li November 1922
ELCK WAT WILS
Vervolging van een Notaris.
kwestie. Het is niet aan mij om te Deslis
sen of er ook in het bloembollenbedrijf
een vermindering van loon moet komen.
Dat zal in eerste instantie behooren tot
de uiterst moeilijk tk van de j onder
handelaars en i ii atste instantie tot die
van de orjganiisaties.
Doch vast.staat d. t voor 1 Maart 1923
overeenstemmi g n ojt zijn verkregen en
anders blijf ik er bij dat dan het grootst
mogelijke onheil over het bedrijf zou ko
men.
Vast staat ook, dat niet uitsluitend of
zelf maar in hoofcba; k c e werkelijke öf
vermeende machtsverhoudingen moeten
beslissen maar de begeerte om door reëel
overleg, door wikken en wegen van alle
omstandigheder, een vergelijk te treffen
waardoor een rustige en tevreden stem
ming zoover mogelijk benaderd wordt.
En daarom zijn opruiende geschriften
als van L. A. Bor zoo in verderfelijk. Als
van werkgevers- en arbeiderszijde ver
bitterende en de hartstocht opwekkende
artikelen de wereld worden ingeslingerd,
dan is de taak om op bevredigende wijze
weer tot overeenstemming te raken bijna
onmogelijk.
Het bloembollenbedrijf ligt als een
oase tusschen de zoo zwaar getroffen
tuinbouwstreken en. het getuigt van
weinig sociaal ge\o 1, weinig 1 venser
varing en weinig dankbaarheid en des
ondanks docr onjuiste en verbitterend:
voorstellingen, de „partijen" tegen el
kaar in het harnas te jagen en daardoor
den weg te banen om ook dat bedrijf naar
de put te helpen.
Moge althans de overgroote meerder
heid van de werkgevers en de werknemers
begrijpen, dat altijd, maar vooral deze
tijden slechts kunnen getrotseerd wor
den, als we menschen met zulke denk
beelden geen a: indacht schenken, wa.nt
méér dan welke Napoleon of Wilhelm
dan ook, zijn zulke scherpslijpers een
voortdurend gevaar voor den vrede.
A. J. L.
maar door iemand in twijfel kan worden
getrokken veelmeer is aannemelijk, dat
de schrijver laboreert aan vrees voor een
„^öllectieve" arbeidsovereenkomst.
'Wat natuurlijk zijn vrijheid is, maar
bij zou kunnen bedenken, dat de collec
tive overeenkom: t niet per sé een direct
arbeidersbelang behoeft te zijn, doch in
absoluten zin een bedrijfsbelang moet
worden genoemd.
Want hoe denkt de schrijver zich den
bedrijfstoestand in, als de werkelijk ster
ke organisatie's den strijcL zouden aan
binden midden in den zomer wat bij een
verhouding als hij schetst toth waarlijk
geen wereldwonder zou zijn
En hier kom ik meteen te midden va 1
het derde punt bewijst het niet, dat
de arbeidersorganisatie hoe gaarne zij
ook een machtspositie bezitten
die macht niet wenschen te misbruiken,
wijl ook zij ijveren om per 1 Maart de
zaak geregeld te hebben, opdat in den
tijd waarop het bedrijf zeer intensieve
arbeid eischt, rustig en ontdaan van alle
hartstocht kan doorgewerkt worden.
Is daar werkelijk voor de weldenkende
werkgevers geen lesje uit te putten
Voor" den schrijver natuurlijk niet, wijl
die alleen de machtsverhoudingen wil
laten beslissen.
Maar dan meen ik toch in allen ernst
en met klem tegen de opvatting te móe
ten waarschuwen, dat de machtsverhou
dingen ook maar in iets zouden verplaatst
zijn.
"Toegegeven kan word n dat-door ver
schillende omstandigheden' in sommige
gedeelten van het jaar een surplus aan
arbeidskrachten aanwezig is, maar niet
het geheele jaar en daarbij heeft men te
bedenken dat de organisatie in het bloem
bollenbedrijf niet verzwakt maar heel wat
versterkt is.
De R. K. Landarbeidersbond, die als
de toonaangevende organisatie kan wor
den genoemd behoort bij de meest finan-
tieel sterke bonden en sinds 1916 is er in
bijna alle, Afdeelingen een toename van
leden.
Alleen Hillegom is door plaatselijke
oneenheidjes eenigszins verzwakt, maar
wie de n mentaliteit van de Hillegom-
sche arbeiders kent, die weet óók, dat
als de werkgevers de machtskwestie
zouden stellen zij in minder dan geen tijd
weer allen achter het vaandel van St.
Martinus zouden geschaard staan.
Dat dus alweer wat de feiten betreft.
En nu het beginsel.
Als waarheid mocht worden wat L. A.
Bor stelt: n.l. dat de machtsverhouding
de eenigste factor is die beslissend moet
worden geacht bij de vaststelling van de
arbeidsvoorwaarden, dan durf ik op
grond van jaren lange ondervinding, aan
Partoons en arbeiders, vooral in het bloem
bollenbedrijf, toe te voegen, dat daarmede
stelselmatig het bedrijf ten ondergang zou
worden gebracht.
