BINNENLAND. Derde Blad 23 September 1922 Missiebrief uit N. Transvaal. Vlaanderen en... lieke Universiteit land. de Kafho- in Neder» Wat het R.-K. Spoorweg personeel verlangt. AIKNEMLANDSCN NIEUWS. KERK EN SCHOOL RECHTZAKEN. SPORT EN SPEL VOETBAL N. V. B. De onderwijsbegrooting 1923. De Nieuwe Kath. Partij. De Missie en de opvoeding. Het spoorwegongeluk te Weesp. De wedstrijden voor morgen. R. C. H.Ajax. Medaillewedstrijden W. F. C. E. D. O. 31. Op den 3den Maart 1814 had in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, de plech tigheid plaats, waarbij Prins Wiljem van Oran:e ten aanhoore der natie in zijn waardigheid van Souverein Vorst der Vereenigde Provinciën werd be vestigd. De leden der Hooge Colleges van Staat, hadden plaats genomen in de voor hen bestemde zetels. Ook waren tegenwoordig Prinses Frederika Wilhelmina, gemalin van den Prins, de Prinses Douairière van Oran'e- Nassau, weduwe van Stadhouder Wil lem V en hare dochter de hertogin weduwe van Brunswijk, allen met groot en schitterend gevolg. Ook de gezant van Engeland en de vertegenwoordigers der andere mo gendheden gaven door hun aanwezig heid blijk van hun belangstelling. Klokslag 11 uur v.m. schreed Prins Willem met zijn beide zonen den Erf- Prins en Prins Frederik de kerk bin nen, waar hij met betuigingen van eerbied en aanhankelijkheid werd ont vangen. Zich vervolgens tot de ver gaderden wendend hield de Vorst de volgende toespraak „Mijne HeerenHet strekt mij tot groote voldoening, dat zooveel recht schapen en verstandige mannen, die zich op dit oogenblik hier bevinden, de Grondwet hebben goedgekeurd. De betuigingen van trouw en gene genheid, die ik thans van U ontvang, en zulks van eene zoo doorluchtige vergadering, is mij xliet minder aange naam. Alles moet ons aansporen om zonder ophouden onze krachten besteden aan het welzijn van het vader land de nationale eer, ons wel begre pen belang en de zichtbare bescher ming, die de Almachtige ons verleent. Thans is het "'uist 4 maanden geleden, sinds ik den Nederlandschen bodem weer betrad en in dit kort tijdsbestek hebben wij in de groote zaak van het herstel der onafhankelijkheid van on land meer goeds verricht, dan iemand vermocht te voorspellen. Niet alleen hebben de mogendheden in Europa de herinnering onzer vrijheid toege dicht, maar door den steun, dien zij ons hebben geschonken waarvoor wij steeds innig dankbaar moeten ijn hebben zij getoond niets liever te wenschen, dan de opdracht der souve- reiniteit over Nederland aan onzen persoon." „De meest belangrijke der betrek kingen, die ons met het buitenland verbinden aldus ging de Souvereine Vorst voort die van ons land met het edelmoedige Engeland, zullen wel dra door het huwelijk van mijn oud sten zoon, tot den hoogsten graad van vriendschappelijkheid stijgen. De toekomst zie ik met volle gerust heid te gemoet, wanneer ik de uitmun- tende_voornemens en de gezondheid van mijn volk gade sla. Zijn geestdrift en ijver voor de goede zaak, hebben mij in staat gesteld, binnen enkele weken in een uitgeput en van alles beroofd land, meer dan 25000 man onder de wapens te roepen, waarvan het grootste gedeeltem uitmuntend ten oorlog toegerust, zich weldra naar de grenzen zal begeven onder het bevel mijner beide zonen. De eensgezindheid der natie ten opzichte der belangen die voor ons allen van even groot gewicht zijn, is schitterend gebleken door de spoedige mobilisatie der staande krijgsmacht, van den landstorm en der schutterijen en op den dag van heden, blijkt die eendracht nog meer overtuigend door de aanneming der Grondwet. Het is mij bekend mijne heeren, dat ik uwe menschen voorkom, wanneer ik er zorg voor draag, dat deze wet spoedig in werking treedt en tot be reiking van dit doel de noodige maat regelen en besluiten neem, zonder welke haar heilzame invloed zich niet volmaakt zou kunnen doen gelden en met de verwachte uitwerking zou hebben. Van af dit oogenblik zal deze ge wichtige taak, mijn volle aandacht voortdurend in beslag nemen en bij de vervulling dier taak, zal ik mij door dezelfde onpartijdigheid en zor glaten leiden als waarvan