JURGENS'
FÖNSTE
VERVANGT DE FUNSTE BOTER
s
Brieven uit Frankrijk.
Derde Blad
31 October 1922
ELCK WAT WILS,
SPAREN.
süMEüLAK&sgü hieuws*
SEHESiSa HÏEUWS.
KORTE BERIS^TESi.
UiDBOÜW EN ÏISSGSiERIJ.
Teooy! J§J§!0
INGEZONDEN.
ÏRAGENSUS.
SET 28 STE CONGRES VAN
DE GOEDE PERS.
Talrijker dan het vorig iaar wa
ren uit alle deelen van Frankrijk
geestelijken en leeken naar Parijs
samengestroomd, om het jaarcon
gres van de goede pers waarvan
het dagblad „la Croix" een der
voornaamste uitingen is, mede te
maken.
Meer dan 2000 hadden zich dit
maal doen inschrijven als leden
en de ruime zalen van de „Bon
Cinema" en het „Bon Theatre",
waar afwisselende vergaderingen
en feestelijjke bijeenkomsten in de
afgeloopen week werden gehou
den, waren vaak te klein voor al
len die hetzii alieen door aanwe
zigheid hetzii ook door deelname
aan de besprekingen, kwamen ge
tuigen van hun belangstelling in
den arbeid van de goede pers.
{Ö7ii hebben de oude bekenden
Van het vorig jaar weer gezien,
.nieuwe propagandisten voor de
heilige katholieke zaak zien op
staan. wii hebben bovenal door
de tegenwoordigheid van Kardi
naal Dubois en tal van Bisschop
pen opnieuw mogen ondervinden,
welk een groote waarde zii aan dit
Saarliiksche congres hechten. Het
is mil "slechts mogelijk hier en
daar een greep te doen uit de
hoogst belangrijke rapporten door
deskundige geestelijken en leeken
uitgebracht, in het algemeen een
beeld te geven van den nuttigen
arbeid die hier is verricht om meer
ien meer de Katholieke pers te be
vorderen en te verbreiden. Niet
alleen aan het Katholieke dagblad
werd door de sprekers de aan
dacht gewijd, ook aan al die wer
ken door de vereeniging „de goe-
jde pers" ondernomen om den
godsdienstzin te ontwikkelen, de
kennis van ons H. Geloof te ver
breiden en het beset te doen door
dringen dat gebea en propaganda-
noodzakelijk zijn om de mensph-
heid terug te brengen tot God.
Meerdere geestelijken hebben ons
gesproken over het apostolaat van
de goede bioscoop. Zij hebben
ons aangetoond, hoe in tal van
jFransche parochies^ dit werk rijke
Vruchten heeft voortgebracht, een
tegengif is geworden voor de ver
woesting door geewtenlooze fiim-
fexploitanten, geestelijk en licha
melijk aangericht. Door voor
beelden uit de praktijk hebben zii
aangetoond, hoe velen door den
goede bioscoop den weg hebben
teruggevonden naar de kerk en
allen waren het er over eens, dat
'dit moderne wapen niet onge
bruikt mag blij>en. Verrassend wa
Ven ook de financieele resultaten
dear sommigen met dit werk be
reikt en waarvan de belangrijke
baten ten goede kwamen aan de
andere Iiefdevverekn der parochie.
Abbé Théilier de Ponchevilfe
Tfeeft in een geestige en boeiende
rede gewezen op de noodzakelijk
heid door Katholieke propaganda
den christeliJken zin in Frankrijk
te doen herleven. Het is een misda
dig egoisme, zegt hij, voor zich
zelf alleen de gunsten van de goe
de pers te behouden, het is een
plicht het Kath. Dagblad dat mach
tig wapen in dienst van den Gods
dienst, ook aan anderen te doen
kennen. Een breede actie dient op
touw gezet om de Katholieke pers
meer en meer ingang te doen vin
den. Parochiale en diocesane co-
tmité's moeten in het leven geroe
pen om dit te bewerken. Het is
ide heer Goetghebeur die in een
uitvoerig rapport dit plan ontwik
kelt en "Babtn voegt er aan toe,
hoe ook, de Roomsche vrouwen,
m bonden vereenigd, mede kun
nen werken aan dit grootsche
doel, hoe zii reeds de schoonste
bewijzen van hun pnzeitzuchtigen
arbeid op dit gebied hebben ge
geven. Niemand beter dan Pierre
I' Ermïte, de sedert meer dan 30
teren trouwe medewerker van Ja
Croix", weet welken geest 't Ka
tholieke dagbfad moet bezielen.
