BINNENLAND.
Derde Blad
23 September 1922
Missiebrief uit N. Transvaal.
Vlaanderen en...
lieke Universiteit
land.
de Kafho-
in Neder»
Wat het R.-K. Spoorweg
personeel verlangt.
AIKNEMLANDSCN NIEUWS.
KERK EN SCHOOL
RECHTZAKEN.
SPORT EN SPEL
VOETBAL
N. V. B.
De onderwijsbegrooting 1923.
De Nieuwe Kath. Partij.
De Missie en de opvoeding.
Het spoorwegongeluk te Weesp.
De wedstrijden voor morgen.
R. C. H.Ajax.
Medaillewedstrijden W. F. C.
E. D. O.
31.
Op den 3den Maart 1814 had in de
Nieuwe Kerk te Amsterdam, de plech
tigheid plaats, waarbij Prins Wiljem
van Oran:e ten aanhoore der natie in
zijn waardigheid van Souverein Vorst
der Vereenigde Provinciën werd be
vestigd. De leden der Hooge Colleges
van Staat, hadden plaats genomen in
de voor hen bestemde zetels. Ook
waren tegenwoordig Prinses Frederika
Wilhelmina, gemalin van den Prins,
de Prinses Douairière van Oran'e-
Nassau, weduwe van Stadhouder Wil
lem V en hare dochter de hertogin
weduwe van Brunswijk, allen met
groot en schitterend gevolg.
Ook de gezant van Engeland en
de vertegenwoordigers der andere mo
gendheden gaven door hun aanwezig
heid blijk van hun belangstelling.
Klokslag 11 uur v.m. schreed Prins
Willem met zijn beide zonen den Erf-
Prins en Prins Frederik de kerk bin
nen, waar hij met betuigingen van
eerbied en aanhankelijkheid werd ont
vangen. Zich vervolgens tot de ver
gaderden wendend hield de Vorst de
volgende toespraak
„Mijne HeerenHet strekt mij tot
groote voldoening, dat zooveel recht
schapen en verstandige mannen, die
zich op dit oogenblik hier bevinden,
de Grondwet hebben goedgekeurd.
De betuigingen van trouw en gene
genheid, die ik thans van U ontvang,
en zulks van eene zoo doorluchtige
vergadering, is mij xliet minder aange
naam. Alles moet ons aansporen om
zonder ophouden onze krachten
besteden aan het welzijn van het vader
land de nationale eer, ons wel begre
pen belang en de zichtbare bescher
ming, die de Almachtige ons verleent.
Thans is het "'uist 4 maanden geleden,
sinds ik den Nederlandschen bodem
weer betrad en in dit kort tijdsbestek
hebben wij in de groote zaak van het
herstel der onafhankelijkheid van on
land meer goeds verricht, dan iemand
vermocht te voorspellen. Niet alleen
hebben de mogendheden in Europa
de herinnering onzer vrijheid toege
dicht, maar door den steun, dien zij
ons hebben geschonken waarvoor
wij steeds innig dankbaar moeten ijn
hebben zij getoond niets liever te
wenschen, dan de opdracht der souve-
reiniteit over Nederland aan onzen
persoon."
„De meest belangrijke der betrek
kingen, die ons met het buitenland
verbinden aldus ging de Souvereine
Vorst voort die van ons land met
het edelmoedige Engeland, zullen wel
dra door het huwelijk van mijn oud
sten zoon, tot den hoogsten graad van
vriendschappelijkheid stijgen.
De toekomst zie ik met volle gerust
heid te gemoet, wanneer ik de uitmun-
tende_voornemens en de gezondheid
van mijn volk gade sla. Zijn geestdrift
en ijver voor de goede zaak, hebben
mij in staat gesteld, binnen enkele
weken in een uitgeput en van alles
beroofd land, meer dan 25000 man
onder de wapens te roepen, waarvan
het grootste gedeeltem uitmuntend
ten oorlog toegerust, zich weldra naar
de grenzen zal begeven onder het
bevel mijner beide zonen.
De eensgezindheid der natie ten
opzichte der belangen die voor ons
allen van even groot gewicht zijn, is
schitterend gebleken door de spoedige
mobilisatie der staande krijgsmacht,
van den landstorm en der schutterijen
en op den dag van heden, blijkt die
eendracht nog meer overtuigend door
de aanneming der Grondwet.
Het is mij bekend mijne heeren, dat
ik uwe menschen voorkom, wanneer
ik er zorg voor draag, dat deze wet
spoedig in werking treedt en tot be
reiking van dit doel de noodige maat
regelen en besluiten neem, zonder
welke haar heilzame invloed zich niet
volmaakt zou kunnen doen gelden en
met de verwachte uitwerking zou
hebben.
Van af dit oogenblik zal deze ge
wichtige taak, mijn volle aandacht
voortdurend in beslag nemen en bij
de vervulling dier taak, zal ik mij door
dezelfde onpartijdigheid en zor glaten
leiden als waarvan ik tot heden bij al
mijn bestuursdaden blijk heb gegeven.