ik tot heden bij al mijn bestuursdaden blijk heb gegeven. Wanneer geest en strekking der Grondwet onaangetast blijven, dan zullen de burger; van het gemeen schappelijk vaderland eensgezind blij ven, dan zal er .geen opstand te duch ten zijn tegen he gezag; dan zullen de provinciën verre twisten die haar verdeelen, gevrijwaard blijvendan zullen de bewoners van Nederland geen meerdere vrijheid begeeren, noch de Vorst een uitgebreider macht Maar het volk en de vorst, het gezag en de aan het gezag onderworpenen, zullen in de rechtvaardige en vrij zinnige bepalingen dier wet, een waar borg vinden voor hunne vereeniging en onderlinge samenwerking. Van deze gevoelens doordrongen gevoelens, die het uitvloeisel van ernstig en lang nadenken, en die nog aan kracht gewonnen hebben door de plechtigheid van dezen gedenkwaardi- gen dag verklaar ik mij bereid, in handen dezer vergadering, welke de Vereenigde Provinciën der Nederlan den vertegenwoordigt, den eed af te leggen, dien de Grondwet aan den Vorst voorschrijft." Vervolgens legde Willem, staande en blootshoofds den eed af tot hand having der Grondwet en nam daarna ede belofte van trouw in ontvangst der vertegenwoordigers van den Staat. Een ooggetuige verhaalt dat de ge heele plechtigheid roerend en indruk wekkend was. Bij het verlaten der Nieuwe Kerk, werd de Vorst met geestdrift door de menigte die de aan de kerk grenzende straten vulde, toe gedicht. (Wordt voortgezet.) ons daarbij aari geven,welke' bezuini ging van iederen maatregel verwacht wor^t." (Van den Benedictijner pater Dom. Lambertus Leusen.)', Catholic Mission. Pietersburg. P. O. Box 166. (Slot.) En nu wat andersSprinkhanen! Dit jaar wordt Transvaal erg geteis terd door deze zwermen van insecten. Geen buitenstaander kan zich daar van een begrip vormen. Voor een paar weken was ik op de Missie statie van Father Frederic op be zoek, toen die beestjes kwamen aan gevlogen. Plotseling werd het donker der, want die zwermen zijn zóó dicht en zóó groot, dat ze het zonlicht gedeeltelijk wegnemen. Gelukkig trokken ze over, want arm land, waarop zij neervallen. Geen spiertje blijft er over. Eenige dagen later was ik in Pietersburg en ver nam, dat zij ook in Noodshiüp wa ren aangeland. Door het schieten van een onzer Paters was de grootste, hoop doorgetrokken, maar een te groote hoop was achtergebleven om zich te vergasten aan de vruchten der Missie. Bij al die droefheid is er toch weer een geluk, n.l. dat die beestjes eetbaar zijn voor mensch en dier. "De Kaffers zijn er dol op en als ze hun buik vol hebben met sprink hanen, behoeft de missionaris hun niet zooveel maïsmeel te geven. Ook de Paters, zooals ze me schreven, hebben er van gesmuld. Ik kon het eerst niet gelooven, maar later werd het bericht toch bevestigd, 't Spijt me nu, dat ik niet van de partii ge weest ben. Dit goede weegt echter geenszins op tegen de enorme schade, welke ze aanrichten en het ergste is, dat ér geen middelen bestaan om ze weg te houden. Het Gouvernement heeft alles geprobeerd, maar alles te vergeefs. Inderdaad mocht ten minste voor Transvaal gerust in de Litanie van alle Heiligen inge- lascht worden: „Van de sprinkhanen, verlos ons, Heer!" Waarom ik niet thuis was, toen deze plaaggeesten op onze Missie neer vielen? Ik zal het u vertellen. Sinds Pinksteren heb ik de Schoone Ma- ehuhakloof moeten verlaten en ben ik Pietersburg aangesteld als assistent van den HoogEerw. Prefect. Direct kwam ik aan het feesten. Den Zater dag voor Pinksteren hadden we den plechtigen Doop van 7 volwassen Zwarten en Pinksterzondag diende iMgr. het H. Vormsel toe aan 45 kinde ren en volwassenen. Als bijzonderheid voor Transvaal mag wel vermeld wouden, dat ook vele Protestanten de plechtigheden bijwoonden. Pinkster maandag werd ik echter weer weg gezonden naar Newcastle in Natal, om voor een maand te fungeeren als Iconrector in het Moederhuis onzer Dominioaansch-e Missiezusters, die- ook in Blerick bij Venlo Hollandsche pos- tulantjes aannemen voor de Missie in Zuid-Afrika. Het is een groote boel. Drie kloosters met over de 100 Zus ters en 800 blanke kinderen. Daaren