Dat zou érger zijn dan een „hearing"
want men stelle zich eens vóór, dat we
werkelijk met Maart geen overeenstem
ming konden verkrijgen, wat het dan
straks in Juli worden moetdat kon nog
wel eens heel wat anders worden als in
1916 (bedoeld wordt blijkbaar 1918)
En daarom zijn menschen als L. A. Bor
de grootste vijanden van het bedrijf.
De machtsverhoudingen in 't Bloem-
bollenbedrijf.
Onder het motto wie het onderste uit
de kan wil hebben enz." gevoelt „L. A.
Bor" zich geroepen in het „Kweekers
blad" van 2 November j.l. eens wat te
vertellen over de machtsverhoudingen
in het bloembollenbedrijf en wat daar
mede in verband staat.
Voor zoover uit het weinig symphatie-
ke en onsamenhangend opstel is op te
maken wat nu eigelijk bedoeld wordt,
meen ik als vo'gt te kunnen aanduiden
ie. het zal straks de leiders van de Vak
vereenigingen begrijpelijk voorkomen dat
de bakens verzet moeten worden wat zij
trouwens al éérder hadden moeten doen;
een en ander op grond, dat het aanbod van
arbeidskrachten grooter is dan de vraag
2e. dat het zeer twijfelachtig moet
worden genoemd of er nog wel animo
bestaat voor een „bindende" overeen
komst
3e. dat de machtsverhoudingen zich
hebben verplaatst waarbij hij wijst op de
staking in 1916( en dat degenen dus die
daarvan de voordeden hebben opgeeischt
evenais de bannelingen op St. Helena
en Doorn zullen ervaren dat „straffe"
Heeren niet lang regeeren.
4e. de machthebbers n.l. de arbeiders
leiders zijn er zelf de schuld van, dat zij
in plaats van te leiden, thans door de
onzichtbare macht der feiten geleid
worden.
5e. een donker perspectief voor het be
drijf fis zou de toestand in Amerika tot
een zekere angst aanleiding geven alsmede
een onjuiste opgave van het arbeidsloon
in engeren zin, in verhouding tot de totale
bedrijfskosten waarvan zij n.l. minstens
70% zouden vormen.
Ik meen hiermede zoo objectief als
maar mogelijk is, de min of meer verwar
de gedachte van den schrijver te hebben
weergegeven en ik meen tevens te mogen
veronderstellen, dat tal van werkgevers
in het .bloembollenbedrijf dergelijk ge
schrijf niet zullen waardeeren.
De Redactie van het „Kweekersblad"
heeft al eens meer aan denzelfden schrij
ver te verstaan gegeven dat hoofdzaak
moet blijven te streven naar zoodanige
verhoudingen, dat Patroon en arbeider
beiden een boterham in 't bedrijf vin
den maar deze alleszins gezonde redenee
ring blijkt op dezen mensch weinig indruk
te maken.
Intusschen meen ik goed te doen, óók
voor den vrede in dat bedrijf, op 't door
den schrijver gestelde eenige kantteeke-
ningen te maken.
Hoezeer ik daarbij ook naar kortheid
zal streven, moet ik bij voorbaat ver
schooning vragen, wanneer dit artikel
iets langer zou worden dan gewoonlijk.
Laat ik er nog aan toevoegen, dat ik
„heel toevallig" iets af weet van de ver
houdingen in het bloembollenbedrijf en
even toevallig ook een weinig bekend ben
met de leiders v. de arbeiders-vakvereeni
gingen, waardoor het mij iets gemakkelij
ker wordt over de gestelde feiten een oor
deel te vormen;
GEËEM&D NIEUWS
De avonturen van de „Deucalion".
Na het voorafgaande dient dus eerst de
vraag gesteld: ligt in 't feit, dat er 'n groot
gedeelte van het jaar een ruime aanbod
van arbeiderskracht was, in zich reeds
een zekere plicht voor de leiders der vak
organisaties om de b akens te verzetten.
En dan kunnen we laten rusten de min
of meer malle voorstelling, alsof de
leiders daartoe de bevoegdheid zouden
hebben om zoo maar eventjes tijdens den
duur van een Coll. Contract het loon te
wijzigen, gesteld een oogenblik dat zij
daartoe animo gevoelden. Over zulke
„kleinigheden" praten we maar niet.
Van meer belang is het ons af te vra
gen of in principe vraag en aanbod de
eenigste maatstaf moet zijn voor de
hoegrootheid van het loon.
Ik betwist niet, dat de wet van vraag
en aanbod feitelijk een machtige factor is,
maar wéldat dit de beslissende factor
mag zijn, wat niet alleen onredelijk maar
ook onchristelijk zou zijn.
Het bedrijfsresultaat is dit jaar van
dien aard geweest, dat geen redên tot
klagen bestaat, waarbij bovendien nog
het gunstig verschijnsel zich voordeed,
dat ook de kweekers dus de meestal
economisch zwakkere werkgevers hun
portie konden bemachtigen.
