JURGENS' FÖNSTE VERVANGT DE FUNSTE BOTER s Brieven uit Frankrijk. Derde Blad 31 October 1922 ELCK WAT WILS, SPAREN. süMEüLAK&sgü hieuws* SEHESiSa HÏEUWS. KORTE BERIS^TESi. UiDBOÜW EN ÏISSGSiERIJ. Teooy! J§J§!0 INGEZONDEN. ÏRAGENSUS. SET 28 STE CONGRES VAN DE GOEDE PERS. Talrijker dan het vorig iaar wa ren uit alle deelen van Frankrijk geestelijken en leeken naar Parijs samengestroomd, om het jaarcon gres van de goede pers waarvan het dagblad „la Croix" een der voornaamste uitingen is, mede te maken. Meer dan 2000 hadden zich dit maal doen inschrijven als leden en de ruime zalen van de „Bon Cinema" en het „Bon Theatre", waar afwisselende vergaderingen en feestelijjke bijeenkomsten in de afgeloopen week werden gehou den, waren vaak te klein voor al len die hetzii alieen door aanwe zigheid hetzii ook door deelname aan de besprekingen, kwamen ge tuigen van hun belangstelling in den arbeid van de goede pers. {Ö7ii hebben de oude bekenden Van het vorig jaar weer gezien, .nieuwe propagandisten voor de heilige katholieke zaak zien op staan. wii hebben bovenal door de tegenwoordigheid van Kardi naal Dubois en tal van Bisschop pen opnieuw mogen ondervinden, welk een groote waarde zii aan dit Saarliiksche congres hechten. Het is mil "slechts mogelijk hier en daar een greep te doen uit de hoogst belangrijke rapporten door deskundige geestelijken en leeken uitgebracht, in het algemeen een beeld te geven van den nuttigen arbeid die hier is verricht om meer ien meer de Katholieke pers te be vorderen en te verbreiden. Niet alleen aan het Katholieke dagblad werd door de sprekers de aan dacht gewijd, ook aan al die wer ken door de vereeniging „de goe- jde pers" ondernomen om den godsdienstzin te ontwikkelen, de kennis van ons H. Geloof te ver breiden en het beset te doen door dringen dat gebea en propaganda- noodzakelijk zijn om de mensph- heid terug te brengen tot God. Meerdere geestelijken hebben ons gesproken over het apostolaat van de goede bioscoop. Zij hebben ons aangetoond, hoe in tal van jFransche parochies^ dit werk rijke Vruchten heeft voortgebracht, een tegengif is geworden voor de ver woesting door geewtenlooze fiim- fexploitanten, geestelijk en licha melijk aangericht. Door voor beelden uit de praktijk hebben zii aangetoond, hoe velen door den goede bioscoop den weg hebben teruggevonden naar de kerk en allen waren het er over eens, dat 'dit moderne wapen niet onge bruikt mag blij>en. Verrassend wa Ven ook de financieele resultaten dear sommigen met dit werk be reikt en waarvan de belangrijke baten ten goede kwamen aan de andere Iiefdevverekn der parochie. Abbé Théilier de Ponchevilfe Tfeeft in een geestige en boeiende rede gewezen op de noodzakelijk heid door Katholieke propaganda den christeliJken zin in Frankrijk te doen herleven. Het is een misda dig egoisme, zegt hij, voor zich zelf alleen de gunsten van de goe de pers te behouden, het is een plicht het Kath. Dagblad dat mach tig wapen in dienst van den Gods dienst, ook aan anderen te doen kennen. Een breede actie dient op touw gezet om de Katholieke pers meer en meer ingang te doen vin den. Parochiale en diocesane co- tmité's moeten in het leven geroe pen om dit te bewerken. Het is ide heer Goetghebeur die in een uitvoerig rapport dit plan ontwik kelt en "Babtn voegt er aan toe, hoe ook, de Roomsche vrouwen, m bonden vereenigd, mede kun nen werken aan dit grootsche doel, hoe zii reeds de schoonste bewijzen van hun pnzeitzuchtigen arbeid op dit gebied hebben ge geven. Niemand beter dan Pierre I' Ermïte, de sedert meer dan 30 teren trouwe medewerker van