BUITENLAND ïrarra sretr BINNENLAND. Onschuldig veroordeeld Tweede Blad 12 October 1922 IU. BMTEIL UMMTU. Sftinisferie van Landouw m een misverstand. De Crisis In het Oosten: Hoe de overeenkomst van Moedanla be reikt werd. Fransche persstemmen. Italië herneemt zijn rechten op de Dodecanesus. De campagne tegen Lloyd George; algemeene verkiezingen vóór Kerstmis? De installatie van Barthou in de Commissie van Herstel. Onder de Telegrammen: De Turken stemmen toe in beperking hun- jner gendarmerie in Thracië. Een overeenkomst tusschen Brittan- pië en Irak. In het Rathenau-proces is tegen Techow de doodstraf geëischt. De campagne tegen Lloyd George. De verkiezing van Barthou tot voorzitter der Commissie van Herstel. De heropening van het Fransche parlement f Internationale samenwerking op hygiënisch gebied. De acht-urendag. 'no TTVvvvnïninsTery venman; nar cot aanVUHGftflö DSpalSllgen Op ÏÏët drankverbod in de V. S, Een dubbele moord bij vergissing. Een tuberculose-kolonie. VOETBAL. Programma 15 October 1922. Overgang. A. D.V.C.Union A. Bokhoven. R.K.T.V.V,—Eindhovia H. Jansen. B.F.C.—MULO B. van Gestel. B. ValkenburgKimbria Amkreutz. ChevremontR.K.M.S.V. H. Colen. BleyerheideConstantia G. Knip- schil C. WilskrachtV.V.Z. P.J.v.d.Horst. E.M.M.Graaf Willem F.v.d.Pavoord AlbatrosLeoaidas H.J.van Tol. Tweede klasse. I. R.K.A.V.D.H.L. F. van Veen Jr. DamiatenDe Meer C. Smit. Graaf Willem 2—-Wilhelmus W. Schimmel. IA. G.V.A. 1—V.I.C. 1 J. Thuring. W.E. 1—Wilskracht 2 N. Bouwman. Forward 1Zwaluwen 1 2 uur C.Smit IB. Excelsior 1Olympia 1 N.v.Wijk. Gr. Willem 3—D.O.N.K. 1 1 uur W. Schimmel. De Duiven 1—Celer 1 L.v.d.Schalie. IC. S.D.O. 1—W.F.C. 1 J. Schneiders. R.K.V.Z. 1—Concordia 1 Th. v. d. Horst. H.B.C. 2—S.M.C. 1 C. Maks. bergen. 2C. A.D.O. 1—R.C.IJ. 1 J. Klunnen. Damiaten 2—S.D.O. 2 B. Platte. 2D. Lisse 1—R.K.V.Z. 2 W. v. Hoorn. S.J.C. 1—Geel Zwart 1 F. Bianchi. 2F. D.O.S. 1—Spartaan 1 B. de Raay Kralingen 1Excelsior 2 A. Ver voort. R.F. 1D.O.N K. 2 L. v. Gastel. 3A. R.C.IJ. 2—S.D.O. 3 M. Zonneveld. W.F.C. 2—S.D.W. 1 Th. Leeuw. 3D. Concorxia 2Geel Zwart 2 C. Broekhof. Santpoort 1Kinheim 1 L. Pirovano Geel Wit 1—H.B.C. 3 C.H.Vissers. 3E. S.M.C. 2—Leiden 2 1% uur P. v. Duin. S.P.C. I E.M.S. 2 C. v. Dam. 3J. D.I.O.S. 1— A.W. 1 2 uur A. Bizot. D.O.N.K. 3Haastrecht 1 C.Boev. 4A. Bergen 1A.D.O. 3 C. Laar. W.F.C. 3—S.D.O. 4 12% uur Th. Leeuw 4E. Geel Zwart 3—Kinheim 3 G. Pijn- acker. Amicitia 2S.D.S. 1 W. Joosten. Zilk 2—R.K.V.Z. 3 F. v. Gennip. 4M. Haastrecht 2—D.I.O.S. 2 2 uur J. Massaar. D.O.N.K. 5-«-D.O.N.K. 4 1 uur J. v. Vliet. Wanneer geen speciaal uur van aan vang genoemd is, vangen de wedstrijden te HALF DRIE aan. FEUILLETON Hiermede was zijn opdracht beëin digd en Ovide sloeg den weg in, eeni- gen tijd te voren door Jeanne Fortier gevolgd. Eensklaps vertraagde hij zijn pas en stond tenslotte heelemaal stil. Hij luisterde. Vóór hem spraken menschen, die niet zeer ver van hem verwijderd waren. Drie menschelijke gestalten kwamen vaag uit de duis ternis naar voren. Ovide verliet het pad en stond met een sprong op de bebouwde akkers. Zoo snel zijn bee- nen hem konden dragen ging hij er nu van door en wierp het handvat van het gebroken mes, dat hij nog in de hand hield, in een voor. De gestalten door hem gezien, waren Jeanne Fortier, de moeder van de bakkersvrouw en de dienst bode. „Ik verzeker u, madame,'^ zeide Jeanne Fortier, „dat ik duidelijk een gil heb gehoord, komende van den kant van den spoorweg aan het einde van dit padeen doodskreet.' „U zult u vergist ghebben," ant woordde de oude dame, die een beetje hardhoorend was. „Ik ben er zeker van, dat ik mij niet vergis." Toen ze dat had gezegd, had Ovide het pad verlaten en had de vlucht ge nomen, dwars door de velden. Jeanne zag iemand wegloopen. „Daar, daar, madame," riep zij, met den arm in de richting van de schim wijzende.. Het is een man., een man, die ons heeft gezien en er van door gaat.. Hier moet een mis daad gepleegd zijn.. Wat Ik gehoord heb, was wel degelijk een doodskreet. Jeanne Fortier begon hard te loo- pen. De oude dame en de