PELTERIJEN WILLEM VAN LIEMT Premie-Obligatie Leening if 25.500 in contanten ot van een der 2000 prachtige premiën T BINNENUNDSCH NIEUWS. KUNST EN KENNIS, Be planeet Mars. Pennen en Potlooden. GEMENGD NIEUWS. KORTE BERIGHTEN. RECHTSZAKEN. VRAGENBUS. KERK EN SCHOOL SPORT EN SPEL Voor slechts ff 1.25 kunt U bezitter worden van ten bate van den NEDERLANDSCHEN BODEM ter bestrijding der WERKE- LOOSHEID en tot steun van HANDEL en NIJVERHEID Alg. Coöp. Landbouw-Maatschappij „GROOT-NEDERLAND" Den Haag Groot Hertoginnelaan 159 (Welks doel vereerd met Koninklijke belangstelling) De familie Ruys de Beerenbrouck. De Begrooting van Onderwijs. Het visum voor Duitschland. De herdenking van Pasteur. Louis Raemaekers. SINT NICOLAAS 1922. PRIJSVERMINDERING Skunks Opp. Garnituren (Mof on Cellier) 39.50 48.50 54.50 Biberette dito Reclameprils s 45.— 48.50 63.— Skunksine Vossen, prachtige exemplaren 12.75 18.76 ANEGANG (hoek Wartnoesstraat) Demonstratie in Amsterdam. Van 8000 dollar beroofd. Inbrekers gepakt. Een vreemd heerschap. Knalkurken in beslag genomen. Mishandeling van een kind. 3 De eerste doctor in de Spaansche Letteren. DAMMEN, Wedstrijd om het Kampioenschap van Haarlem en omstreken. I Men meldt uit Maastricht: Jhr. mr. G. Ruys de Beerenbrouck, oud- ecmmissaris der Koningin in Limburg, te Maastricht en mevrouw Ruys, vader en moe der van den minister-president, zijn beiden ernstig ongesteld. Vooral de toestand van mevrouw is zorgwekkend. in de thans verschenen memorie van Ant woord inzake de Onderwijs-begrooting be spreekt de Minister de opmerking van die le den. die bij de bezuinigingen, welke in de ver schillende begrootingshoofdstulkken zijn aan gebracht, de onderwijs-uilgaven uitgezonderd hadden behooren te worden of althans niet voor een zoo sterke besnoeiing, als im het voornemen ligt, in aanmerking hadden mogen komen. De minister stelt op den voorgrond, dat bij de hooge easchen welke het onderwijs nu eenmaal aan de schatkist stelt, de moge lijkheid eenvoudig uitgesloten zou zijn om ooit weer tot een sluitend budget terug te keeren, wanneer men daarbij de onderwijs-uilgaven on gemoeid zou laten. Het streven van den mi nister is echter geweest (en zal ook verder zoo blijven) er voor te waken, dat dit zoo min mogelijk niet schade voor het onderwijs ge paard gaat. De minister zal niet nalaten, waar het mo gelijk blijkt, ook bij het schooltoezicht ver eenvoudiging aan te brengen. De minister komt op tegen het verwijt, dat hij de bezuinigingen in hoofdzaak wil doen drukken op hel lager onderwijs. Ook de minister meent, dat bij de bezuini ging de onderwijspacificatie niét in gedrang mag komen. De beëndiging van den school strijd is voor onze natie een zóó groote zegen, dat hieraan achteraf zeker niet getoond mag woeden. De minister meent intusschen dat een uit dat oogpunt gerechtvaardige critiek de aan hangige wetsvoorstellen niet kan treffen en dat hij in dit opzicht volkomen onpartijdig te werk ging. De minister sluit zich zonder eenige restric tie aan bij de leden, die den Onderwijsraad niet gaarne zouden missen. De minister sluit zich aan bij de meening van hen, die oordeelen, dat een teveel aan academisch gevormde personen iin ons land ze ker niet kan worden geconstateerd. De minis ter acht opheffing van één of meer der open bare universiteiten practisch niet uitvoerbaar: daarentegen schijnt hem een betere verdeeling van de taak van het hooger onderwijs over de bestaand «universiteiten w e 1 voor verwezen lijking vatbaar. In deze laatste richting is de minister werkzaam. Sterk doorgevoerde céntraliseering zou stichting van nieuwe gebouwen noodig maken voor die universiteiten, waar het onderwijs werd gecotraliseerd, terwijl