Wanneer geest en strekking der
Grondwet onaangetast blijven, dan
zullen de burger; van het gemeen
schappelijk vaderland eensgezind blij
ven, dan zal er .geen opstand te duch
ten zijn tegen he gezag; dan zullen
de provinciën verre twisten die haar
verdeelen, gevrijwaard blijvendan
zullen de bewoners van Nederland
geen meerdere vrijheid begeeren, noch
de Vorst een uitgebreider macht
Maar het volk en de vorst, het gezag
en de aan het gezag onderworpenen,
zullen in de rechtvaardige en vrij
zinnige bepalingen dier wet, een waar
borg vinden voor hunne vereeniging
en onderlinge samenwerking.
Van deze gevoelens doordrongen
gevoelens, die het uitvloeisel van
ernstig en lang nadenken, en die nog
aan kracht gewonnen hebben door de
plechtigheid van dezen gedenkwaardi-
gen dag verklaar ik mij bereid, in
handen dezer vergadering, welke de
Vereenigde Provinciën der Nederlan
den vertegenwoordigt, den eed af te
leggen, dien de Grondwet aan den
Vorst voorschrijft."
Vervolgens legde Willem, staande
en blootshoofds den eed af tot hand
having der Grondwet en nam daarna
ede belofte van trouw in ontvangst
der vertegenwoordigers van den Staat.
Een ooggetuige verhaalt dat de ge
heele plechtigheid roerend en indruk
wekkend was. Bij het verlaten der
Nieuwe Kerk, werd de Vorst met
geestdrift door de menigte die de aan
de kerk grenzende straten vulde, toe
gedicht.
(Wordt voortgezet.)
ons daarbij aari geven,welke' bezuini
ging van iederen maatregel verwacht
wor^t."
(Van den
Benedictijner pater Dom. Lambertus Leusen.)',
Catholic Mission. Pietersburg.
P. O. Box 166.
(Slot.)
En nu wat andersSprinkhanen!
Dit jaar wordt Transvaal erg geteis
terd door deze zwermen van insecten.
Geen buitenstaander kan zich daar
van een begrip vormen. Voor een
paar weken was ik op de Missie
statie van Father Frederic op be
zoek, toen die beestjes kwamen aan
gevlogen. Plotseling werd het donker
der, want die zwermen zijn zóó dicht
en zóó groot, dat ze het zonlicht
gedeeltelijk wegnemen.
Gelukkig trokken ze over, want arm
land, waarop zij neervallen. Geen
spiertje blijft er over. Eenige dagen
later was ik in Pietersburg en ver
nam, dat zij ook in Noodshiüp wa
ren aangeland. Door het schieten van
een onzer Paters was de grootste,
hoop doorgetrokken, maar een te
groote hoop was achtergebleven om
zich te vergasten aan de vruchten
der Missie. Bij al die droefheid is
er toch weer een geluk, n.l. dat die
beestjes eetbaar zijn voor mensch en
dier. "De Kaffers zijn er dol op en als
ze hun buik vol hebben met sprink
hanen, behoeft de missionaris hun
niet zooveel maïsmeel te geven. Ook
de Paters, zooals ze me schreven,
hebben er van gesmuld. Ik kon het
eerst niet gelooven, maar later werd
het bericht toch bevestigd, 't Spijt me
nu, dat ik niet van de partii ge
weest ben. Dit goede weegt echter
geenszins op tegen de enorme schade,
welke ze aanrichten en het ergste
is, dat ér geen middelen bestaan om
ze weg te houden. Het Gouvernement
heeft alles geprobeerd, maar alles
te vergeefs. Inderdaad mocht ten
minste voor Transvaal gerust in
de Litanie van alle Heiligen inge-
lascht worden: „Van de sprinkhanen,
verlos ons, Heer!"
Waarom ik niet thuis was, toen
deze plaaggeesten op onze Missie neer
vielen? Ik zal het u vertellen. Sinds
Pinksteren heb ik de Schoone Ma-
ehuhakloof moeten verlaten en ben ik
Pietersburg aangesteld als assistent
van den HoogEerw. Prefect. Direct
kwam ik aan het feesten. Den Zater
dag voor Pinksteren hadden we den
plechtigen Doop van 7 volwassen
Zwarten en Pinksterzondag diende
iMgr. het H. Vormsel toe aan 45 kinde
ren en volwassenen. Als bijzonderheid
voor Transvaal mag wel vermeld
wouden, dat ook vele Protestanten de
plechtigheden bijwoonden. Pinkster
maandag werd ik echter weer weg
gezonden naar Newcastle in Natal, om
voor een maand te fungeeren als
Iconrector in het Moederhuis onzer
Dominioaansch-e Missiezusters, die- ook
in Blerick bij Venlo Hollandsche pos-
tulantjes aannemen voor de Missie in
Zuid-Afrika. Het is een groote boel.
