BINNENLAND
Derde Blad
27 October 1922
Solidair, ook naar omlaag.
ÊlMMEMLAKiSGH NIEUWS?
GEMENGD NIEUWS.
KORTE BERICHTEN*
RECHTSZAKEN.
Toen zijn de Hollanders
gekomen.
f BIJ DEN DOOD VAN EEN
25-JARIG INSTITUUT.
Eerste Kamer.
Tw@@d@ Kamer.
Een gevaarlijke stroopje.
Hii was fn de lorum.
De schipbreuk van de „Cornelis".
Herfst-aardbeien.
Een bemonsteringskwestie.
Vorst in Drente en Overljsel.
Een Bookmaker.
De vergiftiging te 's Hage.
Gevaarlijk snoepgoed.
Brand en brandstichting.
Doodgedrukt.
Cocaine.
Beleediging en bedreiging.
Diefstal in 20 kerken.
Een majoor die maling heeft aan
de verkeersregeling.
(Ingezonden.)'
In de vooroorlogsche jal-en was het
solidair-zijri in loon- of arbeidscon
flicten veelal het stevige cement, dat
de partijen te zamen bond en offers
brengen deed, teneinde het hooger
gelegen doel te kunnen bereiken.
Meestal was 't toen zwaar pioniers
werk en ging het slechts om een lut
tel aantal guldens meer.
Het moge wonderspreukig klinken,
maar de solidariteit, hoewel in ego
isme geboren en getogen, liet ons
eigen-ik vervagen en brak' toen
tijdens den oorlog de nood algemeen
werd de enge groepen uit en legde
banden aan door alle lagen onzer
samenleving heen, waarmee het mo
gelijk bleek in onderling overleg me
nige wrijving in der minne te schik
ken.
Niet alleen kregen hierdoor loutere
geldkwesties hun beslag, maar werden
ook betere arbeidsvoorwaarden bedon
gen, benevens veranderingen in de
fcontróle op de leiding aangebracht.
Indien we vóór 1914 een saamhoo-
righeid hadden gekend, die over de
landsgrenzen der respectieve, rijken
Ihéengleed en niet in star nationalisme
of wraakgedachten was verstikt ge
weest, had misschien de wereld thans
niet amechtig ter neer gelegen door
een strijd tot het bittere eind.
Nu echter heeft driekwart van het
eertijds zoo welvarend Europa in let
terlijken en figuurlijken zin al zijn
kruit verschoten en kan slechts een
periode van den uitersten eenvoud en
arbeidzaamheid ons voeren naar de
lichtende verten van den voorspoed.
Ook wij kunnen dus teruggevoerd
moeten worden naar sferen, die
slechts weinig ons ideaal zullen be
naderen, want natuurlijkerwijs zal ook
ons land den terugslag gevoelen van
de ontreddering, die al sedert jaren
in het midden en Oosten van het be
schaafdste aller werelddeelen heerscht.
Evenals in tijden van weelde het
Bolidarisme de zoete vruchten van den
overvloed zooveel mogelijk voor ieder
een te rijpen wilde hangen, zoo zal
ook omgekeerd datzelfde solidarisme de
smart, en den last van den striemenjden
tegenslag naai- draagkracht hebben te
verdeden. Het zal moeten blijken of
de leuze alles voor allen niet een
holle phrase_ is geweest en niet alleen
op papier bestaansrecht heeft kunnen
.vinden.
Vroeger kon een tijdelijke opoffe
ring oogenblikkelijk voordeel brengen
en volgde de belooning het beoefenen
van deze deugd als het ware op den
voet.
Thans wordt het, om erger te voor
komen, een kiezen van den minst
kwaden en kan het solidair-zijn slechts
voortspruiten uit een hooggestemd
gevoel voor rechtvaardigheid en niet
anders beteekenen dan verslechtering
met mogelijke verbetering in het wa
zige verschiet.
Toch zal de vrijwillige teruggang,
door allen aanvaard en na samenspre-
kingen tusschen leiders en volgelin
gen naar uniformen maatstaf opge
legd, zeer zeker ten goede uitkomen.
Immers de grond voor verklaarbare
afgunst en begrijpelijke ontevredenheid
wordt hierdoor ontnomen.
Bovendien voorkomt dit heftigen en
heilloozen tweespalt, waarin enkel;
en alleen het recht van den sterke
opgeld zal doen en waarmede toch
nog grootere rampen, met of zonder
redelijke uitstippeling naar omlaag, te
dragen zullen zijn.
Daarom is het van het allerhoogste
géwicht, dat men willig in alle ran
gen en standen begint te leeren om
te geven en te nemen.
Ter eenerzij kan men niet stok
stijf blijven staan op duurzaam ver
worven rechten, maar aan den ande
ren kant mag zich dan ook geen stre
ven openbaren, dat zeurig dwingt om
al de vertoren privileges van vroeger
dagen te kunnen he, krijgen.
En elk zal zich blijmoedig tevreden
moeten stellen met het surrogaat van
de bevrediging zijner verlangens, ge
droomd en gekoesterd in jaren, die
verre achter liggen en wel niet meer
zoo spoedig weer zullen keeren.
