Vrijdag 13 October 1922 45ste Jaargang No. 14272 Dit nummer bestaat uit drie bladen. - Eerste blad Een averechtsche conclusie. 14 OCTOBER HUZIEK. En nu krijgen we juist het tegenover gestelde te lezen. STADSNIEUWS. AGENDA English Association. AIs je maar 'n verleden hebt. Besmettelijke ziekten. Vergunning Drankwet. Hoe boeiend ons feuilleton is!! Voor den Politierechter. LANGS DEN WEG. Gevonden voorwerpen. De gemeente Haarlem en de Zegelwet. Tentoonstelling. Tuinbouwtentoonstelling. Herman Heyermans. Overheidspersoneel. Het Eucharistisch Congres. Overtreding Loterijwet. Nogmaals de Kring wetten. j. J. WEBER ZOON. Opticiens Fabrikanten. Koningstraat 10 Haarlem. Telegrafisch Weerbericht. De ibonnemenlsptijs Os- draag! vooi Haarlet» en Agentschappen! Per Kwartaal 3.25 Per Week 0.25 Franco per post p. kwart bQ vooruit bet. 3.57 H Bureaux: Nassaulaan 49 Haarlem. Telefoonnui ers: 1426 2741 en 1748 Postrekening No. 5970 De laatste mededeelingen over het slagen der actie voor het stichten van een Katholieke Universiteit hier te lande beginnen in protestantsche kringen on gerustheid te wekken. Nu is vrees altijd een slechte raadgeefster en het is zeker daaraan toe te schrijven, dat wij in „de Nederlander" een hoofdartikel over „een Roomsche Universiteit" vinden, waarvan het begin op het slot past als het deksel van een doofpot op een vingerhoed. Het christelijk-historisch hoofdorgaan heeft in „De Tijd" een stuk gelezen, ge titeld „geen surrogaat'., naar aanleiding van het schrijven der bisschoppen en een door den heer Colijn geopperd plan, om bij de bijzondere universiteiten enkele fa culteiten, kostbaar door de laboratoria, te doen samenwerken met de Staats Unir versiteit. Dit geeft „de Nederlander" aanleiding tot de volgende ontboezeming: Uit dit stuk blijkt le. dat door de Roomsch-Katholieken voor de te stichten Universiteit 234 millioen is jbijeengebrachtj een bedrag waarvoor men bepaald respect moet hebben. 2e dat de schrijver van een, zij het ook ten deele, samengaan of samenwerken met de Staats Universiteiten niets wil weten. Hij Regeert een zuiver Room- 'sche Universiteit, en wil „althans op !ééne plaats in het Katholieke land, een haard van Katholieke wetenschap, met een Katholieke wetenschappelijke bibliotheek, en Katholieke weten schappelijke instellingen" hebben. De (schrijver zegt: „Wij willen tenminste 'op eene plaats eens vrij kunnen adem halen, zonder giftmasker." Omtrent het geld maakt hij zich niet bezorgd. Immers het blijkt uit de in betrekkelijk zoo korten tijd bijeenge- Ibrachte 234 millioen gulden, dat de 'zaak het harte heeft van het volk; en (bovendien wat België voor de Room- ■sche Universiteit te Leuven kon, kun- :nen wij toch ook wel voor de onze. iDe schrijver, de heer Van Ginniken, Jverwacht dan ook zeker de stichting ider school. Wij lazen intusschen een bericht, Waarin gemeld wordt, dat er als zetel der nieuwe Universiteit gedacht wordt lover Nijmegen. j Wij mogen dus verwachten, dat bin- Inen niet al te langen tijd naast de drie Rijks Universiteiten, de Stedelijke Universiteit en de Vrije Universiteit, 'eene Roomsch-Katholieke Universiteit haar deuren zal openen. Zes Universiteiten in ons kleine Nederland. Zoo oppervlakkig beschouwd, zou den wij kunnen meenen, dat wij een (overcompleet hadden aan geleerdheid en geld: en toch wij gelooven niet dat zulks het geval is. Reeds voor ettelijke jaren zei men, dat vier Universiteiten voor ons land te veel was; niet alleen omdat het te ikostbaar was, maar ook, omdat wij, vooral bij de toenemende splitsing der vakken, geen voldoend aantal bekwa me mannen hebben, om de verschillen de leerstoelen naar behooren te be zetten. En nu in plaats van vermindering is er vermeerdering. Eerst