PELTERIJEN
WILLEM VAN LIEMT
Premie-Obligatie Leening
if 25.500 in contanten ot van een der 2000 prachtige premiën
T
BINNENUNDSCH NIEUWS.
KUNST EN KENNIS,
Be planeet Mars.
Pennen en Potlooden.
GEMENGD NIEUWS.
KORTE BERIGHTEN.
RECHTSZAKEN.
VRAGENBUS.
KERK EN SCHOOL
SPORT EN SPEL
Voor slechts ff 1.25 kunt U bezitter worden van
ten bate van den NEDERLANDSCHEN BODEM ter bestrijding der WERKE-
LOOSHEID en tot steun van HANDEL en NIJVERHEID
Alg. Coöp. Landbouw-Maatschappij „GROOT-NEDERLAND" Den Haag Groot Hertoginnelaan 159 (Welks doel vereerd met Koninklijke belangstelling)
De familie Ruys de Beerenbrouck.
De Begrooting van Onderwijs.
Het visum voor Duitschland.
De herdenking van Pasteur.
Louis Raemaekers.
SINT NICOLAAS 1922.
PRIJSVERMINDERING
Skunks Opp. Garnituren (Mof on Cellier)
39.50 48.50 54.50
Biberette dito
Reclameprils s 45.— 48.50 63.—
Skunksine Vossen, prachtige exemplaren
12.75 18.76
ANEGANG (hoek Wartnoesstraat)
Demonstratie in Amsterdam.
Van 8000 dollar beroofd.
Inbrekers gepakt.
Een vreemd heerschap.
Knalkurken in beslag genomen.
Mishandeling van een kind.
3
De eerste doctor in de Spaansche
Letteren.
DAMMEN,
Wedstrijd om het Kampioenschap
van Haarlem en omstreken.
I
Men meldt uit Maastricht:
Jhr. mr. G. Ruys de Beerenbrouck, oud-
ecmmissaris der Koningin in Limburg, te
Maastricht en mevrouw Ruys, vader en moe
der van den minister-president, zijn beiden
ernstig ongesteld. Vooral de toestand van
mevrouw is zorgwekkend.
in de thans verschenen memorie van Ant
woord inzake de Onderwijs-begrooting be
spreekt de Minister de opmerking van die le
den. die bij de bezuinigingen, welke in de ver
schillende begrootingshoofdstulkken zijn aan
gebracht, de onderwijs-uilgaven uitgezonderd
hadden behooren te worden of althans niet
voor een zoo sterke besnoeiing, als im het
voornemen ligt, in aanmerking hadden mogen
komen. De minister stelt op den voorgrond,
dat bij de hooge easchen welke het onderwijs
nu eenmaal aan de schatkist stelt, de moge
lijkheid eenvoudig uitgesloten zou zijn om ooit
weer tot een sluitend budget terug te keeren,
wanneer men daarbij de onderwijs-uilgaven on
gemoeid zou laten. Het streven van den mi
nister is echter geweest (en zal ook verder
zoo blijven) er voor te waken, dat dit zoo min
mogelijk niet schade voor het onderwijs ge
paard gaat.
De minister zal niet nalaten, waar het mo
gelijk blijkt, ook bij het schooltoezicht ver
eenvoudiging aan te brengen.
De minister komt op tegen het verwijt, dat
hij de bezuinigingen in hoofdzaak wil doen
drukken op hel lager onderwijs.
Ook de minister meent, dat bij de bezuini
ging de onderwijspacificatie niét in gedrang
mag komen. De beëndiging van den school
strijd is voor onze natie een zóó groote zegen,
dat hieraan achteraf zeker niet getoond mag
woeden.
De minister meent intusschen dat een uit
dat oogpunt gerechtvaardige critiek de aan
hangige wetsvoorstellen niet kan treffen en
dat hij in dit opzicht volkomen onpartijdig te
werk ging.
De minister sluit zich zonder eenige restric
tie aan bij de leden, die den Onderwijsraad
niet gaarne zouden missen.
De minister sluit zich aan bij de meening
van hen, die oordeelen, dat een teveel aan
academisch gevormde personen iin ons land ze
ker niet kan worden geconstateerd. De minis
ter acht opheffing van één of meer der open
bare universiteiten practisch niet uitvoerbaar:
daarentegen schijnt hem een betere verdeeling
van de taak van het hooger onderwijs over de
bestaand «universiteiten w e 1 voor verwezen
lijking vatbaar. In deze laatste richting is de
minister werkzaam.