dienstbode versnelden den pas evenwel niet. Al loopende, luisterde Jeanne scherp. Zij nade de het boschje, waar het drama zich had afgespeeld. Daar stond zij plotseling stil. Een rilling voer haar door de leden. Op den grond, aan haar voeten, lag levenloos een lichaam uitgestrekt. Zij boog zich haastig voorover en haar vingers- raakten het lichaam aan. Opeens viel 't haar in dat Lucie daags te voren had verteld, dat zij den volgenden dag een japon moest afleveren in Garenne de Colombes. Verdwaasd van schrik boog de brood draagster zich nog verder vóórover en lichtte het hoofd van het beweging- looze lichaam op, om beter te kunnen zien. Een ontzettende angst greep haar aanzij had Lucie herkend. „Wat is er gebeurd vroeg de móeder van madame Lebret, die in middels met haar dienstbode naderbij was gekomen. „Een misdaad.. Ik heb het u wel ?ezegd.." antwoordde Jeanne met trillende stem. .„Zij is dood, ver moord door dien ellendeling.. Lucie, lieve Lucie, dierbaar kind!.." „Rent u deze ongelukkige?" in formeerde de oude dame. Jeanne hoorde haar niet. Zij nam het lichaam in haar armen. Een warm vocht vloeide over haar hand. „Zij bloedt.." stamelde zij, ter wijl zij de hand op de hartstreek legde „Haar hart klopt.. Zij leeft dus nog En zich tot de oude dame wendend „Uw dochter wacht u," zeide zij. „U moogt den trein voor Parijs niet missen. U kunt gerust verder gaan om mij te hulp te komen en te trach- ten dit meisje te redden. Ik blijt dij haar. „Laten we dan onmiddellijk door- loopen.. wij zullen den trein missen, ais wij ons niet haasten." De beide dames kwamen enkele minuten te vroeg slechts, op van ver moeidheid, aan het station. Op het perron stonden twee agenten. „Heeren," zeide de oude damejot hen, „er is een moord gebeurd.. „Een moord? Waar?' „Op het pad, dat langs het spoor loopt. Er is daar een meisje vermoord. Een vrouw, die ons vergezelde, is bii haar gebleven. Zij kent het slacht- „Geef u zoo nauwkeurig mogelijk de'plaats op, waar de misdaad heeft plaats gehad." „Het is daar, waar struikgewas langs den weg staat." „Dat is voldoende., wij gaan er heen." „U zult een brancard noodig heb ben, om het meisje te kunnen ver voeren.." hernam de oude dame. Vlug, Larchant, zeide de brigadier, je door twee menschen vergezellen. Ik ga reeds vooruit."f De agent ging haastig weg, terwijl de brigadier zich in allerijl naar de aangeduide plaats begaf. Weldra was hij bij Jeanne, die, op den grond ge zeten, het hoofd van Lucie op haar schoot had gelegd. Het jonge meisje leefde, maar zij was buiten bewust zijn. Toen J e nnë den brigadier rag aan komen, riep zij hem toe „O, mijnheer, kom gauw hier, het kind sterft." _Bent u er zeker van, dat zij ern stig is gewond? vroeg hij. Zij heeft eet) wonde in de borst. Ik'weet niet, of 't een diepe wonde is, maar 't bloed vloeit onophoudelijk over mijn handen. Zij moet vervoerd worden en liefst zoo spoedig mogelijk. In de stilte van den nacht weer klonk een stem Brigadier, waar ben je ',Hier heen Weldra werden twee lichten acht baar. Men hoorde de stappen van de naderende mannen. Hier is mijnheer de Commissaris zeide de agent, toen zij op de plaats Maa 'ik bid u, ^arochuw^iefnand roep dadelijk den Commissaris. Neem zeide^de agent aan het station in Bois-Colombes, op het bureau een draagbaar en laat gekomen waren, waa had afgespeeld. De dokter, mijnheer Duval, komt ook nog. Weldra ware n allen aanwezig. De agenten met de lantaarn belichtten de groep. Lucie lag daar, bleek en met gesloten oogen, zonder eenig teeken van leven te geven. Wie is die vrouw?' vroeg de Commissaris aan Jeanne Fortier. Kent u haar ja, mijnheer. Het is een eerzaam "werkzaam meisje, dat te Parijs in hetzelfde huis woont als ik." „Hoe bevindt zij zich op dit late uur alleen hier op' dezen eenzamen „Zij is naaister van beroep en heett dezen avond een baljapon gebracht bij de vrouw van den burgemeester, die ginds woont." „En wat doet u hier op dit uur Jeanne deelde den Commissaris de opdracht van mijnheer Lebret mede. De Commissaris vond hare verklaring alleszins aannemelijk. (Wordt vervolgd.) Gisteren