hebben wij de Vrije, eigenlijk de Gereformeerde Uni versiteit gekregen, en nu komt de Roomsche. j Ten deele wreekt zich hier de on derdrukking en achterstelling van al wat afweek van de toonaangevende richting uit het begin en midden der vorige eeuw. Op ieder gebied, doch vooral op dat van het onderwijs, eischte de z.g. libe rale partij voor zich de alleenheer schappij. Zulks heeft de schoolstrijd doen geboren worden. Men zou zoo zeggen de conclusie van tie Nederlander" zal hierna aldus luiden: hef zoo spoedig mogelijk een of twee Openbare Universiteiten op, want het blijkt hoe langer hoe meer, dat ons volk van het neutrale onderwijs over heel de knie niets meer weten wil! i „Het moge zijn, schrijft „de Neder lander", dat het een niet te ontkomen vrucht is van den loop der geschiede nis, toch is dit te betreuren. Langs dezen weg toch wordt meer en meer de eenheid van ons volk prijs gegeven. Wij krijgen een zich steeds vermeer derend aantal volkjes, ieder met een eigen geschiedenis, een eigen ideaal, die binnen den kring van het Neder- landsch ieder een eigen taal spreken. Er is geen volkskerk meer, er is geen volksschool meer, er is geen volksuni versiteit meer: er zal tenslotte slechts een punt van eenheid overblijven, n.l. de registers van den burgerlijken stand. Doch dan mogen wij bedenken, dat zulks het begin van het eind is. Als de band om de pijlbundel is los ge maakt, vallen de pijlen uit elkaar en worden straks verbroken. De geschie denis van het eind der 18e en het be gin der 19e eeuw is daar om ons te waarschuwen." Gaat deze redeneering nu niet aan twee kanten mank? Waarom heeft dan bet christelijk-historische blad zoo krachtig zijn partijgenoot, Minister de Visser, ge steund bij diens doorzetten van de fi- nancieele gelijkstelling van bijzonder en openbaar onderwijs? Wanneer nu toch iets in staat is om het volk te splitsen, om het komende geslacht tot mannen en vrouwen van geheel verschillende gees tesrichting op te voeden, dan is het ze ker het in standhouden en bevorderen van de bijzondere christelijke, protes tantsche, Israëlitische, Roomsche scholen enz., waardoor reeds in de jeugd de grondslag van een eigen godsdienstige overtuiging gelegd wordt. Maar wat is er dan logischer, dan dat deze lijn over ge heel de linie van het onderwijs wordt doorgetrokken en dat juist voor de hoog ste wetenschappelijke vorming de eigen geestelijke sfeer wordt opgeëischt? Dat is zóó logisch, dat overal elders in het bui tenland, waar men het met de bijzonde re lagere scholen lang zoo streng niet neemt als in Nederland, al jaren en ja ren lang Katholieke Universiteiten be staan. Jlet gemis daarvan hier te lande moet veeleer als een verbazingwekkend toeval worden gesignaleerd, waar de Ne- derlandsche Katholieken op ieder terrein van kerk, school, vakorganisatie, vereem- gingsleven, pers enz, hun streng doorge voerde, eigen instituten als nergens el ders ter wereld bezitten. De klaarblijkelijke inconsequentie van „de Nederlander" is dan ook aan iets anders dan ongerustheid over verstoring van de nationale eenheid toe te schrij ven en wel aan vrees voor de groeiende macht van het Katholicisme, Die vrees blijkt uit het slot van het artikel, waar te lezen staat: „Wij kunnen ons voorstellen, dat de R.-K. iets anders willen. De heer Van Ginniken schrijft: „er bestaat nog geen nationaal Nederlandsche Katholieke cultuur". Inderdaad, die is er niet, en wij wagen te zeggen, dat die „natio nale" cultuur antinationaal zou zijn, eene uitwissching van de geschiedenis van bijna vier eeuwen. „Indien de R.