Brieven uit Frankrijk.
BUITENLAND
BINNENLAND.
Onschuldig veroordeeld
Tweede Blad
10 November 1922
feuilleton.
DE TREK NAAR DE GROOTE STEDEN
De Crisis in het Oostenongerustheid te Londen. De rapporten der
Dujtsche regeering aan de Commissie van Herstel en den buitenland-
sche deskundigen.
Onder de Telegrammen: Angora stelt nieuwe eischen aan de Gealli
eerden. Een Russische nota over de Conferentie van Lausanne te Lon
den overhandigd. Een oorlogscrediet voor den Zuid-Slavischen Minis
terraad. Een diplomatiek conflict tusschen Polen en Rusland.
De crisis in het Oosten.
De Commissie van Herstel te
Berlijn.
De verkiezingsstrijd in Engeland.
De kósten der, Amerikaansche
bezettingstroepen.
Uit de Italiaansche politiek.
Na de revolutie In Griekenland.
De dienstplicht in Frankrijk.
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
De rooverbenden in China.
Staking bij de Londensche
reiniging.
De gevaarlijke sigaar.
EEN ONBESCHAAMDE VRAAG.
HET WEREN VAN VREEMDE
ARBEIDERS.
BINNENLANDSGH NIEUWS.
Twintig millioen niet belegd?
De electrocutie van het Gooi.
Een ernstig woord van waar
schuwing.
Verkeer en Posterijen.
Het Remboursverkeer met Duitsch
land.
Niet ten onrechte maakt men zich
bezorgd over den trek naar de groote
steden en de ontvolking van het platte
land. Bestond dit verschijnsel reeds voor
den oorlog, nadien is de uittocht grooter
geworden, heeft het overvloedig door
den landman verdiende geld het ver
langen naar de stad doen toenemen en
is dit voor velen inderdaad in vervulling
gegaan. Men behoeft slechts rond te
zien in tal van dorpen, om niet slechts
verbaasd te staan over het gemis aan
kjnderen, maar ook over het feit dat
slechts ouden van dagen en mannen op
zeer rijpen leeftijd zich met den land
arbeid bemoeien. De reden is niet moei
lijk te zoeken en veelal van weinig ver
heffend, karakter. Men zegt het stille
geluk van het vredig buitenleven vaar
wel voor de schijnweelde der groote
stadsvermaken; men laat zich verblin
den' door de uiterlijke bekoorlijkheden
van een wereldstad, vergetend dat niet
alles goud is wat er blinkt en dat zeker
het geluk moeilijker is te vinden in lïèt
gewemel van ëen woelige stad, dan in de
rust van de grootsché natuur. Men "maakt
zich voorspiegelingen van de zaken die
men er zal drijven, van den roem dien
men zal inoogslen, van de vreugde voor
al, die men.er zal genieten. Over 't hoofd
wordt gezien, dat de concurrentie er
groot is, de roem voor slechts weini
gen weggelegd en dat de genietingen
meer denkbeeldig dan werkelijk zijn.
Wie meent in een wereldstad de een
zaamheid van het platteland te kunnen
ontvluchten, zal ondervinden, dat men
zich juist nergens zoo eenzaam kan ge
voelen als daar, ondanks en juist door
die duizenden onbekenden, die ons om
ringen.
„Napels zien en dan sterven" houdt
een schoonheidsgedachte in. „Parijs zien
en er leven" is voor velen een verlan
gen al te zeer uit genotzucht geboren.
Valt deze uittocht derhalve te betreu
ren uit moreel oogpunt, er is een an
dere niet minder belangrijke zijde aan
dit vraagstuk, een oeconomische. Frank
rijk is het land van den landbouw bij
uitstek, de ontvolking der dorpen brengt
dé groote voorraadschuren van dlit Rijk
in gevaar.
Wijde velden liggen onbebouwd bij
gebrek aan werkkrachten, talrijke dor
pen lijken als uitgestorven waar zoo
goed als alle jonge mannen en vrou
wen het ouderlijk huis hebben verla
ten en op armzalige dakkamertjes in
de groote steden hun verblijf hebben op
geslagen. Mij is een kleine gemeente be
kend, waar sedert den oorlog op een
bevolking van ongeveer 1000 zielen niet
minder dan 300 den landbouw den rug
hebben toegekeerd, een 'werkkring heb
ben gezocht op bureaux, in zaken, in
alle uithoeken van Parijs. Hoe weini
gen zullen er terecht komen in goede
handen, hoe weinigen vol hoop den Pa-
rijschen renbaan binnengetrokken, zul
len den prijs behalen.
En intusschen. daarbuiten op het
land, waar de bevolking zooveel beter,
de lucht zooveel reiner en de vraag
raar werkkrachten zoo ontzaggelijk
groot is, houdt de uittocht aan.
Zeker de Regeering heeft het oog op
dézen toestand gevestigd en de toege
felijkheid op belastinggebied jegens dc
landbouwers, is voor een deel te dan
ken aan den wensch, de aantrekkelijk
heid van het platteland te bevorderen.