Ja Croix", weet welken geest 't Ka tholieke dagbfad moet bezielen. Sprankelend van geest, doorregen met anecdotes, heeft hi' in een eau serie de ontwikkeling van „la Croix" haar groei en stijgenden invloed behandeld. Dit blad, roept hij uit, waarop de Christusfiguur staat afgebeeld, dient zich aan met een geloofsbelijdenis, openlijk en zonder andere gedachten dan het H. Geloot te verbreiden. Niemand mag onverschillig blijven voor dil doei, allen moeten medewerken, erkennend de macht van het ge schreven woord waarvan de Sa tan zulk een misbruik maakt, de goede pers te steunen. Zoo zul len zii het woord van den Meester in vervulling brengen „Gaat en on derwijst allé volkeren." Mgr. Chollet aartsbisschop van Cambraiv binnenkomend gelijk hii zeide, te midden van het geesjeliik vuurwerk door Pierre l'Ermité ont stoken, heeft daarop J^ilde ge bracht aan „Ia Croix", uie de ver dedigster is van ons „Credo". De hoofdredacteur Jean Guiraud heeft in forsche trekken de crisis geschilderd, welke de tegenwoor dige Fransche jeugd doormaakt, al te zeer bezield door een zucht naar vermaak. De diepere oorzaak hiervan is, zegt hij, ae materialis tische opvoeding door de officieeie schooi gegeven. Daartegen dient gestreden, men moet de jeugd weer het goede leeren kennen en beminnen, allereerst het opperste goed dat God zelf is. Zij moet we derom beseffen dat boven de aard- sche belangen staan de bovenna tuurlijke en eeuwige. Luide bijval viel hem na zijn schitterende rede ten deel, een bijval die ook aan de andere redenaars niet had ontbroken. Kardinaal Dubois pre sideerde een der middagz ttingen. waarin de zoo bekende directeur van de „Revue des lettres", Abbé Bethleem, de verblindheid schilder de van het katholieke publiek, op het gebied der slechte lectuur. Hif wees op de groote krachtsinspan ning der iaatste iaren om die lite ratuur te bestrijden, welke de zie len verwoest en hij spoorde allen aan meer gebruik te maken van de werken door de „Goede Pers" ge boden. „Franc" de geestelijke medewer ker van „la Croix", bracht vervol gens zijn jaarverslag uit, waarin hiï met vreugde de steeds toene mende belangstelling voor dit blad mocht constateeren. Kanunnik Pau Iin, redenaar als slechts weinigen, brengt in herinnering hoe de on wetendheid op godsdienstig ge bied de hoofdoorzaak is van de rampen van onzen tijd. Het is onze dure plicht de goede pers te be vorderen en de belooning er voor, zegt hij, zullen wii vinden in de vreugde, de zielen het ware licht te brengen, den Meester te dienen, de wegen van den H. Geest te volgen en door ons wer ken de eeuwige zaligheid te ver werven. De aartsbisschop van Pa- riis, kardinaal Dubois, sprak daar op de vergadering toe- Ziin rede raat zich samenvatten in deze slot woorden: „Wii moeten overal in ons vaderland het kruis planten, „Ia Croix" ingang doen vinden, want in dit teeken alleen zullen wii overwinnen." Alvorens, gelijk na iedere mid dagzitting, ons naar de kapel, grenzend aan de congreszaal, te begeven, om den zegen met het Allerheiligste te ontvangen, schonk kardinaal Dubois ons zijn bisschop pelijken zegen. In de onderaardsche gewelven van de Basiliek van het H. Hart, op Montmarte werd de slotzitting gehouden. Vele Congres-leden woonden tevoren de H. Mis, door Mgr. Lecomte in rde Basiliek' opge dragen, bij en naderden tot de H. Tafel. Abbé Belleney sprak in de laat ste zitting met een heilig .enthou siasme over de kracht van het ge bed en den bond van het „Ave Maria" die ten doel 'heeft door Maria tot Christus te gaan. Père Calot S.f. noemde het Apostolaat des gebeds een