BINNENLAND Derde Blad 27 October 1922 Solidair, ook naar omlaag. ÊlMMEMLAKiSGH NIEUWS? GEMENGD NIEUWS. KORTE BERICHTEN* RECHTSZAKEN. Toen zijn de Hollanders gekomen. f BIJ DEN DOOD VAN EEN 25-JARIG INSTITUUT. Eerste Kamer. Tw@@d@ Kamer. Een gevaarlijke stroopje. Hii was fn de lorum. De schipbreuk van de „Cornelis". Herfst-aardbeien. Een bemonsteringskwestie. Vorst in Drente en Overljsel. Een Bookmaker. De vergiftiging te 's Hage. Gevaarlijk snoepgoed. Brand en brandstichting. Doodgedrukt. Cocaine. Beleediging en bedreiging. Diefstal in 20 kerken. Een majoor die maling heeft aan de verkeersregeling. (Ingezonden.)' In de vooroorlogsche jal-en was het solidair-zijri in loon- of arbeidscon flicten veelal het stevige cement, dat de partijen te zamen bond en offers brengen deed, teneinde het hooger gelegen doel te kunnen bereiken. Meestal was 't toen zwaar pioniers werk en ging het slechts om een lut tel aantal guldens meer. Het moge wonderspreukig klinken, maar de solidariteit, hoewel in ego isme geboren en getogen, liet ons eigen-ik vervagen en brak' toen tijdens den oorlog de nood algemeen werd de enge groepen uit en legde banden aan door alle lagen onzer samenleving heen, waarmee het mo gelijk bleek in onderling overleg me nige wrijving in der minne te schik ken. Niet alleen kregen hierdoor loutere geldkwesties hun beslag, maar werden ook betere arbeidsvoorwaarden bedon gen, benevens veranderingen in de fcontróle op de leiding aangebracht. Indien we vóór 1914 een saamhoo- righeid hadden gekend, die over de landsgrenzen der respectieve, rijken Ihéengleed en niet in star nationalisme of wraakgedachten was verstikt ge weest, had misschien de wereld thans niet amechtig ter neer gelegen door een strijd tot het bittere eind. Nu echter heeft driekwart van het eertijds zoo welvarend Europa in let terlijken en figuurlijken zin al zijn kruit verschoten en kan slechts een periode van den uitersten eenvoud en arbeidzaamheid ons voeren naar de lichtende verten van den voorspoed. Ook wij kunnen dus teruggevoerd moeten worden naar sferen, die slechts weinig ons ideaal zullen be naderen, want natuurlijkerwijs zal ook ons land den terugslag gevoelen van de ontreddering, die al sedert jaren in het midden en Oosten van het be schaafdste aller werelddeelen heerscht. Evenals in tijden van weelde het Bolidarisme de zoete vruchten van den overvloed zooveel mogelijk voor ieder een te rijpen wilde hangen, zoo zal ook omgekeerd datzelfde solidarisme de smart, en den last van den striemenjden tegenslag naai- draagkracht hebben te verdeden. Het zal moeten blijken of de leuze alles voor allen niet een holle phrase_ is geweest en niet alleen op papier bestaansrecht heeft kunnen .vinden. Vroeger kon een tijdelijke opoffe ring oogenblikkelijk voordeel brengen en volgde de belooning het beoefenen van deze deugd als het ware op den voet. Thans wordt het, om erger te voor komen, een kiezen van den minst kwaden en kan het solidair-zijn slechts voortspruiten uit een hooggestemd gevoel voor rechtvaardigheid en niet anders beteekenen dan verslechtering met mogelijke verbetering in het wa zige verschiet. Toch zal de vrijwillige teruggang, door allen aanvaard en na samenspre- kingen tusschen leiders en volgelin gen naar uniformen maatstaf opge legd, zeer zeker ten goede uitkomen. Immers de grond voor verklaarbare afgunst en begrijpelijke ontevredenheid wordt hierdoor ontnomen. Bovendien voorkomt dit heftigen en heilloozen tweespalt, waarin enkel; en alleen het recht van den sterke opgeld zal doen en waarmede toch nog grootere rampen, met of zonder redelijke uitstippeling naar omlaag, te dragen zullen zijn. Daarom is het van het allerhoogste géwicht, dat men willig in alle ran gen en standen begint te leeren om te geven en te nemen. Ter eenerzij kan men niet stok stijf blijven staan op duurzaam ver worven rechten, maar aan den ande ren kant mag zich dan ook geen stre ven openbaren, dat zeurig dwingt om al de vertoren privileges van vroeger dagen te kunnen he, krijgen. En elk zal zich blijmoedig tevreden moeten stellen met het surrogaat van de bevrediging zijner verlangens, ge droomd en gekoesterd in jaren, die verre achter liggen en wel niet meer zoo spoedig weer zullen keeren. Een noodgedwongen tegenschok in