bovendien moet worden betwijfeld of het wel in het belang van le opleiding kan worden geacht van één en kele der universiteiten grooter aantallen studen ten bijeen te brengen dan thans gemiddeld aan onze universiteiten staan ingeschreven. Aan de T. H. te Delft ondervindt het onderwijs onge twijfeld belemmering door een te groot aantal studenten. Intusschen verklaart de minister zich bereid het denkbeeld van de benoeming eener Staats commissie tot onderzoek van dit vraagsutk be treffende het universitair onderwijs in ernstige overweging te nemen. Ook nam de minister de vraag in onderzoek, of in het bestuur der Rijksuniversiteiten en hoogescholen verandering gebracht dient te worden. Omtrent de vraag, of de Veeartsenijkundige Hoogeschool onder de Utrechtsehe Universiteit ware te brengen, pleegt de Minister met zijn ambtgenoot voor Landbouw a. i. overleg. Kan deze gedachte, die reeds een onderwerp van overweging bij de Rcgeéring uitmaakte, lot uitvoering komen, dan zou daarvan allicht een niet-onibeteékenende bezuiniging het ge volg zijn. Nieuwe leerstoelen, wensdht de Minister niet voor te stellen. Uit mededeelingen der Duiitsche overheid is gebleken, dat het aantal Nederlanders, dat zonder visum in Duitschland wordt aangetrof fen, wederom sterk is toegenomen. Het Minis terie van Buitenlandsche Zaken vestigt er an dermaal de aandacht op, dat Nederlanders, die zich naar Duitschland begeven, in het bezit moeten zijn van een Nederlandsch paspoort te hunnen name, voorzien van een geldig Duitsch visum, bij gebreke waarvan zij de kans loopen in moeilijkheden te geraken en zich aan straffen blootstellen. In aansluiting op vroegere berichten kan tog medegedeeld worden, dat de Nederland- sche Pasteur-dag op 25 November in het Concertgebouw om 3 uur aanvangt. Sprekers zijn de professoren dr. F. M. Jaeger, uit Gro ningen, dr. A. J. Kiuyver, uit Delft, dr. C. H H. Spronck, uit Utrecht en dr. A. Calmette', uit Parijs. De Hoefijzer-redacteur van het „Hbld." D^hrijft: De redactie van het „Handelsblad" ontving een vrij uitvoerig ingezonden stuk van den heer Louis Raemaekers uit Brussel, waarin deze teekenaar het verhaal doet van het plot seling stuiten der tentoonstelling van zijn weric, weike bij de firma Kleykamp zou wor den gehouden en waarin hij daartegen pro testeert In zooverre als een eenmaal ge maakte afspraak eenzijdig en onverhoeds werd verbroken, heeft de heer Raemaekers reden van beklag. Of hij het overigens, wat het wezen der zaak belangt, óók heeft, kun nen wij thans nog niet beoordeelen, daar wij noch heden noch gisteren een lid der familie Klykamp hebben kunnen bereiken ter verkrij ging van inlichtingen. Er staat in het stuk van den heer R., dat hij op 2 November een brief van mevrouw Kleykamp ontving, waarin werd medegedeeld, dat de tentoonstelling niel kon doorgaan „omdat er van verschillende zijden aanmerkingen waren gekomen over den politieken kant van zijn werk." Welke is die „politieke kant"? Het anti-Duitsche en antï- Vlaamsche in 's heeren R.'s teekeningen? Daarvan had de firma Kleykamp toch waar lijk op de hoogte moeien zijn en zij had dan behooren te voorzien, dat er verzet tegen zulk een tentoonstelling zou komen. Of is de „poli tieke kant" het anti-nationale in het teeken- bedrijf van dezen heer gedurende den oorlog, toen hij, met de heele Holdert-kliek, onze regeering in allermoeilijkste oogenblikken in den rug is gevallen? Zoo ja, dan ware het be grijpelijk, dat de firma Kleykamp zich dat niet meer heeft herinnerd en „erin gevlogen is". En dan zou deze kunstheer, wiens inter nationale roem hem zoozeer naar het hoofd is gestegen, dat hij telkens weer de parman tigheid heeft om te poseeren als Beschermer van