Vrijdag 13 October 1922
45ste Jaargang No. 14272
Dit nummer bestaat uit drie bladen. - Eerste blad
Een averechtsche conclusie.
14 OCTOBER
HUZIEK.
En nu krijgen we juist het tegenover
gestelde te lezen.
STADSNIEUWS.
AGENDA
English Association.
AIs je maar 'n verleden hebt.
Besmettelijke ziekten.
Vergunning Drankwet.
Hoe boeiend ons feuilleton is!!
Voor den Politierechter.
LANGS DEN WEG.
Gevonden voorwerpen.
De gemeente Haarlem en de
Zegelwet.
Tentoonstelling.
Tuinbouwtentoonstelling.
Herman Heyermans.
Overheidspersoneel.
Het Eucharistisch Congres.
Overtreding Loterijwet.
Nogmaals de Kring wetten.
j. J. WEBER ZOON.
Opticiens Fabrikanten.
Koningstraat 10 Haarlem.
Telegrafisch Weerbericht.
De ibonnemenlsptijs Os-
draag! vooi Haarlet» en
Agentschappen!
Per Kwartaal 3.25
Per Week 0.25
Franco per post p. kwart
bQ vooruit bet. 3.57 H
Bureaux: Nassaulaan 49
Haarlem.
Telefoonnui ers: 1426
2741 en 1748
Postrekening No. 5970
De laatste mededeelingen over het
slagen der actie voor het stichten van een
Katholieke Universiteit hier te lande
beginnen in protestantsche kringen on
gerustheid te wekken. Nu is vrees altijd
een slechte raadgeefster en het is zeker
daaraan toe te schrijven, dat wij in „de
Nederlander" een hoofdartikel over „een
Roomsche Universiteit" vinden, waarvan
het begin op het slot past als het deksel
van een doofpot op een vingerhoed.
Het christelijk-historisch hoofdorgaan
heeft in „De Tijd" een stuk gelezen, ge
titeld „geen surrogaat'., naar aanleiding
van het schrijven der bisschoppen en een
door den heer Colijn geopperd plan, om
bij de bijzondere universiteiten enkele fa
culteiten, kostbaar door de laboratoria,
te doen samenwerken met de Staats Unir
versiteit.
Dit geeft „de Nederlander" aanleiding
tot de volgende ontboezeming:
Uit dit stuk blijkt le. dat door de
Roomsch-Katholieken voor de te
stichten Universiteit 234 millioen is
jbijeengebrachtj een bedrag waarvoor
men bepaald respect moet hebben. 2e
dat de schrijver van een, zij het ook
ten deele, samengaan of samenwerken
met de Staats Universiteiten niets wil
weten. Hij Regeert een zuiver Room-
'sche Universiteit, en wil „althans op
!ééne plaats in het Katholieke land,
een haard van Katholieke wetenschap,
met een Katholieke wetenschappelijke
bibliotheek, en Katholieke weten
schappelijke instellingen" hebben. De
(schrijver zegt: „Wij willen tenminste
'op eene plaats eens vrij kunnen adem
halen, zonder giftmasker."
Omtrent het geld maakt hij zich niet
bezorgd. Immers het blijkt uit de in
betrekkelijk zoo korten tijd bijeenge-
Ibrachte 234 millioen gulden, dat de
'zaak het harte heeft van het volk; en
(bovendien wat België voor de Room-
■sche Universiteit te Leuven kon, kun-
:nen wij toch ook wel voor de onze.
iDe schrijver, de heer Van Ginniken,
Jverwacht dan ook zeker de stichting
ider school.
Wij lazen intusschen een bericht,
Waarin gemeld wordt, dat er als zetel
der nieuwe Universiteit gedacht wordt
lover Nijmegen.
j Wij mogen dus verwachten, dat bin-
Inen niet al te langen tijd naast de drie
Rijks Universiteiten, de Stedelijke
Universiteit en de Vrije Universiteit,
'eene Roomsch-Katholieke Universiteit
haar deuren zal openen.
Zes Universiteiten in ons kleine
Nederland.
Zoo oppervlakkig beschouwd, zou
den wij kunnen meenen, dat wij een
(overcompleet hadden aan geleerdheid
en geld: en toch wij gelooven niet dat
zulks het geval is.
Reeds voor ettelijke jaren zei men,
dat vier Universiteiten voor ons land
te veel was; niet alleen omdat het te
ikostbaar was, maar ook, omdat wij,
vooral bij de toenemende splitsing der
vakken, geen voldoend aantal bekwa
me mannen hebben, om de verschillen
de leerstoelen naar behooren te be
zetten.
