tmmm mm. LEVENSDURF DE KLOVE lakbbouw en vissbrerij. Mag dat zoo maar SINNENLANDSCH NIEUWS. De nieuwe Minister van Marine. De Katholieke Kamerclub. De landbouw-aangelegenheden. Het banderolle-systeem in de Tabakswet Het voorzitterschap der Tweede Kamer. De terugkomst van de Koningin en den Prins. Hollands zeeweringen en Hol- landsche bezuiniging. Aansporing tot zuinig beheer. Ujt onze Oost. Vreeselijk ongeluk op Malabar. KUNST EN KENNIS. „Die Sevenste Bliscap Onser Vrouwen". 1 4 V f Het laatste slachtoffer der Chl- neezenreletjes. Door gas gedood. Een inboedel voor f 1.86. Een nieuwe „Brandaris". De geluidsproeven bij Oldenbrock. Eindelijk geknipt. Een nieuwe truc. - Dienstweigering. Drie villa's afgebrand. „Luis" bij kippen. SPORT IN SPEL. 0. H. V. B. 4 v VOETBAL. - V KMtKTBEÜWS, De Notenkraker, het pamfletarisch bij voegsel van „Het Volk", geeft een schimp- plaatie van de reis van H. M. de Koningin naar Skandinavië. Er boven staat: „Onze eerste filmac- trice in Scandinavië", en er onder: „De belastingbetaler: „Wat een geestdrift! Wat mij betreft kunnen ze haar voor de helft van het honorarium daar in 't Noor den engageeren!" De reis van H. M. de Koningin is een belang, een economisch belang en mis schien meer dan dat, voor ons land. Daartegenover weet „Het Volk" niet beter te doen dan zijn lezers een schimp- plaatje voor te zetten over Haar, die grondwettelijk aan het hoofd staat van ons land. Mag dat zoo maar? (.JDagbl. v, N. Br.") Woensdag heeft aan 't departement van Marine de voorstelling plaats ge had aan der. nieuw opgetreden minis ter, den heer Westerveld, van alle subalterne officieren, ingenieurs en ambtenaren tot den rang van commies, werkzaam aan het departement. Jn de vergadering van de Katho lieke Kamerclub is het aftredende be stuur herkozen, nl. dr. W. H. Noleais, voorzitter; mr. M. J. C. M. Kolkman, onder-voorzitter; ir. M. C. E. Bon- jjherts, secretaris; dr. L. N. Deckeirs, penningmeester en C. J. Kuiper, 2e secretaris. Naar wij vernemen, heeft de tijde lijke voorzitter van den ministerraad, de minister van Binnenl. Zaken, aan zijn ambtgenooten verzocht alle aan gelegenheden, hun departement betref fende, waarbij rechtstreeks of zijde lings de landbouw kan betrokken zijn, niet tot een beslissing te brengen, alvorens overleg' zal zijn gepleegd met den minister, aan wien de behartiging van de landbouwaangelegenheden in het bijzonder is toevertrouwd. Te 'sGravenhage is een protestver gadering gehouden tegen de Tabaks wet en vooral tegen het banderolle systeem. Deze vergadering was belegd door de besturen van den Eersten Nedl. Bond van Kieinfabrikanten, te Am sterdam; den Ned. Bond van Kiein fabrikanten, te Rotterdam; het Agi tatie-Comité van Kieinfabrikanten, te Dordrecht en de Ned. Vereen, van Tabakshandelaren, te Amsterdam. Voorzitter was de heer Ch. Levit, secr. der Ned. Vereeniging. De voor zitter zeide, dat deze Tabakswet on mogelijk te torsen is door de kiein fabrikanten. Financieel en moreel wor den zij ten gronde gericht. Spreker hoopte, dat men als één man achter het comité van actie zou staan, nu men 31/, maand de lasten van deze wet had te dragen gehad. .Van verscheidene afdeelingen, die niet vertegenwoordigd waren, waren sympathiebetuigingen ingekomen. Met algemeene stemmen werd ten 6lotte de volgende motie aangenomen: „De vergadering, gehoord de bespre kingen betreffende de banderolleering der sigaren, overtuigd zijnde, dat de kleinindustrie daardoor geheel zal ver dwijnen, verzoekt Uwe Excellentie het daarheen te willen leiden, dat de Tabakswet in dier voege wordt gewij zigd, dat de belasting geheven wordt bij de bron (ruwe tabak) of door een progressief vergunningsrecht. Hierdoor kunnen een belangrijk aan tal tabakshandelaren, welker zaken .op deze kieinfabrikanten zijn aangewezen, hen bedrijf voortzetten." Bij Kon. Besluit is benoemd tot voor zitter van de Tweede Kamer voor de te genwoordige zitting Mr. D. A. P. N. Koo ien, lid van deze Kamer. Precies op den aangegeven tijd, 6 mi nuten voor achten, stopte voor het Paleis- perron te Apeldoorn de extra Koninklij ke expres, waarmede de Koningin en de Prins op Het Loo terugkeerden uit 't bui tenland. Even voor de aankomst van den trein had de Prinses het Paleis verlaten en begroette haar ouders toen deze