Nederland (ook nu weer in zijn stuk) geen wezenlijke reden hebben tot beklag. Zoolang dit niet is opgelost, valt over de houding der firma Kleykamp in dezen niet te oordeelen. Wij willen hier echter wel aan loevoeen, dat wij, afgescheiden van het verloop der zaak, verheugd zijn over het resultaat: het niet doorgaan van deze tentoonstelling, die ons, vooral wegens het anti-nationale bedrijf van dezen heer en ook wegens zijn anti- Vlaamsche geniepigheden (het antd-Duilsche kans ons niets schelen) een publieke ergernis ware geweest. Catalogus van Boekwerken uitgegeven door de N.V. Boek-Centralè te Am sterdam (Keizersgracht 6264). Deze geïllustreerde catalogus bevat niet al leen de titels met prijsopgaaf van tal van boek werken op elk gebied maar is uiterlijk ook uitstekend verzorgd, terwijl een nadere aandui ding door uittreksels uit recensies of uit de inleiding der boeken vreemden een gemakke lijk overzicht van den inhoud der boeken geeft. Marsbewoners Er zijn altijd rare praatjes de wereld ingezonden en aan de echtheid van deze praatjes valt oo-k altijd te twijfelen. Maar soms wordt er wel eens iets verteld, van dingen, waarvan je zonder dat je er eigenlijk erg in hebt, gaat zeggen: „Zou dat niet waar kunnen zijn?" of: „nou maar, 't is best mogelijk". Zoo werd er voor drie jaren geleden in verschillende Engebche kranten ge schreven, over geheimzinnige draadlooze teekens, die over de geheele wereld wer den opgevangen en mogelijk van 'n an dere planeet afkomstig zouden zijn. Naar aanleiding van die berichten ontspon zich tegelijkertijd in verschillende buitenland sche bladen 'n wetenschappelijk debat tusschen verschillende geleerden. In een der Engelsche dagbladen, de „English Magazine" genaamd, deelde des tijds (in Augustus 1919) de uitvinder der draadlooze telegrafie, Marconi, mede, dat hij draadlooze seinen had opgevangen, die onmogelijk van 'n station op onze planeet afkomstig konden zijn. Naar hij meende, konden ze enkel van „Mars" of „Venus" 'komen. Of 't Waar is? 't Is de geleerden der Marconi-maatschappij onmogelijk geweest de teekens te ver klaren. En dan ga je zeggen.... maar luister verder. In verband daarmede houdt men zich wederom met 't vraagstuk der draadlooze verbinding met deze beide planeten be zig. In tjaar 1923 zal „Mars" zoo dicht mogelijk bij de aarde komen; zal het dan wellicht gelukken 'n verbinding tot stand te brengen? Men houdt 't er voor, dat de „levende wezens op „Mars" ongeveer drie maal zoo groot zijn als de bewoners der aarde, daar de zwaartekracht van „Mars" slechtsi 'n derde van de zwaartekracht der aartde bedraagt. Men beweert dan ook, dat men er derhalve rekening mede moet houden, dal de door de „Marsbewoners" gebezig de toestellen veel grooter en krachtiger zjjn dan de onze. Wij, bewoners van de aarde, zouden dus allereerst tot den bouw van veel grootere stations moeten Overgaan, waarvan de werkingssfeer bij na oneindig zou moeten wezen. Zijn deze beweringen nu maar botweg aan te ne men? We zullen eens zien: 'tVraagstuk van 't interplanetaire verkeer is theore tisch (volgens dè grondregels der pla- nëtèn-kunde) hèeï goed op te lossen. Licht- en warmtegolven planten zich, evenals de golven van magnetische (aan trekkende) en electrische (wrijvende) na tuurkrachten, door de wereldruimte voort en de laatste van de zon uitgaand veroorzaken op onze aardbol velerlei verschijnselen, zooals Noorderlicht, Aard- magnetische stormèn, enz. Voor eenige jaren hebben we dan ook in de kranten kunnen lezen, van de electrische golven, die van de zon uit gaand op aarde storingen brachten in telegraaf- en tclefoonLidingen. Om deze voortplanting van golven van 't eene hemellichaam naar t andere te verklaren, neemt