de opvaart van den vooruitgang be hoeft nog geen reactie te heeten, mits allen zie mara opmaken om de ver oorzaakte trillingen gelijkelijk aan te voelen. Zoo noodig solidair dus, èok naar omlaag. Dan zal bewaarheid zijn, dat demo cratische beginselen, opzichtens ons zeiven toegepast, den toets der kritiek kunnen doorstaan en dan wordt de kans ontloopen, dat bij opgedrongen strijd de slag met besmeurde blazoe nen moet aangevangen worden. H. J. J. SPOOK. faf SemicfMaars aanvankelijk KTefri zsi iemand tui, Rafelder, gem. Genrlringen. f Na een kwijnend bestaan van 25 jaren, is in de Tweede-Kamerzitting van 24 Oct. het doodvonnis over het Instituut der Kamers van Arbeid uitgesproken. „La mort sans phrase". Geen woord van afscheid werd vernomen bij het sterven dezer Kamers, die op 2 Maart 1897 wer den opgericht Soortgelijke doeleinden als bjj de ves tiging van het instituut der Kamer van Arbeid voorzaten, aijn in anderen, on tegenzeggelijk veel beteren vorm in het ontwerp tot vreedzame bijlegging van ge schillen over arbeidsgelegenheden beli chaamd. Het doel, dat den wetgever voor oogem Btond bij de totstandkoming van de wet pp de Kamers van arbeid, was: de be langen van patroons an werklieden in onderlinge samenwerking te bevorderen. iWel openbaarde zich destijds de min gunstige verhouding tusschen patroon en iwerkman hier te lande minder sterk dan elders, doch wat reeds tot uiting kwam achtte de toenmalige regeering voldoende om naar middelen om te zien, teneinde ite trachten een goede verstandhouding tusschen patroons en werklieden te be vorderen, misverstand te voorkomen, voortwoekerend wantrouwen tegen te gaan, verbitterende geschillen op te los sen, voor heide partijen noodlottige werk stakingen te verhoédan en de overtui ging te vestigen, dat de belangen van beide partijen niet onverzoenlijk tegen over elkander staan, maar dat door on derling overleg en samenwerking maat regelen in beider belang getroffen kun- pen worden. Een middel meende men gevonden te hebben in de Kamers van arbeid, een instelling, die in naburige landen reeds goede vruchten had afge worpen. Men koesterde ook hier de schoonste verwachtingen van deze li chamen. De verwachtingen, een kwart eeuw ge leden uitgesproken, omtrent het nut dat jde Kamers van arbeid in de arbeids- Wereld zouden stichten, zijn niet in ver- Vulling gegaan. Van de 112 Kamers, Welke sinds de inwerkingtreding der wet wan 1897 werden opgericht, zijn 37 be reids weder opgeheven. Onder de nu (nog bestaan do 75 zijn er verscheidene, (welker werkzaamheid zich tót een mini- ïnum bereikt. Al kan niet worden ontkend, dat de [Kamers in geschillen van individueelen paid wel nuttig werk hebben gedaan, (slechts zelden wordt haar tusschenkomst ingeroepen bij arbeidsconflicten van rui- er belang. De werkzaamheden, die de Kamers van jbeid verrichten, buiten het voorkomen ten beslechten van arbeidsgeschillen, zijn ongetwijfeld nuttig, maar niet van dien aard, dat zij in de tegenwoordige om- jstandigheden een jaarlijksche uitgave van omstreeks f 40.000 voor de instandhou- Jding der Kamers noodig, rechtvaardigen. UDat de groote verwachtingen, die men n de Kamers van Arbeid heeft ge koesterd niet in vervulling zijn geo-aan, Jigt zeker niet aan den ijver harer be stuurders en secretarissen, die zich in tegendeel dikwijls hebben beijverd van Ihet instituut te maken wat er van te (maken viel. Maar de groei van het Bociale leven is langs de Kamers heen- feegaan Vooral de ontwikkeling van het vak- vereenigingswezen in de richting van vakbonden en vakcentralen, die hunne werkzaamheden over het geheele land uitstrekken, is aan haar bloei in den Weg komen te staan. Tengevolge van |{Ue ontwikkeling toch geschiedt ook de regeling der arbeidsvoorwaarden en wat daarmede samenhangt hoe langer hoe meer bedrijfsgewijze voor het geheele land. De Kamers van Arbeid werden over bodig. De Tweede Kamer stemde in met opheffing. De Eerste Kamer zal dit voorbeeld wel spoedig volgen. Zitting van Donderdag 26 October Verschillende wetsontwerpen. Aan de orde zijn de volgende wetsont werpen: 1. Wijziging van hoofdstuk'V A der Staatsbegrooting voor 1920 (verschillende onderwerpen) 2. Aanvulling en verhooging van uitga ven van het Weduwen- en Weezenfonds voor Burgerlijke Ambtenaren voor 1921 (verschillende onderwerpen) 3. Goedkeuing van den onderhandschen verkoop aan de gemeente Groningen van het voormalig lolhuiserf te Helpman. 