ELCK WAT WILS Derde Blad 3 November 1922 BIMER6D H?euw& INGEZONDEN. UIT DEN OMTREK. OPROEP VAN EEN MISSIONA RIS UIT HET NOORDEN. Een gevaarlijk heerschap. na ensmp, 61 sof WTtSdYfen ooot een rei ziger te laten bedienen, dan dat men rich rechtstreeks voorriet in de goedkoope trustzaken onzer steden! Je kunt je kin deren veel billijker in de stad uitbesteden om ze te laten studeeren, dan dat je ze in de plaats van inwoning op school doetl 't Kost toch veel minder je rieken per auto naar de stad te laten voeren, dan dat je zoo alle mogelijke geneeskundige hulp bij de hand hebt. En de groenten? Ja, die zijn tegenwoordig verbazend duur in de stad (zie.) En dan wat verslindt dat niet oen geld in de groote stad; theaters, bios copen, lezingen, uitvoeringen, trams enz. enz. Ja, dat zeg ik ook, omdat de ambte naar op het pltateland nooit 'ns in staat is een goed stuk te hooren, 'ns uit te gaan, daarom moet hem noodig 20 pot. van z'n loon worden ingehouden Of zon 't misschien niet beter zijn hem er nog 20 pet. bij te geven om zich ©en degelijke biliotheek aan te schaffen voor de winter avonden? Want boeken zijn duurl SCHOTEN, Gemeenteraad. En eau-de-quinine, tegen iwfc uit vallen van bot haarv OORZAAK EN GEVOLG. de zindelijke frans. Ja, ja! Jo zou 't niet zeggen aan 't EEN DOOS VAN EENE GOUVERNANI - Den katholieken priester of leek, die de Deensche gouwen doorwandelt en met bewondering de oude tempels aansohouwt, welt onwillekeurig in 't hart het schrij nende wee, dat een zoon van oud-adel lijken huize verscheurt, wanneer hij het slot zijner vaderen bezoekt, in vreemde handen overgegaan. Ja, het Deensche land, weleer een der rijkste parels in de kroon der kerk, het Doensche land, zoo rijk en schoon, overzaaid als het ware met katholieke gedenkteckenen, dat land, waar groote koningen eens den scepter 'zwaaiden, waar machtige bis schoppen niet alleen den herderstaf, maar ook het kromzwaard voerden, ter verde diging van Kerk en Vaderland, dat land ie nu slechts 'een schaduw van zijn vroe gere macht, en de kerk van Kome eens zoo sterk en groot, is daar gelijk aan het teedere plantje, aan den kouden bo dem ontsproten en gekoesterd door de stralen der pas opgaande zon. De zoogenaamde Hervormers der 16e eeuw hadden goed hun werk gedaan. Niet door geweld, neen, door list en bedrog heeft Christiaan III het aloude geloof uit do harten der Denen gerukt. .Weliswaar hebben verscheidene edele priesters het geloof met hun leven moe ten verdedigen, weliswaar moesten dui zenden zonen en dochters der H. Kerk hun vaderland verlaten, maar het volk zelf werd in den doodsslaap gewiegd, door wolven in schapenvachten, door af vallige priesters en monniken, die het uiterlijke der katholieke ceremoniën be hielden, en zoodoende het volk om den tuin leidden. Met de Bisschoppen in den kerker opgesloten, de priesters uit den lande gejaagd of in kasteelen, bosschen, holen en spelonken verborgen, stond het arme volk daar zonder herders, over geleverd aan de verscheurende klauwen der valsche profeten; en nog is het te bewonderen dat, trots den haat der ko ningen en Lutersche geestelijken, drie geslachten het geloof der vaderen be waarden en dat men in het jaar 1570 nog steeds voortging met het bidden van den Rozenkrans, het houden van pro cessies en het vereeren der Heiligen. In hét jaar 1621 verdween het laatste kloos ter en van af dien tijd werden ook door Christiaan IV de wetten verscherpt te gen priesters en nieuw bekeèrde leeken. Ten bewijs van de onverdraagzaamheid der Luthereche machthebbers diene hot volgend feit. Onder Ohristiaan IV begonnen Noder- landscbe kopersmeden naar Denemarken te komen. Zij vormden een soort gilde en vervaardigden de beroemde koperen ketels, die nog ten huidigen dage den trots van iederen rijken Deen uitma ken. Doch daar de leden van dit gilde katholiek waren, mochten zij uit vreeze dat zij hun geloof in Denemarken zouden japlanten, daar niet huwen. En toch heeft de H. Kerk in deze geestelijke woestijn, te midden der puin- hoopen harer kerken en kloosters, eenige bloemen mogen plukken, die Haar en Denemarken met roem overladen. Ver- Bchridene vorstentelgen en de beroemde ge: ec 1 e ;r-ge'1 og N'e's-Sto: sen, gestor ven als bisschop van Titispolia ten jare 1686 te Hamburg, keerden toen terug tot de ware Kerk Gods, en toonden aan dat het geloof door St. Ansgarius ge preekt, door den H. Öanut, Erik, Olaf en Margaretha beleden, door Bisschop AbsalonL&go-Ume