Middelen worden aangegrepen de dorpen
meer het middelpunt van feestelijkhe
den te maken en zoodoende de jeugd
veire te houden van de stad. Hulpmidde
len die weinig zullen baten, de liefde
voor de natuur, de gehechtheid aan de
plek waar men werd geboren, de 'be-
kórng van heit intieme dorpsleven moe
ten opnieuw een eerste plaats gaan in
nemen bij de tegenwoordige Fransche
jeugd. Niet Parijs .alleen, moet van jongs
af als Frankrijk worden beschouwd, als
hét summum van heerlijkheid als de
stad der droomen als het ideaal van alle
menschehjke genietingen. Laat men
vooral niet verzuimen, de keerzijde aan
te toonen, de lichtzijden van het plat
teland te stellen tegenover de duistere
plekken van een verblijf in een. over
volle Metropolis.
En die schaduwzijden, zij behoeven
werkelijk niet met een lantarentje ge
zocht. Een enkele slechts Hit vele zi.i
hier ditmaal aangetoond.
Het woninggebrek is nog steals nij
pend, de uitbreiding van huurders gaat
nog alle grenzen van betamelijkheid te
builen.
Een voorbeeld uit mijn directe om
geving. Een mijner vrienden had verle
den jaar na langen tijd met zijn gezin
in verschillende hotels te hebben om
gezworven, 'n kleine é'age gevonden. De
huurprijs was niet hoog, 40Ö0 frs.,
maarschrik niet lezer,... om de
ze zoo blij veroverde woning te mogen
binnengaan, .moest hij een weinig'waar-
devol ameublement voort 20000 frs/over
nemen. Hij bezweek voor het- verlan
gen een eigen - home te-' bezitten. Eri|
nu reeds wordt hem de huur opgezegd.
Dé schraperige huiseigenaar wil op
nieuw met een ander datzelfde spelletje
gaan spelen opnieuw een slachtoffer gaan
zoeken onder dakloozen die alles be
ter vinden dan een onhoudbaar hotelle
ven. Geen smeeken helpt, klachten ba
ten niet, mijn vriend die gehoopt had, al
wist hij geen recht te hebben op lan
ger dan een jaar, zijn huur verlengd te
zien, moet andermaal op den zoek. En
niet alleen de geldelijke offers ge
bracht bij zijn binnentreden, waren bui
tensporig, de eigenaar eischt bii rijn
heengaan een absolute aflevering in den
staat, waarin zich alles bij zijn komsl
bevond. Ieder spijkergat dat geslagen is,
dient hersteld, iedere betimmering, die
eenige sporen heeft achtergelaten, moet
ten koste van veel geld ongedaan wor-
den gemaakt. Weken lang is hij er*1
reeds op uit een nieuwe woning te vin
den. Hij klopt aan in de stad en in dc
buitenwijken, maar het zoekt en gij zuil
vinden, schijnt niet te gelden voor een
daklooze in deze wereldstad. Van eischen
stellen op hygiënisch gebied is geen
sprake en de hoop op meer dan gewone
comfort doet men het best geheel uit
zijn hoofd te zetten. Een woning die
te huur staat is in Parijs inderdaad wan
hopig. Bouw 20.000 huizen en zij zul
len aanstonds in beslag zijn genomen.
Een benauwend verschijnselmaar
toch met een goede zijde, beschouwd,
in verband met het onderwerp door mij
in den aanvang van dezen brief behan
deld.
Het gebrek aan woningen is wellicht
de beste rëm om den trek van het platte
land naar de steden tegen te houden.
De crisis op woninggebied zal de oor
zaak kunnen worden, dat Frankrijk's
weelderige bron, de landbouw, niet d
een steeds toenemenden uittocht aan h
verdrogen gaat.
De definitieve oplossing zal eerst ge
vonden worden, als de groote gezinnen
in Frankrijk opnieuw térugkeeren, als
de bevolkingsstatistieken zich niet lan
ger in dalende maar irt stijgende richting
zullen bewegen.
Dan eerst kan de bezorgdheid voor
Frankrijk's landbouw in de toekomst,
geheel wijken, dan eerst zal zelfs het
opgeloste woningvraagstuk geen belem
mering meer zijn, want de uittocht van
het platteland moge dan al even sterk
zijn als thans, de intocht in het leven
zal hel noodige tegenwicht vormen, vol
doende arbeidskrachten aan Frankrijk
schenken om zijn welvarenden tuin een
vollen wasdom te geven.
Tot zoolang... moge het kort zijn....
is het woningvraagstuk ten nauwste aan
gekoppeld aan de Fransche landbouw
belangen. Het is, met al zijn hopelooze
misère, de blijkbaar eenig overgebleven
trekpleister van het meer en meer ver
smade buitenleven.
Mr. P. v. S.
2 November 1922.
Chamberlain over den toestand
in het Naburige Oosten.
vnam Derlain heeft te West Birming
ham sprekend, gewezen op den ernst van
den toestand in het Naburige Oosten en
Sonar" Law allen steun beloofd, indien
de regeering verzoenend en gematigd "bleef
en- de nationale eer en de belangen krach
tig verdedigde. Hij zeide dat er een nieu
we geest in de Turken was gevaren. De
geest van Angora was niet verdraagzaam
en vriendschappelijk als de oude Turk,
maar /onverdraagzaam en. vijandig ten
aanzien van alle We3tersche .denkbeelden, en
Westersche volken.