machtigen steun voor de katholieke pers en het krachtigste middel om ons H. Ge loot te verbreiden. Mgr. Lecomte, bisschop van Amiens, sloot met 'n welsprekende rede, met woorden van dank en hulde aan allen dit zoo welgeslaagde congres. Een gemeenschappelijke maal tijd vereemgde na afloop vele con gresleden en de eerste toast werd als naar gewoonte uitgebracht op Z. H. den Paus, door Pater jan vier. Een geest van broederlijke eensgezindheid, waardoor ook 't gansche congres zich had geken merkt, heerschte eveneens hier. Het 28ste congres is ten einde, maar wit' zullen alten nog ^sterker dan te voren het besef meedragen, dat 'het onze heilige plicht is de goede pers zoo krachtig moge,ijk te steunen. Père Lacordaire heeft het eens zoo kernachtig gezegd, „indien giï de katholieke pers doet binnentre den in een huisgezin, is het als- ot gij er een levenselixer hebL bin nen gevoerd." Wat dit congres heeft geleerd geldt niet alieen voor Frankrijk, ook voor Nederland en geheel de wereld. Oerkatholieke pers is het meest doeltreffende wapen om het onge loot te bestrijden, om de stem van Gcd te doen hooren. Hem de plaats weer te doen innemen die Hem toekomt, in de maatschappij en de harten der menschen. Parijs, 18 October 1922. J Mr. P- v. S. Een rede van den burgemeester van Amsterdam. Journalistiek. Sneeuw in Twente. Nederlandsehe Pasteurdag. Zes cent per pond lager. Royale dame. Aanval op politieagenten. Pluimveetentoonstelling. zoo Lekker -gdiJj Sergeant (tot de recruteu). Ik hoop Spaarzaamheid is geen gierigheid. De gierigaard hangt met heel zijn hart aan het geld. Hij bemint zijn bezit meer dan zijn ziel en zaligheid. Hij zoekt zich op allerlei manieren wijs te maken, dat hij geen aalmoezen behoeft te geven; li ij schuift het altijd op een ander; en ais hij geeft, dan is het in den regel bitter weinig en alleen nog om van lastig gebedel af te zijn, of om naderhand te kunnen zeggen: ik heb nog pas gegeven. Zoo handelt de spaarzame niet. Hij heeft medelijden met zijn misdeelden even- men sch en kent het schriftuurwoord: Den arme gegeven is God geleend. Sparen maakt niet alleen milddadig maar ook tevreden. De moest ontevreden mensch ia de ver kwister. Tegenwoordig worden er veel ontevre denen gevonden. Wie zijn dit vooral? Menschen die er alles doorbrengen, die Se lichtpunten te kunnen wijzen i ,r j Llilff /In nomnrlitisirl tfriAt Ic veeü dorst, een brutaal voorhoofd en een grooten mond hebben, die zich allerlei behoeften scheppen, alles willen meema ken, alles willen genieten, doch daarvoor de noodige middelen niet hebben en dan ontevreden zijn, omdat ze die niet hebben. Doch een oppassend man, een man die men zijn. zuinig leeft en zijn verdiend loon goed be- -- steedit, zoo iemand ziet ge niet ontevre- voorrecht Uwe Majesteit waarvan de be den Immers, ïiij Houdt' dé nijpende' zorgen uit zijn woning verbannen en beperkt zijn verlangens tot dien waren eenvoud van zeden, die het overtollige niet begeert. Sparen kweekt zelfstandigheid. Zelfstandigheid adelt den mensch, geeft besef van eigenwaard* Spaart dus en spa«"t geregeld. Ge zult dan financieel onafhankelijk zijn van menschen, die ge anders naar de oogen moet zien. Sparen is ook een geschikt middel om menschen van karakter te vormen. Een werkman bijv. die geregeld een kleinigheid wil sparen, moet zich zelf be krimpen in zijn uitgaven, zal daarom vaak in bekoring komen eens een week over te slaan, maar neen hij vermant zich telkens opnieuw en blijft zijn voornemen getrouw. Zou zoo iemand niet aan wilskracht winnen? Spaart dus en spaart geregeld, en gij zult