Moet dan, ondanks dat resultaat, het
loon van den arbeider, dat toch waarlijk
niet te hoog is, maar naar beneden en
liefst nog wel tusschentijds en geheel
vrijwillig
Wat de arbeidsovereenkomst betreft
net spreekt wel vanzelf, dat deze „bin
dend" moet zijn, zoogoed als welke over
eenkomst dan ook.
Maar ik vermeen niet dat zulks ook
TREKJES CCLXVII.
De twee nog overblijvende punten kan
ik zeer kort behandelen. De leiders van
de arbeiders organisatie's zijn ni,et ver
wend, en het zal weinig indruk op hen
maken wanneer zij vergeleken worden bij
de wereldheerschers van voorheen.
Dat is dus een weelde welke deze
schrijver zich wel veroorlooven mag, maar
niet aldus staat het, als den organisatie's
daardoor wordt aangewreven dat zij
uitsluitend door machtswellust aan het
tot standkomen van de overeenkomsten
werkten.
Niemand zal durven beweren dat de
loonen in de bollenstreek ook maar in
eenig opzicht onredelijk zijn en wat blijft
er dan staan van al die redeneeringen
Even onrechtmatig is het verwijt dat
de leiders der organisaties zeif de oorzaak
zouden zijn wanneer eventueel de macht
der economische feiten tot teruggang zou
de nopen.
Elke weerlegging van dat argument
is overbodig wijl iedereen die denken wil
de onjuistheid dier bewering met de klom
pen kan aanvoelen.
Wat onder 5e is gesteld behoef ik niet
te weerleggen. In hetzelfde nummer van
het kweekersblad staat, dat de toestand
in Amerika gelukkig is opgeklaard., en
dat de a'rbeidsloonen in engeren zin, dus
die waarover door den schrijver wordt
gehekeld minstens 70% van de bedrijfs
kosten uitmaken is te mal om er ernstig
over te praten.
Maar dat raakt ook niet de kern van de
voerder een onderhoud met den consul. Hij
besloot zijn voorgenomen vertrek uit te
stellen, teneinde nog te kunnen helpen.
Woensdag was hij getuige van een omme
gang der overwinnaars door de stad. Ver
overde kanonnen werden meegevoerd, een
Grieksche vlag werd over den grond ge
sleurd.
Toen kwam de nacht der verschrikkingen!
De consul en nog eenige leden der kolonie
werden door barkassen in allerijl aan boord
gebracht. In de binnenwijken van Smyrna
brandde het al, en zoo snel breidde het vuur
zich uit, dat het duidelijk was, dat hier een
wel overlegd plan werd uitgevoerd. In de
Armenische en in de Europeesche wijken wer
den geheele blokken systematisch in brand
gestoken. Waren de huizen hoog, de vlammen
waren nog driemaal hooger. Daar tusschen
door klonk geweer- en mitrailleurvuur. De
aanblik was afgrijselijk.
De oorlogsbodems lieten hun zoeklicht op
de kade schijnen. Daar stonden honderd
duizend of meer menschen, die jammerden op
een wijze, dat het mijlen ver was te hooren.
Voor hen was geen uitweg. Achter hen
waren de brandende huizen, vóór hen de ree,
links het Turksche kwartier, rechts de Turk-
sche ruiterij.
„Ik heb gezien," zegt de kapitein, „dat ron-
dom de huizenblokken op verschillende af
standen vuren werden aangelegd, onverschil
lig welke vlag er op stond, zoodat het ge
heele complex hinnen korten tijd in vlammen
opging."
De Hollandsche kolonie had alles verloren,
de ellende was onbeschrijfelijk. De Engelsche,
Italiaansche, Amerikaansche en Fransche
marine hebben in den nacht nog zooveel mo
gelijk gered met groote booten, gesleept door
barkassen.
Donderdag traden de Turken zeer aanmati
gend op. Soldaten voeren in roeibootjes tus
schen de schepen en sommeerden dezen en
genen hen te volgen.
De kapitein zegt, dat voor de „Deucalion"
dit optreden zeer onprettig was, omdat wij de
eenige natie waren zonder bescherming der
Marine. De kapitein zou echter onder geen
voorwaarde een gewapend Turksch soldaat
aan boord hebben gelaten.
Dien zelfden dag hoorde de kapitein dat de
„Deucalion" door de Regeering was opgevor
derd. Draadloos werd van den gezant te Kon
stan tinopel order ontvangen zoo spoedig mo
gelijk op te stoomen naar Mitylene. De
„Stella" zou ook meegaan.
Daar reeds een week te voren was hekend
gemaakt, dat de „Deucalion" een wijkplaats
was voor de leden van de Hollandsche kolo
nie, mocht worden aangenomen, dat de mees
ten aan boord waren. Om één uur werd op-
gestoomd en onderweg werden nog vele
vluchtelingen opgenomen.
Na het verlaten van het schip door de
vluchtelingen miste een lid der bemanning een
jas met kiel.