meldden tvij, dat de overeen komst op de Conferentie te Moedania geteekend was. Daaraan was het volgen de voorafgegaan. Generaal Harington dankte in een rede Ismet pasja voor de door dezen uitgevaar digde orders tot het stopzetten van de bewegingen der Turken en voor het ge duld en de verzoeningsgezinde houding die de Turken gedurende de conferentie hadden getoond. De regeeringen waren overeengekomen, de edelmoedige voor waarden voor te stellen van het aanbod, .belichaamd in de conventie. Zij bieden de voorwaarden der geallieerde nota van 23 September aan, waarbij gij geheel Ooste lijk Thracië krijgt. Westelijk van de Ma- ritza krijgt gij een geallieerden buffer met bescherming van Karaagatch en Adrianopel onder uw eigen bestuur. Het komt mij voor, dat gij bijna alle nationale .wenschen vervult krijgt zonder verlies yan levens en zonder den vrede en den voorspoed van uw land te verstoren. Bin nen vijf-en-veertig dagen zal het doel ge heel in uw handen zijn. Alles, wat de ge allieerden vragen, is: ten eerste: eerbied Voor de huidige zones en de geallieer de bezetting hangende de ratificatie van den vrede; ten tweede: een beperkte gendarmerie in Thracië; ten derde aan wezigheid van geallieerde detachementen gedurende een beperkten tijd. Het is aan u, te beslissen. Van uw antwoord hangt Veel af. In alle plechtigheid vraag ik u, of de mogendheden wat de hoofdzaken betreft, zich niet bij uw standpunt heb ben neergelegd. Indien dit zoo is, zult ge dan een eerlijke en oprechte poging om een grondslag voor den vrede te vesti gen verwerpen? Ik kan u mededeelen, dat de Grieksche gedelegeerden bereid zul len zijn, de conventie te teekenen, onder .voorbehoud van eenige reserves, welke jiader aangegeven zullen worden. De „Associated Press" meldt uit Moe dania den tekst van het protocol, hetwelk Van Ismet is aangeboden. De voorwaar den zijn hoofdzakelijk zooals reeds be kend, maar stellen vast: dat de Griek sche troepen Oost-Thracië binnen vijf tien dagen zullen ontruimen en dat gealli eerde contingenten ter sterkte van onge veer zeven bataljons Oost-Thracië bezet ten, dat deze contingenten dertig dagen na de ontruiming door de Grieken, of vroeger zullen worden teruggenomen, dat de neutrale zones van Tsjanak en Ismidt opnieuw worden vastgesteld door een ge mengde commissie, bestaande uit een of ficier van elk geallieerd leger en een of ficier van de regeering van Angora; en dat de regeering van Angora op zich neemt, geen troepen in Thracië te bren gen of er een leger te. werven totdat de yrede geratificeerd is. De Fransche pers. De bladen, die de onderteekening van het protocol van Moedania bespreken, stellen vast dat het verstand, waarvan de Turken het bewijs hebben geleverd, een schitterende rechtvaardigheid van Poincaré's politiek is. Zij twijfelen er niet aan of er kunnen nieuwe moeilijk heden gedurende de vredesconferentie rijzen, doch zij zijn overtuigd dat het succes van gisteren de algemeene ont spanning, welke zoo gewenscht is, vol komen zal doen zijn. Zij leggen den na druk op de noodzakelijkheid het een heidsfront der geallieerden dat Poincaré en Curzon op een buitengewoon kritiek moment der Britsch-Turksche besprekin gen wisten te vestigen te handhaven, yoor het heil van den wereldvrede. Italië neemt maatregelen. Uit Rome wordt aan de „Times" ge meld, dat Schanzer officieel aan den Griekschen gezant daar ter plaatse heeft medegedeeld, dat Italië in verband met de aanstaande vredesconferentie, de overeenkomst, door Tittoni en Venizelos geteekend inzake den afstand van de eilanden van den Dodecanesus aan Grie kenland, als ongeldig beschouwt. De berichtgever teekent hierbij aan, dat ofschoon het bericht slechts een be vestiging is van wat reeds bekend was, het van beteekenis is, dat Italië officieel rijn recht op deze eilanden bevestigt op een oogenblik, dat in bepaalde kringen het denkbeeld wordt opgeworpen, om den Grieken een compensatie te geven voor de ontruiming van Thracië door de toe kenning van den Dodecanesus. Italië hield de twaalf eilanden van den Dodecanesus gedurende den