4. Nadere voorziening ten aanzien van de afsluiting van den dienst 1920 en de overbrenging van de algemeene rekening van rijksontvangsten en uitgaven. 5. Onteigening ten behoeve van ver bouwing van het gedeelte van den tram weg van de Limburgsche Tramwegmaat- schappij van het tramwegemplacement te Roermond tot de Kapellerpoort aldaar. 6. Wijziging van de Locaalspoor- en Tramwegwet. 7. Onteigening in de gemeente Wonse- radeel, noodig voor den aanleg van eenige wegen in het zuidelijk gedeelte dier ge meente. 8. Onteieening ten behoeve van aanleg van een tramweg van Wijlre over Gulpen naar Vaals. 9. Kwijtschelding van negentiende ge deelte van een uitstaande vordering der Kolonie Curasao. 10. Wijziging van de Wet op het Mi litair Onderwijs. 11. Nadere wijziging en aanvulling van de Indische Comptabiliteitswet. Deze. wetsontwerpen worden achtereen volgens aangenomen zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming. De openbare vergadering wordt lot na dere bijeenroeping gesloten. Zij gaat over in comité-generaal. De heer KLEEREKOPER, S. D. A. P-, vraagt vérlof tot een interpellatie over het eindigen van de steunverleening aan nood lijdende kunstenaars: op dit verzoek zal in de volgende vergadering worden beslist. Aan de orde is het wetsontwerp tot wijzi ging van wetten die den Minister van Landbouw Nijverheid en Handel met name noemen. De VOORZITTER merkt op, dat dit ont werp niet betreft opheffing van het depar tement van L. N. en H., hetwelk bij de slaatsbcgrooting aan de orde komt. De heer VAN RAPPARD, V. B., meent, dat dit ontwerp wel op die opheffing praejudicieert. De heer DRESSELHUYS ziet moeilijkheden voor de wetsuitvoering van dit ontwerp en stelt uitstel voor. MINISTER RUYS DE BEERENBROUCK betoogt dat het ontwerp op niets praeju dicieert De heer BEUMER, A. R., steunt het ver zoek om uitstel. De heer VAN VUUREN, R. K., geeft, namens de commissie van rapporteurs uit stel in overweging. De MINISTER verzoekt, de behandeling te schorsen. De heer DRESSELHUYS, V. B., -trekt zijn motie in. Voortgegaan wordt met be handeling der wet inzake de beslechting van arbeidsgeschillen. MINISTER AALBERSE zet zijn rede voort Spr. betoogt dat in verband met de hooge cischen aan hen te stellen, het aan moeten zijn. De practijk zal uitmaken of bedrijfsbemiddelaars de voorkeur verdie nen boven districtbemiddelaars. Het enquêterecht acht spr. onmisbaar. Het amendement-Snoeck'Henkemans om optreden van den Rijksbemiddelaar zonder vergunning van den Minister reeds moge lijk te maken bij conflict, waarbij 25 ar beiders betrokken zijn in plaats van 50, wordt verworpen met 68 tegen 12 stem men. Het amendement-Schaper om het optre den van den bemiddelaar afhankelijk te maken van uitnoodiging door de vakver- eenigingen, wordt verworpen met 64 tegen 16 stemmen. Het amendement-Schaper om den Rijks bemiddelaar niet te belasten met bet zelf beslechten van geschillen wordt overge nomen. Het amendement-Boon om de minder heid van den bemiddelingsraad recht te geven tot publicatie van haar gevoelen, wordt overgenomen. Hét amendement-Boon om den bemidde lingsraad te verplichten tot het bewaren van geheimen, door den minister overbo dig geacht, wordt ingetrokken. Het amendement-Snoeck Henkemans om hot enquête-recht afhankelijk te stellen van de vraag of het algemeen belang er bij betrokken is, wordt overgenomen. Het amendement-Dresselhuys om het enquêterecht afhankelijk te stellen van toestemming der partijen, wordt onaan nemelijk verklaard en verworpen met 67 tegen 13 stemmen. Het amendement-Schouten betreffende geheimhouding omtrent bedrijfsgeheimen door enquête-oommissie, wordt overgeno men. Het artikel betreffende boekenonder zoek door de enquête-commissie wordt aangenomen. Het amendement-Schouten om voor pu blicatie van conclusies eener enquête commissie overleg met partijen te vorde ren, wordt overgenomen. Het wetsontwerp werdt goedgekeurd met 62 tegen 13 stemmen. Tot voorzitter van de gemengde com missie voor de Stenographic uit de beide Kamers der Slaten-Generaal is benoemd de heer Verheijen, en tot voorzitter van de commissie voor het kort Verslag van de vergaderingen der Kamer de heer Schok king. 