Ongerustheid te Lopden.
Er heerscht ongerustheid te Londen over
de volledige afwezigheid van berichten uit
Konstantinopel sinds het bericht, volgens
hetwelk de Turken hun eischen hadden
herhaald. De berichten, die thans indirect
binnenkomen, toonen aan, dat de stilte n
gevolg is van het feit, dat do Turken
den kabel van Tsjanabokale hebben door
gesneden. De staat van beleg is nog niet
afgekondigd. Er zijn twee Britsche soldaten
vermcord te Kassan Pasja bij Konstanti-
nopel.
Dc Britsche pers over den toe
stand.
Te midden van de verkiezingsgeschillen
is er een punt, waarin de bladen van gis
teren overeenstemmen namelijk in lof voor
Curzon's rede. Het meest naar voren tre
dend is het vertrouwen, dat Kemal het
onverstandige er van zal inzien met de
geallieerde eephoid te spotten maar wat
ernstiger besproken wordt, is de mogelijk
heid dat opgewonden elementen eigendun
kelijk zullen optreden; maar de strijdmach
ten der geai'K- reien ter plaatse zullen af
doende met k een toestand kunnen af
rekenen.
De ..Times'.'..beschuldigt de kepialisten van
prikkelende, bplsjewieksche tactiek en meent,;
dat het treurig ..zqu zijn. indien,de gealli
eerden, die den oorlog wonpen, „door „aar-
zeling der Turken zouden „toestaan den vrede!
te, vernietigen. -
De „Daily Telegraph" schrijft: Zoolang
de entente eensgezind is, twijfelen wij met
dat Kemal en zijn heethoofden tot rede
zullen worden gebracht.
De „Westminster Gazette" acht het ge
lukkig voor het land, dat de politiek, dooi
Curzan thans gevolgd, minder vatbaar is
voor critiek dan de vroeger gevolgde Het
blad acht het waarschijnlijk, dat' de Turk-
sche houding hoofdzakelijk bluf is. De ge
allieerde eenheid en vastbeslotenheid zal
een eind maken aan de crisis.
De „Daily News" hoopt dat de geallieerden
de zaak zullen behandelen zonder den Bal-
kanhaat aan te wakkeren door Roemenië
en andere Balkanstaten te hulp te roe
pen. Indien de Turken in een vlaag van
krankzinnigheid het conflict verhaasten, zal
het waarschijnlijk kort duren en zich niet
uitbreiden, terwijl de uitslag nooit twij
felachtig zal zijn.
Het rapport der Dnitsche re-
geeriag.
Het Woensdag aan de Commissie van Her
stel overhandigde Duitsche antwoord bevat
de, volgende punten: lo. De bereid sverkla-
ring der Duitsche regeering, de op zich geno
men verplichtingen tegenover de garantie-
commissie te vervullen. 2o. De hernieuwde
verzekering, dat de stabiliseering van den
markkoers de belangrijkste en meest dringen
de taak van Duitschland blijft. Een duurzaam
succes kan Duitschland echter natuurlijk
slechts beloven, indien de oplossing van het
geheele schadevergoedings-probleem met den
meesten spoed wordt ter hand genomen.
Toch kan reeds thans een samenwerking van
een buitenlandsch syndicaat met de Duitsche
rijksbank mogelijk worden gemaakt. De nota
beroept zich op het rapport van de heeren
Vissering en Dubois en op Brand's speciale
uiteenzettingen, die tegelijkertijd werden over
handigd. De Duitsche regeering beveelt het
pIan-Viss<tring aan en verzoekt de C. r. H.
dit als basis te beschouwen, in het bijzonder
is de rijksbank van dc beteekenis van een
bankierssyndicaat overtuigd. Zij heeft zich
bereid verklaard mede te werken en aan het
bijeenbrengen der middelen deel te nemen.
Ten aanzien van den aard en den omvang van
deze deelneming blijft de overeenstemming
met de buitenlandsche geldgevers voorbehou
den. Bovendien is de goedkeuring van de C.
v. H. noodzakelijk. Noodig is de vrijstelling
van Duitschland van betalingen in geld en
leveringen in natura tijdens een langdurig
moratorium, opdat het stabiliseeringsplan met
zal mislukken. De Duitsche regeering ver
klaart zich echter bereid, dc leveringen voor
de verwoeste gebieden van Noord-Frankrijk
ook gedurende het moratorium voort te zet
ten, voor zoover dit zonder vermeerdering
der vlottende schuld uit de middelen der be
grooting of een binnenlandsche leening moge
lijk is.
Het rapport der deskundigen.
Het rapport der financieele deskundigen
Vissering en Dubois bevat de volgende hoofd
punten: Daar het vertrouwen in Duitschlands
economie zoowel in het binnen- als in het
buitenland is geschokt, moet onder medewer
king van de C. v. H. zoo spoedig mogelijk
een vergadering van bankiers uit de landen
met normale valuta (Engeland, Nederland,
Zweden en Zwitserland) bijeengeroepen wor
den, waaraan eventueel ook vertegenwoor
digers uit andere landen kunnen deelnemen.