En nu in plaats van vermindering is
er vermeerdering. Eerst hebben wij de
Vrije, eigenlijk de Gereformeerde Uni
versiteit gekregen, en nu komt de
Roomsche.
j Ten deele wreekt zich hier de on
derdrukking en achterstelling van al
wat afweek van de toonaangevende
richting uit het begin en midden der
vorige eeuw.
Op ieder gebied, doch vooral op dat
van het onderwijs, eischte de z.g. libe
rale partij voor zich de alleenheer
schappij. Zulks heeft de schoolstrijd
doen geboren worden.
Men zou zoo zeggen de conclusie van
tie Nederlander" zal hierna aldus luiden:
hef zoo spoedig mogelijk een of twee
Openbare Universiteiten op, want het
blijkt hoe langer hoe meer, dat ons volk
van het neutrale onderwijs over heel de
knie niets meer weten wil!
i „Het moge zijn, schrijft „de Neder
lander", dat het een niet te ontkomen
vrucht is van den loop der geschiede
nis, toch is dit te betreuren. Langs
dezen weg toch wordt meer en meer
de eenheid van ons volk prijs gegeven.
Wij krijgen een zich steeds vermeer
derend aantal volkjes, ieder met een
eigen geschiedenis, een eigen ideaal,
die binnen den kring van het Neder-
landsch ieder een eigen taal spreken.
Er is geen volkskerk meer, er is geen
volksschool meer, er is geen volksuni
versiteit meer: er zal tenslotte slechts
een punt van eenheid overblijven, n.l.
de registers van den burgerlijken
stand.
Doch dan mogen wij bedenken, dat
zulks het begin van het eind is. Als
de band om de pijlbundel is los ge
maakt, vallen de pijlen uit elkaar en
worden straks verbroken. De geschie
denis van het eind der 18e en het be
gin der 19e eeuw is daar om ons te
waarschuwen."
Gaat deze redeneering nu niet aan twee
kanten mank? Waarom heeft dan bet
christelijk-historische blad zoo krachtig
zijn partijgenoot, Minister de Visser, ge
steund bij diens doorzetten van de fi-
nancieele gelijkstelling van bijzonder en
openbaar onderwijs? Wanneer nu toch
iets in staat is om het volk te splitsen,
om het komende geslacht tot mannen en
vrouwen van geheel verschillende gees
tesrichting op te voeden, dan is het ze
ker het in standhouden en bevorderen
van de bijzondere christelijke, protes
tantsche, Israëlitische, Roomsche scholen
enz., waardoor reeds in de jeugd de
grondslag van een eigen godsdienstige
overtuiging gelegd wordt. Maar wat is er
dan logischer, dan dat deze lijn over ge
heel de linie van het onderwijs wordt
doorgetrokken en dat juist voor de hoog
ste wetenschappelijke vorming de eigen
geestelijke sfeer wordt opgeëischt? Dat is
zóó logisch, dat overal elders in het bui
tenland, waar men het met de bijzonde
re lagere scholen lang zoo streng niet
neemt als in Nederland, al jaren en ja
ren lang Katholieke Universiteiten be
staan. Jlet gemis daarvan hier te lande
moet veeleer als een verbazingwekkend
toeval worden gesignaleerd, waar de Ne-
derlandsche Katholieken op ieder terrein
van kerk, school, vakorganisatie, vereem-
gingsleven, pers enz, hun streng doorge
voerde, eigen instituten als nergens el
ders ter wereld bezitten.
De klaarblijkelijke inconsequentie van
„de Nederlander" is dan ook aan iets
anders dan ongerustheid over verstoring
van de nationale eenheid toe te schrij
ven en wel aan vrees voor de groeiende
macht van het Katholicisme,
Die vrees blijkt uit het slot van het
artikel, waar te lezen staat:
„Wij kunnen ons voorstellen, dat de
R.-K. iets anders willen. De heer Van
Ginniken schrijft: „er bestaat nog geen
nationaal Nederlandsche Katholieke
cultuur". Inderdaad, die is er niet, en
wij wagen te zeggen, dat die „natio
nale" cultuur antinationaal zou zijn,
eene uitwissching van de geschiedenis
van bijna vier eeuwen.
„Indien de R.-K. zulks beoogen,
dan hebben zij gelijk een eigen Uni
versiteit te stichten; doch dan is er
voor ons, Protestanten, te meer por-
zaak, om pal te staan voor het histo
risch karakter onzer Nationale Uni
versiteiten."