wa ren uitgestegen. Langs een lange rij van belangstellenden, die bij wijze van wel- konj hoera's riepen, wandelden de Konin gin, de Prins en de Prinses naar het Pa-, leis. In de vestibule werd het echtpaar door de Koningin-Moeder verwelkomd. I Man schrijft uit Zuid-Zype: De waterstaatkundige toestand van Holland moge aan velen duidelijk zijn; velen mogen weten dat de Noordzee spiegel tweemaal in de 24 uren stijgt tot boven de hoofden van Hollands bevol king verreweg de meesten weten niet, welke kostbare werken noodig zijn, om ons land „uit wier en dras geweld" vrij van het zeewater te houden. Onze duinenreeks, die sedert eeuwen, proefondervindelijk bestand Ï3 gebleken, niet alleen tegen hooge waterstanden, maar ook tegen het woeste geweld der golven bij den hevigsten stormvloed, is slechts daar betrouwbaar, waar zij een groote breedte heeft. Die" voldoende breedte wordt gemist in Delfland, bij 's-Gravenzande en tusschen Oamp en Pet ten. Sedert jaren worden daar kostbare verdedigingswerken, bestaande in steen- glooiïngen en honderden strandhoofden onderhouden om het woedende element te beteugelen. Tonnen gouds zijn daar voor jaarlijks noodig, want al heeft de bekwame technicus hier wetten gesteld, de Noordzee toont zich altijd de meer dere en vernietigt soms in enkele uren, wat met veel moeite en groote kosten werd uitgevoerd. De kracht der golven wreekt zich het meest op de uiteinden der zoo even genoemde strandhoofden, omdat deze ge deelten aan de ongebroken kracht in eersten aanval hebben weerstand te bie den. Daarom worden deze einden zóó gebouwd, dat bazaltblokkea van 500 tot 1000 E.G. zoo dicht triogelijk mét leen vrij effen oppervlak naast elkaar ge plaatst worden. Op 't oog lijkt dit ge heel onverwoestbaar, maar de ondervin ding bewijst, dat één stormvloed dik wijls voldoende is, alles uit elkaar' te slaan en de zware blokken als knikkers voort te rollen. Daarom heeft men getracht andere [middelen te beproeven en men schijnt daarin geslaagd te zijn. De technische ambtenaar bij den R. W. S., de heer J. H. Kuiper, te Petten, heeft een constructie uitgevoerd in ge wapend beton, waardoor blokken verkre gen werden van 25.000 K. G. Deze z.g. caissons werden op de zeewering ge- maaktfc over zwaarspoor naar het eind van het hoofd vervoerd, daar, onder ■tfater, door middel van aangebrachte trechters met beton gevuld en vervolgens stevig verankerd. Genoemde technische ambtenaar is hiermee in 1919 begonnen en de einden der hoofden, die de nieu we bewerking ondergingen hebben in al die jaren niet de minste schade geleden. Het voornaamste dezer vinding is de aanmerkelijke kostenbesparing; het aan- brehgen dezer betonblokken kost per strandhoofd ongeveer f 10,000, terwijl de gewone wijze van werken met rinkstuk ken en bazaltsteen een uitgave vordert van ongeveer f 50,000 per hoofd en niet afdoende blijkt. De nieuwe vinding wordt tot nog toe alleen toegepast bij de zeeweringen, die onder het toezicht van den R. W. S. staan, de besturen van Delfland en de Hondsbossche te Petten gaan met de oude werkwijze voort en maken daar door jaarlijks een rekefling, die aan zienlijk hooger is dan bij de Rijkswerken. Als men in Noord- en Zuid-Holland hoort klagen over de hooge belastingen, die de ingelanden der hoogheemraad schappen moeten betalen voor het onder houd van de honderden strandhoofden, is men geneigd te vragen, waarom da Slaat, die volgens hoofdstuk 9 der Grondwet het oppertoezicht heeft over de zeewe ringen, gedoogt, dat deze belangrijke werken van nationaal belang worden be heerd door polderbesturen, of waarom de Staat niet een bezuiniging van zoo groe ten omvang aan de betrokken polder besturen voorschrijft. De minister van Binnenlandsche Za ken heeft de volgende circulaire tot de commissarissen der Koningin in de on derscheidene provinciën gericht: „De nood der tijden noopt mij, hoe wel mogelijk overbodig, uwe bijzondere aandacht te vragen voor de uitnemende belangen, welke met een uiterst zuinig beheer van de gemeente-financiën zijn gemoeid. Hoewel de overgroote meerderheid der gemeentebesturen zich voldoende hier van doordrongen betoont, is er toch vol doende aanleiding voor de vrees, dat de betrekkelijke ruimte van middelen, welke hier en daar aan gemeenten zijn toe gevloeid, tot