Het rapport doet o.a. de volgende voorstel
len: lo. Duitschland moet van alle betalin
gen in geld en leveringen in nain-n worden
vrijgesteld. 2o. Een leening van m^stens 500
millioen gouden marken moet worden bijeen
gebracht. 3o. Ais zekerheid voor dc leening
komen in aanmerking accepten, uitgegeven
door de Duitsche regeering, onder garantie
van de Rijksbank. 4o. De verlenging van het
crediet zal hoo'gsfens twee jaar kunnen bedra
gen. 5o. De ieen-'ig moet den voorrang heb
ben boven al' schadevergoedingsbetalingen.
Oo. Ais waarbo wordt de opbrengst van de
Duitsche uitvoerbelasling voorgesteld. 7o. De
Duitsche rijksbank moet een bedrag van ge
lijke grootte (dus eveneens 500 millioen) bij
eenbrengen, door verpanding van een gedeelte
van den goudvoorraad en belastingen. 8o. Ten
aanzien van rente en provisie blijft een nadere
overeenkomst voorbehouden.
Dit door de heeren Vissering en Dubois on-
derteekende rapport is mede door den .Engel-
schen bankier Brand ondertoekend, onder
voorbehoud van de opmerkingen in zijn eigen
memorandum. Hei memorandum-Brand bevat
de volgende punten; To. Ëen uitvoerige ver
klaring. dat hij slechts zijn persoonlijke mee-
ning uitspreekt. 2o. De mededeeling, dat het
rapport zich tot de zuiver technische zijde
van het financieele probleem beperkt. 3o.
Brand verklaart het voor onmogelijk, op het
oogenblik de deelneming te verkrijgen van
particuliere Engelsche geldgevers. Het memo
randum wijst ter staving hiervan op het rap
port van het Parijsche bankierscomité van
dezen zomer, dat ook thans nog van kracht
is. Sedert dien is het Duitsche crediet volko
men geschokt door de daling van de mark.
De Engelsche geldgevers zouden niet bereid
zijn geld te geven voor zij preferentie waar
borgen krijgen. Brand stelt voor, het goud
van de rijksbank op een neutrale plaats te
deponeerèn. Van deze voorwaarde kan ech
ter afstand worden gedaan, indien Duitsch
land een volledig moratorium voor twee jaar
krijgt. In dit geval kan op een -accept-crediel
van minstens 5 millioen pond sterling door
Londenschc banken gerekend worden.
Het manilest van 16 September.
Curzon heeft in zijn gisteren gehouden
rede ook nog gewaagd van het manifest
van 16 September, waarin naar men zich
herinnert Lloyd George de Britsche poli
tiek ten aanzien van het Naburige Oosten
uiteenzette. Dit manifest, aldus Curzon,
werd buiten mijn weten en buiten weten
van het kabinet gepubliceerd en was z.i.
zeer ongelukkig wat aard en toon betrof.
Naar vernomen wordt, hebben de Brit
sche, de Fransche, de Ifaliaansche en de
Belgische ambassadeur heden persoonlijk aan
Hughes een voorstel voorgelegd, waarbij de
geallieerden de gelijkheid erkennen der
Amerikaansche en der geallieerde aanspra
ken op Duitschland in verband met de
handhaving der troepen aan den Rijn. Men
gelooft, dat de geallieerde vertegenwoor
digers op het onuitvoerbare er van wezen
om thans het geheele stelsel van de ver-
deeLPiS «ter schadevergoeding te herzien om
aan Amerikaansche aanspraken te ge-
moet te komen en dat zij een tegenplan
uiteenzetten, opdat Amerika zijn geld zou
terugkrijgen.
Verklaringen van Mussolini.
Tijdens de laatste kabinetszitting deelde
Mussolini mee, dat hij energieke maatre
gelen zou nemen om den binnenlandschen
toestand te regelen en de oproerige bewé-
ging in Sardinië te onderdrukken.
De buitenlandsche tosstand is zser deli
caat. Mussolini heeft aan den Italiaanschen
gezant te Konstantinopel getelegrafeerd,
met 't verzoek om de vorming van een ge
allieerd bloc tegen de Turken in de hand
te werken, die niet kuimen beweren, dat
'zij de geallieerden verslagen hebben.
Er zijn maatregelen genomen om de Ita
lianen te Konstantinopel te beschermen.
Mussolini verklaarde ook, dat Italië vóór
een zeer kort uitstel van de conferentie
te Lausanne was. Hij hield zich het recht
voor om aelf naar Lausanne te gaan.
De ministerraad besloot aan graaf Sforza,
gezant te Parijs, baron Agliotti gezant te
Tokia, en baron Fasciotti, gezant te Ma
drid, onslag te geven.
Prinoe Caltini is aangewezen als Ita-
liaansch gezant te Washington.
De oude regeering ter ver
antwoording geroepen.