-K. zulks beoogen, dan hebben zij gelijk een eigen Uni versiteit te stichten; doch dan is er voor ons, Protestanten, te meer por- zaak, om pal te staan voor het histo risch karakter onzer Nationale Uni versiteiten." Ziedaar de oude vrees voor den „ul- tramontaan!" Anti-nationaal beteekent bij „de Nederlander" „niet-protestant", want Nederland is immers nog altijd de „pro testantsche natie". Wordt het nu lang zaam aan niet hopeloos in een land, waar de geloovige protestanten tot de verre, verre minderheid behooren en ieder jaar in getal afnemen, nog altijd dat oude fa beltje van „het protestantsch karakter der Nederlandsche natie" te moeten bestrij den? Men ziet uit het boven geciteerde artikel van „de Nederlander" wederom, tot welke rammelende redeneeringen men komt, wanneer men dat „protestantsche karaktdr als argument gaat gebruiken! SociëtM „St. Bavo" Gewone zittingen. Schouwburg i Jansweg Balalaika-Or kest 8 uur. Bisschoppelijk Museum Jansstraat Dk gelijks uitgenomen Zaterdag- Zon- en feestdagen toegankelijk. R. K. Leeszaal en uitleenbibliotheek Jansstraat 49, Eiken dag geopend ▼an 1012H. van 2—5 en van 710 u. behalve des Maandagsochtends en op Zon- en Feestdagen. Uitleen van boeken van half 39 uur. ft. K. Arbeidsbeurs voor mannen Jaco bijnenstraat 15 Alle werkdagen ▼oorm. van 912 uur, nam. van 25 uur. Zaterdags alleen van 912 uur. ft. K. Arbeidsbeurs voor vrouwen Kleine Houtweg 13 Alle werkdagen des voorm. van 1012 en des nam. van tot 4 en van 8 tot 9 uur. „Zaal Rosehaghe!' r— Hoofmanslraat 12 Van 25 en van 810 tentoonstel- ling van schilderijen. Hotel Spoorzicht Stationsplein. Matinée en Avondconcert. Olli Suolahti. Wie geregeld de concerten bezoekt, weet dat sinds geruimen tijd Finland, het land der duizend meren, der zwijgende wouden, der eenzame beiden, Suomi, trots op zijn „Kalevala" zijn nationaal- epos, in de muziekwereld meetelt. Om van de jongere Fiesche componisten niet te spreken, komen we herhaaldelijk namen van Finsche musici tegen, en aan ieder die muziek beoefent zijn b.v. Georg Schneevoigt, Aino Achté geèn onbeken den. En zooals de Noren hun Tegnér de schoone Frithjof-sage danken, zoo heeft ook Finland zijn grooten dichter Joh. Ludw. Runeberg, waarop zij even trotsch zijn als op het bezit van hun Kalevala, en dien zij gaarne in één adem noemen met de lange rij van Finsche componis ten, die eigenlijk al met Fredrik Pacius begint en over Ingelius, Faltin, Wegelius. Kajanus en Merikanto uitloopt op den Fin wiens muziek op elk goed program ma voorkomt: Jean Sibelius. De muziek die wij van de moderne Finnen te hooren krijgen, heeft dezelfde ontwikkelingsgang doorgemaakt als in Rusland, zij is uit het volkslied ontstaan, en bijzonder frappeert ook, telkens in de grootere werken der jongere Finnen me lodieën te hooren die als oude bekenden aandoen en waarvan wij toch maar niet den oorsprong kunnen gissen. Was 't wonder dat ik met een zekere verheugenis de aankondiging las van het concert waarop de Finsche zanger Olli Suolahti met zijn nationaal instrument ons land zou bezoeken? De eerste kennismaking, laat ik 't maar ronduit zeggen, was wel een kleine ont nuchtering. Het instrument, de cantele, beeft bij 't eerste aamhooren den klank van den cither. Laat ik er dadelijk bij voegen, dat door den tamelijken omvang jen de diepte van de resoneerende ruimte het geluid vol en sonoor klinkt. Het is wel degelijk een instrument dat een ge schiedenis achter den rug heeft. Tot de cromafiek heeft de cantele het niet ge bracht, en dat is haar voordeel, haar ka rakter van nationaal instrument is daar door bewaard gebleven, en de mineur toonsoort, waarin de meeste der Finsche volksliederen staan, komt zonder de tra- ditioneele „moderne" alteraties tot ons, zuiver aeolisch alzoo. Den speler staan om deze reden slechts onze beide mo derne toonsoorten ten dienste, maar hem blijft ook de volle beschikking over de