men aan, dat er 'n wereld-aether (aelher bovenlucht) bestaat door de trilling waarvan dè golfbeweging tot stand komt. Echter zou het bij de door de hier boven reeds genoemde Marconi opgevan gen golven niet gaan om door de zon uitgezonden krachten, doch om kunst matig te voorschijn geroepen trillingen. Willen we dus in dit idee blijven door- redeneeren, dan zouden we in de eerste plaats moeten aannemen, dat er levende wezens op „Mars" zijn. De geleerde ster renkundigen hebben al langen tijd ge leden uitgemaakt, dat „Mars" in vele op zichten op onze aarde gelijkt en de Italiaan Schiapardli schreef reeds: „Deze planeet is geen woestijn van dorre rot sen, doch ze leeft." En sedert heeft men in de bekende kanalen op deze planeet het werk van levende wezens gezien, vermoedelijk ten onrechte echter, zoo- als latere hemel-fotografieën schijnen aan te toonen. 'tls ootk de vraag of de z.g. kanalen wel „kanalen" zijn. Hoe vast men eens overtuigd geweest is van 't bestaan van Marsbewoners, blijkt wel uit 't feit, dat de Parijsche Academic van Wetenschappen nog steeds n stich ting van 'n 100.000 francs beheert, om daarmede èen verbinding met deze be woners tot stand te brengen. 'n Lid dezer Academie heeft al eens voorgesteld groote vlakten in den vorm van wiskundige figuren te beplanten. Die heer ging van deze redeneering uit: „als er bewoners op de planeet „Mars" zijn, zal ook voor hen het tweemaal twee is vier gelden. En zullen zij dan ■ook niet bekend zijn met t theorema (stelling in de wiskunde) van Pytha goras, dat van eiken rechthoeki- gen driehoek het kwadraat der hypothenusa (schuine zijde van den reehth. driehoek) gelijk is aan de som der kwadraten Van de beide rechthoek zijden? Legde men dus b v. koolraap velden aan in den vorm van Pythagoras' stelling, dan zouden de Marsbewoners wel ODmerkzaam worden en tot eikaar zeggen: „Op de andere planeet bevinden zich ook wezens., die als wij bewerk tuigd Zijn." En misschien zouden ze er aan toe voegen: „Zijn ze pas zoover?' Daar „Mars", tengevolge van den grooteren afstand van de zon eerder afgekoeld is dan onze aarde, moet de ontwikkeling daar verder zijn dan hier. Tot uitvoering van dit pl?n is het evenwel niet gekomen, omdat jnen te recht inzag, dat zelfs met de scheroste instrumenten dergelijke figuren door de Marsbewoners niet waargenomen zouden kunnen worden. Hoe dicht Mars de aarde ook na dert, er blijven toch altijd nog zoowat 57 millioen K.M. tusschen beide planeten liggen, 'n afstand waarvoor 'n geweer kogel 4 jaar noodig zou hebben. Ook zou men geen lichtglans kunnen geven, sterk genoeg om door de Marsbewoners gezien te worden; onze technische hulpmiddelen zijn daarvoor ten eenen- male onvoldoende. Zou nu echter de draadlooze telegra fie uitkomst geven? De gbotste afstand waarop draadlooze telegrammen nog dui delijk opgenomen kunnen worden is Zoowat 20.000 K.M. 't Station te Nauen heeft namelijk al golven uitgezonden, die op Nfeuw-Zeeland werden ontvan gen. Daar de golven van Nauen uit. zich naar alle richtingen voortplanten, dus ook in tegengestelde richting, jnoet de mogelijkheid bestaan, om de aarde heen draadloos te kunnen telegrafeeren. want de evenaar is 40.000 K.M. Voor den laatsten grooten oorlog heeft zelfs 't voornemen bestaan op den piek van Teneriffe 'n 14 K.M. lange zenedraad op te richten om den geheelen aardbol te kunnen omspannen met 'n draad loos signaal. Wat 'n ondernemingen, nietwaar? In tusschen van 40.000 tot 57 millioen K.M. is 'n heele sprong. En of die reuzen sprong gemaakt kan worden? .Voorloo- pig bestaat er weinig kans. dat we zulk 'n enorme afstand zullen kunnen omspannen met draadloos uitgezonden energie en of de „Marsbawoners" 't al zoo