min oordeelkundig beheer kan leiden. Het is vooral met het oog hierop, dat ik U.H.B.G. verzoek de burgemees ters van uw gewest te wijzen op de noodzaak om elke uitgaaf, hoe gering ook, nauwgezet te toetsen, zich zooveel mogelijk schrap te zetten als de on vermijdelijkheid niet blijkt, en, mocht hun verzet in den boezem van het ge meentebestuur niet tot de gewensohte uit komst leiden, zich te wenden tot hoo ger gezag. Zoo noodig kan dan art. 70, tweede lid, Gemeentewet worden toe gepast. Wat de beslissingen van Gedep. Sta ten inzake Gemeente-financiën aangaat, reeds vroeger mocht ik te allen over vloede, hun medewerking tot een spaar zaam beheer inroepen. De opgedane om dervinding maakt het onnoodig dit be roep te herhalen; maar bet spreekt van zelf, dat wanneer er eens een besluit zou kunnen vallen, dat niet aan de zui- nigheid6eisch beantwoordt, ik van U. H. E. G. toepassing van artikel 32, 2de lid der Provinciale wet verwacht. Eindelijk zou het mijnen embtgtenoo- ten en mij niet anders dan aangenaam zijn, wanneer mijn aandacht werd ge vestigd op maatregelen van hooger hand, welke geldelijke gevolgen voor de plaat eelijke kassen meebrengen, zonder dat hetzij hert gewestelijk, hetzij het ge- meentelijk bestuur de onvermijdelijkheid erkent. Ik zal dan niet verzuimen met den minister, onder wiens verantwoor delijkheid zoodanige maatregel is geno men, in overleg te treden. Uit Bandoeng, d.d. 21 Augustus aan het Bat. Nbld.: Zaterdagmiddag, toen dr. de Groot op het radio-station Malabar op het punt stond voor het eerst met het volle ver mogen naar Holland te seinen, is vermoe delijk door een breuk van een lasch, de draagkabel van de antenne losgeschoten, waardoor deze neerstortte. Er zijn twee dooden en vijf zwaar ge. wonden, waarvan één ernstig, benevens vele lichtgewonden, allen inlanders. Dr. de Groot keerde eerst om twee uur 's nachts naar Bandoeng terug en was diep onder den indruk daar een inlander vlak naast hem door den neerstortenden ka bel werd doodgeslagen. Hij zelf is als door een wonder ontkomen. De kabel is twee kilometer lang. Over de" oorzaak bestaan nog vermoedens waaromtrent voorloopig niets kan worden uitgelaten. Is het eene vermoeden juist, dan kan de antenne binnen 14 dagen weer gesped zijn. De gezondheidsdienst te Bandoeng func tioneerde buitengewoon slecht en kwam eerst eenige uren na het ongeval op de plaats des onheils, terwijl in plaats van den dokter slechts een verpleger was gestuurd. De dokter was aan het winke len, terwijl ettelijke gewonden lagen te kreunen van pijn. Met geestdrift spreken nog zij, die in 1913 te 's-Hertogenbosch de Nationale Tentoonstelling van Oude Kerkelijke Kunst bezochten en niet verzuimden de opvoering van het vijftiend'eeuwsche mysteriespel „Die Sevenste Bliscap On ser Vrouwen" bij te wonen, over de reine en schoone sensaties, die zij bij het aan schouwen van dit spel beleefden. Mag bet daarom niet een goede ge dachte fieeten, rÖaï men, nü té ürechT een ujtgelezen schare van roomsche Neder landers en de verdienstelijkste missie ijveraars uit het buitenland te samen ko men, dit teedere mysteriespel wederom ten tooneele gaat brengen en daarmee wil bereiken, dat niet alleen hij, die door zijn studie in dagelijksch contact komt met de oude en al lang vergeten schat ten onzer Duitsche letterkunde, van zoo'n parel onder de parelen kan genieten, doch ook de breede volksmenigte, voor welke een gang naar het theater veelal de ontdekking is van rijkdommen, die tot dan toe voor haar verborgen Waren? De opvoering van dit mysteriespel be oogt allerminst het bieden van leeg „amusement", doch het onder de aan dacht brengen, in plastischen, spreken den vorm, van de schoonste waarheden en waarachtige schoonheden, de won derbaarste geheimen, die het katholicis me bezit. De wezenlijke roeping van het tooneel, den mensch het beeld van zijn eigen ziel te toonen en uit den voortgang der ge beurlijkheden te brengen tot een klaarder kennis van het goede, van de eeuwige waarheden, wordt wel nergens beter vol bracht dan in de middeleeuwsche spelen, die van ongeforceerde vroomheid vol zijn en toch als volmaakt-menschelijk en waar aandoen. Waar dan velen te samen zijn om God's zaak te dienen, mocht een oude traditie niet verloochend worden. De „ommegang" is