boven nog een school en kerk voor de Zoeloekaffers. Voor al dit werk stond slechts één priester en zoo werd ik hierheen gezonden om assi stentie te verleenen. De Zusters had den dan ook ruimschoots die geeste lijke hulp verdiend voor de enorme diensten welke ze ons op de Missie posten bewijzen. Van hoe 'n groote waarde Missiezusters zijn, Iaat zich niet beschrijven en daarom kan ik de ze hooge roeping slechts warm aan bevelen. Begin Juli wacht mij de nieu we werkkring in het hoofdstadje van Noord-Transvaal. Het is een plaats van 6000 zielen met slechts 300 ka tholieken, maar in en om Pietersburg wonen nog massa's heidenen, tot wel ke onze arbeid zich natuurlijk hoofd zakelijk uitstrekt. Een meer kleurige en meer geurige bevolking kunt gij u nauwelijks voorstellen, Afrikanen van verschillende Europeesche af stamming, Engelschen, Duitschers, Hollanders, Italianen, Portugeezen, enz. enz. verder Italianen, welke on ze beste katholieken zijn en eindelijk bruinen, gelen, rooden en- nog meer zwarten. Dat er bij zoo'n combinatie veel minderwaardige elementen zijn, is vanzelf te begrijpen. De blanken zijn over 't algemeen katholiek op z'n Afrikaansch! Ze komen naar de kerk, als ze zin hebben en er is heel weinig noodig om Zondags de H. Mis te verzuimen. Dikwijls naderen tot de Sacramenten is ook geen mode. Inderdaad treurig! Natuurlijk kun nen wij niet van onze menschen den Hollandschen geloofsijver verwachten. Opvoeding, klimaat, gemengde huwe lijken, alles draagt er toe bij, om Ee niet zóó te doen zijn, gelijk ze moesten wezen. Gelukkig schijnt er eenige ken tering te komen door den grooten zielenijver van den Hoogw. Prefect, 't Is trouwens een groote troost, dat de zwarten meer en meer komen zoe ken, hetgeen de „beschaafden" ver smaden. Het leven van den missionaris in de stad is natuurlijk geheel anders dan op de buitenstatie. Met de kleurlin gen mag hij niet zoo vriendschappe lijk verkeeren als büiten, want hij zou daardoor gemakkelijk aanstoot kunnen geven hij de blanken. Het wordt den katholieken priester toch al genoeg verweten, dat hij die zwarte „schepselen" veel te wijs maakt. O, wat een Verschil met Europa! Wat heerscht daar geen liefde voor de arme heidenen. Laat in Europa eens, een zwarte priester op bezoek ko men bij. gelegenheid van een of an dere Missieweek. Met welk een enthou siasme wordt hij ontvangen en hier...? Hij is en blijft zwart en dat is ge noeg om als zoodanig behandeld te worden. Het is hem o. a. niet toe gestaan met ons in dezelfde coupé te reizen. Veel is hier te verklaren, maaralloh, we zijn hier in Afrika en daar is alles nu veel anders dan in Europa. Van missieactie is hier na tuurlijk geen sprake en daarom rekent onze arme Missie de armste der wereld, kan ik met een gerust hart zeggen op uw steun. Ons adres in de Missie weet u en er zijn in Pie tersburg geldbanken genoeg om uwe giften gemakkelijk te doen verzenden en anders per brief. Ook goed. Tot later. Hartelijk gegroet. Uw U toegenegen in X°, Father Dom. LAMB. LEUSEN, O. S. B., Miss, Apost. „Het Rechte Spoor", orgaan van den R. K. Bond van Spoor- en Tramwegper soneel „St. Raphaël", dringt aan op de instelling van een Bezuinigingscommissie: „Minister König heeft, voor zoover wij ■weten, geen uitvoering gegeven aan zijn door de pers bekend gemaakt voorne men, om een bezuinigingscommissie in te stellen. Z. E. schijnt het beter geoordeeld te hebben, deze zaak aan zijn opvolger over te laten. Waar Minister König blijk baar het voornemen had,, zijn portefeuille neer te leggen, kunnen wij zijn houding begrijpen, al vinden wij het jammer, dat de in uitzicht gestelde commissie niet reeds lang met haar arbeid bezig is. „Onze organisatie kon het den laat- sten tijd maar slecht vinden, zelfs zóó, dat ons vertrouwen in hem, als onzen oppersten chef, verloren ging. Maar dat behoeft ons toch niet te beletten te er kennen, dat onder het bewind van Minis ter König de grootste verbeteringen voor het spoorwegpersoneel zijn tot stand ge komen/ Daarvoor mag Z. E. aanspraak maken op de erkentelijkheid van het ge heele spoorwegpersoneel. „De nieuwe