oude, z.g. kerkloonaarden. Dat de be speler er slechts een spaarzaam gebruik van maakte was eigenliik jammer, vooral daar het instrument door zijn absoluut reine stemming aan het eenvoudige lied een bekoring geeft die het moderne snaar instrument eo ipso moet missen. Wat nu het concert zelf betreft, daar over mag men van meening verschillen. Wanneer het de bedoeling is geweest van den heer Suolahti om ons met de canti lene te doen kennis maken, dan is hij daarin zeer zeker geslaaffd. Hij heeft ons niet alleen de eigenaardigheden, de eigen aardige bekoring mag ik zeggen, van het instrument getoond, maar toch tevens ook ziin te geringe muzikale expansiteit om den modernen hoorder te voldoen. Het meest viel er te genieten in het lied waar de cantele eenvoudig de taak van bege leidster in zuivere harmonieën geeft. Daar was b v. het „Zwerverslied" met die wonderschoone melodie die ons wel vanuit onze jeugd bekend lijkt, het fris- sche „Zeemanslied", en het echte mooie lied in den volkstoon „Lied van de kriigs- gevangenen." Daar waren mooie instru mentale inleidingen, die ons schadeloos stelden voor de al te primitieve soli. De inleiding voor „Oud Bruiloftslied" was al heel interessant, de breede introductie eindigde in een forsche dominant, dat was natuurlijk de opwachting. Daar kwam de sneelman, die de onwckkkng om toch „zacht en firn te spelen" schitterend vol bracht. De heer Suolahti is een meester op zj'n instrument, de virtuositeit waar- mtee hU de metodie-s-ie--rtn tokkelt is bui tengemeen verrassend. Ook heeft hij een "roote vaardigheid in het flageolet-snel, dat op soortgelüke wüze als bii de harp wordt uitgevoerd en dat aan het instru ment een niet geringe bekoring geeft. Als zanger beschikt deze Fin over te weinig gevoelsnuancen i n z„n stem, en ook schiint hii angstvallig elk subato te verruilden Daardoor bleven de meeste liederen vlak van voordracht en eerst te gen het slot van den avond kwam er meer heweeglükheid in stem en voor dracht. Tot bii bet leuke lied „Het meis- 'c en de koe", waar hij zich geheel liet gaan en als een oude bard in de snaren greep, met één slag alle gereserveerdheid bii het auditorium verdween. G. J. K. Voor een aandachtig gehoor hield Don derdagavond in de Bovenzalen van „De Kroon" Mr. Abcrerombie, lector aan de Universiteit te Liverpool, een lezing over Shelley. In zijn openingswoord heette de voor zitter de aanwezigen welkom en intro duceerde den spreker van den avond. De heer Abercrombie gaf eene uit voerige uiteenzetting van de beteekenis van Shelley als dichter en wees daarbij in het bijzonder op het internationale karakter, dat zijn werken draagt. Daar voor toont hij te zijn doorgedrongen in de psyche van andere volken, den eigen aard, waardoor elk volk wordt geken merkt. Zijne internationale beteekeni? ont leent hij voor een groot gedeelte ook aan zijn stijl. Spr. trekt een vergelijking tusschen Byron en Shelley. Byron had een verbeeldingsvolien stijl, doch Shelley overtrof hem in fijnheid vaan verbeelding. Wij voelen uit Shelley's werken, dat hij midden in het leven stond, wat niet van Byron kan gezegd worden. Al stond hij op den bodem der reali teit, dit belette niet, dat in zijn ge dichten een sterk verlangen naar een „geestelijk" schoon loven naar voren treedt. Spreker toont aan, hoe Shelley steeds het schoone wist te ontdekken en rele veert, dat hij do verdienste van zijn tijdgenoot Keats, die vaak door de cri- tiek zoo onbarmhartig werd behandeld, in het juiste licht heeft gesteld. Na de pauze behandelt spr. do betee kenis van Shelley als litterator. Hij is het type van den gezonden romanticus. Shelley had vele vijanden. Hij wilde de wereld zien in een gelouterden en volmaakten staat en de onmacht, de