verdedigd, door den H. Hertog Kanut en den grooten Kar meliet, Broeder Paul us Helgesen, den Hamer der Ketterij, met den marteldood bezegeld, dat dit geloof nog vonken schoot en slechts wachtte op gunstige tijden om weder te ontvlammen in 't hart des Deenechen volks. Dit gelukkige ©ogenblik brak aan in het jaar 1848. De storm der revolutie had zich over Europa ontketend. Hij had Veel van het oude weggevaagd, maar ook nieuwe ideeën doen ontkiemen, welke in het Protestantsche Denemarken ten gevolge hadden, dat men er met moer verdraagzaamheid ging zien op de Ka tholieke Kerk. In Juni 1849 kondigde koning Frederik VII, trots den tegen - •tand der Luthereche geestelijkheid de vrijheid van godsdienst af en mochten de Katholieken, van hunne banden be vrijd, weder ademen en langzamerhand ju aantal en sterkte toenemen. Hevig was de strijd, doch onweerstaanbaar de kracht, welke zich uit het H. Roomsche geloof ontwikkelde. Weldra werd een zelfstan dige Prefectuur opgericht met Mgr. Her man Grüder als eersten Prefect. Deze vrome en wilskrachtige man heeft de grondslagen gelegd der nieuw© Katho lieke Kork in Denemarken; op deze grondslagen, met ontzaglijke moeiten ge- gelegd, heeft Mgr. von Èuoh z.g. voort gebouwd, en thans wordt Gods Naam verheerlijkt in circa 89 kerken en ka pellen, door 20.000 Katholieken, daar buiten gelaten de circa 8000 Poolsche Katholieken over het geheele land ver spreid. Een 7080 priesters zijn met de zielzorg belast; een 500 tal Zusters verplegen de lichamen in hospitalen en gasthuizen, tot heil ook van vele dui zenden zielen; broeders en zusters wed ijveren met elkander in sohool en pa tronaat, leeren den kinderen zachtjes aan den weg ter kerke en doen bij de ou dera verouderde en soms zeer zotte vooroordeelen vallen. In 't algemeen ge niet de Eoomsch-Katholieke kerk een hoog aanzien en ieder ziet met o; zag op tegen hare bedienaren. De vrijheid, die wij genieten is on begrensd; in alles (slechts de Staats- bijdrage', aan Luthersche geestelijken ver leend, uitgesloten) staan wij op gelijken voet met de staatskerken, en 't is waar lijk bewonderenswaardig dat men in dit Protestantsche land, vrij en ongehin derd openbare processies houden kan, bedevaarten met gebed, zang en H. Mis in de vrije lucht kan organiseeren, be grafenissen houden in volle ornaat, en bij dat alles den steun der politie en de eerbiedige deelneming des volks ge nieten mag. Langzaam, maar zeker, gaat ons H. Geloof vooruit in Denemarken. De staats kerk kan den wassenden stroom der onverschilligheid en godsdienstloo heid niet meer tegenhouden; alleen do Ka tholieke Kerk met haar rotsvaste leer, haar 6trenge moraal, haar indrukwek kend© hiërarchie dwingt eerbied af en ontzag, zelfs bij hare meest verwoede tegenstanders. Het gist in de Deensche ziel; hoe langor hoe meer zieken volk cn gees telijkheid den weg naar de Moederkerk en treffend is het tezien, hoe zij, die voor 400 jaren de Hervorming in de hand werkten en deden zegevieren, de Deensohe adel. nu de eersten zijn, die wederkomen tot het geloof der vaderen, want wel 70 leden van adellijke huizen gaan hunne landgenooten voor in het ééne zaligmakende geloof. Wij, priesters der Deensche missie, trachten, met Gods hulp, onze afge dwaalde broeders weder te voeren op den weg der waarhoid, maar al "ons wer ken en streven is nutteloos, indien gij, Katholieken van Nederland'ons niet helpt door Uw gebed. Het gebed is als een benrelsche dauw, die de pas bewerkte narde moet bevruchten, de zon, die de kiemen moet verwarmen en sterken, de stuwkracht, welke den God der Waarheid moet bewegen, rijn genadestroom uit te storten over priesters en volk. Sluit u daarom samen, mannen, vrou wen en kinderen, van Katholiek Neder land, sluit U aan bij den gebedenbond tot bek earing van Scandinavië. Deze bond, pauselijk goedgekeurd en met kostbare aflaten verrijkt, stelt zich ten doel te bidden voor den terugkeer der Protes tanten van Denemarken, Zweden, Noor gen en Finland. Geeft Uw naam. ter inschrijving op aan de Eerw. Paters van het Gezelschap van Maria te Meerssen, Bunderstraat .829.' aan het Deofstommen- instituut te St. Michiels-Qeriel of aan het Seminarie te Rijsenburg. Zendt ook de namen van huisgenooten en kennis sen, die ij tot dit werk van krachtdn- digen missie-ijver kunt overhalen. Men verplicht zich slechts tot het bidden van één dagelijkscb Weesgegroet voor de be- keering onzer Noordelijke broeders. Bidt in veresniging, want