hier vervangen door een tentoonstelling en vergaderingen, het too neel in de open lucht, het marktplein, door den intiemen Utrechtschen schouw burg; nog minder geniet de heer Hermus het voorrecht, dat Reinhardt te Salzburg ten deel viel. Maar ondanks die wijziginen der conjucturen bestaat er ook thans nog in een oude stede toewijding en liefde voor 'n schoone uitbeelding van een zin rijk spel. Ons tooneel, van hooge geboorte, want ontloken aan den bloesemenden boom van de liturgie der Kerk, heeft vanouds de liefde der katholieken. De nieuwe loot moest van den boom gescheiden worden, wilde men den geest der liturgie niet scha den; maar, met "reden gebannen uit het Godshuis, stond nu de weg naar alle dra matische mogelijkheden voor het jonge „tooneel" open. Dat men in onzen tijd van die hooge geboorte wel nauwelijks iets bemerkt, is aan velerlei oorzaken te wijten.' Zouden dan zij geen apostolaat verrichten, die het volk herinneren aan de schoone taak, de uitbeelding der ge heimen van ons H. Geloof, die het too neel had in do middeleeuwen, de middel eeuwen, die de volledige ontplooiing waar borgden der eigenschappen van ons door het calvinisme gedrukte volkskarakter? Het Is wel waar, dat in de eerste plaats het „mysteriespel" deze taak vervulde doch ook het „abel-spel" en bijzonder de „moraliteit" waren zeer edel van houding. En letterkundige beschouwing, die hand in hand gaat met geschiedenis-vorsching, zal te eeniger tijd weten te bewijzen, dat, hetgeen er te vrij was in de „sotterniën", geen alleszins getrouw beeld van de ge woonten des dagelijkschgn levens in dien tijd mag worden genoemd. Nu dan tooneel-minnende en voor het goede doel voelende inwoners en inwone ressen van Utrecht, onder de alleszins be kwame leiding van den regisseur Cor Hermus, „Die Sevenste Bliscap" weer en kele opvoeringen wenschen te bezorgen, zij hier waardeering en belangstelling voor dit pogen gevraagd. Wie de Missie- week gaat bezoeken, verzujme niet een gang naar den Stadsschouwburg te ma ken, om zich daar te stichten aan de hoog-dichterlijke en innig-vrome Marla- vereering, die onze middeleeuwsche voor vaderen bezaten. De twee oudste JTederlandsche myste riespelen, die voor het nageslacht be waard bleven zijn: „Die Eerstte Bliscap Onser Vrouwen" en „Die Sevenste Blis cap Onser Vrouwen". Dr. H. Moller (van wiens hoog-be- kwame hand de inleiding hij Teuling's uitgave ter lezing zeer verdient te wor den aanbevolen) ie van meening, dat de Eerste Bliscap te Brussel is ver toond in het jaar 1448, na den Omme gang ter eere van O. L. Vrouw van Za vel, van welken ommegang in dat jaar het eerste eeuwfeest word gevierd. De Brusselsche stadsregeering besloot, „dat men alle jaren een spel spélen zal op de dag van den ommegang, te beginnen om twee uur na de noen, op de Groote; Markt; en dat deze spelen zullen zijn van Onze-Lieve-Vrouwe VII Blyscappen; waarvan men alle jaren zal spelen d'ene, en altijd 'n andere, "tot de tijd toe, dat de zeven jaren voorbij zullen zijn; en aan 'et einde van de zeven jaren zal men wederom de spelen van dezelfde zeven Blyecapen van nieuws beginneti; en dat de stad Brussel daarvoor eens vooral zal doen maken 'n stelling, waar men 'et spel jaarliks op spelen zal". Dr. O. G. N. de Vooys is minder po sitief en schat pl.m. 1444, terwijl L. Simons in „Het Drama en het Tooneel in hun Ontwikkeling" volstaat met mede te deelen, dat tusschen 1439 en 1468 de dateeringen uiteenloopen. De Brus selsche Rederijkerskamer „Het Koren bloemken" schijnt de eerste opvoerster te zijn geweest. De „Eerste Bliscap", behandelend de Boodschap des Engels aan Maria en al wat daarmee reeds in het oude Testa ment samenhing, openbaart den toe schouwer God's oneindige barmhartigheid. De Sevenste Bliscap" is de geschiedenis van Maria's tenhemelopneming. Wat zielkundige diepgang aangaat overtreft de schrijver van de Eerste Blis cap die van de Sevenste. De eerste groef dieper in het menschenhart, wist de roerselen die de personen drijven tot hun daden aannemelijker te maken eri schiep hen tot vollediger menschen. De tweede echter, met zijn kalmer voort schrijden der handeling en zijn betrek kelijk gemis van boeiend conflict in ieder op-zich-zelfstaand tooneel, is veel ge- resigneerder van ziening en rustiger van beelding. Hij