menschen worden die niet te lui zijl om te werken, noch te trotsch, om arm te zijn; maair die alleen wilt eten, wat ge vediend hebt en dragen, wat ge hebt be taald; mannen die niet beschroomd zijl te zeggen: het kan er niet af. Mannen, die eerbied afdwingen, in één woord: mannen van karakter- Karakter kweekt degelijke zonen der Kaitholieke Keik, trouwe leden der gods dienstige vereenlgingen, hechte steunpila ren vaiu Keik en Maatschappij. Bij de audiëntie, welke Maandag j.l. de Koningin aan de burgerlijke autoriteiten te Amsterdam heeft verleend, hield burge meester de Vlugt een rede waarin hij o.m. zeide: Het is den Gemeenteraad van Amster dam bijzonder aangenaam, Uwe Majesteit opnieuw de verzekering te mogen geven, dat Haair bezoek aan de hoofdstad, zoowel door het bestuur als door de burgerij op zéér hoogen prijs wordt gesteld. Het beeld, dat wij Uwe Majesteit van den toestand van Amsterdam mogen geven, kan niet zoo gunstig zijn als de vorige ja ren. Zwaar heeft de wereldcrisis onze stad en hare bevolking getroffen. Vooral scheepvaart, handel en industrie ondervin den sterk den invloed van de algemeene malaise welke door de hevige valuta-con- currenlie te scherper wordt gevoeld. Onze scheepvaartmaatschappijen leden groote verliezen, vele vaartuigen werden opgelegd, terwijl het exploiteeren der overi ge veelal belangrijke offers vraagt. In de meeste takken vatn handel wordt stilstand of slapte aamgetroffen en _de be lastingdruk, zoowel hier als in Indé, staat een nieuwe ontwikkeling niet weinig in den weg. In de industrie in het algemeen heerscht groote werkloosheid. Wat de diamantnij verheid aangaat, verminderde zij niet onbe langrijk. Ten gevolge van dit alles baart de toe stand der gem een te fin an cië n het bestuur onzer stad veel zorg. De grootst mogelijke voorzichtigheid zal ncodig zijn om het evenwicht tusschen inkomsten cn uitgaven te blijven bewaren. Evenwel doet het den Raad genoegen. Uwe Majesteit, trots dit alles ook op eeni- s lichtpunten te kunnen wijzen, Zoo blijft de gezondheidstoestand der bevolking bij uitstek gunstig. Hoewel de woningnood nog geenszins overwonnen is, zal in den toestand der woningvoorziening in de naaste toekomst een aanmerkelijke varbetering waar te ne- Als 's Raads voorzitter acht ik het een langste!?'<ng BeK-Sf Jts, waarmede Zij 3ê( stedelijke aangelegenheden gadeslaat, de verzekering te kunnen geven, dat het ern stig streven van Gemeentebestuur en bur gerij beide is, Amsterdam als hoofdstad des Rijks, ook in dezen moeilijken tijd zijn plaats te doen handhaven en zijn weivaart te vergrooten. Naar wij vernemen, herdenkt de heer Max van Poll, hoofdredacteur van „De Nieuwe Eeuw", 3 November a.s. zijn 25- jarige loopbaan als journalist. In Twente heeft het in den nacht van Maandag op Dinsdag gesneeuwd. Met betrekking tot de herdenking van Pasteur te Amsterdam op 25 November a.s., kan worden meegedeeld, dat zich een eere-comité van den Nederlandschen Pasteurdag heeft gevormd, bestaande uit den minister van buitenlandsche zaken, Jhr. Mr. Dr. H. A. van Kamebeek, den Franschen gezant te 's-Gravenhage, den heer Ch. Benoist, den commissaris der koningin voor Noord-Holland, Jlvr. Mr. R. Roëll en den burgemeester van Am sterdam, den heer W. de Vlugt. De openbare Pasteur-maaltijd, na de plechtigheid in het concertgebouw, zal worden voorgezeten door prof. dr. J. J- Salverda de Grave, president der tyge- lingscommissie; leden dezer commissie zijn mej. Jeanne Scheffer, mr. G. L. de Vries Feyens, de rector van het Amsier- damsche Studenlen-Corps, de voorzitter van de Unitas