oc*log met Turkije in 1912 bezet. Het verdrag van Lausanne bepaalde dat deze eilanden voorloopig door Italië bezet zouden blij ven als waarborg, dat de Turken de be palingen van het verdrag in goeden trouw zouden uitvoeren ten aanzien van Libyë, in Noord-Afrika, terwijl het niet- geratificeerde verdrag van Sèvres Italië de volledige souvereiniteit over de eilan den schonk. In Mei 1920 maakte Athene bekend, dat krachtens een aanvullings verdrag, alle eilanden, met uitzondering van één, Rhodes, aan Griekenland zou den worden overgedragen en wel naar verluidde in ruil voor concessies, die de Grieken aan de Italianen hadden gedaan bij het vaststellen van de Zuidgrens van Jonië, dat grensde aan de Italiaansche handelsfeer in Kleiij-Azië. In afwachting van de ratificatie van het verdrag van Sèvres, zou de Italiaansche bezetting voortduren. Angora zegt de conventies op. Het financieele commissariaat van An gora heeft alle sedert 16 Maart 1920 door de regeering van den Sultan ge sloten conventies, verdragen en contrac ten en alle afgekondigde besluiten van nul en geener waarde verklaard. Venizelos. Het „Journal" verneemt uit Londen dat Venizelos aan Curzon heeft medet- eodeeld, dat hij de opdraoht der Grieksche regeering om buitengewoon Grieksch gezant in Europa te worden, heeft aanvaard. Venizelos heeft blijkbaar besloten niet deel te nemen aan de actieve politiek. Hij heeft zijn politieke vrienden verzocht, bii de aanstaande verkiezingen zijn can- didatuur niet voor te stellen. Verkie zingen worden niet verwacht zoolang de vrede niet ia gesloten. De positie van Rusland ter vredesconferentie. De „Daily Telegraph" schrijft: De wedijver tusschen de Franschen en Rus sen te Angora concentreert zich op dein tekst der formule, welke het deelnemingis- recht van Rusland aan de vredescon ferentie moet vaststellen. Alaroff doet alle mogelijke moeite om een verklaring te verkrijgen, welke het recht van Rus land vaststelt om er tegenwoordig te zijn op dezelfde voorwaarden als de reeds uitgenooiigde landen, terwijl de Franschen een oompromiBformule willen, welke het recht van Rusland, om gehoord te worden, erkent, zoodra de Dardanel- lenkwestie moet worden opgelost. De ge beurtenissen wijzen er op dat de Fran schen het winnen. Het iB belangwekkend vast te stellen, dat de groei van d|an Franschen invloed te Angora de Sovjet- regeering begeeriger maakt, met Parijs overeenstemming te krijgen. De Russen toonem groot ontzag voor de Fransche politiek en meenen dat Parijs de plaats is, waar zij volledige politieke erkenning moeten zoeken. Algemeene verkiezingen vóór Kerstmis verwacht. LONDEN, 11 Oct. (R. R. D.) Er heerschte gisteren groote activiteit in politieke kringen. De „Daily Chronicle" zegt, dat het houden van algemeene ver kiezingen vóór Kerstmis onvermijdelijk geacht wordt. Er wordt de nadruk op gelegd, dat Lloyd George niet voorne mens is, zich uit het politieke leven terug te trekken, ongeacht het resul taat van een beroep op het land. Er heerscht groote belangstelling voor de houding der Arbeiderspartij. Wake, de nationale agent der partij, verklaarde gisteren, dat de Arbeiderspartij een on verwijld beroep op het land zou toe juichen. CÜynes, te Nelson in Lancas hire sprekende, zeide: Binnen niet te langen tijd zal de Arbeiderspartij de te genwoordige regeering opvolgen. De Ar beiderspartij zou naar voren komen, of men het prettig vond of niet. In verband met de compagne, die plot seling opnieuw uit verscheidene hoeken, thans weer sterker dan den laatsten keer, tegen Lloyd George wordt gevoerd, ma ken de bladen gewag van de destijds eenigszins verwaarloosde rede, die Sir George Younger, de voorzitter der Unio nistische partij, einde der vorige maand in Schotland heeft gehouden en waarin hij pleitte voor het behoud der coalitie. Deze rede, zoo meldt de „Morningpost", evenals de „Westminster Gazette", heeft een storm van protesten wakker geroe pen zoowel van conservatieven als unio nisten uit alle deelea des lands. De „Morningpost" leidt er uit af. dat de jaarlijksche conferentie der unionis ten in