Sterk doorgevoerde céntraliseering zou
stichting van nieuwe gebouwen noodig maken
voor die universiteiten, waar het onderwijs
werd gecotraliseerd, terwijl bovendien moet
worden betwijfeld of het wel in het belang van
le opleiding kan worden geacht van één en
kele der universiteiten grooter aantallen studen
ten bijeen te brengen dan thans gemiddeld aan
onze universiteiten staan ingeschreven. Aan de
T. H. te Delft ondervindt het onderwijs onge
twijfeld belemmering door een te groot aantal
studenten.
Intusschen verklaart de minister zich bereid
het denkbeeld van de benoeming eener Staats
commissie tot onderzoek van dit vraagsutk be
treffende het universitair onderwijs in ernstige
overweging te nemen.
Ook nam de minister de vraag in onderzoek,
of in het bestuur der Rijksuniversiteiten en
hoogescholen verandering gebracht dient te
worden.
Omtrent de vraag, of de Veeartsenijkundige
Hoogeschool onder de Utrechtsehe Universiteit
ware te brengen, pleegt de Minister met zijn
ambtgenoot voor Landbouw a. i. overleg.
Kan deze gedachte, die reeds een onderwerp
van overweging bij de Rcgeéring uitmaakte,
lot uitvoering komen, dan zou daarvan allicht
een niet-onibeteékenende bezuiniging het ge
volg zijn.
Nieuwe leerstoelen, wensdht de Minister niet
voor te stellen.
Uit mededeelingen der Duiitsche overheid is
gebleken, dat het aantal Nederlanders, dat
zonder visum in Duitschland wordt aangetrof
fen, wederom sterk is toegenomen. Het Minis
terie van Buitenlandsche Zaken vestigt er an
dermaal de aandacht op, dat Nederlanders, die
zich naar Duitschland begeven, in het bezit
moeten zijn van een Nederlandsch paspoort
te hunnen name, voorzien van een geldig
Duitsch visum, bij gebreke waarvan zij de kans
loopen in moeilijkheden te geraken en zich
aan straffen blootstellen.
In aansluiting op vroegere berichten kan
tog medegedeeld worden, dat de Nederland-
sche Pasteur-dag op 25 November in het
Concertgebouw om 3 uur aanvangt. Sprekers
zijn de professoren dr. F. M. Jaeger, uit Gro
ningen, dr. A. J. Kiuyver, uit Delft, dr. C. H
H. Spronck, uit Utrecht en dr. A. Calmette',
uit Parijs.
De Hoefijzer-redacteur van het „Hbld."
D^hrijft:
De redactie van het „Handelsblad" ontving
een vrij uitvoerig ingezonden stuk van den
heer Louis Raemaekers uit Brussel, waarin
deze teekenaar het verhaal doet van het plot
seling stuiten der tentoonstelling van zijn
weric, weike bij de firma Kleykamp zou wor
den gehouden en waarin hij daartegen pro
testeert In zooverre als een eenmaal ge
maakte afspraak eenzijdig en onverhoeds
werd verbroken, heeft de heer Raemaekers
reden van beklag. Of hij het overigens, wat
het wezen der zaak belangt, óók heeft, kun
nen wij thans nog niet beoordeelen, daar wij
noch heden noch gisteren een lid der familie
Klykamp hebben kunnen bereiken ter verkrij
ging van inlichtingen. Er staat in het stuk van
den heer R., dat hij op 2 November een brief
van mevrouw Kleykamp ontving, waarin
werd medegedeeld, dat de tentoonstelling niel
kon doorgaan „omdat er van verschillende
zijden aanmerkingen waren gekomen over den
politieken kant van zijn werk." Welke is die
„politieke kant"? Het anti-Duitsche en antï-
Vlaamsche in 's heeren R.'s teekeningen?
Daarvan had de firma Kleykamp toch waar
lijk op de hoogte moeien zijn en zij had dan
behooren te voorzien, dat er verzet tegen zulk
een tentoonstelling zou komen. Of is de „poli
tieke kant" het anti-nationale in het teeken-
bedrijf van dezen heer gedurende den oorlog,
toen hij, met de heele Holdert-kliek, onze
regeering in allermoeilijkste oogenblikken in
den rug is gevallen? Zoo ja, dan ware het be
grijpelijk, dat de firma Kleykamp zich dat
niet meer heeft herinnerd en „erin gevlogen
is". En dan zou deze kunstheer, wiens inter
nationale roem hem zoozeer naar het hoofd
is gestegen, dat hij telkens weer de parman
tigheid heeft om te poseeren als Beschermer
van Nederland (ook nu weer in zijn stuk)
geen wezenlijke reden hebben tot beklag.