het gebed van velen is alvermogend op het Hart dos Heeren. Bidt met volharding, opdat God de harten rocro in de vier apos- tolisoh© vicariaten van het Noorden, en weldra onze heerlijke oud-roomsohe Ka thedralen en Abdijkerken weder mogen weergalmen van den blijden jubelzang: Pk geloof in de ééne, heilige, Katho lieke en Apostolische Kerk. Amen. Roekilde, October 1922. P. ROOMER, Pr. Missionaris in Denemarken. De Amsterdamsche politie zoekt stads eenige weken zekeren Joh. G., die den laatsten tijd kantoor hield aan de Keizers gracht te Amsterdam en wiens inhechte nisneming is gevraagd wegens valschheid in geschrifte. Omtrent de feiten deelt het „Hbld." het volgende mee: Een oude dame te Zeist las in 1916 een adverentie, waarin werd medegedeeld dat eigenaars van buitenlandsche effecten hun stukken in beleentag konden geven, in niB waarvoor hun een lijfrente zou worden verstrekt. Zij kwam door die adverentie in relatie met G., als vertegenwoordiger van Bekkering, Nagel en Go. te Amsterdam. Zij stond voor 600(1 ft 7000 Russische effecten en een obligatie van f 1000 van de 6 pet. leening van Ned. Indië van 1916 af. In ruil daarvoor zou zij een lijfrente van 91.60 per kwartaal ontvangen. Die lijfrente is haar regelmatig uitgekeerd tot November 1921, toen G. niet meer be taalde. Op brieven antwoordde hij dat het geld per postwissel was verzonden en met meer dergelijke uitvluchten. Ook de dienstbode van de dame had hij weten te bewegen, hem een geldswaardig stuk af te staan in ruil voor een lijfrente, welk© laatste eveneens sinds Nov. 1921 niet meer werd uitbetaald. In den loop van dit jaar kwam hij cte dame persoonlijk een bezoek brengen. Hij had, zoo vertelde hij, de achterstallige lijf rente willen uitbetalen, doch had onder weg zijn portefeuille met 800 verloren. Had hij echter geen gera, goeden raad had hij wel. Hij waarschuwde de dame voor de huurcommissle, die beslag kon leggen op haar met hypotheek bezwaard huis te Soesterberg. Om zulks te voorkomen raadde hij haar een stuk 'te onderteekenen dat hij bij zich had Genoemd stuk was een schuldbekentenis, waarop dé dame zich bereid verklaarde 5000 te betalen. Alleen de handteekening ontbrak nog. Ondanks den aandrang, op haar geoefend, weigerde de dame haar naam onder het stuk te zetten. Eenigen tijd later heeft G. opnieuw getracht van de dame gedaan te krijgen dat zij haar handteekening zette. Ook toen tevergeefs. Evenwel is het stak toch, met haar naam onderteekend, in bezit van een derde gekomen, zoodat moet worden aan genomen, dat hij zelf die handteekening heeft ingevuld of ze heeft doen invullen. Hij heeft het valsche'ijk onderteckende stuk aan een anderen persoon ter hand gesteld, die te goeder trouw meende, dat hij 5000 zou kunnen ontvangen van de dame. De man in wiens bezit de schuldbe kentenis kwam, had in het begir van 1021 geschreven op een door G. gen1 natste ad vertentie, waarin een directeur gevraagd werd voor een Assurantie-maatschappij op een salaris van 4000. Hij werd benoemd en stortte als borgstelling 15.000 nomi naal aan effecten, die G. voor 10.000 te gelde gemaakt heeft. Als onderpand voor deze effecten gaf G. ceelen van wollen garens, welk een waarde van 6000 ft 7000 vertegenwoordigden en de boven genoemde schuldbekentenis. De ceelen bleken later waardeloos te zijn, omdat degene aan wien de garens behoorden reeds in staat van faillissement verkeerde toen de ceelen in onderpand gegeven wer den. De schuldbekentis was niet onderteo- kend en de handteekening, die kater is in gevuld, zooals' boven is vermeld, is valseh gebleken. Deze man heeft niet alleen zijn effecten verspeeld, maar heeft bovendien nog eenige maanden salaris te vorderen van G. die inmiddels failliet verklaard ij. De politie heeft nog meer klachten ont vangen over G. Hij deed den laatsten tijd in wijnen, bood ze althans aar De leve ring bleef echter veelal achterv e, hoewel G. wel de gelden inde, die voorn'' per post wissel moesten worden overgemaakt. Er was bovendien aan de levering een voor waarde verbonden, die in de advertentie op een dergelijke wijze werd vernield, dat vele lezers in den waan moesten komen dat de prijs lager was dan hij in werkelijk heid was. Abonné's van een blaadje voor geldbe leggers, dat door G. werd uitgegeven, heb ben zich eveneens bij de politic beklaagd. Aan dit met de schrijfmachine getypte krantje, waarvc de abonnementsprijs - per jaar was, as een fonds verbonden, dat de