Minister van Waterstaat en met hem de gebeele Regeering en ook on ze directie staan voor een buitengewoon moeilijke en ondankbare taak! Dat dient een ieder van ons te beseffen! „Wij achten ons niet geroepen, die taak ïe verzwaren; integendeel voelen wij ons verplicht naar vermogen mee te werken, om ons geheele volk voor de ergste na- deelen van deze economische crisis te bewaren. Maar men make ons die tmede- twerking mogelijk. „Wij zingen niet mee in het koor van «hen, die onze katholieke Ministers en Kamerleden a priori bestempelen als „knechten der reactie". Te velen van hen hebben '-n. schitterenren staat van dienst nopens de arbeiders, dan dat wij slechts een oogenblik zouden willen denken, dat zij, gedreven door de „reactie", de arbei ders, in den steek zouden laten. Neen daarvoor is hun oprechte liefde voor de zaak der arbeiders te grootl Hun verle den is ons borg, dat zij niet anders dan gedwongen door niet te miskennen feiten en gedreven door oorzaken, welke ons misschien niet altijd bekend zijn, zullen toestemmen in maatregelen, welke als 't ware meer of minder afbreken, waaraan zij hun heele leven hebben gearbeid om het tot stand te brengen. Deze waardee ring behoeft verschil in practische aange legenheden echter niet uit te sluiten. „Wij willen dus niet gerekend worden tot hen, welke iederen maatregel toeschrij ven aan „reactie" en niets anders dan re actie, maar wij zullen trachten door te dringen tot de feiten, zooals deze in al hun naaktheid zijn. Dat achten wij onzen plicht, dat vordert het belang van het personeel. Dezen plicht kunnen wij echter alleen dan nakomen, als men ons erkent, als men ons volledig inlicht, als men ons niets verbergt! En daarom vragen wij: leg open de kaarten." Wat het blad met dit laatste bedoelt, blijkt uit het volgende: „Wij bedoelen: le. men zal ons moeten aantoonen dat de voorgestelde bezuini gingen onafwendbaar zijn en niet op an dere voor het personeel en den dienst on schadelijke wijze kunnen worden verkre gen; 2e. men dient ons een overzicht te ge ven van het geheele complex van maatre gelen, welke men voornemens is ten aan zien vaïi het personeel voor te stellen en Dr. Jae. van Ginneken S. J. schrijft in de „Tijd" een .opmerkelijk artikel over de Katholieke universiteit,waar in hij zich keert tegen een speech van den heer Colijn. Deze had gezegd, dat de Anti-revolutionnairen de ver dere uitbreiding hunner universiteit niet zouden kunnen bekostigen en dat de beste oplossing der universiteits kwestie is, het Engelsche stelsel van colleges te volgen, waarbij de Staat de kosten draagt van de outillage en verschillende gezindten verder profes soren aanstellen. Dr. v. Ginneken nu gaat tegen dit stelsel in en verdedigt de Katholieke universiteit, welke Ka tholiek Nederland op den duur ge heel zal kunnen inrichten, evenzeer als België te Leuven. Waar de Ka tholieken nu in een tijd van malaise reeds in eens 21/2 millioen bijeen brachten voor 3 faculteiten-, zal de reest wel volgen. Wij maken van het artikel vooral melding om volgende aardige verge lijking: „Wilt gij de Vlaamsche kwestie in haar hart begrijpen, ga dan eens tnet een ontwikkelden doorsnee-Antwerpe naar of Gentenaar praten over koetjes en kalfjes en hij spreekt Vlaamsch, en sappig Vlaamsch, pittig, kleurig, gewestelijk Nederlandseh, maar laat ge gaandeweg het gesprek verloopen naar kultuurdingen, over het een of ander uit de kunsttheorie, over de taak der democratie in de wereld geschiedenis, over de waarde van den godsdienst, en in vijf van de tien ge vallen zoowaar.onze Vlaming begint na eenige stotteringen in eens ernet een flux de bouche Fransch te praten immers hij heeft dat alle maal alleen en uitsluitend in het Fransch geleerd Fransch gaat het dus honderd uit. Fransch is het al wiat zijn klok slaat, tot zoolang dat chapiter van de baan is, om dan met een grap, in eens weer, in 't Vlaamsch door te gaan over koetjes en kalfjes. Zie, dat bedoelen zij, de Flamin ganten, als zij zeggen: „Arm Vlaande ren, er bestaat geen Vlaamsche cul tuur. Er is wel beschaving in Vlaan- derland, maar die beschaving spreekt