Zoolang dit niet is opgelost, valt over de
houding der firma Kleykamp in dezen niet te
oordeelen.
Wij willen hier echter wel aan loevoeen,
dat wij, afgescheiden van het verloop der
zaak, verheugd zijn over het resultaat: het
niet doorgaan van deze tentoonstelling, die
ons, vooral wegens het anti-nationale bedrijf
van dezen heer en ook wegens zijn anti-
Vlaamsche geniepigheden (het antd-Duilsche
kans ons niets schelen) een publieke ergernis
ware geweest.
Catalogus van Boekwerken
uitgegeven door de N.V. Boek-Centralè te Am
sterdam (Keizersgracht 6264).
Deze geïllustreerde catalogus bevat niet al
leen de titels met prijsopgaaf van tal van boek
werken op elk gebied maar is uiterlijk ook
uitstekend verzorgd, terwijl een nadere aandui
ding door uittreksels uit recensies of uit de
inleiding der boeken vreemden een gemakke
lijk overzicht van den inhoud der boeken geeft.
Marsbewoners
Er zijn altijd rare praatjes de wereld
ingezonden en aan de echtheid van deze
praatjes valt oo-k altijd te twijfelen. Maar
soms wordt er wel eens iets verteld, van
dingen, waarvan je zonder dat je er
eigenlijk erg in hebt, gaat zeggen: „Zou
dat niet waar kunnen zijn?" of: „nou
maar, 't is best mogelijk".
Zoo werd er voor drie jaren geleden
in verschillende Engebche kranten ge
schreven, over geheimzinnige draadlooze
teekens, die over de geheele wereld wer
den opgevangen en mogelijk van 'n an
dere planeet afkomstig zouden zijn. Naar
aanleiding van die berichten ontspon zich
tegelijkertijd in verschillende buitenland
sche bladen 'n wetenschappelijk debat
tusschen verschillende geleerden.
In een der Engelsche dagbladen, de
„English Magazine" genaamd, deelde des
tijds (in Augustus 1919) de uitvinder der
draadlooze telegrafie, Marconi, mede, dat
hij draadlooze seinen had opgevangen,
die onmogelijk van 'n station op onze
planeet afkomstig konden zijn. Naar hij
meende, konden ze enkel van „Mars"
of „Venus" 'komen. Of 't Waar is? 't Is
de geleerden der Marconi-maatschappij
onmogelijk geweest de teekens te ver
klaren. En dan ga je zeggen.... maar
luister verder.
In verband daarmede houdt men zich
wederom met 't vraagstuk der draadlooze
verbinding met deze beide planeten be
zig. In tjaar 1923 zal „Mars" zoo dicht
mogelijk bij de aarde komen; zal het
dan wellicht gelukken 'n verbinding tot
stand te brengen?
Men houdt 't er voor, dat de „levende
wezens op „Mars" ongeveer drie maal
zoo groot zijn als de bewoners der aarde,
daar de zwaartekracht van „Mars" slechtsi
'n derde van de zwaartekracht der aartde
bedraagt. Men beweert dan ook, dat men
er derhalve rekening mede moet houden,
dal de door de „Marsbewoners" gebezig
de toestellen veel grooter en krachtiger
zjjn dan de onze. Wij, bewoners van de
aarde, zouden dus allereerst tot den
bouw van veel grootere stations moeten
Overgaan, waarvan de werkingssfeer bij
na oneindig zou moeten wezen. Zijn deze
beweringen nu maar botweg aan te ne
men? We zullen eens zien: 'tVraagstuk
van 't interplanetaire verkeer is theore
tisch (volgens dè grondregels der pla-
nëtèn-kunde) hèeï goed op te lossen.
Licht- en warmtegolven planten zich,
evenals de golven van magnetische (aan
trekkende) en electrische (wrijvende) na
tuurkrachten, door de wereldruimte voort
en de laatste van de zon uitgaand
veroorzaken op onze aardbol velerlei
verschijnselen, zooals Noorderlicht, Aard-
magnetische stormèn, enz.
Voor eenige jaren hebben we dan ook
in de kranten kunnen lezen, van de
electrische golven, die van de zon uit
gaand op aarde storingen brachten in
telegraaf- en tclefoonLidingen. Om deze
voortplanting van golven van 't eene
hemellichaam naar t andere te verklaren,
neemt men aan, dat er 'n wereld-aether
(aelher bovenlucht) bestaat door de
trilling waarvan dè golfbeweging tot
stand komt.