vér gebracht hebben, mag even eens betwijfeld wórden. Nu nóg 'n kort praatje over de ge heimzinnige draadlooze teekens. Zooals ik hierboven reeds zei ont spon zich, naar aanleiding van de be richten over de geheimzinnigs draadloo ze teékèns, welke berichten 't eerst in de Engelsche dagbladen werden meege deeld, al spoedig in verscheidene bui tenlandsche bladen 'n wetenschappelijk debat tusschen verschillende geleerden. den. En wat dachten die geleerde koppen van de teekens. die op 'n oogenblik de aandacht trokken van het gros onzer aarde-bewoners? Ze dachten er nieters gunstig over; want de veronderstelling dat de gbheitnzinnige teekens werkelijk door bewoners van 'n andere planeet zouden zijn uitgezonden, \ycrd door de meesten van hen aannemelijk geacht. De meeste deskundigen schreven de vreem- soortige draadlooze teekens toe aan elec- trisehen invloed in de atmosfeer, die re gelmatig terugkeerende geluiden in de ontvanglelefoons zo den veroorzaken, ge lijk dit ook bdi de z.g. luchtstoringan het geval is, welke echter meer lopaal (plaatselijk) optreden, en vooral in de tropen zeer hevig zijn. Onder de gezaghebbende menschen, die over dit o nderwerp destijds een woordje hebben meegesproken, behoort ook de geleerde Fransche geestelijke Th. Moreux, directeur van een wetenschap pelijk observatorium (d. i.: sterrenwacht) te Bourges. Deze heeft in 'n interview o. a. verklaard, dat de veronderstelling, als zouden de geheimzinnige draadlooze teekens van „Marsbewoners afkomstig zijn, slechts tot de droomerijen en in beeldingen van sterrenkundigen behoort. De Marsbewoners zouden het oogenblik om te seinen al heel slecht gekozen heb ben, daar de planeet Mars in Februari (1920) 149 millioen K.M. van ons van daan was, terwijl 't uitgemaakt is, dat ze op andere tijdstippen van het jaar slechts 56 millioen K.M. van ons ver wijderd is. De geleerde schreei de tee kens toe aan magnetische stroomingien, die ook op onze telegraaflijnen soms storingen veroorzaken. Die stroomen vin den hun oorzaak in den toestand van de zon en de verandering jn de inwendige werking der aarde. De geestelijke be sloot daaruit, dat wat door de draad looze toestellen wordt opgevangen, ont ladingen zijn of beter schommelingen van de electrische lading der hoogere luchtlagen, welke door de zon verschijn sel en worden veroorzaakt. Hoe dit precies gebeurt, js nog niet uitgemaakt. Daar is langen tijd van ernstige studie voor noodig. De eerw. heer Moreux, die zijn leven lang studie van de ingewikkelde zons verschijnsel en gemaakt heeft, vertelde, dat op de zon gaserupsies (uitbarstingen) voorkomen, die 700.000 K.M., 't dubbele van onzen afstand tot de maan, bereiken. Ze wer pen uit het midden der zon uiterlijk onwaarneembare stoffen in de rechte lijn in de richting der planeten. De elect- trische lading der lucht wordt daardoor vermeerderd ot verminderd en het z^in de schommelingen in de electrische la ding, welke door uiterst gevoelige draad looze stations worden opgevffligen. Met deze duidelijke verklaringen van den ge leerden Franschen geestelijke kunnen we tevreden zijn, al zou er dan ook nog heel wat geleerdheid aan toegevoegd kunnen worden. We gaan er echter niet verder op in en of er wel degelijk „Marsbewoners" -bestaan, komen we wel licht nooit te weten. Het alleroudste schrijfgereedschap heeft men gevonden in Egypte. Die oude Bgyp- tenaars schijnen eerst geschreven te hebben met rieten pennen en penseelen. Waarschijln- lijk heeft men deze pennen bevochtigd door ze met het uiteinde in den moDd te 6tekeo. Later heeft men de rieten pennen gesple ten. Met een mes, maar ook wel met puim- steenen werden de punten gescherpt. Li nialen waren toen ook reeds in