vermijdt eentonigheid door een naieve afwisseling van rustige en bewogen tafereelen. En zijn taal is zoo nobel, zoo zuiver-lyrisch, zoetgevooisd en ontroerend-liefelijk, dat men telkenmale verwonderd staat over de sublieme vond sten. „Het is zegt Dr. Moller geen in gewikkeld spel van strijd en streving, zoals later de hogere toneelkunst ons in de grote meesterstukken te tonen weet. Inwendige strijd openbaart zich bijna niet; geen hartstochten die in onderlinge kamp 'et menselik hart ontstellen, en 'n angstige spanning veroorzaken, wie de zege zal behalen. We krijgen geen diep inzicht in 'n menseziel, waar de stormen der driften doorheen waaien, die ons doen sidderen, omdat we voelen dat die strijd is ons eigen strijd, 'n strijd van 'n mensch, zooals wij, tegen zich zelf, tegen z'n eigen be geren, dat 'en weerstrijdt in z'n streving naar betere, naar hoger. Wie dat zoekt in 'n middeleeuws mysteriespel, wordt teleurgesteld, onvermijdelijk.. Toch ligt er in dit eenvoudige schijnbaaj ylakke ïonëelsïufc 'n ëcKï menselike schoon heid, door de zuiverheid van de ziening, de werkelijkheid van 't gevoel, de on- middelijkheid van de uiting." „Die klare handeling, houdt ons vast tot 't einde toe; we voelen die zoo echt menselik waar on werkelijk, in al de personen die er in optreden. Dit is voor 'n wezenlik toneelspel, immers 'n ver beelde voorstelling van uitwendig men selik gebeuren ontspringend uit inwendig zieleleven, 'n natuurnoodzakelike eis. Is aan die eis voldaan, dan is de eigen lijke voorwaarde van toneelkunstig werk vervuld.7 Die natuurlijk-gewelde verzen, zoo een voudig en van zoo simpele zegging: ze zijn toch wonder-rijk en vol van metapho- ren, zoo schoon als geen hedendaagsche dichter ze uit zijn onderbewustzijn zou opdelven. Hoort dit stukje lyriek van den apostel Thomaes: 1 X Sï Lof, onbesmette Reyn violette, Maria Vrouwe, Maegt ende moeder, Daer ons behoeder En rusten wouwe. Uut shemels douwe Reyn kersouwe, Sidi gegroyt Tot onsen behouwe Altoes getrouwe - Met ons gemoyt. - Is biddu, fonteyne, die overvloyt Van graciën, reyne maegt Marië, Vergeeft mi, want my seere vernoyf, Dat ic bi u niet was te tye. God kint, dat ics nu seere vermyo Vor alle mijn brueders, groet en smal. Doch willic bi hen gaen, wats gescië, En doen soe dingel my beval. Ic hopicse tsamen vinden sal. Maar ook vol sprekende plastiek kun nen ze zijn, zooals die, welke de Joden zeggen en de Vianten (duivels). Waar de schrijver de duivels laat spreken is hij volmaakt een kind van zijn tijd: in de naieve opvatting van de verleidingspogin gen der helsche geesten, die vooraf eens duchtig met elkander hebben gediscus sieerd, argumenteerend als de menschen argumenteeren. En wie zou drastischer beeld vinden dat dit, dat hij een der Joden Iaat gebruiken: Wie geeter voren, Siet toe, en make hem niet te breet, Want, serteyn, si sijn seer wreet; Ic duchte, als wise willen verlasten, Si sullen ons na ons scaduwe tasten; Si hebbent som tanderen tiden gedaen, Dat ic wel weet. Het zijn slechts enkéle los-weg gegre pen voorbeelden; epn dieper-gaande stu die dan deze uiteraard-vluchtige beschou wing zou kunnen wijzen op ontelbare van deze en andere schoonheden van de taal. Wie .„Die Sevenste Bliscap" gaarne zien zou, behoeft zich door het feit, dat het gespeeld wordt in het middel-Neder- landsch, niet te laten afsohriklcen. Een uitgebreide, speciale idiomatische studie behoeft men, tot goed begrip, niet te ma ken. De handeling spreekt duidelijk ge noeg en men zal spoedig met de aan plastiek zoo rijke taal vertrouwd raken. Wat het spel aangaat: de voorbereiding kon sleohts kort zijn, misschien te kort, maar er is hard en onvermoeid gewerkt om een schoon resultaat te bereiken. Hopen we dat dit resultaat het publiek de edele schoonheidsemoties zal geven, die „Die Sevenste Bliscap" kan schenken. En dat de spelers aan hun kant zich mogen verheugen in zulke belangstelling, die dit mysteriespel waard is en hun moeite beloont. De leiding van het muzikale gedeelte, in handen van Joh. Winnubst, die alles in het werk stelde om zijn composities bij den geest van het spel volmaakt mogelijk te doen aansluiten, waarborgt voor dit deel een uitvoering, die veel voortreffelijks in kan hebben. Op naar de Utrechtsche Missieweek! Op ook naar „Die Sevenste Bliscap Onser Vrouwe"! E. Oorspronkelijke roman d. H. B. v. D. Sande Prijs gebondenf 4.50, franco p. p. f 4.75 Prijs gebrocheerd f 3.