Een noodgedwongen tegenschok in
de opvaart van den vooruitgang be
hoeft nog geen reactie te heeten, mits
allen zie mara opmaken om de ver
oorzaakte trillingen gelijkelijk aan te
voelen.
Zoo noodig solidair dus, èok naar
omlaag.
Dan zal bewaarheid zijn, dat demo
cratische beginselen, opzichtens ons
zeiven toegepast, den toets der kritiek
kunnen doorstaan en dan wordt de
kans ontloopen, dat bij opgedrongen
strijd de slag met besmeurde blazoe
nen moet aangevangen worden.
H. J. J. SPOOK.
faf SemicfMaars aanvankelijk KTefri zsi iemand tui, Rafelder, gem. Genrlringen.
f Na een kwijnend bestaan van 25 jaren,
is in de Tweede-Kamerzitting van 24
Oct. het doodvonnis over het Instituut
der Kamers van Arbeid uitgesproken.
„La mort sans phrase". Geen woord van
afscheid werd vernomen bij het sterven
dezer Kamers, die op 2 Maart 1897 wer
den opgericht
Soortgelijke doeleinden als bjj de ves
tiging van het instituut der Kamer van
Arbeid voorzaten, aijn in anderen, on
tegenzeggelijk veel beteren vorm in het
ontwerp tot vreedzame bijlegging van ge
schillen over arbeidsgelegenheden beli
chaamd.
Het doel, dat den wetgever voor oogem
Btond bij de totstandkoming van de wet
pp de Kamers van arbeid, was: de be
langen van patroons an werklieden in
onderlinge samenwerking te bevorderen.
iWel openbaarde zich destijds de min
gunstige verhouding tusschen patroon en
iwerkman hier te lande minder sterk dan
elders, doch wat reeds tot uiting kwam
achtte de toenmalige regeering voldoende
om naar middelen om te zien, teneinde
ite trachten een goede verstandhouding
tusschen patroons en werklieden te be
vorderen, misverstand te voorkomen,
voortwoekerend wantrouwen tegen te
gaan, verbitterende geschillen op te los
sen, voor heide partijen noodlottige werk
stakingen te verhoédan en de overtui
ging te vestigen, dat de belangen van
beide partijen niet onverzoenlijk tegen
over elkander staan, maar dat door on
derling overleg en samenwerking maat
regelen in beider belang getroffen kun-
pen worden. Een middel meende men
gevonden te hebben in de Kamers van
arbeid, een instelling, die in naburige
landen reeds goede vruchten had afge
worpen. Men koesterde ook hier de
schoonste verwachtingen van deze li
chamen.
De verwachtingen, een kwart eeuw ge
leden uitgesproken, omtrent het nut dat
jde Kamers van arbeid in de arbeids-
Wereld zouden stichten, zijn niet in ver-
Vulling gegaan. Van de 112 Kamers,
Welke sinds de inwerkingtreding der wet
wan 1897 werden opgericht, zijn 37 be
reids weder opgeheven. Onder de nu
(nog bestaan do 75 zijn er verscheidene,
(welker werkzaamheid zich tót een mini-
ïnum bereikt.
Al kan niet worden ontkend, dat de
[Kamers in geschillen van individueelen
paid wel nuttig werk hebben gedaan,
(slechts zelden wordt haar tusschenkomst
ingeroepen bij arbeidsconflicten van rui-
er belang.
De werkzaamheden, die de Kamers van
jbeid verrichten, buiten het voorkomen
ten beslechten van arbeidsgeschillen, zijn
ongetwijfeld nuttig, maar niet van dien
aard, dat zij in de tegenwoordige om-
jstandigheden een jaarlijksche uitgave van
omstreeks f 40.000 voor de instandhou-
Jding der Kamers noodig, rechtvaardigen.
UDat de groote verwachtingen, die men
n de Kamers van Arbeid heeft ge
koesterd niet in vervulling zijn geo-aan,
Jigt zeker niet aan den ijver harer be
stuurders en secretarissen, die zich in
tegendeel dikwijls hebben beijverd van
Ihet instituut te maken wat er van te
(maken viel. Maar de groei van het
Bociale leven is langs de Kamers heen-
feegaan
Vooral de ontwikkeling van het vak-
vereenigingswezen in de richting van
vakbonden en vakcentralen, die hunne
werkzaamheden over het geheele land
uitstrekken, is aan haar bloei in den
Weg komen te staan. Tengevolge van
|{Ue ontwikkeling toch geschiedt ook de
regeling der arbeidsvoorwaarden en wat
daarmede samenhangt hoe langer hoe
meer bedrijfsgewijze voor het geheele
land.
De Kamers van Arbeid werden over
bodig. De Tweede Kamer stemde in
met opheffing. De Eerste Kamer zal
dit voorbeeld wel spoedig volgen.
Zitting van Donderdag 26 October
Verschillende wetsontwerpen.
Aan de orde zijn de volgende wetsont
werpen:
1. Wijziging van hoofdstuk'V A der
Staatsbegrooting voor 1920 (verschillende
onderwerpen)
2. Aanvulling en verhooging van uitga
ven van het Weduwen- en Weezenfonds
voor Burgerlijke Ambtenaren voor 1921
(verschillende onderwerpen)
3. Goedkeuing van den onderhandschen
verkoop aan de gemeente Groningen van
het voormalig lolhuiserf te Helpman.