't Gebeurde eenigen tijd geleden, dat een verpleegster van de Gemeentelijke Zuigelingenzorg op huisbezoek ergens in den Jordaan te Amsterdam observeerde, dat de moeder een watje in een geelach tige vloeistof doopte en daarna het dotje in den mond van de zuigeling stopte. „Wat geeft u het kind?" mocht zuster zoo vragen. En de moeder een beetje verbaasd over haar „verregaande onwetendheid ver telde, dat iedereen in de buurt sinds jaren bij Smokie in de Goudbloemstr. 50, anijsstroop haalde, waar de kinderen zoo heerlijk zoet mee werden gehouden. Zuster vertrouwde 't zaakje niet, ried de moeder dat stroopje van Smokie lie ver niet meer te gebruiken en nam iets van het vocht mede naar het bureau van den Geneeskundigen Dienst. 't Stroopje werd onderzocht met het gevolg, dat de scheikundige in zijn rap port vermeldde, duidelijk sporen van morphine, codeinen en narcotine te heb ben aangetroffen. „Vrij zeker", schrijft hij, „is dit stroopje bereid door papaverbollen te trekken met water, waarin dan suiker met wat anijs- olie wordt opgelost." „De reactie op de morphine is betrek kelijk zeer sterkwerd er aan toege voegd. Morphine, codeïne, narcotine verwerkt in likkepotjes waarop dagelijks, wie weet hoeveel zuigelingen „getracteerd worden. „Is het niet onverantwoordelijk", zeide de directeur van den Geneeskundigen Dienst, dr. L. Heyermans, die het ver schijnsel van zoo bedenkelijken aard acht, dat hij de pers verzocht het wereldkun dig te maken, „is het niet meer dan schandelijk, dat zoo iets kan gebeuren in een land waar de verkoop van medica menten, behalve door apothekers en ge neeskundigen, beneden een bepaalde hoe veelheid door de wet wordt verboden? Informaties door mijn dienst ingewon nen brachten aan het licht, dat „Smokie" die trouwens officieel een heel anderen naam draagt, wel reeds twintig jaren zijn stroopdrankje slijt. „Wie zal zeggen hoeveel nadeel fop spenen en dotjes met dit vocht bestreken, aan de gezondheid van de zuigelingen uit de volksklasse hebben berokkend; daar een theelepeltje van dat goedje tegelijk ingegeven, voldoende kan zijn om een kind, dat daarmede zoet wordt gehouden, nooit meer te doen ontwaken? Hoe dik wijls krijgen wij op het consultatiebureau moeders met zuigelinger die half versuft zijn, en vrijwel alle voedsel weigeren. „Op de vraag of het kind iets krijgt dat minder goed voor hem kan zijn, luidt het antwoord ontkennend. ..De vrouwen weten immers niet, welke schadelijke bestanddeelen het likkepotje bevat, voor luttele centen verkrijgbaar. Het is onbegrijpelijk, dat door de desbe treffende autoriteiten niet beter de hand wordt gehouden aan het naleven de wet telijke voorschriften, vooral wanneer het overtreden gevolgen van den allerbeden- kelijksten aard kan hebben. „Er zijn, behalve de reeds genoemde, nog andere verschijnselen, Waarop in het ooenbaar dient te worden gewezen. Overal in de stad kan men, in angstwek kend groote hoeveelheden, slaapmiddelen koopen. Vooral door den gegoeden stand en dan speciaal door de vrouwen worden veronal en adalin bij tubetjes vol gekocht. Men loopt er mee in den zak, men biedt elkander zoo'n slaaptabletje aan en men schijnt absoluut niet te bedenken, dat deze middelen verre van onschuldig zijn, en dat een leek ze uitsluitend op voor schrift van den dokter, in de minimale dosis door hem aangegeven, zou mogen gebruiken. „Dat geneesmiddelen als veronal en adalin vrijwel in ongelimiteerde hoeveel heden in den kleinhandel verkrijgbaar zijn, beteekent een groot gevaar voor de volksgezondheid. Bovendien wórdt het plegen van Zelfmoord er gemakkelijker door gemaakt. „Dat middeltjes als het stroopje van Smokie in de olksbuurten te krijgen zijn, kan heel wat kinderen noodlottig worden. „Vandaar", besloot dr. Heijermans zijn mededeeling, „dat ik mij gedrongen acht er in het openbaar op te wijzen hoe noodig het is, dat op het naleven van de wet op het uitoefenen der artsenijbereid- kunst voortdurend streng toezicht wordt gehouden. Dinsdagmorgen werden nabij de gracht van het Huis Bergh te 's Heerenberg een heerenfiets en een volledig stel mans onder- en bovenkleeren gevonden. In de zakken vond men een beurs met vrij veel geld, benevens een pas van Men