November in geen geval de voort zetting van de Coalitie zal goedkeuren. heele reeks unionisten zich zullen-aan sluiten bij een motie van afkeuring, die bij het bijeenkomen van het Parlement zal worden ingediend tegen het regee- ringsbeleid van Lloyd George. De bladen maken verder melding van het feit, dat Maandag, toen er te Lon den een bijeenkomst plaats had van de concervatieve partij-ambtenaren, de heer Shakespeare, een der particuliere se cretarissen van Lloyd George, om ge hoor kwam vragen en ongeveer een half uur in conferentie bleef. Men leidde hieruit af, dat Lloyd George opnieuw voor den derden keer dit jaar zou hebben aangeboden, af te treden als premier. Bij den aanvang van de jongste zitting der Commissie van Herstel gaf Bradbury tegenover Dubois uiting aan zijn leedwe zen over het vertrek van een hoogst be kwaam collega, die een verheven zin voor rechtvaardigheid bezit zoowel in interge- allieerde quaesties als ten opzichte van de verplichtingen jegens den voormaligen vijand. Dubois, de aftredende voorzitter, sprak eenige woorden van dank, en zeide het te betreuren verplicht te zijn zich tr moe ten scheiden van bekwame, toegewijde en hoogstaande medewerkers. Hij bracht hulde aan Barthou den staatsman, die sedert zijn jeugd reeds met de hoogste functies werd belast en doortrokken is van de beginselen van rechtvaardigheid en goede trouw. Hij heette daarop Bar thou welkom en verklaarde hetn volstrekt bevoegd te achten de werkzaamheden der commissie te leiden. Barthou dankte Dubois en Bradburv, en herinnerde er aan, dat hij algeeneen rapporteur was toen de Kamer het ver drag van Versailles besprak. Bij zijn taak zal hij zich inspireeren aan het voorbeeld van zijn voorganger en de eensgezindheid tusschen de geallieerden handhaven. Hij zal de eischen en den toestand der vroe gere vijanden onpartijdig beoordeelen. „Ik verlaat zoo juist", zeide hij, „het minis terie van justitie. In de burgerlijke rechts orde bestaat het recht in het toepassen der we, in de internationale rechtsorde bestaat het in het toepassen der verdra gen, welke naar den geest dienen te wor den toegepast," Dubois verliet daarop de zitting. Brad bury stelde voor Barthou tot voorzitter te verkiezen, en herinnerde er aan dat de commissie volgens het verdrag van Ver sailles de vriiheid geniet een voorzitter te kiezen. Bradbury had vijf maal het per soonlijk voorrecht, zoodat het beter is dat de voorzitterszetel thans wordt ingenomen door een land dat nauwer bij de schade vergoeding betrokken is. Barthou, die met algemeene stemmen gekozen werd, bedankte de commissie en Verklaarde in de stemming geen persoon lijke hulde te zien of de eerbiediging van. een traditie, welke krach van wet heeft gekregen, maar een eer voor het land, waar de oorlog de meeste puinhoopen opgeworpen heeft. Heden zou het Fransche parlement worden heropend. De zitting zal beginnen met een groot debat over' de buitenland- sche politiek waarin de kwestie betreffen de het Naburige Oosten en het schaideveir- goedingsvraagstuk ter sprake zal komen. Het zal onmiddellijk worden gevolgd door een debat over het fina.ncieeie probleem, ter inleiding van de beraadslaging over de begrooting over 1923. De commisle van financiën en de Tegeering zijn besloten geen poging ongedaan te laten om zorg te dragen dat de begrooting einde November aan dien Senaat kan worden voOTgelegd. Behalve deze groote kwesties zijn n08 een aantal kleine interpellaties aangekon digd, o.a. over de toepassing van den acht- urendag, de staking te Havre en die der „inscrits maritimes," het verlies van de „France." enz. De Senaat zal aanstonds een interpella tie over de politiek der regeering in het Saargebied en eveneens over het verlies van de „France" behandelen. Daarna zal worden beraadslaagd ovèr het door de Kamer aangenomen ontwerp, hetwelk den vrouwen het kiesrecht toekent, en welks verwerping de Staatscommissie voorstelt. De eerste door den Vojkenbond geor ganiseerde proeve tot uitwisseling van sanitaire ambtenaren heeft gisteren te Brussel plaats gehad. Het doel dezer uit wisseling