on mogelijkheid, om dat te kunnen berei ken, stemde hem bitter. De voorzitter dankte spr. voor zijn leerrijke rede waardoor Shelley nader tot ons is gebracht en verwijst naar bijdragen over hem, die in eigen en buitenlandsche periodieken zijn versche- Heden, Vrijdagavond, geeft de N. V. Het Schouwtooneel, directie Adr. van der Horst en Jan Musch, nog een opvoering van het blijspel „Als je maar 'n verleden hebt" (Der keusche Lebemann), dat met een voortdurend succes door geheel Ne derland wordt opgevoerd. Adverfenïiën St per regel Bij contract belangrijke korting. Advertentiên tusschen den tekst als ingezonden me- dedeeling: 60 cents pei regel Vraag- en Aanbod- advcrfentiên 14 regelt 60 cents per plaatsing; elke regel meer 15 cent bïï vooruitbetaling. In de week van 17 October zijn in de navolgende gemeenten gevallen van be smettelijke ziekten voorgekomen: Bloe- mendaal, 1 van buik-typhus; Haarlem 1 van diphtheritis; Uitgeest 1 van diphthe- ritis, Zaandam 1 van roodvonk. Bij Gedeputeerde Staten der provincie Noord-Holland is ingekomen een ver zoekschrift van E. H. M. Gubbi tot het verkoopen van sterken drank in het klein voor gebruik ter plaatse van ver koop, alleen aan logeergasten in verschil lende lokaliteiten van het perceel aan de Kruisstraat No, 17, Het aantal abonné's der Nieuwe Haarl. Courant groeit voortdurend. Groot is het aantal nieuwe abonné's en slechts een hoogst enkele maal is er een bedankje. Ze behooren tot de uitzonderingen. Maar dezer dagen hebben we er dan toch één gehad en dat wel om een reden, die het vermelden waard is. Een onzer lezeressen in Lisse bedank te omdat,... omdat.... ja, ge raadt het niet in tienen.... omdat het feuilleton in onze courant zoo boeiend is! Ze kan er 's nachts niet van slapen. We wenschen de dame kracht en vol harding toe om haar voornemen vol te houden totdat dit feuilleton geëindigd is, maar we gelooven niet dat ze het zal volhouden. En zoo ja, dan hopen we dat ze daarna weer een trouw lezeres als vroeger zal worden. Wij vonden het geval echter te tref fend om er niet even melding van te maken WoestelingI. B. G., 19 jaar, los werkman, te Haarlem, staat terecht, dat hij op 2 September j.I. 's avonds in een café te Haarlem met een kei drie ruiten heeft ingeslagen. Bekt. was min of meer dronken en om die reden was hem toegang tot het café ontzegid. Het O. M., rekening houdend met liet feit, dat bekt. ongunstig bekend staat, eischt 14 dagen gevangenisstraf. De politierechter veroordeelde bekt. tot 10 dagen gevangenisstraf. Verduistering. Helena v. d. B. heeft P. v. S., met wien zij liefdesbetrekkingen onder hield, in Juli j.l. een biljet van 100 francs gegeven ter inwisseling. In plaats van het daarvoor ontvangen bedrag aan Helena ter hand te stel len, behield hij het. Bekt. is niet verschenen. Het O. M. vraagt een voorwaarde lijke straf van 2 maanden met een oeftijd van 2 jaar met de bijzondere bepaling dat het nog niet terugbetaalde gedeelte vian het geld, na 3 maanden moet zijn teruggegeven. Helena heeft f 2.50 teruggekregen, terwijl nog een bedrag van ruim f 4 ter rechtbank aanwezig is. De politierechter, vonnis wijzende, vraagt een voorwaardelijke straf van 1 maand en bevestigt verder den eisch van het O. M. Heling. De jeugdige P. v. B., werkzaam in een margarinefabriek hier ter stede, wordt door v. N. aangezet tot het wegnemen van pakjes boter, welke bij tegen een kleine vergoeding over neemt. Wegens heling had v. N. zich heden voor den politierechter te verantwoor den. Bekl. bekent. Het O. M. houdt rekening met de verzwarende omstandigheid, dat v. N., zelf vader, eens anders kind aanzet lot diefstal en zoodoende jeugdige boefjes kweekt. De politierechter veroordeelde bekl. tot 1 maand