Sprankelend van geest, doorregen
met anecdotes, heeft hi' in een eau
serie de ontwikkeling van „la
Croix" haar groei en stijgenden
invloed behandeld. Dit blad, roept
hij uit, waarop de Christusfiguur
staat afgebeeld, dient zich aan met
een geloofsbelijdenis, openlijk en
zonder andere gedachten dan het
H. Geloot te verbreiden. Niemand
mag onverschillig blijven voor dil
doei, allen moeten medewerken,
erkennend de macht van het ge
schreven woord waarvan de Sa
tan zulk een misbruik maakt, de
goede pers te steunen. Zoo zul
len zii het woord van den Meester
in vervulling brengen „Gaat en on
derwijst allé volkeren."
Mgr. Chollet aartsbisschop van
Cambraiv binnenkomend gelijk hii
zeide, te midden van het geesjeliik
vuurwerk door Pierre l'Ermité ont
stoken, heeft daarop J^ilde ge
bracht aan „Ia Croix", uie de ver
dedigster is van ons „Credo".
De hoofdredacteur Jean Guiraud
heeft in forsche trekken de crisis
geschilderd, welke de tegenwoor
dige Fransche jeugd doormaakt,
al te zeer bezield door een zucht
naar vermaak. De diepere oorzaak
hiervan is, zegt hij, ae materialis
tische opvoeding door de officieeie
schooi gegeven. Daartegen dient
gestreden, men moet de jeugd
weer het goede leeren kennen en
beminnen, allereerst het opperste
goed dat God zelf is. Zij moet we
derom beseffen dat boven de aard-
sche belangen staan de bovenna
tuurlijke en eeuwige. Luide bijval
viel hem na zijn schitterende
rede ten deel, een bijval die ook
aan de andere redenaars niet had
ontbroken. Kardinaal Dubois pre
sideerde een der middagz ttingen.
waarin de zoo bekende directeur
van de „Revue des lettres", Abbé
Bethleem, de verblindheid schilder
de van het katholieke publiek, op
het gebied der slechte lectuur. Hif
wees op de groote krachtsinspan
ning der iaatste iaren om die lite
ratuur te bestrijden, welke de zie
len verwoest en hij spoorde allen
aan meer gebruik te maken van de
werken door de „Goede Pers" ge
boden.
„Franc" de geestelijke medewer
ker van „la Croix", bracht vervol
gens zijn jaarverslag uit, waarin
hiï met vreugde de steeds toene
mende belangstelling voor dit blad
mocht constateeren. Kanunnik Pau
Iin, redenaar als slechts weinigen,
brengt in herinnering hoe de on
wetendheid op godsdienstig ge
bied de hoofdoorzaak is van de
rampen van onzen tijd. Het is onze
dure plicht de goede pers te be
vorderen en de belooning er
voor, zegt hij, zullen wii vinden in
de vreugde, de zielen het ware
licht te brengen, den Meester te
dienen, de wegen van den H.
Geest te volgen en door ons wer
ken de eeuwige zaligheid te ver
werven. De aartsbisschop van Pa-
riis, kardinaal Dubois, sprak daar
op de vergadering toe- Ziin rede
raat zich samenvatten in deze slot
woorden: „Wii moeten overal in
ons vaderland het kruis planten,
„Ia Croix" ingang doen vinden,
want in dit teeken alleen zullen wii
overwinnen."
Alvorens, gelijk na iedere mid
dagzitting, ons naar de kapel,
grenzend aan de congreszaal, te
begeven, om den zegen met het
Allerheiligste te ontvangen, schonk
kardinaal Dubois ons zijn bisschop
pelijken zegen.
In de onderaardsche gewelven
van de Basiliek van het H. Hart,
op Montmarte werd de slotzitting
gehouden. Vele Congres-leden
woonden tevoren de H. Mis, door
Mgr. Lecomte in rde Basiliek' opge
dragen, bij en naderden tot de H.
Tafel.
Abbé Belleney sprak in de laat
ste zitting met een heilig .enthou
siasme over de kracht van het ge
bed en den bond van het „Ave
Maria" die ten doel 'heeft door
Maria tot Christus te gaan. Père
Calot S.f. noemde het Apostolaat
des gebeds een machtigen steun
voor de katholieke pers en het
krachtigste middel om ons H. Ge
loot te verbreiden. Mgr. Lecomte,
bisschop van Amiens, sloot met 'n
welsprekende rede, met woorden
van dank en hulde aan allen dit
zoo welgeslaagde congres.