Stud. Amst. en de presi dente der Amst. Vrouw. Stud. Ver. Een bakker te Amersfoort heeft het wittebrood ineens zes cent per pond lager gezet. De andere hakkers hebben besloten hem te boycotten en zullen trachten meelleveranciers te dwingen hem niets meer te leveren. De burgerii wijdt natuurlijk de noo- dige aandacht aan het verloop van de zen bakkersstrijd. Te Alkmaar verloor een dame een oou- vert, inhoudende ongeveer 350, aan bet spoorwegstation. Het couvert werd gevon den door een witkiel die door dezen vondst een besten dag doormaakte. Hij kreeg voor belooning 50 cents. In den nacht van Zaterdag op Zon dag werden twee surveilleerende agen ten in de Lage Nieuwstraat te 's-Ha- ge plotseling overvallen door een twin tigtal personen. Een der agenten werd „geschept". Door de duisternis was 't onmogelijk een der aanranders aan te houden. Maandagmorgen is te Barneveld een groote pluimveetentoonstelling door den burgemeester aldaar geopend. Vooral 't groote aantal „Barnevelders" is zeer be langrijk. De hiervoor door het gemeen tebestuur uitgeloofde zilveren wisselbe ker is toegekend aan Hoeve „den Ak ker," te Niikark. Eveneens verwierf ge noemde hoeve de groote medaille van MELANGE rvzwrare»;, p,1 i i.jra.vJT.'PmüHJif.UIYrr'-; -iu i'Ffv.vfl •R.K.H. Prins Hendrik voor den mooi- sten ouden hi->n f Bk n- e'feri. Voor den inhoud dezer rubriek stelt ie Redactie zich niet aansprakelijk. tóoiiotej, 30 Oct. la_k SCHOLENBOUW TE SCHOTEN. Mijnheer de Bodacteur Donderdag komt in onze raadsvergade ring een oude kwestie op het tapijt: de a a n o u w van school A. B. en W. stellen voor het raadsbesluit tot afbouw van dezelfde school in te trekken. Wel toevallig nu de heer Klein over dezelfde materie vragen heeft gesteld. Ged. Staten hebben ruim een jaar geleden den aanbouw, dien men taana typisch „afbouw" noemt, niet goedge- ykeurd. Ik wil nu niet spreken over de leeg staande groote lokalen in school A die men voor reclame-doeleinden blijkbaar niet wil gebruiken. De uitbreiding onzer gemeente gaat fel in de richting Oud-Schoten. De bouw der vereenigingen Vesta en Pa- tria, zonder van andere te spreken, is er als bewijs. De aanstaande bewoners dier huizen kunnen hunne kinderen be ter en vlug ger naar Oud-Scho ten ezaden, waar een pracht schoolge bouw met onderwijzerswoaing staat. Wel is dit gebouw ingericht voor noodwo ningen maar met eenige duizenden gul dens is hier wederom een modelschool van te maken. Wel niet architectonisch mooi, maar in elk geval een pracht ge bouw. Men zal wel weer tobben over Soho- ten's onmacht, een standpunt dat m.i. volkomen onjuist is. Ik ben echter over tuigd dat als men maatregelen tot ruim te verkrijgen voor de openbare school wil nemen, dat dan het eenige moge lijke zal zijn het gebouw te Oud-Schoten opnieuw in gebruik te nemen. De zuinigheid gebiedt om thans do zen gezonden maatregel te nemen, die zeker in het belang van Sohoten en ook in de toekomst in het belang van Groot Haarlem zal zijn. Voordat onze Baad een besluit neemt, wil ik hem bovenstaande regels in bet publiek belang ter overweging dringend aanbieden. H. B. DBOST Vr. Ik ben 24 j. en als dienstbode la be trekking voor dag en nacht Mijn moeder wil mij echter tegen mijn zin thuishouden. Ben ik wettelijk verplicht aan mijn moedej te gehoorzamen? Antw. Wettelijk niet. Vr. Is ar 's winters gelegenheid zwam men te leeren. Antw. In Stoop's Bad. Vr. Ik zou een betrekking willen hebben in Ncderlandsch Indië. Kunt u mij ook den weg wijzen, dien ik daarvoor met suc ces volgen ban? Antw. U kunt volledige inlichtingen be komen aan het