Brieven uit Frankrijk. BUITENLAND BINNENLAND. Onschuldig veroordeeld Tweede Blad 10 November 1922 feuilleton. DE TREK NAAR DE GROOTE STEDEN De Crisis in het Oostenongerustheid te Londen. De rapporten der Dujtsche regeering aan de Commissie van Herstel en den buitenland- sche deskundigen. Onder de Telegrammen: Angora stelt nieuwe eischen aan de Gealli eerden. Een Russische nota over de Conferentie van Lausanne te Lon den overhandigd. Een oorlogscrediet voor den Zuid-Slavischen Minis terraad. Een diplomatiek conflict tusschen Polen en Rusland. De crisis in het Oosten. De Commissie van Herstel te Berlijn. De verkiezingsstrijd in Engeland. De kósten der, Amerikaansche bezettingstroepen. Uit de Italiaansche politiek. Na de revolutie In Griekenland. De dienstplicht in Frankrijk. GEM. BUITENL. BERICHTEN. De rooverbenden in China. Staking bij de Londensche reiniging. De gevaarlijke sigaar. EEN ONBESCHAAMDE VRAAG. HET WEREN VAN VREEMDE ARBEIDERS. BINNENLANDSGH NIEUWS. Twintig millioen niet belegd? De electrocutie van het Gooi. Een ernstig woord van waar schuwing. Verkeer en Posterijen. Het Remboursverkeer met Duitsch land. Niet ten onrechte maakt men zich bezorgd over den trek naar de groote steden en de ontvolking van het platte land. Bestond dit verschijnsel reeds voor den oorlog, nadien is de uittocht grooter geworden, heeft het overvloedig door den landman verdiende geld het ver langen naar de stad doen toenemen en is dit voor velen inderdaad in vervulling gegaan. Men behoeft slechts rond te zien in tal van dorpen, om niet slechts verbaasd te staan over het gemis aan kjnderen, maar ook over het feit dat slechts ouden van dagen en mannen op zeer rijpen leeftijd zich met den land arbeid bemoeien. De reden is niet moei lijk te zoeken en veelal van weinig ver heffend, karakter. Men zegt het stille geluk van het vredig buitenleven vaar wel voor de schijnweelde der groote stadsvermaken; men laat zich verblin den' door de uiterlijke bekoorlijkheden van een wereldstad, vergetend dat niet alles goud is wat er blinkt en dat zeker het geluk moeilijker is te vinden in lïèt gewemel van ëen woelige stad, dan in de rust van de grootsché natuur. Men "maakt zich voorspiegelingen van de zaken die men er zal drijven, van den roem dien men zal inoogslen, van de vreugde voor al, die men.er zal genieten. Over 't hoofd wordt gezien, dat de concurrentie er groot is, de roem voor slechts weini gen weggelegd en dat de genietingen meer denkbeeldig dan werkelijk zijn. Wie meent in een wereldstad de een zaamheid van het platteland te kunnen ontvluchten, zal ondervinden, dat men zich juist nergens zoo eenzaam kan ge voelen als daar, ondanks en juist door die duizenden onbekenden, die ons om ringen. „Napels zien en dan sterven" houdt een schoonheidsgedachte in. „Parijs zien en er leven" is voor velen een verlan gen al te zeer uit genotzucht geboren. Valt deze uittocht derhalve te betreu ren uit moreel oogpunt, er is een an dere niet minder belangrijke zijde aan dit vraagstuk, een oeconomische. Frank rijk is het land van den landbouw bij uitstek, de ontvolking der dorpen brengt dé groote voorraadschuren van dlit Rijk in gevaar. Wijde velden liggen onbebouwd bij gebrek aan werkkrachten, talrijke dor pen lijken als uitgestorven waar zoo goed als alle jonge mannen en vrou wen het ouderlijk huis hebben verla ten en op armzalige dakkamertjes in de groote steden hun verblijf hebben op geslagen. Mij is een kleine gemeente be kend, waar sedert den oorlog op een bevolking van ongeveer 1000 zielen niet minder dan 300 den landbouw den rug hebben toegekeerd, een 'werkkring heb ben gezocht op bureaux, in zaken, in alle uithoeken van Parijs. Hoe weini gen zullen er terecht komen in goede handen, hoe weinigen vol hoop den Pa- rijschen renbaan binnengetrokken, zul len den prijs behalen. En intusschen. daarbuiten op het land, waar de bevolking zooveel beter, de lucht zooveel reiner en de vraag raar werkkrachten zoo ontzaggelijk groot is, houdt de uittocht aan. Zeker de Regeering heeft het oog op dézen toestand gevestigd en de toege felijkheid op belastinggebied jegens dc landbouwers, is voor een deel te dan ken aan den wensch, de aantrekkelijk heid van het platteland te bevorderen. Middelen worden aangegrepen de dorpen meer het