Een gemeenschappelijke maal
tijd vereemgde na afloop vele con
gresleden en de eerste toast werd
als naar gewoonte uitgebracht op
Z. H. den Paus, door Pater jan
vier. Een geest van broederlijke
eensgezindheid, waardoor ook 't
gansche congres zich had geken
merkt, heerschte eveneens hier.
Het 28ste congres is ten einde,
maar wit' zullen alten nog ^sterker
dan te voren het besef meedragen,
dat 'het onze heilige plicht is de
goede pers zoo krachtig moge,ijk
te steunen.
Père Lacordaire heeft het eens
zoo kernachtig gezegd, „indien giï
de katholieke pers doet binnentre
den in een huisgezin, is het als-
ot gij er een levenselixer hebL bin
nen gevoerd."
Wat dit congres heeft geleerd
geldt niet alieen voor Frankrijk,
ook voor Nederland en geheel de
wereld.
Oerkatholieke pers is het meest
doeltreffende wapen om het onge
loot te bestrijden, om de stem van
Gcd te doen hooren. Hem de
plaats weer te doen innemen die
Hem toekomt, in de maatschappij
en de harten der menschen.
Parijs, 18 October 1922.
J Mr. P- v. S.
Een rede van den burgemeester
van Amsterdam.
Journalistiek.
Sneeuw in Twente.
Nederlandsehe Pasteurdag.
Zes cent per pond lager.
Royale dame.
Aanval op politieagenten.
Pluimveetentoonstelling.
zoo Lekker
-gdiJj
Sergeant (tot de recruteu). Ik hoop
Spaarzaamheid is geen gierigheid.
De gierigaard hangt met heel zijn hart
aan het geld. Hij bemint zijn bezit meer
dan zijn ziel en zaligheid. Hij zoekt zich
op allerlei manieren wijs te maken, dat hij
geen aalmoezen behoeft te geven; li ij
schuift het altijd op een ander; en ais hij
geeft, dan is het in den regel bitter weinig
en alleen nog om van lastig gebedel af te
zijn, of om naderhand te kunnen zeggen:
ik heb nog pas gegeven.
Zoo handelt de spaarzame niet. Hij heeft
medelijden met zijn misdeelden even-
men sch en kent het schriftuurwoord: Den
arme gegeven is God geleend.
Sparen maakt niet alleen milddadig
maar ook tevreden.
De moest ontevreden mensch ia de ver
kwister.
Tegenwoordig worden er veel ontevre
denen gevonden.
Wie zijn dit vooral?
Menschen die er alles doorbrengen, die Se lichtpunten te kunnen wijzen
i ,r j Llilff /In nomnrlitisirl tfriAt
Ic veeü dorst, een brutaal voorhoofd en
een grooten mond hebben, die zich allerlei
behoeften scheppen, alles willen meema
ken, alles willen genieten, doch daarvoor
de noodige middelen niet hebben en dan
ontevreden zijn, omdat ze die niet hebben.
Doch een oppassend man, een man die men zijn.
zuinig leeft en zijn verdiend loon goed be- --
steedit, zoo iemand ziet ge niet ontevre- voorrecht Uwe Majesteit waarvan de be
den Immers, ïiij Houdt' dé nijpende' zorgen
uit zijn woning verbannen en beperkt zijn
verlangens tot dien waren eenvoud van
zeden, die het overtollige niet begeert.
Sparen kweekt zelfstandigheid.
Zelfstandigheid adelt den mensch, geeft
besef van eigenwaard*
Spaart dus en spa«"t geregeld.
Ge zult dan financieel onafhankelijk zijn
van menschen, die ge anders naar de
oogen moet zien.
Sparen is ook een geschikt middel om
menschen van karakter te vormen.
Een werkman bijv. die geregeld een
kleinigheid wil sparen, moet zich zelf be
krimpen in zijn uitgaven, zal daarom vaak
in bekoring komen eens een week over te
slaan, maar neen hij vermant zich telkens
opnieuw en blijft zijn voornemen getrouw.
Zou zoo iemand niet aan wilskracht
winnen?