abonné's verzekerde tegen koers verlies van effecten. Daar moest echter apart vrior betaald worden. Bovendien vermeldde het reglement van het fonds, dat er alleen uitgekeerd werd als er ge™ was. Was er geen geld, dan moest worden begonnen met bijbetalen. De zaak kwam ten slofte hierop neer, dat het gestofte geld aan G. ten goede kwam wal natuur lijk niet de bedoeling was van degenen die hun penningen afdroegen, in strijd met het reglement was het echter niet. Voor den inhoud dezer rubriek «telt de Redactie zich niet aansprakelijk. Zeer geachte Redactie, Zondt U het volgends in Uw blad willen opnemen? Daar gaat door heel het land een gemor; daar klinkt door heet het land een klacht. Daar wordt kregel op den grond gestampt; .daar worden handen gewrongen en gezucht: „Maar Hemel, hoe moet het nu weer gaan?" Het is het protest van den rijksambte naar; het is de klacht van den rijksamb tenaar en zijn gezin, omdat hun meer dan een vierde aan hun salaris dreigt te wor den ontnomen. „O, dat is nn al genoeg bekend; daar be hoeft nu niet meer over geschreven te worden," zal men misschien zeggen. Ja, bekend is 't wel, maar is 't wel over al goed doorgedrongen, hoe onrechtvaardig een deel van ons volk hier zal worden behandeld als tenminste de berichten juist zijn. (En tijd om meer zekerheid af te wachten hebben we niet, want reeds schrijft men, dat het ontwerp zal worden doorgevoerd in November, a! is het rap port van de classificatie-commissie nog niet binnen denkt U 'ns in hoe dat laat ste velen zou grieven!) De ambtenaren, vooral de onderwijzers, die voor nog zoo betrekkelijk korten tijd de klasse vormden van menschen die moesten passen en meten met hun trae tementje, die zelfs dc halfjes moesten „knijpen", de klasse van de .glimmende jassen" waaT fatsoenlijke armoe werd ge leden en die daarom in den volksmond den naam kreeg van „rietjesklanten" die ambtenaren hebben eindelijk een behoor lijke salarisregeling get:regen, en ze heb ben zich verheugd in hun verbeterde po sitie, die hoe bescheiden ook toch een nooit gekende was. Maar de oorlog, die van zooveel landen een ruine maakte doet ook hier zijn na weeën voelen. De mcnsch die zijn produc tie-middelen heeft vernield, z'n grondstof fen heeft weggesmeten, z'n werkkrachten heêft verminkt, hij kan niet meer zoo leven als voor dien ramp. En bleven we hiefc ook buiten den strijd, wij, die zoo op andere landen zijn aangewezen, blijven niet buiten zijn gevolgen. En „Bezuinigen!" is de klank, die fjrer- al klinkt. Beruiuigen! En ook de rifksSmb- ter.aron dachten al vol zorg aan hun pas verkregen tractementje. Bezuinigen! En 't was onafwijsbaar. Ook daarop moest be zuinigd worden. Maar neen, de pas ont worpen salarisregeling zou blijven bestaan. Slechts zal classificatie der gemeenten worden uitgebreid. Attrbtenaar, je houdt je salaris hoort Alleen maar zuilen er som migen van jullie 28 K pet. dat is toch niet te erg hét - 28^4 pet er van niet ontvangen, zie je. Alsof de eene ambtenaar de regeering liever is dan de ander, omdat hij in 'n veel moeder en grooter plaats werkt laat ze sommigen hun salaris behouden en gaat hij anderen aftrekken 5, 10. 15, 20 pet. zelfs! Alsof de één de regeering liever is dan de ander, zeg ik want da! de een meer „verdient"' dan de ander is te dwaas; dat er 800 gemeenten zouden zijn, waar je met 20 pet. minder kan rondkomen dan in Amsterdam, Rotterdam en den Haag is nog_ dwazerl Maar men schijnt in de stad geen idee (c hebben van 't leven van den ambtenaar te platteland®. Denkt men soms, dat het daar „waar immers bijna geen menschen wonen" een lui bestaan fj« is? Dat hij daar ©en koerie houdt en de boer wel voor de fourage zorgt? Ik ris hier te voor me den plattelands onderwijzer, hoe tij ploetert voor z'n tvsfeo drie, vier aan nog meer klassen durf its niet eens denken; hoe hij telkens weer ge hinderd wordt fn de uitvoering van z n program doordat er weer 'n vacature is en hij er og een of meer klassen bij moet nemen t hoe hij in de eerste klasse den kinderen niet slechts tezc maar eerst praten moeten leeren* hoe dj kampt tegen schoolverruim wegens weer slechten weg enz.: hoe zijn schooltje zelden zoo voor zien is van leermiddelen als de stadsscho len; hoe hij na schooltijd willende studee- ren rich steeds moet behelpen met schrif telijke fessen; hoeoch moet ik u nog meer noemen? Ik zie al in gedachten den piattelandsbrievenbezor.'a'r tegen den wind in. over den modderigen landweg