inlichtingenbureau der Vereeniging „Oost en West," Heulstraat 2, 's-Gravenhage. Vr. Ik heb een geilenvacht, waarvan de lm ren uitvallen. Is daar een middel tegen? Antw. Daar is niets aan te doen. Vr. Hoe is de reis per fiets van Haarlea over Uithoorn naar Naarden? Atw. Haarlem, Fort de Lidie, zijweg naar de Lijnden, zijweg naar Sloten, Am stelveen, Uithoorn, Waverveen, Vinkeveen. Baambrugge, Loenersloot, 't Vreeland, Kor- tenhoef, 's-Graveland, Bussum, Naarden. Vr. Ik heb een aangenomen kind, waar van de moeder leeft. Aan dat kind zon ik gaarne mijn naam geven. De moeder vindt dat goed. Tot wien moet ik mij wenden? Tot een notaris of een advocaat? Antw. Naamsverandering kan alleen ge schieden met Koninklijke toestemming. Wendt u tot een advocaat of rechtskundig bureau. Vr. Ik ben niet katholiek. Wanneer men tot geen Bepaald kerkgenootschap behoort, is het dan geoorloofd te trouwen in welk* kerk men wil of moet men bepaald lid- maait van die kerk zijn? Antw. Om in de Katholieke kerk t« trouwen moet men katholiek rijn. Wat de Proiestantsche kelkgenootschappen be treft, er zijn er, die een bepaald lidmaat schap eisehen; andere daarentegen edschen dat niet. De predikant zal u voorzeker kun< nen inlichten. Vr. Tot wien moet ik mij wenden voor een betrekking als kantoor- of vrie- sellooper aan de Spaarnebank? Antw, Wendt u tot de Directie. KWEEKEN VAN WONDEKKIN- DEB-EN. De Amerikaansche paedagoge dr. Sackville Stoner heeft haar dochter, die thans negentien jaar is, volgens een nieuwe methode opgevoed, waarbii ze uitging van de gedachte dat men da delijk na de geboorte van een kind met «iin ontwikkeling moet beginnen en dat men het de kennis op gemakkelijke wijze moet aanbrengen, door middel van versjes, waarin de aan te leeren we tenschap is verwerkt. Haar dochter kende op twaalfjarigen leeftijd Teeds zeventien talen en deed op haar negende jaar reeds eindexamen van 't gymnasium. Bovendien heeft ze zeventien boeken geschreven, waarvan ze 't eerste reeds op haar vijfde jaar had voltooid .En ondanks dit alles is ze een heel eenvoudig meisje, dat er lief uitziet. Mevrouw Stoner heeft nu negen meis jes opgenomen, die ze volgens haar methode wil opvoeden. Ze verdeelt het teven in de volgen de tijdvakken De aanvallige leeftijd van de ge boorte tot aan het tweede jaar. De verwaarloosde van twee tot zes. De ontvankelijke van zes tot twaalf Het poptijdperk van twaalf to t zestien. De Sturm und Drangperiode van Zestien tot een en twintig. De arbeid s leef tijd van een en twin tig tot veertig. Na het veertigste jaar komt, volgens haar, het tjjdperk van het gezond ver stand. DE WELKOME GAST. Vader vertelde z'n vriend van 't goede geheugen van zijn jongen. „Zou hij mij rich nog herinneren," yroeg j(ie yriend- „Nou dat zal je zien, als we strik- thuis kc-men," zei de vader. Toen de vrienden een uur later het huis binnengingen, vroeg de vriend na mevrouw eerst gegroet te hebben onmiddellijk naar den zoon. „Ken je mij nog nog, Bob?" vroeg de man vriendelijk. „En of, meheer,'' zei Bob, „u is de man, dien pa verleden jaar ook eens meebracht, en toen was ma zoo kwaad, dat ze in geen acht dagen tegen pa gesproken heeft." DE SLIMME IMPRESSARIO. De verslaggever van een groote krant wilde juist zijn redaetiebureau verlaten, toen een heer zich liet aandienen. „Smees, impiressario, stond op het kaar tje. „Smees?" dacht de journalist, „is dat niet de manager van de zangeres Violo, wie dat prachtige paarlencollier ontstolen is?" En toen tot den portier: „Laat me neer in de spreekkamer." Als do krantenman den impressario heeft begroet, zegt