Drie kloosters met over de 100 Zus
ters en 800 blanke kinderen. Daaren
boven nog een school en kerk voor
de Zoeloekaffers. Voor al dit werk
stond slechts één priester en zoo
werd ik hierheen gezonden om assi
stentie te verleenen. De Zusters had
den dan ook ruimschoots die geeste
lijke hulp verdiend voor de enorme
diensten welke ze ons op de Missie
posten bewijzen. Van hoe 'n groote
waarde Missiezusters zijn, Iaat zich
niet beschrijven en daarom kan ik de
ze hooge roeping slechts warm aan
bevelen. Begin Juli wacht mij de nieu
we werkkring in het hoofdstadje van
Noord-Transvaal. Het is een plaats
van 6000 zielen met slechts 300 ka
tholieken, maar in en om Pietersburg
wonen nog massa's heidenen, tot wel
ke onze arbeid zich natuurlijk hoofd
zakelijk uitstrekt. Een meer kleurige
en meer geurige bevolking kunt gij
u nauwelijks voorstellen, Afrikanen
van verschillende Europeesche af
stamming, Engelschen, Duitschers,
Hollanders, Italianen, Portugeezen,
enz. enz. verder Italianen, welke on
ze beste katholieken zijn en eindelijk
bruinen, gelen, rooden en- nog meer
zwarten. Dat er bij zoo'n combinatie
veel minderwaardige elementen zijn,
is vanzelf te begrijpen. De blanken
zijn over 't algemeen katholiek op
z'n Afrikaansch! Ze komen naar de
kerk, als ze zin hebben en er is heel
weinig noodig om Zondags de H. Mis
te verzuimen. Dikwijls naderen tot de
Sacramenten is ook geen mode.
Inderdaad treurig! Natuurlijk kun
nen wij niet van onze menschen den
Hollandschen geloofsijver verwachten.
Opvoeding, klimaat, gemengde huwe
lijken, alles draagt er toe bij, om Ee
niet zóó te doen zijn, gelijk ze moesten
wezen. Gelukkig schijnt er eenige ken
tering te komen door den grooten
zielenijver van den Hoogw. Prefect,
't Is trouwens een groote troost, dat
de zwarten meer en meer komen zoe
ken, hetgeen de „beschaafden" ver
smaden.
Het leven van den missionaris in de
stad is natuurlijk geheel anders dan
op de buitenstatie. Met de kleurlin
gen mag hij niet zoo vriendschappe
lijk verkeeren als büiten, want hij
zou daardoor gemakkelijk aanstoot
kunnen geven hij de blanken. Het
wordt den katholieken priester toch
al genoeg verweten, dat hij die zwarte
„schepselen" veel te wijs maakt. O,
wat een Verschil met Europa! Wat
heerscht daar geen liefde voor de
arme heidenen. Laat in Europa eens,
een zwarte priester op bezoek ko
men bij. gelegenheid van een of an
dere Missieweek. Met welk een enthou
siasme wordt hij ontvangen en hier...?
Hij is en blijft zwart en dat is ge
noeg om als zoodanig behandeld te
worden. Het is hem o. a. niet toe
gestaan met ons in dezelfde coupé
te reizen. Veel is hier te verklaren,
maaralloh, we zijn hier in Afrika
en daar is alles nu veel anders dan in
Europa. Van missieactie is hier na
tuurlijk geen sprake en daarom rekent
onze arme Missie de armste der
wereld, kan ik met een gerust hart
zeggen op uw steun. Ons adres in
de Missie weet u en er zijn in Pie
tersburg geldbanken genoeg om uwe
giften gemakkelijk te doen verzenden
en anders per brief. Ook goed. Tot
later. Hartelijk gegroet.
Uw U toegenegen in X°,
Father Dom. LAMB. LEUSEN,
O. S. B., Miss, Apost.
„Het Rechte Spoor", orgaan van den
R. K. Bond van Spoor- en Tramwegper
soneel „St. Raphaël", dringt aan op de
instelling van een Bezuinigingscommissie:
„Minister König heeft, voor zoover wij
■weten, geen uitvoering gegeven aan zijn
door de pers bekend gemaakt voorne
men, om een bezuinigingscommissie in te
stellen. Z. E. schijnt het beter geoordeeld
te hebben, deze zaak aan zijn opvolger
over te laten. Waar Minister König blijk
baar het voornemen had,, zijn portefeuille
neer te leggen, kunnen wij zijn houding
begrijpen, al vinden wij het jammer, dat
de in uitzicht gestelde commissie niet
reeds lang met haar arbeid bezig is.
„Onze organisatie kon het den laat-
sten tijd maar slecht vinden, zelfs zóó,
dat ons vertrouwen in hem, als onzen
oppersten chef, verloren ging. Maar dat
behoeft ons toch niet te beletten te er
kennen, dat onder het bewind van Minis
ter König de grootste verbeteringen voor
het spoorwegpersoneel zijn tot stand ge
komen/ Daarvoor mag Z. E. aanspraak
maken op de erkentelijkheid van het ge
heele spoorwegpersoneel.
„De nieuwe Minister van Waterstaat en
met hem de gebeele Regeering en ook on
ze directie staan voor een buitengewoon
moeilijke en ondankbare taak! Dat dient
een ieder van ons te beseffen!