ploeteren en hoe hij 20 pet. loon minder ontvangt omdat hij niet over de geplaveide straten in de gezellige stadsdrukte loopt. En zoo kan ik een stool opnoemen van genieters van dat „zoo genoeglijk daar heen tollende landleven." „Maar 't is toch zooveel goedkooper op 't land zegt ge niet waar? O, ja natuurlijk 't ij veel goedkooper uw kleeding wit de slad te laten komen en de vracht er bij Denk u eens den onderwijzer aan de stadsschool. Hij werkt prettig met z'n en kele klas aan z'n modern ingerichte school; hij, de Ijverige onderwijzer doet na school tijd veel ontwikkeling op, hij volgt lessen en cursussen: hij wil akten halen en daar heeft hij hier zoo goed gelegenheid voor want hij wil vooruit. En eindelijk al beviel 't hem goed solliciteert hij als hoofdnaar een dorp. Daar staat hij voor z'n drie klassen. Daar drukt hem de verantwoordelijkheid voor de school 1 Daar vraag de administratie z'n tijd! Maar daarvoor mag hij dan ookeen paar honderd gulden minder ontvangen dan als onderwijzer in de stad dat komt 'm toch toe, niet? Ach kom, waarom er langer over ge praat? Vraagt hot aan de meeste platte landsbewoners; vraagt waarom er altijd maar van 't land naar de stad wórdt ge solliciteerd en (behalve door pas-begin ners) andersom zoo zelden, al verschilde 't Icon nog niet eens 20 pc.t.; en erken dan, hoe 'n verkeerd idee het is, dat er 800 gemeenten zouden zijn waa,T men 20 pet. goedkooper leeft dan in de stad. Maar waaTom dan die classificatie? Is 't wonder dat er gedacht wordt, dat men de groote corporaties in de steden liever niet tegen zich in 't harnas jaagt? Maar is dat niet een beroerd idee tegen een regeering. Mag dat blijven bestaan? Helaas 't is waar, de tijden dringen om bezuiniging. Bezuinigen we danl Maar, laat het een bezuiniging wezen over de gnnsche linde: niet alléén (en daarom juist in 'n zoo groot percentage) op de loonen der zwakkeren en alleenstaanden! Ambtenaars van de stad, alle ambtena ren gezamenlijk hebben solidair gestreden voor verbetering thans Is het aan U, U ook solidair met uw plattelandscollega's tegen wat hier gaat gebeuren ook al treft het niet dadelijk uw eigen beurs. J. H. ZIJP. Donderdagmiddag vergaderde <ik ge meenteraad onder presidium van den heer F. F. Führop. Eén vacature. De heer M. Emans werd geïnstalleerd en beëedigd als raadslid. Aan de orde was daarna het onder zoek van de geloofsbrieven van het nieuw inkomend raadslid G. A. Antonisse. (Chr. Hist.). Deze heer was tot raadslid gekozen verklaard in de plaats van den heer v. d. Dussen (S. D. A. P.) omdat de lijst der S. D. A. P. was uitgeput en de lijst met het grootste overschot in dit ge val was, die der Christ. Hist. Partij. In de oommissie tot het nazien der ge loofsbrieven werden benoemd de heeren Boxs, Algra en Klein. De meerderheid der commissie verklaar de zich voor toelating. De minderheid ver klaarde zich er legen. De heer KLEIN merkte op, dat het t. iofdstembureau zich z. i. op een verkeerd wetsartikel had beroepen. Een uitvoerige discussie ontstond over dit punt, met tot slot, op voorstel van den heer Loerakker een geheime ritting, waar- In de meening der ambtenaren, leden van het hoofdstembureau kon worden inge wonnen. Na heropening van de vergadering werd het rapport van de commissie in stemming gebracht. Met 8 tegen 1 stem werd tot toe lating besloten. Mevr. Weber en Mevr. Vastenhoudt wa ren afwezig. De heer BIES verklaarde voor toela ting te stetomen, niet omdat hem de ver- kiering goed voorkomt, maar omdat hem is gebleken dat in de meening van het hoofdstembureau geen verandering zal komen. Daarna was aan de orde goedkeuring dar notulen van vorige vergaderingen. De heer KLEIN beschuldigde den amb tenaar, die de notulen maakt, er van het gesprokene niet juist te hebben weergegven en daarin blijkbaar een tendenz wil leg gen. De BURGEMEESTER kwam er met klem tegen op, dat men een ambtenaar be schuldigt, waarvan hjj overtuigd is, dat hij accuraat is en vol goede trouw. De heer KLEIN deed een beroep op de heeren Algra en Jansen om te beamen dat het door hen gesprokene onjuist is weergegeven. Deze heeren ontkenden ech ter rulks en rijn van meening dat het door hen gesprokene wel juist is weerge geven. Ook hierover ontstond langdurige dis cussie. Op voorsfel van den heer BIES wordt de goedkeuring van de notulen aangehou den om den heer Klein gelegenheid te geven zijn bezwaren schriftelijk in te die nen. De Raad zal in de volgende vergadering