„Wij zouden anders niet hebben ge-weten
Grieken te hebben gered," merkt de kapitein
op.
Op 24 September werd Konstantinopël be
houden bereikt.
Op 5 October werd aan boord een jongen
geboren. Het ventje werd genoemd: Joseph
Deucalion. Op 14 October zijn de vluchtelin
gen van boord gegaan.
Men meldt ons uit Roermond:
Tegen notaris P. T., te Sint Odilgiën-
berg (Limb.), is een instructie geopend
)ter zake van oplichting en valschheid
in geschrifte-
Deze vervv .ing heeft, naar wij ver
nemen, betrekking op de navolgende
feiten:
Een landbouwer, J. v. Pol-Wolters, te
Monlfoort, heeft, volgens een notarieele
acte, die voor genoemden notaris op
20 Maart 1919 is verleden, zijn erf met
toebehooren „verkocht" aan zijn broe
der M. v. Pol, voor een som van f 5800.
Daarna werd, e.veneens voor notaris T.,
een acte verleden, waardoor J. v. Pol
zijn vroegere bezitting van zijn broeder
in „bruikleen" kreeg. In de koopacte
werd de kwijting ad 5800 gulden inge-
lascht in den gebruikelijken vorm. Tus-,
schen den datum van verkoop, n.l. 20
Maart en dien der registratie waar
voor de allereerste dag n.l. 19 April
werd genomen bezwaarde notaris T.
het verkochte erf (huis met tuin, schuur,
stal, bergplaatsen enz.) met een hypo
theek ad f 500. De notaris gaf hiervoor
een kwitantie af, die toen J. v. cL
Pol-Wolters op 27 Juli failliet ging
door den curator in dit faillissement in
den boedel werd gevonden.
Door zijn curator, toen deze kwam
inventariseeren, ondervraagd, wat hij met
de door hem als koopsom ontvangen
f 5800 had gedaan, verklaarde de failliet
de som in werkelijkheid niet te hebben
ontvangen.
Nader over een en ander ondervraagd,
verklaarde v. Pol: „Dat is allemaal
valsch. Notaris T. heeft mij een jaar
lang daarvoor achterna geloopen." Ook
zijn broeder bevestigt thans, dat de no
taris van deze valschheid alles heeft
geweten.
Ter verificatie-vergadering op 29 Sept.
j.l. herhaalde de failliet, dat niets is
betaald, waarop de rechter-commissaris
de vergadering schorschte teneinde hier
omtrent nader te worden ingelicht. Op
de tweede verificatie-vergadering, die
onlangs is gehouden werd zekerheid ver
kregen dat de beide transacties als fic
tief moeten worden beschouwd en no
taris T. de geheele zaak en scène had ge
zet. Deze is daarop in verhoor geno
men.
Naar aanleiding hiervan is een straf
rechterlijke vervolging ingeleid, die nog
loopende is.
Sedert zijn nog bij de justitie ver
schillende grieven en klachten ingeko
men, die op dit oogenblik nog in on
derzoek zijn.
WEINIG VERHEFFEND.
De heer Huizinga, Burgemeester van Ter
Neuzen, maakt in het „Tijdschrift" van den
Ned. Werkloosheidsraad, melding van het
onevenredig groot aantal Belgische arbeiders
die op de fabrieken te Ter Neuzen en Sluiskil
worden te wel^k gesteld, terwijl er een zeer
groot aantal menschen in het Oostelijk deel
van Z. Vlaanderen zonder werk rondloopen.
Werken de fabrieken op volle kracht, dan
zijn er ongeveer 1600 werklieden aan den ar
beid, terwijl er nu slechts 500 Nederlandsche
arbeiders zijn geplaatst.
Het argument, dat de Belgische arbeiders
beter zijn wijst de heer Huizinga van de hand
en wijst op de cokesfabrieken te Sluiskil en
de Coöperatieve suikerfabrieken in het Wes
telijk deel van N.-Brabant, waar men die
krachten niet of in veel geringer mate ge
bruikt.
Genoemde heer acht het van groot belang
dat iets wordt gedaan om het te werk te stel
len van vreemde krachten tot het strikt
noodige te beperken. Daartoe is noodig, dat
als maatregel wordt vastgesteld het overleg
gen van een grenspas en.... medewerking
van de politie om daarop dan streng te letten.
Als oorzaak van dezen toevloed van Belgische
arbeiders noemt hij het verschil in valuta,
waardoor deze arbeiders zeer voordeelig op
Hollandsch gebied kunnen werken en aan den
anderen kant van werkgeverszijde een streven
om door groote werkloosheid het loon te
kunnen naar beneden te halen.
Het kan zijn, dat in bepaalde industriën
het loon zal moeten verlaagd worden, maar
als daarvoor het middel werkloosheid, met al
haar ellende vooral zedelijke ellende
moet worden toegepast, dan kan men met
den besten wil van de wereld van zulke on
dernemers tcch geen hoogen dunk krijgen.
A. J. L.
DE BREUK.
De bladen hebben het reeds gemeld: Het
R.-K. Verbond van Wrrkgeversvakvereenigin-
gen zal zich terugtrekken uit den Centralen
Raad van bedrijven.