Spaart dus en spaart geregeld, en gij
zult menschen worden die niet te lui zijl
om te werken, noch te trotsch, om arm
te zijn; maair die alleen wilt eten, wat ge
vediend hebt en dragen, wat ge hebt be
taald; mannen die niet beschroomd zijl te
zeggen: het kan er niet af. Mannen, die
eerbied afdwingen, in één woord: mannen
van karakter-
Karakter kweekt degelijke zonen der
Kaitholieke Keik, trouwe leden der gods
dienstige vereenlgingen, hechte steunpila
ren vaiu Keik en Maatschappij.
Bij de audiëntie, welke Maandag j.l. de
Koningin aan de burgerlijke autoriteiten
te Amsterdam heeft verleend, hield burge
meester de Vlugt een rede waarin hij o.m.
zeide:
Het is den Gemeenteraad van Amster
dam bijzonder aangenaam, Uwe Majesteit
opnieuw de verzekering te mogen geven,
dat Haair bezoek aan de hoofdstad, zoowel
door het bestuur als door de burgerij op
zéér hoogen prijs wordt gesteld.
Het beeld, dat wij Uwe Majesteit van
den toestand van Amsterdam mogen geven,
kan niet zoo gunstig zijn als de vorige ja
ren.
Zwaar heeft de wereldcrisis onze stad
en hare bevolking getroffen. Vooral
scheepvaart, handel en industrie ondervin
den sterk den invloed van de algemeene
malaise welke door de hevige valuta-con-
currenlie te scherper wordt gevoeld.
Onze scheepvaartmaatschappijen leden
groote verliezen, vele vaartuigen werden
opgelegd, terwijl het exploiteeren der overi
ge veelal belangrijke offers vraagt.
In de meeste takken vatn handel wordt
stilstand of slapte aamgetroffen en _de be
lastingdruk, zoowel hier als in Indé, staat
een nieuwe ontwikkeling niet weinig in
den weg.
In de industrie in het algemeen heerscht
groote werkloosheid. Wat de diamantnij
verheid aangaat, verminderde zij niet onbe
langrijk.
Ten gevolge van dit alles baart de toe
stand der gem een te fin an cië n het bestuur
onzer stad veel zorg. De grootst mogelijke
voorzichtigheid zal ncodig zijn om het
evenwicht tusschen inkomsten cn uitgaven
te blijven bewaren.
Evenwel doet het den Raad genoegen.
Uwe Majesteit, trots dit alles ook op eeni-
s lichtpunten te kunnen wijzen,
Zoo blijft de gezondheidstoestand der
bevolking bij uitstek gunstig.
Hoewel de woningnood nog geenszins
overwonnen is, zal in den toestand der
woningvoorziening in de naaste toekomst
een aanmerkelijke varbetering waar te ne-
Als 's Raads voorzitter acht ik het een
langste!?'<ng BeK-Sf Jts, waarmede Zij 3ê(
stedelijke aangelegenheden gadeslaat, de
verzekering te kunnen geven, dat het ern
stig streven van Gemeentebestuur en bur
gerij beide is, Amsterdam als hoofdstad des
Rijks, ook in dezen moeilijken tijd zijn
plaats te doen handhaven en zijn weivaart
te vergrooten.
Naar wij vernemen, herdenkt de heer
Max van Poll, hoofdredacteur van „De
Nieuwe Eeuw", 3 November a.s. zijn 25-
jarige loopbaan als journalist.
In Twente heeft het in den nacht van
Maandag op Dinsdag gesneeuwd.
Met betrekking tot de herdenking van
Pasteur te Amsterdam op 25 November
a.s., kan worden meegedeeld, dat zich
een eere-comité van den Nederlandschen
Pasteurdag heeft gevormd, bestaande uit
den minister van buitenlandsche zaken,
Jhr. Mr. Dr. H. A. van Kamebeek, den
Franschen gezant te 's-Gravenhage, den
heer Ch. Benoist, den commissaris der
koningin voor Noord-Holland, Jlvr. Mr.
R. Roëll en den burgemeester van Am
sterdam, den heer W. de Vlugt.
De openbare Pasteur-maaltijd, na de
plechtigheid in het concertgebouw, zal
worden voorgezeten door prof. dr. J. J-
Salverda de Grave, president der tyge-
lingscommissie; leden dezer commissie
zijn mej. Jeanne Scheffer, mr. G. L. de
Vries Feyens, de rector van het Amsier-
damsche Studenlen-Corps, de voorzitter
van de Unitas Stud. Amst. en de presi
dente der Amst. Vrouw. Stud. Ver.
Een bakker te Amersfoort heeft het
wittebrood ineens zes cent per pond
lager gezet. De andere hakkers hebben
besloten hem te boycotten en zullen
trachten meelleveranciers te dwingen
hem niets meer te leveren.
