LEVENSDl trf DE KLOVE 14 October 1922 T MEDiSCHE PMATJES Vierde BJad Van wet en wetgeving Ik heb hier het oog op lijders van sui kerziekte of diabet s mellitus. Uit een fiscaal oogpunt heeft ijien de kwestie opgeworpen, dat de schat kist, door dézen concurrent van de sui ker zoo maar zonder meer toe te laten benadeeld werd. Een probleem dat de politici, niet de medicus heeft op te lossen. De arts heeft slechts de hygiëni sche zijde van het vraagstuk tot klaar heid te brengen. Het zou mij te ver voeren het onderzoek op dit gebied hier in al zijn finesses op te sommen. Ik wil mij slechts bepalen met U de conclusie mede te deelen, waartoe het onderzoek geleid heeft. Na vele proef nemingen heeft men ontdekt dat de saccharine een volkomen onschadelijk middel is. Natuurlijk in dien zin dat dit product alleen mag dienen om aan spijzen en dranken een zoeten smaak te geven. Het te veel schaadt. Een regel door sommige onderzoekers ver waarloosd en die hen tot de valsche uitspraak bracht, dat de saecharine voor de gezondheid schadelijk is. Bedoelde onderzoekers hadden n.l. op konijnen proeven genomen, door dezen dagen achtereen enkele gram men van deze stof toe te dienen. Het gevolg was dat zij allerlei ziektever schijnselen gingen vërtoonen. Bij een gebruik van een dagelijksche hoeveel heid van 100 200 milligram zal door den mensch nimmer nadeelige gevol gen ondervonden worden. Wegens den bijsmaak is het trouwens ook zeer gewenscht ten allen tijde zeer zuinig met dit zoetend middel om te gaan. Bij een te ruim gebruik overigens verwekt deze stof zulk een gevoel van walging, dat men niet in staat is, althans gedurende langen tijd het gebruik voort te zetten. Heden ten dage wordt de saecharine met het oog op de hooge suikerprijzen veel in banketbakkerijen gebruikt. Zooals ik reeds vermeldde mogen lijders aan suikerziekte geen suiker houdende stoffen gebruiken. Uit een humanitair gezichtspunt beschouwd is het daarom al een zegen dat een dergelijk surrogaat, zooals de saecharine is, ter veraangenaming van hun leven ter beschikking is. SACCHARINE Gaarne wil ik aan het verzoek van een mijner lezers voldoen om het een en ander mede te deelen over boven genoemde stof, die een algemeene re putatie geniet. Immers langen tijd heeft men naar middelen gezocht om de dure suiker door goedkoopere zoetende stoffen te vervangen. De belangrijkste dezer, die wij kennen, be halve de saecharine, zijn de glucine, de dulcine en de sukrol. Deze stoffen zijn nu echter nog niet zoovele jaren bekend en wij kunnen mededeelen dat hun samenstelling slechts een 20 a 30 jaren geleden ongeveer gepubli ceerd werd. Het zijn z.g.n. aromati sche verbindingen. De reden dat deze stoffen in den handel, zooals thans het geval is vrij schaars voorkomen, is in hoofdzaak toe te schrijven dat zij, behalve de dulcine, min of meer een bijzonderen bijsmaak hebben. De saecharine heeft dit voor dat zij in staat is onze spijzen het meest jte zoeten. Vandaar dat de weten schap zich met deze laatste het langst heeft bezig gehouden en haar samen stelling en eigenschappen het uit voerigst heeft bestudeerd. Saecharine heeft een 300 maal groo- ter zoetend vermogen dan suiker. Om zich hiervan een denkbeeld te vormen, bedenke men, dat een gram d z r stof op 300 Liter water een even groot zoetend vermogen heeft als een gram suiker op 1 Liter water. Met een mini male hoeveelheid saecharine aan onze spijzen toe te voegen, kunnen wij dus aan deze een zoeten smaak geven. Een andere vraag is of de saecharine en de andere genoemde stoffen der aromatische reeks, voedende bestand- deelen bezitten. Het antwoord moet luiden, dat dit geenszins het geval is. De saecharine, om hierbij ons te be palen, verlaat ons lichaam dan ook in ongewijzigden toestand. Door deze eigenschap is zij van onschatbare waarde voor een categorie van perso nen, die geen suiker mogen gebruiken. gen prijs op de ongerepte handhaving er van. Hetgeen ik u zal voorstellen, zal slechts bedoeld zijn, om het be zit der verworven vrijheid te verze keren en duurzaam te maken, opdat de eendracht onder u steeds onver zwakt blijve. Alleen mijne titel zal ik veranderen. Mijn hart zal u even vaderlijk gezind blijven als voorheen en de gevoelens waarmee ik voor mijn volk bezield ben, zullen weerklank vinden in de proclamatie, waarmede ik aan mijn onderdanen mijn plannen voor de toekomst zal ontvouwen." Op den 17den Maart 1815, werden de souvereine Vorst en zijn gemalin prinses Frederika Wilhelmina, in Am sterdam plechtig uitgeroepen tot Ko ning en Koningin der Nederlanden. Op den zelfden dag kondigde de Bur gemeester van Brussel op het balcon van het prachtig stadhuis staande, de troonbestijging af van Willem I. Korten tijd daarna gaf de Koning de prolamatie in 't licht, gericht tot de thans tot één volk vereenigde twee naties, waarop hij in de vergadering der Staten-Generaal zoo duidelijk had gezinspeeld. Na daarin de beweegredenen te hebben opgesomd, die hem er toe hadden gebracht om de besluiten der „Nu ik eenmaal het besluit geno- menheb," aldus vervolgde de sou vereine Vorst „om bezit te nemen van de opperste' macht over al de Nederlanden en tegelijkertijd mij zelf met de waardigheid van het koninklijk gezag te bekleeden, bestaat mijn eer ste zorg hierin, dit besluit aan de getrouwe vertegenwoordigers mijner landgenooten mede te deelen. Waar gij door uw onvermoeiden ijver, tot op den dag van heden mijne pogingen om de welvaart van het land te verzekeren, hebt gesteund, meen ik met grond te mogen ver wachten, dat uwe medewerking, noo- dig voor de nieuwe orde van zaken in den Staat, mij niet zal worden ont houden. Voorzeker, de wijzigingen die daardoor in de Grondwet moeten aangebracht worden, zullen de heil zame beginselen, waarop zij rust, niet in 't minst aantasten. Onze landgenooten stellen en terecht, hoo- Wordt voortgezet.) Oorspronkelijke roman d. H. B. v. D. Sandi Prijs gebonden f 4.50, franco p. p. f 4.7! Prijs gebrocheerd f 3.—, franco p. p. f Roman van denzelfden populairen schrijver Prijs gebrocheerd f 2.25, franco p. f 2.5C Verkrijgbaar bij den boekhandel en bij d' N.V. DRUKKERIJ „DE SPAARNESTAD Nassaulaan 49, HAARLEM. TIEN JAREN UIT ONZE VADER. LANDSCHE GESCHIEDENIS. (1806—1815) door Jos. P. H. Hamers.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 11