In het vooruitzicht is gesteld een andere
vorming van samenwerking met de overige
organisatie's.
Hoe men zich dien vorm van samenwerking
denkt is uiteraard nog een diep geheim.
Maar het moet al een eigenaardige manier
van samenwerking zijn, als die niet bereikt
had kunnen worden voor verandering van
het beslaande dus zonder daarvan afbraak te
maken.
„Het Volk" heeft haar conclusie reeds ge
trokken en zegl: ..de solidarisme-komedie, die
diende om in 1918 de R. K. arbeiders af te
houden van het doen van hun klasseplicht, is
afgeloopen!"
Zóó is het natuurlijk niet; maar het gaat er
toch bedenkelijk veel op lijken, dat de groot-
werkgevers in 1919 niet zoozeer uit soli
daristische overwegingen, dan wel uit vrees
hebben gehandeld.
De R. Iv. arbeiders hebben in 1919 gedaan
wat zij als R. K. georganiseerde arbeiders
moesten doen, en niet op hèn, maar op de
groot-werkgevers zelf Valt de schade als zij in
plaals van samenwerking voortdurenden strijd
zouden stellen.
Inlusschen, (lp breuk is er, al dient te wor
den afgewacht wat de voorstellen van groot
werkgevers zullen zijn.
A. J. L.
JEUGDORGANISATIE.
Het Bureau voor de R. K. Vakorganisatie
besloot een bijzondere propaganda te voeren
in het belang van de jeugdorganisatie en de
bevordering van het adspirant-lidmaatschap
van de vakorganisatie.
Voor dit doel is een afzonderlijke commis
sie gevormd bestaande uil de heeren: J. An-
driessen, R. K. Bouwvakarbeidersbond: B-
Bc-rendsen, R. K. Bond van Handels-, Kan
toor- en Winkelbedienden; A. C. Jansen, R. K.
Lederbewerkersbond: .T. van Abbevé, R. K.
Meiaalbewerkersbond; H. L- W. Voorhuizen,
R. K. Naaisters- en Kleermakersbond en J. v.
d. Nieuwenhuizen, R. K. Textielarbeiders-
bond.
Als voorzitter is aangewezen de heer J.
Th. Nijkamp en als secretaris de heer A. H.
Smulders; beiden als bestuursleden van het
R. K .Vakbureau.
Hoewel het in de bedoeling ligt de bijzon
dere propaganda over het geheele land te voe
ren, zal men deze meer gedecentraliseerd ter
hand nemen en elk diocees afzonderlijk be
werken.
Het ligt in de bedoeling dit belangrijke
werk te verrichten in samenwerking met de
jeugdorganisatie en daar in het Bisdom Haar
lem een regeling is getroffen, waardoor een
goede samenwerking tusschen jeugd- en vak
organisatie is gewaarborgd, wordt deze propa
ganda in dat Bisdom het eerst ter hand ge
nomen.
De besturen van de Vakvereenigingen zul
len worden aangezocht comité's te vormen,
welke zich met deze speciale propaganda zul
len bezig houden en zoo mogelijk worden
gevormd tot permanente commissies, welke
meer speciaal haar aandacht aan het organi-
seeren van jeugdige personen blijven schen
ken.
opbrengst van 1921 evenals de raming ver
overtroffen.
Deed de Gedistilleerdaccijos in de maand
Augustus een geweldige sprong vooruit, in
September zagen we dit middel nog in veel
sterkere mate terugloopen.
De opbrengst was:
in September 1921 6.267.693.
in September 1922 5.157.885.
Alzoo een achteruitgang van 1.109.808.
Zoodoende is de raming over de 9 eerste
maanden nog met slechts ruim y0 millioen
overschreden. In elk geval blijft het verbruik
hoog, veel te hoog. Dat de werkloosheid op
het gebruik van invloed is, kan men wel met
stelligheid aannemen. Mannen die geen werk
hebben, vinden met de collega's helaas maar
al te gemakkelijk den weg naar de kroeg. Al
is de. gedistilieerdbelasting over September
sterker gedaald, daaruit volgt niet, dat de
coi^umptie in diezelfde mate achteruitging.
De berichten, die ons (niet alléén via de pers)
van de Oostelijke grenzen bereiken, omtrent
het frauduleus invoeren van spiritualiën, zijn
waarlijk angstwekkend. Duizenden liters Duit-
sche cognac vinden hun weg naar Nederland,
zonder dat er een cent accijns wordt betaald.
B. H. G. (Kruisbanier).
TEXTIELINDUSTRIE.
Het is bekend, dat de wollenstoffenfabri-
kanten in Twente op werktijdverlenging tot
53 uur per week of loonsverlaging aanstu
ren.
De R. K. Bond St. Lambertus en de Chris
telijke Bond Unitas hebben een schrijven
aan de werkgevers gericht, waarin zij beves
tigen wat reeds ter conferentie'was gezegd,
n.l. dat hoogstens kan gesproken worden,
dat de Twentsche textielindustrie na de ja
ren van grooten bloei, thans in een minder
gunstige positie gekomen is. In geen enkel
opzicht blijkt de noodzakelijkheid van het
geen door de werkgevers als eisch wordt ge
steld.