De burgerii wijdt natuurlijk de noo-
dige aandacht aan het verloop van de
zen bakkersstrijd.
Te Alkmaar verloor een dame een oou-
vert, inhoudende ongeveer 350, aan bet
spoorwegstation. Het couvert werd gevon
den door een witkiel die door dezen
vondst een besten dag doormaakte. Hij
kreeg voor belooning 50 cents.
In den nacht van Zaterdag op Zon
dag werden twee surveilleerende agen
ten in de Lage Nieuwstraat te 's-Ha-
ge plotseling overvallen door een twin
tigtal personen. Een der agenten werd
„geschept". Door de duisternis was 't
onmogelijk een der aanranders aan te
houden.
Maandagmorgen is te Barneveld een
groote pluimveetentoonstelling door den
burgemeester aldaar geopend. Vooral 't
groote aantal „Barnevelders" is zeer be
langrijk. De hiervoor door het gemeen
tebestuur uitgeloofde zilveren wisselbe
ker is toegekend aan Hoeve „den Ak
ker," te Niikark. Eveneens verwierf ge
noemde hoeve de groote medaille van
MELANGE
rvzwrare»;, p,1 i i.jra.vJT.'PmüHJif.UIYrr'-; -iu i'Ffv.vfl
•R.K.H. Prins Hendrik voor den mooi-
sten ouden hi->n f Bk n- e'feri.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt ie
Redactie zich niet aansprakelijk.
tóoiiotej, 30 Oct. la_k
SCHOLENBOUW TE SCHOTEN.
Mijnheer de Bodacteur
Donderdag komt in onze raadsvergade
ring een oude kwestie op het tapijt: de
a a n o u w van school A.
B. en W. stellen voor het raadsbesluit
tot afbouw van dezelfde school in
te trekken. Wel toevallig nu de heer
Klein over dezelfde materie vragen
heeft gesteld.
Ged. Staten hebben ruim een jaar
geleden den aanbouw, dien men taana
typisch „afbouw" noemt, niet goedge-
ykeurd.
Ik wil nu niet spreken over de leeg
staande groote lokalen in school A die
men voor reclame-doeleinden blijkbaar
niet wil gebruiken.
De uitbreiding onzer gemeente gaat
fel in de richting Oud-Schoten. De
bouw der vereenigingen Vesta en Pa-
tria, zonder van andere te spreken, is
er als bewijs. De aanstaande bewoners
dier huizen kunnen hunne kinderen
be ter en vlug ger naar Oud-Scho
ten ezaden, waar een pracht schoolge
bouw met onderwijzerswoaing staat. Wel
is dit gebouw ingericht voor noodwo
ningen maar met eenige duizenden gul
dens is hier wederom een modelschool
van te maken. Wel niet architectonisch
mooi, maar in elk geval een pracht ge
bouw.
Men zal wel weer tobben over Soho-
ten's onmacht, een standpunt dat m.i.
volkomen onjuist is. Ik ben echter over
tuigd dat als men maatregelen tot ruim
te verkrijgen voor de openbare school
wil nemen, dat dan het eenige moge
lijke zal zijn het gebouw te Oud-Schoten
opnieuw in gebruik te nemen.
De zuinigheid gebiedt om thans do
zen gezonden maatregel te nemen, die
zeker in het belang van Sohoten en ook
in de toekomst in het belang van Groot
Haarlem zal zijn.
Voordat onze Baad een besluit neemt,
wil ik hem bovenstaande regels in bet
publiek belang ter overweging dringend
aanbieden.
H. B. DBOST
Vr. Ik ben 24 j. en als dienstbode la be
trekking voor dag en nacht Mijn moeder
wil mij echter tegen mijn zin thuishouden.
Ben ik wettelijk verplicht aan mijn moedej
te gehoorzamen?
Antw. Wettelijk niet.
Vr. Is ar 's winters gelegenheid zwam
men te leeren.
Antw. In Stoop's Bad.
Vr. Ik zou een betrekking willen hebben
in Ncderlandsch Indië. Kunt u mij ook
den weg wijzen, dien ik daarvoor met suc
ces volgen ban?
Antw. U kunt volledige inlichtingen be
komen aan het inlichtingenbureau der
Vereeniging „Oost en West," Heulstraat 2,
's-Gravenhage.
Vr. Ik heb een geilenvacht, waarvan de
lm ren uitvallen. Is daar een middel tegen?