middelpunt van feestelijkhe den te maken en zoodoende de jeugd veire te houden van de stad. Hulpmidde len die weinig zullen baten, de liefde voor de natuur, de gehechtheid aan de plek waar men werd geboren, de 'be- kórng van heit intieme dorpsleven moe ten opnieuw een eerste plaats gaan in nemen bij de tegenwoordige Fransche jeugd. Niet Parijs .alleen, moet van jongs af als Frankrijk worden beschouwd, als hét summum van heerlijkheid als de stad der droomen als het ideaal van alle menschehjke genietingen. Laat men vooral niet verzuimen, de keerzijde aan te toonen, de lichtzijden van het plat teland te stellen tegenover de duistere plekken van een verblijf in een. over volle Metropolis. En die schaduwzijden, zij behoeven werkelijk niet met een lantarentje ge zocht. Een enkele slechts Hit vele zi.i hier ditmaal aangetoond. Het woninggebrek is nog steals nij pend, de uitbreiding van huurders gaat nog alle grenzen van betamelijkheid te builen. Een voorbeeld uit mijn directe om geving. Een mijner vrienden had verle den jaar na langen tijd met zijn gezin in verschillende hotels te hebben om gezworven, 'n kleine é'age gevonden. De huurprijs was niet hoog, 40Ö0 frs., maarschrik niet lezer,... om de ze zoo blij veroverde woning te mogen binnengaan, .moest hij een weinig'waar- devol ameublement voort 20000 frs/over nemen. Hij bezweek voor het- verlan gen een eigen - home te-' bezitten. Eri| nu reeds wordt hem de huur opgezegd. Dé schraperige huiseigenaar wil op nieuw met een ander datzelfde spelletje gaan spelen opnieuw een slachtoffer gaan zoeken onder dakloozen die alles be ter vinden dan een onhoudbaar hotelle ven. Geen smeeken helpt, klachten ba ten niet, mijn vriend die gehoopt had, al wist hij geen recht te hebben op lan ger dan een jaar, zijn huur verlengd te zien, moet andermaal op den zoek. En niet alleen de geldelijke offers ge bracht bij zijn binnentreden, waren bui tensporig, de eigenaar eischt bii rijn heengaan een absolute aflevering in den staat, waarin zich alles bij zijn komsl bevond. Ieder spijkergat dat geslagen is, dient hersteld, iedere betimmering, die eenige sporen heeft achtergelaten, moet ten koste van veel geld ongedaan wor- den gemaakt. Weken lang is hij er*1 reeds op uit een nieuwe woning te vin den. Hij klopt aan in de stad en in dc buitenwijken, maar het zoekt en gij zuil vinden, schijnt niet te gelden voor een daklooze in deze wereldstad. Van eischen stellen op hygiënisch gebied is geen sprake en de hoop op meer dan gewone comfort doet men het best geheel uit zijn hoofd te zetten. Een woning die te huur staat is in Parijs inderdaad wan hopig. Bouw 20.000 huizen en zij zul len aanstonds in beslag zijn genomen. Een benauwend verschijnselmaar toch met een goede zijde, beschouwd, in verband met het onderwerp door mij in den aanvang van dezen brief behan deld. Het gebrek aan woningen is wellicht de beste rëm om den trek van het platte land naar de steden tegen te houden. De crisis op woninggebied zal de oor zaak kunnen worden, dat Frankrijk's weelderige bron, de landbouw, niet d een steeds toenemenden uittocht aan h verdrogen gaat. De definitieve oplossing zal eerst ge vonden worden, als de groote gezinnen in Frankrijk opnieuw térugkeeren, als de bevolkingsstatistieken zich niet lan ger in dalende maar irt stijgende richting zullen bewegen. Dan eerst kan de bezorgdheid voor Frankrijk's landbouw in de toekomst, geheel wijken, dan eerst zal zelfs het opgeloste woningvraagstuk geen belem mering meer zijn, want de uittocht van het platteland moge dan al even sterk zijn als thans, de intocht in het leven zal hel noodige tegenwicht vormen, vol doende arbeidskrachten aan Frankrijk schenken om zijn welvarenden tuin een vollen wasdom te geven. Tot zoolang... moge het kort zijn.... is het woningvraagstuk ten nauwste aan gekoppeld aan de Fransche landbouw belangen. Het is, met al zijn hopelooze misère, de blijkbaar eenig overgebleven trekpleister van het meer en meer ver smade buitenleven. Mr. P. v. S. 2 November 1922. Chamberlain over den toestand in het Naburige Oosten. vnam Derlain heeft te West Birming ham sprekend, gewezen op den ernst van den toestand in het Naburige Oosten en Sonar" Law allen steun beloofd, indien de regeering verzoenend en gematigd "bleef en- de nationale