Intuschen is door de ledenvergaderingen
Van St. Lambertus en van den Christ. Bond
het voorstel verworpen. Ook een bemidde
lingsvoorstel van de Hoofbesturen van 2500
uren bedoeld in art. 28 der Arbeidswet,
schijnt verworpen te zijn.
Het teekent toch wel dat de arbeiders
sleeds meer begrijpen, dat de voorstellen der
werkgevers niet gedragen worden dor den
bedrijfstoestand, maar door de zucht het te
rug te dringen.
Het is waarlijk geen blijmoedig perspec
tief wat zich opent en de liberale economen
hebben wel éér van hun werk: want hoe de
toestand ook zijn moge met goeden wil is er
wel een oplossing te vinden.
De Eerste Kamer moet maar spoedig de
Arbeidsgeschillenwet aannemen, dan kan de
Rijksbemiddelaar zich alvast gaan oefenen.
HET SPOORWEGVRAAGSTUK.
Het spoorwegpersoneel wacht nog steeds op
een definitieve oplossing van de hangende
loon'kwesties.
Wel schijnt vast te staan, dat de pet.
loonkorting voor de pensioenstorting zal wor
den doorgevoerd.
Van werknemerszijde schijnt het verzet
daartegen wel iets geluwd te zijn. Anderzijds
schijnt ook de Directie wel te hebben inge
zien, dat het personeel vast besloten is niet
verder aan zijn rechtspositie te laten tomen.
Reeds is toegezegd, dat behoudens de bo
vengenoemde korting voor het pensioenfonds,
gedurende 1923 de loonen enz. ongewijzigd
zouden blijven.
SIGARENINDUSTRIE.
Het confliot in de Sigaren-industrie behoort
weer tot het verleden. Naast de verlenging
van den werktijd van 45 tot 48 uur, eischten
de werkgevers een loonsverlaging van gemid
deld 5 pet. voor alle soorten werk. Waar het
loon reeds meermalen verlaagd is geworden,
kon dit voorstel geen genade vinden bij de
werknemers en werd deze eisch afgewezen.
Sindsdien is nog getracht dit confliot tot op
lossing te brengen, evenwel een overeenstem
ming was niet te bereiken.
Verleden week is echter aan den Commis
saris der Koningin in Noord-Brabant gelukt
de partijen tot elkaar te brengen en een op
lossing te bereiken. De loonsverlaging is nu
bepaald op 2 pet. voor alle soorten sigaren.
Deze regeling zal nu gelden tot April 1923.
Drie erkende Christ. Feestdagen, le en 2e
Kerstdag en Nieuwjaarsdag, moeten, mits
toestemming der arbeidersinspectie daartoe
wordt verkregen, op de andere dagen worden
ingehaald.
Iedereen zal het toejuichen, dat dit conflict
betrekkelijk spoedig lot oplossing is gekomen,
maar de vraag blijft: had het niet kunnen
voorkomen worden? Zou, voor hetgeen nu
bepaald is, al die verbittering niet kunnen
vermeden zijn?
BOUWBEDRIJF.
De pafroonslxmden uit het Bouwvak-bedrijf
hebben het Collectief Contract opgezegd. Dit
loopt 28 Februari 1923 af. De werkgevers
hebben zich bereid verklaard over een nieu
we C. A. O. te onderhandelen, indien con
tractanten zich wederzijdseh verbinden niet
anders dan eensluidende contracten af te slui
ten met andere organisaties of personen die
dezelfde vakken omvatten of uitoefenen en
de volgende wijzigingen in het tegenwoordige
contract worden aangebracht.
Ie. Uit arlikel 7 worden de woorden „ten
hoogste" uitgeschrapt.
3e. De loonen zullen in de verschillende
klassen respcclieveiijk worden vastgesteld als
volgt:
Geschoolden 85, 80, 75, 67. 60, 54, 48.
Geoefenden 80, 75, 67, 57, 50, 44, 49.
Ongeschoolden 70, 65. 60, 50, 45, 40, 35.
3e. Het contract zal samenvallen met het
kalenderjaar en voor dit keer dus loopen van
1 Maart tot 31 December 1923.
4e. De klasselijst wordt aan een herziening
onderworpen.
DE RIJKSMIDDELEN.