Antw. Daar is niets aan te doen.
Vr. Hoe is de reis per fiets van Haarlea
over Uithoorn naar Naarden?
Atw. Haarlem, Fort de Lidie, zijweg
naar de Lijnden, zijweg naar Sloten, Am
stelveen, Uithoorn, Waverveen, Vinkeveen.
Baambrugge, Loenersloot, 't Vreeland, Kor-
tenhoef, 's-Graveland, Bussum, Naarden.
Vr. Ik heb een aangenomen kind, waar
van de moeder leeft. Aan dat kind zon ik
gaarne mijn naam geven. De moeder vindt
dat goed. Tot wien moet ik mij wenden?
Tot een notaris of een advocaat?
Antw. Naamsverandering kan alleen ge
schieden met Koninklijke toestemming.
Wendt u tot een advocaat of rechtskundig
bureau.
Vr. Ik ben niet katholiek. Wanneer men
tot geen Bepaald kerkgenootschap behoort,
is het dan geoorloofd te trouwen in welk*
kerk men wil of moet men bepaald lid-
maait van die kerk zijn?
Antw. Om in de Katholieke kerk t«
trouwen moet men katholiek rijn. Wat de
Proiestantsche kelkgenootschappen be
treft, er zijn er, die een bepaald lidmaat
schap eisehen; andere daarentegen edschen
dat niet. De predikant zal u voorzeker kun<
nen inlichten.
Vr. Tot wien moet ik mij wenden
voor een betrekking als kantoor- of vrie-
sellooper aan de Spaarnebank?
Antw, Wendt u tot de Directie.
KWEEKEN VAN WONDEKKIN-
DEB-EN.
De Amerikaansche paedagoge dr.
Sackville Stoner heeft haar dochter, die
thans negentien jaar is, volgens een
nieuwe methode opgevoed, waarbii ze
uitging van de gedachte dat men da
delijk na de geboorte van een kind
met «iin ontwikkeling moet beginnen en
dat men het de kennis op gemakkelijke
wijze moet aanbrengen, door middel van
versjes, waarin de aan te leeren we
tenschap is verwerkt.
Haar dochter kende op twaalfjarigen
leeftijd Teeds zeventien talen en deed
op haar negende jaar reeds eindexamen
van 't gymnasium. Bovendien heeft ze
zeventien boeken geschreven, waarvan
ze 't eerste reeds op haar vijfde jaar
had voltooid .En ondanks dit alles is
ze een heel eenvoudig meisje, dat er
lief uitziet.
Mevrouw Stoner heeft nu negen meis
jes opgenomen, die ze volgens haar
methode wil opvoeden.
Ze verdeelt het teven in de volgen
de tijdvakken
De aanvallige leeftijd van de ge
boorte tot aan het tweede jaar.
De verwaarloosde van twee tot zes.
De ontvankelijke van zes tot twaalf
Het poptijdperk van twaalf to t
zestien.
De Sturm und Drangperiode van
Zestien tot een en twintig.
De arbeid s leef tijd van een en twin
tig tot veertig.
Na het veertigste jaar komt, volgens
haar, het tjjdperk van het gezond ver
stand.
DE WELKOME GAST.
Vader vertelde z'n vriend van 't goede
geheugen van zijn jongen.
„Zou hij mij rich nog herinneren," yroeg
j(ie yriend-
„Nou dat zal je zien, als we strik- thuis
kc-men," zei de vader.
Toen de vrienden een uur later het huis
binnengingen, vroeg de vriend na mevrouw
eerst gegroet te hebben onmiddellijk naar
den zoon.
„Ken je mij nog nog, Bob?" vroeg de
man vriendelijk.
„En of, meheer,'' zei Bob, „u is de man,
dien pa verleden jaar ook eens meebracht,
en toen was ma zoo kwaad, dat ze in geen
acht dagen tegen pa gesproken heeft."
DE SLIMME IMPRESSARIO.
De verslaggever van een groote krant
wilde juist zijn redaetiebureau verlaten,
toen een heer zich liet aandienen.
„Smees, impiressario, stond op het kaar
tje.
„Smees?" dacht de journalist, „is dat
niet de manager van de zangeres Violo,
wie dat prachtige paarlencollier ontstolen
is?" En toen tot den portier: „Laat me
neer in de spreekkamer."
Als do krantenman den impressario
heeft begroet, zegt deze: „U waart zoo
vriendelijk een paar keer berichten te ge
ven in verband met den diefstal van het
paairlencollier, waarvan mevrouw Violo.."