vermoedde een ongeluk, en den geheelen morgen werd de gracht afge- dregd, doch zonder resultaat. Inmiddels werd het gemeentebestuur van Gendringen verwittigd en verzocht de familie voor te bereiden. De politie begaf zich naar de woning van den aangeduide.... en vond hem te bed. De gezochte was den vorigen avond naar zijn zwager te 's Heerenberg geweest, en op den terugweg de kermis te Lengel passeerend, kon hij de verleiding niet weerstaan en deed zich te goed aan Duitschen oognac. Te middernacht was hij in zoodanigen staat, dat hij den slot- van het Huis Bergh te 's-Heerenberg kamer aanzag. Hij kleedde zich uit doch vond toen blijkbaar de uitgezochte plek wat al te frisch. Hij ging nu op stap en kwam na ruim twee uur loopen in compleet négligé 'aan zijn woning. De rest weet men. Keeds zijn 11 lijken van de beman ning van het Nederlandsoh stoomschip Cornelis" uit Temeuzen, dat in de Oostzee is vergaan, op -de Zweedsche kust aangespoeld. Niet alleen bloeien te Bunnik (Utrecht) de aarbeien dit jaar voor de 2de maal doch reeds heeft de heer van de Br. een mandje volkomen rijpe aardbeien, van planten, die dezen zomer reeds vol op vruchten hadden gegeven, naar de fruitveiling gezonden. Te Rotterdam is eenige stagnatie in de zeevaart ontstaan, doordat de zee lieden, die de leiding der syndicalisti sche vereeniging „De Eendracht,, vol gen, weigeren te monsteren op de schepen van W. van Driel en Oo's Stoom vaart en Transportonderneming, op grond dat deze reederij bezig is, de be manning van haar schepen te verminde ren. Inderdaad is de „W. van Driel Sr." reeds de vorige reis uitgevaren met een olieman minder en zou voor de nu vol gende reis een tremmer minder wor den aangemonsterd. Daartegen is van de zijde der Vereeniging verzet geko men, die eischte, dat hetzelfde aantal tremmers zou worden aangemonsterd en dat ook de olieman, waarmee de vorige reis de bemanning was verminderd, weer zou worden aangenomen. De reederij ver meent evenwel in haar recht te zijn, aan gezien de bemanning van de „W. v. Driel Sr.", zooals zij die nu wil aan monsteren, overeenkomstig de bepalin gen is van het reglement voor de kust vaart, vastgesteld door den Bond van Werkgevers in de Koopvaardij. Het schip voer vroeger in de groote vaart en is nu in de kustvaart, op Newcastle, over gebracht. Er zullen, als overeenkomstig het voornemen der reederij gemonsterd wordt, nog 2 tremmers aan boord blij ven, wat voor de kustvaart voldoende is. De laatste nachten heeft het in het Zuid-Westen van Drente en in het Noord-Westen Van Overjjsel streng ge vroren. De thermometer wees negen gra den vorst aan. Grachten en slooten waren geheel met ijs bedekt. De meeste arbeiders en keuterboertjes, die bij het aardappelrooien eerst de grootere hoe ren behulpzaam zijn geweest, hebben hun aardappelen nog in den grond zitten. De hierdoor geleden sohaie is belangrijk. De Oentrale Reoherche te Rotterdam heeft proces-verbaal opgemaakt tegen den vleoschhouwer A. V. uit Amster dam, die zich tijdens de paardenrennen op Woudestein op 15 dezer schuldig maakte aan overtreding van artikel254 bis van het Wetboek van Strafrecht. Hij gaf aan het publiek gelegenheid tot het sluiten van weddensohappen omtrent den uitslag der rennen. Gelijk men zich nog zal herinneren, zijn eenige weken geleden eenige woon wagenbewoners uit de Binkhorstlaan te 's-Hage plotseling ongesteld geworden na het nuttigen van gebakken visch. Op het vermoeden dat daarin voor de ge zondheid schadelijke bestanddeelen zich zouden bevinden, werd toen bij den winkelier M. uit de Spaarnestraat een zekere hoeveelheid raapolie in beslag ge nomen. Thans is aan den Gezondheids dienst gebleken dat deze raapolie be slist geschikt voor de consumptie was en is ze vrijgegeven aan den eigenaar. Ook de visch bleek voor de consumptie ge schikt. De oorzaak moet dus in an dere voedingsmiddelen gelegen! zijn. De patiënten zijn reeds lang geheel gene zen en uit het Ziekenhuis ontslagen. In het weekblad „Volksvoeding" schrijft J. D. J.: Hier ter stede werd aangetroffen een product „bruidscollen" genaamd, dat niet, zooals gewoonlijk, bleek te bestaan uit gekandeerde amandelen, maar waarin ten gevolge van concurrentie-zucht de zoete amandelen vervangen waren door per zikpitten. Misschien