deze: „U waart zoo vriendelijk een paar keer berichten te ge ven in verband met den diefstal van het paairlencollier, waarvan mevrouw Violo.." „O, volstrekt geen dankvalt de ver slaggever in, „een diefstal van een sieraad ter waarde van een half millioen is zeker wel een paair berichten waard. Trouwens, alle bladen hebben er over geschreven." „Zeker, de pers heeft zich kolossaal uit gesloofd. Ik kom u nu zeggen, dat helt niet meer noodig is, er verder nog gewag van te maken." ,.Zoo? Is de dief gepakt?" „De dief? Welke dief? Welnee! Maar het concert is uitverkocht.'' ,U .ijea.e:a -o. schrfdwlyu mm cs m cbm BESCHEEIDEN WENK. Opperkellner tot den portier: Geef mijnheer de guMenkamer. Keiziger. Kost die kamer een gulden? Portier. Neen, mijnheer, de kamer kost twee gulden vijftig, maar wij noemen haar zoo, omdat al de heeren, die daar in logeeren, bij het- vertrek een gul den fooi geven. EEN GOEIE- Een onaer vrienden, die er eene keu kenprinses op nahoudt die streng zijne bevelen opvolgt, vertelde ons dezer da gen een „goeie" van zijne dienstmeid. De heer P. zoo heet onaa vriend, roept tegen de meid: Kaatje, ik ga naar boven, naar mijne studeerkamer; je begrijpt 't, ben niet thuis, ik moet werken! Een uur later wordt er boven gebeld, nog eens gebeld, -nog eens, nog vele malen! Plotseling vliegt er eene deur open en meneer in hoogst eigen persoon stormt de trap af, waarbij bij bijna valt over een flos van zijn chamboloak. Spoedig is hij beneden en hij ijlt de keukon in. Daar staat Kaatje te poetesn, bedaard, kalm, onschuldig als eene Asscheposster. Kaatje! Jawel, meneer. Hoor je niet bellen? Jawel, meneer. Wat, hóór je 'tP! Ik ban niet doof, memeet. Bc heb tien, twintig maal gebeld! Vijftien maal, moneor. Zoo, weet 't je_ zóó precies! En waarom kom je dan niet, uilskuiken! Uilskuiken, uilskuiken, meneer? En Kaatje begon te schreien: Nu ja, zei meneer P„ maar waar om voor 'den donder kom je dan niet als ik bel? Kaatje snikkend: En u zei tegen me dat u niet thuis waart, meneer! Nog een veel aardiger mop kwam ons ter oore over het al to letterlijk op volgen van bevolen. Verleden week Woensdagavond verga derde de vroedschap van eene der kleine gemeenten onder den rook van Amster dam gelegen. De beschreven vaderen had den dien avond voor het eerst in dienst een nieuwen bode. Met vergenoegd ge laat, in spiksplinternieuwe uniform, met heldor gepoetste borstplaat, verrichtte de man zijne taak. Wanneer hij de stem briefjes den raadsleden toereikte ge schiedde dit met een ernst, alsof hij het origineel van de tripler-aliantie rond deelde en als een der luisteraars onder het publiek zijn hoofd bewoog, schoot het oog van den gemeente-dienaar von ken, die den oneerbiedigea tot inkeer brachten. - Daar klinkt het van den stoel des voorzitters: „De raadsvergadering zal worden voortgezet met gesloten deuren." Het publiek verwijdert zich; ook de bode verlaat de raadszaal, haalt uit de wachtkamer de sleutels, draait de den- ren op slot, terwijl do dorps-edillen voortgaan de belangen der gemeente te behartigen. Waar de sloutelhouder van hun dorpsi- kapitool toen heengegaan is, wist op dat oogenblik niemand, inaar zooveel is ze- kar, dat na een half uur in do raads zaal gescheld, geklopt en gestampt werd, teneinde de deur weer open te krijgen. Eindelijk werd eon der vensters ge opend en daar het reeds laat in den avond was en niemand meer passeerde, dis do vroede mannen kon verlossen, zoo kreeg een der wethouders den ge- nialon inval: Brand! Brand! te schreeu wen. Dit hielp, in een oogenblik was de halve bevolking van het