„Wij achten ons niet geroepen, die taak
ïe verzwaren; integendeel voelen wij ons
verplicht naar vermogen mee te werken,
om ons geheele volk voor de ergste na-
deelen van deze economische crisis te
bewaren. Maar men make ons die tmede-
twerking mogelijk.
„Wij zingen niet mee in het koor van
«hen, die onze katholieke Ministers en
Kamerleden a priori bestempelen als
„knechten der reactie". Te velen van hen
hebben '-n. schitterenren staat van dienst
nopens de arbeiders, dan dat wij slechts
een oogenblik zouden willen denken, dat
zij, gedreven door de „reactie", de arbei
ders, in den steek zouden laten. Neen
daarvoor is hun oprechte liefde voor de
zaak der arbeiders te grootl Hun verle
den is ons borg, dat zij niet anders dan
gedwongen door niet te miskennen feiten
en gedreven door oorzaken, welke ons
misschien niet altijd bekend zijn, zullen
toestemmen in maatregelen, welke als 't
ware meer of minder afbreken, waaraan
zij hun heele leven hebben gearbeid om
het tot stand te brengen. Deze waardee
ring behoeft verschil in practische aange
legenheden echter niet uit te sluiten.
„Wij willen dus niet gerekend worden
tot hen, welke iederen maatregel toeschrij
ven aan „reactie" en niets anders dan re
actie, maar wij zullen trachten door te
dringen tot de feiten, zooals deze in al
hun naaktheid zijn. Dat achten wij onzen
plicht, dat vordert het belang van het
personeel.
Dezen plicht kunnen wij echter alleen
dan nakomen, als men ons erkent, als
men ons volledig inlicht, als men ons
niets verbergt! En daarom vragen wij: leg
open de kaarten."
Wat het blad met dit laatste bedoelt,
blijkt uit het volgende:
„Wij bedoelen: le. men zal ons moeten
aantoonen dat de voorgestelde bezuini
gingen onafwendbaar zijn en niet op an
dere voor het personeel en den dienst on
schadelijke wijze kunnen worden verkre
gen;
2e. men dient ons een overzicht te ge
ven van het geheele complex van maatre
gelen, welke men voornemens is ten aan
zien vaïi het personeel voor te stellen en
Dr. Jae. van Ginneken S. J. schrijft
in de „Tijd" een .opmerkelijk artikel
over de Katholieke universiteit,waar
in hij zich keert tegen een speech van
den heer Colijn. Deze had gezegd,
dat de Anti-revolutionnairen de ver
dere uitbreiding hunner universiteit
niet zouden kunnen bekostigen en dat
de beste oplossing der universiteits
kwestie is, het Engelsche stelsel van
colleges te volgen, waarbij de Staat
de kosten draagt van de outillage en
verschillende gezindten verder profes
soren aanstellen. Dr. v. Ginneken nu
gaat tegen dit stelsel in en verdedigt
de Katholieke universiteit, welke Ka
tholiek Nederland op den duur ge
heel zal kunnen inrichten, evenzeer
als België te Leuven. Waar de Ka
tholieken nu in een tijd van malaise
reeds in eens 21/2 millioen bijeen
brachten voor 3 faculteiten-, zal de
reest wel volgen.
Wij maken van het artikel vooral
melding om volgende aardige verge
lijking:
„Wilt gij de Vlaamsche kwestie in
haar hart begrijpen, ga dan eens tnet
een ontwikkelden doorsnee-Antwerpe
naar of Gentenaar praten over koetjes
en kalfjes en hij spreekt Vlaamsch,
en sappig Vlaamsch, pittig, kleurig,
gewestelijk Nederlandseh, maar laat
ge gaandeweg het gesprek verloopen
naar kultuurdingen, over het een of
ander uit de kunsttheorie, over de
taak der democratie in de wereld
geschiedenis, over de waarde van den
godsdienst, en in vijf van de tien ge
vallen zoowaar.onze Vlaming
begint na eenige stotteringen in eens
ernet een flux de bouche Fransch te
praten immers hij heeft dat alle
maal alleen en uitsluitend in het
Fransch geleerd Fransch gaat het
dus honderd uit. Fransch is het al
wiat zijn klok slaat, tot zoolang dat
chapiter van de baan is, om dan met
een grap, in eens weer, in 't Vlaamsch
door te gaan over koetjes en kalfjes.
Zie, dat bedoelen zij, de Flamin
ganten, als zij zeggen: „Arm Vlaande
ren, er bestaat geen Vlaamsche cul
tuur. Er is wel beschaving in Vlaan-
derland, maar die beschaving spreekt
bijna alleen Fransch. En dus arm
Vlaanderen, dat zucht onder een vloek
van tweeslachtigheid. Is dat recht of
onrecht, dat de Vlamingen daar een
eind aan willen maken in het belang
van de Vlaamsche taal en de Vlaam
sche gedachte, en de Vlaamsche ziel
bovenal?