De Wijnaccijns een meer. bescheiden
middel vorderde over de afgeloopen maand
weer met 120 mille, overtrof in de eerste
maanden van 1922 die van 1921 met ruim
4 ton en liep de raming eveneens met ruim
V2 millioen voorbij. Nog steeds blijf ik van
ineening, dat de enorme accijns op gedistil
leerd de consumptie van het druivennat in de
hand werkt. Bij het bier zien we hetzelfde
plaats hebben. Ook bij dezen accijns werd dê
Het Nederlandsche stoomschip „Deucalion"
van de Kon. Nederlandsche Stoomboot Maat
schappij, dat tijdens den grooten brand vóór
Smyrna lag, is Dinsdagmorgën behouden in
Amsterdam binnengeloopen. De kapitein, "de
heer Wijdekop, heeft een uitvoerig verslag
van zijn bevindingen gegeven aan de directie
der Maatschappij. Aan het „Hbld." ontleenen
wij een en ander uit dit verslag:
Een eenvoudig, weinig opgesmukt verhaal
van een stoeren zeeman is het sobere relaas
van de ellende en smart, welke in de eerste
twee weken van September te Smyrna zijn
geleden.
Al sedert onze aankomst op 31 Augustus,
aldus de kapitein, zagen wij een wilde vlucht,
zoowel van het Grieksche leger als van bur
gers. De scheepjes, syelke de vluchtelingen
vervoerden, werden bestormd; van een con
trole was geen sprake. Orde was er niet.
Validen redden zich het eerst, de gewonden
moesten zich maar zelf helpen. In den nacht
van 8 op 9 September zouden de Grieksche
autoriteiten de stad verlaten. Van 6 Septem
ber af waren Hollandsche vluchtelingen aan
boord van de .Deucalion" in veiligheid ge
bracht Het groo-te tusschendek werd inge
richt tot verblijf.
Vrijdag 8 September verlieten alle schepen
de haven en gingen op de reede ten anker. Al
leen de „Deucalion" bleef achter, wat niet be
paald aangenaam was, daar op den wal bree-
de hagen van menschen wachtten om naar
het eerste het beste schip te gaan. Daar ston
den burgers en gewapende soldaten. Voor alle
zekerheid liet de gezagvoerder in den loop
van den avond naar de reede opstoomen.
Zaterdagochtend kwam de consul aan boord
en de kapitein ging daarna mee aan wal voor
enkele zakelijke besprekingen.
Toen de kapitein wilde terugkeeren, bleek
het, dat de bootsman niet op hem had ge
wacht, maar bezig was te helpen met het
bergen van een lading. De gezagvoerder moest
dus wachten en bevond zich plotseling te
midden van een troep Turksche ruiterij en
een vluchtende bende, die in doodsangst ver
keerde en ontzettend kermde. De menschen
deinden als een korenveld, waar de wind
over gaat.
De Turksche Tuiters reden kalm - twee
aan twee daarachter met getrokken sabels.
De menigte vluchtte door deuren en ruiten,
de kapitein werd een oogenblik meegesleurd.
Langs de kade lagen rijen huisraad, kleeren,
daar stonden huisdieren, ossen, ezels, koeien,
schapen. Maar de massa liet alles In den
steek, dacht slechts aan lijfsbehoud.
De Turksche charge bleek een gevolg van
het feit, dat een Armeniër een handgranaat
had geworpen voor een Tnrksch officier, en
die gedood had.
Nadat de Turken waren gepasseerd, is de
kapitein met een motorboot van een agent der
maatschappij naar zijn schip teruggekeerd.
Als wij alles, aldus de kapitein, vooruit
hadden geweten, hadden wij meer kunnen
redden, want op Zaterdag 9 September was
daar nog wel gelegenheid voor geweest.
Op Zondag werd de positie geheel anders.
Langs de kade bevonden zich Turksche pos
ten, evenals op de pier.
Zaterdag hadden nog eenige duizenden een
veilig heenkomen gezocht op de lichters, wel
ke in de haven lagen. Deze werden later door
een Engelsche barkas naar het breekwater
gesleept.
Deze menschen trachtten zwemmende of
per roeibootje van de lichters naar de sche
pen op de reede te komen. Maar ieder, die
zich op deze wijze trachtte te redden, werd
door de Turken beschoten. Uit een roeiboot
met Turksche vlag, werden de zwemmers
zonder pardon jteergevuurd. De Turk droop
echter af, toen een Engelsch stoomschip ver
scheen. De vluchtelingen maakten van de ge
legenheid gebruik om een heenkomen te
zoeken voor zoover dat mogelijk was.
Vijf volle dagen hebben veel vluchtelingen
op de lichters gezeten in de brandende zon.
Alleen Zondags hebben zij door tusschenkomst
der Engel schen, nog eten gehad.
Öe kogels vlogen over de „Deucalion," die,
ferwille van de veiligheid, verder moest op
stoomen. Op het dek werd een kogel ge
vonden.
In de verte stonden eenige dorpen in brand,
uit Smyrna klonk eenig geweervuur, maar
overigens was het daar rustig.
Maandag 11 September trokken Turksche
ruiterbenden de stad in. De Turken betrok
ken de huizen van de kade. Een twintigtal
gevangenen, twee aan twee gebonden, waar
onder ook een Armenisch priester, werd
voortgezweept. Zij schreeuwden hartver
scheurend.
En terzelfder tijd werd in een groot restau
rant de foxtroft gespeeld. De muziek speelde,
de gevangenen jammerden, op het water dob
berden doode soldaten.
Het was, aldus de kapitein, een groot gek
kenhuis.