„O, volstrekt geen dankvalt de ver
slaggever in, „een diefstal van een sieraad
ter waarde van een half millioen is zeker
wel een paair berichten waard. Trouwens,
alle bladen hebben er over geschreven."
„Zeker, de pers heeft zich kolossaal uit
gesloofd. Ik kom u nu zeggen, dat helt
niet meer noodig is, er verder nog gewag
van te maken."
,.Zoo? Is de dief gepakt?"
„De dief? Welke dief? Welnee! Maar
het concert is uitverkocht.''
,U .ijea.e:a -o. schrfdwlyu mm cs m cbm
BESCHEEIDEN WENK.
Opperkellner tot den portier: Geef
mijnheer de guMenkamer.
Keiziger. Kost die kamer een gulden?
Portier. Neen, mijnheer, de kamer kost
twee gulden vijftig, maar wij noemen
haar zoo, omdat al de heeren, die daar
in logeeren, bij het- vertrek een gul
den fooi geven.
EEN GOEIE-
Een onaer vrienden, die er eene keu
kenprinses op nahoudt die streng zijne
bevelen opvolgt, vertelde ons dezer da
gen een „goeie" van zijne dienstmeid.
De heer P. zoo heet onaa vriend, roept
tegen de meid:
Kaatje, ik ga naar boven, naar
mijne studeerkamer; je begrijpt 't,
ben niet thuis, ik moet werken!
Een uur later wordt er boven gebeld,
nog eens gebeld, -nog eens, nog vele
malen! Plotseling vliegt er eene deur
open en meneer in hoogst eigen persoon
stormt de trap af, waarbij bij bijna valt
over een flos van zijn chamboloak.
Spoedig is hij beneden en hij ijlt de
keukon in.
Daar staat Kaatje te poetesn, bedaard,
kalm, onschuldig als eene Asscheposster.
Kaatje!
Jawel, meneer.
Hoor je niet bellen?
Jawel, meneer.
Wat, hóór je 'tP!
Ik ban niet doof, memeet.
Bc heb tien, twintig maal gebeld!
Vijftien maal, moneor.
Zoo, weet 't je_ zóó precies! En
waarom kom je dan niet, uilskuiken!
Uilskuiken, uilskuiken, meneer?
En Kaatje begon te schreien:
Nu ja, zei meneer P„ maar waar
om voor 'den donder kom je dan niet
als ik bel?
Kaatje snikkend:
En u zei tegen me dat u niet thuis
waart, meneer!
Nog een veel aardiger mop kwam ons
ter oore over het al to letterlijk op
volgen van bevolen.
Verleden week Woensdagavond verga
derde de vroedschap van eene der kleine
gemeenten onder den rook van Amster
dam gelegen. De beschreven vaderen had
den dien avond voor het eerst in dienst
een nieuwen bode. Met vergenoegd ge
laat, in spiksplinternieuwe uniform, met
heldor gepoetste borstplaat, verrichtte de
man zijne taak. Wanneer hij de stem
briefjes den raadsleden toereikte ge
schiedde dit met een ernst, alsof hij het
origineel van de tripler-aliantie rond
deelde en als een der luisteraars onder
het publiek zijn hoofd bewoog, schoot
het oog van den gemeente-dienaar von
ken, die den oneerbiedigea tot inkeer
brachten.
- Daar klinkt het van den stoel des
voorzitters: „De raadsvergadering zal
worden voortgezet met gesloten deuren."
Het publiek verwijdert zich; ook de
bode verlaat de raadszaal, haalt uit de
wachtkamer de sleutels, draait de den-
ren op slot, terwijl do dorps-edillen
voortgaan de belangen der gemeente te
behartigen.
Waar de sloutelhouder van hun dorpsi-
kapitool toen heengegaan is, wist op dat
oogenblik niemand, inaar zooveel is ze-
kar, dat na een half uur in do raads
zaal gescheld, geklopt en gestampt werd,
teneinde de deur weer open te krijgen.
Eindelijk werd eon der vensters ge
opend en daar het reeds laat in den
avond was en niemand meer passeerde,
dis do vroede mannen kon verlossen,
zoo kreeg een der wethouders den ge-
nialon inval: Brand! Brand! te schreeu
wen. Dit hielp, in een oogenblik was
de halve bevolking van het dorp op
den been en vóórdat stormram of balk
de deur van het gemeentehuis hadden
geforceerd, kwam de nieuwe bode mot
zijn sleutel en de hoeren waren vrij.