Echter zou het bij de door de hier
boven reeds genoemde Marconi opgevan
gen golven niet gaan om door de zon
uitgezonden krachten, doch om kunst
matig te voorschijn geroepen trillingen.
Willen we dus in dit idee blijven door-
redeneeren, dan zouden we in de eerste
plaats moeten aannemen, dat er levende
wezens op „Mars" zijn. De geleerde ster
renkundigen hebben al langen tijd ge
leden uitgemaakt, dat „Mars" in vele op
zichten op onze aarde gelijkt en de
Italiaan Schiapardli schreef reeds: „Deze
planeet is geen woestijn van dorre rot
sen, doch ze leeft." En sedert heeft men
in de bekende kanalen op deze planeet
het werk van levende wezens gezien,
vermoedelijk ten onrechte echter, zoo-
als latere hemel-fotografieën schijnen aan
te toonen. 'tls ootk de vraag of de z.g.
kanalen wel „kanalen" zijn.
Hoe vast men eens overtuigd geweest
is van 't bestaan van Marsbewoners, blijkt
wel uit 't feit, dat de Parijsche Academic
van Wetenschappen nog steeds n stich
ting van 'n 100.000 francs beheert, om
daarmede èen verbinding met deze be
woners tot stand te brengen.
'n Lid dezer Academie heeft al eens
voorgesteld groote vlakten in den vorm
van wiskundige figuren te beplanten.
Die heer ging van deze redeneering uit:
„als er bewoners op de planeet „Mars"
zijn, zal ook voor hen het tweemaal
twee is vier gelden. En zullen zij dan
■ook niet bekend zijn met t theorema
(stelling in de wiskunde) van Pytha
goras, dat van eiken rechthoeki-
gen driehoek het kwadraat der
hypothenusa (schuine zijde van den
reehth. driehoek) gelijk is aan de som
der kwadraten Van de beide rechthoek
zijden? Legde men dus b v. koolraap
velden aan in den vorm van Pythagoras'
stelling, dan zouden de Marsbewoners
wel ODmerkzaam worden en tot eikaar
zeggen: „Op de andere planeet bevinden
zich ook wezens., die als wij bewerk
tuigd Zijn."
En misschien zouden ze er aan toe
voegen: „Zijn ze pas zoover?' Daar
„Mars", tengevolge van den grooteren
afstand van de zon eerder afgekoeld is
dan onze aarde, moet de ontwikkeling
daar verder zijn dan hier.
Tot uitvoering van dit pl?n is het
evenwel niet gekomen, omdat jnen te
recht inzag, dat zelfs met de scheroste
instrumenten dergelijke figuren door de
Marsbewoners niet waargenomen zouden
kunnen worden.
Hoe dicht Mars de aarde ook na
dert, er blijven toch altijd nog zoowat
57 millioen K.M. tusschen beide planeten
liggen, 'n afstand waarvoor 'n geweer
kogel 4 jaar noodig zou hebben. Ook
zou men geen lichtglans kunnen geven,
sterk genoeg om door de Marsbewoners
gezien te worden; onze technische
hulpmiddelen zijn daarvoor ten eenen-
male onvoldoende.
Zou nu echter de draadlooze telegra
fie uitkomst geven? De gbotste afstand
waarop draadlooze telegrammen nog dui
delijk opgenomen kunnen worden is
Zoowat 20.000 K.M. 't Station te Nauen
heeft namelijk al golven uitgezonden,
die op Nfeuw-Zeeland werden ontvan
gen. Daar de golven van Nauen uit.
zich naar alle richtingen voortplanten,
dus ook in tegengestelde richting, jnoet
de mogelijkheid bestaan, om de aarde
heen draadloos te kunnen telegrafeeren.
want de evenaar is 40.000 K.M. Voor
den laatsten grooten oorlog heeft zelfs
't voornemen bestaan op den piek van
Teneriffe 'n 14 K.M. lange zenedraad
op te richten om den geheelen aardbol
te kunnen omspannen met 'n draad
loos signaal.
Wat 'n ondernemingen, nietwaar? In
tusschen van 40.000 tot 57 millioen K.M.
is 'n heele sprong. En of die reuzen
sprong gemaakt kan worden? .Voorloo-
pig bestaat er weinig kans. dat we
zulk 'n enorme afstand zullen kunnen
omspannen met draadloos uitgezonden
energie en of de „Marsbawoners"
't al zoo vér gebracht hebben, mag even
eens betwijfeld wórden.