eer en de belangen krach tig verdedigde. Hij zeide dat er een nieu we geest in de Turken was gevaren. De geest van Angora was niet verdraagzaam en vriendschappelijk als de oude Turk, maar /onverdraagzaam en. vijandig ten aanzien van alle We3tersche .denkbeelden, en Westersche volken. Ongerustheid te Lopden. Er heerscht ongerustheid te Londen over de volledige afwezigheid van berichten uit Konstantinopel sinds het bericht, volgens hetwelk de Turken hun eischen hadden herhaald. De berichten, die thans indirect binnenkomen, toonen aan, dat de stilte n gevolg is van het feit, dat do Turken den kabel van Tsjanabokale hebben door gesneden. De staat van beleg is nog niet afgekondigd. Er zijn twee Britsche soldaten vermcord te Kassan Pasja bij Konstanti- nopel. Dc Britsche pers over den toe stand. Te midden van de verkiezingsgeschillen is er een punt, waarin de bladen van gis teren overeenstemmen namelijk in lof voor Curzon's rede. Het meest naar voren tre dend is het vertrouwen, dat Kemal het onverstandige er van zal inzien met de geallieerde eephoid te spotten maar wat ernstiger besproken wordt, is de mogelijk heid dat opgewonden elementen eigendun kelijk zullen optreden; maar de strijdmach ten der geai'K- reien ter plaatse zullen af doende met k een toestand kunnen af rekenen. De ..Times'.'..beschuldigt de kepialisten van prikkelende, bplsjewieksche tactiek en meent,; dat het treurig ..zqu zijn. indien,de gealli eerden, die den oorlog wonpen, „door „aar- zeling der Turken zouden „toestaan den vrede! te, vernietigen. - De „Daily Telegraph" schrijft: Zoolang de entente eensgezind is, twijfelen wij met dat Kemal en zijn heethoofden tot rede zullen worden gebracht. De „Westminster Gazette" acht het ge lukkig voor het land, dat de politiek, dooi Curzan thans gevolgd, minder vatbaar is voor critiek dan de vroeger gevolgde Het blad acht het waarschijnlijk, dat' de Turk- sche houding hoofdzakelijk bluf is. De ge allieerde eenheid en vastbeslotenheid zal een eind maken aan de crisis. De „Daily News" hoopt dat de geallieerden de zaak zullen behandelen zonder den Bal- kanhaat aan te wakkeren door Roemenië en andere Balkanstaten te hulp te roe pen. Indien de Turken in een vlaag van krankzinnigheid het conflict verhaasten, zal het waarschijnlijk kort duren en zich niet uitbreiden, terwijl de uitslag nooit twij felachtig zal zijn. Het rapport der Dnitsche re- geeriag. Het Woensdag aan de Commissie van Her stel overhandigde Duitsche antwoord bevat de, volgende punten: lo. De bereid sverkla- ring der Duitsche regeering, de op zich geno men verplichtingen tegenover de garantie- commissie te vervullen. 2o. De hernieuwde verzekering, dat de stabiliseering van den markkoers de belangrijkste en meest dringen de taak van Duitschland blijft. Een duurzaam succes kan Duitschland echter natuurlijk slechts beloven, indien de oplossing van het geheele schadevergoedings-probleem met den meesten spoed wordt ter hand genomen. Toch kan reeds thans een samenwerking van een buitenlandsch syndicaat met de Duitsche rijksbank mogelijk worden gemaakt. De nota beroept zich op het rapport van de heeren Vissering en Dubois en op Brand's speciale uiteenzettingen, die tegelijkertijd werden over handigd. De Duitsche regeering beveelt het pIan-Viss<tring aan en verzoekt de C. r. H. dit als basis te beschouwen, in het bijzonder is de rijksbank van dc beteekenis van een bankierssyndicaat overtuigd. Zij heeft zich bereid verklaard mede te werken en aan het bijeenbrengen der middelen deel te nemen. Ten aanzien van den aard en den omvang van deze deelneming blijft de overeenstemming met de buitenlandsche geldgevers voorbehou den. Bovendien is de goedkeuring van de C. v. H. noodzakelijk. Noodig is de vrijstelling van Duitschland van betalingen in geld en leveringen in natura tijdens een langdurig moratorium, opdat het stabiliseeringsplan met zal mislukken. De Duitsche regeering ver klaart zich echter bereid, dc leveringen voor de verwoeste gebieden van Noord-Frankrijk ook gedurende het moratorium voort te zet ten, voor zoover dit zonder vermeerdering der vlottende schuld uit de middelen der be grooting of een binnenlandsche leening moge lijk is. Het rapport der deskundigen. Het rapport der financieele deskundigen Vissering en Dubois bevat de volgende hoofd punten: Daar het vertrouwen in Duitschlands economie zoowel in het binnen- als in het buitenland is geschokt, moet onder medewer king van de C. v. H. zoo spoedig mogelijk een vergadering van bankiers uit de landen met normale valuta (Engeland, Nederland, Zweden en Zwitserland) bijeengeroepen wor den, waaraan eventueel ook vertegenwoor digers uit andere landen kunnen deelnemen. Het rapport doet o.a. de volgende voorstel len: lo. Duitschland moet van alle betalin gen in geld en leveringen in nain-n worden vrijgesteld. 