Want tweeslachtigheid is der ziele
diepste ramp.
Tweeslachtigheid van begeerten en
ervaring; alle ongeluk van hart en
geweten; alle zonde van natuur en
beschaving; alle halfheid en onwaar
achtigheid.
Vlaanderen moet dus een Vlaamsche
universiteit hebben, wajir 't Vlaamsch
pas echte cultuurtaal zal worden.
Welnu, a pari. Wilt gii de Roomsche
Universiteitskwestie haar hart begrij
pen, ga dan met een gewoon doorsnee-
katholiek of medicus praten over
koetjes en kalfjes, en hij spreekt
Roomsch, hij voelt sappig Roomsch,
hij denkt pittig, kleurig Roomsch,
maar laat nu ook gaandeweg het ge
sprek verloopen naar hoogere cultuur-
dingen, speciaal uit zijn studie of
wetenschap over den grondslag van
bet recht, over een of ander biolo
gisch vraagstuk, over de psycholo
gie, over genezingswonderen, over
Kerk en Staat en in vijf van de
tien gevallen zoowaar, onze Roomsche
meester in de rechten, of arts begint
in eens liberaal te praten (immers hij
heeft dat allemaal alleen en uitslui
tend van liberale professoren geleerd),
liberaal gaat het dus honderd uit,
liberaal praat hij al wat de klok slaat;
tot zoolang dat universitaire chapiter
van de baan is, om dan in eens weer
in Roomsche taal door te gaan; over
koetjes en kalfjes.
Zie, dat bedoelen wij, als wü zeg
gen Arm Katholiek Nederland, er be
staat nog geen nationaal Nederland-
sche Katholieke cultuur. Er is wel
hoogere beschaving en wetenschap in
katholieke universitaire kringen,
maar die beschaving is bijna nog
heelemaal liberaal. En dus, arm ka
tholiek Nederland, om den vloek der
tweeslachtigheid.
Liberaal en katholiek gaat nu een
maal niet samen in één persoon. En
tweeslachtigheid is ook ten onzent een
zieleramp.
Is dat recht of onrecht, dat onze
Bisschoppen door de stichting der ka
tholieke Universiteit daar een eind
aan willen maken, in^ het belang
van onze Nationale Katholieke be
schaving? in het belang van de een
heid in onze zielen, in het belang
van den bouw van ons heele sociaal-
katholieke leven, in het belang van
onze strikte logica, van onze trouwe
eerlijkheid, van onze diepe waarach
tigheid?
Dat en dat alleen bedoelt trou
wens de Codex Juris Canonici 1379
2 meet dit Voorschrift: „Als de open
bare Universiteiten in een land niet'
doordrongen zijn van Katholieke leer
en Katholieken geest, dan is het wen-
schelijk dat daar een Katholieke Uni
versiteit wordt opgericht".
meenden wij dan ook allen vrij
eenstemmig, toen een paar jaar gele
den de Bisschoppen tot oprichting van
een Katholieke Universiteit beslóten,
en daartoe een groote geldinzameling
verordenden.
Zoo heeft Katholiek Nederland zich
dan ook uitgesproken in de bijeen
gebrachte twee en een half millioen,
die beter dan wat voor stemming
ook bewijzen, dat de Universiteit de
liefde van ons volk heeft, de liefde
van de groote massa vooral, de lief
de van de ontelbaar vele kleineren,
die met hun kleine bijdrage de som
hebben groot gemaakt."
De onderwijsbegrooting 1923 is) ruim
3/i millioen hooger geraamd dan voor
1922 was toegestaan; voor 1922 was toe
gestaan f 148,257.798, voor 1923 is uitge
trokken f 152.029.813. Voor 't volgend
jaar dus meer 3.772.05.
De stijging verkregen door vergelijking
met de oorspronkelijke cijfers der begroo
ting toegestaan voor 1922, is een gevolg
van wettelijke en andere bepalingen. Ston
den hier niet tegenover verminderingen
van de overige uilgaven, dan zou het
„meer" ongeveer f 675.000 hooger aanwij
zen.
Meer noodig is voor subsidiën voor open
bare en bijzondere gymnasia f 321.000 voor
bijzondere hoogere burgerscholen f 730.000
Het vakonderwijs vordert meer f 492.200,
n.1. meer; voor de industrie- en huishoud
scholen 278.300, voor teek en scholen
f 225.200, voor zeevaartscholen f 38,800,
voor 1 a ndbo u wh uish o ud o nderw ij s enz.
f 27.000 en voor buitengewone subsidie
ter tegemoetkoming in de kostemvan pen
sioen aan onderwijzers van kweekscholen
15.000, terwijl minder noodig is f 92.100
voor de subsidiën aan de scholen voor
speciale vakken, patroonsleergangen, enz.