—, franco p. p. f 3.25 Het lijk van den 14 Sept. aan de Java- kade te Amsterdam doodgeschoten Chi nees Ng Young, zal 6 October met het ss. Oldekerk, naar China wodren ver voerd -om aldaar begraven te worden. Woensdagmorgen zijn in de woning Jan van Galenstraat 65 te Nijmegen, dood ge vonden, tengevolge van gasvergiftiging, de 64 jarige H. W. J., gepensioneerd chef van tractie der spoorwegen en diens 67-jarige vrouw. Tengevolge van een noodlottige vergissing was een gascomfoor in de keu ken open blijven staan. Te Leerdam heeft een publieke ver- kooping plaats gehad van huisraad, af komstig van een onbeheerde nalatenschap. Volgens onze wetgeving kon een zusier van een overleden man, die nog al wat naliet, niet erven. Het Leerdamsche pu bliek gunde haar echter dit inboedcltje wel en deed geen bod, zoodat ze voor enkele dubbeltjes koopster is geworden. (Vaderl.). Op de werf der Nederlandsche Scheeps bouwmaatschappij werd dezer dagen de kiel gelegd voqr een dubbelschroefmotor- reddingboot, te bouwen voor de Noord en Zuid-Hollandsche Reddingsmaatschap pij, welk vaartuig den „Brandaris", die eenigen tijd geleden vergaan is, moet ver vangen. Het schip wordt uitgerust met twee Kromhout-motoren van 45 P.K. elk. Deze nieuwe „Brandaris" is een geschenk van de stichting „Hulp na Onderzoek", te Amsterdam, aan de Noord- en Zuid- Hollandsche Reddingmaatschappij. Omtrent d© ontploffingen in de Le gerplaats t© Oldenbroek, wordt ons na der uit Ep© gemeld, dat daar en te Heesden toch wél in verschillende hui zen ruiten gesprongen zijn. De burge meester van Epe heeft den minister van oorlog dringend verzocht om proe ven met grootere hoeveelheden ontplof bare stof te willen verbieden. i Voor een paar jaren werd te Aken gearresteerd zekere J. R. uit Keirkrade, wegens smokkelarij. Later werd hij tot enkele jaren tuchthuisstraf veroordeeld. Hii zat te Aken in de gevangenis. Op! zekeren dag moest hij voor het gerecht te Aken gehoord warden als getuige in een andere smokkelzaak. Bij dezé gelegenheid wist hij, met behulp van familieleden per auto te ontsnappen en veilig over de Duitsche grens naar Holland Ito komen. Sinds Roman van denzelfden populairen schrijver Prijs gebrocheerd f 2.25, franco p. f 2.50 Verkrijgbaar bij den boekhandel en bij de N.V. DRUKKERIJ „DE.SPAARNESTAD Nassaulaan 49, HAARLEM. D woonde hij in verschillende plaatsen van ons land en oak verbleef hij in Antwerpen. Dezer dagen is R. te Rot terdam gearresteerd wegens het niet-be- talen van oorlogswinstbelastingen. Hij is gegijzeld. ,.*i De politie heeft Dinsdag op het po litiebureau aan de Lange Torenstraat te Rotterdam, in bewaring gesteld een ze keren J. G. Deze was een schoenwin kel op de Hoogstraat binnengegaan in gezelschap van een, naar hij bij z'n verhoor beweerde, hem onbekenden man, die een paar schoenen kocht en er zich op een gegeven oagenblik zonder betaling mede verwijderde. Toen de juffrouw, die de laarzen ver kocht had, den koaper achterna wilde gaan, hield G. haar tegen, zeggend dat «Hf de schoenen betalen zou. Hij talmde echter eerst nog een poosje en toen puntje op paaltje kwam, bleek hij slechts een paar gulden bij zich ta hebben. Het andere personage was in- tusschen nergens meer te zien, waar op de juffrouw een politieagent waar schuwde, die G. arresteerde. Men heeft hier natuurlijk met een vooraf beraamd plannetje te doen, met een nieuwe op- iichterstruc, handig belacht, waarvoor men op z'n hoede zij. ^(„Msb.") Maandagmiddag weigerde een mili tair, die in een troep meemarcheorde op de Torenlaan té Assen, verderen dienst, meldt de „Asser Ort." Hij leg de zijn ransel aan den kant, en vol-' hardde in rijn weigering. Nadat eeni ge sergeants nog getracht hadden hem tot rede te brengen, werd bijt naar de kazerne overgebracht, alwaar de zaak verder onderzocht wordt. j Dinsdagmiddag, omstreeks half een brak door onbekende oorzaak brand uit in de villa aan den Moerweg te Ber gen, waarin pension werd gehouden door den heer J. K. Pilaar. De brand vond zoo snel voedsel in het met riet bedekte woningcomplex, dat toen de brandweer ter plaatse verscheen, niets meer viel te redden, en zjj zich. slechts moest be palen tot 't nathouden der belendend» perceelen. 