2o. Een leening van m^stens 500 millioen gouden marken moet worden bijeen gebracht. 3o. Ais zekerheid voor dc leening komen in aanmerking accepten, uitgegeven door de Duitsche regeering, onder garantie van de Rijksbank. 4o. De verlenging van het crediet zal hoo'gsfens twee jaar kunnen bedra gen. 5o. De ieen-'ig moet den voorrang heb ben boven al' schadevergoedingsbetalingen. Oo. Ais waarbo wordt de opbrengst van de Duitsche uitvoerbelasling voorgesteld. 7o. De Duitsche rijksbank moet een bedrag van ge lijke grootte (dus eveneens 500 millioen) bij eenbrengen, door verpanding van een gedeelte van den goudvoorraad en belastingen. 8o. Ten aanzien van rente en provisie blijft een nadere overeenkomst voorbehouden. Dit door de heeren Vissering en Dubois on- derteekende rapport is mede door den .Engel- schen bankier Brand ondertoekend, onder voorbehoud van de opmerkingen in zijn eigen memorandum. Hei memorandum-Brand bevat de volgende punten; To. Ëen uitvoerige ver klaring. dat hij slechts zijn persoonlijke mee- ning uitspreekt. 2o. De mededeeling, dat het rapport zich tot de zuiver technische zijde van het financieele probleem beperkt. 3o. Brand verklaart het voor onmogelijk, op het oogenblik de deelneming te verkrijgen van particuliere Engelsche geldgevers. Het memo randum wijst ter staving hiervan op het rap port van het Parijsche bankierscomité van dezen zomer, dat ook thans nog van kracht is. Sedert dien is het Duitsche crediet volko men geschokt door de daling van de mark. De Engelsche geldgevers zouden niet bereid zijn geld te geven voor zij preferentie waar borgen krijgen. Brand stelt voor, het goud van de rijksbank op een neutrale plaats te deponeerèn. Van deze voorwaarde kan ech ter afstand worden gedaan, indien Duitsch land een volledig moratorium voor twee jaar krijgt. In dit geval kan op een -accept-crediel van minstens 5 millioen pond sterling door Londenschc banken gerekend worden. Het manilest van 16 September. Curzon heeft in zijn gisteren gehouden rede ook nog gewaagd van het manifest van 16 September, waarin naar men zich herinnert Lloyd George de Britsche poli tiek ten aanzien van het Naburige Oosten uiteenzette. Dit manifest, aldus Curzon, werd buiten mijn weten en buiten weten van het kabinet gepubliceerd en was z.i. zeer ongelukkig wat aard en toon betrof. Naar vernomen wordt, hebben de Brit sche, de Fransche, de Ifaliaansche en de Belgische ambassadeur heden persoonlijk aan Hughes een voorstel voorgelegd, waarbij de geallieerden de gelijkheid erkennen der Amerikaansche en der geallieerde aanspra ken op Duitschland in verband met de handhaving der troepen aan den Rijn. Men gelooft, dat de geallieerde vertegenwoor digers op het onuitvoerbare er van wezen om thans het geheele stelsel van de ver- deeLPiS «ter schadevergoeding te herzien om aan Amerikaansche aanspraken te ge- moet te komen en dat zij een tegenplan uiteenzetten, opdat Amerika zijn geld zou terugkrijgen. Verklaringen van Mussolini. Tijdens de laatste kabinetszitting deelde Mussolini mee, dat hij energieke maatre gelen zou nemen om den binnenlandschen toestand te regelen en de oproerige bewé- ging in Sardinië te onderdrukken. De buitenlandsche tosstand is zser deli caat. Mussolini heeft aan den Italiaanschen gezant te Konstantinopel getelegrafeerd, met 't verzoek om de vorming van een ge allieerd bloc tegen de Turken in de hand te werken, die niet kuimen beweren, dat 'zij de geallieerden verslagen hebben. Er zijn maatregelen genomen om de Ita lianen te Konstantinopel te beschermen. Mussolini verklaarde ook, dat Italië vóór een zeer kort uitstel van de conferentie te Lausanne was. Hij hield zich het recht voor om aelf naar Lausanne te gaan. De ministerraad besloot