Wat het lager onderwijs aangaat, is in to
taal minder noodig ruim f 1.818.000, te
weten: meer voor bijdragen voor kweek
scholen tot opleiding van onderwijzers en
toelagen voor kweekelingen en bijdragen
voor vereenigingen tot vooropleiding voor
de kweekscholen f 162.000 en voor bijdra
gen ter bevordering van het meer uitge
breid lager onderwijs f 16.700 waartegen
over staat dat minder noodig is 1.665.000
voor vergoeding aan gemeenten en bijzon
dere lagere scholen, ingevolge de artikelen
56, 61, 97 98 en 196, 7e lid der L. O.-wet
1920 200.000 voor subsidiën aan ge
meenten in de kosten van haar lager on
derwijs, onbillijk bezwaard, f 50.000 voor
subsidiën voor cursussen tot opleiding voor
de hoofdakten en f 82.000 voor toelagen
voor kweekelingen, opgeleid bij de Rijks
kweekscholen. De periodieke traktements-
verhoogingen vorderen meer f 1189.000.
80.000 voor kindertoelage f 13.000,
pensioenen f 4.484.000, wachtgelden
f 180.000, kosten ongevallenwet 3000,
portvrijdom f 63.600 en de bijdragen tot
het Bouwfonds f 19.200.
De overige uitgaven kunnen lager ge
raamd materiaal f 232.400, kosten voor
lichamelijke opvoeding van de jeugd bui
ten de school enz. f 258.800, ondernemin
gen voor wetenschap en kunst 55.700
alsmede de uilgaven voor het bouwkundig
personeel, ruim 27.000. Meer is noodig
voor beurzen ter tegemoetkoming in de
kosten van onderwijs aan jongelieden van
buitengewonen aanleg f 15.000, minder;
voor subsidiën voor instandhouding van
monumenten 136.600, voor leeszalen
f 34.750 en voor het Kon. Conservatorium
voor muziek f 8550.
Volgens het „Eindh. Dgbld". zal de vol
gende week de voorzitter van den Bond
van R.K. Kiesvereenigingen opnieuw gaan
onderhandelen met de N. K. P.
Er bestaat, naar het blad meent, veel
kans, dat overeenstemming tusschen beide
partijen zal worden bereikt en een sa
menwerking bij de a.s. Staten- en raads
verkiezingen zal worden mogelijk ge
maakt.
Voor plaatselijke samenwerking is te
Utrecht, Amsterdam en Rotterdam reeds
onderhandeld en er kan worden verwacht,
dat men daar óf met een lijst, waarop
candidaten van beide partijen, óf met 2
afzonderlijke lijsten zal uitkomen, die dan
onderling verbonden worden.
Overbodig mag het zijn, de vraag te be
antwoorden: Waarom moeten wij de Mis
sie steunen
Toch willen we het doen,
1. Omdat Jezus Christus het beuolen
heeft.
Jezus Christus sprak tot Zijne Aposte
len; „Gaat en onderwijst alle volken en
doopt hen in den naam des Vaders, des
Zoons en des Heiligen Geestes en leert
hen onderhouden, wat ik u geboden heb."
Dit woord, tot de Apostelen gericht, is
tot de Kerk gesproken. Daar wij leden
dier Kerk zijn, is dit woord ook tot ons
gezegd en moeten wij op menigerlei wij
ze medewerken aan deze niet vrije liefde
daad, door Christus aan de Kerk opge
legd. De jongeling moet dezen plicht ken
nen en naar vermogen vervullen. Dit moet
hem jong geleerd worden, opdat hij, tot
mannelijken leeftijd gekomen, er zich kra-
nig van kwijte.
II. Ómdat het lidmaatschap der Kerk
uoor allen noodzakelijk is ter zaligheid.
„Wie gelooft en gedoopt is, zal zalig
worden; maar wie niet gelooft zal ver
oordeeld worden." Door de Missie te
steunen werken we mede aan de zalig
heid van anderen. „Het Goddelijkste van
alle Goddelijke dingen is medewerken
met God aan de zaligheid der zielen,"
zegt de H. Dionysius de treopagist. Ver
heugen we ons, dat God ons tot dit ver
heven werik heeft uitverkoren. Wij wer
ken door de Missie-actie niet alleen voor
de eer van God, maar ook voor de zalig
heid der zielen, van welk er ééne alleen
kostbaarder is in de oogen van God, dan
ai wat de gansche wereld kostbaars bevat.
Ouders, gij wilt aan uw kinderen zoo
gaarne het kostbaarste geven, wat ge hun
maar geven kunt. Leert hen dan van kinds
been af werken voor de Missie en gij
schenkt hun het edelste, wat de wereld
bevat.
III. Omdat het missiewerk een prach
tige liefdedaad is.
Wij helpen door de Missie te steunen,
de aller ongelukkigslen naar de ziel en
dikwijls de meest noodlijdenden naar het
lichaam. Wij vervullen door de Missie-ac
tie eenigermate den wensch van den Ma
cedoniër tot St Paulus gericht: „Kom
over naar Macedonië en help ons." Mis
sie-actie is derhalve een der eerste werken
der christelijke naastenliefde. Welk een
edelen invloed zal dit werk van barm
hartigheid op den jongeling uitoefenen.