bijna alleen Fransch. En dus arm Vlaanderen, dat zucht onder een vloek van tweeslachtigheid. Is dat recht of onrecht, dat de Vlamingen daar een eind aan willen maken in het belang van de Vlaamsche taal en de Vlaam sche gedachte, en de Vlaamsche ziel bovenal? Want tweeslachtigheid is der ziele diepste ramp. Tweeslachtigheid van begeerten en ervaring; alle ongeluk van hart en geweten; alle zonde van natuur en beschaving; alle halfheid en onwaar achtigheid. Vlaanderen moet dus een Vlaamsche universiteit hebben, wajir 't Vlaamsch pas echte cultuurtaal zal worden. Welnu, a pari. Wilt gii de Roomsche Universiteitskwestie haar hart begrij pen, ga dan met een gewoon doorsnee- katholiek of medicus praten over koetjes en kalfjes, en hij spreekt Roomsch, hij voelt sappig Roomsch, hij denkt pittig, kleurig Roomsch, maar laat nu ook gaandeweg het ge sprek verloopen naar hoogere cultuur- dingen, speciaal uit zijn studie of wetenschap over den grondslag van bet recht, over een of ander biolo gisch vraagstuk, over de psycholo gie, over genezingswonderen, over Kerk en Staat en in vijf van de tien gevallen zoowaar, onze Roomsche meester in de rechten, of arts begint in eens liberaal te praten (immers hij heeft dat allemaal alleen en uitslui tend van liberale professoren geleerd), liberaal gaat het dus honderd uit, liberaal praat hij al wat de klok slaat; tot zoolang dat universitaire chapiter van de baan is, om dan in eens weer in Roomsche taal door te gaan; over koetjes en kalfjes. Zie, dat bedoelen wij, als wü zeg gen Arm Katholiek Nederland, er be staat nog geen nationaal Nederland- sche Katholieke cultuur. Er is wel hoogere beschaving en wetenschap in katholieke universitaire kringen, maar die beschaving is bijna nog heelemaal liberaal. En dus, arm ka tholiek Nederland, om den vloek der tweeslachtigheid. Liberaal en katholiek gaat nu een maal niet samen in één persoon. En tweeslachtigheid is ook ten onzent een zieleramp. Is dat recht of onrecht, dat onze Bisschoppen door de stichting der ka tholieke Universiteit daar een eind aan willen maken, in^ het belang van onze Nationale Katholieke be schaving? in het belang van de een heid in onze zielen, in het belang van den bouw van ons heele sociaal- katholieke leven, in het belang van onze strikte logica, van onze trouwe eerlijkheid, van onze diepe waarach tigheid? Dat en dat alleen bedoelt trou wens de Codex Juris Canonici 1379 2 meet dit Voorschrift: „Als de open bare Universiteiten in een land niet' doordrongen zijn van Katholieke leer en Katholieken geest, dan is het wen- schelijk dat daar een Katholieke Uni versiteit wordt opgericht". meenden wij dan ook allen vrij eenstemmig, toen een paar jaar gele den de Bisschoppen tot oprichting van een Katholieke Universiteit beslóten, en daartoe een groote geldinzameling verordenden. Zoo heeft Katholiek Nederland zich dan ook uitgesproken in de bijeen gebrachte twee en een half millioen, die beter dan wat voor stemming ook bewijzen, dat de Universiteit de liefde van ons volk heeft, de liefde van de groote massa vooral, de lief de van de ontelbaar vele kleineren, die met hun kleine bijdrage de som hebben groot gemaakt." De onderwijsbegrooting 1923 is) ruim 3/i millioen hooger geraamd dan voor 1922 was toegestaan; voor 1922 was toe gestaan f 148,257.798, voor 1923 is uitge trokken f 152.029.813. Voor 't volgend jaar dus meer 3.772.05. De stijging verkregen door vergelijking met de oorspronkelijke cijfers der begroo ting toegestaan voor 1922, is een gevolg van wettelijke en andere bepalingen. Ston den hier niet tegenover verminderingen van de overige uilgaven, dan zou het „meer" ongeveer f 675.000 hooger aanwij zen. Meer noodig is voor subsidiën voor open bare en bijzondere gymnasia f 321.000 voor bijzondere hoogere burgerscholen f 730.000 Het vakonderwijs vordert meer f 492.200, n.1. meer; voor de industrie- en huishoud scholen 278.300, voor teek en scholen f 225.200, voor zeevaartscholen f 38,800, voor 1 a ndbo u wh uish o ud o nderw ij s enz. f 27.000 en voor buitengewone subsidie ter tegemoetkoming in de kostemvan pen sioen aan