4. Nadere voorziening ten aanzien van
de afsluiting van den dienst 1920 en de
overbrenging van de algemeene rekening
van rijksontvangsten en uitgaven.
5. Onteigening ten behoeve van ver
bouwing van het gedeelte van den tram
weg van de Limburgsche Tramwegmaat-
schappij van het tramwegemplacement te
Roermond tot de Kapellerpoort aldaar.
6. Wijziging van de Locaalspoor- en
Tramwegwet.
7. Onteigening in de gemeente Wonse-
radeel, noodig voor den aanleg van eenige
wegen in het zuidelijk gedeelte dier ge
meente.
8. Onteieening ten behoeve van aanleg
van een tramweg van Wijlre over Gulpen
naar Vaals.
9. Kwijtschelding van negentiende ge
deelte van een uitstaande vordering der
Kolonie Curasao.
10. Wijziging van de Wet op het Mi
litair Onderwijs.
11. Nadere wijziging en aanvulling van
de Indische Comptabiliteitswet.
Deze. wetsontwerpen worden achtereen
volgens aangenomen zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming.
De openbare vergadering wordt lot na
dere bijeenroeping gesloten.
Zij gaat over in comité-generaal.
De heer KLEEREKOPER, S. D. A. P-,
vraagt vérlof tot een interpellatie over het
eindigen van de steunverleening aan nood
lijdende kunstenaars: op dit verzoek zal in
de volgende vergadering worden beslist.
Aan de orde is het wetsontwerp tot wijzi
ging van wetten die den
Minister van Landbouw
Nijverheid en Handel met name noemen.
De VOORZITTER merkt op, dat dit ont
werp niet betreft opheffing van het depar
tement van L. N. en H., hetwelk bij de
slaatsbcgrooting aan de orde komt.
De heer VAN RAPPARD, V. B., meent,
dat dit ontwerp wel op die opheffing
praejudicieert. De heer DRESSELHUYS
ziet moeilijkheden voor de wetsuitvoering
van dit ontwerp en stelt uitstel voor.
MINISTER RUYS DE BEERENBROUCK
betoogt dat het ontwerp op niets praeju
dicieert
De heer BEUMER, A. R., steunt het ver
zoek om uitstel.
De heer VAN VUUREN, R. K., geeft,
namens de commissie van rapporteurs uit
stel in overweging.
De MINISTER verzoekt, de behandeling
te schorsen.
De heer DRESSELHUYS, V. B., -trekt
zijn motie in. Voortgegaan wordt met be
handeling der wet inzake de
beslechting van arbeidsgeschillen.
MINISTER AALBERSE zet zijn rede
voort
Spr. betoogt dat in verband met de
hooge cischen aan hen te stellen, het aan
moeten zijn. De practijk zal uitmaken of
bedrijfsbemiddelaars de voorkeur verdie
nen boven districtbemiddelaars. Het
enquêterecht acht spr. onmisbaar.
Het amendement-Snoeck'Henkemans om
optreden van den Rijksbemiddelaar zonder
vergunning van den Minister reeds moge
lijk te maken bij conflict, waarbij 25 ar
beiders betrokken zijn in plaats van 50,
wordt verworpen met 68 tegen 12 stem
men.
Het amendement-Schaper om het optre
den van den bemiddelaar afhankelijk te
maken van uitnoodiging door de vakver-
eenigingen, wordt verworpen met 64 tegen
16 stemmen.
Het amendement-Schaper om den Rijks
bemiddelaar niet te belasten met bet zelf
beslechten van geschillen wordt overge
nomen.
Het amendement-Boon om de minder
heid van den bemiddelingsraad recht te
geven tot publicatie van haar gevoelen,
wordt overgenomen.
Hét amendement-Boon om den bemidde
lingsraad te verplichten tot het bewaren
van geheimen, door den minister overbo
dig geacht, wordt ingetrokken.
Het amendement-Snoeck Henkemans om
hot enquête-recht afhankelijk te stellen
van de vraag of het algemeen belang er
bij betrokken is, wordt overgenomen.
Het amendement-Dresselhuys om het
enquêterecht afhankelijk te stellen van
toestemming der partijen, wordt onaan
nemelijk verklaard en verworpen met 67
tegen 13 stemmen.
Het amendement-Schouten betreffende
geheimhouding omtrent bedrijfsgeheimen
door enquête-oommissie, wordt overgeno
men.
Het artikel betreffende boekenonder
zoek door de enquête-commissie wordt
aangenomen.
Het amendement-Schouten om voor pu
blicatie van conclusies eener enquête
commissie overleg met partijen te vorde
ren, wordt overgenomen.
Het wetsontwerp werdt goedgekeurd
met 62 tegen 13 stemmen.
Tot voorzitter van de gemengde com
missie voor de Stenographic uit de beide
Kamers der Slaten-Generaal is benoemd
de heer Verheijen, en tot voorzitter van de
commissie voor het kort Verslag van de
vergaderingen der Kamer de heer Schok
king.