gevangenisstraf. Haarlem wereldstad. Het is alweer een heele tijd geleden, dat in deze rubriek onder bovenstaand op schrift iets geschreven is. Helaas, met den mooien witten verkeersstok is ook alle verdere aanleiding, Haarlem op de hoogte van wereldstad^ te brengen, verdwenen. Ja, ia, onze politie hèeft daarmede wat op haar geweten. En dus is het niet meer dan bdllijik, dat zij haar best doet, Haarlem weer een schrede nader te brengen tot „wereldstad". En daarvoor doet zich thans Mn schitterende gelegenheid voor. In 's-Gravenhage zijn door de verkeers politie dezer dagen proeven genomen met lichtseinen in de avonduren ter regeling van het verkeer. Het apparaat bestaat uit een polsband, die met klemmen aan den mouw van de tuniek wordt vastgehecht, en waaraan 4 electrische lampjes zijn bevestigd, die be ginnen te gloeien als de agent zijn arm opheft. Daartoe is aan den polsband een kwikschakelaar aangebracht. Maar bij de eerste demonstratie voldeed deze niet vol komen. Bij de definitieve ingebruik stel ling zal deze kwikschakélaar worden ver vangen door een duimcontact, dat afdoen de zijn zal, om stoornissen te voorkomen. De lampjes op den armband zijn zóó aangebracht, dat de hand van den agent van voren zoowel als van achteren ver licht wordt De stroom wordt geleverd door twee accumulatoren, die aan een gOTdel zijn bevestigd, op de wijze van patroontasschen. Het zal eenieder duidelijk zijn, dat hier mede een groote verbetering is verkregen in de verkeersregeling tijdens de avond uren. Niemand kan rich thans nog veront schuldigen met de bewering, dat hij 't sein tot stoppen wegens de duisternis niet ge zien heeft. Het is een maatregel, welke niet anders dan toegejuicht kan worden. En de Haarlemsche politie rehabiliteert rich schitterend bij invoering van dit sys teem. Zij helpt onze goede stad weer bij de verovering van den titel „wereldstad.'' Maar in allen ernst: zou ook voor Haar lem het Haagsche systeem niet uitermate geschikt zijn?. Terug te bekomen bij J. Munschlegel, Schouwtjeslaan 74, Broche; J. Kleyn, Teylerstraat 3, beugeltasch; A. Peper- koorn, Jansstraat 35, grijze manteleein- tuur; Mej. Schol ten, Tugelastraat 43, Schoten, blauwe ceintuur; W. v. Loeve- zyn, Rijpstraat 31, hondenpenning; W. Vooges, St. Anthoniesteeg 13, Herders hond; Kennel Eauna, Parklaan 119, zwart hondje, gebracht door H. Nieuwen- hoven, Ged. Oude Gracht 126, grijze kat gebracht door T. Lans, Nassau laan 40; zwart met witte kat gebracht door Verkerk, Jansstraat 81; grijs met witte kat, gebracht door v. Bekom, Kruisstraat 44, bonte kat gebracht door A. v. Staver, Jansweg 37; G. Droste, Kennemerplein 9, grijs ko nijn; E. Bruins, M. v. Heemskerkstr. 38, kip; B. v. Kessel Kennemerstraat 20rood, zwart met witte kat; N. Ron de, W. Pyrmontstraat 55, manchet knoop; G. Elsink Rozenprieelstraat 34 rood, koperen moer; H. Mulder, Am- sterdamschevaart 74zw., tabakspijp; J. Stoute Spaamoogstraat 4, zwarte da- mesportemonnaie; J. v. Balen, Nagt- zaamstraat 12, zwarte portemonnaie; B. Bijnsdorp Heerensingel 25a rijwiel- pomp; N. Nijdam, Rozenstraat 17, blauw sokje; Havenkamp, Jansstraat 40, sleutel; Wed. Hartog Bakenesser- hofje-Appelaarsteeg 11 i, heerensok ken; C. de Ligt, Gen. Cronjéstnaat 69 rd., schaar; H. J. Bakker^ Romolen- straat 7, kinderschort; J. Klok Lange Poellaan 20, zakmes. Ecnïgen tijd geleden deelden wij mede dat de gemeente Haarlem misdaan had tegen de Zegelwet. De gemeente Haar lem had aan de gebruikers van gas over den gewonen meter per maandnota be schikt, zonder op die nota een zegel te plakken. Wel stond onderaan die nota, dat men op aanvraag aan het eind van het jaar een gezegelde kwitantie kon ont vangen. De fiscus echter, wien dit tor oor kwam was van oordeel, dat