gebruik. De eerste griffels waren ran metaal, maar ze moesten ook dienen om op metalen rol len te schrijven, of beter gezegd te kras- een. Later gebruikte men wastafeltjes, dat waren tafeltjes met was bestreken. Zoo'n metalen griffel, stilus genoemd, was aan het eene eind afgeplat. Ons woord stijl ls nog van dat woord stilus afkomstig. In de middeleeuwen schreef men met veeren pennen en ónze ever-grootouders heb ben daar zelfs nog mee geschreven. Deze veeren waren het best bruikbaar als ze van ganzen kwamen, 'n Veer bestaat uit 'n holle schacht. Welnu, deze schacht werd gespleten en schuin afgesneden. Iedere schoolmeester moest een soort examen afleg gen in dat vermaken van pennen. Onze stalen pen is nog geen eeuw oud. Men heeft wel bronzen pennen gevonden, die eeuwen oud waren, maar waarschijn lijk zijn die toch zeer schaars gebruikt. In oude schriften wordt melding gemaakt van koperen en ijzeren pennen. Deze pen nen moeten zeer zeldzaam zijn geweest om dat ze zoo duur waren. Iedere pen moeet uit de hand gemaakt worden. In de 18e eeuw woonde in Aken zoo'n pennen-fabrikant. die metalen pennen voor 60 cent Verkocht. Be denk daarbij, dat het geld heel wat meer waarde had dan thans. De vrede van Aken in 1748 werd getee- kend met èen pen vin dien fabrikant In Engeland heeft men in de I9de eeuw voor 't eerst pennen machinaal vervaar digd. Deze kunst is uitgevonden door 'n zekeren Jozef Gillot en deze industrie heeft zich weldra zoo uitgebreid dat Gillot, een eenvoudig werkman, er schatrijk door ge worden is. Na Gillot, bracht Perry deze industrie nog tot hooger Worn. In "Berlijn begon de stalen pennen-fabricage in 1850. Er zijn thans nog stalen pennen van Per ry (Engeland) en Blanokertz (Duitschland). Kijk maar eens goed, of een van die na men ook op je pen staat. In Groot-Brittaa- nië worden thans jaarlijks 810 millioen sta len pennen gemaakt, dat is voor iederen inwoner 22 pennen- Op Engeland volgt Amerika met 105 mil lioen. Op heel den aardbodem worden da gelijks 5 Va millioen pennen gebruikt De eerste inkt was roetwater met kleef stof aangemengd. Die roet-inkt was zeer duurzaam. Er zijn nu nog heel oude ge schriften, waarop met roet-inkt geschreven is en waarvan de letters onverbleekt zijn gebleven. In de 5de eeuw kwam de metaal-inkt, die een rood-bruine kleur had en lang zoo duurzaam niet was als de roet-inkt Roode inkt was al heel lang in gebruik. Als men oude geschriften ziet, is mees tentijds de eerste letter mót roode inkt ge schreven. Voor adressen gebruikte men ook rooden inkt De eerste inktkokers waren van klei, la ter werden ze van metaal vervaardigd. Vroeger waren er veel zak-inktkokers in gebruik. Dat waren glazen potjes in een metalen doosje. Dat doosje sloot heel se cuur met 'n veer, behoorende dit tenmin ste te doen. Wij weten nog echter, dat er heal wat moeders gezucht hebben om dat zoontje of dochtertje met zwart bemor ste kleeren thuis kwam. De vulpenhouder heeft den zak-inktkoker vervangen. Toch schijnt de vulpenhouder ook vroeger jaren te hebben bestaan. In een oud geschrift van 1650 ongeveer staat een geschiedenis geschreven van twee reizigers, die in Parijs zilveren pennen koch ten, die met inkt gevuld waren en waarmee men vellen vol kon schrijven, zander dat de inkt opdroogde. In 1800 vervaardigde men in Duitschland reispennen. Dat waren ook een soort vul pennen. De Engelschman Doughty is het eerst op de gedachte gekomen gouden pennen te ge bruiken, omdat deze nooit roesten. Later leerde met iridium kennen, een soort me taal, waarvan thans de punten gemaakt wor den. De vulpen heeft ook min of meer het potlood verdrongen. Toch heeft het pot lood nog" de opperheerschappij. Engeland was het geboorteland van