't Gebeurde eenigen tijd geleden, dat
een verpleegster van de Gemeentelijke
Zuigelingenzorg op huisbezoek ergens in
den Jordaan te Amsterdam observeerde,
dat de moeder een watje in een geelach
tige vloeistof doopte en daarna het dotje
in den mond van de zuigeling stopte.
„Wat geeft u het kind?" mocht zuster
zoo vragen.
En de moeder een beetje verbaasd over
haar „verregaande onwetendheid ver
telde, dat iedereen in de buurt sinds
jaren bij Smokie in de Goudbloemstr.
50, anijsstroop haalde, waar de kinderen
zoo heerlijk zoet mee werden gehouden.
Zuster vertrouwde 't zaakje niet, ried
de moeder dat stroopje van Smokie lie
ver niet meer te gebruiken en nam iets
van het vocht mede naar het bureau van
den Geneeskundigen Dienst.
't Stroopje werd onderzocht met het
gevolg, dat de scheikundige in zijn rap
port vermeldde, duidelijk sporen van
morphine, codeinen en narcotine te heb
ben aangetroffen.
„Vrij zeker", schrijft hij, „is dit stroopje
bereid door papaverbollen te trekken met
water, waarin dan suiker met wat anijs-
olie wordt opgelost."
„De reactie op de morphine is betrek
kelijk zeer sterkwerd er aan toege
voegd.
Morphine, codeïne, narcotine verwerkt
in likkepotjes waarop dagelijks, wie
weet hoeveel zuigelingen „getracteerd
worden.
„Is het niet onverantwoordelijk", zeide
de directeur van den Geneeskundigen
Dienst, dr. L. Heyermans, die het ver
schijnsel van zoo bedenkelijken aard acht,
dat hij de pers verzocht het wereldkun
dig te maken, „is het niet meer dan
schandelijk, dat zoo iets kan gebeuren in
een land waar de verkoop van medica
menten, behalve door apothekers en ge
neeskundigen, beneden een bepaalde hoe
veelheid door de wet wordt verboden?
Informaties door mijn dienst ingewon
nen brachten aan het licht, dat „Smokie"
die trouwens officieel een heel anderen
naam draagt, wel reeds twintig jaren zijn
stroopdrankje slijt.
„Wie zal zeggen hoeveel nadeel fop
spenen en dotjes met dit vocht bestreken,
aan de gezondheid van de zuigelingen uit
de volksklasse hebben berokkend; daar
een theelepeltje van dat goedje tegelijk
ingegeven, voldoende kan zijn om een
kind, dat daarmede zoet wordt gehouden,
nooit meer te doen ontwaken? Hoe dik
wijls krijgen wij op het consultatiebureau
moeders met zuigelinger die half versuft
zijn, en vrijwel alle voedsel weigeren.
„Op de vraag of het kind iets krijgt
dat minder goed voor hem kan zijn, luidt
het antwoord ontkennend.
..De vrouwen weten immers niet, welke
schadelijke bestanddeelen het likkepotje
bevat, voor luttele centen verkrijgbaar.
Het is onbegrijpelijk, dat door de desbe
treffende autoriteiten niet beter de hand
wordt gehouden aan het naleven de wet
telijke voorschriften, vooral wanneer het
overtreden gevolgen van den allerbeden-
kelijksten aard kan hebben.
„Er zijn, behalve de reeds genoemde,
nog andere verschijnselen, Waarop in het
ooenbaar dient te worden gewezen.
Overal in de stad kan men, in angstwek
kend groote hoeveelheden, slaapmiddelen
koopen. Vooral door den gegoeden stand
en dan speciaal door de vrouwen worden
veronal en adalin bij tubetjes vol gekocht.
Men loopt er mee in den zak, men biedt
elkander zoo'n slaaptabletje aan en men
schijnt absoluut niet te bedenken, dat
deze middelen verre van onschuldig zijn,
en dat een leek ze uitsluitend op voor
schrift van den dokter, in de minimale
dosis door hem aangegeven, zou mogen
gebruiken.
„Dat geneesmiddelen als veronal en
adalin vrijwel in ongelimiteerde hoeveel
heden in den kleinhandel verkrijgbaar
zijn, beteekent een groot gevaar voor de
volksgezondheid. Bovendien wórdt het
plegen van Zelfmoord er gemakkelijker
door gemaakt.
„Dat middeltjes als het stroopje van
Smokie in de olksbuurten te krijgen zijn,
kan heel wat kinderen noodlottig worden.
„Vandaar", besloot dr. Heijermans zijn
mededeeling, „dat ik mij gedrongen acht
er in het openbaar op te wijzen hoe
noodig het is, dat op het naleven van de
wet op het uitoefenen der artsenijbereid-
kunst voortdurend streng toezicht wordt
gehouden.
Dinsdagmorgen werden nabij de gracht
van het Huis Bergh te 's Heerenberg
een heerenfiets en een volledig stel mans
onder- en bovenkleeren gevonden. In
de zakken vond men een beurs met
vrij veel geld, benevens een pas van
Men vermoedde een ongeluk, en den
geheelen morgen werd de gracht afge-
dregd, doch zonder resultaat.