is om in het hygiënisch bestuur der verschillende landen een géést van in ternationale samenwerking te ontwikkelen door het vestigen van recbtstreeksche be trekkingen tusschen ambtenaren. Albert Thomas heeft zich tegenover een medewerker van een Zwitsersch blad over zijn meening aangaande den achturen-dag uitgelaten. Thomas erkent, dat het thans, nu wij midden in een economische crisis staan, onmogelijk is de wijzigingen in de fabrieken en werkplaatsen aan te bren gen, welke het invoeren van den achturen- dag vereischt, zonder aan de gemeenschap der verbruikers schade te doen. Hij is te vens van oordeel, dat in deze tijden de arbeiidier niet de krtrchtsinspammng kan ontwikkelen, waardoor een grootere pro ductie in een korteren tijd zou kunnen worden verkregen. De correspondent van de „Times" te New York heeft een voornaam rechtsge leerde gevraagd, hoe lang, naar zijn mee- nimg, het zou kunnen duren, voor het Hooggerechtshof der Vereenigde Staten uitspraak zal doen op het appèl, dal, naar men verwacht, stellig door buitenlandsche reeders zal worden aangeteekend tegen de beslissing van den procureur-generaal, mr. Daugnerby, dat geen buitenlandsche sche pen die sterken drank aan boord hebben binnen de drie mijlsgrens mogen komen. Hij heeft geantwoord, dat de regeering stappen zou kunnen doen om voor zulk appèl de preferentie te ver!; rijgen, doch de lijst van zaken, die het Hooggerechts hof nog heeft te behandelen, is overvuld waarom hij niet geloofde, dat het zelfs de regeering zou gelukken, een beslissing binnen den tijd van een jaar te verkrij gen. Naar alle waarschijnlijkheid zou, naar hij meende, de beslissing niet binnen de twee jaar kunnen worden verwacht. In den tusschentijd zouiden buitenlandsche schepen, door middel van een rechterlijke uitspraak, die hun niet geweigerd zou kunnen worden, kunnen voortgaan met sterken drank aan boord binnen de drie- miilsgrens te komen. Enkele Engelsche bladen wijden reeds besprekingen aan wat de Engelsche scheepvaart thans te doen staat. Er wordt op gewezen, dat wanneer de passagiers schepen, die op New York varen ,er geen lust in hebben, om met „droge" schepen te varen, zij Halifax, in Canada, kunnen aandoen, om daar sterken drank te ont schepen, of in te nemen, den passagiers tevens de gelegenheid gevend, zich daar in te schepen of zich te ontschepen en de reis naar en van New York over land te maken, waardoor de reis tusschen Enge land en New York'slechts met één dag zou worden verlengd. De heer Lasker, de president van de „Shipping Board" der Vereenigde Staten, heeft zich uitgelaten over het besluit van den procureur-generaal en verklaard dat het waarschijnlijk de vernietiging zal be- teckenen van de» Amerikaansche passa giersschepen, daar alle buitenlandsche Schepen in staal zouden zijn de uit het besluit voortvloeiende bepaling te ontdui ken en „droge" Amerikaansche schepen onmogelijk zouden kunnen concurreetren met de „natte" buitenlandsche. Bovendien, zoo zeide Lasker, zou de bepaling de strekking hebben, gespannen gevoelens en internationale betrekkingen in het leven te roepen en vergeldingsmaatregelen van wege de buitenlandsche Tegeeringisn uit te lokken, die evenveel recht hebben le zeg gen, dat Amerikaansche schepen, die geen wijn aan del passagiers schenken, haar havens niet mogen binnenvaren, als de Amerikaansche regeering heeft om te zeg gen dat schepen, waar wijn wordt ge schonken, de toegang tot de Amerikaan sche havens zal zijn ontzegd. Ook wanneer diplomatieke stappen en aangeteekend ap pèl niets uitwerken, zullen de buiten landsche schepen gemakkelijk juist ge noeg sterken drank kunnen, innemen voor de behoeften van de vertrekkende passa giers en bij het vertrek uit Amerika nieu we voorraden kunnen innemen van voor raadschepen buiten de drlemijlsgrens. Lasker vertelaarde verder dat de Ameri kaansche scheepvaart veroordeeld zou zijn, tenzij het Congres het wetsontwerp tot subsidieeren van, de scheepvaart aan neemt, om de eigenaars het geleden ver lies te compenseeren en vaststelt dat de Amerikaansche schepen vijftig percent