Op den uitbrander des burgemeesters
was het laconieke antwoord: Met uw
permissie, er werd gecommandeerd: Ver
gadering met gesloten deuren, dat was
het consigne en... ik ben het dorp rond
gegaan, om te zien, of alles in den haak
was.
SARCASTISCH.
Hij (bij zijn terugkomst van de
jachl). Ik kan vandaag niets meebren
gen, want
Zij (hem in de rede vallende). Zoo,
was de winkel van den poelier reeds
geslo ten
EEN UITZONDERING.
niet, dat een uwer sterken drank heeft
meegenomen, want die werkt zeer na-
deelig als men een marsch doel.
(Een der recrulen reikt hem een
fleschje met cognac waarvan liij ge
bruik maakt). Goede, oude cognac
maakt een uitzondering.
DE WARE PERSOON.
Heer. Mevrouw, ik kwam met een
vriendelijk verzoek aan mijnheer uw
echtgenoot en vraag tevens of u een
goed woordje voor mij wil doen.
Mevrouw. Maar, mijnheer, waarom
wendt ge u niet direct tot mij?
ONZE DIENSTBODEN.
Mevrouw. Mietje, zie eens, je hebt
den spiegel niet uitgepoetst; hij is
geheel en al dof.
Dienstmaagd. Wees blij, mevrouw,
dan schrikt u ook niet als u er in
kijkt.
VOOR DE BALIE.
Rechter. Bekent ge schuldig te
zijn?
Beschuldigde. Niet te haastig, mijn
heer de rechter, eerst moet ik hoo
ren, wat de getuigen nog weten.
VERONTSCHULDIGING.
Een schuldeischer kwam bij zijn
schuldenaar en werd op heftig aan
dringen toegelaten. Hij vond hem
bezig met het smakelijk verorberen
van een kalkoen.
Ik kom eens hooren, mijnheer,
of gij mij spoedig denkt te betalen?
Ik wilde dat ik je betalen kon,
mijn beste heer, maar 't is mij on
mogelijk. Ik ben geheel en al van
middelen ontbloot, geruïneerd; ik heb
geen halven stuiver op zak.
Maar mag ik u dan doen op
merken, mijnheer, dat menschen die
niet in staat zijn te betalen, toch
niet gewoon zijn kalkoenen te eten
zooals met u op 't oogenblik het
geval is.
Och mijn beste heer, zeide de
schuldenaar met zwakke stem en hij
bracht zijn servet aan de oogen; ik
ha<l geen geld om eten voor het sfomi>
me dier te koopen.
GEEN BETALING.
Heer. Hoe is 't, zijt ge niet tevre
den met het dubbeltje, dat ik ugeef?
Bedelaar. Moet dat betaling voor
het bedelen beteekenen in zulk
hondenweer?
OP 'T EXAMEN.
Professor. Tegenover de vele deug
den, die de oude Grieken bezaten,
stonden toch ook groote gebreken;
noem mij eens eenige daarvan.
Student. Och, Professor demor-
tuis nil nisi bene! Van de do oden
niets dan goed!
EENE GOEDE VRIENDIN.
Dame. Kan ik er zeker van rijn, dat de
door u geannonceerde tinctuur, welke ik
aan eene goede vriendin wil schenken, de
zomersproeten werkelijk doet verdwijnen?
Drogist. Eerlijk gesproken, mejuffrouw,
neen.
Dame. Nu, daa koop ik ze.
ZIJNE ZAAK.
Bankier. Neen, maar dat is toch al to
kras. Gij laat mij zeggen, dat ge zaken met
mij wenscht te doen, en nu vraag je eene
aalmoes.
Bedelaar. Zeker; bedelen dat is mijn»
zaak.
EENE SLIMME.
Mevrouw. Betje, kijk eens gauw op den
barometer, welk weer wij krijgen.
Dienstbode. Het is nog vijf minwten
voor „mooi weer", mevrouw.
ECONOMISCH.
„Ik ben niet meer ziek," zegt een knaap
tot zijn vader, „laat mij nu opstaan."
„Neen, je blijft in bed en drinkt de
flesch medicijn leeg, die mij achttien staf
vers kost."
GOED OPGEMERKT.
Sir Walter Scott gaf eens een vriend een
boek ter leen en verzooht hem niet te ver
geten het hem fertfg te geven, „want."
voegde hij er bij, „mijne vrienden zijn
meest slechte rekenaars, maar 't zijn alll
goede boekhouder*"