Het revolutionnaire comité heeft uitgemaakt,
dat Goenaris, Baltarri, Stratigos, Protopada-
kos, Ghoudas, Theotoüris, Hadjanesti en Stra
tus, voor een buitengewonen krijgsraad zullen
worden gebracht.
Het comité was van oordeel, dat ex-koning
Konstantijn niet voor den rechter gedaagd
moest worden, omdat de koning niet verant
woordelijk is maar de ministers dat zijn.
Minister Devèze heeft bij de fransche Ka
mer een wetsontwerp ingediend tot herziening
van het leger. Dienstplichtig zijn alle mannen,
die den leeftijd van 20 jaar hebben bereikt.
De duur van den diensttijd zal zijn: 8 maan
den voor dc reserve. 10 maanden voor de in
fanterie en de zware artillerie, 12 maanden
voor de genie, 13 maanden voor de cavalerie
en de bereden artillerie.
Wij maakten dezer dagen melding van het
gevangennemen van zen delingen door roovers
in China.
De correspondent van de North China „Dai
ly News" in Honan vertelt nader van de ont
voering van vreemdelingen door roovers, n.l.
van een lid der inwendige zending in China
en van een vrouwelijke zendeling en haar
dochter. Eenige weken geleden reeds werden
twee Amerikaansche ingenieurs, een Fransch
handelsreiziger en twee Luthersche zendelin
gen eveneens ontvoerd. Zij zijn nog niet vrij
gelaten. De roovers zijn ex-soldaten van
Tsjao-Ti, oud-Toesjoen (militair gouverneur)
van Honan en een aanhanger van Tsjang-Tso-
lin, die bij den strijd in Mei jj. de achterhoe
de van Woe-Peirfoe aanviel, maar verslagen
en op de vlucht werd gejaagd door Woe-Pei-
fce's bondgenoot den christen-generaal Feng
Yoe-lisiang.
De dochter van de* bovengenoemde zende
linge is door de roovers naar Tsjowkiakow
teruggezonden met een eisch van een millioen
dollars als losgeld voor haar moeder, doch dit
was slechts snoeverij, daar de roovers zeiven
aan de moeder meedeelden die zij vrijlieten
na haar van al haar bezittingen te hebben be
roofd, dat hun eenig motief was te trachten
de centrale regeering te nopen, ben weder In
dienst te nemen-
Deze wandaden, aldus voegt de correspon
dent van de „Times" te Sjanghai aan het bo
venstaande toe, en de machteloosheid van de
provinciale en de centrale regeering ora ze te
voorkomen, wekken groote verontwaardiging;
het rooverwezen in China is nog nimmer zoo
erg geweest als thans.
Aan den vooravond van den Londenschen
Lord Mayor'» Show zijn de mannen, die de
straat vegen en zand strooien voor den op
tocht, in staking gegaan, evenals het overige
personeel van de reiniging ,bij elkaar onge
veer 400 man. De straten bleven dientenge
volge gisteren ongeveegd, en duizenden
overvolle vuilnisbakken en groote hoeveel
heden groenten-afval bleven onaangeroerd.
De aanleiding tot de staking is een loon-
eisch, n.l. een vast loon met een minimum
voor volwassen mannelijke arbeiders van
3, 5 sh. per week voor den laagsten rang.
Dc „Evening Standard" wijst er op, dat in
dien deze eisch werd ingewilligd, onge
schoolde arbeiders veel meer zouden ont
vangen dan de geschoolde arbeiders, zooals
metaalarbeiders, die een loon vaBt 1 »b. 3:i
pence per uur hebben aanvaard.
Tot dusver ontvingen de arbeider* der rei
niging het loon van vóór den oorlog, bene
vens een bijslag, vastgesteld naar de cijfer»
der kosten van het levensonderhoud. Straat
vegers krijgen thans 1, 10 sh. per week, be
nevens een toeslag van £1, 7 sh, 5 pence per
week, totaal du» 2, 17 sh, 5 pence per week.
Bovendien ontvangen de arbeiders tegen
een kleine wekelijksche premie pensioen en
twaalf dagen vacantie met behoud van salaris.
Behalve het leggen van een kaartje in den
trein, kan ook het aannemen van een sigaar
gevaarlijk zijn.
Hetgeen de koopman Hassan el Hake uit
Kairo heeft ondervonden. Gezeten in den
nachttrein BerlijnHamburg, maakte hij ken
nis met twee medereizigers. De heeren boden
hem een sigaar aan; na het genot daarvan
viel bij al spoedig in diepen slaap. Toen hij
in Hamburg door den conducteur gewekt
werd, kwam hij tot de ontdekking, dat hij
een portefeuille met drie en een half millioen
mark miste, plus gouden horloge en andere
kostbaarheden.
Met Mr. Troelstra als parlementair spre
ker, gaat het bergafwaarts.
Bij de Algemeenc Beschouwingen- in de
Tweede Kamer, had de socialistische leider
meer dan drie uren noodig, om „enkele"
opmerkingen te plaatsen over de groote lij
nen van het regeeringsbeleid.
Natuurlijk zat de „inmenging" der Bis
schoppen in den verkiezingsstrijd hem erg
dwars.