dit een ontduiking 6r r Zegelwet is en meent, dat voor elke kwitantie of nota met een bedrag boven f 10 een zegel geplakt moet wor den, dus ook in dit geval. Wij voegden aan dat bericht toe dat over de zaak nog druk gecorrespon deerd werd en dat ook in andere ste den o.a. te Utrecht de bedragen op de zelfde wijze worden geïnd. Naar wij vernemen is deze zaak nu uitgemaakt en is beslist dat de gemeente Haarlem wel degelijk zegelplichtig is. De nota's zullen dus gezegeld moeten worden. Ook Utrecht, dat al tien jaar lang nooit zegelde, zal voortaan moe ten zegelen, Alleen wordt overwogen of op een andere wijze aan de Zegelwet kan worden voldaan, b.v. met de zegel- kosten bij abonnement te voldoen. In de Kunstzaal De Bois aan den Kruisweg wordt van 14 October15 No vember een tentoonstelling van werken gehouden van J. Voerman Jr. Het „Weekbl. v. Bloembollencultuur" meldt, dat in April a.s. een Gentsehe tuinbouwtentoonstelling zal plaats vin den, de eerste weder na den oorlog, en aan die mededeeling kan worden toegevoegd, dat de deelneming daaraan door Engeland en Erankrijlc is toegezegd en dat een Nederlandsche inzending wordt voorbereid. Zaterdag a.s. wordt Herman Heyer mans in den Stadsschouwburg gehuldigd bij .gelegenheid van zijn 30-jarig jubi leum als tooneelschrijver. Hier ter stede heeft zich de volgende huldigingscommissie gevormd: A. H Ger hard, lid der Tweede Kamer, Jac. v. Looy, letterkundige, Erans Netscher, let terkundige, Dr. J. C. Opstel ten, letter kundige, M. A. Reinalda, lid van den Gemeenteraad, Jhr. A. W. G. v. Riems dijk, letterkundige, J. B. Schuil, let terkundige en G. J. van Gasteren, di recteur van den Stadsschouwburg. De heer Van Gasteren is secretaris- eenningmeester. In) de Woensdagavond gehouden ver gadering van de besturen der neutrale, moderne en federatieve organisaties van ambtenaren en werklieden in Rijlks-, Pro vincie- en Gemeentedienst, tot het bespre ken der gezamenlijk te voeren actie ter plaatse, ter afwering der voorgestelde ar- beidsversleclhtering werd een plaatse lijk comité van 7 gevormd, waarvan de hoeren H. de Groot en M. Doomebosdh resp. als voorzitter en secretaris werden aangewezen. Naar men ons mededeelt, wordt, het den Haarlemmers, die deel wenschen te ne men aan het Eucharistisch Congres te Amsterdam, in zooverre gemakkelijk ge maakt, zich van kaarten te voorzien, dat zij zich tot Woensdag a.s. eiken dag bij den administrateur van „St. Bavo", den heer Scholte, kunnen opgeven voor een plaatsbewijs. Tegelijkertijd moeten de kosten daarvan aan den heer Scholte worden voldaan. De prijzen zijn Algemeene kaarten a 10, overal toegang gevend op gereser veerde plaatsen; Donderdagavond gere serveerde plaatsen voor f 2.50, 0.75 en f 0.25; Vrijdag en Zaterdagavond voor 2.50, 1, 0.50 en f 0.25; Zondagmid dag in het Stadion: overdekte tribune f 1.50 en verder plaatsen van f 0.50 en 0.25. Begijnhof 's avonds entrée 1- Tegen een winkelier hier ter stede is proces-verbaal opgemaakt ter zake over treding loterijwet. Hij veitkocht namelijk reepen chocola, waarin bons voor prijzen. Wij hebben eenigen tijd geleden een en ander verteld over de belachelijke bepa lingen en gevolgen der Kringwetten. Het onderwerp raakt niet uitgeput. Iedereen, die in de onmiddellijke na bijheid eener fortificatie is gehuisvest, ondervindt bijna dagelijks de bezwaren, verbonden aan de Kringwetten schrijft nu een onzer medewerkers en hij vertelt weer het volgende staaltje. Nog weer een dezer dagen een land bouwer in de onmiddellijke nabijheid van een der forten van de verdediging van de Liede en behoorende bij de stelling van Amsterdam. Deze landbouwer had n.l. aangevraagd, een perceel rietland, of liever gezegd moerasland, waar hij bijzonder