Ziedaar de oude vrees voor den „ul-
tramontaan!" Anti-nationaal beteekent bij
„de Nederlander" „niet-protestant", want
Nederland is immers nog altijd de „pro
testantsche natie". Wordt het nu lang
zaam aan niet hopeloos in een land, waar
de geloovige protestanten tot de verre,
verre minderheid behooren en ieder jaar
in getal afnemen, nog altijd dat oude fa
beltje van „het protestantsch karakter der
Nederlandsche natie" te moeten bestrij
den? Men ziet uit het boven geciteerde
artikel van „de Nederlander" wederom,
tot welke rammelende redeneeringen men
komt, wanneer men dat „protestantsche
karaktdr als argument gaat gebruiken!
SociëtM „St. Bavo" Gewone zittingen.
Schouwburg i Jansweg Balalaika-Or
kest 8 uur.
Bisschoppelijk Museum Jansstraat Dk
gelijks uitgenomen Zaterdag- Zon- en
feestdagen toegankelijk.
R. K. Leeszaal en uitleenbibliotheek
Jansstraat 49, Eiken dag geopend
▼an 1012H. van 2—5 en van 710 u.
behalve des Maandagsochtends en op
Zon- en Feestdagen.
Uitleen van boeken van half 39 uur.
ft. K. Arbeidsbeurs voor mannen Jaco
bijnenstraat 15 Alle werkdagen
▼oorm. van 912 uur, nam. van 25
uur. Zaterdags alleen van 912 uur.
ft. K. Arbeidsbeurs voor vrouwen
Kleine Houtweg 13 Alle werkdagen
des voorm. van 1012 en des nam. van
tot 4 en van 8 tot 9 uur.
„Zaal Rosehaghe!' r— Hoofmanslraat 12
Van 25 en van 810 tentoonstel-
ling van schilderijen.
Hotel Spoorzicht Stationsplein.
Matinée en Avondconcert.
Olli Suolahti.
Wie geregeld de concerten bezoekt, weet
dat sinds geruimen tijd Finland, het
land der duizend meren, der zwijgende
wouden, der eenzame beiden, Suomi,
trots op zijn „Kalevala" zijn nationaal-
epos, in de muziekwereld meetelt. Om van
de jongere Fiesche componisten niet te
spreken, komen we herhaaldelijk namen
van Finsche musici tegen, en aan ieder
die muziek beoefent zijn b.v. Georg
Schneevoigt, Aino Achté geèn onbeken
den.
En zooals de Noren hun Tegnér de
schoone Frithjof-sage danken, zoo heeft
ook Finland zijn grooten dichter Joh.
Ludw. Runeberg, waarop zij even trotsch
zijn als op het bezit van hun Kalevala,
en dien zij gaarne in één adem noemen
met de lange rij van Finsche componis
ten, die eigenlijk al met Fredrik Pacius
begint en over Ingelius, Faltin, Wegelius.
Kajanus en Merikanto uitloopt op den
Fin wiens muziek op elk goed program
ma voorkomt: Jean Sibelius.
De muziek die wij van de moderne
Finnen te hooren krijgen, heeft dezelfde
ontwikkelingsgang doorgemaakt als in
Rusland, zij is uit het volkslied ontstaan,
en bijzonder frappeert ook, telkens in de
grootere werken der jongere Finnen me
lodieën te hooren die als oude bekenden
aandoen en waarvan wij toch maar niet
den oorsprong kunnen gissen.
Was 't wonder dat ik met een zekere
verheugenis de aankondiging las van het
concert waarop de Finsche zanger Olli
Suolahti met zijn nationaal instrument ons
land zou bezoeken?
De eerste kennismaking, laat ik 't maar
ronduit zeggen, was wel een kleine ont
nuchtering. Het instrument, de cantele,
beeft bij 't eerste aamhooren den klank
van den cither. Laat ik er dadelijk bij
voegen, dat door den tamelijken omvang
jen de diepte van de resoneerende ruimte
het geluid vol en sonoor klinkt. Het is
wel degelijk een instrument dat een ge
schiedenis achter den rug heeft. Tot de
cromafiek heeft de cantele het niet ge
bracht, en dat is haar voordeel, haar ka
rakter van nationaal instrument is daar
door bewaard gebleven, en de mineur
toonsoort, waarin de meeste der Finsche
volksliederen staan, komt zonder de tra-
ditioneele „moderne" alteraties tot ons,
zuiver aeolisch alzoo. Den speler staan
om deze reden slechts onze beide mo
derne toonsoorten ten dienste, maar hem
blijft ook de volle beschikking over de
oude, z.g. kerkloonaarden. Dat de be
speler er slechts een spaarzaam gebruik
van maakte was eigenliik jammer, vooral
daar het instrument door zijn absoluut
reine stemming aan het eenvoudige lied
een bekoring geeft die het moderne snaar
instrument eo ipso moet missen.