Volgens Mr. Troelstra heeft die bemoeiing
met aiïle geweld den verkiezingsuitslag onzui
ver gemaakt.
En daar cijfers zich o zoo geduldig laten
uitspreken of neerschrijven, fantaseerde hij
er maar op los.
Van de 800.000 Katholieke kiezers, zouden
zeker 500.000 anders hebben gestemd, als
de Bisschoppen niet hadden gesproken.
Zoo sprak de gedachteplezer Mr. Troelstra,
die op die 500.000 gerust nog een 100.000,
ja zelfs 200.000 had kunnen voegen. Waar
om niet?
Maar zou de heer Troelstra ook zoo afge
geven hebben, op de „inmenging' van bet
Episcopaat als door samenwerking van Ka
tholieken en Socialisten, aan hem, Troelstra,
regeeringsverant woordelijkheid was opgelegd?
Al dat geleuter van den sociafistiscben
leider over het ingrijpen der Katholieke gees
telijkheid in de „vrijheid" der Rpomsche
kiezers, getuigt van verkropten spijt en ver
beten woede over de schitterende overwin
ning der Katholieke Staatspartij bij de ver
kiezing ondanks de actie der Nieuwe Katho
lieke Partij.
Waarlijk, een vrijdenker aüs Mr. Troelstra
is wel de rechte man, om aan den Minis
ter-President de vraag te stellen: Zijt gij jan
oordeel, dat de geestelijkheid moet blijven
buiten bét politiek terrein en dat, zoo zij
zulks niet doet, ook de Katholieken zich niet
aan hare uitspraken hebben te storen?
Wij verwachten dan ook dat Minister
Ruys op die onbeschaamde vraag een ant
woord zal geven, dat klinkt als een klok en
waarmee Mr. Troelstra en heel zijn fractie,
met den kous op den kop naar huis gezon
den zullen worden.
De Nederlandsche Nijverheid, het orgaan
van het verbond van Nederlandsche Fabri-
kanten-Vereenigingen, verzet zich tegen
het weren van vreemde arbeiders in Lim
burg en elders.
Het blad wil integendeel de grenzen
voor buitenlandsche arbeiders in het mijn-
bedrijf, de bouwbedrijven en andere zoo
wijd mogelijk openzetten.
Waarom?
Alleen omdat het hoopt, daardoor de loo
nen naar beneden te drukken, die, zegt het,
op een overdreven hoog peil staan
De arbeiders, beweert het blad, zijn tegen
het binnenkomen van vreemde arbeidskrach
ten, omdat zij „kunstmatig" de loonen op
het overdreven hooge peil willen handha
ven.
Hoe steekt bij deze zelfzuchtige hou
ding de nobele tactiek van het werkge
versorgaan af.
Het zou geen duizenden, maar tiendui
zenden vreemde arbeiders willen binnen
halen, Ken einde de loonen een stevigen
duw naar beneden te kunnen geven.
Of daardoor de werkloosheid' onder de
Nederlandsche arbeiders nog grooter afme
tingen zou aannemen, is het een zorg.
Het fabrikanten-orgaan beroept zich op
een sociaal-democraat, den heer Gerritsz,
die op de vergadering der Yereemging van
Nederlandsche Arbeidsbeurzen piet was
voor het voetstoots weren der Duitsche ar
beiders uit ons land.
De „Volkskrant" acht voorzichtigheid in
deze zaak met een beroep op de sociaal
democraten, gewenscht.
Heeft het „Volk" zelf indertijd niet 't
iooger invoerrecht op sigaren ook bestre
den, omdat, indien het aan Nederlandsche
sigarenmakers al werk zou verschaffen, 't
aan Duitsche sigarenmakers werk zou ont
nemen
Terwijl ieder verstandig mensch erkent,
dat er geen grooter ramp is dan de werk
loosheid, ook omdat zij de menschen ont
zenuwt en hen voor alles rijp en tot al
les in staat maakt terwijl dus elk va
derlander, van welke richting of denkwijs
ook, niets dringender moet achten dan het
verschaffen van werkgelegenheid, wil het
fabrikanten-orgaan uit spe:ulatief-ego *-
tische overwegingen de grenzen wagewijd
openzetten voor een stroom van buitenland
sche arbeidskrachten.
Het is ook een domme, onvaderlandsche
tactiek, waartegèn niet krachtig genoeg kan
worden geprotesteerd."
De heer Ter Ha.ll heeft aan den Minis
ter van Financiën schriftelijk gevraagd of
de Minister kan meedeelen, of het juist
is, dat sedert Juni 1922 bij den Burger
lijken Pensioenraad een bedrag van 20 mil
lioen gulden berust, welk bedrag door den
voorzitter van dezen Raad niet belegd is
en waardoor de Staat een aanmerkelijk
renteverlies heeft te boeken.
De bezwaarschriften tegen de voorgeno
men electrocutie van het Goca zijn thans
vanwege teet Departement van Waterstaat
naar de directie van de Gooische Spoor-
en Tramweg Mij. ter zake van advies door
gezonden, meldt het „Hbl." In verband
met het groote aantal, zal met het advies
uitbrengen nog geruime tijd gemoeid zijn.