weinig van trok en op deze manier productief wenschte te maken, op te mogen hoo- gen, omdat genoemd perceel bijna gelijk ligt met den normalen waterstand. Het was hem al eenigen tijd geleden verbo den, dit perceel moerasland, ongeveer één H.A. groot, op te hoogen, omdat dit hoogstgevaarlijk zou kunnen zijn voor de verdediging des lands. Verbeeldt u, gevaarlijk voor ons vader land, als iemand een stukje land zou ophoogen. Dan maar niet ophoogen, of liever ge zegd, dan maar niet dezen grond pro ductief maken, dan maar liever deze en zooveel andere jaarlijks te lijden schade dragen van eenige honderden guldens, liever dan het vaderland in gevaar bren gen. Maar genoemde landbouwer was toch niet tevreden met deze toezegging en probeerde langs andere wegen nogmaals, of het hem zou kunnen gelukken het stukje grond opgehoogd te krijgen. Eeni gen tijd na het inzenden van zijn ver zoekschrift, kwam er dan een ambtenaar van de Genie, en na eenige oogenbtikken van bieden en geven kwam men dan ein delijk tot overeenstemming, dat mis schien de mogelijkheid niet was uitgeslo ten, dat er wellicht nog een klein hoekje zou kunnen worden opgehoogd. En jawel hoor, na een heelen tijd van wachlen, dergelijke gevaarlijke aangele genheden moeten worden aangevraagd bij den Minister van Oorlog, en dan is 8 maanden wachten een normaal verschijn sel, kwam eindelijk het lang verwachte stuk. Met gretigheid werd natuurlijk het nieuws verslonden, en kwam hij tot de ontdekking dat dan toch eindelijk het verzoek was toegestaan: hij mocht op hoogen. Maar, helaas! was de vreugde gemengd. Hij mocht maar twee stukjes land op hoogen, ja 2 stukjes, waarde lezers, en wel één stukje lang 30 M. en breed 10 M. en het andere lang 15 M. en breed 5 M„ De rest van dit groote stuk land moest maar braak blijven liggen. Schrik niet want nu komt het voor naamste van alles nog. De ophooging moest op een zoodanige wjjze geschieden, dat hij ten allen tijde moet blijven M. 0,2 beneden A. P., (Amsterdamsch Peil) en het slot van dit alles is, dat hij nu maar beter niet kan beginnen. Want, de tus- schenruimte tusschen de normale opper vlakte van dit land en M. 0,2 beneden A. P. is, dat hij nu ongeveer 20 centime ter op kan hoogen. Verbeeld u, 20 centimeter ophooging, afgezien van alle last en moeite die men heeft vooraleer men zoo iets voor elkaar heeft, en als de werkzaamheden dan een maal voltooid zouden zijn, zou het land bij abnormalen waterstand toch nog on der water komen te staan. Dergelijke waterstanden zijn heusch in het winter- jaargetijde geen zeldzaam verschijnsel. Ik heb mij wel eens in gemoede afge vraagd, hoe het toch mogelijk is, dat der gelijke menschen zooiets op papier dur ven zetten. Ze kunnen toch vooruit bekij ken, dat aan een dergelijke toestemming de menschen absoluut niets hebben. Het zij mij vergund, mij bij dit bepaal de geval te houden, en te trachten dit zoo duidelijk als mij maar mogelijk is, uit te laten komen, maar de gevallen zijn legio. Ik heb met opzet dit geval uitvoe rig omschreven, voor diegenen die tot op heden geen flauw begrip hadden, van wat een Kringenwet is; en nog veel minder begrijpen, wat een last en schade zoo'n wet te weeg brengt voor de betrokkenen. 3® Barometerstand 776. Voormt. OPGAVE VAN: Medegedeeld door het Kon. Ned. Meteo rologisch Instituut te De Bildt Naar waarnemingen verricht in d«t morgen van 13 October. Hoogste barometerstand 179$ m.M. te F rankfort. Laagste barometerstand 750.0 m.M. le Sevdisf jord. Verwachting van den avond van 13 tot den avond van 14 Oct. Zwakke tot matige Zuidoostelijke wind, nevelig tot tichtbewolkt droog weer, waar schijnlijk nachtvorst, zelfde temperatuur overdag.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 1