Wat nu het concert zelf betreft, daar
over mag men van meening verschillen.
Wanneer het de bedoeling is geweest van
den heer Suolahti om ons met de canti
lene te doen kennis maken, dan is hij
daarin zeer zeker geslaaffd. Hij heeft ons
niet alleen de eigenaardigheden, de eigen
aardige bekoring mag ik zeggen, van het
instrument getoond, maar toch tevens ook
ziin te geringe muzikale expansiteit om
den modernen hoorder te voldoen. Het
meest viel er te genieten in het lied waar
de cantele eenvoudig de taak van bege
leidster in zuivere harmonieën geeft.
Daar was b v. het „Zwerverslied" met
die wonderschoone melodie die ons wel
vanuit onze jeugd bekend lijkt, het fris-
sche „Zeemanslied", en het echte mooie
lied in den volkstoon „Lied van de kriigs-
gevangenen." Daar waren mooie instru
mentale inleidingen, die ons schadeloos
stelden voor de al te primitieve soli. De
inleiding voor „Oud Bruiloftslied" was al
heel interessant, de breede introductie
eindigde in een forsche dominant, dat
was natuurlijk de opwachting. Daar kwam
de sneelman, die de onwckkkng om toch
„zacht en firn te spelen" schitterend vol
bracht. De heer Suolahti is een meester
op zj'n instrument, de virtuositeit waar-
mtee hU de metodie-s-ie--rtn tokkelt is bui
tengemeen verrassend. Ook heeft hij een
"roote vaardigheid in het flageolet-snel,
dat op soortgelüke wüze als bii de harp
wordt uitgevoerd en dat aan het instru
ment een niet geringe bekoring geeft.
Als zanger beschikt deze Fin over te
weinig gevoelsnuancen i n z„n stem, en
ook schiint hii angstvallig elk subato te
verruilden Daardoor bleven de meeste
liederen vlak van voordracht en eerst te
gen het slot van den avond kwam er
meer heweeglükheid in stem en voor
dracht. Tot bii bet leuke lied „Het meis-
'c en de koe", waar hij zich geheel liet
gaan en als een oude bard in de snaren
greep, met één slag alle gereserveerdheid
bii het auditorium verdween.
G. J. K.
Voor een aandachtig gehoor hield Don
derdagavond in de Bovenzalen van „De
Kroon" Mr. Abcrerombie, lector aan
de Universiteit te Liverpool, een lezing
over Shelley.
In zijn openingswoord heette de voor
zitter de aanwezigen welkom en intro
duceerde den spreker van den avond.
De heer Abercrombie gaf eene uit
voerige uiteenzetting van de beteekenis
van Shelley als dichter en wees daarbij
in het bijzonder op het internationale
karakter, dat zijn werken draagt. Daar
voor toont hij te zijn doorgedrongen in
de psyche van andere volken, den eigen
aard, waardoor elk volk wordt geken
merkt.
Zijne internationale beteekeni? ont
leent hij voor een groot gedeelte ook
aan zijn stijl. Spr. trekt een vergelijking
tusschen Byron en Shelley.
Byron had een verbeeldingsvolien stijl,
doch Shelley overtrof hem in fijnheid
vaan verbeelding. Wij voelen uit Shelley's
werken, dat hij midden in het leven
stond, wat niet van Byron kan gezegd
worden.
Al stond hij op den bodem der reali
teit, dit belette niet, dat in zijn ge
dichten een sterk verlangen naar een
„geestelijk" schoon loven naar voren
treedt.
Spreker toont aan, hoe Shelley steeds
het schoone wist te ontdekken en rele
veert, dat hij do verdienste van zijn
tijdgenoot Keats, die vaak door de cri-
tiek zoo onbarmhartig werd behandeld,
in het juiste licht heeft gesteld.
Na de pauze behandelt spr. do betee
kenis van Shelley als litterator. Hij is
het type van den gezonden romanticus.
Shelley had vele vijanden. Hij wilde
de wereld zien in een gelouterden en
volmaakten staat en de onmacht, de on
mogelijkheid, om dat te kunnen berei
ken, stemde hem bitter.
De voorzitter dankte spr. voor zijn
leerrijke rede waardoor Shelley nader
tot ons is gebracht en verwijst naar
bijdragen over hem, die in eigen en
buitenlandsche periodieken zijn versche-
Heden, Vrijdagavond, geeft de N. V.