Nu nóg 'n kort praatje over de ge
heimzinnige draadlooze teekens.
Zooals ik hierboven reeds zei ont
spon zich, naar aanleiding van de be
richten over de geheimzinnigs draadloo
ze teékèns, welke berichten 't eerst in
de Engelsche dagbladen werden meege
deeld, al spoedig in verscheidene bui
tenlandsche bladen 'n wetenschappelijk
debat tusschen verschillende geleerden.
den.
En wat dachten die geleerde koppen
van de teekens. die op 'n oogenblik de
aandacht trokken van het gros onzer
aarde-bewoners? Ze dachten er nieters
gunstig over; want de veronderstelling
dat de gbheitnzinnige teekens werkelijk
door bewoners van 'n andere planeet
zouden zijn uitgezonden, \ycrd door de
meesten van hen aannemelijk geacht. De
meeste deskundigen schreven de vreem-
soortige draadlooze teekens toe aan elec-
trisehen invloed in de atmosfeer, die re
gelmatig terugkeerende geluiden in de
ontvanglelefoons zo den veroorzaken, ge
lijk dit ook bdi de z.g. luchtstoringan
het geval is, welke echter meer lopaal
(plaatselijk) optreden, en vooral in de
tropen zeer hevig zijn.
Onder de gezaghebbende menschen,
die over dit o nderwerp destijds een
woordje hebben meegesproken, behoort
ook de geleerde Fransche geestelijke Th.
Moreux, directeur van een wetenschap
pelijk observatorium (d. i.: sterrenwacht)
te Bourges. Deze heeft in 'n interview
o. a. verklaard, dat de veronderstelling,
als zouden de geheimzinnige draadlooze
teekens van „Marsbewoners afkomstig
zijn, slechts tot de droomerijen en in
beeldingen van sterrenkundigen behoort.
De Marsbewoners zouden het oogenblik
om te seinen al heel slecht gekozen heb
ben, daar de planeet Mars in Februari
(1920) 149 millioen K.M. van ons van
daan was, terwijl 't uitgemaakt is, dat
ze op andere tijdstippen van het jaar
slechts 56 millioen K.M. van ons ver
wijderd is. De geleerde schreei de tee
kens toe aan magnetische stroomingien,
die ook op onze telegraaflijnen soms
storingen veroorzaken. Die stroomen vin
den hun oorzaak in den toestand van de
zon en de verandering jn de inwendige
werking der aarde. De geestelijke be
sloot daaruit, dat wat door de draad
looze toestellen wordt opgevangen, ont
ladingen zijn of beter schommelingen
van de electrische lading der hoogere
luchtlagen, welke door de zon verschijn
sel en worden veroorzaakt.
Hoe dit precies gebeurt, js nog niet
uitgemaakt. Daar is langen tijd van
ernstige studie voor noodig. De eerw.
heer Moreux, die zijn leven lang studie
van de ingewikkelde zons verschijnsel en
gemaakt heeft, vertelde, dat op de zon
gaserupsies (uitbarstingen) voorkomen,
die 700.000 K.M., 't dubbele van onzen
afstand tot de maan, bereiken. Ze wer
pen uit het midden der zon uiterlijk
onwaarneembare stoffen in de rechte lijn
in de richting der planeten. De elect-
trische lading der lucht wordt daardoor
vermeerderd ot verminderd en het z^in
de schommelingen in de electrische la
ding, welke door uiterst gevoelige draad
looze stations worden opgevffligen. Met
deze duidelijke verklaringen van den ge
leerden Franschen geestelijke kunnen we
tevreden zijn, al zou er dan ook nog
heel wat geleerdheid aan toegevoegd
kunnen worden. We gaan er echter niet
verder op in en of er wel degelijk
„Marsbewoners" -bestaan, komen we wel
licht nooit te weten.
Het alleroudste schrijfgereedschap heeft
men gevonden in Egypte. Die oude Bgyp-
tenaars schijnen eerst geschreven te hebben
met rieten pennen en penseelen. Waarschijln-
lijk heeft men deze pennen bevochtigd door
ze met het uiteinde in den moDd te 6tekeo.
Later heeft men de rieten pennen gesple
ten. Met een mes, maar ook wel met puim-
steenen werden de punten gescherpt. Li
nialen waren toen ook reeds in gebruik.
