen, doch deze
bleven gelukkig gespaard.
De woningen behoorden tot het door
den heer M. A. H. Heystee te Am
sterdam gestichte Meerwijkpark. Wonin
gen en inboedels waren alle verzekerd.
De Burgemeester van Bergen was een
der eersten, die op de plaats des on
heils aanwezig wasin den loop van
den middag sloegen honderden het
schouwspel gade.
De mensch heeft de groote dieren in
zijn macht, de roofdieren zelfs getemd,
maar... de kleinere wezens uit het die
renrijk zijn ons nog altijd verre de baas
en kunnen "ons enorme last veroorzaken
en schade toebrengen.
Een van de kleinere parasieten, waar
mede de pluimveehouder te doen, kan
krijgen, is de vogelmijt. Van het vele
ongedierte, dat ons pluimvee kan aan
tasten, komt dit microscopisch kleine we
zen wel het meeste voor. Het nestelt
zich in groote massa in reeten en
kieren en op de zitstokken van het kip
penhok, en zuigt de kippen het bloed
af. Onderzoeken wij eens nauwkeurig de
zitstokken en het nachthok, dan zullen
wij in de spleten rood© strepen opmer
ken, die wij aanvankelijk voor bloed zou
den aanzien, maar die hij nadere be
schouwing niet anders blijken te zijn
dan mijten, die zich vol bloed hebben
gezogen.
De vogelmijt is een. ware kwelling voor
ons pluimvee. De dieren hebben te lij
den door den onuitstaanbaren jeuk; zij
kunnen met den snavel niet van het
lichaam afblijven. Kuikens zijn veelmin
der levenslustig, als zij van deze para
sieten te lijden hebben, en blijven in
groei ten achter. Hebben broedende kip
pen last ervan, dat zit de hen zoo on
rustig op het nest, dat doorgaans en
kele eieren breken, en ook de jong ge
boren kuikens zijn dan direct met het
ongedierte behebt. Kortom, het ia «en
ware plaag in de kippenwereld.
Gelukkig kennen wij middelen cm van
deze plaag verlost te worden, maar...
dan moeten die middelen ook nauwkeu
rig en met uiterste nauwgezetheid wor
den toegepast.
De dieren verwijderen wij allereerst uit
hok, ren of stal. Dan halen we zitstokken.
mestplank, drink- en voederbakken, kort
om alle losse deelen, naar buiten en on
derwerpen alles, de losse deelen, de hoe
ken ett renlïett, aan een groofé scfioorw
m aakbeurt met heet zeepwater. Den renbo-
dem spitten we om, na eerst de bovenste
laag geheel verwijderd te hebben. Is alles
nu goed gereinigd, dan bestrijken wij hok!
en ren van binnen geheel met witkalk*
waardoor we 'n flinke scheut canbolineum
gemengd hebben. Ook de zitstokken en
verder alle losse deelen van het hok be
handelen we op die manier. Geen spleetje*
geen kiertje laten wij ongemoeid. De hok
ken van binnen bespuiten met benzine*
vóór wij er de kalk met carbolineum op
aanbrengen, is heel aanbevelenswaardig*
Benzine doodt de mijten onmiddellijk*
Het bestrijken der binnenwanden met een
mengsel van 10 deelen creoline op 100
deelen 'petroleum wordt ook wel toeges
past, maar de kalk- en carbolineum-kuuE
lijkt ons beter. I
Heeft alles op die manier een goede
beurt gehad, dan zetten wij alle deuren,
wijd open, om de carbolineumluoht wat
weg te laten trekken.
Nu moeten we de dieren zelve nog on
der handen nemen. Ook hier moeten we
op verschillende manieren te werk gaan*
Een zeer eenvoudige en met succes wer
kende methode is de huid der dieren met
gewone brandspiritus te bestrijken, ervoor
zorgende overal goed te raken. Het is wel
een geduldwerkje, maar de dieren vinden
er beslist baat bij. De spiritus doodt da
„luis" zonder de dieren zelve te benadee-
l'èn. Is deze bewerking geschied, dani
strooien we nog een handvol tabaksstofi
tusschen de veeren. Bemerken we, dat dg
dieren' na deze behandeling nog niet ge
heel van het ongedierte bevrijd zijn, dan!
herhalen wij de behandeling nog eens^ na
een paar dagen.
Door het rein houden der hokken en'
door ervoor te zorgen (vooral bij kippen,
in ren), dat de dieren in de gelegenheid
zijn op tijd een flink zandbad te nemen*
voorkomen wij „de luis" zooveel mogelijk*
Toch kan, ook bij de grootste zindelijk
heid, de plaag zich openbaren.
Programma 24 September 1922.
IB. Duiven 1Graaf Willem LI 3 P,
.Bianchi*
IC. Het Westen 1—S.M.C. f Th.v.d.
Horst*
W.F.C. 1H.B.C. 2 F. v. Veen.
S.D.O. 1Concordia 1 J. Klunnen.
2C. A.D.O. 1Het Westen 2 J. Gomes.
Kinheim 1R.C. IJ. 1 A. Winter.
Amicitia 1S.D.O. 2 Th. Hijnen.
2D. S.J.C. 1—Zilk 1 C. Broekhof.
Geel Zwart 1—Lisse 1 J. Verzijt-
bergen,
3A. R.C.IJ. 2—A.D.O. 2 J. Bierman.
