ELCK WAT WILS
Derde Blad
3 November 1922 BIMER6D H?euw&
INGEZONDEN.
UIT DEN OMTREK.
OPROEP VAN EEN MISSIONA
RIS UIT HET NOORDEN.
Een gevaarlijk heerschap.
na ensmp, 61 sof WTtSdYfen ooot een rei
ziger te laten bedienen, dan dat men rich
rechtstreeks voorriet in de goedkoope
trustzaken onzer steden! Je kunt je kin
deren veel billijker in de stad uitbesteden
om ze te laten studeeren, dan dat je ze in
de plaats van inwoning op school doetl
't Kost toch veel minder je rieken per
auto naar de stad te laten voeren, dan dat
je zoo alle mogelijke geneeskundige hulp
bij de hand hebt. En de groenten? Ja, die
zijn tegenwoordig verbazend duur in de
stad (zie.) En dan wat verslindt dat niet
oen geld in de groote stad; theaters, bios
copen, lezingen, uitvoeringen, trams enz.
enz. Ja, dat zeg ik ook, omdat de ambte
naar op het pltateland nooit 'ns in staat
is een goed stuk te hooren, 'ns uit te gaan,
daarom moet hem noodig 20 pot. van z'n
loon worden ingehouden Of zon 't
misschien niet beter zijn hem er nog 20
pet. bij te geven om zich ©en degelijke
biliotheek aan te schaffen voor de winter
avonden? Want boeken zijn duurl
SCHOTEN,
Gemeenteraad.
En eau-de-quinine, tegen iwfc uit
vallen van bot haarv
OORZAAK EN GEVOLG.
de zindelijke frans.
Ja, ja! Jo zou 't niet zeggen aan 't
EEN DOOS VAN EENE GOUVERNANI -
Den katholieken priester of leek, die
de Deensche gouwen doorwandelt en met
bewondering de oude tempels aansohouwt,
welt onwillekeurig in 't hart het schrij
nende wee, dat een zoon van oud-adel
lijken huize verscheurt, wanneer hij het
slot zijner vaderen bezoekt, in vreemde
handen overgegaan. Ja, het Deensche
land, weleer een der rijkste parels in
de kroon der kerk, het Doensche land,
zoo rijk en schoon, overzaaid als het
ware met katholieke gedenkteckenen, dat
land, waar groote koningen eens den
scepter 'zwaaiden, waar machtige bis
schoppen niet alleen den herderstaf, maar
ook het kromzwaard voerden, ter verde
diging van Kerk en Vaderland, dat land
ie nu slechts 'een schaduw van zijn vroe
gere macht, en de kerk van Kome eens
zoo sterk en groot, is daar gelijk aan
het teedere plantje, aan den kouden bo
dem ontsproten en gekoesterd door de
stralen der pas opgaande zon.
De zoogenaamde Hervormers der 16e
eeuw hadden goed hun werk gedaan.
Niet door geweld, neen, door list en
bedrog heeft Christiaan III het aloude
geloof uit do harten der Denen gerukt.
.Weliswaar hebben verscheidene edele
priesters het geloof met hun leven moe
ten verdedigen, weliswaar moesten dui
zenden zonen en dochters der H. Kerk
hun vaderland verlaten, maar het volk
zelf werd in den doodsslaap gewiegd,
door wolven in schapenvachten, door af
vallige priesters en monniken, die het
uiterlijke der katholieke ceremoniën be
hielden, en zoodoende het volk om den
tuin leidden. Met de Bisschoppen in den
kerker opgesloten, de priesters uit den
lande gejaagd of in kasteelen, bosschen,
holen en spelonken verborgen, stond het
arme volk daar zonder herders, over
geleverd aan de verscheurende klauwen
der valsche profeten; en nog is het te
bewonderen dat, trots den haat der ko
ningen en Lutersche geestelijken, drie
geslachten het geloof der vaderen be
waarden en dat men in het jaar 1570
nog steeds voortging met het bidden van
den Rozenkrans, het houden van pro
cessies en het vereeren der Heiligen. In
hét jaar 1621 verdween het laatste kloos
ter en van af dien tijd werden ook door
Christiaan IV de wetten verscherpt te
gen priesters en nieuw bekeèrde leeken.
Ten bewijs van de onverdraagzaamheid
der Luthereche machthebbers diene hot
volgend feit.
Onder Ohristiaan IV begonnen Noder-
landscbe kopersmeden naar Denemarken
te komen. Zij vormden een soort gilde
en vervaardigden de beroemde koperen
ketels, die nog ten huidigen dage den
trots van iederen rijken Deen uitma
ken. Doch daar de leden van dit gilde
katholiek waren, mochten zij uit vreeze
dat zij hun geloof in Denemarken zouden
japlanten, daar niet huwen.
En toch heeft de H. Kerk in deze
geestelijke woestijn, te midden der puin-
hoopen harer kerken en kloosters, eenige
bloemen mogen plukken, die Haar en
Denemarken met roem overladen. Ver-
Bchridene vorstentelgen en de beroemde
ge: ec 1 e ;r-ge'1 og N'e's-Sto: sen, gestor
ven als bisschop van Titispolia ten jare
1686 te Hamburg, keerden toen terug
tot de ware Kerk Gods, en toonden aan
dat het geloof door St. Ansgarius ge
preekt, door den H. Öanut, Erik, Olaf
en Margaretha beleden, door Bisschop
AbsalonL&go-Ume verdedigd, door den
H. Hertog Kanut en den grooten Kar
meliet, Broeder Paul us Helgesen, den
Hamer der Ketterij, met den marteldood
bezegeld, dat dit geloof nog vonken schoot
en slechts wachtte op gunstige tijden
om weder te ontvlammen in 't hart des
Deenechen volks.