De eerste griffels waren ran metaal, maar
ze moesten ook dienen om op metalen rol
len te schrijven, of beter gezegd te kras-
een. Later gebruikte men wastafeltjes, dat
waren tafeltjes met was bestreken. Zoo'n
metalen griffel, stilus genoemd, was aan
het eene eind afgeplat. Ons woord stijl ls
nog van dat woord stilus afkomstig.
In de middeleeuwen schreef men met
veeren pennen en ónze ever-grootouders heb
ben daar zelfs nog mee geschreven. Deze
veeren waren het best bruikbaar als ze
van ganzen kwamen, 'n Veer bestaat uit 'n
holle schacht. Welnu, deze schacht werd
gespleten en schuin afgesneden. Iedere
schoolmeester moest een soort examen afleg
gen in dat vermaken van pennen.
Onze stalen pen is nog geen eeuw oud.
Men heeft wel bronzen pennen gevonden,
die eeuwen oud waren, maar waarschijn
lijk zijn die toch zeer schaars gebruikt.
In oude schriften wordt melding gemaakt
van koperen en ijzeren pennen. Deze pen
nen moeten zeer zeldzaam zijn geweest om
dat ze zoo duur waren. Iedere pen moeet uit
de hand gemaakt worden. In de 18e eeuw
woonde in Aken zoo'n pennen-fabrikant. die
metalen pennen voor 60 cent Verkocht. Be
denk daarbij, dat het geld heel wat meer
waarde had dan thans.
De vrede van Aken in 1748 werd getee-
kend met èen pen vin dien fabrikant
In Engeland heeft men in de I9de eeuw
voor 't eerst pennen machinaal vervaar
digd. Deze kunst is uitgevonden door 'n
zekeren Jozef Gillot en deze industrie heeft
zich weldra zoo uitgebreid dat Gillot, een
eenvoudig werkman, er schatrijk door ge
worden is. Na Gillot, bracht Perry deze
industrie nog tot hooger Worn. In "Berlijn
begon de stalen pennen-fabricage in 1850.
Er zijn thans nog stalen pennen van Per
ry (Engeland) en Blanokertz (Duitschland).
Kijk maar eens goed, of een van die na
men ook op je pen staat. In Groot-Brittaa-
nië worden thans jaarlijks 810 millioen sta
len pennen gemaakt, dat is voor iederen
inwoner 22 pennen-
Op Engeland volgt Amerika met 105 mil
lioen. Op heel den aardbodem worden da
gelijks 5 Va millioen pennen gebruikt
De eerste inkt was roetwater met kleef
stof aangemengd. Die roet-inkt was zeer
duurzaam. Er zijn nu nog heel oude ge
schriften, waarop met roet-inkt geschreven
is en waarvan de letters onverbleekt zijn
gebleven.
In de 5de eeuw kwam de metaal-inkt,
die een rood-bruine kleur had en lang zoo
duurzaam niet was als de roet-inkt
Roode inkt was al heel lang in gebruik.
Als men oude geschriften ziet, is mees
tentijds de eerste letter mót roode inkt ge
schreven. Voor adressen gebruikte men ook
rooden inkt
De eerste inktkokers waren van klei, la
ter werden ze van metaal vervaardigd.
Vroeger waren er veel zak-inktkokers in
gebruik. Dat waren glazen potjes in een
metalen doosje. Dat doosje sloot heel se
cuur met 'n veer, behoorende dit tenmin
ste te doen. Wij weten nog echter, dat
er heal wat moeders gezucht hebben om
dat zoontje of dochtertje met zwart bemor
ste kleeren thuis kwam.
De vulpenhouder heeft den zak-inktkoker
vervangen. Toch schijnt de vulpenhouder
ook vroeger jaren te hebben bestaan.
In een oud geschrift van 1650 ongeveer
staat een geschiedenis geschreven van twee
reizigers, die in Parijs zilveren pennen koch
ten, die met inkt gevuld waren en waarmee
men vellen vol kon schrijven, zander dat de
inkt opdroogde.
In 1800 vervaardigde men in Duitschland
reispennen. Dat waren ook een soort vul
pennen.
De Engelschman Doughty is het eerst op
de gedachte gekomen gouden pennen te ge
bruiken, omdat deze nooit roesten. Later
leerde met iridium kennen, een soort me
taal, waarvan thans de punten gemaakt wor
den. De vulpen heeft ook min of meer
het potlood verdrongen. Toch heeft het pot
lood nog" de opperheerschappij.
Engeland was het geboorteland van de
notlooden. Het grafi°t. waaruit onze pot
looden bestaan, werd daar in blokken ge
vonden. Dit werd in staafjes gezaagd en
in hout gevat.