aan graaf Sforza, gezant te Parijs, baron Agliotti gezant te Tokia, en baron Fasciotti, gezant te Ma drid, onslag te geven. Prinoe Caltini is aangewezen als Ita- liaansch gezant te Washington. De oude regeering ter ver antwoording geroepen. Het revolutionnaire comité heeft uitgemaakt, dat Goenaris, Baltarri, Stratigos, Protopada- kos, Ghoudas, Theotoüris, Hadjanesti en Stra tus, voor een buitengewonen krijgsraad zullen worden gebracht. Het comité was van oordeel, dat ex-koning Konstantijn niet voor den rechter gedaagd moest worden, omdat de koning niet verant woordelijk is maar de ministers dat zijn. Minister Devèze heeft bij de fransche Ka mer een wetsontwerp ingediend tot herziening van het leger. Dienstplichtig zijn alle mannen, die den leeftijd van 20 jaar hebben bereikt. De duur van den diensttijd zal zijn: 8 maan den voor dc reserve. 10 maanden voor de in fanterie en de zware artillerie, 12 maanden voor de genie, 13 maanden voor de cavalerie en de bereden artillerie. Wij maakten dezer dagen melding van het gevangennemen van zen delingen door roovers in China. De correspondent van de North China „Dai ly News" in Honan vertelt nader van de ont voering van vreemdelingen door roovers, n.l. van een lid der inwendige zending in China en van een vrouwelijke zendeling en haar dochter. Eenige weken geleden reeds werden twee Amerikaansche ingenieurs, een Fransch handelsreiziger en twee Luthersche zendelin gen eveneens ontvoerd. Zij zijn nog niet vrij gelaten. De roovers zijn ex-soldaten van Tsjao-Ti, oud-Toesjoen (militair gouverneur) van Honan en een aanhanger van Tsjang-Tso- lin, die bij den strijd in Mei jj. de achterhoe de van Woe-Peirfoe aanviel, maar verslagen en op de vlucht werd gejaagd door Woe-Pei- fce's bondgenoot den christen-generaal Feng Yoe-lisiang. De dochter van de* bovengenoemde zende linge is door de roovers naar Tsjowkiakow teruggezonden met een eisch van een millioen dollars als losgeld voor haar moeder, doch dit was slechts snoeverij, daar de roovers zeiven aan de moeder meedeelden die zij vrijlieten na haar van al haar bezittingen te hebben be roofd, dat hun eenig motief was te trachten de centrale regeering te nopen, ben weder In dienst te nemen- Deze wandaden, aldus voegt de correspon dent van de „Times" te Sjanghai aan het bo venstaande toe, en de machteloosheid van de provinciale en de centrale regeering ora ze te voorkomen, wekken groote verontwaardiging; het rooverwezen in China is nog nimmer zoo erg geweest als thans. Aan den vooravond van den Londenschen Lord Mayor'» Show zijn de mannen, die de straat vegen en zand strooien voor den op tocht, in staking gegaan, evenals het overige personeel van de reiniging ,bij elkaar onge veer 400 man. De straten bleven dientenge volge gisteren ongeveegd, en duizenden overvolle vuilnisbakken en groote hoeveel heden groenten-afval bleven onaangeroerd. De aanleiding tot de staking is een loon- eisch, n.l. een vast loon met een minimum voor volwassen mannelijke arbeiders van 3, 5 sh. per week voor den laagsten rang. Dc „Evening Standard" wijst er op, dat in dien deze eisch werd ingewilligd, onge schoolde arbeiders veel meer zouden ont vangen dan de geschoolde arbeiders, zooals metaalarbeiders, die een loon vaBt 1 »b. 3:i pence per uur hebben aanvaard. Tot dusver ontvingen de arbeider* der rei niging het loon van vóór den oorlog, bene vens een bijslag, vastgesteld naar de cijfer» der kosten van het levensonderhoud. Straat vegers krijgen thans 1, 10 sh. per week, be nevens een toeslag van £1, 7 sh, 5 pence per week, totaal du» 2, 17 sh, 5 pence per week. Bovendien ontvangen de arbeiders tegen een kleine wekelijksche premie pensioen en twaalf dagen vacantie met behoud van salaris. Behalve het leggen van een kaartje in den trein, kan ook het aannemen van een sigaar gevaarlijk zijn. Hetgeen de koopman Hassan el Hake uit Kairo heeft ondervonden. Gezeten in den nachttrein BerlijnHamburg, maakte hij ken nis met twee medereizigers. De heeren boden hem een sigaar aan; na het genot daarvan viel bij al spoedig in diepen slaap. Toen hij in Hamburg door den conducteur gewekt werd, kwam hij tot de ontdekking, dat hij een portefeuille met drie en een half millioen mark miste, plus gouden horloge en andere kostbaarheden. Met Mr. Troelstra