Dit gelukkige ©ogenblik brak aan in
het jaar 1848. De storm der revolutie
had zich over Europa ontketend. Hij had
Veel van het oude weggevaagd, maar
ook nieuwe ideeën doen ontkiemen, welke
in het Protestantsche Denemarken ten
gevolge hadden, dat men er met moer
verdraagzaamheid ging zien op de Ka
tholieke Kerk. In Juni 1849 kondigde
koning Frederik VII, trots den tegen -
•tand der Luthereche geestelijkheid de
vrijheid van godsdienst af en mochten
de Katholieken, van hunne banden be
vrijd, weder ademen en langzamerhand
ju aantal en sterkte toenemen. Hevig was
de strijd, doch onweerstaanbaar de kracht,
welke zich uit het H. Roomsche geloof
ontwikkelde. Weldra werd een zelfstan
dige Prefectuur opgericht met Mgr. Her
man Grüder als eersten Prefect. Deze
vrome en wilskrachtige man heeft de
grondslagen gelegd der nieuw© Katho
lieke Kork in Denemarken; op deze
grondslagen, met ontzaglijke moeiten ge-
gelegd, heeft Mgr. von Èuoh z.g. voort
gebouwd, en thans wordt Gods Naam
verheerlijkt in circa 89 kerken en ka
pellen, door 20.000 Katholieken, daar
buiten gelaten de circa 8000 Poolsche
Katholieken over het geheele land ver
spreid. Een 7080 priesters zijn met
de zielzorg belast; een 500 tal Zusters
verplegen de lichamen in hospitalen en
gasthuizen, tot heil ook van vele dui
zenden zielen; broeders en zusters wed
ijveren met elkander in sohool en pa
tronaat, leeren den kinderen zachtjes aan
den weg ter kerke en doen bij de ou
dera verouderde en soms zeer zotte
vooroordeelen vallen. In 't algemeen ge
niet de Eoomsch-Katholieke kerk een
hoog aanzien en ieder ziet met
o; zag op tegen hare bedienaren.
De vrijheid, die wij genieten is on
begrensd; in alles (slechts de Staats-
bijdrage', aan Luthersche geestelijken ver
leend, uitgesloten) staan wij op gelijken
voet met de staatskerken, en 't is waar
lijk bewonderenswaardig dat men in dit
Protestantsche land, vrij en ongehin
derd openbare processies houden kan,
bedevaarten met gebed, zang en H. Mis
in de vrije lucht kan organiseeren, be
grafenissen houden in volle ornaat, en
bij dat alles den steun der politie en
de eerbiedige deelneming des volks ge
nieten mag.
Langzaam, maar zeker, gaat ons H.
Geloof vooruit in Denemarken. De staats
kerk kan den wassenden stroom der
onverschilligheid en godsdienstloo heid
niet meer tegenhouden; alleen do Ka
tholieke Kerk met haar rotsvaste leer,
haar 6trenge moraal, haar indrukwek
kend© hiërarchie dwingt eerbied af en
ontzag, zelfs bij hare meest verwoede
tegenstanders.
Het gist in de Deensche ziel; hoe
langor hoe meer zieken volk cn gees
telijkheid den weg naar de Moederkerk
en treffend is het tezien, hoe zij, die
voor 400 jaren de Hervorming in de
hand werkten en deden zegevieren, de
Deensohe adel. nu de eersten zijn, die
wederkomen tot het geloof der vaderen,
want wel 70 leden van adellijke huizen
gaan hunne landgenooten voor in het
ééne zaligmakende geloof.
Wij, priesters der Deensche missie,
trachten, met Gods hulp, onze afge
dwaalde broeders weder te voeren op
den weg der waarhoid, maar al "ons wer
ken en streven is nutteloos, indien gij,
Katholieken van Nederland'ons niet helpt
door Uw gebed. Het gebed is als een
benrelsche dauw, die de pas bewerkte
narde moet bevruchten, de zon, die de
kiemen moet verwarmen en sterken, de
stuwkracht, welke den God der Waarheid
moet bewegen, rijn genadestroom uit te
storten over priesters en volk.
Sluit u daarom samen, mannen, vrou
wen en kinderen, van Katholiek Neder
land, sluit U aan bij den gebedenbond
tot bek earing van Scandinavië. Deze bond,
pauselijk goedgekeurd en met kostbare
aflaten verrijkt, stelt zich ten doel te
bidden voor den terugkeer der Protes
tanten van Denemarken, Zweden, Noor
gen en Finland. Geeft Uw naam. ter
inschrijving op aan de Eerw. Paters van
het Gezelschap van Maria te Meerssen,
Bunderstraat .829.' aan het Deofstommen-
instituut te St. Michiels-Qeriel of aan
het Seminarie te Rijsenburg. Zendt ook
de namen van huisgenooten en kennis
sen, die ij tot dit werk van krachtdn-
digen missie-ijver kunt overhalen. Men
verplicht zich slechts tot het bidden van
één dagelijkscb Weesgegroet voor de be-
keering onzer Noordelijke broeders.