beslissen. Tot lid van het Burgerlijk Armbestuur wordt gekozen de heer P. J. Diepersloot, met algemeene stemmen; tot plaatsvervangende hoofden van scholen de heeren H Bakker en G. C. van Leeuwen. Ook de regeling voor de plaatsvervan gende leden wordt goedgekeurd. De heer KLEIN merkt op dat een der heeren op grond van zijn beginselen een biizondere voorliefde heeft voor het bij zonder onderwiis, maar zijn plicht goed doet, Hii hoopt dat van ziin benoeming niemand berouw zal hebben. De VOORZITTER vindt deze opmer king zeer onaangenaam. Men moet amb tenaren niet verdacht maken. Dat is de tweede maal dat de heer Klein znJk een onmerking maakt. De heeren LOERAKKER en BIES on derschreven niet de meening van den voorzitter dat wat de heer Klein heeft gezegd is een belcediging voor den heer v. Leeuwen. Hoogstens is het een grief tegen andere onderwiizers De VOORZITTER blijift van meenhig dat men zulke dingen niet zegt. tenzij men er biizondere redenen voor heeft. De heer ALGRA is de meening van den voorzitter volkomen toegedaan. De heer WOLFF is hlii dat de voor zitter tegen den heer Klein opponeerde. Wat de heer Klein zeide komt niet te pas. De heer KLEIN geeft te kennen, dat hij niet» beledigends bedoelde. De VOORZITTER neemt daar genoe gen mode. Nadat de heer LOERAKKER nog eens gerepliceerd heeft, worden de discussies gesloten. Ontheffing van de bepalingen der bouwverordening wordt verleend voor den bouw van zes woningen nan den Rijksstraatweg te bouwen door den heer J. D. Schouten. De hoer BOXS vindt het jammer dat hier een verzoek wordt ingewilligd, wat voor perceelen in het kwartier wordt ge weigerd. Do heer BIES geeft in overweging alleen het onderhavige voorstel te be handelen. Over wat de heer Boxs zegt kan te zijner tijd gesproken wozden. Goedgunstig wordt ook beschikt op 't verzoek van den hoer Kammir^-a voor den bouw van 21 schuurtjes voor wo ningen aan de 3e Oosters (raat. Idem op het verzoek van Sen heer P. M. Hoes voor een winkel- en. woon huis aan het Sshoterboschplein Idem op het verzoek van F. A. Lu cas t© Schoten voor een winkelhuis aan den Middenweg; Idem op het verzoek van dan heer J, P. Kok voor een garage achter per ceel Floresstraat 1. Aan de heeren J. Veen, J. Meijer en J. P. Meijer wordt ©en perceel bouwgrond verkocht., gelogen aan het Schoterboschplein, ten behoeve van den bouw van 6 woningen tegen f 12.50 per vierk. Meter. Aan den heer P. M. Hoos eon per ceel bouwgrond aan de Iepenstraat ecu Schoterboschplein vcor den bouw van een winkelhuis. Prijs f 15 per M2. Aan K. Peereboom te Haarlem ©en perceel bouwgrond aan het Schoter boschplein, hoek Middenweg, voor de stichting van een winkel- en woonhuis Prijs is f 15 per vierk. meter. Aan A. Versteeg te Schoten een per ceel bouwgrond aan het Schoterplein voor de stichting van vier of vijf per ceelen. Prijs is gedeeltelijk f 12.50 en gedeeltelijk f15 per vierk. meter. Aan J. Vink te Schoten oen per ceel bouwgrond aan hot Schoterbosch plein voor de stichting van twee wo ningen. Prijs is f 12.50. DE DROOMTIJD. ta een tweetal merkwaardige artikelen doet prof. Jelgersma in het Tijdschr. v. Genoesk. mededeelingen over den droom tijd. Als bewijs hoe buitengewoon kort deze is en in hoe korten tijd de mensch een stroom van gedachten kan hebben, vermeldt hij het verhaal van een dominé, die met rijn schoen bleef haken en voor over in de sloot viel. De man viel met het hoofd onder water en dacht, dat zijn been was gebroken. Hij dacht er aam hoe hij vroeger mededeed aan hardloopwedstrij den, die hij als student gewonnen had; hoe hij eens door politieagenten achter volgd en door zijn snelheid ontkomen was. Wijders herinnerde hij zich, hoe hij van 't station tot het ouderlijk huis in vijf kwartier liep (een ander deed over dien afstand anderhalf uur). Hij dacht aan verschillende gemaakte bergtochten, dacht er aan, dat hij met een houten been niet meer zou kunnen zwemmen en dus zou verdrinken, of met het houten been langs den weg zou stumperen en hij herinnerde zich een oud vriend, die met een houten been naar den preekstoel strompelde. Dan dacht hij er aan, dat hij niet meer zou kunnen fietsen. Toen voelde hij, dat hij zijn been nog bewegen kon en hij herin nerde zich eens te hebben gehóórd, dat wanneer dit het geval was, liet been niet gebroken was. Hij zou dus niet invalide en niet met een houten been de ringvergade- ringen weer kunnen bijwonen. Op dat moment kwam hij boven en riep tat de omstanders: „Niet gebroken!" De tijd, dien hij onder water had door gebracht, bedroegeen halve tot één Uconde! DE VÏJTIEN GEBODEN VAN DE JAPANSCHE VROUW. 