Zegen zal hij door Missie-werk brengen
over de Kerk, zegen over den Staat, en
oiet het minst zal het Huisgezin zich ver
heugen over de liefdedaden van den nobe-
len, jongenMissievriend. Zijn liefde zal
niet tot de Missie beperkt blijven, maar zij
zal haar heilaanbrengende stralen uitschie
ten over allen die hulp noodig hebben.
IV. Omdat de dankbaarheid het vraagt.
Onze voorouders waren heidenen. Zij
zijn door Gods goedheid en de zorg der
Kerk uit de duisternis van het afgodendom
tot het heldere licht des Evangelies ge
bracht. Welk een dankbaarheid vraagt dit
groote geschenk! Met FiédérLc Ozanam
den stichter der St. Vincentiusvereeniging,
dienden, Katholieke ouders, uw zonen,
kinderen te jubelen: „Jonge mannen, ge
lukkig als wij ons achten geboren te zijn
in den schoot der Kerk, opgevoed te zijn
in haar dogma's, zweren wij haar getrouw
te blijven." Liefde eischt wederliefde. Uit
dankbaarheid moet de jongeling de Missie
steunen en dankbaarheid moet hem bijzon
der geleerd worden. Dankbaar zijn
erkennen, dat hij aan anderen iets ver
schuldigd iskomt dit wel overeen
met zijn tro-ts? De Missie-actie, door hem
beoefend, opent zijn oogen en raakt zijn
hart. Hij erkent, welk een genade hij van
God ontvangen heeft; hoe hij bevoorrecht
is boven duizenden en honderdduizenden.
Hij zal God, zijn ouders, al zijn weldoe
ners danken.
Missie-actie is opvoeden. Het doel der
Missie-actie is: God doen kennen, bemin
nen, dienen en daardoor anderen in den
hemel te brengen. Heeft de opvoeding een
ander doel? Door ware Missieactie werkt
men aan de voltooiing van zijn opvoeding.
Missie-actie is opvoedingswerk en voert
tot een levendig geloof, tot een inniger
gebeds- en geloofsleven.
De Missie-actie kweekt en ontwikkelt
den godsdienstzin en de geloofsbegeeste-
ring; zij kweekt mannen van karakter; zij
verschaft -werkzaamheid; zij wekt belang
stelling voor zaken schier op elk gebied;
zij geeft wat een kind, een jongeling gaar
ne wenscht te weten; zij verruimt ziju
kennis van land- en volkenkunde. De Mis-
sie-aktie heeft, van welke zijde men ze ook
beschouwt, een ontzettende opvoedkun
dige waarde. Zij bevredigt 's menschen
ken- en streef vermogen; de twee groote
vermogens der ziel. Zij dient derhalve al-
lerwege gesteund te worden, en moet de
jongeling opgewekt worden aan die actie
volop deel te nemen. Jongelingen-vereenigin
gen moeten het Missiewerk in haar pro
grams opnemen. Tusschen de leden der
vereeniging moet een band van vriend
schap bestiAan. „Welnu," zegt Frédéric
Ozanam, „de sterkste bank, het grondbe
ginsel van alle vriendschap is de naasten
liefde en naastenliefde kan in alle har
ten niet blijven, zonder zich naar buiten
te toonen. Het is een vuur, dat uitgaat,
als er geen brandstof is en de brandstof
der naastenliefde, dat zijn liefdewerken."
Op liefdewerken moeten leden van een
vereeniging zich toeleggen en is er schoo
ner liefdewerk dan het steunen der Mis
sie? De allerongelukkigsten naar de ziel en
dikwijls de meest noodlijdenden naar het
lichaam worden door de Missie geholpen.
De jongeling moet door lectuur en stu
die uitgebreide Missiekennis en een juist
Missiebegrip zien te krijgen; hij moet voor
de Missie werken, offeren, maar vooral
bidden. Door Missiekennis alleen vormt
men nog geen ware Roomsche menschen;
meer zal hiertoe bijdragen het arbeiden en
het offervaardig geven; doch -eerst in het
gebed voor de Missie zal de volle zegen
komen, die door de Missie-actie den jonge
ling ten deel zal vallen. Hoe heerlijk en
hoe schoon: een kind, een jongeling, die
voor de Missie bidt!
Naarmate het deelnemen der jongelin
gen aan de Missie-actie hartelijker en inni
ger wordt, zal hun dank voor de gave des
geloofs grooter worden en zullen zij hun
Christen-plichten trouwer vervullen.
Katholieke ouders, die goed bedenken,
welke schoone vruchten de Missie-actie
voor hun kinderen afwerpt, zullen deze ac
tie door woord, maar op de eerste plaats
door hun voorbeeld steunen.
Ouders, onthoudt wel, wat Nicolaas
Beets zegt:
Een vrome wandel, zonder woord,
Gaat boven vloed, van reden;
Meer wat men ziet, dan wat men hoort
Wekt deugd en goede zeden;
Zoo wie met goede woorden spot:
't Goede voorbeeld brengt hem nog tot
God.