Bidt in veresniging, want het gebed
van velen is alvermogend op het Hart
dos Heeren. Bidt met volharding, opdat
God de harten rocro in de vier apos-
tolisoh© vicariaten van het Noorden, en
weldra onze heerlijke oud-roomsohe Ka
thedralen en Abdijkerken weder mogen
weergalmen van den blijden jubelzang:
Pk geloof in de ééne, heilige, Katho
lieke en Apostolische Kerk. Amen.
Roekilde, October 1922.
P. ROOMER, Pr.
Missionaris in Denemarken.
De Amsterdamsche politie zoekt stads
eenige weken zekeren Joh. G., die den
laatsten tijd kantoor hield aan de Keizers
gracht te Amsterdam en wiens inhechte
nisneming is gevraagd wegens valschheid
in geschrifte. Omtrent de feiten deelt het
„Hbld." het volgende mee:
Een oude dame te Zeist las in 1916 een
adverentie, waarin werd medegedeeld dat
eigenaars van buitenlandsche effecten hun
stukken in beleentag konden geven, in niB
waarvoor hun een lijfrente zou worden
verstrekt. Zij kwam door die adverentie in
relatie met G., als vertegenwoordiger van
Bekkering, Nagel en Go. te Amsterdam.
Zij stond voor 600(1 ft 7000 Russische
effecten en een obligatie van f 1000 van
de 6 pet. leening van Ned. Indië van 1916
af. In ruil daarvoor zou zij een lijfrente
van 91.60 per kwartaal ontvangen. Die
lijfrente is haar regelmatig uitgekeerd tot
November 1921, toen G. niet meer be
taalde. Op brieven antwoordde hij dat het
geld per postwissel was verzonden en met
meer dergelijke uitvluchten. Ook de
dienstbode van de dame had hij weten te
bewegen, hem een geldswaardig stuk af
te staan in ruil voor een lijfrente, welk©
laatste eveneens sinds Nov. 1921 niet meer
werd uitbetaald.
In den loop van dit jaar kwam hij cte
dame persoonlijk een bezoek brengen. Hij
had, zoo vertelde hij, de achterstallige lijf
rente willen uitbetalen, doch had onder
weg zijn portefeuille met 800 verloren.
Had hij echter geen gera, goeden raad had
hij wel. Hij waarschuwde de dame voor
de huurcommissle, die beslag kon leggen
op haar met hypotheek bezwaard huis te
Soesterberg. Om zulks te voorkomen
raadde hij haar een stuk 'te onderteekenen
dat hij bij zich had Genoemd stuk was een
schuldbekentenis, waarop dé dame zich
bereid verklaarde 5000 te betalen. Alleen
de handteekening ontbrak nog. Ondanks
den aandrang, op haar geoefend, weigerde
de dame haar naam onder het stuk te
zetten. Eenigen tijd later heeft G. opnieuw
getracht van de dame gedaan te krijgen
dat zij haar handteekening zette. Ook toen
tevergeefs. Evenwel is het stak toch, met
haar naam onderteekend, in bezit van een
derde gekomen, zoodat moet worden aan
genomen, dat hij zelf die handteekening
heeft ingevuld of ze heeft doen invullen.
Hij heeft het valsche'ijk onderteckende
stuk aan een anderen persoon ter hand
gesteld, die te goeder trouw meende, dat
hij 5000 zou kunnen ontvangen van de
dame. De man in wiens bezit de schuldbe
kentenis kwam, had in het begir van 1021
geschreven op een door G. gen1 natste ad
vertentie, waarin een directeur gevraagd
werd voor een Assurantie-maatschappij op
een salaris van 4000. Hij werd benoemd
en stortte als borgstelling 15.000 nomi
naal aan effecten, die G. voor 10.000 te
gelde gemaakt heeft. Als onderpand voor
deze effecten gaf G. ceelen van wollen
garens, welk een waarde van 6000 ft
7000 vertegenwoordigden en de boven
genoemde schuldbekentenis. De ceelen
bleken later waardeloos te zijn, omdat
degene aan wien de garens behoorden
reeds in staat van faillissement verkeerde
toen de ceelen in onderpand gegeven wer
den. De schuldbekentis was niet onderteo-
kend en de handteekening, die kater is in
gevuld, zooals' boven is vermeld, is valseh
gebleken. Deze man heeft niet alleen zijn
effecten verspeeld, maar heeft bovendien
nog eenige maanden salaris te vorderen
van G. die inmiddels failliet verklaard ij.
De politie heeft nog meer klachten ont
vangen over G. Hij deed den laatsten tijd
in wijnen, bood ze althans aar De leve
ring bleef echter veelal achterv e, hoewel
G. wel de gelden inde, die voorn'' per post
wissel moesten worden overgemaakt. Er
was bovendien aan de levering een voor
waarde verbonden, die in de advertentie
op een dergelijke wijze werd vernield, dat
vele lezers in den waan moesten komen
dat de prijs lager was dan hij in werkelijk
heid was.
Abonné's van een blaadje voor geldbe
leggers, dat door G. werd uitgegeven, heb
ben zich eveneens bij de politic beklaagd.
Aan dit met de schrijfmachine getypte
krantje, waarvc de abonnementsprijs -
per jaar was, as een fonds verbonden,
dat de abonné's verzekerde tegen koers
verlies van effecten. Daar moest echter
apart vrior betaald worden. Bovendien
vermeldde het reglement van het fonds,
dat er alleen uitgekeerd werd als er ge™
was. Was er geen geld, dan moest worden
begonnen met bijbetalen. De zaak kwam
ten slofte hierop neer, dat het gestofte
geld aan G. ten goede kwam wal natuur
lijk niet de bedoeling was van degenen die
hun penningen afdroegen, in strijd met
het reglement was het echter niet.