Het Schouwtooneel, directie Adr. van der
Horst en Jan Musch, nog een opvoering
van het blijspel „Als je maar 'n verleden
hebt" (Der keusche Lebemann), dat met
een voortdurend succes door geheel Ne
derland wordt opgevoerd.
Adverfenïiën St
per regel Bij contract
belangrijke korting.
Advertentiên tusschen den
tekst als ingezonden me-
dedeeling: 60 cents pei
regel Vraag- en Aanbod-
advcrfentiên 14 regelt
60 cents per plaatsing;
elke regel meer 15 cent
bïï vooruitbetaling.
In de week van 17 October zijn in de
navolgende gemeenten gevallen van be
smettelijke ziekten voorgekomen: Bloe-
mendaal, 1 van buik-typhus; Haarlem 1
van diphtheritis; Uitgeest 1 van diphthe-
ritis, Zaandam 1 van roodvonk.
Bij Gedeputeerde Staten der provincie
Noord-Holland is ingekomen een ver
zoekschrift van E. H. M. Gubbi tot het
verkoopen van sterken drank in het
klein voor gebruik ter plaatse van ver
koop, alleen aan logeergasten in verschil
lende lokaliteiten van het perceel aan de
Kruisstraat No, 17,
Het aantal abonné's der Nieuwe Haarl.
Courant groeit voortdurend. Groot is het
aantal nieuwe abonné's en slechts een
hoogst enkele maal is er een bedankje.
Ze behooren tot de uitzonderingen. Maar
dezer dagen hebben we er dan toch één
gehad en dat wel om een reden, die
het vermelden waard is.
Een onzer lezeressen in Lisse bedank
te omdat,... omdat.... ja, ge raadt het
niet in tienen.... omdat het feuilleton
in onze courant zoo boeiend is! Ze kan
er 's nachts niet van slapen.
We wenschen de dame kracht en vol
harding toe om haar voornemen vol te
houden totdat dit feuilleton geëindigd
is, maar we gelooven niet dat ze het zal
volhouden. En zoo ja, dan hopen we
dat ze daarna weer een trouw lezeres
als vroeger zal worden.
Wij vonden het geval echter te tref
fend om er niet even melding van te
maken
WoestelingI.
B. G., 19 jaar, los werkman, te
Haarlem, staat terecht, dat hij op 2
September j.I. 's avonds in een café
te Haarlem met een kei drie ruiten
heeft ingeslagen. Bekt. was min of
meer dronken en om die reden was
hem toegang tot het café ontzegid.
Het O. M., rekening houdend met
liet feit, dat bekt. ongunstig bekend
staat, eischt 14 dagen gevangenisstraf.
De politierechter veroordeelde bekt.
tot 10 dagen gevangenisstraf.
Verduistering.
Helena v. d. B. heeft P. v. S., met
wien zij liefdesbetrekkingen onder
hield, in Juli j.l. een biljet van 100
francs gegeven ter inwisseling. In
plaats van het daarvoor ontvangen
bedrag aan Helena ter hand te stel
len, behield hij het.
Bekt. is niet verschenen.
Het O. M. vraagt een voorwaarde
lijke straf van 2 maanden met een
oeftijd van 2 jaar met de bijzondere
bepaling dat het nog niet terugbetaalde
gedeelte vian het geld, na 3 maanden
moet zijn teruggegeven. Helena heeft
f 2.50 teruggekregen, terwijl nog een
bedrag van ruim f 4 ter rechtbank
aanwezig is.
De politierechter, vonnis wijzende,
vraagt een voorwaardelijke straf van
1 maand en bevestigt verder den eisch
van het O. M.
Heling.
De jeugdige P. v. B., werkzaam in
een margarinefabriek hier ter stede,
wordt door v. N. aangezet tot het
wegnemen van pakjes boter, welke
bij tegen een kleine vergoeding over
neemt.
Wegens heling had v. N. zich heden
voor den politierechter te verantwoor
den. Bekl. bekent.
Het O. M. houdt rekening met de
verzwarende omstandigheid, dat v. N.,
zelf vader, eens anders kind aanzet
lot diefstal en zoodoende jeugdige
boefjes kweekt.
De politierechter veroordeelde bekl.
tot 1 maand gevangenisstraf.
Haarlem wereldstad.