Inmiddels werd het gemeentebestuur
van Gendringen verwittigd en verzocht
de familie voor te bereiden. De politie
begaf zich naar de woning van den
aangeduide.... en vond hem te bed. De
gezochte was den vorigen avond naar
zijn zwager te 's Heerenberg geweest, en
op den terugweg de kermis te Lengel
passeerend, kon hij de verleiding niet
weerstaan en deed zich te goed aan
Duitschen oognac. Te middernacht was
hij in zoodanigen staat, dat hij den slot-
van het Huis Bergh te 's-Heerenberg
kamer aanzag. Hij kleedde zich uit doch
vond toen blijkbaar de uitgezochte plek
wat al te frisch. Hij ging nu op stap
en kwam na ruim twee uur loopen in
compleet négligé 'aan zijn woning. De
rest weet men.
Keeds zijn 11 lijken van de beman
ning van het Nederlandsoh stoomschip
Cornelis" uit Temeuzen, dat in de
Oostzee is vergaan, op -de Zweedsche
kust aangespoeld.
Niet alleen bloeien te Bunnik (Utrecht)
de aarbeien dit jaar voor de 2de maal
doch reeds heeft de heer van de Br.
een mandje volkomen rijpe aardbeien,
van planten, die dezen zomer reeds vol
op vruchten hadden gegeven, naar de
fruitveiling gezonden.
Te Rotterdam is eenige stagnatie in
de zeevaart ontstaan, doordat de zee
lieden, die de leiding der syndicalisti
sche vereeniging „De Eendracht,, vol
gen, weigeren te monsteren op de
schepen van W. van Driel en Oo's Stoom
vaart en Transportonderneming, op
grond dat deze reederij bezig is, de be
manning van haar schepen te verminde
ren. Inderdaad is de „W. van Driel Sr."
reeds de vorige reis uitgevaren met een
olieman minder en zou voor de nu vol
gende reis een tremmer minder wor
den aangemonsterd. Daartegen is van
de zijde der Vereeniging verzet geko
men, die eischte, dat hetzelfde aantal
tremmers zou worden aangemonsterd en
dat ook de olieman, waarmee de vorige
reis de bemanning was verminderd, weer
zou worden aangenomen. De reederij ver
meent evenwel in haar recht te zijn, aan
gezien de bemanning van de „W. v.
Driel Sr.", zooals zij die nu wil aan
monsteren, overeenkomstig de bepalin
gen is van het reglement voor de kust
vaart, vastgesteld door den Bond van
Werkgevers in de Koopvaardij. Het schip
voer vroeger in de groote vaart en is
nu in de kustvaart, op Newcastle, over
gebracht. Er zullen, als overeenkomstig
het voornemen der reederij gemonsterd
wordt, nog 2 tremmers aan boord blij
ven, wat voor de kustvaart voldoende is.
De laatste nachten heeft het in het
Zuid-Westen van Drente en in het
Noord-Westen Van Overjjsel streng ge
vroren. De thermometer wees negen gra
den vorst aan. Grachten en slooten
waren geheel met ijs bedekt. De meeste
arbeiders en keuterboertjes, die bij het
aardappelrooien eerst de grootere hoe
ren behulpzaam zijn geweest, hebben hun
aardappelen nog in den grond zitten.
De hierdoor geleden sohaie is belangrijk.
De Oentrale Reoherche te Rotterdam
heeft proces-verbaal opgemaakt tegen
den vleoschhouwer A. V. uit Amster
dam, die zich tijdens de paardenrennen
op Woudestein op 15 dezer schuldig
maakte aan overtreding van artikel254
bis van het Wetboek van Strafrecht.
Hij gaf aan het publiek gelegenheid tot
het sluiten van weddensohappen omtrent
den uitslag der rennen.
Gelijk men zich nog zal herinneren,
zijn eenige weken geleden eenige woon
wagenbewoners uit de Binkhorstlaan te
's-Hage plotseling ongesteld geworden na
het nuttigen van gebakken visch. Op
het vermoeden dat daarin voor de ge
zondheid schadelijke bestanddeelen zich
zouden bevinden, werd toen bij den
winkelier M. uit de Spaarnestraat een
zekere hoeveelheid raapolie in beslag ge
nomen. Thans is aan den Gezondheids
dienst gebleken dat deze raapolie be
slist geschikt voor de consumptie was en
is ze vrijgegeven aan den eigenaar. Ook
de visch bleek voor de consumptie ge
schikt. De oorzaak moet dus in an
dere voedingsmiddelen gelegen! zijn. De
patiënten zijn reeds lang geheel gene
zen en uit het Ziekenhuis ontslagen.
In het weekblad „Volksvoeding"
schrijft J. D. J.:
Hier ter stede werd aangetroffen een
product „bruidscollen" genaamd, dat niet,
zooals gewoonlijk, bleek te bestaan uit
gekandeerde amandelen, maar waarin ten
gevolge van concurrentie-zucht de zoete
amandelen vervangen waren door per
zikpitten.