Voor den inhoud dezer rubriek «telt de
Redactie zich niet aansprakelijk.
Zeer geachte Redactie,
Zondt U het volgends in Uw blad willen
opnemen?
Daar gaat door heel het land een gemor;
daar klinkt door heet het land een klacht.
Daar wordt kregel op den grond gestampt;
.daar worden handen gewrongen en
gezucht: „Maar Hemel, hoe moet het nu
weer gaan?"
Het is het protest van den rijksambte
naar; het is de klacht van den rijksamb
tenaar en zijn gezin, omdat hun meer dan
een vierde aan hun salaris dreigt te wor
den ontnomen.
„O, dat is nn al genoeg bekend; daar be
hoeft nu niet meer over geschreven te
worden," zal men misschien zeggen.
Ja, bekend is 't wel, maar is 't wel over
al goed doorgedrongen, hoe onrechtvaardig
een deel van ons volk hier zal worden
behandeld als tenminste de berichten juist
zijn. (En tijd om meer zekerheid af te
wachten hebben we niet, want reeds
schrijft men, dat het ontwerp zal worden
doorgevoerd in November, a! is het rap
port van de classificatie-commissie nog
niet binnen denkt U 'ns in hoe dat laat
ste velen zou grieven!)
De ambtenaren, vooral de onderwijzers,
die voor nog zoo betrekkelijk korten tijd
de klasse vormden van menschen die
moesten passen en meten met hun trae
tementje, die zelfs dc halfjes moesten
„knijpen", de klasse van de .glimmende
jassen" waaT fatsoenlijke armoe werd ge
leden en die daarom in den volksmond
den naam kreeg van „rietjesklanten" die
ambtenaren hebben eindelijk een behoor
lijke salarisregeling get:regen, en ze heb
ben zich verheugd in hun verbeterde po
sitie, die hoe bescheiden ook toch
een nooit gekende was.
Maar de oorlog, die van zooveel landen
een ruine maakte doet ook hier zijn na
weeën voelen. De mcnsch die zijn produc
tie-middelen heeft vernield, z'n grondstof
fen heeft weggesmeten, z'n werkkrachten
heêft verminkt, hij kan niet meer zoo leven
als voor dien ramp. En bleven we hiefc ook
buiten den strijd, wij, die zoo op andere
landen zijn aangewezen, blijven niet buiten
zijn gevolgen.
En „Bezuinigen!" is de klank, die fjrer-
al klinkt. Beruiuigen! En ook de rifksSmb-
ter.aron dachten al vol zorg aan hun pas
verkregen tractementje. Bezuinigen! En 't
was onafwijsbaar. Ook daarop moest be
zuinigd worden. Maar neen, de pas ont
worpen salarisregeling zou blijven bestaan.
Slechts zal classificatie der gemeenten
worden uitgebreid. Attrbtenaar, je houdt je
salaris hoort Alleen maar zuilen er som
migen van jullie 28 K pet. dat is toch
niet te erg hét - 28^4 pet er van niet
ontvangen, zie je.
Alsof de eene ambtenaar de regeering
liever is dan de ander, omdat hij in 'n
veel moeder en grooter plaats werkt laat
ze sommigen hun salaris behouden en
gaat hij anderen aftrekken 5, 10. 15, 20
pet. zelfs!
Alsof de één de regeering liever is dan
de ander, zeg ik want da! de een meer
„verdient"' dan de ander is te dwaas; dat
er 800 gemeenten zouden zijn, waar je met
20 pet. minder kan rondkomen dan in
Amsterdam, Rotterdam en den Haag is
nog_ dwazerl
Maar men schijnt in de stad geen idee
(c hebben van 't leven van den ambtenaar
te platteland®. Denkt men soms, dat het
daar „waar immers bijna geen menschen
wonen" een lui bestaan fj« is? Dat hij daar
©en koerie houdt en de boer wel voor de
fourage zorgt?
Ik ris hier te voor me den plattelands
onderwijzer, hoe tij ploetert voor z'n tvsfeo
drie, vier aan nog meer klassen durf its
niet eens denken; hoe hij telkens weer ge
hinderd wordt fn de uitvoering van z n
program doordat er weer 'n vacature is en
hij er og een of meer klassen bij moet
nemen t hoe hij in de eerste klasse den
kinderen niet slechts tezc maar eerst
praten moeten leeren* hoe dj kampt tegen
schoolverruim wegens weer slechten weg
enz.: hoe zijn schooltje zelden zoo voor
zien is van leermiddelen als de stadsscho
len; hoe hij na schooltijd willende studee-
ren rich steeds moet behelpen met schrif
telijke fessen; hoeoch moet ik u
nog meer noemen? Ik zie al in gedachten
den piattelandsbrievenbezor.'a'r tegen den
wind in. over den modderigen landweg
ploeteren en hoe hij 20 pet. loon minder
ontvangt omdat hij niet over de geplaveide
straten in de gezellige stadsdrukte loopt.
En zoo kan ik een stool opnoemen van
genieters van dat „zoo genoeglijk daar
heen tollende landleven."