onderwijzers van kweekscholen 15.000, terwijl minder noodig is f 92.100 voor de subsidiën aan de scholen voor speciale vakken, patroonsleergangen, enz. Wat het lager onderwijs aangaat, is in to taal minder noodig ruim f 1.818.000, te weten: meer voor bijdragen voor kweek scholen tot opleiding van onderwijzers en toelagen voor kweekelingen en bijdragen voor vereenigingen tot vooropleiding voor de kweekscholen f 162.000 en voor bijdra gen ter bevordering van het meer uitge breid lager onderwijs f 16.700 waartegen over staat dat minder noodig is 1.665.000 voor vergoeding aan gemeenten en bijzon dere lagere scholen, ingevolge de artikelen 56, 61, 97 98 en 196, 7e lid der L. O.-wet 1920 200.000 voor subsidiën aan ge meenten in de kosten van haar lager on derwijs, onbillijk bezwaard, f 50.000 voor subsidiën voor cursussen tot opleiding voor de hoofdakten en f 82.000 voor toelagen voor kweekelingen, opgeleid bij de Rijks kweekscholen. De periodieke traktements- verhoogingen vorderen meer f 1189.000. 80.000 voor kindertoelage f 13.000, pensioenen f 4.484.000, wachtgelden f 180.000, kosten ongevallenwet 3000, portvrijdom f 63.600 en de bijdragen tot het Bouwfonds f 19.200. De overige uitgaven kunnen lager ge raamd materiaal f 232.400, kosten voor lichamelijke opvoeding van de jeugd bui ten de school enz. f 258.800, ondernemin gen voor wetenschap en kunst 55.700 alsmede de uilgaven voor het bouwkundig personeel, ruim 27.000. Meer is noodig voor beurzen ter tegemoetkoming in de kosten van onderwijs aan jongelieden van buitengewonen aanleg f 15.000, minder; voor subsidiën voor instandhouding van monumenten 136.600, voor leeszalen f 34.750 en voor het Kon. Conservatorium voor muziek f 8550. Volgens het „Eindh. Dgbld". zal de vol gende week de voorzitter van den Bond van R.K. Kiesvereenigingen opnieuw gaan onderhandelen met de N. K. P. Er bestaat, naar het blad meent, veel kans, dat overeenstemming tusschen beide partijen zal worden bereikt en een sa menwerking bij de a.s. Staten- en raads verkiezingen zal worden mogelijk ge maakt. Voor plaatselijke samenwerking is te Utrecht, Amsterdam en Rotterdam reeds onderhandeld en er kan worden verwacht, dat men daar óf met een lijst, waarop candidaten van beide partijen, óf met 2 afzonderlijke lijsten zal uitkomen, die dan onderling verbonden worden. Overbodig mag het zijn, de vraag te be antwoorden: Waarom moeten wij de Mis sie steunen Toch willen we het doen, 1. Omdat Jezus Christus het beuolen heeft. Jezus Christus sprak tot Zijne Aposte len; „Gaat en onderwijst alle volken en doopt hen in den naam des Vaders, des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden, wat ik u geboden heb." Dit woord, tot de Apostelen gericht, is tot de Kerk gesproken. Daar wij leden dier Kerk zijn, is dit woord ook tot ons gezegd en moeten wij op menigerlei wij ze medewerken aan deze niet vrije liefde daad, door Christus aan de Kerk opge legd. De jongeling moet dezen plicht ken nen en naar vermogen vervullen. Dit moet hem jong geleerd worden, opdat hij, tot mannelijken leeftijd gekomen, er zich kra- nig van kwijte. II. Ómdat het lidmaatschap der Kerk uoor allen noodzakelijk is ter zaligheid. „Wie gelooft en gedoopt is, zal zalig worden; maar wie niet gelooft zal ver oordeeld worden." Door de Missie te steunen werken we mede aan de zalig heid van anderen. „Het Goddelijkste van alle Goddelijke dingen is medewerken met God aan de zaligheid der zielen," zegt de H. Dionysius de treopagist. Ver heugen we ons, dat God ons tot dit ver heven werik heeft uitverkoren. Wij wer ken door de Missie-actie niet alleen voor de eer van God, maar ook voor de zalig heid der zielen, van welk er ééne alleen kostbaarder is in de oogen van God, dan ai wat de gansche wereld kostbaars bevat. Ouders, gij wilt aan uw kinderen zoo gaarne het kostbaarste geven, wat ge hun maar geven kunt. Leert hen dan van kinds been af werken voor de Missie en gij schenkt hun het edelste, wat de wereld bevat. III. Omdat het missiewerk een prach tige liefdedaad is. Wij helpen door de Missie te steunen, de aller ongelukkigslen naar de ziel en dikwijls