Misschien onbewust van het gevaar,
heeft de fabrikant hierdoor een product
in den handel gebracht, dat aanleiding
zou kunnen geven tot ernstige vergif
tigingsverschijnselen.
In perzikpitten immers is, evenals in
bittere amandelen en abrikozenpitten
een glucoside aanwezig, amygdaline ge
naamd, dat bij ontleding het uiterst gif
tige blauwzuur afsplitst.
De bovengenoemde collen bleken bij
onderzoek inderdaad een belangrijke hoe
veelheid blauwzuur te bevatten.
Wij onderzochten zoowel collen, als de
daarin verwerkte pitten.
Een ons bruidscollen, gemiddeld 33
stuks, bleek ongeveer 20 milligram
blauwzuur te bevatten.
Een zelfde waarde vonden wij voor
33 perzikpitten.
Wanneer wij nu nagaan, dat. 50 a 60
milligram blauwzuur gerekend wordt
doodelijk te zijn, terwijl de maximale dosis
van laurierkerswater 2 gram per keer
en 8 gram per dag is wat overeenkomt
met een blauwzuurgehalte van 2 en 8
milligram, dan behoeft het geen be
toog, dat wij hier met een, vooral voor
kinderen, uiterst gevaarlijk snoepgoed te
doen hebben.
Daar dit product wellicht ook elders
aangetroffen wordt, meende ik er de
aandacht op te moeten vestigen.
Te Aalst (gem. Poederoijen) is de vo
rige week, in den nacht van Woensdag
op Donderdag, de boerderij, met hooi
berg, van de wed. K. afgebrand. Als
verdacht van brandstichting is thans
naar Tiel overgebracht zekere v. d. L.,
uit Aalst, een persoon die zeer slecht
bekend staat en reeds 17 jaar gevan
genisstraf achter den rug heeft we
gens poging tot moord en brandstich
ting.
De 67-jarige H. Sieling, werkzaam hii
de Lemmer Stoombootmij. te Groningen,
hielp een voerman, die een schichtig
paard voor den wagen had. Voor een
auto schrikkende liep het angstige dier
naar den waterkant en kwam in aan
raking met een lantaarnpaal, waardoor
Sieling, zoodanig bekneld raakte dat
hit kort daarna overleed.
De Haagsche recherche heeft te Tilburg
aangehouden een koopman, die per adver
tentie groote hoeveelheden cocaïne aan
bood. Vermoedelijk heeft men met ge
smokkelde waar te doen.
Een ambtenaar van den Raad van Ar
beid te Zaandam was, om inlichtingen
te gaan inwinnen, het land opgewan
deld van een veehouder te Abcoude-
Proostdij, dat als gemeente onder ge
noemden raad van arbeid valt.
De veehouder, nog jong en driftig,
zag dezen ambtenaar voor de oorzaak
van zekere administratieve onaangenaam
heden aan, en verwelkomde hem met
den vriendelijken groet: „lamstr.dat
heb ik allemaal aan jou te danken. Als
je niet weggaat, steek ik je den griep
in je d..r"
De beklaagde was verschenen eri stond
flegmatiek in de beklaagdebank, in zijn
antwoorden even nuchter als positief.
„Heeft u den ambtenaar beleedigd en
bedreigd?" vroeg de politie-rechter.
„Lamstr.heb ik niet gezegd, hij
liegt ook dat ik een griep in m'n hand
nam. Ik heb wel gezegd, ga van mijn
land af, anders steek ik je met de
griep."
„Als hii niet weggegaan was had n
't dan ook gedaan?"
„Nou daar had-ie veel kans op
gehad."
De ambtenaar had een reisje uit
Zaandam moeten maken, om vanmiddag
als getuige op te treden.
De officier eischte wegens eenvoudige
beleediging van een ambtenaar geduren
de de uitoefening van zijn bediening
en bedreiging met zware mishandeling
één maand gevangenisstraf.
De rechter was zoo mild er veertien
dagen van te maken.
Desniettemin wou beklaagde nog geen
afstand doen van zijn recht tot hooger
beroep.
In de contramine tot 't laatst
J. H. 25 jaar fotograaf te Arnhem,
thans gedetineerd, stond voor het Bos
sche Hof in hooger beroep terecht ter
zake dat hij op 16 Juli 1.1. in de R.K.
kerk te Lieshout heeft ontvreemd een
kruis met juweelen en 2 gouden kettink
jes met kruizen en bovendien op 30 Ju
ni 1922 te Helmond in de Lieve Vrouwe-
kerk zich, door middel van inbraak, uit
een oofferblok 5 gulden heeft toegeëigend
Bekl. had in Noord-Brabant in onge
veer 20 R.K. kerken diefstal gepleegd.
De adv.-gen. eischte met bevestiging van
het vonnis te Roermond 2 jaren gevange
nisstraf.
Uitspraak 6 November a.s.
Dat de verkeersregeling in Den Haag
niet in den smaak valt van iedereen, bleek
uit een voor het Hoog Militair Gerechts
hof behandelde strafzaak.