„Maar 't is toch zooveel goedkooper op
't land zegt ge niet waar? O, ja natuurlijk
't ij veel goedkooper uw kleeding wit de
slad te laten komen en de vracht er bij
Denk u eens den onderwijzer aan de
stadsschool. Hij werkt prettig met z'n en
kele klas aan z'n modern ingerichte school;
hij, de Ijverige onderwijzer doet na school
tijd veel ontwikkeling op, hij volgt lessen
en cursussen: hij wil akten halen en
daar heeft hij hier zoo goed gelegenheid
voor want hij wil vooruit. En eindelijk
al beviel 't hem goed solliciteert hij als
hoofdnaar een dorp. Daar staat hij
voor z'n drie klassen. Daar drukt hem de
verantwoordelijkheid voor de school 1 Daar
vraag de administratie z'n tijd! Maar
daarvoor mag hij dan ookeen paar
honderd gulden minder ontvangen dan als
onderwijzer in de stad dat komt 'm toch
toe, niet?
Ach kom, waarom er langer over ge
praat? Vraagt hot aan de meeste platte
landsbewoners; vraagt waarom er altijd
maar van 't land naar de stad wórdt ge
solliciteerd en (behalve door pas-begin
ners) andersom zoo zelden, al verschilde 't
Icon nog niet eens 20 pc.t.; en erken dan,
hoe 'n verkeerd idee het is, dat er 800
gemeenten zouden zijn waa,T men 20 pet.
goedkooper leeft dan in de stad.
Maar waaTom dan die classificatie? Is
't wonder dat er gedacht wordt, dat men
de groote corporaties in de steden liever
niet tegen zich in 't harnas jaagt?
Maar is dat niet een beroerd idee tegen
een regeering. Mag dat blijven bestaan?
Helaas 't is waar, de tijden dringen om
bezuiniging. Bezuinigen we danl Maar,
laat het een bezuiniging wezen over de
gnnsche linde: niet alléén (en daarom juist
in 'n zoo groot percentage) op de loonen
der zwakkeren en alleenstaanden!
Ambtenaars van de stad, alle ambtena
ren gezamenlijk hebben solidair gestreden
voor verbetering thans Is het aan U, U ook
solidair met uw plattelandscollega's tegen
wat hier gaat gebeuren ook al treft het
niet dadelijk uw eigen beurs.
J. H. ZIJP.
Donderdagmiddag vergaderde <ik ge
meenteraad onder presidium van den heer
F. F. Führop.
Eén vacature.
De heer M. Emans werd geïnstalleerd
en beëedigd als raadslid.
Aan de orde was daarna het onder
zoek van de geloofsbrieven van het nieuw
inkomend raadslid G. A. Antonisse.
(Chr. Hist.). Deze heer was tot raadslid
gekozen verklaard in de plaats van den
heer v. d. Dussen (S. D. A. P.) omdat de
lijst der S. D. A. P. was uitgeput en de
lijst met het grootste overschot in dit ge
val was, die der Christ. Hist. Partij.
In de oommissie tot het nazien der ge
loofsbrieven werden benoemd de heeren
Boxs, Algra en Klein.
De meerderheid der commissie verklaar
de zich voor toelating. De minderheid ver
klaarde zich er legen.
De heer KLEIN merkte op, dat het
t. iofdstembureau zich z. i. op een verkeerd
wetsartikel had beroepen.
Een uitvoerige discussie ontstond over
dit punt, met tot slot, op voorstel van den
heer Loerakker een geheime ritting, waar-
In de meening der ambtenaren, leden van
het hoofdstembureau kon worden inge
wonnen.
Na heropening van de vergadering werd
het rapport van de commissie in stemming
gebracht. Met 8 tegen 1 stem werd tot toe
lating besloten.
Mevr. Weber en Mevr. Vastenhoudt wa
ren afwezig.
De heer BIES verklaarde voor toela
ting te stetomen, niet omdat hem de ver-
kiering goed voorkomt, maar omdat hem
is gebleken dat in de meening van het
hoofdstembureau geen verandering zal
komen.
Daarna was aan de orde goedkeuring
dar notulen van vorige vergaderingen.
De heer KLEIN beschuldigde den amb
tenaar, die de notulen maakt, er van het
gesprokene niet juist te hebben weergegven
en daarin blijkbaar een tendenz wil leg
gen.
De BURGEMEESTER kwam er met klem
tegen op, dat men een ambtenaar be
schuldigt, waarvan hjj overtuigd is, dat
hij accuraat is en vol goede trouw.
De heer KLEIN deed een beroep op
de heeren Algra en Jansen om te beamen
dat het door hen gesprokene onjuist is
weergegeven. Deze heeren ontkenden ech
ter rulks en rijn van meening dat het
door hen gesprokene wel juist is weerge
geven.
Ook hierover ontstond langdurige dis
cussie.
Op voorsfel van den heer BIES wordt
de goedkeuring van de notulen aangehou
den om den heer Klein gelegenheid te
geven zijn bezwaren schriftelijk in te die
nen.
De Raad zal in de volgende vergadering
beslissen.
Tot lid van het Burgerlijk Armbestuur
wordt gekozen de heer P. J. Diepersloot,
met algemeene stemmen;
tot plaatsvervangende hoofden van
scholen de heeren H Bakker en G. C.
van Leeuwen.
Ook de regeling voor de plaatsvervan
gende leden wordt goedgekeurd.
De heer KLEIN merkt op dat een der
heeren op grond van zijn beginselen een
biizondere voorliefde heeft voor het bij
zonder onderwiis, maar zijn plicht goed
doet, Hii hoopt dat van ziin benoeming
niemand berouw zal hebben.