onbewust van het gevaar, heeft de fabrikant hierdoor een product in den handel gebracht, dat aanleiding zou kunnen geven tot ernstige vergif tigingsverschijnselen. In perzikpitten immers is, evenals in bittere amandelen en abrikozenpitten een glucoside aanwezig, amygdaline ge naamd, dat bij ontleding het uiterst gif tige blauwzuur afsplitst. De bovengenoemde collen bleken bij onderzoek inderdaad een belangrijke hoe veelheid blauwzuur te bevatten. Wij onderzochten zoowel collen, als de daarin verwerkte pitten. Een ons bruidscollen, gemiddeld 33 stuks, bleek ongeveer 20 milligram blauwzuur te bevatten. Een zelfde waarde vonden wij voor 33 perzikpitten. Wanneer wij nu nagaan, dat. 50 a 60 milligram blauwzuur gerekend wordt doodelijk te zijn, terwijl de maximale dosis van laurierkerswater 2 gram per keer en 8 gram per dag is wat overeenkomt met een blauwzuurgehalte van 2 en 8 milligram, dan behoeft het geen be toog, dat wij hier met een, vooral voor kinderen, uiterst gevaarlijk snoepgoed te doen hebben. Daar dit product wellicht ook elders aangetroffen wordt, meende ik er de aandacht op te moeten vestigen. Te Aalst (gem. Poederoijen) is de vo rige week, in den nacht van Woensdag op Donderdag, de boerderij, met hooi berg, van de wed. K. afgebrand. Als verdacht van brandstichting is thans naar Tiel overgebracht zekere v. d. L., uit Aalst, een persoon die zeer slecht bekend staat en reeds 17 jaar gevan genisstraf achter den rug heeft we gens poging tot moord en brandstich ting. De 67-jarige H. Sieling, werkzaam hii de Lemmer Stoombootmij. te Groningen, hielp een voerman, die een schichtig paard voor den wagen had. Voor een auto schrikkende liep het angstige dier naar den waterkant en kwam in aan raking met een lantaarnpaal, waardoor Sieling, zoodanig bekneld raakte dat hit kort daarna overleed. De Haagsche recherche heeft te Tilburg aangehouden een koopman, die per adver tentie groote hoeveelheden cocaïne aan bood. Vermoedelijk heeft men met ge smokkelde waar te doen. Een ambtenaar van den Raad van Ar beid te Zaandam was, om inlichtingen te gaan inwinnen, het land opgewan deld van een veehouder te Abcoude- Proostdij, dat als gemeente onder ge noemden raad van arbeid valt. De veehouder, nog jong en driftig, zag dezen ambtenaar voor de oorzaak van zekere administratieve onaangenaam heden aan, en verwelkomde hem met den vriendelijken groet: „lamstr.dat heb ik allemaal aan jou te danken. Als je niet weggaat, steek ik je den griep in je d..r" De beklaagde was verschenen eri stond flegmatiek in de beklaagdebank, in zijn antwoorden even nuchter als positief. „Heeft u den ambtenaar beleedigd en bedreigd?" vroeg de politie-rechter. „Lamstr.heb ik niet gezegd, hij liegt ook dat ik een griep in m'n hand nam. Ik heb wel gezegd, ga van mijn land af, anders steek ik je met de griep." „Als hii niet weggegaan was had n 't dan ook gedaan?" „Nou daar had-ie veel kans op gehad." De ambtenaar had een reisje uit Zaandam moeten maken, om vanmiddag als getuige op te treden. De officier eischte wegens eenvoudige beleediging van een ambtenaar geduren de de uitoefening van zijn bediening en bedreiging met zware mishandeling één maand gevangenisstraf. De rechter was zoo mild er veertien dagen van te maken. Desniettemin wou beklaagde nog geen afstand doen van zijn recht tot hooger beroep. In de contramine tot 't laatst J. H. 25 jaar fotograaf te Arnhem, thans gedetineerd, stond voor het Bos sche Hof in hooger beroep terecht ter zake dat hij op 16 Juli 1.1. in de R.K. kerk te Lieshout heeft ontvreemd een kruis met juweelen en 2 gouden kettink jes met kruizen en bovendien op 30 Ju ni 1922 te Helmond in de Lieve Vrouwe- kerk zich, door middel van inbraak, uit een oofferblok 5 gulden heeft toegeëigend Bekl. had in Noord-Brabant in onge veer 20 R.K. kerken diefstal gepleegd. De adv.