Het bandsbestuur van de R..K. Wepk-
lieden-V ereeniging in het Aartsbisdom,
heeft aan de besturen en geestelijke ad
viseurs der R.K. Werkliedeo-Vereenigingen
een schrijven gezonden, waarin wordt me
degedeeld, dat op dit oogenblik door som
mige personen in couranten-artikel, rede
voering of persoonlijke uitlatingen gedaan
worden, die groote verwarring dreigen te
stichten onder de katholiek-georganiseerde
arbeiders.
Daarom waarschuwt het bestuur:
„Past op uw eigen, door u zelf opge
bouwde en groot gemaakte organisatie en
laat u niet van de wijs brengen.
„Onze Utrechtsehe Bond, die in de ver
kopen dertig jaren met vaste hand, vol
gens vaste lijn, soms in de meest moei
lijke omstandigheden, het welzijn der Ka
tholieke arbeiders, op de eerste plaats
hunne ./ontwikkeling'' en „vorming" tot
mannen van rotsvast geloof en kennis, be
hartigde, zal ook in de toekomst hier
van kunt ge verzekerd zdjn de „juiste
richting", door Uw aller medezeggingsohap
en Uw aller medewerking aangegeven,
en ander mannen trouwe leiding van
het hoogste Kerkelijk gezag, blijven volgen.
„De door U gekozen hoofdleiding zal,
juist in onze, alles op losse sohroeven
zettende tijdsomstandigheden, trachten, sterk
van hand en klaar van hoofd, onzen
Utrechtschen Bond te blijven uitbouwen."
De circulaire besluit met er met klem op
te wijzen, dat de richting van den bond,
welke gedurende 30 jaar de juiste bleek,
zal blijven vastgehouden, en vraagt den
besturen en geestelijke adviseurs dringend:
„draagt ook gij zorg, dat in Uw Werk-
liedem-Vereeniging die richting gevolgd
worde.
„Laat u niet van de wijs brengen, door
wien ook, noch door geschrijf, noch door
redevoeringen; houdt u aan de doelbewuste
en tot succes voerende richting, die jaren
lang de beproefde en goede richting bleek
te zijn.
De Ned. Kamer van Koophandel voor
Duitschland te Frankfort heeft van het be
stuur onzer Posterijen mededeeling gekre
gen, dat het remboursverkeer van aange-
teekende brieven en postpakketten tusschen
Nederland en Duitschland is hersteld, zoo
de afzender verzoekt het bedrag van het
remboursement op een in het land van be
stemming aangehouden postrekening over
te schrijven. Het is niet noodig, dat de af
zender zelf deze postrekening heeft ge
opend.
Verzending van postzakken met rem
bours is alleen toegestaan van Duitschland
naar Nederland, niet omgekeerd.
Eenmaal buiten de deur, holde Jeanne
de trap af en liep als een dwaze straat in,
straat uit, stiet tegen de voorbijgangers
aan. Onophoudelijk herhaalde zij de
zelfde woorden
„Mijn kindLucie is mijn doch
terIk heb mijn kind weergevonden."
De buitenlucht deed haar goed. Zij
werd kalmer. Zij was verlangend hare
dochter te zien en verhaastte daarom
den pas. Toen zij voor de deur op de zesde
etage stond, zag zij, dat de sleutel in het
slot stakEen zonderlinge aandoe
ning maakte zich van haar meester
Haar dochter was daar.A.. Zij zou ze
zien, omhelzen, maar zij moest tegenover
haar moeder Lise blijven, de brood
draagsterJeanne trad binnen.
„Bent u daar, moeder Lise zei Lu-
cie" glimlachend.
„Ja, lieveling. Ik ben het, kind. Ben
Ie' weg geweest
^Ja. Ik ben naar Madame Augustine
geweest, om werk af te leveren, maar ik
heb "er spijt van, want Lucien is intus
schen hier geweestHebt u hem niet
gezien, moeder Lise
„Neen, ik heb hem niet gezien," zeide
zij," moeite doende zich niet te verraden
door de trilling harer stem.
„De concierge vertelde mij, dat hij
er erg bedroefd uitzag."
„Dat zal ze zich verbeeld hebben."
.Dat kan. Maar als ze het eens goed
gezien heeft. Moeder Lise, ik ben bang..
Sinds dezen morgen, sinds dat bezoek
van juffrouw Harmant, heb ik sombere
voorgevoelens."
„Zet dat uit je hoofd, kind Men
plaagt zich zoo dikwijls met dingen,
die niet bestaan. Zoek wat afleiding.
Als ge het goedvindt eet ik dezen avond
met je."
„Dat is een goed idee, moeder Lise."
„Dan ga ik inkoopen doen en zal ge
reed maken, wat wij noodig hebben."
„Afgesproken. Ik werk dan onder-
tusschen door."
Terwijl ze wegging, om het noodige
in te slaan, sloeg zij een meewarigen
blik op.Lucie, en zeide bij zich zelf:
„Arm kind Wanneer zij alles zal we
ten, wat zal haar dat leed veroorzaken."