de notlooden. Het grafi°t. waaruit onze pot looden bestaan, werd daar in blokken ge vonden. Dit werd in staafjes gezaagd en in hout gevat. Tegenwoordig komt het beste grafiet uit Bohemeu en Siberië. Bij heel zwarte pot- •looden is het grafiet vermengd met lampe- zwart. Voor de beste notlooden gebruikt men cederhout, voor de minder kwaliteiten neemt men lindenhout. Ongeroepen door het Amsterd. comité der werkloozen kwamen Woensdagavond tegen 8 uur een aantal werkloozen demonstreeren bij het Stadhuis. Zij werden door de politie verdreven van de Gracht, welke daarop werd afgezet, waarna zij zich aan de overzijde der gracht opstelden. Tegen 9 uur, toen de raadszitting was be gonnen, trokken zij door de Damstraat naar den Dam. Daar begon de politie de^ troep te verspreiden, maar toen er spiegelruiten wer den ingeworpen, werd hardhandig opgetreden en tal van charges uitgevoerd. De werkloo zen werden verdreven in de richting Damrak en Nieuwendiik, waar nog eenige ruiten het moesten ontgelden. Tegen 11 uur was de rust nagenoeg geheel hersteld. De Poolsche fotograaf W., die op zijn doorreis naar Amerika tijdelijk te Rotterdam verBleef, ontmoette Dinsdagavond op Het Steiger aldaar eenige vrouwen met wie hij naar een pand in de nabijheid ging. Korten tijd later bieek hij beroofd te zijn van 8 biljetten van duizend dollar. De man had in ziin woonplaats in Polen ai zijn be zittingen te gelde gemaakt en was nu op reis naar zijn nieuw vaderland, waarheen zijn vrouw en kinderen na korten tijd zouden vol gen. Na de berooving had hij slechts nog wat marken over. Woensdagmorgen om vier uur zagen twee agenten hoe een drietal kerels op verdachte wijze op de Pninsegraohl te 's-Hage in de buurt va® een winkel dwaalden. De kerels wer den gearresteerd. Het waren A. v. d. B., 23 j., koopman, Zuid wal, S. de J. 27 jaar, koopman N. Havenstraat en B. E., 29 jaar, los werkman, Twentstraat. Bij fouilleering bleken ze in het bezit te zijn van een inbrekersuitrusting als een breekijzer, een schroefsleutel, zaklantaarn, diverse loopers en sleutels, handschoenen, een centerboor en een schroevendraaier. De politie te Rotterdam, heeft, naar hel Volk meldt, den 31-jarigen schilder J. G. S. gearresteerd. Deze man had uit pure verniel zucht niet minder dan 40 groote spiegel rud ten van verschillende winkels in de Hoogstraat to taal bedorven, door er met een glas-snijder groote krassen en strepen over het glas te trekken. Verschillende firma's hebben daar door een schadepost van honderden guldens. Te Zwolle zijn Woensdag door de politie, bij de firma S. 52 kislen, tezamen inhoudende 520.000 knalkurken in beslag genomen. Ver der zijn nog bij andere winkeliers kleinere par tijtjes in beslag genomen. Voor het gerechtshof te 's-Gravenhage stont in hooger beroep terech t J. F. C., oud 35 jaar. Beklaagde fs door de rechtbank te Middel» burg tot vijf jaren gevangenisstraf veroordeeld, omdat zij haar kind, een meisje uit haar eer* ste huwelijk, vier jaren lang op de gruwelijk ste wijze had mishandeld, geslagen, met een mes gestoken, met een gloeienden pook be werkt, honger had laten lijden, tot 's nachts twaalf uur had laten werken, in een keldergat had opgesloten en nog veel meer. Bekil., door den. voorzitter ondervraagd, geeft in het algemeen de mishandelingen toe, doch ontkent de verwondingen met-den glomen- den pook. Beid. is vroeger wegens diefstal tot een maand gevangenisstraf veroordeeld. Eens zou bekl. hebben gezegd: „als ik wist dat ik er maar vijf jaar voor kreeg, dan worgde 3t haar." De echtgenoot van beklaagde, buiten eede als getuige geboord, verklaart, dat als bet kind van hem was geweest, het noodt zoo vei* zo* zijn gekomen. De proc.