Het is alweer een heele tijd geleden,
dat in deze rubriek onder bovenstaand op
schrift iets geschreven is. Helaas, met den
mooien witten verkeersstok is ook alle
verdere aanleiding, Haarlem op de hoogte
van wereldstad^ te brengen, verdwenen. Ja,
ia, onze politie hèeft daarmede wat op
haar geweten. En dus is het niet meer dan
bdllijik, dat zij haar best doet, Haarlem
weer een schrede nader te brengen tot
„wereldstad". En daarvoor doet zich thans
Mn schitterende gelegenheid voor.
In 's-Gravenhage zijn door de verkeers
politie dezer dagen proeven genomen met
lichtseinen in de avonduren ter regeling
van het verkeer.
Het apparaat bestaat uit een polsband,
die met klemmen aan den mouw van de
tuniek wordt vastgehecht, en waaraan 4
electrische lampjes zijn bevestigd, die be
ginnen te gloeien als de agent zijn arm
opheft. Daartoe is aan den polsband een
kwikschakelaar aangebracht. Maar bij de
eerste demonstratie voldeed deze niet vol
komen. Bij de definitieve ingebruik stel
ling zal deze kwikschakélaar worden ver
vangen door een duimcontact, dat afdoen
de zijn zal, om stoornissen te voorkomen.
De lampjes op den armband zijn zóó
aangebracht, dat de hand van den agent
van voren zoowel als van achteren ver
licht wordt De stroom wordt geleverd
door twee accumulatoren, die aan een
gOTdel zijn bevestigd, op de wijze van
patroontasschen.
Het zal eenieder duidelijk zijn, dat hier
mede een groote verbetering is verkregen
in de verkeersregeling tijdens de avond
uren. Niemand kan rich thans nog veront
schuldigen met de bewering, dat hij 't sein
tot stoppen wegens de duisternis niet ge
zien heeft. Het is een maatregel, welke
niet anders dan toegejuicht kan worden.
En de Haarlemsche politie rehabiliteert
rich schitterend bij invoering van dit sys
teem. Zij helpt onze goede stad weer bij
de verovering van den titel „wereldstad.''
Maar in allen ernst: zou ook voor Haar
lem het Haagsche systeem niet uitermate
geschikt zijn?.
Terug te bekomen bij J. Munschlegel,
Schouwtjeslaan 74, Broche; J. Kleyn,
Teylerstraat 3, beugeltasch; A. Peper-
koorn, Jansstraat 35, grijze manteleein-
tuur; Mej. Schol ten, Tugelastraat 43,
Schoten, blauwe ceintuur; W. v. Loeve-
zyn, Rijpstraat 31, hondenpenning; W.
Vooges, St. Anthoniesteeg 13, Herders
hond; Kennel Eauna, Parklaan 119, zwart
hondje, gebracht door H. Nieuwen-
hoven, Ged. Oude Gracht 126, grijze
kat gebracht door T. Lans, Nassau
laan 40; zwart met witte kat gebracht
door Verkerk, Jansstraat 81; grijs met
witte kat, gebracht door v. Bekom,
Kruisstraat 44, bonte kat gebracht
door A. v. Staver, Jansweg 37; G.
Droste, Kennemerplein 9, grijs ko
nijn; E. Bruins, M. v. Heemskerkstr.
38, kip; B. v. Kessel Kennemerstraat
20rood, zwart met witte kat; N. Ron
de, W. Pyrmontstraat 55, manchet
knoop; G. Elsink Rozenprieelstraat 34
rood, koperen moer; H. Mulder, Am-
sterdamschevaart 74zw., tabakspijp; J.
Stoute Spaamoogstraat 4, zwarte da-
mesportemonnaie; J. v. Balen, Nagt-
zaamstraat 12, zwarte portemonnaie;
B. Bijnsdorp Heerensingel 25a rijwiel-
pomp; N. Nijdam, Rozenstraat 17,
blauw sokje; Havenkamp, Jansstraat
40, sleutel; Wed. Hartog Bakenesser-
hofje-Appelaarsteeg 11 i, heerensok
ken; C. de Ligt, Gen. Cronjéstnaat
69 rd., schaar; H. J. Bakker^ Romolen-
straat 7, kinderschort; J. Klok Lange
Poellaan 20, zakmes.
Ecnïgen tijd geleden deelden wij mede
dat de gemeente Haarlem misdaan had
tegen de Zegelwet. De gemeente Haar
lem had aan de gebruikers van gas over
den gewonen meter per maandnota be
schikt, zonder op die nota een zegel te
plakken. Wel stond onderaan die nota, dat
men op aanvraag aan het eind van het
jaar een gezegelde kwitantie kon ont
vangen.