Lucien in de Murillostraat aangeko
men, liet zich aandienen. I oen hij bin
nenkwam, stond Mary met den rug naar
den schoorsteen van de kleine salon
gekeers en wachtte. Toen zij het gezicht
van den jongen man zag, begreep zij
onmiddellijk, dat hij ten prooi was aan
een geweldige aandoening. Zij voelde
een rilling over haar lichaam, maar wist
hare ontroering te verbergen.
„Mijn vader is nog niet thuis gekomen,
mijnheer Lucien, begon zij. „Wat bent
u bleek is er iets gebeurd Lijdt u
„Ja, juffrouw, antwoordde Lucien met
zachte stem.-„Ik heb veel geleden en
lijd nog."
„Hoe zoo? Hebt u misschien een on
aangenaam onderhoud gehad met mijn
vader
„Ik heb inderdaad een zeer pijnlijk
onderhoud gehad met uw vader en dat
is oorzaak van mijn lijden."
„Dat begrijp ik niet."
„Luister, juffrouw en het zal u duide
lijk worden. Wij zijn tot het beslissende
oogenblik gekomen. Er moet een zuivere
toestand tusschen ons komen en daar-
tóe kunnen wij alleen geraken door de
grootst mogelijke openhartigheid.
zoo noodig eene openhartigheid, welke
pijn doét...."
Mary werd bleek. Angst kneep haar
de keel dicht en belette haar een woord
te spreken. Zij beperkte zich tot een toe
stemmend hoofdknikken.
„Het toeval of beter gezegd de be
hoefte aan werk heeft mij op zekeren
dag met u in kennis gebracht. Toen bent
u voor mij geweest goed. welwillend,
meevoelend. Ik heb niet gelogen, toen
ik u eeuwige dankbaarheid beloofde.
Door bij uw vader het verzoek van mijn
vriend Georges Darier te ondersteunen,
door mij eene positie te bezorgen in de
fabriek, verzekerde u mijn toekomst
Mij viel de meer dan gewone eer ten
deel door u opgemerkt te worden. Ik
ondervond van uw kant een zekere wel
willendheid, die ik niet verdiende en
niet verwacht had...."
„O riep Mary heftig uit, „ik begrijp
nu, waarom u vroeger bent gekomen,
waarom u mij op dien ijskoifden toon
toespreekt, die mij vrees aanjaagt. U
komt mij vertellen, dat u niet van mij
houdt en nooit van mij zult houden."
Zonder op deze onderbreking in te
gaan, ging Lucien voort
„Het gevoel, dat u voor mij hadt,
had ik voor een andere. Ik beminde
„Ja, u bemindezeide de dochter
van Paul Harmant op bitteren toon „en
u bemint nog en de hoop, die ik een
oogenblik heb gehad, om mijn leven
aan het uwe te verbinden, was slechts
een droom."
„U en uw vader," vervolgde Lucien,
„hebt alles beproefd om die liefde, waar
van mijn hart vol was, te vernietigen.
Ik weet dat, zonder dat ik u evenwel
daarvan 'n verwijt maak. Ik heb gedaan,
wat ik ais eerlijk mensch moest doen.
Ik heb mij zooveel mogelijk afzijdig ge
houden en de gelegenheid vermeden om
met u in aanraking te komen. Misschien
heb ik u daardoor lijden veroorzaakt,
ik betreur het, als het zoo is, maar u
moogt me dat niet kwalijk nemen. Ik
beminde."
„En nu komt u mij vandaag vertellen,
dat er niet de minste hoop meer voor
mij bestaat, niet waar vroeg Mary.
„Kunt u mij kwalijk nemen dat ik u'
heb bemind Kon ik vermoeden, dat u'n
andere beminde, dat'n andere u beminde.
Thans is mijn liefde zoo waarachtig, dat
ik haar niet meer kan dooden. Als dat
een misdaad is, Lucien, vergeef mij dan.
Ik vraag u alleen dit eenelaat mij
hopen, laat mij leven. Wie kent de ge
heimen van de toekomst Ik smeek net
u op de knieën V'
En Mary knielde inderdaad voor Lu
cien, met smeekenden blik.
Ik ben nog te jong om te sterven
ik wil leven....ik zal leven, als u tot
mij zegt, dat u later misschien tot mij
zult komen.... Dat is onwaarschijn
lijk, goed, maar toch....het is moge
lijk.. Wie weet, komt er ooit een dag,
dat u meer van mij zult houden dan
van die andere, die thans uw hart heeft
veroverd."
„Van heden af mag en kan ik haar
niet meer beminnen," mompelde Lucien
met een zucht.
Plots stond Mary op. Een uitdrukking
van wilden triomf straalde op haar ge
laat.
„Wat hebt u daar gezegd?" riep zi]
uit. U moogt, u kunt haar niet meer
beminnen."
„Neen, antwoordde Lucien, met doffe
stem.
„Wat is er gebeurd Is die gevloekte
concurrente u onwaardig geworden
Is dat zoo
..Dat is zoo."
(Wordt vervolgd),