De VOORZITTER vindt deze opmer
king zeer onaangenaam. Men moet amb
tenaren niet verdacht maken. Dat is de
tweede maal dat de heer Klein znJk een
onmerking maakt.
De heeren LOERAKKER en BIES on
derschreven niet de meening van den
voorzitter dat wat de heer Klein heeft
gezegd is een belcediging voor den heer
v. Leeuwen. Hoogstens is het een grief
tegen andere onderwiizers
De VOORZITTER blijift van meenhig
dat men zulke dingen niet zegt. tenzij
men er biizondere redenen voor heeft.
De heer ALGRA is de meening van den
voorzitter volkomen toegedaan.
De heer WOLFF is hlii dat de voor
zitter tegen den heer Klein opponeerde.
Wat de heer Klein zeide komt niet te
pas.
De heer KLEIN geeft te kennen, dat
hij niet» beledigends bedoelde.
De VOORZITTER neemt daar genoe
gen mode.
Nadat de heer LOERAKKER nog eens
gerepliceerd heeft, worden de discussies
gesloten.
Ontheffing van de bepalingen der
bouwverordening wordt verleend voor
den bouw van zes woningen nan den
Rijksstraatweg te bouwen door den heer
J. D. Schouten.
De hoer BOXS vindt het jammer dat
hier een verzoek wordt ingewilligd, wat
voor perceelen in het kwartier wordt ge
weigerd.
Do heer BIES geeft in overweging
alleen het onderhavige voorstel te be
handelen. Over wat de heer Boxs zegt
kan te zijner tijd gesproken wozden.
Goedgunstig wordt ook beschikt op
't verzoek van den hoer Kammir^-a voor
den bouw van 21 schuurtjes voor wo
ningen aan de 3e Oosters (raat.
Idem op het verzoek van Sen heer
P. M. Hoes voor een winkel- en. woon
huis aan het Sshoterboschplein
Idem op het verzoek van F. A. Lu
cas t© Schoten voor een winkelhuis aan
den Middenweg;
Idem op het verzoek van dan heer
J, P. Kok voor een garage achter per
ceel Floresstraat 1.
Aan de heeren J. Veen, J. Meijer
en J. P. Meijer wordt ©en perceel
bouwgrond verkocht., gelogen aan het
Schoterboschplein, ten behoeve van den
bouw van 6 woningen tegen f 12.50 per
vierk. Meter.
Aan den heer P. M. Hoos eon per
ceel bouwgrond aan de Iepenstraat ecu
Schoterboschplein vcor den bouw van
een winkelhuis. Prijs f 15 per M2.
Aan K. Peereboom te Haarlem ©en
perceel bouwgrond aan het Schoter
boschplein, hoek Middenweg, voor de
stichting van een winkel- en woonhuis
Prijs is f 15 per vierk. meter.
Aan A. Versteeg te Schoten een per
ceel bouwgrond aan het Schoterplein
voor de stichting van vier of vijf per
ceelen. Prijs is gedeeltelijk f 12.50 en
gedeeltelijk f15 per vierk. meter.
Aan J. Vink te Schoten oen per
ceel bouwgrond aan hot Schoterbosch
plein voor de stichting van twee wo
ningen. Prijs is f 12.50.
DE DROOMTIJD.
ta een tweetal merkwaardige artikelen
doet prof. Jelgersma in het Tijdschr. v.
Genoesk. mededeelingen over den droom
tijd. Als bewijs hoe buitengewoon kort
deze is en in hoe korten tijd de mensch
een stroom van gedachten kan hebben,
vermeldt hij het verhaal van een dominé,
die met rijn schoen bleef haken en voor
over in de sloot viel. De man viel met het
hoofd onder water en dacht, dat zijn been
was gebroken. Hij dacht er aam hoe hij
vroeger mededeed aan hardloopwedstrij
den, die hij als student gewonnen had;
hoe hij eens door politieagenten achter
volgd en door zijn snelheid ontkomen was.
Wijders herinnerde hij zich, hoe hij van
't station tot het ouderlijk huis in vijf
kwartier liep (een ander deed over dien
afstand anderhalf uur). Hij dacht aan
verschillende gemaakte bergtochten, dacht
er aan, dat hij met een houten been niet
meer zou kunnen zwemmen en dus zou
verdrinken, of met het houten been langs
den weg zou stumperen en hij herinnerde
zich een oud vriend, die met een houten
been naar den preekstoel strompelde. Dan
dacht hij er aan, dat hij niet meer zou
kunnen fietsen. Toen voelde hij, dat hij
zijn been nog bewegen kon en hij herin
nerde zich eens te hebben gehóórd, dat
wanneer dit het geval was, liet been niet
gebroken was. Hij zou dus niet invalide en
niet met een houten been de ringvergade-
ringen weer kunnen bijwonen.
Op dat moment kwam hij boven en riep
tat de omstanders: „Niet gebroken!"
De tijd, dien hij onder water had door
gebracht, bedroegeen halve tot één
Uconde!
DE VÏJTIEN GEBODEN VAN DE
JAPANSCHE VROUW.
1. IJdelheid en afgunst moeten uit haar
hart verbannen zijn.
2. Het bezoeken van tempels en heilig
dommen alleen uit tijdverdrijf.