de meest noodlijdenden naar het lichaam. Wij vervullen door de Missie-ac tie eenigermate den wensch van den Ma cedoniër tot St Paulus gericht: „Kom over naar Macedonië en help ons." Mis sie-actie is derhalve een der eerste werken der christelijke naastenliefde. Welk een edelen invloed zal dit werk van barm hartigheid op den jongeling uitoefenen. Zegen zal hij door Missie-werk brengen over de Kerk, zegen over den Staat, en oiet het minst zal het Huisgezin zich ver heugen over de liefdedaden van den nobe- len, jongenMissievriend. Zijn liefde zal niet tot de Missie beperkt blijven, maar zij zal haar heilaanbrengende stralen uitschie ten over allen die hulp noodig hebben. IV. Omdat de dankbaarheid het vraagt. Onze voorouders waren heidenen. Zij zijn door Gods goedheid en de zorg der Kerk uit de duisternis van het afgodendom tot het heldere licht des Evangelies ge bracht. Welk een dankbaarheid vraagt dit groote geschenk! Met FiédérLc Ozanam den stichter der St. Vincentiusvereeniging, dienden, Katholieke ouders, uw zonen, kinderen te jubelen: „Jonge mannen, ge lukkig als wij ons achten geboren te zijn in den schoot der Kerk, opgevoed te zijn in haar dogma's, zweren wij haar getrouw te blijven." Liefde eischt wederliefde. Uit dankbaarheid moet de jongeling de Missie steunen en dankbaarheid moet hem bijzon der geleerd worden. Dankbaar zijn erkennen, dat hij aan anderen iets ver schuldigd iskomt dit wel overeen met zijn tro-ts? De Missie-actie, door hem beoefend, opent zijn oogen en raakt zijn hart. Hij erkent, welk een genade hij van God ontvangen heeft; hoe hij bevoorrecht is boven duizenden en honderdduizenden. Hij zal God, zijn ouders, al zijn weldoe ners danken. Missie-actie is opvoeden. Het doel der Missie-actie is: God doen kennen, bemin nen, dienen en daardoor anderen in den hemel te brengen. Heeft de opvoeding een ander doel? Door ware Missieactie werkt men aan de voltooiing van zijn opvoeding. Missie-actie is opvoedingswerk en voert tot een levendig geloof, tot een inniger gebeds- en geloofsleven. De Missie-actie kweekt en ontwikkelt den godsdienstzin en de geloofsbegeeste- ring; zij kweekt mannen van karakter; zij verschaft -werkzaamheid; zij wekt belang stelling voor zaken schier op elk gebied; zij geeft wat een kind, een jongeling gaar ne wenscht te weten; zij verruimt ziju kennis van land- en volkenkunde. De Mis- sie-aktie heeft, van welke zijde men ze ook beschouwt, een ontzettende opvoedkun dige waarde. Zij bevredigt 's menschen ken- en streef vermogen; de twee groote vermogens der ziel. Zij dient derhalve al- lerwege gesteund te worden, en moet de jongeling opgewekt worden aan die actie volop deel te nemen. Jongelingen-vereenigin gen moeten het Missiewerk in haar pro grams opnemen. Tusschen de leden der vereeniging moet een band van vriend schap bestiAan. „Welnu," zegt Frédéric Ozanam, „de sterkste bank, het grondbe ginsel van alle vriendschap is de naasten liefde en naastenliefde kan in alle har ten niet blijven, zonder zich naar buiten te toonen. Het is een vuur, dat uitgaat, als er geen brandstof is en de brandstof der naastenliefde, dat zijn liefdewerken." Op liefdewerken moeten leden van een vereeniging zich toeleggen en is er schoo ner liefdewerk dan het steunen der Mis sie? De allerongelukkigsten naar de ziel en dikwijls de meest noodlijdenden naar het lichaam worden door de Missie geholpen. De jongeling moet door lectuur en stu die uitgebreide Missiekennis en een juist Missiebegrip zien te krijgen; hij moet voor de Missie werken, offeren, maar vooral bidden. Door Missiekennis alleen vormt men nog geen ware Roomsche menschen; meer zal hiertoe bijdragen het arbeiden en het offervaardig geven; doch -eerst in het gebed voor de Missie zal de volle zegen komen, die door de Missie-actie den jonge ling ten deel zal vallen. Hoe heerlijk en hoe schoon: een kind, een jongeling, die voor de Missie bidt! Naarmate het deelnemen der jongelin gen aan de Missie-actie hartelijker en inni ger wordt, zal hun dank voor de gave des geloofs grooter worden en zullen zij hun Christen-plichten trouwer vervullen. Katholieke