De advocaat-fiscaal voor de zee- en
landmacht had bij dit college een straf
vervolging in eersten aanleg ingesteld te
gen den majoor bij den staf der cavalerie
te 's-Gravenhage G. J. B., ter zake dat deze
op 13 Juli j.l., des namiddags omstreeks
1.50 uur, te 's-Gravenhage, als bestuurder
van een rijwiel daarmede op zoodanige
wijze heeft gereden over de Hooge Wal,
in de richting van het Scheveningsche
Veer, welke weg door den weg Noordein
deZeestraat wordt gekruist, dat de vei
ligheid van het verkeer op de Hooge Wal
in gevaar werd gebracht, door namelijk
zonder eenig teeken te geven aan den ver
keersagent, die op dat kruispunt op post
stond en die het verkeer van de Zeestraat
naar het Noordeinde en omgekeerd door
liet, recht op dat kruispunt aan en daar
naar toe te rijden, zoodat de verkeers
agent genoodzaakt was plotseling het ver
keer uit het Noordeinde in te houden, om
aanrijding te voorkomen.
Bekl., die eerst werd gehoord, zei, dat
dezelfde agent hem nog al een5 had aan
gemaand teekens te geven. Hem is geen
enkele bepaling bekend, die van hem vor
dert het bewuste teeken te geven; de agent
moet het verkeer regelen en niet hij.
De president vroeg beklaagde of hij om
trent de verkeersregeling in Den Haag
geen dagbladartikelen heeft gelezen of
strooibiljetten; de verkeersfilm niet heeft
gezien.
Bekl. antwoordde, dat hem dit allemaal
onbekend is, hij weet er niets van; volgens
beklaagde, werkt de geheele regeling ver
keerd; beklaagde ontzegt de politie de
bevoegdheid de wet aan te vullen of uit te
breiden.
De agent R. ais getuige gehoord, ver
klaarde dat het verkeer op. dat kruispunt
verbazend druk is en vooral tegen twee
uur, als alles naar de bureaux gaat: ge
tuige zag den beklaagde aankomen die
geen teeken gaf; doordat bekl. doorreed,
moesten eenige wielrijders plotseling een
zwenking maken, anders waren zij door
beklaagde aangereden.
De agent K., die assistent van den ver
keersagent daar ter plaatse was, bevestigde
ook bovengenoemde verklaring van agent
R.
Bekl. gaf nog op dat men niet kan zeg
gen, dat hij, door het niet geven van het
teeken, waarvan de wet hem de verplich
ting niet oplegt, de veiligheid van het ver
keer in gevaar heeft gebracht; de politie
in Den Haag kan wel gaan vorderen dat
hij voor een verkeersagent zijn hoed moet
afnemen en Hoera moet roepen; aan het
geheele proces-verbaal zit volgens bekl.
een luchtje; dat hij, toen hij door den
agent bij zijn arm werd gepakt heeft ge
zegd „handen thuis", is geschied, omdat
hij als majoor recht heeft door de politie
behoorlijk behandeld te worden, in zijn
rang van majoor !s men vérpBcfit hem l«
eerbiedigen.
In deze zaak zal later eisch worden ge
nomen.
Neen,lezer, we hebben het ditmaal niet
over Indië, dat, naar men weet, al bezig
was met de kerstening, toen in de 16e
eeuw de Hollanders kwamen.... en twee,
drie eeuwen regeerden zonder iets voor
het christendom te doen. Neen, nu een
tegenhanger, dien we opdiepen uit het be
kende tijdschrift „SL Claverbcnd".
Als het Luther gegeven is vanuit het
verblijf zijner eeuwigheid de wording der
dingen en de gebeurtenissen op aarde te
volgen, dan is er één centraal punt dat
zijn aandacht trekt: namelijk Holland.
Dan is er één proces, waarvan hij de ont
wikkeling nauwlettend volgt: de systema
tisch ondernomen herovering der Noorde
lijke landen voor het Geloof, door de
Nederlandsche Roomsch-Katholieken.
Kent gij de „Noordelijke landen" en
hunne geschiedenis?
De landen zijn: Denemarken, Zweden
Noorwegen, Finland en IJsland.
En hunne geschiedenis?
Het wordt eentonig om vijf maal het
zelfde te' herhalen.
In IJsland en Finland, in Zweden, De
nemarken en Noorwegen, wordt, vroeg of
Iaat, van de 9e tot de 12e eeuw, het
Roomsch Geloof gepredikt en, door on
derling verkéer dezer volken, ook aar
elkander overgeleverd. Kerken verrijzen,
kloosterorden bloeien, uit het heidensche
volk komen Roomsche Heiligen voort.
Misschien zijn de bijzonderheden en
wisselvalligheden niet in ale deze landen
precies hetzelfde. Maar nu komt een zin:
en die is in bijzonderheden precies het
zelfde, als men een geschiedboek oover
één dezer vijf landen (ja en ook nog
over zooveel anderen! openslaat.
„Toen kwam de Hervorming, en
langzaam maar zeker is het Kathooliek
geloof bij de bevolking geheel ten gronde
gegaan."
Of het nu geweld was en dwang of list
en misleiding; of Gustaaf Wasa de „her
vormer" is geweest of een ander; het re
sultaat was gelijk.