De fiscus echter, wien dit tor oor kwam
was van oordeel, dat dit een ontduiking
6r r Zegelwet is en meent, dat voor
elke kwitantie of nota met een bedrag
boven f 10 een zegel geplakt moet wor
den, dus ook in dit geval.
Wij voegden aan dat bericht toe dat
over de zaak nog druk gecorrespon
deerd werd en dat ook in andere ste
den o.a. te Utrecht de bedragen op de
zelfde wijze worden geïnd.
Naar wij vernemen is deze zaak nu
uitgemaakt en is beslist dat de gemeente
Haarlem wel degelijk zegelplichtig is.
De nota's zullen dus gezegeld moeten
worden. Ook Utrecht, dat al tien jaar
lang nooit zegelde, zal voortaan moe
ten zegelen, Alleen wordt overwogen of
op een andere wijze aan de Zegelwet
kan worden voldaan, b.v. met de zegel-
kosten bij abonnement te voldoen.
In de Kunstzaal De Bois aan den
Kruisweg wordt van 14 October15 No
vember een tentoonstelling van werken
gehouden van J. Voerman Jr.
Het „Weekbl. v. Bloembollencultuur"
meldt, dat in April a.s. een Gentsehe
tuinbouwtentoonstelling zal plaats vin
den, de eerste weder na den oorlog,
en aan die mededeeling kan worden
toegevoegd, dat de deelneming daaraan
door Engeland en Erankrijlc is toegezegd
en dat een Nederlandsche inzending
wordt voorbereid.
Zaterdag a.s. wordt Herman Heyer
mans in den Stadsschouwburg gehuldigd
bij .gelegenheid van zijn 30-jarig jubi
leum als tooneelschrijver.
Hier ter stede heeft zich de volgende
huldigingscommissie gevormd: A. H Ger
hard, lid der Tweede Kamer, Jac. v.
Looy, letterkundige, Erans Netscher, let
terkundige, Dr. J. C. Opstel ten, letter
kundige, M. A. Reinalda, lid van den
Gemeenteraad, Jhr. A. W. G. v. Riems
dijk, letterkundige, J. B. Schuil, let
terkundige en G. J. van Gasteren, di
recteur van den Stadsschouwburg.
De heer Van Gasteren is secretaris-
eenningmeester.
In) de Woensdagavond gehouden ver
gadering van de besturen der neutrale,
moderne en federatieve organisaties van
ambtenaren en werklieden in Rijlks-, Pro
vincie- en Gemeentedienst, tot het bespre
ken der gezamenlijk te voeren actie ter
plaatse, ter afwering der voorgestelde ar-
beidsversleclhtering werd een plaatse
lijk comité van 7 gevormd, waarvan de
hoeren H. de Groot en M. Doomebosdh
resp. als voorzitter en secretaris werden
aangewezen.
Naar men ons mededeelt, wordt, het den
Haarlemmers, die deel wenschen te ne
men aan het Eucharistisch Congres te
Amsterdam, in zooverre gemakkelijk ge
maakt, zich van kaarten te voorzien, dat
zij zich tot Woensdag a.s. eiken dag bij
den administrateur van „St. Bavo", den
heer Scholte, kunnen opgeven voor een
plaatsbewijs. Tegelijkertijd moeten de
kosten daarvan aan den heer Scholte
worden voldaan.
De prijzen zijn Algemeene kaarten a
10, overal toegang gevend op gereser
veerde plaatsen; Donderdagavond gere
serveerde plaatsen voor f 2.50, 0.75 en
f 0.25; Vrijdag en Zaterdagavond voor
2.50, 1, 0.50 en f 0.25; Zondagmid
dag in het Stadion: overdekte tribune
f 1.50 en verder plaatsen van f 0.50 en
0.25. Begijnhof 's avonds entrée 1-
Tegen een winkelier hier ter stede is
proces-verbaal opgemaakt ter zake over
treding loterijwet. Hij veitkocht namelijk
reepen chocola, waarin bons voor prijzen.
Wij hebben eenigen tijd geleden een en
ander verteld over de belachelijke bepa
lingen en gevolgen der Kringwetten. Het
onderwerp raakt niet uitgeput.
Iedereen, die in de onmiddellijke na
bijheid eener fortificatie is gehuisvest,
ondervindt bijna dagelijks de bezwaren,
verbonden aan de Kringwetten schrijft
nu een onzer medewerkers en hij vertelt
weer het volgende staaltje.
Nog weer een dezer dagen een land
bouwer in de onmiddellijke nabijheid van
een der forten van de verdediging van
de Liede en behoorende bij de stelling
van Amsterdam.