't Gevaar voor overspringen van vonken door 't in de lucht geworpen brandende riet op de naburige villa's was zoo groot, dat het raadzaam geoor deeld werd assistentie van de brand weer te Alkmaar in te roepen, die al zeer spoedig met motorspuit en man schappen ter plaatse aankwam; zij be hoefde echter geon dienst te doen, want de stortregens beperkten het vuur voor de omliggende woningen aanzienlijk. Om streeks half drie was het grootste ge vaar voorbij. Enkele gevaarlijke muren en echoorsteenen werden door de brand weer omvergehaald. De villa van den hser P. alsmede de middelste villa, bewoond door mej. v. d. Wiel, en de derde wo ning, het kinderpension „Vredehof',' van Zr. B. da Silva Pcrreira, brjmdden tot den grond toe af. Een gedeelte der in boedels van den heer P. en van Zr. da Silva konden nog tijdig in veiligheid worden gebracht. Mej. v. d. Wiel was afwezig. Men was steeds bezig de om liggende villa's te ontruimen, doch deze bleven gelukkig gespaard. De woningen behoorden tot het door den heer M. A. H. Heystee te Am sterdam gestichte Meerwijkpark. Wonin gen en inboedels waren alle verzekerd. De Burgemeester van Bergen was een der eersten, die op de plaats des on heils aanwezig wasin den loop van den middag sloegen honderden het schouwspel gade. De mensch heeft de groote dieren in zijn macht, de roofdieren zelfs getemd, maar... de kleinere wezens uit het die renrijk zijn ons nog altijd verre de baas en kunnen "ons enorme last veroorzaken en schade toebrengen. Een van de kleinere parasieten, waar mede de pluimveehouder te doen, kan krijgen, is de vogelmijt. Van het vele ongedierte, dat ons pluimvee kan aan tasten, komt dit microscopisch kleine we zen wel het meeste voor. Het nestelt zich in groote massa in reeten en kieren en op de zitstokken van het kip penhok, en zuigt de kippen het bloed af. Onderzoeken wij eens nauwkeurig de zitstokken en het nachthok, dan zullen wij in de spleten rood© strepen opmer ken, die wij aanvankelijk voor bloed zou den aanzien, maar die hij nadere be schouwing niet anders blijken te zijn dan mijten, die zich vol bloed hebben gezogen. De vogelmijt is een. ware kwelling voor ons pluimvee. De dieren hebben te lij den door den onuitstaanbaren jeuk; zij kunnen met den snavel niet van het lichaam afblijven. Kuikens zijn veelmin der levenslustig, als zij van deze para sieten te lijden hebben, en blijven in groei ten achter. Hebben broedende kip pen last ervan, dat zit de hen zoo on rustig op het nest, dat doorgaans en kele eieren breken, en ook de jong ge boren kuikens zijn dan direct met het ongedierte behebt. Kortom, het ia «en ware plaag in de kippenwereld. Gelukkig kennen wij middelen cm van deze plaag verlost te worden, maar... dan moeten die middelen ook nauwkeu rig en met uiterste nauwgezetheid wor den toegepast. De dieren verwijderen wij allereerst uit hok, ren of stal. Dan halen we zitstokken. mestplank, drink- en voederbakken, kort om alle losse deelen, naar buiten en on derwerpen alles, de losse deelen, de hoe ken ett renlïett, aan een groofé scfioorw m aakbeurt met heet zeepwater. Den renbo- dem spitten we om, na eerst de bovenste laag geheel verwijderd te hebben. Is alles nu goed gereinigd, dan bestrijken wij hok! en ren van binnen geheel met witkalk* waardoor we 'n flinke scheut canbolineum gemengd hebben. Ook de zitstokken en verder alle losse deelen van het hok be handelen we op die manier. Geen spleetje* geen kiertje laten wij ongemoeid. De hok ken van binnen bespuiten met benzine* vóór wij er de kalk met carbolineum op aanbrengen, is heel aanbevelenswaardig* Benzine doodt de mijten onmiddellijk* Het bestrijken der binnenwanden met een mengsel van 10 deelen creoline op 100 deelen 'petroleum wordt ook wel toeges past, maar de kalk- en carbolineum-kuuE lijkt ons beter. I Heeft alles op die manier een goede beurt gehad, dan zetten wij alle deuren, wijd open, om de carbolineumluoht wat weg te laten trekken. Nu moeten we de dieren zelve nog on der handen nemen. Ook hier moeten we op verschillende manieren te werk gaan* Een zeer eenvoudige en met succes wer kende methode is de huid der dieren met gewone brandspiritus te bestrijken, ervoor zorgende overal goed te raken. Het