3. De tekortkomingen van anderen
moet zij verontschuldigen en haar eigen
fouten, zelfs in kleinigheden, verbeteren.
4. Zij moet zich niet met kleinigheden
bemoeien, welke zij hoort of ziet, en alle
kwaadsprekerij en laster nalaten.
5. Zij mag nooit den eerbied en den
ta»KB jegens baar onders uit bet oog
verliezen en moet altijd haar onderwij
zers en haar onderwijzeressen dankbaar
zijn,
6. Het is in strijd met de wetten des
hemels, den echtgenoot niet te achten.
7. De vrouw moet nooit menschen be
nijden die rijk geworden zijn en daar bij
altijd en altijd nadenken over de wegen
en de middelen waardoor zij hun rijkdom
hebben verworven.
8. Een groot kwaad is de verachting en
be'eediging van hen die buiten hun schuld
arm zijn geworden.
9. Zij moet zich onthouden van lee-
lijke grillen en ijverzuchtige gedragingen,
waardoor zij anderen het leven zuur
maakt.
10. Zij moet zich niets inbeelden inzake
de voortreffelijkheid der vrouw.
11. Het is leelijk allerlei kletspraatjes
over vrienden en vriendinnen te versprei
den en pret te hebben óm de zorgen vart
anderen.
12. Zij doet verkeerd, als Zij zichzelf
in mooie kostbare kleederen hult en haar
dienstboden schunnig gekleed laat rond-
loopen.
13. Noodlottig is lichtzinnigheid bij. het
uitgeven van geld en ontevredenheid met
haar positie in de maatschappij.
14. Eigen kinderen of stiefkinderen
niet liefhebben is 'n schaamtelóoz© onver
schilligheid, welke de vromv verachtelijk
maakt.
15. Het fs slecht, als zij dc menschen
met goed karakter haat en houdt van
menschen die haar vleien.
VOORBEREID.
Jan Prop liep verleden oen kappers
winkel binnen met een reiskoffertjo in
do hand, waaruit hij een aantal arti
kelen nam en ze keurig netjes op de
tafel uitstalde.
Dit is pomade, zeid© hij, op een
potje wijzond.
Ik ben ruim voorzien, bromde de
haarkunstenaar, di© hem niet kende.
En dit klapperolie, volgde Jan.
Ik stik in de klapperolie.
- Hier heb ik een fleschje eerste
qualiteit wasch-eau-de -Cologne.
Die maak ik zalf.
Maak ik van 't zelf do, met een
rood kleurtje or aan. Niemand merkt
hot toch.
Ben e tukje cosmêtique voor den
knevel.
Jawel, dat weet ik, voor knevels,
voor bakkebaarden en voor alles, maar
ik heb er nog een kakt vol van. Mijn
heele huis stinkt or naar,
Hier is een electrische schuier, een
haarkleureel, lavendelwater en vinaigre
voor het gezicht.
Ik heb er niets van noodig.
Dat woet ik wel.
Waarom vraagt u me dan, of ik
wil koopoa,
Wat klieft u? Heb ik dat genv.
Neem., nu ik 't goad naga, geloof
ik....
Neen vriend. Ik kwam bier niet om
te verkoopon. Ik wilde je allés laten-
zien dat ik van alle heeren-toilet-bénoo-
digdhoden ruim voorzien ben. Ge be
hoeft mij dus niet aan do ooren te
zaniken, of ik soms iots gebruiken kan.
Ik koop niets. en nu taoogt go
scheren.
SLIM.
Een scheepskapitein had de medewer
king noodig van een ambtenaar, die er
bizonder slag van had, voordooi uit zijne
poeitie te trekken. De kapitein zond
hem ©en baal koffie ten geschenke.
Wat is dat? vroeg de ambtenaar
aan den man, die de baal bracht.
Dat is ©en haal echte Mokka, die
de kapitein u stuurt.
Zoo? 't is good; zot die daar
maar neer, maar vergeet niet aan dern
kapitein te zeggen, dat ik nooit koffie
zonder suiker gebruik.
In de kazerne amuseerde zich onlangs
een milicien met van een zak-thermo-
metertjo, door aanraken van zijne war
me hand. het kwik te laten rijzen.
Wil jo dat wel eens deksels gauw-
laten? snauwde hem een sergeant toè
of denk je soms, dat we hét, hier in
dat hondsdagen-weer aog njet warm ge
noeg hebband
ENGELSCH FRANSÖH.
Gast (in ©on Londawoh café). En j©
bont zoo ij vorig nan hot Fransch loe
ren. Waarom do© j© dat?
Kellner. Ik kan een© mooie plaats in
Parijs krijgen al» ik vooruit Eransch
leor.
Gast. Maar er zijn toch te Parijs Fran-
eche kellners genoeg?
Kollner, Jawel, mijnheer, maar ziet u,
die verstaan hot F ranseh niet zooala een
Engels." hman hot spreekt.
NAïEF.
A. Wat heeft dio Marie toch prach
tige tanden.
B. Ja, en dat rijn nog maar haar
door-do-weeksehe tanden; dan moet je
haar Zondagschc eens zien.
ZINGENDE SLAKKEN.
De „Voss Ztg." .ontleent eenige bijzon-
d er bed aan een onlangs te Londen ver
schenen boek van den natuuronderzoeker
W. S. Berrldge, getiteld „Merkwaardighe
den dieren". Als een yan de grootste
meri, ardigheden deelt hij mede, dat op
Sandwicheilanden een slakkensoort be
slaat. welke in staat is, muzikale klanken
van rich te geven. Deze geluiden welke
door de slakken worden uHgestooten klin
ken volgens hem evenais honderd
aeolushrapen.