der immigranten vervoeren. De bevolking van ïïieuw-Brunswijk in New-Yersey wordt al sedert weken in beslag genomen door den raadselachtige»! dood van een bekend geestelijke van de episcopale kerk, genaamd Edward Whee- lar Hall, en mevrouw Eleanor Mills, een lid van bet kerkkoor, wier lijken oen eindje buiten de stad onder een appel boom werden gevonden door een jonge man, genaamd Raymond Schneider, en een zestienjarig meisje, genaamd Pearl Bahmer, die aan de autoriteiten ver klaarden dat zij, 's avonds wandelend, over de lichamen waren gestruikeld. Aanvankelijk verdacht men de vrouw van den rector ervan, haar echtgenoot en mevrouw Mills te hebben doodgescho- schoten omdat rij tot de ontdekking zou zijn gekomen dat haar man in ongeoor loofde verstandhouding stond tot me vrouw Mills en het voornemen had met haar naar Japan te vluchten. Men zou de zaak echter in den doofpot hebben gestopt om een kerk3chandaal te ver mijden. Het raadsel is thans echter op gelost. Maandag hebben de autoriteiten Sfehneider en een ander negentienjarig jongmensch, genaamd Clifford Hayes, ge arresteerd en van Schneider de volgen de verklaring gekregen. Hij was ver liefd op Pearl Bahmer, die hij ervan verdacht in een onwettige verstandhou ding te staan tot een man van middel baren leeftijd. Hij haalde er ziin vriend Hayes toe over, het paar buiten deetad te volgen, en meende het daar onder een appelboom te zien. Hayes zou toen zijn revolver te voorsohijn hebben ge haald en twee schoten hebben gelost. Schneider zou daarop op de slachtoffers zijn toegeloopen en tot de ontdekking zijn gekomen, dat rij den rector <fn de koorzangeres, inplaats van Pearl Bah mer en haar minnaar, hadden ver moord. Zij liepen verschrikt naar huis. Den volgenden dag maakte Schneider met teearr'teannrer" ë'èn' "BoSrT het veld en wendde voor een paar lij ken te vinden, en gaf aan de politie kennis van zijn ontdekking. Hayes ontkent jntusschen ten sterkste de waarheid van het verhaal. Te Papworth in Cambridgeshire is het eerste dorp voor borstlijders door den minister van gezondheid „:r Alfred Mond, geopend, aldus deelt het „T. v. Geneesk." mede. Voorloopig bestaat het uit 31 huisjes, waar de lijders, desge- wensoht met hun familie, kunnen wo nen, twee inr' h ingen voor samenwoning van een gr no. :r aantal lijders en eon zusterhuis. arkplaatsen geven den ko lonisten g; ciiheid hun onderhoud zelf stekeel of ia., deele te verdienen. Voor de voortbreng.elen bestaat goeie afnige- legenheid. De kolonie staat onder voor zitterschap van Sir Clifford Albutt. De correspondent van de „Times" te Riga meldt uit Moscou, dat ernstige opstanden zijn uitgebroken in de dis tricten Prikumsky en Georgewsky, in den Kaukasus, en dat de opstand zich ook heeft uitgebreid tot Terek. Alle roode troepen zouden zijn verjaagd. De Tsjeka zou een expeditie hebben uitge zonden tot het dempen van den opstand. Naar het „Berl. Tag." verneemt heeft Litwinof zijn vertrek uitgesteld op grond van nieuwe instructies uit Moskou, welke in verband staan met de mogelijkheid van nieuwe onderhandelingen over hef Urquhart-contract. Volgens het blad is niet uitgesloten, dat Litwinof eerstdaags naar Londen gaat. Op het kerkhof Pére Lachaise te Parijs is een monument onthuld ter na gedachtenis van de op Franschen bodem gesneuvelde Belgische soldaten. Het eerste stoffelijk overschot, hetwelk de tombe zal bevatten, is dat van een onbe kenden Belgischen soldaat. Bij de onthulling zijn toespraken ge houden door den Belgischen gezant en door Fransche en Belgische generaals. Vijf en twintig rebellen, die te Kan turk, in het graafschap Cork, waren ge vangen genomen, overweldigden de wachtposten, grepen hun geweren en mu nitie en ontsnapten. Vrijstaattroepen zijn op zoek naar de ontsnapten. „Misverstand in het spel betitelt de oud-inspecteur van den Landbouw de lieer Löhnis, de beoordeeling van de plannen der tegenwoordige regee ring ten opzichte van de behartiging der landbouwbelangen. In het Landbouwblad" zegt hij daaromtrent zijn meening: Toen voor ongeveer dertig jaren het besef die per