als parlementair spre ker, gaat het bergafwaarts. Bij de Algemeenc Beschouwingen- in de Tweede Kamer, had de socialistische leider meer dan drie uren noodig, om „enkele" opmerkingen te plaatsen over de groote lij nen van het regeeringsbeleid. Natuurlijk zat de „inmenging" der Bis schoppen in den verkiezingsstrijd hem erg dwars. Volgens Mr. Troelstra heeft die bemoeiing met aiïle geweld den verkiezingsuitslag onzui ver gemaakt. En daar cijfers zich o zoo geduldig laten uitspreken of neerschrijven, fantaseerde hij er maar op los. Van de 800.000 Katholieke kiezers, zouden zeker 500.000 anders hebben gestemd, als de Bisschoppen niet hadden gesproken. Zoo sprak de gedachteplezer Mr. Troelstra, die op die 500.000 gerust nog een 100.000, ja zelfs 200.000 had kunnen voegen. Waar om niet? Maar zou de heer Troelstra ook zoo afge geven hebben, op de „inmenging' van bet Episcopaat als door samenwerking van Ka tholieken en Socialisten, aan hem, Troelstra, regeeringsverant woordelijkheid was opgelegd? Al dat geleuter van den sociafistiscben leider over het ingrijpen der Katholieke gees telijkheid in de „vrijheid" der Rpomsche kiezers, getuigt van verkropten spijt en ver beten woede over de schitterende overwin ning der Katholieke Staatspartij bij de ver kiezing ondanks de actie der Nieuwe Katho lieke Partij. Waarlijk, een vrijdenker aüs Mr. Troelstra is wel de rechte man, om aan den Minis ter-President de vraag te stellen: Zijt gij jan oordeel, dat de geestelijkheid moet blijven buiten bét politiek terrein en dat, zoo zij zulks niet doet, ook de Katholieken zich niet aan hare uitspraken hebben te storen? Wij verwachten dan ook dat Minister Ruys op die onbeschaamde vraag een ant woord zal geven, dat klinkt als een klok en waarmee Mr. Troelstra en heel zijn fractie, met den kous op den kop naar huis gezon den zullen worden. De Nederlandsche Nijverheid, het orgaan van het verbond van Nederlandsche Fabri- kanten-Vereenigingen, verzet zich tegen het weren van vreemde arbeiders in Lim burg en elders. Het blad wil integendeel de grenzen voor buitenlandsche arbeiders in het mijn- bedrijf, de bouwbedrijven en andere zoo wijd mogelijk openzetten. Waarom? Alleen omdat het hoopt, daardoor de loo nen naar beneden te drukken, die, zegt het, op een overdreven hoog peil staan De arbeiders, beweert het blad, zijn tegen het binnenkomen van vreemde arbeidskrach ten, omdat zij „kunstmatig" de loonen op het overdreven hooge peil willen handha ven. Hoe steekt bij deze zelfzuchtige hou ding de nobele tactiek van het werkge versorgaan af. Het zou geen duizenden, maar tiendui zenden vreemde arbeiders willen binnen halen, Ken einde de loonen een stevigen duw naar beneden te kunnen geven. Of daardoor de werkloosheid' onder de Nederlandsche arbeiders nog grooter afme tingen zou aannemen, is het een zorg. Het fabrikanten-orgaan beroept zich op een sociaal-democraat, den heer Gerritsz, die op de vergadering der Yereemging van Nederlandsche Arbeidsbeurzen piet was voor het voetstoots weren der Duitsche ar beiders uit ons land. De „Volkskrant" acht voorzichtigheid in deze zaak met een beroep op de sociaal democraten, gewenscht. Heeft het „Volk" zelf indertijd niet 't iooger invoerrecht op sigaren ook bestre den, omdat, indien het aan Nederlandsche sigarenmakers al werk zou verschaffen, 't aan Duitsche sigarenmakers werk zou ont nemen Terwijl ieder verstandig mensch erkent, dat er geen grooter ramp is dan de werk loosheid, ook omdat zij de menschen ont zenuwt en hen voor alles rijp en tot al les in staat maakt terwijl dus elk va derlander, van welke richting of denkwijs ook, niets dringender moet achten dan het verschaffen van werkgelegenheid, wil het fabrikanten-orgaan uit spe:ulatief-ego *- tische overwegingen de grenzen wagewijd openzetten voor een stroom van buitenland sche arbeidskrachten. Het is ook een domme, onvaderlandsche tactiek, waartegèn niet krachtig genoeg kan worden geprotesteerd." De heer Ter Ha.ll heeft aan den Minis ter van Financiën schriftelijk gevraagd of de Minister kan meedeelen, of het juist is, dat sedert Juni 1922 bij den Burger lijken Pensioenraad een bedrag van 20 mil lioen gulden berust, welk bedrag door den voorzitter van dezen Raad niet belegd is en waardoor de Staat een aanmerkelijk