dorp op den been en vóórdat stormram of balk de deur van het gemeentehuis hadden geforceerd, kwam de nieuwe bode mot zijn sleutel en de hoeren waren vrij. Op den uitbrander des burgemeesters was het laconieke antwoord: Met uw permissie, er werd gecommandeerd: Ver gadering met gesloten deuren, dat was het consigne en... ik ben het dorp rond gegaan, om te zien, of alles in den haak was. SARCASTISCH. Hij (bij zijn terugkomst van de jachl). Ik kan vandaag niets meebren gen, want Zij (hem in de rede vallende). Zoo, was de winkel van den poelier reeds geslo ten EEN UITZONDERING. niet, dat een uwer sterken drank heeft meegenomen, want die werkt zeer na- deelig als men een marsch doel. (Een der recrulen reikt hem een fleschje met cognac waarvan liij ge bruik maakt). Goede, oude cognac maakt een uitzondering. DE WARE PERSOON. Heer. Mevrouw, ik kwam met een vriendelijk verzoek aan mijnheer uw echtgenoot en vraag tevens of u een goed woordje voor mij wil doen. Mevrouw. Maar, mijnheer, waarom wendt ge u niet direct tot mij? ONZE DIENSTBODEN. Mevrouw. Mietje, zie eens, je hebt den spiegel niet uitgepoetst; hij is geheel en al dof. Dienstmaagd. Wees blij, mevrouw, dan schrikt u ook niet als u er in kijkt. VOOR DE BALIE. Rechter. Bekent ge schuldig te zijn? Beschuldigde. Niet te haastig, mijn heer de rechter, eerst moet ik hoo ren, wat de getuigen nog weten. VERONTSCHULDIGING. Een schuldeischer kwam bij zijn schuldenaar en werd op heftig aan dringen toegelaten. Hij vond hem bezig met het smakelijk verorberen van een kalkoen. Ik kom eens hooren, mijnheer, of gij mij spoedig denkt te betalen? Ik wilde dat ik je betalen kon, mijn beste heer, maar 't is mij on mogelijk. Ik ben geheel en al van middelen ontbloot, geruïneerd; ik heb geen halven stuiver op zak. Maar mag ik u dan doen op merken, mijnheer, dat menschen die niet in staat zijn te betalen, toch niet gewoon zijn kalkoenen te eten zooals met u op 't oogenblik het geval is. Och mijn beste heer, zeide de schuldenaar met zwakke stem en hij bracht zijn servet aan de oogen; ik ha<l geen geld om eten voor het sfomi> me dier te koopen. GEEN BETALING. Heer. Hoe is 't, zijt ge niet tevre den met het dubbeltje, dat ik ugeef? Bedelaar. Moet dat betaling voor het bedelen beteekenen in zulk hondenweer? OP 'T EXAMEN. Professor. Tegenover de vele deug den, die de oude Grieken bezaten, stonden toch ook groote gebreken; noem mij eens eenige daarvan. Student. Och, Professor demor- tuis nil nisi bene! Van de do oden niets dan goed! EENE GOEDE VRIENDIN. Dame. Kan ik er zeker van rijn, dat de door u geannonceerde tinctuur, welke ik aan eene goede vriendin wil schenken, de zomersproeten werkelijk doet verdwijnen? Drogist. Eerlijk gesproken, mejuffrouw, neen. Dame. Nu, daa koop ik ze. ZIJNE ZAAK. Bankier. Neen, maar dat is toch al to kras. Gij laat mij zeggen, dat ge zaken met mij wenscht te doen, en nu vraag je eene aalmoes. Bedelaar. Zeker; bedelen dat is mijn» zaak. EENE SLIMME. Mevrouw. Betje, kijk eens gauw op den barometer, welk weer wij krijgen. Dienstbode. Het is nog vijf minwten voor „mooi weer", mevrouw. ECONOMISCH. „Ik ben niet meer ziek," zegt een knaap tot zijn vader, „laat mij nu opstaan." „Neen, je blijft in bed en drinkt de flesch medicijn leeg, die mij achttien staf vers kost." GOED OPGEMERKT. Sir Walter Scott gaf eens een vriend een boek ter leen en verzooht hem niet te ver geten het hem fertfg te geven, „want." voegde hij er bij, „mijne vrienden zijn meest slechte rekenaars, maar 't zijn alll goede boekhouder*"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 11