1. IJdelheid en afgunst moeten uit haar hart verbannen zijn. 2. Het bezoeken van tempels en heilig dommen alleen uit tijdverdrijf. 3. De tekortkomingen van anderen moet zij verontschuldigen en haar eigen fouten, zelfs in kleinigheden, verbeteren. 4. Zij moet zich niet met kleinigheden bemoeien, welke zij hoort of ziet, en alle kwaadsprekerij en laster nalaten. 5. Zij mag nooit den eerbied en den ta»KB jegens baar onders uit bet oog verliezen en moet altijd haar onderwij zers en haar onderwijzeressen dankbaar zijn, 6. Het is in strijd met de wetten des hemels, den echtgenoot niet te achten. 7. De vrouw moet nooit menschen be nijden die rijk geworden zijn en daar bij altijd en altijd nadenken over de wegen en de middelen waardoor zij hun rijkdom hebben verworven. 8. Een groot kwaad is de verachting en be'eediging van hen die buiten hun schuld arm zijn geworden. 9. Zij moet zich onthouden van lee- lijke grillen en ijverzuchtige gedragingen, waardoor zij anderen het leven zuur maakt. 10. Zij moet zich niets inbeelden inzake de voortreffelijkheid der vrouw. 11. Het is leelijk allerlei kletspraatjes over vrienden en vriendinnen te versprei den en pret te hebben óm de zorgen vart anderen. 12. Zij doet verkeerd, als Zij zichzelf in mooie kostbare kleederen hult en haar dienstboden schunnig gekleed laat rond- loopen. 13. Noodlottig is lichtzinnigheid bij. het uitgeven van geld en ontevredenheid met haar positie in de maatschappij. 14. Eigen kinderen of stiefkinderen niet liefhebben is 'n schaamtelóoz© onver schilligheid, welke de vromv verachtelijk maakt. 15. Het fs slecht, als zij dc menschen met goed karakter haat en houdt van menschen die haar vleien. VOORBEREID. Jan Prop liep verleden oen kappers winkel binnen met een reiskoffertjo in do hand, waaruit hij een aantal arti kelen nam en ze keurig netjes op de tafel uitstalde. Dit is pomade, zeid© hij, op een potje wijzond. Ik ben ruim voorzien, bromde de haarkunstenaar, di© hem niet kende. En dit klapperolie, volgde Jan. Ik stik in de klapperolie. - Hier heb ik een fleschje eerste qualiteit wasch-eau-de -Cologne. Die maak ik zalf. Maak ik van 't zelf do, met een rood kleurtje or aan. Niemand merkt hot toch. Ben e tukje cosmêtique voor den knevel. Jawel, dat weet ik, voor knevels, voor bakkebaarden en voor alles, maar ik heb er nog een kakt vol van. Mijn heele huis stinkt or naar, Hier is een electrische schuier, een haarkleureel, lavendelwater en vinaigre voor het gezicht. Ik heb er niets van noodig. Dat woet ik wel. Waarom vraagt u me dan, of ik wil koopoa, Wat klieft u? Heb ik dat genv. Neem., nu ik 't goad naga, geloof ik.... Neen vriend. Ik kwam bier niet om te verkoopon. Ik wilde je allés laten- zien dat ik van alle heeren-toilet-bénoo- digdhoden ruim voorzien ben. Ge be hoeft mij dus niet aan do ooren te zaniken, of ik soms iots gebruiken kan. Ik koop niets. en nu taoogt go scheren. SLIM. Een scheepskapitein had de medewer king noodig van een ambtenaar, die er bizonder slag van had, voordooi uit zijne poeitie te trekken. De kapitein zond hem ©en baal koffie ten geschenke. Wat is dat? vroeg de ambtenaar aan den man, die de baal bracht. Dat is ©en haal echte Mokka, die de kapitein u stuurt. Zoo? 't is good; zot die daar maar neer, maar vergeet niet aan dern kapitein te zeggen, dat ik nooit koffie zonder suiker gebruik. In de kazerne amuseerde zich onlangs een milicien met van een zak-thermo- metertjo, door aanraken van zijne war me hand. het kwik te laten rijzen. Wil jo dat wel eens deksels gauw- laten? snauwde hem een sergeant toè of denk je soms, dat we hét, hier in dat hondsdagen-weer aog njet warm ge noeg hebband ENGELSCH FRANSÖH. Gast (in ©on Londawoh café). En j© bont zoo ij vorig nan hot Fransch loe ren. Waarom do© j© dat? Kellner. Ik kan een© mooie plaats in Parijs krijgen al» ik vooruit Eransch leor. Gast. Maar er zijn toch te Parijs Fran- eche kellners genoeg? Kollner, Jawel, mijnheer, maar ziet u, die verstaan hot F ranseh niet zooala een Engels." hman hot spreekt. NAïEF. A. Wat heeft dio Marie toch prach tige tanden. B. Ja, en dat rijn nog maar haar door-do-weeksehe tanden; dan moet je haar Zondagschc eens zien. ZINGENDE SLAKKEN. De „Voss Ztg." .ontleent eenige bijzon- d er bed aan een onlangs te Londen ver schenen boek van den natuuronderzoeker