-gen. eischte met bevestiging van het vonnis te Roermond 2 jaren gevange nisstraf. Uitspraak 6 November a.s. Dat de verkeersregeling in Den Haag niet in den smaak valt van iedereen, bleek uit een voor het Hoog Militair Gerechts hof behandelde strafzaak. De advocaat-fiscaal voor de zee- en landmacht had bij dit college een straf vervolging in eersten aanleg ingesteld te gen den majoor bij den staf der cavalerie te 's-Gravenhage G. J. B., ter zake dat deze op 13 Juli j.l., des namiddags omstreeks 1.50 uur, te 's-Gravenhage, als bestuurder van een rijwiel daarmede op zoodanige wijze heeft gereden over de Hooge Wal, in de richting van het Scheveningsche Veer, welke weg door den weg Noordein deZeestraat wordt gekruist, dat de vei ligheid van het verkeer op de Hooge Wal in gevaar werd gebracht, door namelijk zonder eenig teeken te geven aan den ver keersagent, die op dat kruispunt op post stond en die het verkeer van de Zeestraat naar het Noordeinde en omgekeerd door liet, recht op dat kruispunt aan en daar naar toe te rijden, zoodat de verkeers agent genoodzaakt was plotseling het ver keer uit het Noordeinde in te houden, om aanrijding te voorkomen. Bekl., die eerst werd gehoord, zei, dat dezelfde agent hem nog al een5 had aan gemaand teekens te geven. Hem is geen enkele bepaling bekend, die van hem vor dert het bewuste teeken te geven; de agent moet het verkeer regelen en niet hij. De president vroeg beklaagde of hij om trent de verkeersregeling in Den Haag geen dagbladartikelen heeft gelezen of strooibiljetten; de verkeersfilm niet heeft gezien. Bekl. antwoordde, dat hem dit allemaal onbekend is, hij weet er niets van; volgens beklaagde, werkt de geheele regeling ver keerd; beklaagde ontzegt de politie de bevoegdheid de wet aan te vullen of uit te breiden. De agent R. ais getuige gehoord, ver klaarde dat het verkeer op. dat kruispunt verbazend druk is en vooral tegen twee uur, als alles naar de bureaux gaat: ge tuige zag den beklaagde aankomen die geen teeken gaf; doordat bekl. doorreed, moesten eenige wielrijders plotseling een zwenking maken, anders waren zij door beklaagde aangereden. De agent K., die assistent van den ver keersagent daar ter plaatse was, bevestigde ook bovengenoemde verklaring van agent R. Bekl. gaf nog op dat men niet kan zeg gen, dat hij, door het niet geven van het teeken, waarvan de wet hem de verplich ting niet oplegt, de veiligheid van het ver keer in gevaar heeft gebracht; de politie in Den Haag kan wel gaan vorderen dat hij voor een verkeersagent zijn hoed moet afnemen en Hoera moet roepen; aan het geheele proces-verbaal zit volgens bekl. een luchtje; dat hij, toen hij door den agent bij zijn arm werd gepakt heeft ge zegd „handen thuis", is geschied, omdat hij als majoor recht heeft door de politie behoorlijk behandeld te worden, in zijn rang van majoor !s men vérpBcfit hem l« eerbiedigen. In deze zaak zal later eisch worden ge nomen. Neen,lezer, we hebben het ditmaal niet over Indië, dat, naar men weet, al bezig was met de kerstening, toen in de 16e eeuw de Hollanders kwamen.... en twee, drie eeuwen regeerden zonder iets voor het christendom te doen. Neen, nu een tegenhanger, dien we opdiepen uit het be kende tijdschrift „SL Claverbcnd". Als het Luther gegeven is vanuit het verblijf zijner eeuwigheid de wording der dingen en de gebeurtenissen op aarde te volgen, dan is er één centraal punt dat zijn aandacht trekt: namelijk Holland. Dan is er één proces, waarvan hij de ont wikkeling nauwlettend volgt: de systema tisch ondernomen herovering der Noorde lijke landen voor het Geloof, door de Nederlandsche Roomsch-Katholieken. Kent gij de „Noordelijke landen" en hunne geschiedenis? De landen zijn: Denemarken, Zweden Noorwegen, Finland en IJsland. En hunne geschiedenis? Het wordt eentonig om vijf maal het zelfde te' herhalen. In IJsland en Finland, in Zweden, De nemarken en Noorwegen, wordt, vroeg of Iaat, van de 9e tot de 12e eeuw, het Roomsch Geloof gepredikt en, door on derling verkéer dezer volken, ook aar elkander overgeleverd. Kerken verrijzen, kloosterorden bloeien, uit het heidensche volk komen Roomsche Heiligen voort. Misschien zijn de bijzonderheden en wisselvalligheden niet in ale deze landen precies hetzelfde. Maar nu komt een zin: en die is in bijzonderheden precies het zelfde, als men een geschiedboek oover één dezer vijf landen (ja en ook nog over zooveel anderen! openslaat. „Toen kwam de Hervorming, en langzaam maar zeker is het Kathooliek geloof bij de bevolking geheel ten gronde gegaan." Of het nu geweld was en dwang of list en misleiding; of Gustaaf Wasa de „her vormer" is geweest of een ander; het re sultaat was gelijk. Nu slaat dat er zoo doodgewoon in