renteverlies heeft te boeken. De bezwaarschriften tegen de voorgeno men electrocutie van het Goca zijn thans vanwege teet Departement van Waterstaat naar de directie van de Gooische Spoor- en Tramweg Mij. ter zake van advies door gezonden, meldt het „Hbl." In verband met het groote aantal, zal met het advies uitbrengen nog geruime tijd gemoeid zijn. Het bandsbestuur van de R..K. Wepk- lieden-V ereeniging in het Aartsbisdom, heeft aan de besturen en geestelijke ad viseurs der R.K. Werkliedeo-Vereenigingen een schrijven gezonden, waarin wordt me degedeeld, dat op dit oogenblik door som mige personen in couranten-artikel, rede voering of persoonlijke uitlatingen gedaan worden, die groote verwarring dreigen te stichten onder de katholiek-georganiseerde arbeiders. Daarom waarschuwt het bestuur: „Past op uw eigen, door u zelf opge bouwde en groot gemaakte organisatie en laat u niet van de wijs brengen. „Onze Utrechtsehe Bond, die in de ver kopen dertig jaren met vaste hand, vol gens vaste lijn, soms in de meest moei lijke omstandigheden, het welzijn der Ka tholieke arbeiders, op de eerste plaats hunne ./ontwikkeling'' en „vorming" tot mannen van rotsvast geloof en kennis, be hartigde, zal ook in de toekomst hier van kunt ge verzekerd zdjn de „juiste richting", door Uw aller medezeggingsohap en Uw aller medewerking aangegeven, en ander mannen trouwe leiding van het hoogste Kerkelijk gezag, blijven volgen. „De door U gekozen hoofdleiding zal, juist in onze, alles op losse sohroeven zettende tijdsomstandigheden, trachten, sterk van hand en klaar van hoofd, onzen Utrechtschen Bond te blijven uitbouwen." De circulaire besluit met er met klem op te wijzen, dat de richting van den bond, welke gedurende 30 jaar de juiste bleek, zal blijven vastgehouden, en vraagt den besturen en geestelijke adviseurs dringend: „draagt ook gij zorg, dat in Uw Werk- liedem-Vereeniging die richting gevolgd worde. „Laat u niet van de wijs brengen, door wien ook, noch door geschrijf, noch door redevoeringen; houdt u aan de doelbewuste en tot succes voerende richting, die jaren lang de beproefde en goede richting bleek te zijn. De Ned. Kamer van Koophandel voor Duitschland te Frankfort heeft van het be stuur onzer Posterijen mededeeling gekre gen, dat het remboursverkeer van aange- teekende brieven en postpakketten tusschen Nederland en Duitschland is hersteld, zoo de afzender verzoekt het bedrag van het remboursement op een in het land van be stemming aangehouden postrekening over te schrijven. Het is niet noodig, dat de af zender zelf deze postrekening heeft ge opend. Verzending van postzakken met rem bours is alleen toegestaan van Duitschland naar Nederland, niet omgekeerd. Eenmaal buiten de deur, holde Jeanne de trap af en liep als een dwaze straat in, straat uit, stiet tegen de voorbijgangers aan. Onophoudelijk herhaalde zij de zelfde woorden „Mijn kindLucie is mijn doch terIk heb mijn kind weergevonden." De buitenlucht deed haar goed. Zij werd kalmer. Zij was verlangend hare dochter te zien en verhaastte daarom den pas. Toen zij voor de deur op de zesde etage stond, zag zij, dat de sleutel in het slot stakEen zonderlinge aandoe ning maakte zich van haar meester Haar dochter was daar.A.. Zij zou ze zien, omhelzen, maar zij moest tegenover haar moeder Lise blijven, de brood draagsterJeanne trad binnen. „Bent u daar, moeder Lise zei Lu- cie" glimlachend. „Ja, lieveling. Ik ben het, kind. Ben Ie' weg geweest ^Ja. Ik ben naar Madame Augustine geweest, om werk af te leveren, maar ik heb "er spijt van, want Lucien is intus schen hier geweestHebt u hem niet gezien, moeder Lise „Neen, ik heb hem niet gezien," zeide zij," moeite doende zich niet te verraden door de trilling harer stem. „De concierge vertelde mij, dat hij er erg bedroefd uitzag." „Dat zal ze zich verbeeld hebben." .Dat kan. Maar als ze het eens goed gezien heeft. Moeder Lise, ik ben bang.. Sinds dezen morgen, sinds dat bezoek van juffrouw Harmant, heb ik sombere voorgevoelens." „Zet dat uit je hoofd, kind Men plaagt zich zoo dikwijls met dingen, die niet bestaan. Zoek wat afleiding. Als ge het goedvindt eet ik dezen avond met je." „Dat is een goed idee, moeder Lise." „Dan ga ik inkoopen doen en zal ge reed maken, wat wij noodig hebben." „Afgesproken. Ik werk