W. S. Berrldge, getiteld „Merkwaardighe den dieren". Als een yan de grootste meri, ardigheden deelt hij mede, dat op Sandwicheilanden een slakkensoort be slaat. welke in staat is, muzikale klanken van rich te geven. Deze geluiden welke door de slakken worden uHgestooten klin ken volgens hem evenais honderd aeolushrapen. Maar niet alleen de slakken, ook sommige rischsoorlen stooten, volgens den heer Berridge, geluiden uit. RAAK. In een rookcoupé steekt een reiziger een pijp op. Een dame zegt: „Het rooken van pijpen maakt mij ziek". „Dan zou ik u raden dat niet moer te doen", antwoordde de reiziger doodkalm. „Zindelijkheid is toch maar alles", mur- mereert Frans van Goor, „de eene week wasch ik mijn hals, en de volgende week mijn gummiboordje." DE POLITIE-HOND. Iemand wandelt met 'n klein mormel van 'n hond en ontmoet een kennis. „Is dat nou de politehond, waarvan je me vertelde dier, hè? Maar dat komt omdat ie 'n geheime politiehond is!" DE MUZIEKKENNER. 7.ij: „Kent u de Barbier van Sevilla? Hij: „Nee. ik ben niet hekend met hem want ik scheer me altijd zelf." GERUSTSTELLEND. Gastheer (.eenigszins zenuwachtig onder het bezoek van een vriend met een hou ten been met het oog op zijn ingelegden vloer). tZou hel niet gemakkelijker voor u lijn, kolonel, als u hier bij den haard op het vloerkleed kwam zitten. De Kolonel. Och, maak je niet onge rust, oude jongen. Je hoeft niet bang te zijn, dat ik zal uitglijden. Er zit van on deren een spijker in. EEN AANSPREKER IN DE LUCHT. Een wel wat kras, maar erg lachverwek kend guitenstukje haalde een Amsterdam sche jongen dezer dagen in de Groote Bicketslraat uit. Aan een pakhuis aldaar was men z.g. aan het „tabak prikkelen," dat wil zeggen 8 man aan drie stokken haalden telkens een pak tabak op naar den derden zol der van een perceel. Beneden woont een gezin en nu kwam een eerzaam aanspreker met den noodi- gen ernst aanschellen, en nauwelijks klonk uit zijn stroevcn mond het gewone „ik kom u bekend maken, dat overleden is".of een jongen, die beneden de pakken aansloeg, stond naast den man, slaat hem de beide schinkelhaken onder de armen, Iaat het gewone „haal op" hoo ren en bijna op hetzelfde oogenblik is de man 8 ft 9 meter van den grond en laat van schrik zijne „werkbriefjes" vallen. Op zijn geschreeuw staken de mannen, die aan de stokken trekken, hun gang en zonder letsel, maar onder algemeen ge lach liet men den man zakken. Onnoodig zeker te zeggen, dat de jon gen niet wachtte tot het zwarte mannetje beneden wasl TIJDSBESPARING. Chef de bureau. U heeft verlof gevraagd waarvoor? Ambtenaar. Ik ben op eene jachtpartij geïnviteerd. Chef. Ja, maar dat gaat niet. wij heb ben veel te doen en ik kan u dus geen acht dagverlof toestaan. Overigens kan u als u jagen wil, op 't bureau wel vlie gen vangen. AD REM. Een dorpspredikant preekte op een warmen Zondagnamiddag, dat het zweet hem van het gelaat gutste. Geen wonder dus dat hij het verdrietig vond, toen hij een zijner weinige toehoorders, een ouderling nog wel, zag slapen en hoorde snorken. Toch was de gemeente verbaasd, toen zij eensklaps van den kansel hoorde roepen: Mijnheer D.... trek het raam boven uw hoofd even dicht. De doktoren zeggen, dat het zeer ongezond is, om mat open ramen te slapen. EENE AESTHETISCHE ECHTGE- NOOTE. Maar beste Karei, eet toch niet zooveel varkensvleesch, je gansche zielenadel gaat daarbij verloren. Wel, Leonore, mijn kind, hoe bevaf je de nieuwe gouvernante? Och, tante, 't is een sul. Waarom denk je dat? Ik heb ze nu al veertien dagen pas gisteren heeft ze me den eersten draal om m'n ooren gegeven. GERUSTGESTELD. Oom. Als ik u het geld geef, gebruikt ge het om uwe schulden te betalen. Ge rijt er dus toch niet mee geholpen. Neef. Oom, heeft u ooit gehoord, óai ik schulden heb betaald? BEGRIJPELIJKE TROTS. Onderwijzer: Schaamt ge u niet zulk een opstel te leveren? Leerling. Integendeel, ik ben er trots op, want mijn moeder heeft het ge-maakt. OXVERVALSCHT. Gast (een glas wijn drinkende). Uw wija is overheerlijk, kastelein, ik ben er» kenner, want ik ben een vakman. Kastelein: Zoo, is u ook wijnkooper?, Gast: Neen, azijnfabrikanL VERKEERD TOEGEPAST. Boven bet venster van een sigarenw kei staat: „Voor een appel en een ei koopt men hier een goede Hollandsche sigaar". Daar en ei tegenwoordig 15 cent kost, zondèr nog den appel te rekenen, lijkt dit aanbod niet bemaald goedkoop

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 11