Maar niet alleen de slakken, ook
sommige rischsoorlen stooten, volgens den
heer Berridge, geluiden uit.
RAAK.
In een rookcoupé steekt een reiziger
een pijp op. Een dame zegt: „Het rooken
van pijpen maakt mij ziek".
„Dan zou ik u raden dat niet moer te
doen", antwoordde de reiziger doodkalm.
„Zindelijkheid is toch maar alles", mur-
mereert Frans van Goor, „de eene week
wasch ik mijn hals, en de volgende week
mijn gummiboordje."
DE POLITIE-HOND.
Iemand wandelt met 'n klein mormel
van 'n hond en ontmoet een kennis.
„Is dat nou de politehond, waarvan je
me vertelde
dier, hè? Maar dat komt omdat ie 'n
geheime politiehond is!"
DE MUZIEKKENNER.
7.ij: „Kent u de Barbier van Sevilla?
Hij: „Nee. ik ben niet hekend met hem
want ik scheer me altijd zelf."
GERUSTSTELLEND.
Gastheer (.eenigszins zenuwachtig onder
het bezoek van een vriend met een hou
ten been met het oog op zijn ingelegden
vloer). tZou hel niet gemakkelijker voor
u lijn, kolonel, als u hier bij den haard op
het vloerkleed kwam zitten.
De Kolonel. Och, maak je niet onge
rust, oude jongen. Je hoeft niet bang te
zijn, dat ik zal uitglijden. Er zit van on
deren een spijker in.
EEN AANSPREKER IN DE LUCHT.
Een wel wat kras, maar erg lachverwek
kend guitenstukje haalde een Amsterdam
sche jongen dezer dagen in de Groote
Bicketslraat uit.
Aan een pakhuis aldaar was men z.g.
aan het „tabak prikkelen," dat wil zeggen
8 man aan drie stokken haalden telkens
een pak tabak op naar den derden zol
der van een perceel.
Beneden woont een gezin en nu kwam
een eerzaam aanspreker met den noodi-
gen ernst aanschellen, en nauwelijks
klonk uit zijn stroevcn mond het gewone
„ik kom u bekend maken, dat overleden
is".of een jongen, die beneden de
pakken aansloeg, stond naast den man,
slaat hem de beide schinkelhaken onder
de armen, Iaat het gewone „haal op" hoo
ren en bijna op hetzelfde oogenblik is de
man 8 ft 9 meter van den grond en laat
van schrik zijne „werkbriefjes" vallen.
Op zijn geschreeuw staken de mannen, die
aan de stokken trekken, hun gang en
zonder letsel, maar onder algemeen ge
lach liet men den man zakken.
Onnoodig zeker te zeggen, dat de jon
gen niet wachtte tot het zwarte mannetje
beneden wasl
TIJDSBESPARING.
Chef de bureau. U heeft verlof gevraagd
waarvoor?
Ambtenaar. Ik ben op eene jachtpartij
geïnviteerd.
Chef. Ja, maar dat gaat niet. wij heb
ben veel te doen en ik kan u dus geen
acht dagverlof toestaan. Overigens kan
u als u jagen wil, op 't bureau wel vlie
gen vangen.
AD REM.
Een dorpspredikant preekte op een
warmen Zondagnamiddag, dat het zweet
hem van het gelaat gutste. Geen wonder
dus dat hij het verdrietig vond, toen hij
een zijner weinige toehoorders, een
ouderling nog wel, zag slapen en hoorde
snorken. Toch was de gemeente verbaasd,
toen zij eensklaps van den kansel hoorde
roepen: Mijnheer D.... trek het raam
boven uw hoofd even dicht. De doktoren
zeggen, dat het zeer ongezond is, om mat
open ramen te slapen.
EENE AESTHETISCHE ECHTGE-
NOOTE.
Maar beste Karei, eet toch niet zooveel
varkensvleesch, je gansche zielenadel
gaat daarbij verloren.
Wel, Leonore, mijn kind, hoe bevaf
je de nieuwe gouvernante?
Och, tante, 't is een sul.
Waarom denk je dat?
Ik heb ze nu al veertien dagen
pas gisteren heeft ze me den eersten draal
om m'n ooren gegeven.
GERUSTGESTELD.
Oom. Als ik u het geld geef, gebruikt
ge het om uwe schulden te betalen. Ge rijt
er dus toch niet mee geholpen.
Neef. Oom, heeft u ooit gehoord, óai
ik schulden heb betaald?
BEGRIJPELIJKE TROTS.
Onderwijzer: Schaamt ge u niet zulk een
opstel te leveren?
Leerling. Integendeel, ik ben er trots op,
want mijn moeder heeft het ge-maakt.
OXVERVALSCHT.
Gast (een glas wijn drinkende). Uw wija
is overheerlijk, kastelein, ik ben er»
kenner, want ik ben een vakman.
Kastelein: Zoo, is u ook wijnkooper?,
Gast: Neen, azijnfabrikanL
VERKEERD TOEGEPAST.
Boven bet venster van een sigarenw
kei staat: „Voor een appel en een ei koopt
men hier een goede Hollandsche sigaar".
Daar en ei tegenwoordig 15 cent kost,
zondèr nog den appel te rekenen, lijkt
dit aanbod niet bemaald goedkoop