dan onder- tusschen door." Terwijl ze wegging, om het noodige in te slaan, sloeg zij een meewarigen blik op.Lucie, en zeide bij zich zelf: „Arm kind Wanneer zij alles zal we ten, wat zal haar dat leed veroorzaken." Lucien in de Murillostraat aangeko men, liet zich aandienen. I oen hij bin nenkwam, stond Mary met den rug naar den schoorsteen van de kleine salon gekeers en wachtte. Toen zij het gezicht van den jongen man zag, begreep zij onmiddellijk, dat hij ten prooi was aan een geweldige aandoening. Zij voelde een rilling over haar lichaam, maar wist hare ontroering te verbergen. „Mijn vader is nog niet thuis gekomen, mijnheer Lucien, begon zij. „Wat bent u bleek is er iets gebeurd Lijdt u „Ja, juffrouw, antwoordde Lucien met zachte stem.-„Ik heb veel geleden en lijd nog." „Hoe zoo? Hebt u misschien een on aangenaam onderhoud gehad met mijn vader „Ik heb inderdaad een zeer pijnlijk onderhoud gehad met uw vader en dat is oorzaak van mijn lijden." „Dat begrijp ik niet." „Luister, juffrouw en het zal u duide lijk worden. Wij zijn tot het beslissende oogenblik gekomen. Er moet een zuivere toestand tusschen ons komen en daar- tóe kunnen wij alleen geraken door de grootst mogelijke openhartigheid. zoo noodig eene openhartigheid, welke pijn doét...." Mary werd bleek. Angst kneep haar de keel dicht en belette haar een woord te spreken. Zij beperkte zich tot een toe stemmend hoofdknikken. „Het toeval of beter gezegd de be hoefte aan werk heeft mij op zekeren dag met u in kennis gebracht. Toen bent u voor mij geweest goed. welwillend, meevoelend. Ik heb niet gelogen, toen ik u eeuwige dankbaarheid beloofde. Door bij uw vader het verzoek van mijn vriend Georges Darier te ondersteunen, door mij eene positie te bezorgen in de fabriek, verzekerde u mijn toekomst Mij viel de meer dan gewone eer ten deel door u opgemerkt te worden. Ik ondervond van uw kant een zekere wel willendheid, die ik niet verdiende en niet verwacht had...." „O riep Mary heftig uit, „ik begrijp nu, waarom u vroeger bent gekomen, waarom u mij op dien ijskoifden toon toespreekt, die mij vrees aanjaagt. U komt mij vertellen, dat u niet van mij houdt en nooit van mij zult houden." Zonder op deze onderbreking in te gaan, ging Lucien voort „Het gevoel, dat u voor mij hadt, had ik voor een andere. Ik beminde „Ja, u bemindezeide de dochter van Paul Harmant op bitteren toon „en u bemint nog en de hoop, die ik een oogenblik heb gehad, om mijn leven aan het uwe te verbinden, was slechts een droom." „U en uw vader," vervolgde Lucien, „hebt alles beproefd om die liefde, waar van mijn hart vol was, te vernietigen. Ik weet dat, zonder dat ik u evenwel daarvan 'n verwijt maak. Ik heb gedaan, wat ik ais eerlijk mensch moest doen. Ik heb mij zooveel mogelijk afzijdig ge houden en de gelegenheid vermeden om met u in aanraking te komen. Misschien heb ik u daardoor lijden veroorzaakt, ik betreur het, als het zoo is, maar u moogt me dat niet kwalijk nemen. Ik beminde." „En nu komt u mij vandaag vertellen, dat er niet de minste hoop meer voor mij bestaat, niet waar vroeg Mary. „Kunt u mij kwalijk nemen dat ik u' heb bemind Kon ik vermoeden, dat u'n andere beminde, dat'n andere u beminde. Thans is mijn liefde zoo waarachtig, dat ik haar niet meer kan dooden. Als dat een misdaad is, Lucien, vergeef mij dan. Ik vraag u alleen dit eenelaat mij hopen, laat mij leven. Wie kent de ge heimen van de toekomst Ik smeek net u op de knieën V' En Mary knielde inderdaad voor Lu cien, met smeekenden blik. Ik ben nog te jong om te sterven ik wil leven....ik zal leven, als u tot mij zegt, dat u later misschien tot mij zult komen.... Dat is onwaarschijn lijk, goed, maar toch....het is moge lijk.. Wie weet, komt er ooit een dag, dat u meer van mij zult houden dan van die andere, die thans uw hart heeft veroverd." „Van heden af mag en kan ik haar niet meer beminnen," mompelde Lucien met een zucht. Plots stond Mary op. Een uitdrukking van wilden triomf straalde op haar ge laat. „Wat hebt u daar gezegd?" riep zi] uit. U moogt, u kunt haar niet meer beminnen." „Neen, antwoordde Lucien, met doffe stem. „Wat is er gebeurd Is die gevloekte concurrente u onwaardig geworden Is dat zoo ..Dat is zoo." (Wordt vervolgd),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 5