ouders, die goed bedenken, welke schoone vruchten de Missie-actie voor hun kinderen afwerpt, zullen deze ac tie door woord, maar op de eerste plaats door hun voorbeeld steunen. Ouders, onthoudt wel, wat Nicolaas Beets zegt: Een vrome wandel, zonder woord, Gaat boven vloed, van reden; Meer wat men ziet, dan wat men hoort Wekt deugd en goede zeden; Zoo wie met goede woorden spot: 't Goede voorbeeld brengt hem nog tot God. Een krachtig hulpmiddel daartoe fs Het deelnemen aan de Missie-actie. Deze wensch moet uw kroost bekend zijn. Dit uw zielsverlangen, uw zielsbede zal uw kinderen steeds vóór den geest staan, uw, woord zal er in gegrift blijven, uw voor beeld zullen zij tot richtsnoer nemen bij al hun handelingen. Gelijk Frédéric Ozanam zullen ook zij eens nederknielen, hun handen ten gebed vouwen en God met alle innigheid van een erkentelijk gemoed danken, dat Hij hun schonk: de genade geboren te worden in het ware Geloof, dat Hij hen plaatste op de knieën van een deugdzamen Chris ten-vader en van een heilige Moeder! Spoor en Staat in hooger beroep. Naar wij vernemen is zoowel door de Holl. IJzeren Spoorwegmaatschap pij als door den Staat der Neder-1 landen hooger beroep aangeteekend; tegen de vonnissen der Amsterdam- sche Rechtbank, waarbij zij in het on gelijk werden gesteld. Het Gerechtshof zal dus opnieuw over deze zaak moeten beslissen. („TeL"ï J' Uw hartewensch, ouders is, dat uw kinderen tot ware Christenen opgroeien. Ook in den N. V. B. is de eerste grooten ccmpetitiedag mislukt en in het water ge vallen. Morgen gaan we he', „full speed" «eer probeereii, en dan is de meeste be langstelling wel voor R. C. II.Ajax, in Haarlem. We betwijfelen evenwel of den Haarlemschen Racing-aanhangers veel hoop gegeven mag worden. We gelooven van niet en voorzien een besliste over winning voor de Amsterdammers, die on getwijfeld beter voetballen dan de R. C. H.'ers. Haarlem, vermoedelijk al met den oud- Racing-man Dik versterkt, gaat naar U. V. V., en kan hier winnen. De glorie van U. V. V. is voorbij, maar Haarlem., nu ja, men kent Haarlem. We weten heusch niet, wat we er nu van zeggen moeten! Het programma vermeldt voorts Blauw WitFeyenoord, H. B. S.V. O. C., D. F. C.—Quick en SpartaH V. V. Voor den overgang krijgt Stormvogels de oude concurrent S. V. V. te gast De IJmuidenaren hebben al getoond, dat ze den smaak te pakken hebben en zullen van het verzwakte S. V. V. wel winnen. H. F. C. gaat naar het Haagsehe A. D. O., dat er wel zin in zal hebben, zijn nieuwe terrein te openen met een victorie, maar we vertrouwen, dat H. F. C. zich daal niet voor zal laten gebruiken. Het verdere program luidt: WA—'t Gooi. ZFCSpartaan. HilversumExcelsior. Reserve le klasse XL Ajax 2Blauw Wit 2. HtFC 2—ZFC 2. Spartaan 2Hilversum 2 Haarlem 2—WA 2 't Gooi 2Rapiditas 2 2de Klasse A. EDO—AFC. AIcmaria VictrixZVV ZandvoortWFC HortusHollandia. QSCSchoten. 3e Klasse. BloemendaalVSV Reserve 2e klasse C. Quick 2—RCH 2 HBS 3—EDO 2 Oostelijke afdee le Klasse. QuickGo Ahead. TheoleEn schede. HeraclesZAC UDHengelo. Enschedesche Boys-Be Quick. Zuidelijke afdeeling le klasse. DOSKO—Willem II PSVNAC DWBredania NOADEindhoven. Noordelijke afdeeling. le Klasse. FrieslandUpright WW—Veendam AchillesFrisia. Be QuickVelocitas. R.C.H. zal a.s. Zondag met het volgewU elftal in het velk komen tegen Ajax: Radsma, Kuijt Hazevoet Geutskens, Nieuwenhuis, Krom, Koning, v. Dam, Roelfsema, NachtezeUer, Boekelaar, R. C. H. 2 speelt een uitwedstrijd tegen het reserve elftal van Quick. De uitslag van den door W. F. C. ge houden medaillewedstrijden is als volgt: A. A.D.O. I le prijs, Louwertak; H.BXL II, 2e prijs, Groote medaille. B. R.C.M. II le prijs, medaille. C. Patronaat I, le prijs, medaille. Zondag ontvangt EDO den oud-over- ganger AFC uit Amsterdam. De vol gende opstelling brengt EDO in het veld; De Kief te Sparreboom, Boeré Peruhel, J. v. d. Laan, C. v. d. Laan Steffens, Tanes, S. v. d. Laan, C. v. d. Hurk, Vastbinder. TIEN JAREN UIT ONZE VADER- LANDSCHE GESCHIEDENIS. (1806—1815) door Jos. P. H. Hamers.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 11