-generaal zegt bij het nemen van zijn requisitoir, dat de daden van deze vrouw Zóó afschuwelijk zijn dat men in het eerst ge twijfeld heeft aan haar geestvermogens. Maar een medisch onderzoek heeft uitgewezen dat de vrouw volkomen toerekenbaar is. Na eenige kritiek van formeel-juri disc hen aard op het vonnis der rechtbank, verklaart de proc.-gene raal, dat de door de rechtbank opgelegde straf hoog is, maar het misdrijf is dan ook afschu wetijk. Hij requdreert dan ook vijf jaar ge vangenisstraf met aftrek van de preventieve hechtenis. De verdediger, mr. Adriaanse, wees op ver zachtende omstandigheden en vroeg een mil dere straf. De uitspraak is bepaald op over 14 dagen. Vraag. We zijn aangeslagen van het be lastingjaar 19211922 naar 'n zuiver in komen van f 2000 met geen aftrek van kin deren. Wat moet ik nu betalen P Antw. In welke gemeente woont nP Voor welke belasting bedoelt uP In Haarlem zoudt n in dit geval aan Rijk «inkomsten belasting, Verdedigingsbelasting II en ge meentelijke inkomstenbelasting moeten be talen totaal f 157.86. Vraag. Hoe groot is de afstand in kilo meters van Leiden naar ter Aar? Antw. 24 KAL Vraag 1. Bestaat er een invoerrecht voöl motorrijwielen uit Duitschland? Zoo ja? 2. Hoe worden de kosten van invoer berekend, naar de p.k. van de motor, of naar de prijs van de motor? Antw. 1. Ja 2. Wendt u tot het boreal der Invoerrechten en Accijnsen. Vraag. Kunt n mij ook zeggen of de gemeente Schoten mijn patroon kan ver plichten om de gemeente-belasting van mijn loon af te honden P Mijn patroon woont in Haarlem en ik in Schoten. Antw. Ja, op nw loon kan beslag ge» legd worden en de patroon is verplicht een deel van uw loon wekelijks in te hou den. Vraag. Hoeveel moet iemand, die in 1921 niet meer verdiend heeft dan f 20 pea* week betalen voor Rijksinkomstenbelasting, Ver dedigingsbelasting II en Gemeentelijken In komstenbelasting voor het belastingjaar 1921 -1922? Hij is ongehuwd. Antw. Het belastingjaar 1921-1922 loopt over de inkomsten van het jaar 1920. Uw vraag is dus waarschijnlijk niet goed ge steld. Met een inkomen van f 20 per week zou zoo iemand moeten betalen f 37.10 Vr. 1. Hoe oud moet een meisje zijn. voordat zij kan trouwen zonder toestem* ming van haar ouders of voogd P 2. En komen daar nog rechtzaken van? Antw. 1. Dertig jaar. 2. Waarvan P Wan neer het meisje nog geen 30 jaar is en zij krijgt geen 'toestemming der ouders, dan kan zij zich om toestemming wenden tot den kantonrechter. Vr. Waar woont Henry Ford, de bekende automobielfabrikant P Wilt u straat en num mer waar hij woont er bij zetten P zetten? Antw. Henry Ford woont te Datroit (Mi* chiqan). Het adres is: Henry Ford, De troit (Michigan) Vereenigde Staten van N. A, Dinsdag promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam, de heer J. A. van Praag, op een proefschrift getiteld „La Comedie Espag- nole aux Pays Bas au 17 et 18 raèle" tot doctor in de Spaansche taal- en letterkunde LEZING SPELREGELS VOETBAL. Men meldt ons: Bovenstaande lezing gaat morgenavond niet door. De spreker de heer H. N. Mee- rum Terwogt is ongesteld en heeft de le zing eenige weken uitgesteld. De afgebroken partij uit de tweede ronde van bovengenoemden wedstrijd, tusschen de heeren J. W. en P. J. van Dartelen, eindigde in een overwinning voor laatst genoemde. In naam der Wet voordeelen welke „Groot-Nederland" U biedt Gezegelde 3 Premie-Obligatie, deelnemende aan 8 Premie-trekkingen in 't Openbaar met totaal 2000 premiën, voor slecht» f 1,25 verkrijgbaar bij alle medewerker» en adressen met de bekende reclameplaat „In naam der Wet" enz. Postgiro 74310 - Telef. M. 1063 Bankier Centrale Raiffalsen-Bank te Utrecht

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 7