is wel een geduldwerkje, maar de dieren vinden er beslist baat bij. De spiritus doodt da „luis" zonder de dieren zelve te benadee- l'èn. Is deze bewerking geschied, dani strooien we nog een handvol tabaksstofi tusschen de veeren. Bemerken we, dat dg dieren' na deze behandeling nog niet ge heel van het ongedierte bevrijd zijn, dan! herhalen wij de behandeling nog eens^ na een paar dagen. Door het rein houden der hokken en' door ervoor te zorgen (vooral bij kippen, in ren), dat de dieren in de gelegenheid zijn op tijd een flink zandbad te nemen* voorkomen wij „de luis" zooveel mogelijk* Toch kan, ook bij de grootste zindelijk heid, de plaag zich openbaren. Programma 24 September 1922. IB. Duiven 1Graaf Willem LI 3 P, .Bianchi* IC. Het Westen 1—S.M.C. f Th.v.d. Horst* W.F.C. 1H.B.C. 2 F. v. Veen. S.D.O. 1Concordia 1 J. Klunnen. 2C. A.D.O. 1Het Westen 2 J. Gomes. Kinheim 1R.C. IJ. 1 A. Winter. Amicitia 1S.D.O. 2 Th. Hijnen. 2D. S.J.C. 1—Zilk 1 C. Broekhof. Geel Zwart 1—Lisse 1 J. Verzijt- bergen, 3A. R.C.IJ. 2—A.D.O. 2 J. Bierman. S.D.E. 3S.V.A. 1 Th. Leeuw, Vitesse 1—S.D.O. 3 L. Pauwels. 3D. Geel Wit 1—Kinheim 2 B. v.d. Peelg H.B.C. 3—Geel Zwart 2 P. Langen- dijk. Victrix 1Santpoort 1 M. Zonneveld 3E. Lisse 2—S.J.C. 2 P. v. Duin. 3}. D.I.O.S. 1A.W. 1 A. Bizot. 4A. S.D.O. 4Vitessê 2 1 uur Klun nen, W.F.C. 3S.V.A. 2 1 uur F.v.Veen. A.D.O. 3—V.V.Z, 4 1 uur J. Gomes 4E. R.K.V.Z. 3—Amicitia 2 J.F.Duin, 'Santpoort 2—Zilk 2 C.H.M.aks. S.D.S. 1—Geel Zwart 3 G. Beentjes. 4F. Lisser broek 1Lisse 3 P.v.Berkel, DISTRICT HAARLEM EN OMSTREKEN! VAN DEN D. H. V. B. De statuten van het District Haarleml van den D. H. V. B., zijn door Z. D, H. den Bisschop goedgekeurd. Mgr. heeft; thans officiéél tot geestelijk adviseur in] het District benoemd den WelEerw. heeC J. C. C. Groot, kapelaan te Haarlem. GOUDA. Bloemenveiling 20 Sept. -- Dahlia's 525 ct.Rozen 1020 ct.: Asters 510 ct.; Chrysanthum 30—- 40 ct.; Afrikanen 2—4 ct.; Leeuwen bekken 2—6 ct., alles per 10 stuks* AMSTERDAL, 20 Sept. Vee. Ter vee markt waren heden aangevoerd: 272 veltq kalveren le qual. f 1.401,50, 2e qual, f 1,30, 3e qual. f 1.10 per K.G., 32 nuch tere kalveren f 1425 per 'stuk, 3:3, vette varkens, le qual. f 1,29, 2e qual, fl,27, spokvarkens f 1>26 per K. GJ schoon gewicht. AMSTERDAM, 21 Sept. Aardappelen. (Ber. V. Jac. Knoop.) Zeeuwsche Bontei f 2,90—3.101, id. Blauwe f 2.70—2,80, icL Eigenheimers f 1.65—1.80, id. Blauwe Eigenheimers f 2—2.10, Noord Holland- sche Blauwe f 2—2.10, id. Bonte f 2.59 2 60, HiUegommer Za.tidaardapj.elea f 4 5 per H.L. ENSCHEDE, 19 Sept. Eieren. Aanvoer. 30,000 stuks Prijzen f 912 per 100 VEENENDAAL„ 19 Sept. Eieren. Voc den tijd van het jaar nog veel aanvoer. 90.000 stuks. Prijs van 1113. Ha. del vlug. j j i, j- AMSTERDAM, 20 Sept. (Noteering v/h! Nieuwe Veilinggeb., expl. De Jong Koene.) Oharlemonsky f 1220, The Queen f 10—15, Cox pomona f 12—20, Gravensteiners f 1014, Tupappelenl f 1012, Ooilin Keswick f 912, Zon- zoet f 812, Bloem©zcot f 1115, Fram boos zuur f 68, Vlaamsch. zoet f 6-— 9, Triumph de Vienne f 1728, Ana nas de Contrais f 1626, Williams rijg f 22—30, id. f 14—22, Maagdeperen f 1220, Souvenir de Congres f 16. —22, Conseiller de la Cour f 10—14, Vijgenperen f 1624, Soldat Lahouretur. f 1014, Hertogin Elsa f 9 13, Beur- ró Lindauer f 9—13, Beurré Ilardy flS —24, Koningspercn f 7—12, Tesselanra f 5—8, Jutteperen f 26—48, Margaritha Marillat f 1420> Douiae Bonne f 22— —38, Clapp's favorite rijp f 24—38, id, id. f 18—24, Dx. Cornells f 8—13, Beur ré d'Amalie f 14—20, Dr. Jules Guyotl f 1218, Bon Orétien Williams f 10 18, Diamantperen f 811, Beurré de Méroie f 10—14,'Madame Matheu f 16 18, Dirkjespcre'n f 79, N. H. Sui kerperen f 79, Goudsballen f 79, Hesrenperan ±1520, Seigneur d'Es- peren f 12—14, Reine Victoria f 30— 32, Hazelnoten f 18—24, Druiven f 57! —79, id. wit f 40—48 per 100 K.G.; Perziken I f 1622, id. II f 6—12, Meloenen f 2036 per 100 etuks; Duin zand Eigenheimers f 3.207.7Q, Sper- cieboonen f 14—27, Tomaten f 9—11, Augurken fijn f 5462, id. basterd f 12 —24 per 100 K.G. Bloemen. Rozen f 6 13, Ohrysanthemrms f 3050, Am. An jers f 810, Dahlia's f 36.50, Le lies f 2438, Snijgroen f 49.50, Eiken takken ,4—fi Eet 1ÖQ etuks, V

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 6