de geschiedboekenen als we een beetje ge schiedenis kennen, moeten we 't bijna verwachten hoe pijnlijk en droevig het ook voor ons is. Maar wat we misschien niét verwach ten, en wat voor ons Katholieke Hollan ders buitengewoon belangrijk en verblij dend is: er zal in de toekomstige geschied boeken van de Noordelijke landen, wel licht van alle vijf genoemde, ook stereotiep, met onafwijsbare, onvermijdelijke zeker heid en kortheid één zin voorkomen, die telkens en regelmatig juist woordelijk hetzelfde zal zijn en aldus luidt: „Toen kwamen de Hollanders en zij hebben langzaam maar zeker heel het land voor het Katholiek Geloof terugge wonnen." Dan zal een leeraar in de klas en een schrijver in een artikel en een spreker in een vergadering kunnen zeggen: „Toen in de jaren na 1800, zijn daar de Ka tholieke Hollanders gekomen: en de rest weten jullie wel": zooals nn telkens en treurig het verhaal luidt: „Toen kwam de Hervorming; en de rest behoef ik niet te vertellen Maar dan zullen de Roomsche Hol- landsche jongens en meisjes op de school banken vragen, om de rest wèl te ver nemen en bijzonderheden te hooren. En dan zal hun verteld wordenho# het ging. Van IJsland bijvoorbeeld: Hoe in de jaren 1857 en later, langs de kusten van IJsland, op welk eiland geen enkel Katholiek meer woonde, eiken zo mer een Fransche visschersvloot ankerde met een Katholiek priester aan boord voor de bemanning. Hoe de moeiten en arbeid van dezen ijverigen herder, later, in 1895, voortgezet door een Deensch priester, de eerste sympathie en waar deering voor het aloud Roonjsch Geloof weer deed ontwaken en hoe toen, na 1905, Hollandsche missionarissen van het Gezelschap van Maria in Meersen naar Reikjavik, de hoofdstad, zijn gekomen om daar systematisch en volhardend het be> keeringswerk te beginnen. Over Noorwegen zal verhaald worden. Dat in het jaar 1920 Hollandsche pries ters van de Paters der H.H. Harten uit Ginneken den grijzen bisschop Mgr. Fali- ze kwamen bijstaan bij den zwaren ar beid in dat uitgebreide missiegebied. Dat in hetzelfde jaar 1920 de Holland sche bisschop Mgr. A. Diepen een visita- tiereis naar Scandinavië en Finland on dernam; en dat in den herfst van 1922 de Hollandsche priester en hoogleeraar Dr. J. Smit als nieuwgewijd bisschop en Vicaris Apostolicus naar Noorwegen vc» trok. En wat Finland betreft: Hoe op zijn visitatiereis de Hollandsche bisschop Mgr. Diepen den nood der Fin- sche Kerk leerde kennen en door zijn ijverige bemoeiingen bereikte, dat de weinige Katholieken in Finland overge bleven en tot dan ingelijfd bij het Rus sische Aartsbisdom Mohilef tot een zelf standig Apostolisch Vicariaat werden ver heven. En h°e het wederom een Hollan der was, die dit nieuwe Vicariaat kwam besturen, de HoogEerw. Pater Dr. J. Buckx. Provinciaal der Priesters van het H. Hart van Jezus; hoe deze bisschop gewijd in Juni 1921, naar de hoofdstad Helsingfors vertrok, waarheen hem spoe dig meerdere Hollandsche paters der Priesters van het H. Hart uit Liesbosch- Princenhage volgden. a Ja, zóó zal het klinken. Want in twe van de Noordelijke landen zijn Hollanders als bisschop aangesteld; en in drie dier landen zijn Hollandsche religieuzen het moeilijk begin van het bekeeringswerk aan 'I ondernemen. Bovendien vertrokken op 28 Augustus 1.1. drie Eerw. Zusters van de Moerdijk (Zusters van het H. Hart) naar Finland om het werk van de missio narissen te deelen. Die deze feiten in verband ziet, kan hij nog twijfelen aan een bijzondere roeping, die Holland te vervullen heeft en aan 't vervullen is t. o. v. de Noordelijke lan den? Geschiedschrijvers in de toekomst die ver achter de gebeurtenissen staan, zullen 't met verbazing constateeren. „In die jaren zijn daar overal de Hollanders gekomen." Deze waarheid staat nu al vast en er is niet meer aan te ontkomen. Maar zal ook het tweede gedeelte van onze voorspelling opgaan:., en de Hollanders hebben die landen geheel en al voor de Katholieke Kerk teruggewonnen?" Ja! Als tenminste de geschiedenis, ook dit ééne feit kan boeken: „In die da gen leefden alle Katholieken ia Holland mee met hun missionarissen en in Hol land kwam het Gebedenverbond voor de bekeering der Noordelijke landen tot hoogen bloei."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 9