Nu slaat dat er zoo doodgewoon in de
geschiedboekenen als we een beetje ge
schiedenis kennen, moeten we 't bijna
verwachten hoe pijnlijk en droevig het
ook voor ons is.
Maar wat we misschien niét verwach
ten, en wat voor ons Katholieke Hollan
ders buitengewoon belangrijk en verblij
dend is: er zal in de toekomstige geschied
boeken van de Noordelijke landen, wel
licht van alle vijf genoemde, ook stereotiep,
met onafwijsbare, onvermijdelijke zeker
heid en kortheid één zin voorkomen, die
telkens en regelmatig juist woordelijk
hetzelfde zal zijn en aldus luidt:
„Toen kwamen de Hollanders en zij
hebben langzaam maar zeker heel het
land voor het Katholiek Geloof terugge
wonnen."
Dan zal een leeraar in de klas en een
schrijver in een artikel en een spreker in
een vergadering kunnen zeggen: „Toen
in de jaren na 1800, zijn daar de Ka
tholieke Hollanders gekomen: en de
rest weten jullie wel": zooals nn telkens
en treurig het verhaal luidt: „Toen kwam
de Hervorming; en de rest behoef ik
niet te vertellen
Maar dan zullen de Roomsche Hol-
landsche jongens en meisjes op de school
banken vragen, om de rest wèl te ver
nemen en bijzonderheden te hooren.
En dan zal hun verteld wordenho#
het ging.
Van IJsland bijvoorbeeld:
Hoe in de jaren 1857 en later, langs de
kusten van IJsland, op welk eiland geen
enkel Katholiek meer woonde, eiken zo
mer een Fransche visschersvloot ankerde
met een Katholiek priester aan boord
voor de bemanning. Hoe de moeiten en
arbeid van dezen ijverigen herder, later,
in 1895, voortgezet door een Deensch
priester, de eerste sympathie en waar
deering voor het aloud Roonjsch Geloof
weer deed ontwaken en hoe toen, na
1905, Hollandsche missionarissen van het
Gezelschap van Maria in Meersen naar
Reikjavik, de hoofdstad, zijn gekomen om
daar systematisch en volhardend het be>
keeringswerk te beginnen.
Over Noorwegen zal verhaald worden.
Dat in het jaar 1920 Hollandsche pries
ters van de Paters der H.H. Harten uit
Ginneken den grijzen bisschop Mgr. Fali-
ze kwamen bijstaan bij den zwaren ar
beid in dat uitgebreide missiegebied.
Dat in hetzelfde jaar 1920 de Holland
sche bisschop Mgr. A. Diepen een visita-
tiereis naar Scandinavië en Finland on
dernam; en dat in den herfst van 1922
de Hollandsche priester en hoogleeraar
Dr. J. Smit als nieuwgewijd bisschop en
Vicaris Apostolicus naar Noorwegen vc»
trok.
En wat Finland betreft:
Hoe op zijn visitatiereis de Hollandsche
bisschop Mgr. Diepen den nood der Fin-
sche Kerk leerde kennen en door zijn
ijverige bemoeiingen bereikte, dat de
weinige Katholieken in Finland overge
bleven en tot dan ingelijfd bij het Rus
sische Aartsbisdom Mohilef tot een zelf
standig Apostolisch Vicariaat werden ver
heven. En h°e het wederom een Hollan
der was, die dit nieuwe Vicariaat kwam
besturen, de HoogEerw. Pater Dr. J.
Buckx. Provinciaal der Priesters van het
H. Hart van Jezus; hoe deze bisschop
gewijd in Juni 1921, naar de hoofdstad
Helsingfors vertrok, waarheen hem spoe
dig meerdere Hollandsche paters der
Priesters van het H. Hart uit Liesbosch-
Princenhage volgden. a
Ja, zóó zal het klinken. Want in twe
van de Noordelijke landen zijn Hollanders
als bisschop aangesteld; en in drie dier
landen zijn Hollandsche religieuzen het
moeilijk begin van het bekeeringswerk aan
'I ondernemen. Bovendien vertrokken op
28 Augustus 1.1. drie Eerw. Zusters van
de Moerdijk (Zusters van het H. Hart)
naar Finland om het werk van de missio
narissen te deelen.
Die deze feiten in verband ziet, kan hij
nog twijfelen aan een bijzondere roeping,
die Holland te vervullen heeft en aan 't
vervullen is t. o. v. de Noordelijke lan
den? Geschiedschrijvers in de toekomst
die ver achter de gebeurtenissen staan,
zullen 't met verbazing constateeren. „In
die jaren zijn daar overal de Hollanders
gekomen." Deze waarheid staat nu al vast
en er is niet meer aan te ontkomen. Maar
zal ook het tweede gedeelte van onze
voorspelling opgaan:., en de Hollanders
hebben die landen geheel en al voor de
Katholieke Kerk teruggewonnen?"
Ja! Als tenminste de geschiedenis,
ook dit ééne feit kan boeken: „In die da
gen leefden alle Katholieken ia Holland
mee met hun missionarissen en in Hol
land kwam het Gebedenverbond voor de
bekeering der Noordelijke landen tot
hoogen bloei."