Tegenwoordig komt het beste grafiet uit
Bohemeu en Siberië. Bij heel zwarte pot-
•looden is het grafiet vermengd met lampe-
zwart.
Voor de beste notlooden gebruikt men
cederhout, voor de minder kwaliteiten
neemt men lindenhout.
Ongeroepen door het Amsterd. comité der
werkloozen kwamen Woensdagavond tegen 8
uur een aantal werkloozen demonstreeren
bij het Stadhuis. Zij werden door de politie
verdreven van de Gracht, welke daarop werd
afgezet, waarna zij zich aan de overzijde der
gracht opstelden.
Tegen 9 uur, toen de raadszitting was be
gonnen, trokken zij door de Damstraat naar
den Dam. Daar begon de politie de^ troep te
verspreiden, maar toen er spiegelruiten wer
den ingeworpen, werd hardhandig opgetreden
en tal van charges uitgevoerd. De werkloo
zen werden verdreven in de richting Damrak
en Nieuwendiik, waar nog eenige ruiten het
moesten ontgelden. Tegen 11 uur was de rust
nagenoeg geheel hersteld.
De Poolsche fotograaf W., die op zijn
doorreis naar Amerika tijdelijk te Rotterdam
verBleef, ontmoette Dinsdagavond op Het
Steiger aldaar eenige vrouwen met wie hij
naar een pand in de nabijheid ging.
Korten tijd later bieek hij beroofd te zijn
van 8 biljetten van duizend dollar. De man
had in ziin woonplaats in Polen ai zijn be
zittingen te gelde gemaakt en was nu op reis
naar zijn nieuw vaderland, waarheen zijn
vrouw en kinderen na korten tijd zouden vol
gen.
Na de berooving had hij slechts nog wat
marken over.
Woensdagmorgen om vier uur zagen twee
agenten hoe een drietal kerels op verdachte
wijze op de Pninsegraohl te 's-Hage in de
buurt va® een winkel dwaalden. De kerels wer
den gearresteerd. Het waren A. v. d. B., 23 j.,
koopman, Zuid wal, S. de J. 27 jaar, koopman
N. Havenstraat en B. E., 29 jaar, los werkman,
Twentstraat.
Bij fouilleering bleken ze in het bezit te zijn
van een inbrekersuitrusting als een breekijzer,
een schroefsleutel, zaklantaarn, diverse loopers
en sleutels, handschoenen, een centerboor en
een schroevendraaier.
De politie te Rotterdam, heeft, naar hel
Volk meldt, den 31-jarigen schilder J. G. S.
gearresteerd. Deze man had uit pure verniel
zucht niet minder dan 40 groote spiegel rud ten
van verschillende winkels in de Hoogstraat to
taal bedorven, door er met een glas-snijder
groote krassen en strepen over het glas te
trekken. Verschillende firma's hebben daar
door een schadepost van honderden guldens.
Te Zwolle zijn Woensdag door de politie,
bij de firma S. 52 kislen, tezamen inhoudende
520.000 knalkurken in beslag genomen. Ver
der zijn nog bij andere winkeliers kleinere par
tijtjes in beslag genomen.
Voor het gerechtshof te 's-Gravenhage stont
in hooger beroep terech t J. F. C., oud
35 jaar.
Beklaagde fs door de rechtbank te Middel»
burg tot vijf jaren gevangenisstraf veroordeeld,
omdat zij haar kind, een meisje uit haar eer*
ste huwelijk, vier jaren lang op de gruwelijk
ste wijze had mishandeld, geslagen, met een
mes gestoken, met een gloeienden pook be
werkt, honger had laten lijden, tot 's nachts
twaalf uur had laten werken, in een keldergat
had opgesloten en nog veel meer.
Bekil., door den. voorzitter ondervraagd,
geeft in het algemeen de mishandelingen toe,
doch ontkent de verwondingen met-den glomen-
den pook. Beid. is vroeger wegens diefstal tot
een maand gevangenisstraf veroordeeld. Eens
zou bekl. hebben gezegd: „als ik wist dat ik
er maar vijf jaar voor kreeg, dan worgde 3t
haar."
De echtgenoot van beklaagde, buiten eede
als getuige geboord, verklaart, dat als bet kind
van hem was geweest, het noodt zoo vei* zo*
zijn gekomen.