Dinsdag daaraanvolgende had de gezag-
't Zou op 'n zeshonderd gulden komen, dan 1
had ie tenminsle 'n goeie.
En die nam hijalle spaarpenningen
waren er mee gemoeid.
De nieuwe zaak kwam voor.
De officier eischte twee jaar.
De betaalde advocaat deed 't beter dan de
toegevoegde van eerst..!, voor geld kan je
meer doen dan voor niks.
Uitspraak over 14 dagen.
En die uitspraak was 'n veroordeeling.
voor hoe lang weet 'k al niet meer, daar raak
je op 't laatst mee in de war.
Beklaagde bleef er bij, dat hij onschuldig
was en verklaarde, dat hij in hooger beroep
wou.
Dat was goed.
Maar zoo ineens gaat dat niet.
Daar werd weer 'n paar maanden over ge
daan.
Maar ala, die konden er dan ook nog Vel
bij
Hoe ze weer werden doorgemaakt zulllV
we maar niet probeeren ons voor te stellet
Toch kwam ook daar ten slotte weer '4>
eind aan en de zaak kwam voor 't Gerecht!
hof in de groote stad.
De Advokaat-Generaal (die de straf motï
vragen) eischte: vrijspraak met onmiddellijke
invrijheidstelling.
Het Hof ging in de raadkamer en besKtJe-
conform den eisch....
'n Uur lak» émA ét aiMMl Ctu
09 éraak
Geduldproef.
We kenden '111 al toen te nog telegrambe
♦teller was, zoolt jongen van goed zestien,
rennend door de sfraten op de rijksfiets mei
bet bekende roode spatbord.
Hij deed blijkbaar z'n best en werd hulp-
irievenbesteller, en weer niet zoo heel lang
daarna zagen we 'm in 't uniform der vast-
langestelden.
In deze paar zinnetjes ligt waarschijnlijk
ten tijdsverloop van eenige jaren besloten,
Jjewone levensjaren zooals van duizend an
deren.
Wat gebeurt er voor bijzonders in zoo'n
paar jaren?
Wat in tien?
Soms niets van beteekenis, vooral als je
pas begint te leven.
Ook in zijn achttien of negentien levens
jaren was weinig schokkends voorgevallen.
Hij deed z'n werk, was thuis bij vader, moe-
Ier, broers en zustersen dat ging zoo ge
woontjes maar door, nóg weer es wat jaartjes.
Daar valt dus nieis van te vertellen.
Maar erg lang aan één stuk schijnt 'n
nensch 't toch niet buiten narigheid te kun-
»en doen.
Dat ondervond hij ook.
'4 Gebeurde dan, dat hij op 'n avond gezel-
lig thuis zat bij dien vader, die moeder, die
broers en zustersen de politie» in huis
kwam om hem weg te halen.
Dat jjaf 'n schok in 't eenvoudige, rustige
huishoudentje.iets om je lieele leven niet
te vergeten.
Er werd gevraagd, gehuild, gejammerd....
maar de mannen der wet deden hun plicht...
waarschijnlijk vonden ze 't ook wel beroerd,
hoewel je gewend raakt aan arbeid, die dik
wijls terugkeert.
Hij werd dan weggehaald en in huis wer
den alle hoeken en gaten nagezocht.
Uit de mededeelingen der politie-mannen
werd begrepen, dat ie verdacht werd van ver-
duisteriiig van 'n postwissel.
Met die boodschap bleven de vader, de
moeder, de broers en de zusiers achter....
Op 't poli lie-bureau waar ie werd onder
vraagd betuigde liij huilend z'n onschuld.
Toen dat gebeurd was wérd ie naar 't huis
van bewaring gebracht.
Daar wachtte hij tot de zaak voor de recht
bank kwam.
Dat wachten duurde drie maanden.
Wat is nou drie maanden?
Ze zijn zóó om in het jachterige leven....,
je voelt nauwelijks dat ze voorbij zijn gegaan.
Maar in 'n steenen koepel duren ze w'el wat
langer.... vooral wanneer je elke minuut
heviger wordt gemarteld dcor de onzekerheid
over wat er met je gaat gebeurenen wan
neer je weet, dat er thuis nog altijd die vader,
die moeder, die broers en die zusters zijn,
We mogen niet treden in wat des Rechters
is.
We constateeren alleen, dat de jongeman
tien maanden (zegge: driehonderd dagen) in
voorarrest heeft gezeten....
En dat hij er een is van de vele honderden,
die dezelfde geduldproef hebben doorge
maakt.
Hoevelen zullen dat zelfde lot nog onder
gaan?
We hebben nu een politierechter gekregen
voor het snelle behandelen van lichte straf
zaken: 't rijden zonder licht, 't overtreden
van maximum snelheid, 't mishandelen van 'n
paard, 't verkoopen van 'n borrel zonder ver
gunning.
Nu wachten we nog op t andere.... hei
veel meer noodige.
En al komt dat wat God geve heel
gauw, dan nóg zal het voorbije altijd een don
kere vlek blijven in de historie der Neder-
huid sche wetgeving.