Deze landbouwer had n.l. aangevraagd,
een perceel rietland, of liever gezegd
moerasland, waar hij bijzonder weinig
van trok en op deze manier productief
wenschte te maken, op te mogen hoo-
gen, omdat genoemd perceel bijna gelijk
ligt met den normalen waterstand. Het
was hem al eenigen tijd geleden verbo
den, dit perceel moerasland, ongeveer
één H.A. groot, op te hoogen, omdat dit
hoogstgevaarlijk zou kunnen zijn voor de
verdediging des lands.
Verbeeldt u, gevaarlijk voor ons vader
land, als iemand een stukje land zou
ophoogen.
Dan maar niet ophoogen, of liever ge
zegd, dan maar niet dezen grond pro
ductief maken, dan maar liever deze en
zooveel andere jaarlijks te lijden schade
dragen van eenige honderden guldens,
liever dan het vaderland in gevaar bren
gen.
Maar genoemde landbouwer was toch
niet tevreden met deze toezegging en
probeerde langs andere wegen nogmaals,
of het hem zou kunnen gelukken het
stukje grond opgehoogd te krijgen. Eeni
gen tijd na het inzenden van zijn ver
zoekschrift, kwam er dan een ambtenaar
van de Genie, en na eenige oogenbtikken
van bieden en geven kwam men dan ein
delijk tot overeenstemming, dat mis
schien de mogelijkheid niet was uitgeslo
ten, dat er wellicht nog een klein hoekje
zou kunnen worden opgehoogd.
En jawel hoor, na een heelen tijd van
wachlen, dergelijke gevaarlijke aangele
genheden moeten worden aangevraagd
bij den Minister van Oorlog, en dan is 8
maanden wachten een normaal verschijn
sel, kwam eindelijk het lang verwachte
stuk.
Met gretigheid werd natuurlijk het
nieuws verslonden, en kwam hij tot de
ontdekking dat dan toch eindelijk het
verzoek was toegestaan: hij mocht op
hoogen.
Maar, helaas! was de vreugde gemengd.
Hij mocht maar twee stukjes land op
hoogen, ja 2 stukjes, waarde lezers, en
wel één stukje lang 30 M. en breed 10 M.
en het andere lang 15 M. en breed 5 M„
De rest van dit groote stuk land moest
maar braak blijven liggen.
Schrik niet want nu komt het voor
naamste van alles nog. De ophooging
moest op een zoodanige wjjze geschieden,
dat hij ten allen tijde moet blijven M. 0,2
beneden A. P., (Amsterdamsch Peil) en
het slot van dit alles is, dat hij nu maar
beter niet kan beginnen. Want, de tus-
schenruimte tusschen de normale opper
vlakte van dit land en M. 0,2 beneden
A. P. is, dat hij nu ongeveer 20 centime
ter op kan hoogen.
Verbeeld u, 20 centimeter ophooging,
afgezien van alle last en moeite die men
heeft vooraleer men zoo iets voor elkaar
heeft, en als de werkzaamheden dan een
maal voltooid zouden zijn, zou het land
bij abnormalen waterstand toch nog on
der water komen te staan. Dergelijke
waterstanden zijn heusch in het winter-
jaargetijde geen zeldzaam verschijnsel.
Ik heb mij wel eens in gemoede afge
vraagd, hoe het toch mogelijk is, dat der
gelijke menschen zooiets op papier dur
ven zetten. Ze kunnen toch vooruit bekij
ken, dat aan een dergelijke toestemming
de menschen absoluut niets hebben.
Het zij mij vergund, mij bij dit bepaal
de geval te houden, en te trachten dit
zoo duidelijk als mij maar mogelijk is,
uit te laten komen, maar de gevallen zijn
legio. Ik heb met opzet dit geval uitvoe
rig omschreven, voor diegenen die tot op
heden geen flauw begrip hadden, van wat
een Kringenwet is; en nog veel minder
begrijpen, wat een last en schade zoo'n
wet te weeg brengt voor de betrokkenen.
3®
Barometerstand 776. Voormt.
OPGAVE VAN:
Medegedeeld door het Kon. Ned. Meteo
rologisch Instituut te De Bildt
Naar waarnemingen verricht in d«t
morgen van 13 October.
Hoogste barometerstand 179$ m.M. te
F rankfort.
Laagste barometerstand 750.0 m.M. le
Sevdisf jord.
Verwachting van den avond van 13 tot
den avond van 14 Oct.
Zwakke tot matige Zuidoostelijke wind,
nevelig tot tichtbewolkt droog weer, waar
schijnlijk nachtvorst, zelfde temperatuur
overdag.