doordrong, dat er concentratie moest komen in de behartiging der landbouwbelangen van regeeringswege werd een afzonderlijke af deeding „Landbouw" gesticht met een direc teur-generaal aan het hoofd. Aan een afzonderlijk ministerie dacht men toen nog niet. Men wilde integendeel juist een afzonderlijke afdeeling met, aan het hoofd, een deskundigen vasten ti tularis met groote bevoegdheid. Geen politicus. Dus iemand, die continuïteit zou hebben in zijn beheer. Toen kwam onder het ministerie- Pierson in 1898 een afdeeling Land bouw aan Binnenlandsche Zaken (on der-voorzitter Goeman Borgesius). De eerste directeur-generaal was de heer Sickesz. De schrijver zet uiteen, hoe Landbouw verder kwam onder Wa terstaat en eindelijk bij Nijverheid en Handel. Thans heeft het onlangs opgetreden ministerie het voornemen te kennen gegeven, het bestaande ministerie van L., N. en H. op le heffen en de direc tie vaif Landbouw bij Binnenlandsche Zaken onder te brengen. Dh. Löhnis vervolgt dan „Tegen dit voornemen nu is van de'zijde van den georganiseerden land bouw verzet aangeteekend. Zooals ik reeds in den aanhef te kennen gaf, schijnt het mij, dat hier echter mis verstand in het spel is. Wat zijn toch de hoofdgrieven zocals die tot nog toe naar voren kwamen? Men ziet er bezwaar in, dat de naam van den minister van Landbouw verdwijnt, men acht dit een stap achteruit, niet het minst tegenover het buitenland. Ook vreest men, dat de belangen van den landbouw in den ministerraad min der tot hun recht zullen komen. Wat dit laatste betreft, zou ik de vraag willen stellen: acht men de verdedi ging dier speciale landbouwbelangen in minder goede handen bij minister Ruys de Beerenbrouck, dan bij den heer van IJsselstein? Deze moge een b kwaam ingenieur zijn, zich een ver dienstelijk directeur-generaal van den Arbeid hebben betoond, op het ge bied van d§n landbouw was hij een volkomen leek, dat is in den loop van zijn ministerschap toch wel voldoen de gebleken. En wat het eerste bezwaar, het_ ver vallen van den naam „Landbouw bij de titulatuur der ministers betreft, zou dit wellicht niet op doeltreffende wijze zijn te ondervangen door bij den ti tel van minister van Binnenl. Zaken ook dien van Landbouw te voegen? Men zou dan krijgen een minister: van „Binnenl. Zaken en van Land bouw" in stede van een minister van Landbouw, Nijverheid en Handel'. Ik kan niet inzien, dat dit voor het prestige van den landbouw tegenover de buitenwacht zulk een groot ver schil zou maken. De taak, die bij de nieuwe regeling aan de directie van den Landbouw is toebedacht, blijft ongerept en men houde het mij ten goede, ik ben van meening, dat het landbouwbelang het best gediend wordt door een krach tige directie van den landbouw. Er is in de laatste maanden wel eens sprake geweest van de oprichting van een afzonderlijk ministerie van land bouw, met dan natuurlijk eeu land bouwkundige aan het hoofd. Ik ge loof niet, dat er in de tegenwoordige tijden van bezuiniging ook maar spra ke zal zijn van de oprichting van een nieuw ministerie, maar ik wil er toch op wijzen, dat men zoodoende de po sitie van den directeur-generaal van den Landbouw onmogelijk zou ma ken. Daarin nu zie ik een groot ge- gevaar. Nog steeds ben ik van mee ning, dat de oorspronkelijke wensch in het begin der negentiger jaren ge uit, om een afdeeling „Landbouw" in het leven le roepen, geheel buiten de politiek staande en welke conti nuïteit waarborgt, ook in deze dagen de meeste aanbeveling verdient. Deze overtuiging gaf mij aanleiding te beweren, dat het mij voorkomt, dat in de opgestoken oppositie tegen de regeeringsplannen veel misverstand bestaat. M. i.verdienen deze plannen kalme, gezette overweging en ik acht het niet onwaarschijnlijk dat zulks tot een meer billijke beoondeeling zal leiden. Aldus de heer Löhni6- We meenden diens uiteenzetting, gedaan in het Landbouwblad", niet te mogen ver zwijgen, opdat er, door zijn toedoen, een misverstand, zoo dit mocht be staan, verdwijne. offer" tr i-v 1 i 1 j r> 1/.^ Maen-n WeS u ti.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 5