De proc.-generaal zegt bij het nemen van
zijn requisitoir, dat de daden van deze vrouw
Zóó afschuwelijk zijn dat men in het eerst ge
twijfeld heeft aan haar geestvermogens. Maar
een medisch onderzoek heeft uitgewezen dat
de vrouw volkomen toerekenbaar is. Na eenige
kritiek van formeel-juri disc hen aard op het
vonnis der rechtbank, verklaart de proc.-gene
raal, dat de door de rechtbank opgelegde straf
hoog is, maar het misdrijf is dan ook afschu
wetijk. Hij requdreert dan ook vijf jaar ge
vangenisstraf met aftrek van de preventieve
hechtenis.
De verdediger, mr. Adriaanse, wees op ver
zachtende omstandigheden en vroeg een mil
dere straf.
De uitspraak is bepaald op over 14 dagen.
Vraag. We zijn aangeslagen van het be
lastingjaar 19211922 naar 'n zuiver in
komen van f 2000 met geen aftrek van kin
deren. Wat moet ik nu betalen P
Antw. In welke gemeente woont nP Voor
welke belasting bedoelt uP In Haarlem
zoudt n in dit geval aan Rijk «inkomsten
belasting, Verdedigingsbelasting II en ge
meentelijke inkomstenbelasting moeten be
talen totaal f 157.86.
Vraag. Hoe groot is de afstand in kilo
meters van Leiden naar ter Aar?
Antw. 24 KAL
Vraag 1. Bestaat er een invoerrecht voöl
motorrijwielen uit Duitschland? Zoo ja?
2. Hoe worden de kosten van invoer
berekend, naar de p.k. van de motor, of
naar de prijs van de motor?
Antw. 1. Ja 2. Wendt u tot het boreal
der Invoerrechten en Accijnsen.
Vraag. Kunt n mij ook zeggen of de
gemeente Schoten mijn patroon kan ver
plichten om de gemeente-belasting van mijn
loon af te honden P Mijn patroon woont
in Haarlem en ik in Schoten.
Antw. Ja, op nw loon kan beslag ge»
legd worden en de patroon is verplicht
een deel van uw loon wekelijks in te hou
den.
Vraag. Hoeveel moet iemand, die in 1921
niet meer verdiend heeft dan f 20 pea* week
betalen voor Rijksinkomstenbelasting, Ver
dedigingsbelasting II en Gemeentelijken In
komstenbelasting voor het belastingjaar 1921
-1922? Hij is ongehuwd.
Antw. Het belastingjaar 1921-1922 loopt
over de inkomsten van het jaar 1920. Uw
vraag is dus waarschijnlijk niet goed ge
steld. Met een inkomen van f 20 per week
zou zoo iemand moeten betalen f 37.10
Vr. 1. Hoe oud moet een meisje zijn.
voordat zij kan trouwen zonder toestem*
ming van haar ouders of voogd P
2. En komen daar nog rechtzaken van?
Antw. 1. Dertig jaar. 2. Waarvan P Wan
neer het meisje nog geen 30 jaar is en
zij krijgt geen 'toestemming der ouders, dan
kan zij zich om toestemming wenden tot
den kantonrechter.
Vr. Waar woont Henry Ford, de bekende
automobielfabrikant P Wilt u straat en num
mer waar hij woont er bij zetten P
zetten?
Antw. Henry Ford woont te Datroit (Mi*
chiqan). Het adres is: Henry Ford, De
troit (Michigan) Vereenigde Staten van
N. A,
Dinsdag promoveerde aan de Universiteit
van Amsterdam, de heer J. A. van Praag, op
een proefschrift getiteld „La Comedie Espag-
nole aux Pays Bas au 17 et 18 raèle" tot
doctor in de Spaansche taal- en letterkunde
LEZING SPELREGELS VOETBAL.
Men meldt ons:
Bovenstaande lezing gaat morgenavond
niet door. De spreker de heer H. N. Mee-
rum Terwogt is ongesteld en heeft de le
zing eenige weken uitgesteld.
De afgebroken partij uit de tweede ronde
van bovengenoemden wedstrijd, tusschen de
heeren J. W. en P. J. van Dartelen,
eindigde in een overwinning voor laatst
genoemde.
In naam der Wet voordeelen welke „Groot-Nederland" U biedt
Gezegelde 3 Premie-Obligatie, deelnemende aan 8 Premie-trekkingen in 't Openbaar met totaal 2000 premiën, voor slecht» f 1,25 verkrijgbaar bij alle medewerker» en adressen met de bekende
reclameplaat „In naam der Wet" enz.
Postgiro 74310 - Telef. M. 1063 Bankier Centrale Raiffalsen-Bank te Utrecht