Een krachtig hulpmiddel daartoe fs Het
deelnemen aan de Missie-actie. Deze
wensch moet uw kroost bekend zijn. Dit
uw zielsverlangen, uw zielsbede zal uw
kinderen steeds vóór den geest staan, uw,
woord zal er in gegrift blijven, uw voor
beeld zullen zij tot richtsnoer nemen bij
al hun handelingen.
Gelijk Frédéric Ozanam zullen ook zij
eens nederknielen, hun handen ten gebed
vouwen en God met alle innigheid van
een erkentelijk gemoed danken, dat Hij
hun schonk: de genade geboren te worden
in het ware Geloof, dat Hij hen plaatste
op de knieën van een deugdzamen Chris
ten-vader en van een heilige Moeder!
Spoor en Staat in hooger beroep.
Naar wij vernemen is zoowel door
de Holl. IJzeren Spoorwegmaatschap
pij als door den Staat der Neder-1
landen hooger beroep aangeteekend;
tegen de vonnissen der Amsterdam-
sche Rechtbank, waarbij zij in het on
gelijk werden gesteld.
Het Gerechtshof zal dus opnieuw
over deze zaak moeten beslissen.
(„TeL"ï
J'
Uw hartewensch, ouders is, dat uw
kinderen tot ware Christenen opgroeien.
Ook in den N. V. B. is de eerste grooten
ccmpetitiedag mislukt en in het water ge
vallen. Morgen gaan we he', „full speed"
«eer probeereii, en dan is de meeste be
langstelling wel voor R. C. II.Ajax, in
Haarlem. We betwijfelen evenwel of den
Haarlemschen Racing-aanhangers veel
hoop gegeven mag worden. We gelooven
van niet en voorzien een besliste over
winning voor de Amsterdammers, die on
getwijfeld beter voetballen dan de R. C.
H.'ers.
Haarlem, vermoedelijk al met den oud-
Racing-man Dik versterkt, gaat naar U.
V. V., en kan hier winnen. De glorie van
U. V. V. is voorbij, maar Haarlem.,
nu ja, men kent Haarlem. We weten
heusch niet, wat we er nu van zeggen
moeten!
Het programma vermeldt voorts Blauw
WitFeyenoord, H. B. S.V. O. C., D.
F. C.—Quick en SpartaH V. V.
Voor den overgang krijgt Stormvogels
de oude concurrent S. V. V. te gast De
IJmuidenaren hebben al getoond, dat ze
den smaak te pakken hebben en zullen
van het verzwakte S. V. V. wel winnen.
H. F. C. gaat naar het Haagsehe A. D. O.,
dat er wel zin in zal hebben, zijn nieuwe
terrein te openen met een victorie, maar
we vertrouwen, dat H. F. C. zich daal
niet voor zal laten gebruiken.
Het verdere program luidt:
WA—'t Gooi.
ZFCSpartaan.
HilversumExcelsior.
Reserve le klasse XL
Ajax 2Blauw Wit 2.
HtFC 2—ZFC 2.
Spartaan 2Hilversum 2
Haarlem 2—WA 2
't Gooi 2Rapiditas 2
2de Klasse A.
EDO—AFC.
AIcmaria VictrixZVV
ZandvoortWFC
HortusHollandia.
QSCSchoten.
3e Klasse.
BloemendaalVSV
Reserve 2e klasse C.
Quick 2—RCH 2
HBS 3—EDO 2
Oostelijke afdee
le Klasse.
QuickGo Ahead.
TheoleEn schede.
HeraclesZAC
UDHengelo.
Enschedesche Boys-Be Quick.
Zuidelijke afdeeling
le klasse.
DOSKO—Willem II
PSVNAC
DWBredania
NOADEindhoven.
Noordelijke afdeeling.
le Klasse.
FrieslandUpright
WW—Veendam
AchillesFrisia.
Be QuickVelocitas.
R.C.H. zal a.s. Zondag met het volgewU
elftal in het velk komen tegen Ajax:
Radsma,
Kuijt Hazevoet
Geutskens, Nieuwenhuis, Krom,
Koning, v. Dam, Roelfsema, NachtezeUer,
Boekelaar,
R. C. H. 2 speelt een uitwedstrijd tegen
het reserve elftal van Quick.
De uitslag van den door W. F. C. ge
houden medaillewedstrijden is als volgt:
A. A.D.O. I le prijs, Louwertak; H.BXL
II, 2e prijs, Groote medaille.
B. R.C.M. II le prijs, medaille.
C. Patronaat I, le prijs, medaille.
Zondag ontvangt EDO den oud-over-
ganger AFC uit Amsterdam. De vol
gende opstelling brengt EDO in het
veld;
De Kief te
Sparreboom, Boeré
Peruhel, J. v. d. Laan, C. v. d. Laan
Steffens, Tanes, S. v. d. Laan, C. v. d.
Hurk, Vastbinder.
TIEN JAREN UIT ONZE VADER-
LANDSCHE GESCHIEDENIS.
(1806—1815)
door Jos. P. H. Hamers.