S.D.E. 3S.V.A. 1 Th. Leeuw,
Vitesse 1—S.D.O. 3 L. Pauwels.
3D. Geel Wit 1—Kinheim 2 B. v.d. Peelg
H.B.C. 3—Geel Zwart 2 P. Langen-
dijk.
Victrix 1Santpoort 1 M. Zonneveld
3E. Lisse 2—S.J.C. 2 P. v. Duin.
3}. D.I.O.S. 1A.W. 1 A. Bizot.
4A. S.D.O. 4Vitessê 2 1 uur Klun
nen,
W.F.C. 3S.V.A. 2 1 uur F.v.Veen.
A.D.O. 3—V.V.Z, 4 1 uur J. Gomes
4E. R.K.V.Z. 3—Amicitia 2 J.F.Duin,
'Santpoort 2—Zilk 2 C.H.M.aks.
S.D.S. 1—Geel Zwart 3 G. Beentjes.
4F. Lisser broek 1Lisse 3 P.v.Berkel,
DISTRICT HAARLEM EN OMSTREKEN!
VAN DEN D. H. V. B.
De statuten van het District Haarleml
van den D. H. V. B., zijn door Z. D,
H. den Bisschop goedgekeurd. Mgr. heeft;
thans officiéél tot geestelijk adviseur in]
het District benoemd den WelEerw. heeC
J. C. C. Groot, kapelaan te Haarlem.
GOUDA. Bloemenveiling 20 Sept. --
Dahlia's 525 ct.Rozen 1020 ct.:
Asters 510 ct.; Chrysanthum 30—-
40 ct.; Afrikanen 2—4 ct.; Leeuwen
bekken 2—6 ct., alles per 10 stuks*
AMSTERDAL, 20 Sept. Vee. Ter vee
markt waren heden aangevoerd: 272 veltq
kalveren le qual. f 1.401,50, 2e qual,
f 1,30, 3e qual. f 1.10 per K.G., 32 nuch
tere kalveren f 1425 per 'stuk, 3:3,
vette varkens, le qual. f 1,29, 2e qual,
fl,27, spokvarkens f 1>26 per K. GJ
schoon gewicht.
AMSTERDAM, 21 Sept. Aardappelen.
(Ber. V. Jac. Knoop.) Zeeuwsche Bontei
f 2,90—3.101, id. Blauwe f 2.70—2,80, icL
Eigenheimers f 1.65—1.80, id. Blauwe
Eigenheimers f 2—2.10, Noord Holland-
sche Blauwe f 2—2.10, id. Bonte f 2.59
2 60, HiUegommer Za.tidaardapj.elea f 4
5 per H.L.
ENSCHEDE, 19 Sept. Eieren. Aanvoer.
30,000 stuks Prijzen f 912 per 100
VEENENDAAL„ 19 Sept. Eieren. Voc
den tijd van het jaar nog veel aanvoer.
90.000 stuks. Prijs van 1113. Ha.
del vlug. j j i, j-
AMSTERDAM, 20 Sept. (Noteering v/h!
Nieuwe Veilinggeb., expl. De Jong
Koene.) Oharlemonsky f 1220, The
Queen f 10—15, Cox pomona f 12—20,
Gravensteiners f 1014, Tupappelenl
f 1012, Ooilin Keswick f 912, Zon-
zoet f 812, Bloem©zcot f 1115, Fram
boos zuur f 68, Vlaamsch. zoet f 6-—
9, Triumph de Vienne f 1728, Ana
nas de Contrais f 1626, Williams rijg
f 22—30, id. f 14—22, Maagdeperen
f 1220, Souvenir de Congres f 16.
—22, Conseiller de la Cour f 10—14,
Vijgenperen f 1624, Soldat Lahouretur.
f 1014, Hertogin Elsa f 9 13, Beur-
ró Lindauer f 9—13, Beurré Ilardy flS
—24, Koningspercn f 7—12, Tesselanra
f 5—8, Jutteperen f 26—48, Margaritha
Marillat f 1420> Douiae Bonne f 22—
—38, Clapp's favorite rijp f 24—38, id,
id. f 18—24, Dx. Cornells f 8—13, Beur
ré d'Amalie f 14—20, Dr. Jules Guyotl
f 1218, Bon Orétien Williams f 10
18, Diamantperen f 811, Beurré de
Méroie f 10—14,'Madame Matheu f 16
18, Dirkjespcre'n f 79, N. H. Sui
kerperen f 79, Goudsballen f 79,
Hesrenperan ±1520, Seigneur d'Es-
peren f 12—14, Reine Victoria f 30—
32, Hazelnoten f 18—24, Druiven f 57!
—79, id. wit f 40—48 per 100 K.G.;
Perziken I f 1622, id. II f 6—12,
Meloenen f 2036 per 100 etuks; Duin
zand Eigenheimers f 3.207.7Q, Sper-
cieboonen f 14—27, Tomaten f 9—11,
Augurken fijn f 5462, id. basterd f 12
—24 per 100 K.G. Bloemen. Rozen f 6
13, Ohrysanthemrms f 3050, Am. An
jers f 810, Dahlia's f 36.50, Le
lies f 2438, Snijgroen f 49.50, Eiken
takken ,4—fi Eet 1ÖQ etuks,
V